TWEEDE BLAD
BUITENLAND
HET WITTE HUIS.
FEUILLETON
Het kazerneleven.*
DINSDAG 24 FEBRUARI 1920.
-1
de commissie van herstel.
(Ingezonden.)
Ik zou willen dit leven te kunnen Til men
naar opnamen van de chambrée, oantinc,
binnen- en buitendienst, gedurende het sol
daat-rijn van den morgen tot den avond.
Maar dat kan ik niet, omdat ik zulke grof
heden, zulke liederlijkhcda* zou moeten neer
schrijven, waarvoor ik oogen en ooren steeds
gesloten heb gehouden
Onder soldaat-zijn versta ik niet de idéé
"an een aalmoezenier en die van een Ba
ron over het Kazerneleven. Ook niet demea
ning van een reserve-luitenant, dis van het
echte soldatenleven maar weinig hoort of ziet.
En ook versla ik onder soldaat-zijn niet
het dienen als serge-ant, want deze catego
rie vormt een onderdeel op zich zelf, is apart
gehuisvest en heeft een apart cantinelevjn.
Het echte soldatenleven wordt alleen geleefd!
door soldaat en korporaal Deze beiden zijn
één in dienst en buiten dienst.
Zooals iedere periode in 's menschenleven
heeft dat van den soldaat zijn zon- en scha
duwzijde. De zorgeloosheid en de vroolijk-
heid. de ongebondenheid en da absolute vrij
heid van de massa ontgaat den incest zwart-
galiigen niet Een paar eigenschappen als „op
je zelf te loeren staan". „bet gewennen aan
van huis te zijn', „tnet een schijntje trae-
temont te leeren rondkomen, snert en rats
tegen heug en meug te verorberen", „disci
pline", „wat lichaamsontwikkeling", „schiet
vaardigheid en grondwerkerskunst", dat zijn
wel in het algemeen de paar eigenschappen,
waarmee je het Kazerneleven en soldaat-zijn
verlaat. Of dit schijntje eigenschappen echter
op-weegt tegen de gevaren van den dienst?
Ik, als oud-korporaal van het Veldleger en
het Depót, zeg van neen, en barna al dui
zendmaal neen.
Meermalen hield ik als militair spreek
beurten voor R K. militairen en ik heb nooit
tegenspraak ondervonden van het hoogstens
l,2ü gedeelte der R K., welke de militairen-
vereeaiging bezochten En ik be« er van over
tuigd, dat als ik mijn aanteekeningen uit het
soldatenleven aan soldaten en korporaals ter
inzage gaf, dat geen hunner de waarheid zou
miskennen. Trouwens ik kan alleen sprek&i
uit ervaring en weet drommels goed, dat
-»verdrijving neerkomt op laster cn hel zou
onverantwoordelijk zijn een goede zaak met
laster te dienen En het is niet onwaar
schijnlijk, dat oen Baron van Wijnbergen
cn een aalmoezenier Padberg van meaning
veranderen over het al dan niet voortbestaan
van het Kazerneleven, wanneer deze rege
len beiden voorvechters voor de Katholieke
zaak onder do oogen komen.
Hoe staal de jonge man in het
algemeen en de Katholieke in het
b ij zonder tegenover den dienst*
In hel Depót heb ik verschillende jaar
klassen zien komen en gaan. Ik taeb mee
gehoii>en de jongelui naar de chambrée te
geleiden, ik ben getuige geweest van Ivifc
kleeden cn heb met en onder hen verkeerd
van 's morgens tot 's avonds. Onze Depöt-
compagnio had een getalsterkte van 800—
1200 man, onderverdeeld in secties van 200.
