De Staking in de Havens.
BINNENLAND
m
■Ja ZtflhsBVES JAMf
ftmnemaiiusüti i^uws.
Nederland en Beigiê
•f* *»»- w 1'
Brandstoffendistributie.
WOENSDAG 18 FEBRUAÜi Ï92G
43ste JAARGANG No 11501
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f2,927»; PER WEEK 22Va CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f3,25 BIJ VOORUITBETALING
BUREAU: NASSAULAAN 49, HAARLEM TELEFOON 1426 EN 2741 - TELEFOON AFDEELIN6 „DRUKKERIJ" No. 1748 ADVERTENTIEN 30 CENTS PER REGEL, BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
Een tocht door de havens van Amsterdam. Het werk ligt over heel de linie stil. De ruzie tusschen
Cemraien Bond en Federatie. Bouwman „verdedigt" zichEen manifest der Christelijke organisaties.
DE TOESTAND TE AMSTERDAM.
Bouwman „verdedigt" zich!
De stakingsleider der Federatie, de heer
Bouwman, heeft in een uitvoerig stuik in
het „Hbld." getracht zich te verdedigen.
Het voornaamste komt hierop neer, dat 't
hoofdbestuur der Federatie Maandag en
Dinsdag te Rotterdam en Amsterdam met
de a fdeelingsbesturen heeft vergaderd en
daar heeft laten constateer en, dat het Fe
deratiebestuur geen verantwoording ver
schuldigd is aan het bestuur van deu Cen
tralen Bond voor hetgeen burgerlijke bla
den over bestuurders der Federatie zich
veroorloven te schrijven.
Geconstateerd werd. dat die voorzitter,
E. Bouwman, en de tijdelijke penningmees
ter H. Snee vliet, der Jgederatiei openlijk in
de pers hebben vekiaard, dat er niet heit
minst® verband bestaat tusschen het door
hen als personen deelnemen aan de inter
nationale Communisten Conferentie en de
staking in het Transportbedrijf ea aat °°a
in het bewuste „Handelsbiad"-artikel geeu
enkel feit wordt genoemd, waandt zou
kunnen blijken, dat hot Federatiebestuur
of enkele leden daarvan zelfs maar eenige
bespreking met de vertegenwoordiger»
der commiiuistenoonferentie zonden heb
ben gevoerd, met het doet de trandportar'-
beidersstaking aan de „politiek en boSüe-
wiki" vast te koppelen. Voort», dat de re
dactie van het „Handelsblad" rich in een
tweede artikel verontschuldigt door te
vergklarent; »Onzers.jjds is niet beteex.d,
dot ter geheime conferentie over de trans-
portarheiderastaking van than» i» gespro
ken (van verontschuldiging i» g^en sprake
enkel van het constateeren van het feit.
Hed. ,,Hhid."), zoodat daarmede is aange
toond, dat heit „Handelsblad" geheel ten
onrechte zijn mededeeljjngon over de °®n}r
munieten-conferentie mat de havenarbei-
dersstaking heeft in, verhand gebracht
Be betrokken afëeodingsbeetunen der Fe
deratie zijn dan ook oenstemmig van oor
deel, dat de leiding van den Centr. Bond
naar een motief heeft gezocht om de sa
menwerking te verbreken, blijkbaar, ondier
den invloed van de voortdurend ia de pers
voorkomende beschuldigingen, dat het be
stuur van dezen modernen bond zich door
de Federatie in deze staking heeft laten
meesleepen,"
De Federatie maakt er zich wel gemak
kelijk af 14
EERSTE BLAD
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Tot nader order kunnen de bons van
BRANDSTOFFENHANDELAAR No. 57
(M. TANIS)
niet hjj dezen handelaar worden ingewis
seld.
De overige handelaren in bet District
zijn gemachtigd hierop brandstoffen af te
leveren.
Directeur Brandstoffen-Bureau,
R. C. J. WILLINK.
Een manifest der Christelijke
organisaties.
