TWEEDE BLAD BUITENLAND HET WITTE HUIS. FEUILLETON Het kazerneleven.* DINSDAG 24 FEBRUARI 1920. -1 de commissie van herstel. (Ingezonden.) Ik zou willen dit leven te kunnen Til men naar opnamen van de chambrée, oantinc, binnen- en buitendienst, gedurende het sol daat-rijn van den morgen tot den avond. Maar dat kan ik niet, omdat ik zulke grof heden, zulke liederlijkhcda* zou moeten neer schrijven, waarvoor ik oogen en ooren steeds gesloten heb gehouden Onder soldaat-zijn versta ik niet de idéé "an een aalmoezenier en die van een Ba ron over het Kazerneleven. Ook niet demea ning van een reserve-luitenant, dis van het echte soldatenleven maar weinig hoort of ziet. En ook versla ik onder soldaat-zijn niet het dienen als serge-ant, want deze catego rie vormt een onderdeel op zich zelf, is apart gehuisvest en heeft een apart cantinelevjn. Het echte soldatenleven wordt alleen geleefd! door soldaat en korporaal Deze beiden zijn één in dienst en buiten dienst. Zooals iedere periode in 's menschenleven heeft dat van den soldaat zijn zon- en scha duwzijde. De zorgeloosheid en de vroolijk- heid. de ongebondenheid en da absolute vrij heid van de massa ontgaat den incest zwart- galiigen niet Een paar eigenschappen als „op je zelf te loeren staan". „bet gewennen aan van huis te zijn', „tnet een schijntje trae- temont te leeren rondkomen, snert en rats tegen heug en meug te verorberen", „disci pline", „wat lichaamsontwikkeling", „schiet vaardigheid en grondwerkerskunst", dat zijn wel in het algemeen de paar eigenschappen, waarmee je het Kazerneleven en soldaat-zijn verlaat. Of dit schijntje eigenschappen echter op-weegt tegen de gevaren van den dienst? Ik, als oud-korporaal van het Veldleger en het Depót, zeg van neen, en barna al dui zendmaal neen. Meermalen hield ik als militair spreek beurten voor R K. militairen en ik heb nooit tegenspraak ondervonden van het hoogstens l,2ü gedeelte der R K., welke de militairen- vereeaiging bezochten En ik be« er van over tuigd, dat als ik mijn aanteekeningen uit het soldatenleven aan soldaten en korporaals ter inzage gaf, dat geen hunner de waarheid zou miskennen. Trouwens ik kan alleen sprek&i uit ervaring en weet drommels goed, dat -»verdrijving neerkomt op laster cn hel zou onverantwoordelijk zijn een goede zaak met laster te dienen En het is niet onwaar schijnlijk, dat oen Baron van Wijnbergen cn een aalmoezenier Padberg van meaning veranderen over het al dan niet voortbestaan van het Kazerneleven, wanneer deze rege len beiden voorvechters voor de Katholieke zaak onder do oogen komen. Hoe staal de jonge man in het algemeen en de Katholieke in het b ij zonder tegenover den dienst* In hel Depót heb ik verschillende jaar klassen zien komen en gaan. Ik taeb mee gehoii>en de jongelui naar de chambrée te geleiden, ik ben getuige geweest van Ivifc kleeden cn heb met en onder hen verkeerd van 's morgens tot 's avonds. Onze Depöt- compagnio had een getalsterkte van 800— 1200 man, onderverdeeld in secties van 200. 