250 en 300 man. Een overbelasting van ge
talsterkte, die hierop neerkwam, dat bet een
soupie was en een soupie bleef. De nieuwe
lingen werden met miütairistische onverschil
ligheid en grofheid verwelkomd, want van
hoog tot laag had de pé in, dat er weer
moest afgericht worden, 't Eenigstc waar
een groot getal kaderleden zich op spitste,
dat was, o schoone tijd van democratie
en verbroedering, „het koeteneer of zuig-
sysleem", gevolg van een discipline pn tucht,
alleen cn uitsluitend berustend op* kemels-
garen, gouden streejien of één, twee, drio
sterren
De gasten kregen wat je noemt een ka
zerne-onthaal cn een soldaten-onlvangsi, om,
voor eens en altijd een walg te krijgen
van alles wat militair was. De uitbundige
en onnatuurlijke iol van morgen cn nndaag
daalde al zeer spoedig beneden 0 en sloeg
over bij den een in stil- en schuwheid, bij
den ander in vlegelachtige razernij en schun
nige liedjes. De alge mee ue indruk „met tegen
zin van huis en in dienst'. Op mijn vragen
aan verschillende jongemannen „of het nogal
meeviel", kreeg ik, zeldzame uitzonderingen
daargelaten, ten antwoord: „een vervelende,
koude en ongezellige boel' Ook wel ,,'t begint
al fraai"
De strijd tegen de kazerne is een
der meest op den voorgrond tredende ac
ties van den iaatsien tijd. Ofschoon de
jchrijver van dit artikel zich hier en daar
wat kras uitdrukt, meenden wij om de
actua iui. net onderwerp dezen kreet
van eend eskundige niet te mogen smoren
Jiedactie N. H. CU
i Is de Nederlander van nature anti-mili-
tairist, de eerste dag van zijn intrede in d©
kazerne maakt hem al zeer spoedig tot een
anti-kazerneman bovendien.
Waarom is de Holll andsche jon
gen a nti-miliitairi s t?
Omdat het tegenwoordige militaire stelsel
niet deugt, strijdig is met gezonde Holiand-
sche opvattingen over recht en billijkheid,
discipline en tucht.
In ons militaire systeem' is hoofdzakelijk
practisch sprake van recht en billijkheids ver-,
krachting, van een zinlooze discipline en een
louter streepen- en sterrentucht Jammer ge
noeg, ik zou het tegendeel willen, ben ik
zeiden gedurende mijn diensttijd getuige ge
weest van een dergelijk Hollandsch recht
overeenkomsmtig ruiterlijkheid en ridderlijk
heid, om van een christelijk recht nxaar niet
eens te spreken.
Ruiterlijk een geval stellen en rapporleenan,
ridderlijk behandelen en beslechten, beschaaf
de omgang en democratische behandeling,
karaktervol optreden, oog en oor hebben voor
gegronde bezwaren, verzet tpgen ontucht CU'
godslasteringen, tegen een onzedelijk gestoei
en een liederlijk gedrag, berisping wdar het
noodig is, medewerking waar zulks verhef
fend en opbeurend is, een voorbeeldig voor
gaan van meerderen,,, helaas, ik ber er
zelden getuige van geweest en ik kan toch
moeilijk van verheffing en over adeldom van
karakter gaan liegen.
De Compagnies-commandanten, die ik ge
kend heb, waren alle militaire godheden,
heeren die in hun bureaustoel hun verzoe
kers, hun recruten en het meerendeel van
hun kader afwachtten met een air en een
verwaandheid, met een hooghartigheid en mi
litaire gestrengheid, dat menigeen half vaa)
streek was vooraleer hij na achter een gor
dijn gewacht te hebben, in de houding zijn
verzoek kon toelichten, terwijl een paar oogen
van een zeldzaam verwaand stukje superieur.
hem stilzwijgend vernederend toesmaalden:
„Stumperd, wat zonde van je papier en inkt
en je mooie streepjes, zonder welke ©en ver
zoek niet denkbaar is" Degene, dia fatsoen
lijk tegensprak, vestigde de aandacht van l*eï
geheele bureaupersoneel op zich. En dan
heerlijke Beschaafdheid en fraai niensclielijk
meevoelen begon de Hoer Commandant
in fijne priemende militaire termen op het
dienstbelang Ie wijzen, dat je n.I geen mor
gen en geen middag gemist kon worden uit
je aangeving, waar niemand iets aan je zou
missen en waar wel van dienstverveling gn
dienstverzet sprake kon zijn in plaats van
dienstbelang.