Doori de Christelijke organisatie» is
thans een breedvoerig schrijven aan het
Nederlandsohe yolk gericht, waaraan we
het volgende ontieenen: Nadat een over
zicht van do handelingen in dien Loon-
raad is gegeven, lezen wij in het mani
fest:
„Het ging hij da leiders van den Cen
tralen Bond en da Federatie niet in de
allereerste plaats om de enkele guldens
toon, maar om de medezeggingschap in de
bedrijven in een vorm van socialisatie;
eerst dan zouden de arbeiders willen
medewerken aan productieverhooging.
Onomwonden durven wij dan ook te her
halen dat do staking, niets anders is, dan
een strijd om de macht en niet om door
voering van het recht.
De zaak der arbeiders is ons te lief, om
aan dit spel mede te doen.
Bij den voortduw, alsook in het verle
den, wenschen we een staking als een
alleruiterst middel om het recht te zoeken
en te bevorderen, te aanvaarden, mits:
Het belang der arlbeiders daarbij is ge
baat;
De strijd een economische strijd blijft;
Geen groote aigemeene volksbelangen
worden geschaad;
De maatschappelijke orde niet worde
verstoord;
ep de vooruitzichten van den strijd van
dien aard zijn» dut een bevredigende op
lossing kans van slagen heeft
Naar, onze mwge overtuiging, wordt
aan geen dezer, voorwaarde» voldaan»
waarom het hoofdbestuur etch ver
antwoord acht, wanneer zjj mede den
strijd helpt ontketenen, y andaar dan ook,
dat we het advies geven, co» volstandig
aan het werk te bill ven,
Wjj achten ons verantwoording schul
dig aan onze leden, aan de gezinnen onzer
leden, aan de geheele samenleving en al
lermeest aan onzen God. De belangen der
betrokkenen zijn ons te dierbaar, oan tlip-
pendragers te zijn van een revoiutiomaaire
vakbeweging, welke staat onder leiding
en invloed van mannen als Bouwman, die
medebetrokken schijnt te zij» bij ee»
personen» waarvan het ,,HandohsbladP ont
hullingen gaf.
Wij doen dus aan de staking niet mede.
Zich ten slotte verdedigende tegen heit
verwijt van lafheid:. ze«t de Christelijke
organisatie o.a.:
Neen. Wanneer er sprake zou zjjn van
lafheid, dian hadden onze mannen gezwe
gen en modegeloopen 1» het koor, dat den
lofzang over de staking aanheft.
Wij heibben den moed om onze met in
zicht geleide orgawsa ie te verdedigen
tegen een in onnoozeiheid, op het kwaadst-
gékozen oogenblik opgezet avontuur waar
uit niets goeds kan voortkomen.
Wij hebben den moed om onzen eigen
weg te gaan, wanneer zulks geboden wordt
in het belang van land en volk.
De geschiedenis zal loeren, wie of in
het gelijk worden gesteld en wat deze sta
king brengen zal.
We verwachten, dat het nuchtere ver
stand der arbeiders zal gaan heerschen
over hun gevoel en ze doelbewust weer
voor oegen gaan stellen, dat
door rustigen arbeid aan het herstel der
verarmde en ontredderde maatschappij
meerdere welvaart ook voor het arbei
dende volk kan worden verkregen.
DE TEKST VAN HET ANTWOORD DER
GEALLIEERDEN AAN NEDERLAND.