250 en 300 man. Een overbelasting van ge talsterkte, die hierop neerkwam, dat bet een soupie was en een soupie bleef. De nieuwe lingen werden met miütairistische onverschil ligheid en grofheid verwelkomd, want van hoog tot laag had de pé in, dat er weer moest afgericht worden, 't Eenigstc waar een groot getal kaderleden zich op spitste, dat was, o schoone tijd van democratie en verbroedering, „het koeteneer of zuig- sysleem", gevolg van een discipline pn tucht, alleen cn uitsluitend berustend op* kemels- garen, gouden streejien of één, twee, drio sterren De gasten kregen wat je noemt een ka zerne-onthaal cn een soldaten-onlvangsi, om, voor eens en altijd een walg te krijgen van alles wat militair was. De uitbundige en onnatuurlijke iol van morgen cn nndaag daalde al zeer spoedig beneden 0 en sloeg over bij den een in stil- en schuwheid, bij den ander in vlegelachtige razernij en schun nige liedjes. De alge mee ue indruk „met tegen zin van huis en in dienst'. Op mijn vragen aan verschillende jongemannen „of het nogal meeviel", kreeg ik, zeldzame uitzonderingen daargelaten, ten antwoord: „een vervelende, koude en ongezellige boel' Ook wel ,,'t begint al fraai" De strijd tegen de kazerne is een der meest op den voorgrond tredende ac ties van den iaatsien tijd. Ofschoon de jchrijver van dit artikel zich hier en daar wat kras uitdrukt, meenden wij om de actua iui. net onderwerp dezen kreet van eend eskundige niet te mogen smoren Jiedactie N. H. CU i Is de Nederlander van nature anti-mili- tairist, de eerste dag van zijn intrede in d© kazerne maakt hem al zeer spoedig tot een anti-kazerneman bovendien. Waarom is de Holll andsche jon gen a nti-miliitairi s t? Omdat het tegenwoordige militaire stelsel niet deugt, strijdig is met gezonde Holiand- sche opvattingen over recht en billijkheid, discipline en tucht. In ons militaire systeem' is hoofdzakelijk practisch sprake van recht en billijkheids ver-, krachting, van een zinlooze discipline en een louter streepen- en sterrentucht Jammer ge noeg, ik zou het tegendeel willen, ben ik zeiden gedurende mijn diensttijd getuige ge weest van een dergelijk Hollandsch recht overeenkomsmtig ruiterlijkheid en ridderlijk heid, om van een christelijk recht nxaar niet eens te spreken. Ruiterlijk een geval stellen en rapporleenan, ridderlijk behandelen en beslechten, beschaaf de omgang en democratische behandeling, karaktervol optreden, oog en oor hebben voor gegronde bezwaren, verzet tpgen ontucht CU' godslasteringen, tegen een onzedelijk gestoei en een liederlijk gedrag, berisping wdar het noodig is, medewerking waar zulks verhef fend en opbeurend is, een voorbeeldig voor gaan van meerderen,,, helaas, ik ber er zelden getuige van geweest en ik kan toch moeilijk van verheffing en over adeldom van karakter gaan liegen. De Compagnies-commandanten, die ik ge kend heb, waren alle militaire godheden, heeren die in hun bureaustoel hun verzoe kers, hun recruten en het meerendeel van hun kader afwachtten met een air en een verwaandheid, met een hooghartigheid en mi litaire gestrengheid, dat menigeen half vaa) streek was vooraleer hij na achter een gor dijn gewacht te hebben, in de houding zijn verzoek kon toelichten, terwijl een paar oogen van een zeldzaam verwaand stukje superieur. hem stilzwijgend vernederend toesmaalden: „Stumperd, wat zonde van je papier en inkt en je mooie streepjes, zonder welke ©en ver zoek niet denkbaar is" Degene, dia fatsoen lijk tegensprak, vestigde de aandacht van l*eï geheele bureaupersoneel op zich. En dan heerlijke Beschaafdheid en fraai niensclielijk meevoelen begon de Hoer Commandant in fijne priemende militaire termen op het dienstbelang Ie wijzen, dat je n.I geen mor gen en geen middag gemist kon worden uit je aangeving, waar niemand iets aan je zou missen en waar wel van dienstverveling gn dienstverzet sprake kon zijn in plaats van dienstbelang. Tientallen \erzoekan met aanbevelingen van de meest betrouwbare autoriteiten gingen naar do prullemand. En bonderd-en-één ver zoek kreeg de