Tientallen \erzoekan met aanbevelingen van
de meest betrouwbare autoriteiten gingen
naar do prullemand. En bonderd-en-één ver
zoek kreeg de beroemd© militaire (rap „niet
toegestaan". En buiten het bureau en op de
ciiambrée en in de kazerne werd afgegeven
op do militaire rotzooi, op den dag in cn
dag uit zich opstapelende ongerechtigheden,
kortweg in soldatenterm genoemd het zuig- en
koeieneersysteem. Ik h©D kerels zien miiliefn
en jongens hooren vloeken, ik heb een onver
schilligheid en grofheid zien groeien, dj© snel
en wijd om zich heen greep.
Recht is bij den geboren en beropps-mïli-
tairist, bij den amateur-soldaat, die eenigen
tijd het soldatenleven heeft meegemaakt, af
hankelijk van humeur en een goed woordje
van dezen of genen gegradueerde, die voor
zijn diensten op wat kon rekenen.
Recht komt bij het militaire stelsel van
thans hierop neer, "dat wie het best mee koeie-
neort en wie mee de tragedie- corned ie spéélt,
zichzelf de grootste rechten verzekert.
Ik zal de namen sparen vïtn die chefs en
'kaderleden, waarover ik hier schrijf, want
✓ie weet oi zij mei het slachtoffer zijn van
een militaire opvoeding van dit zielcpijnj|gend
en lcarakterbedervend gehalte.
Beschaafde omgang en democratische be
handeling. 't Znl niet gaan. Je bent maar sol
daat Jan de militair, die in het militaire ge
doe er is om er het Lijdend voorwerp van
te zijn. Je wordt aangesproken met jongen,
of met zèg, of met hè jij, of doe jij dat
of de aanspraak begint met een van die veie
militaire fraaiigheden, laag ©a lat Karakter
vol optreden. Dat woord karakter komt in
het militaire woordenboek niet voor. Militair
dat is pedant en grof zijn, dèt is karakter.
Een enkele maal heb ik eens iets wat naar
karakter zweemt ondervonden en toen bleek
laler dat er iemand een goed woord.e had
geoaan. Oog en oor hebben voor gegronde
iiezwaren. Reuzen blauwe doodvonnissen „niet
toegestaan" of algewezen of op den langen
baan of zoo deskundig onderzocht, dat je
er glad naast was. Toch staat klagen vrij, doch
de klager krijgt het plagen op den koop toe
er bij.
Verzet tegen ontucht en godslasteringen.
Hoe kan en hoe zal zich daarmee de meer
derheid bemoeien die op het standpunt staat
„dat ieder dat zelf maar moet welen" om
njet te wijzen op geen gering gelal kaderleden
dat van onlucht absoluut niet vrij is. Het aantal
schuinmarcheerders is reusachtig, de eea steekt
den 'inner aan en van cenig protest van katho
lieken kant verwachte men een pietske.
Meelachen en meegrappen gaat vanzelf en
boat niets; zich verzetten en zich onttrekken
eischt inspanning en durf tegen heimelijke
vervolging, welke absoluut niet uitblijft.
Eenmaal gedurende heel mijn diensttijd was
its getuige van verzet en wel door een kerel
als een boom, dSe Christelijk Gereformeerd
was en zoo in drift ontstak dat hij naar een
bajonet greep an de moppentapper zou het
leven er bij gelaten hebben als ie nr>' 23vlucht
was. Katholieken daarentegen zijn ze.: -rdraag
zaarrt en lachen zij al niet, iets z..oieu of
prolestecren doen zij evenmin. Wij katholieke
militairen zijn uiterst verdraagzaam. Schrijver
rekent zich ook tot die zwakke verdraagzamen
al heeft hij menigmal op vloeken en schuinig-
heidjes gewezen. Het Katholieke intellect zoo
wel als het doorsnee-type geeft elkaar in ver
draagzaamheid niets 'toe. En de tegenpartij
gaat zijn verderfelijlcen gang en denkt „slik
of stik". Wij dikken terwijl onze zielen gaan
deweg verstikken in een soldaten- ea kazern:-
cmgeving, eerlijk gezegd zoo rot, zoo vuns,
cn zoo 20ste-ceuw8ch liederlijk, dat ik mij
niet ton begrijpen hoe een aalmoezenier Pad
berg, die alles moet hebben van hooren zeg
gen en van 90 pGt. dat ZHEw. van het soldaten
leven en kazemevuil niet heeft meegémaakt
om van een Baron van Wijnbergen, welke aris
tocraat van het militaire proletenleven in 't ge
heel niets weet maar te zwijgen, hoe schrijf ik
de hooggeachte en beminde aalmoezenier Pad
berg beweert dat onze miliciens die dat gevaar
niet vrijwillig zoeken van God dc kracht en ge
nade verwachten om aan die gevaren weerstand
te bieden. Het moge waar zijn dat onze R. K.