De tekst van het antwoord aan Neder
land inzake d© uitlevering van den ex-
keizer, welke den 14en F ebruari door den
Oppersten Baad te Londen is goedgekeurd,
luidt als volgt:
„De mogendheden vragen de regeeu-ing
der Koningin niet van haar traditioneele
poiitiek af te wijken, doch zij zijn van
oordeel, dat de aard van hun verzoek
hetwelk niet. naar hun meening, gr00 ten-
deels, of zélfs in hoofdzaak van de Ne
derlandsohe fundamenteel*} wetgeving af
hankelijk is, niet op de juist© wijze is op
gevat. Het betreft hier geen kwestie van
prestige en de mogendheden kunnen niet
wachten op de instelling van een wereld-
rechtbank. welke bevoegd is te oordeelen
over de internationale misdaden van den
ex-keizer, alvorens den verantwoordelij
ken dader van den grooten oorlog voor
het gerecht te brengen. Het is juist dit be
oogde rechtsgeding, hetwelk den weg tot
zulk een rechtbank zou banen.
Zou de weigering van Barer Majesteit
regeering om den ex-ked2ier uit te leveren,
indien er in zou worden volhard, een onge
lukkig precedent scheppen om alle rechter
lijke stappen, door 'n internationale recht
bank tegenover hooggeplaatste misdadi
gers genomen, zonder uitwerking te doen
worden.
De Nederlandsohe Regeering schijnt niet
de overweging toegedaan, dat zij, tezamen
met andere beschaafde landen, in de plicht
deelt de bestraffing te verbakeren van de
misdaden, voor welke Wilhelm von Ho*
henzellem onloochenbaar een zware ver
antwoordelijkheid draagt. Het is onmoge
lijk de collectieve kracht van het verzoek
over het hoofd te zien. De Nederlandsohe
Regeering heeft stellig niet vergeten dat
de politiek en de persoonlijke daden van
den door de mogendheden ter berechting
opgeëïschten man het leven van bijkans
tien millioen menschen hebben gekost, die
in den bloei van hun jeugd zijn vermoord;
dat zij verantwoordelijk zijn voor de ver
minking of de geschokte gezondheid van
drie maal zo© veel» voor de verwoesting
van millioenen vierkante mijlen grondge
bied in eertijds nijvere, vreedzame en ge
lukkige stresken en voor de opeenstapeling
van de oorlogsechulden, die in de milliar-
den loopen. De slachtoffers züm mannen,
die hun vrijheid hebben verdedigd en die
van Nederland daarbij inbegrepen.
Het economische en sociale bestaan van
al deze naties is ontwricht en in gevaar
gebracht door honger en nood de gru
welijke gevolgen van den oorlog, waarvan
Wilhelm II d® aanstichter is geweest
De geallieerden kunnen hun verwonde
ring niet verhelen in het Nederlandsohe
antwoord geen enkel woord van afkeuring
te vinden voor de door den keizer gepleeg
de misdrijven. Hoe kan iemand in gebreke
blijven onder den indruk te geraken van
de reaetioiuiaire betoogingen, die op de
weigering van Nederland gevolgd zijn. Ne
derland kan zich door zulk een enghar
tige opvatting van zijn plichten niet bui
ten de gemeenschap der naties stellen.
De mogendheden wensohen Nederland in
herinnering te brengen, dat, indien het in
zijn houding zou volharden ten aanzien
van de tegenwoordigheid van de keizerlij
ke familie op rijn gebied» 000 dicht bij de
Duitsch land gelegen, het de reehtetreek-
eche verantwoordelijkheid aou aanvaarden
zoowel voor het verleenen van een schuil
plaats aan een misdadiger tegenover die
eischen van dé rechtspraak, als voor dén»
propaganda, welke gevaarlijk is voor Eu
ropa en de geheele wereld. Zij beschikt
inderdaad over de meest duidelijke begin
selen van het volkenrecht en moet het tot
haar plicht maken, de maatregelen te tref
fen. welke voor haar eigen veiligheid veur-
eischt zijn.