beroemd© militaire (rap „niet toegestaan". En buiten het bureau en op de ciiambrée en in de kazerne werd afgegeven op do militaire rotzooi, op den dag in cn dag uit zich opstapelende ongerechtigheden, kortweg in soldatenterm genoemd het zuig- en koeieneersysteem. Ik h©D kerels zien miiliefn en jongens hooren vloeken, ik heb een onver schilligheid en grofheid zien groeien, dj© snel en wijd om zich heen greep. Recht is bij den geboren en beropps-mïli- tairist, bij den amateur-soldaat, die eenigen tijd het soldatenleven heeft meegemaakt, af hankelijk van humeur en een goed woordje van dezen of genen gegradueerde, die voor zijn diensten op wat kon rekenen. Recht komt bij het militaire stelsel van thans hierop neer, "dat wie het best mee koeie- neort en wie mee de tragedie- corned ie spéélt, zichzelf de grootste rechten verzekert. Ik zal de namen sparen vïtn die chefs en 'kaderleden, waarover ik hier schrijf, want ✓ie weet oi zij mei het slachtoffer zijn van een militaire opvoeding van dit zielcpijnj|gend en lcarakterbedervend gehalte. Beschaafde omgang en democratische be handeling. 't Znl niet gaan. Je bent maar sol daat Jan de militair, die in het militaire ge doe er is om er het Lijdend voorwerp van te zijn. Je wordt aangesproken met jongen, of met zèg, of met hè jij, of doe jij dat of de aanspraak begint met een van die veie militaire fraaiigheden, laag ©a lat Karakter vol optreden. Dat woord karakter komt in het militaire woordenboek niet voor. Militair dat is pedant en grof zijn, dèt is karakter. Een enkele maal heb ik eens iets wat naar karakter zweemt ondervonden en toen bleek laler dat er iemand een goed woord.e had geoaan. Oog en oor hebben voor gegronde iiezwaren. Reuzen blauwe doodvonnissen „niet toegestaan" of algewezen of op den langen baan of zoo deskundig onderzocht, dat je er glad naast was. Toch staat klagen vrij, doch de klager krijgt het plagen op den koop toe er bij. Verzet tegen ontucht en godslasteringen. Hoe kan en hoe zal zich daarmee de meer derheid bemoeien die op het standpunt staat „dat ieder dat zelf maar moet welen" om njet te wijzen op geen gering gelal kaderleden dat van onlucht absoluut niet vrij is. Het aantal schuinmarcheerders is reusachtig, de eea steekt den 'inner aan en van cenig protest van katho lieken kant verwachte men een pietske. Meelachen en meegrappen gaat vanzelf en boat niets; zich verzetten en zich onttrekken eischt inspanning en durf tegen heimelijke vervolging, welke absoluut niet uitblijft. Eenmaal gedurende heel mijn diensttijd was its getuige van verzet en wel door een kerel als een boom, dSe Christelijk Gereformeerd was en zoo in drift ontstak dat hij naar een bajonet greep an de moppentapper zou het leven er bij gelaten hebben als ie nr>' 23vlucht was. Katholieken daarentegen zijn ze.: -rdraag zaarrt en lachen zij al niet, iets z..oieu of prolestecren doen zij evenmin. Wij katholieke militairen zijn uiterst verdraagzaam. Schrijver rekent zich ook tot die zwakke verdraagzamen al heeft hij menigmal op vloeken en schuinig- heidjes gewezen. Het Katholieke intellect zoo wel als het doorsnee-type geeft elkaar in ver draagzaamheid niets 'toe. En de tegenpartij gaat zijn verderfelijlcen gang en denkt „slik of stik". Wij dikken terwijl onze zielen gaan deweg verstikken in een soldaten- ea kazern:- cmgeving, eerlijk gezegd zoo rot, zoo vuns, cn zoo 20ste-ceuw8ch liederlijk, dat ik mij niet ton begrijpen hoe een aalmoezenier Pad berg, die alles moet hebben van hooren zeg gen en van 90 pGt. dat ZHEw. van