militairen die genade verwachten, doch niet
minder waar is, dat het voorbeeld van de katho
lieke meerderheid diep treurig is. floogEor-
waarde Heer en dat van medewerking mei de
genade Gods bitter weinig mij fc gebleken. Of
is het meewerken wanneer de R. K. Militaircn-
vercenigingen droog, saai en vervelend wordt
gevonden Of is het meewerken als in een De-
notplaats van de plusminus 8009 R- K. Militai
ren er ioderen avond hoogstens niet meer dan
een 70 100 in de R. K. Militairenver. werden
aangetroffen Is het meewerken als de R. K.
meevlocken en meelaehcn en tappen om én op
de eerbaarheid?
Is het meewerken ale bij een R. K. Zondag
in de week er van mijn afdecling met 12
R-K., 3 de Kerk gezien hadden?
Is hel meewerken als een afdeeling van
voor Eer en Deugd weer even spoedig uit
elkaar viel als dat zij was opgericht, wegens
gebrek aan belangstelling?
Of is het meewerken als men het slechte
gezelschap niet mijdt? Of is het meewerken als
het R. K. Kader in het algemeen geen haar
piotestgezinder is dan wij soldaten? Of is
het meewerken als men schuine voordrachten
gaat beluisteren en daar niet vandaan trekt
als de genotzucht glundert van het tooneel?
Is het meewerken als men naar het immoreel
stoeien gaat staan bijken? Is het mtcwerken als
men Jan en Alleman maar zijn gang laat gaan
omdat het moeilijk tegen den stroom op
roeien is?
Wat te zeggen van het spreekwoord dat
een mensch door zijn omgeving gevormd en
vervormd wordt? Wat te zeggen van harts
tochtelijke naturen, die alsmaar door in harts
tochtelijk gepraat worden betrokken? Wat te
zeggen van eed omgang iilet brigeloovigen,
mei afvalligen, met katholieke desor.eure (het
gelal is giooter dan iemartd zou geloovigen)
met socialisten, met jongelui van allerlei al
looi en van perverse individuen, wier perver
siteit te avond en morgen wordt gelucht Wet
te zeggen van die zoogenaamde stroozakken
meten, van 't razen en tieren tegen den
dienst, van zooveel, dat alleen in het sok
datenleven tot uiting komt en wat zich
afspeelt in het Kazerneleven.
Een goeie Roomsciie spreekt maar liever
niet van de rotzooi en een slechte hoort goed
Roomsch Nederland er' niet over.
De heer Van Wijnbergen heeft groot gelijk
als hij te Bussum uitriep: „Onze jongens moeien
goed Roomsch naar de Kazerne."
Maar de praktijk van mijn militia- en mo
bilisatie-diensttijd heeft mij de diverse erva
ring geleerd dat onze jongens met zoo kwa
litatief Roomsch in de kazerne komen, als
de heer Van Wijnbergen dat wenscht
Maar aangenomen dat jong Rootnsch Neder
land in de kazerne komt met 't 18® Katholi
cisme van 'n Baron v. Wijnbergen.dan staat
bij mij vast dat het allemaal goen welsprekende
onderlegde en slagvaardige Ildë Kamerleden zijn
la Baron Van Wjjnbergen en dat on; jonge
Roomsehe geslacht in de Kazernehei meer
gebrand en geroosterd wordt dan een R. K.
Kamerlid op het Binnenhof.
Wdk ouder ziet zijn degelijke godsdienstige
zonen, zonder vreeze in een omgevinj terecht
komen, waar de gevaren voor geloot en zjeden
als gezaaid liggen?
Waarom het met het R. K. Weerstandsver
mogen en het genadeleven er maar eens op
gewaagd?