De mogendheden kunnen den pijnlijken
indruk niet verhelen, welke de weigering
der Nederlandsohe regeering op hen heeft
gemaakt, zonder de mogelijkheid te over
wegen de bezwaren van Nederland op te
heffen door eenige doeltreffende tijdelijke
maatregelen, hetzij onmiddellijk, 'taij door
den ex-keizer op een afstand te houden van
het too nee 1 zijner misdaden door het hem
onmogelijk te maken zijn noodlottigen in
vloed in de toekomst in Duitechland te
doen gelden. Alhoewel een voorstel van
dezen aard niet ten volle overeenkomstig
het verzoek van d© mogendheden zou zijn
geweest, zou het althans een bewijs heb
ben geleverd van de gevoelens» welk» Ne
derland plecht», koesteren kan.
-V-.rij?:.
\im jü nou om n pol jani
De mogendheden dringen bij d© Neder-
laudsche regeering op de meest plechtige
en nadrukkelijke wijze aan op het gewicht,
dat zjj hechten aan een nieuwe overweging
der kwestie door haar. Zij geven te kennen
dat duidelijk moet worden begrepen, hoe
ernstig de toestand zou worden, indien de
Nederlandse he regeering niet in staat zou
zijn de waarborgen te verschaffen welke
Europa's veiligheid zoo dringend eischL
HET KAMERLID NIEMEIJER.
Naar de „Msb." verneemt, is de heer J.
W. Niemeijer, lid van de Tweede Kamer,
behoorende tot de vrjj-liberale partij,
voornemens als Kamerlid af te treaeu ïu
verband met züm drukke werkzaamheden.
In zijn plaats zou dan automatisch het oud
id dor Kamer, de heer Nierstrasz treden,
of, indien deze zich niet bereid verklaart,
le heer Drion, eveneens oud-Kamerlid.
DE WATERSNOOD IN NOOBD-
BBABAND.
Het Tweede Kamerlid, de heer van Bij-
ckevorsel had d.d. 23 Januairi gevraagd:
ls de Minister bereid, met het oog op
den watersnood in Noord-Brabant, mede ie
deeien
le. zijn oordeel over de zorg door beheer
ders voor de Maaswaterkeerende werken;
over de naleving dei- voorschriften, om
trent inspectie, voorraden noodmaterialen
berichtendienst, voorkoming en inperking-
van doorbraken; over de werking van toe°
zleht en oppertoezicht;
2e. gegevene omtrent de standen der
Maas in België en Nederland ter onder
linge vergelijking der kritieke perioden Ln
1889 en 1920;
3e. zijn oordeel over het resultaat der se
dert 1890 uitgevoerde verbetering der
Maas, scheiding van Maas en Waal en
verlegging van den Maasmond.
te. zijn. zienswijze over den invloed der
oiitboeschingen en draineeringen in het
stri „mgebied der Maas in Frankrijk, Ne
derland en België op hoeveelheid en toe
vloed van het opperwaterT
Minister König, heeft d.d. 13 Februari
geantwoord:
Ik ben gaarne bereid het gevraagde oor
deel kenbaar te maken en de gevraagde
gegevene voor zooveel deze zullen blij
ken te kunnen worden verstrekt over te
leggen.
Het vormen van een oordeel zal intus
schen mede moeten berusten op de 6tudie
van de ambtsrapporten, welke mij nog niet
alle bereikt hebben en met de samenstel
ling waarvan trouwens nog eenige tijd zal
gemoeid zijn»
Onderscheiden gegevens zullen voort»
nog moeten worden verzameld.
Ik verzoek derhalve alsnog ter zake voor
diligent te worden gehouden.
KEN ANTI-NEDLIILANDSCHE IN
TERPELLATIE IN DE BELGISCHE
Een Havas-Reuter-bericht uit Brussel
d.d, 17. Febr. meldt:
In de Kamer interpelleerde de socialist
Hubin de regeering over de m&atr.gelen,
die rij denkt te nemen om paal en perk
te stellen aan de activistische en oran
gist ische propaganda, waarvan het doel
13 de nationale eenheid te verstoren.