het soldaten leven en kazemevuil niet heeft meegémaakt om van een Baron van Wijnbergen, welke aris tocraat van het militaire proletenleven in 't ge heel niets weet maar te zwijgen, hoe schrijf ik de hooggeachte en beminde aalmoezenier Pad berg beweert dat onze miliciens die dat gevaar niet vrijwillig zoeken van God dc kracht en ge nade verwachten om aan die gevaren weerstand te bieden. Het moge waar zijn dat onze R. K. militairen die genade verwachten, doch niet minder waar is, dat het voorbeeld van de katho lieke meerderheid diep treurig is. floogEor- waarde Heer en dat van medewerking mei de genade Gods bitter weinig mij fc gebleken. Of is het meewerken wanneer de R. K. Militaircn- vercenigingen droog, saai en vervelend wordt gevonden Of is het meewerken als in een De- notplaats van de plusminus 8009 R- K. Militai ren er ioderen avond hoogstens niet meer dan een 70 100 in de R. K. Militairenver. werden aangetroffen Is het meewerken als de R. K. meevlocken en meelaehcn en tappen om én op de eerbaarheid? Is het meewerken ale bij een R. K. Zondag in de week er van mijn afdecling met 12 R-K., 3 de Kerk gezien hadden? Is hel meewerken als een afdeeling van voor Eer en Deugd weer even spoedig uit elkaar viel als dat zij was opgericht, wegens gebrek aan belangstelling? Of is het meewerken als men het slechte gezelschap niet mijdt? Of is het meewerken als het R. K. Kader in het algemeen geen haar piotestgezinder is dan wij soldaten? Of is het meewerken als men schuine voordrachten gaat beluisteren en daar niet vandaan trekt als de genotzucht glundert van het tooneel? Is het meewerken als men naar het immoreel stoeien gaat staan bijken? Is het mtcwerken als men Jan en Alleman maar zijn gang laat gaan omdat het moeilijk tegen den stroom op roeien is? Wat te zeggen van het spreekwoord dat een mensch door zijn omgeving gevormd en vervormd wordt? Wat te zeggen van harts tochtelijke naturen, die alsmaar door in harts tochtelijk gepraat worden betrokken? Wat te zeggen van eed omgang iilet brigeloovigen, mei afvalligen, met katholieke desor.eure (het gelal is giooter dan iemartd zou geloovigen) met socialisten, met jongelui van allerlei al looi en van perverse individuen, wier perver siteit te avond en morgen wordt gelucht Wet te zeggen van die zoogenaamde stroozakken meten, van 't razen en tieren tegen den dienst, van zooveel, dat alleen in het sok datenleven tot uiting komt en wat zich afspeelt in het Kazerneleven. Een goeie Roomsciie spreekt maar liever niet van de rotzooi en een slechte hoort goed Roomsch Nederland er' niet over. De heer Van Wijnbergen heeft groot gelijk als hij te Bussum uitriep: „Onze jongens moeien goed Roomsch naar de Kazerne." Maar de praktijk van mijn militia- en mo bilisatie-diensttijd heeft mij de diverse erva ring geleerd dat onze jongens met zoo kwa litatief Roomsch in de kazerne komen, als de heer Van Wijnbergen dat wenscht Maar aangenomen dat jong Rootnsch Neder land in de kazerne komt met 't 18® Katholi cisme van 'n Baron v. Wijnbergen.dan staat bij mij vast dat het allemaal goen welsprekende onderlegde en slagvaardige Ildë Kamerleden zijn la Baron Van Wjjnbergen en dat on; jonge Roomsehe geslacht in de Kazernehei meer gebrand en geroosterd wordt dan een R. K. Kamerlid op het Binnenhof. Wdk ouder ziet zijn degelijke godsdienstige zonen, zonder vreeze in een omgevinj terecht komen, waar de gevaren voor geloot en zjeden als gezaaid liggen? Waarom het met het R. K. Weerstandsver mogen en het genadeleven er maar eens op