Waarom de gevaren van het soldaten- en
Kazerneleven niet in den wortel aangetast en
de bezwaren tegen de slooping der Kazernes
overwonnen.
Waarom van uod de Kracht en de genade om
aan de gevaren weerstand te bieden verwacht,
wanneer wij onder God's zegen en aanmoedi
ging van Z. H. den Paus met eigen kracht
het soldaten- en kazerneleven kunnen reor-
ganiseeren, bunnen modemiseeren naar de ge
zonde hedendaagsehe opvattingen over
landsverdediging, africhting an acholing in
plaats en gewest.
Is het nu zoo dwaas en dol, om het dwaze
dolle kazerneleven om te zetten in een bétér
leven, minder gevaarlijk1 voor geloof en zeden.
Is het nu zoo dwaas en dol om wat wij
heden kunnen aanvangen, niet uit te stellen
tot morgen?
Is bet nu zoo dwaas en dol om te verlan
gen, dat onze jongens goed Roomsch gehouden
worden zonder Kazerne en zonder het tegen
woordige verouderde systeem van recruten-
cpletding?
Als er gehoopt wordt dat zoodra mogelijk
de militaire en geldelijke lasten weg zuilen
gaan, waarom dan niet begonnen met de
liquidatie van het kazerneleven en het recru-
tensysteem, welke heide zooveel geloof én
zeden hebben geliquideerd, dal men eigenlijk
geen dag en geen nacht moest wachten met de
reorganisatie.
Laat het militairismc gaan en laat ons de
noodige lasten dragen van hel reorganisatie-
systeem zonder kazerne en zonder een rocru-
tenafriehting als thans.
JAC. KAMERBEEK.
Volgens ae> „Echo de Paris" koestert
men groote verwachtingen voor een nieu
we oriëntatie tengevolge van de aanwezig
heid van Poincaré (als voorzitter) in de
commissie tot herstel Allereerst zal bü rijn
krachten wijden aan de kwestie van het
ox>schorten van de termijnen betreffende
de ontruiming van het Rijnland, Het is
helaas maar al te waar. vervolgt het blad,
dat de ter zake door Millerand aangeno
men houding verzet heeft ontmoet in den
boezem der commissie, die zich niet heeft
willen vereenigen met het besluit tot op
schorting dor termijnen. Een en ander is
niet vreemd aan het aftreden van Jonnart.
Men mag verwachten, dat het gezag van
Poincaré op dit gewichtige punt goede re
sultaten zal bereiken.
De „Echo do Paris" publiceert een on
derhoud met Jonnart, waarin deze Tiet be
richt van gisteren over verschillen in de
commissie van herstel tegenspreekt en
zegt dat dit dwaasheid is. aangezien zij jn
de kwestie van het bezethouden van den
Rijnoever niets te zeggen heeft. Daarover
beslissen alleen de regeeringen en kon dus
in oommissie geen meeningsverschil ont
staan. Het blad voegt er echter tenden
tieus bij, dat het Amerikaansehe en Engei-
6che lid van de commissie geen Franeoh
kennen en dat dus alles telkens vertaald
moet worden.
DE FRANSCHE SOCIALISTEN EN DE
DERDE NATIONALE.
Het Boe. congres van de federatie van de
Seine heeft zich met groote meerderheid
uitgesproken voor onmiddellijke aanslui
ting bij de Derde Internationale.
FRANKRIJK HET KIND VAN DE
REKENING.