Do spreker zeide: „Hoe scherp onze
twisten ook rijn, ze konden, nooit anders
dan binnen onzen grenzen te blijven,"
Daarna ging Hubin voort: „Men dient
sommige betoogingen van .Viaamschgezin
den te scheiden van het activisme, dat tot
stelsel heeft het verweJtken van tweespalt
tusschen da Belgen door en ten bate van
den vreemdeling." 1 i j
De spreker tracht het velband aan te
toonen. dat er bestond tusschen de ,,front->
partii" in het leger en de Duitscrers door
bemiddeling van de Belgische activisten.
Vervolgens somt hij een reeks van namen
op, waaronder die van een aantal Kamer
leden die hii van activisme beschuldigt
Huiwn leest artikelen voor uit een Ne
derlands ch blad, dat beleedigend is voor
België en een annexionistische politiek voert.
Voortgaande zegt hij: „Tusschen het on
sterfelijke Frankrijk, dat het bloed vergoot
van anderhalf millioen zijner kinderen om
ons te redden ea Holland, dat millioenen
Een tocht door de havens.
De gezamenlijke besturen van den Centralen
Bond en van de Nederlandsohe Federatie van
'transportarbeiders, hebben gisteren per motor
boot een tocht gemaakt door de havens of
juister, zij hebben eeu poging daartoe aange
wend.
Eenige journalisten waren uitgenoodigd den
toch mede te maken.
Ongeveer haif negen stevende de motorboot
hel ij in Dadelijk trpf ons de stilte op het
br ede water, schrijft de verslaggever van hel
„Hbid." De golven kabbelden in de stralen van
ne morgenzon en nauwelijks stooide het rim-
Peki* zog ran een enkele sleepboot. De groote
schepen iageu gemeerd langs de kaden, zij
waren verlaten. Slechts een enkeling vertoonde
Zich boven de verschansing
De aigemeene indruk was, dat het werk in
de havens zoo go.d als geheel stil ligt. We
voeren langs de .Sutiiatrakade, waar de „Bor
neo1' aan den wal lag en iets verder, op stroom
de „Bali," nog grijsgeschilderd als herinnering
aan de periode der Amerikaansche requisitie.
Op de kade stonden de kranen stil, de elevato
ren waren opgeslagen en ongebruikt.
Twee Japansche schepen, de „Kiku Maru" en
de „Kargei Maru'' lagen in stille berusting te
wachten op afdaling, welke toch wel eens zal
komen. Ov ra; lag de arbeid stil.
Eenigszins anders was de aanblik van de
Suriname kade, waar we heenstevenden langs
de Prins der Nederlanden," het oude schip van
de K. W. I. M., dat verveloos en onoogelijk
daar lag als een verlaten wrak bij de kust. Op
de Suriname-kade dan, waar de etablissementen
zijn van de Kon. Ned. Stoomboot Mij., werd
gewerkt. Bij deze maatschappij, aldus deelde
men ons mede, bestaat een personeel-vereeni-
jpng, welke ongeveer 400 leden telt. De leden
van deze verceniging zij heet „Prometheus"
hebben besloten aan het werk te blijven.
Niet allen hebben aan dit besluit gevolg gege
ven, maar ongeveer de helft is toch <l'e directie
getrouw gebleven.
Deze werklieden waren gisterenochfend kan
écu arbeid. Voor hen is het stoomschip „Stuy-
vesant" als logement ingericht. Zij slapen in dit
schip en verlaten dus de geheele weck de haven
niet. Deze maatregel is natuurlijk genomen
om onaangenaamheden met de posters te voor-
feexnen.
Wé het einde van de Suriname-
kade heen en het doel was nu de Ertshaven in
te stevenen, waar de schepen van de Kon. Ned,
Stoomboot en van de K. W. I. M. liggen.
Maar op dat oogenblik zou de tocht vreed
worden verstoord'.