gewaagd? Waarom de gevaren van het soldaten- en Kazerneleven niet in den wortel aangetast en de bezwaren tegen de slooping der Kazernes overwonnen. Waarom van uod de Kracht en de genade om aan de gevaren weerstand te bieden verwacht, wanneer wij onder God's zegen en aanmoedi ging van Z. H. den Paus met eigen kracht het soldaten- en kazerneleven kunnen reor- ganiseeren, bunnen modemiseeren naar de ge zonde hedendaagsehe opvattingen over landsverdediging, africhting an acholing in plaats en gewest. Is het nu zoo dwaas en dol, om het dwaze dolle kazerneleven om te zetten in een bétér leven, minder gevaarlijk1 voor geloof en zeden. Is het nu zoo dwaas en dol om wat wij heden kunnen aanvangen, niet uit te stellen tot morgen? Is bet nu zoo dwaas en dol om te verlan gen, dat onze jongens goed Roomsch gehouden worden zonder Kazerne en zonder het tegen woordige verouderde systeem van recruten- cpletding? Als er gehoopt wordt dat zoodra mogelijk de militaire en geldelijke lasten weg zuilen gaan, waarom dan niet begonnen met de liquidatie van het kazerneleven en het recru- tensysteem, welke heide zooveel geloof én zeden hebben geliquideerd, dal men eigenlijk geen dag en geen nacht moest wachten met de reorganisatie. Laat het militairismc gaan en laat ons de noodige lasten dragen van hel reorganisatie- systeem zonder kazerne en zonder een rocru- tenafriehting als thans. JAC. KAMERBEEK. Volgens ae> „Echo de Paris" koestert men groote verwachtingen voor een nieu we oriëntatie tengevolge van de aanwezig heid van Poincaré (als voorzitter) in de commissie tot herstel Allereerst zal bü rijn krachten wijden aan de kwestie van het ox>schorten van de termijnen betreffende de ontruiming van het Rijnland, Het is helaas maar al te waar. vervolgt het blad, dat de ter zake door Millerand aangeno men houding verzet heeft ontmoet in den boezem der commissie, die zich niet heeft willen vereenigen met het besluit tot op schorting dor termijnen. Een en ander is niet vreemd aan het aftreden van Jonnart. Men mag verwachten, dat het gezag van Poincaré op dit gewichtige punt goede re sultaten zal bereiken. De „Echo do Paris" publiceert een on derhoud met Jonnart, waarin deze Tiet be richt van gisteren over verschillen in de commissie van herstel tegenspreekt en zegt dat dit dwaasheid is. aangezien zij jn de kwestie van het bezethouden van den Rijnoever niets te zeggen heeft. Daarover beslissen alleen de regeeringen en kon dus in oommissie geen meeningsverschil ont staan. Het blad voegt er echter tenden tieus bij, dat het Amerikaansehe en Engei- 6che lid van de commissie geen Franeoh kennen en dat dus alles telkens vertaald moet worden. DE FRANSCHE SOCIALISTEN EN DE DERDE NATIONALE. Het Boe. congres van de federatie van de Seine heeft zich met groote meerderheid uitgesproken voor onmiddellijke aanslui ting bij de Derde Internationale. FRANKRIJK HET KIND VAN DE REKENING. In een tegenover Engeland en Amerika zier heftig artikel betoogd de .JMatin", dat de ernstigste kwestie voor Frankijk, die na te Londen zal behandeld worden, niet is Turkije of Rostand, maar de schepen-kwes tie. Men is bezig daarin Frankrijk schan delijk te benadeelen. Wilson en Lloyd Ge orge rim samen overeengekomen, dat de naties, die tijden© den oorlog schepen in beslag genomen hebben, deze mogen hon den. Zoo krijgen de Vereenjgde Staten, die maar 33A5Ö0 ton verleuren hebben, 620.01)0 in de plaats, waaronder de mooiste Duitse he schepen, die daarheen gevlucht zijn, toen Amerika nog neutraal was. Er ger