In een tegenover Engeland en Amerika
zier heftig artikel betoogd de .JMatin", dat
de ernstigste kwestie voor Frankijk, die
na te Londen zal behandeld worden, niet is
Turkije of Rostand, maar de schepen-kwes
tie. Men is bezig daarin Frankrijk schan
delijk te benadeelen. Wilson en Lloyd Ge
orge rim samen overeengekomen, dat de
naties, die tijden© den oorlog schepen in
beslag genomen hebben, deze mogen hon
den. Zoo krijgen de Vereenjgde Staten,
die maar 33A5Ö0 ton verleuren hebben,
620.01)0 in de plaats, waaronder de mooiste
Duitse he schepen, die daarheen gevlucht
zijn, toen Amerika nog neutraal was. Er
ger nog is het mot Brazilië, dat 25.000 ton
verloor en nu 230.000 ton houden zou. Vol
gens deze regeling zon Frankrijk maar
40.000 ton krijgen en van de 549.000. die het
volgens de voorioopige regeling beheert, er
300.000 moeten teruggeven. Zelfs wordt al
met dwangmiddelen gedreigd. De Fran-
sche vertegenwoordiger te Londen heeft
doen weten, dat, indien Frankrijk weigert
zich te schikken naar de overeenkomst
van Wilson en Lioyd George en deze sche
pen terug te geven, Engeland op Frankrijk
pressie zon kannen uitoefenen door op
schorting der kolenleveranties, weigering
om bunkerkolen aan Fronsche schepen in
lieel de wereld niet langer beschikbaar te
stellen, weigering tot levering van de
schexien, die in Engeland voor Fransche
rekening worden gebouwd en door fman
deel o pressiemiddelen.
Tegen dergelijke eischen, door dergelijke
121.)
„Al wat er aan te doen is om de
kwaadsprekendheid van sommige lieden die
ons kennen en wellicht mochten zian»
te voorkomen, is dat wij hedennacht in
verschillende hotels onzen intrek zullen
nemen, en dit zal te Brussel zijn. Na
tuurlijk zal ik zorgen dat gij eorie goede
kamer hebt."
„Ik geef mij volkomen aan u over",
zeide zij, „en houd mij overtuigd dat ik
mij in niets over u te beklagen zal
hebben". Onder dit kort gesprek hadden
zij langzaam de koffiekamer bereikt
Laura's gang was zeer moeilijk en Edu-
ard zag zich genoodzaakt haar schouders
ondersteunen, daar zij haar arm niet tot
hoogte kon opheffen dat hij in den zy-
n© kon rusten. Niettegenstaande deze be
weging haar pijn veroorzaakte, poogdé zij
oen opgeruimd geLaat te toonen en zeide
gekscheerend.
-Dokter, ik heb het herstel van mijn
gezicht aan u te danken, zorg nu ook,
dat mijne armen en handen in orde ko
men, anders gaat uw roem verloren".
„Dat alles zal langzamerhand terecht
komen, zij zijn immers al merkbaar be
ter, slechts een weinig geduld en gij
zult over mij tevreden zijn".
Een half uur ging er dus koutend voor
bij, eer de diligence gei eed was, de pas
sagiers stapten in, en de kletterende zwe>ep
van den postillon dreef de met nieuwen
moed bezielde paarden dravende den weg
naar Brussel op, waar de reizigers den
nacnt zouden doorbrengen.
„Nu zal bet toch eens tijd worden",
sprak Eiduard, toen hij weder naast zijn
vriendin had plaats genomen, „dat ik eeni-
ge bijzonderheden omtrent uwe ontvoe
ring verneem. Ik heb u daar in de laat
ste dagen, omdat ge nog zoo zwak en ver
moeid waayt, niet om willen vragen. Het
verwon tierde mij dat dokter Chantilgois
u heeft laten veruelcken, zonder u een
enkele mededeeling hieromtrent te ver
zoeken, hij schijnt belangstellend, maar
niet nieuwsgierig".
„Gij vergist u, mijn waarde, hij is u
voor geweest", sprak Laura, die zich altijd
een weinig plaagziek toonde. Verleden
Zondag, toen gij even naar Oharlos waart
gegaan, heb ik hem alles moeten ver
halen wat ik mij van het akelig voorval
kan herinneren. Vroeger had dit ook niet
kunnen geschieden, daar mijn hoofd te veel
vermoeid was en mijn geheugen zeer
waarschijnlijk zou gefaald hebben, op dit
©ogenblik herinner ik mij allee duidelijk"
„Dus dokter Chantilgois was bevoor
recht boven mij", riep hij ontevreden.
„Kom, Eiduard", hernam zij, zijn ver
hoogden blos met welgevallen opmerkende
„word thans niet jaloersch de dokter is
mijn vader ea gij zij t slechts mijn vriend"
„Slechts uw vriend dit is toch nogal
veel, sprak hij binnensmonds; „maar ik
wenschte nog wel iets meer te zijn".