Voor de haven lag dreigend het vaartuigje
„Den Briel" van den Rijkstorpedodienst. Aan
boord waren eenige militairen en een ambte
naar van de scheepvaartinspectie. Wij kregen
order te praaien en weldra lag onze motorboot
langszij het militaire vaartuigje.
„Of de schipper een bewijs had' van den
havenmeester, dat hij mocht varen?"
Neen, dat bewijs had de schipper niet en dus
mocht hij er niet varen. Het hielp natuurlijk
"iet, dat eenige verslaggevers met politiebou-
tons aan boord waren. We mochten niet ver
der! En dat w nog niet het ergste, maar wij
tverden
„Bevangen genomen en
opgebracht.''
De .Den Briel nam ons de sleeptouw, stevig
vastgesjord om ontsnapping te voorkomen. Een
mitrailleur stond op de plecht van het militaire
vaartuig, maar het oorlogstuig zag er nogal
gevaarloos uit, daar het beschermende foudraal
het nog dekte, maar zoo'n foudraal is gauw
verwijderd. Intusschen onze motorboot bood
geen weerstand en de mitrailleur bleef buiten
actie.
We voeren nu langs dén afgelegden weg
terug, hoewel iets Noordelijker. Ter hoogte van
de Sumatra-kade gaf de „Den Briel" signalen
en een ander militair vaartuig verscheen. Het
was de „Torpedodienst III.1' Zij kwam ons
langs bakboordzij de „Den Briel" lag stuur
boord en nam ons over.
Plotseling hoorden we onzen schipper een
hoornsignaal geven. Wat moest dat beteekenea!
et raadsel 2ou spoedig worden opgelost. Een
eepboot, de „Grada," kwam naar ons toe en
ganis t' aan .sluurb°ord. De bestuurders der or-
teneind CSi °P deze sleepboot overstappen,
gen *r un vrühei<i te herkrijgen. Twee 3pron-
«Torpodo^g^8 de sleepboot, maar van de
overstappen,"st riep de luitenant: „Niet
„Wij Zija toch
bestuurder. sevangenen?." vroeg een
„Gij zijt gevangenen f 1 1'V-
De schipper van de „Grada"' V* gC
een avontuur gevoelde, dreefniet$ voor
een sergeant hem ontzag ingeboezemd.
e voeren nu, langs een omweg, voorbij de
De Ruyterkade, met een groote bodit naar de
Dosterdokssluis. Daar kwam juist de „Haven
politie 3'' aanvaren. Aan boord' was de waar
nemende havenmeester, de heer J. D. Gesel
schap. Hij wilde onzen schipper geen toestem-
mung geven om te varen, maar misschien zou
deze aan zijn kantoor een bewijs kunnen krij
gen. De passagiers konden aan de De Ruyter-
ade worden afgezet. Maar daar ging de luite
nant niet op in en we moesten aan den kop
van de Handelskade aan wal, klauterende over
.Torpaóodienst III." en over. de. meerpalen,
wat niet geheel gevaarloos leek. Na eenig debat
kregen we toestemming aan het steigertje, tien
meter verder, van boord te gaan.
En zoo stonden dan allen aan de Handels
kade en de boottocht was teneinde, wat jammer
was, want het begon juist zoo heerlijk op het
IJ te worden, nu de zon wat hooger was ge
klommen.
Maar we hadden gezien, dat er heel weinig
wordt gewerkt en dat de orde streng wordt
gehandhaafd.
In de Amsterdamsche haven zijn gisteren nog
aangekomen de „Oberprasident Delbrück" en
en „W. C. Frohne," beiden met hout geladen,
alsmede het s.s. „Mars'' van de K. N. S. M.
Vertrokken is het Engelsche schip Swift".
Naar ,,Het Volk" vedneemfc, hebben alle
havenarbeiders, aangesloten by de haven-
reserve, zieken en gepenisiomneeirden inbe
grepen, bericht ontvangen, dat de haven-
reserve buiten werking is gesteld.
TE ROTTERDAM.