nog is het mot Brazilië, dat 25.000 ton verloor en nu 230.000 ton houden zou. Vol gens deze regeling zon Frankrijk maar 40.000 ton krijgen en van de 549.000. die het volgens de voorioopige regeling beheert, er 300.000 moeten teruggeven. Zelfs wordt al met dwangmiddelen gedreigd. De Fran- sche vertegenwoordiger te Londen heeft doen weten, dat, indien Frankrijk weigert zich te schikken naar de overeenkomst van Wilson en Lioyd George en deze sche pen terug te geven, Engeland op Frankrijk pressie zon kannen uitoefenen door op schorting der kolenleveranties, weigering om bunkerkolen aan Fronsche schepen in lieel de wereld niet langer beschikbaar te stellen, weigering tot levering van de schexien, die in Engeland voor Fransche rekening worden gebouwd en door fman deel o pressiemiddelen. Tegen dergelijke eischen, door dergelijke 121.) „Al wat er aan te doen is om de kwaadsprekendheid van sommige lieden die ons kennen en wellicht mochten zian» te voorkomen, is dat wij hedennacht in verschillende hotels onzen intrek zullen nemen, en dit zal te Brussel zijn. Na tuurlijk zal ik zorgen dat gij eorie goede kamer hebt." „Ik geef mij volkomen aan u over", zeide zij, „en houd mij overtuigd dat ik mij in niets over u te beklagen zal hebben". Onder dit kort gesprek hadden zij langzaam de koffiekamer bereikt Laura's gang was zeer moeilijk en Edu- ard zag zich genoodzaakt haar schouders ondersteunen, daar zij haar arm niet tot hoogte kon opheffen dat hij in den zy- n© kon rusten. Niettegenstaande deze be weging haar pijn veroorzaakte, poogdé zij oen opgeruimd geLaat te toonen en zeide gekscheerend. -Dokter, ik heb het herstel van mijn gezicht aan u te danken, zorg nu ook, dat mijne armen en handen in orde ko men, anders gaat uw roem verloren". „Dat alles zal langzamerhand terecht komen, zij zijn immers al merkbaar be ter, slechts een weinig geduld en gij zult over mij tevreden zijn". Een half uur ging er dus koutend voor bij, eer de diligence gei eed was, de pas sagiers stapten in, en de kletterende zwe>ep van den postillon dreef de met nieuwen moed bezielde paarden dravende den weg naar Brussel op, waar de reizigers den nacnt zouden doorbrengen. „Nu zal bet toch eens tijd worden", sprak Eiduard, toen hij weder naast zijn vriendin had plaats genomen, „dat ik eeni- ge bijzonderheden omtrent uwe ontvoe ring verneem. Ik heb u daar in de laat ste dagen, omdat ge nog zoo zwak en ver moeid waayt, niet om willen vragen. Het verwon tierde mij dat dokter Chantilgois u heeft laten veruelcken, zonder u een enkele mededeeling hieromtrent te ver zoeken, hij schijnt belangstellend, maar niet nieuwsgierig". „Gij vergist u, mijn waarde, hij is u voor geweest", sprak Laura, die zich altijd een weinig plaagziek toonde. Verleden Zondag, toen gij even naar Oharlos waart gegaan, heb ik hem alles moeten ver halen wat ik mij van het akelig voorval kan herinneren. Vroeger had dit ook niet kunnen geschieden, daar mijn hoofd te veel vermoeid was en mijn geheugen zeer waarschijnlijk zou gefaald hebben, op dit ©ogenblik herinner ik mij allee duidelijk" „Dus dokter Chantilgois was bevoor recht boven mij", riep hij ontevreden. „Kom, Eiduard", hernam zij, zijn ver hoogden blos met welgevallen opmerkende „word thans niet jaloersch de dokter is mijn vader ea gij zij t slechts mijn vriend" „Slechts uw vriend dit is toch nogal veel, sprak hij binnensmonds; „maar ik wenschte nog wel iets meer te zijn". Eindelijk begreep hij, dat zij zich met rijn ijverzucht vermaakte, en rich zelf overwin