Eindelijk begreep hij, dat zij zich met rijn
ijverzucht vermaakte, en rich zelf overwin
nende, vervolgde hij
Nu, beter laat dan nooit indien het
u belieft, schenk mij dan het verhaal'"
,,'t Was nogal mooi van u om mij dien
avond voor een uwer patiënten op te of
feren en mjj alleen in den nacht op de
stoep van ons huis te laten staan".
„Plaag mij, om 's Hemels w.l, hier niet
mede, gij zoudt er zeker niet mede gek-
scheeren, zoo gij wist welke bittere verwij
ten ik van uwe moeder op dat j>unt heb
moeten aanhooren".
„Inderdaad"? vroeg zij, „ja, dit moet zoo
zijn, daar heb ik evenwel nooit aan
gedacht, nu ik zou me dat zoo erg niet
meer aantrekken, 't geval heeft zich im
mers thans ten goede gekeerd, Ik wil gaar
ne gelooven, dat mijne moeder in de op
welling harer smart u mot verwijten over
laadde, at hadt gij die volstrekt niet ver
diend. Zooals de zaak zich heeft toegedra
gen, was zij alleen een samenloop van
onverziene omstandigheden, welke door een
booswicht in hot leven zijn geroepen, op
wiens laaghartigen toeleg men niet net
minste was voorbereid. Ik herinner mij met
ooit meer verschrikt te rijn geweest dan
dien nacht Dat ik zoolang naar dien sleu
tel heb moeten zoeken, is mijn vermetelen
ontvoerder in zijn plannen bevorderlijk
geweest".
„Martha vond hem den volgenden mor
gen achter in do vensterbank", zeide Edu
ard.
„Dit was de plaats waar wjj hem al
tijd, na hem gebruikt te hebben, nederleg
den, opdat ieder hem vinden kon wanneer
hij hem noodig had, ik heb hom dus dien
nacht in d© ontsteltenis van het oogenblik
vergeten. O, hoeveel ellende ware er
voorkomen geworden zoo mijn geheugen
mij dien trek niet haddo gespeeld, 't
bedreigxngen gesteund, veraet de „Matin*
rich krachtig. Allereerst moet rekening
gebonden worden met het feit, dat de
Fransche werven tüdens den oorlog niet
konden bouwen omdat in 't gemeenschap
pelijk belang de geallieerden voor den oor
log werkten. De vaststelling van het deal
der Duitsche schepen, dat door elke natie
„voorloopig" beheerd zou worden, is tijdens
de conferentie zeer zorgvuldig en na lange
onderhandelingen geschied. Frankrijk kan
thans niet aanvaarden, dot zijn deel ver
minderd wordt, omdat Amerika thans de
inbe&laggenomen schepen honden wil en
dit voorbeeld gevolgd wordt door „autres
nations intéresséee sinou dons les pertes
du moins dans les profits."
Komt het tot stemmen, dan heeft Frank
rijk Engeland, Amerika, Italië en Japan
tegen zich. De Jiaha" besluit met de
hoop uit te spreken, dat de regeering de
allés zal kannen doen begrijpen, dat Frank
rijk onmogelijk aldus afhankelijk gemaakt
kan worden voor zijn voedselvoorziening
en verbinding met de koloniën van ande
re, mer begunstigde naties.
HET GROOTE VKAAGTEEKEN.
Meer dan ooit tast men in het duister
over hetgeen er nu eigenlijk in de binnen-
en buiteniandsche politiek omgaat de
mysteriën van de middeleeuwen zijn mets
vergeleken bij die van 1920. meent Clement
VauteL
Wat wil persident Wilson? Waar is hij?
Wat voert hij uit? Is hij weer beter? Is
hij eigenlijk wei riek geweest? Wat heeft
hij gehad? Is president Wilson nog een
groot man of moet men hem besohouwen
als een leuterende maniak?
Men weet het niet!
En de Ëolsjewiki? Zijn het nog misdadi
gers of zijn het prachtkerels, met wien
met het zoo gauw mogelijk eens moet zien
te worden? Wat gebeurt er nu eigenlijk
in Rusland? Loopt Lenin op zijn taaiste
beenen of Is hij machtiger dan ooit? is het
Roode leger een havelooze bende of een
stevig georganiseerde en goedgewapend©
nationale strijdmacht?