Het werk hier ligt vrijwel geheel stop.
Gewerkt wordt slechts bij de Steenk. Handel
Ver. op de in de Waalhaven liggende schepen
„Segre", „Colmar" en „Montagne*', terwijl ook'
voor dezelfde maatschappij eenig expeditlewerk
wordt verricht aan de Maashaven.
Aan de Holl. Am. Lijn wordt gewerkt in de
loods aan de Rijnhaven, terwijl de bagage wordt
gelost van de passagiers, die vanmorgen met
het s.s. „Rotterdam" arriveerden. Op het Japan
sche stoomschip „Delagoa Maru'' wordt ger
werkt door de bemanning. De „Penrhys," gela
den met graan, wordt aan de Elevator-Maat
schappij gelost door kantoorpersoneel.
In de Rotterdamsche haven kwamen vanmor
gen 12 schepen binnen, waarvan 3 Nederlanid-
sche, 3 Fransohe, 2 Deensche, 2 Noorsche, 1
Zwe-'dsch, 1 Portugeescli en 1 Grieksch. Uitge
varen zijn er 10, waarvan 2 Engelsche, a Fran-
sche, I Duitsch en 3 Amerikaansche. Van de
uitgaande schepen waren er 5 geladen met
stukgoed, twee met steenkool, twee Amerika
nen in ballast.
Omtrent het Rotterdamsdi meel transport,
dat volgens raededeelingen van den heer Hof,
Maandag in het Verkooplokaal gedaan, in de
war zou zijn geloopen, kan het volgende worden
gemeld
Inderdaad staakte het personeel van den slee-
per, die twee in het Harigvliet liggende sche
pen met bloem zou lossen. Alle maatregelen zijn
echter genomen om het transport voortgang te
doen hebben. De groote fabrieken werken met
eigen gerei. Voor het vervoer naar de kleine
bakkers zijn gemeente- en regeeringsa,Uto'* dis
ponibel.
Centrale Bond en Federatie.
Op de vraag om opheldering, heeft liet be
stuur van de federatie het volgende aan den
Centralen Bond geantwoord:
„Wij zullen uw schrijven inzake het artikel
in het „Handelsblad" al» elk anider ingekomen
stuk in onze federatie-bestuursvergadering, die
op den eersten Zondag van elke maand plaats
vindit, behandelen.
Bij voorbaat meeaen wij u er. echter op te
moeten wijzen, dat wii u geen verantwoording
schuldig zijn voor hetgeen burgerlijke bladen
over bestuurdes van onze federatie zich veroor
loven te schrijven. Met de kletspraatjes van het
„Handelsblad" heeft ons Federatiebestuur
niets te maken".
Ia het antwoord van liet bestuur van den
Centralen Bond op dezen brief, wordt onder
meer het volgende gezegd:
„Het spijt ons uit den inhoud van uw schrij
ven te moeten constateerde dat door u de ernst
der berichten van het „Handelsblad'' blijkbaar
ntet wordt gevoeld. Anders toch zou uw be
stuur er prij» op moeten stellen, deze berichten
onmiddellijk en gedocumenteerd tot ontzenuwen.
Nu afdoende tegenspraak uwerzijds achterwe
ge blijft en uw bestuur de behandeling dezer
ernstige beschuldigingen meent te kunnen uit
stellen tot den eersten Zondag in Maart, ont
staat toch inderdaad de schijn, alsof de mede-
deelingen der pers juist zijn, door uiw opvatting,
aan ons geen! verantwoording schuldig te zijn."
En aan het slot:
En dat ook de beschuldigingen niet door u
worden ontzenuwd en door u de plannen, ais ten
congresse volgens het „Handelsblad" besproken,
niet met stelligheid als verwerpelijk worden
afgewezen, noodzaakt ons de samenwerking
met u op te zeggen en voor den verderen duur
der staking ons standpunt onafhankelijk van het
uwe te bepalen.".
KAMER.