On ne salt pas! (Men weet het niet)
Bestaat er in Frankrijk nog een finan-
cieele politiek en laat men er zich iets ge
legen liggen aan de toekomst?
Bestaat het vredesverdrag met Duitech-
land nog? Zijn de Duitschers nog van plan
hun schalden te betalen en riin de gealli
eerden nog mans genoeg om ben ertoe te
dwingen? Is het Duitsche leger 2U0.0O0 man
sterk of 2 milUoen? Wat met Wilhelm?
Is de Volkenbond nog toekomstmuziek of
wel een herinnering?
Wat is er geworden van de fiameéts van
Landra?
Het is alles één groot vraagteken. Bin
hot ziet er niet naar uit of do oplossing
spoedig zal komen!
LENIN AAN HET WOORD.
In 'n interview, dat Lenin toestond aan
de „New York World" en waarvan melding
wordt gemaakt in de ..Daily News", heelt
deze verklaard, uat de bo.sjewisieu bereid
zijn vrede te sluiten op voorwaaruen zoó
billijk, dat zelfs de meest uupcriatisuscne
kapitalisten daartegen niets zouuen kun
nen inbrengen. Hij is voi vertrouwen, uaf
de sovjet-regtering niet in gevaar ver
keert door militaire kracht te woroen om
ver geworpen en hij beschouwt do hanue.s-
voorstellen der geallieerden als onop reent
en als een zet in het politiek schaakspel.
6EMEÜGUE BUiTc.NL. BbMttinicH.
Clemenceau op reis.
De Tijger heeft tijdelijk afscheid geno
men van de politiek, maar de pers kar
hem toch niet met rust laten. Edouard Ho
ley vergezeld hem naar de woestijn en
vertelt in 't ^Journal" bij gebrek aan bete
re kopy. allerlei grapjes van Ulemeuceao.
Zoo moet de oude politicus, toen bom
mededeeling wend gedaan van Miileranu's
verklaring, dat hij in de Russische aange
legenheid de politiek van Clemenceau zou
voortzetten, gezegd hebben: „Nu, nu. dat
kan grappig worden."
Hij denkt er over zich een villatje op de
belling van den Stromboii te koopen: niet
duur, aardig wonen en vrij centrale ver
warming!
Overigens doet bii een vermicelli-kuur
een der vele, want hij heeft veertien
kwalen, „evenveel kwalen als Wikon pun
ten heeft".
Einde April keert hij terug naar Parijs
niet in de politiek, maar.in den han
del Clemenceau in den handel! Hij vindt,
dat het nu tijd wordt om in financieel op
zicht voor zijn toekomst te gaan zorgen-
Eindelijk is hh er achter gekomen wat ei
genlijk de handel is: koopwaar verkoopen,
welke je niet gekocht hebt. Dat is bet
middel «m in een ommezien rijk te wor
den.
Zonderlinge van de mak is, dat ik zeker
meende hem bij mij gestoken te hebben
Ware bet over dag geweest, dan had ik
hem zoo Lang niet geaochr, duit mijn go©,
de moeder was immers na het akelig voor
val vaa dien avond naar bed gegaan
en ik wilde haar doof aan te bellen, niet
storen in de rust waaraan zij zooveel
behoefte had. Tloen ik bemerkte dat ik den
sleutel niet bij" mij had, Iep ik de stoep
af om in het rond voor onze deur te
zoeken, daar ik thans zeker meende hem
verloren te hebben. Terwijl ik hiermede
bezig was (gij kondt a.ker nog geen vijf
minuten van mij af zijn), werd ik on
verwachte van achteren aangegrepen, en
toon ik om hulp wilde roepen, duwde mijn
aanvaller mjj met forsch geweld een
prop in den mond, welke van zulk een
buitengewone grootte was, dat ik dacht
te stikken. De schrk weike mij op dat
oogenblik beving, zal ik u niet pogen
te beschrijven, mijn hart klopte mij in
't lichaam of het breken wilde, hei b.oed
sct*>en mij in de aderen te stollen en
alles wat mij omringde, dwarrelde als eea
woeste mengslk omn oor mijn oogen. Ik
gevoelde dat ik een onmacht nabij was
(Wordt vervolg