nende, vervolgde hij Nu, beter laat dan nooit indien het u belieft, schenk mij dan het verhaal'" ,,'t Was nogal mooi van u om mij dien avond voor een uwer patiënten op te of feren en mjj alleen in den nacht op de stoep van ons huis te laten staan". „Plaag mij, om 's Hemels w.l, hier niet mede, gij zoudt er zeker niet mede gek- scheeren, zoo gij wist welke bittere verwij ten ik van uwe moeder op dat j>unt heb moeten aanhooren". „Inderdaad"? vroeg zij, „ja, dit moet zoo zijn, daar heb ik evenwel nooit aan gedacht, nu ik zou me dat zoo erg niet meer aantrekken, 't geval heeft zich im mers thans ten goede gekeerd, Ik wil gaar ne gelooven, dat mijne moeder in de op welling harer smart u mot verwijten over laadde, at hadt gij die volstrekt niet ver diend. Zooals de zaak zich heeft toegedra gen, was zij alleen een samenloop van onverziene omstandigheden, welke door een booswicht in hot leven zijn geroepen, op wiens laaghartigen toeleg men niet net minste was voorbereid. Ik herinner mij met ooit meer verschrikt te rijn geweest dan dien nacht Dat ik zoolang naar dien sleu tel heb moeten zoeken, is mijn vermetelen ontvoerder in zijn plannen bevorderlijk geweest". „Martha vond hem den volgenden mor gen achter in do vensterbank", zeide Edu ard. „Dit was de plaats waar wjj hem al tijd, na hem gebruikt te hebben, nederleg den, opdat ieder hem vinden kon wanneer hij hem noodig had, ik heb hom dus dien nacht in d© ontsteltenis van het oogenblik vergeten. O, hoeveel ellende ware er voorkomen geworden zoo mijn geheugen mij dien trek niet haddo gespeeld, 't bedreigxngen gesteund, veraet de „Matin* rich krachtig. Allereerst moet rekening gebonden worden met het feit, dat de Fransche werven tüdens den oorlog niet konden bouwen omdat in 't gemeenschap pelijk belang de geallieerden voor den oor log werkten. De vaststelling van het deal der Duitsche schepen, dat door elke natie „voorloopig" beheerd zou worden, is tijdens de conferentie zeer zorgvuldig en na lange onderhandelingen geschied. Frankrijk kan thans niet aanvaarden, dot zijn deel ver minderd wordt, omdat Amerika thans de inbe&laggenomen schepen honden wil en dit voorbeeld gevolgd wordt door „autres nations intéresséee sinou dons les pertes du moins dans les profits." Komt het tot stemmen, dan heeft Frank rijk Engeland, Amerika, Italië en Japan tegen zich. De Jiaha" besluit met de hoop uit te spreken, dat de regeering de allés zal kannen doen begrijpen, dat Frank rijk onmogelijk aldus afhankelijk gemaakt kan worden voor zijn voedselvoorziening en verbinding met de koloniën van ande re, mer begunstigde naties. HET GROOTE VKAAGTEEKEN. Meer dan ooit tast men in het duister over hetgeen er nu eigenlijk in de binnen- en buiteniandsche politiek omgaat de mysteriën van de middeleeuwen zijn mets vergeleken bij die van 1920. meent Clement VauteL Wat wil persident Wilson? Waar is hij? Wat voert hij uit? Is hij weer beter? Is hij eigenlijk wei riek geweest? Wat heeft hij gehad? Is president Wilson nog een groot man of moet men hem besohouwen als een leuterende maniak? Men weet het niet! En de Ëolsjewiki? Zijn het nog misdadi gers of zijn het prachtkerels, met wien met het zoo gauw mogelijk eens moet zien te worden? Wat gebeurt er nu eigenlijk in Rusland? Loopt Lenin op zijn taaiste beenen of Is hij machtiger dan ooit? is het Roode leger een havelooze bende of een stevig georganiseerde en goedgewapend© nationale strijdmacht? On ne salt pas! (Men weet het niet) Bestaat er in Frankrijk nog een finan- cieele politiek en laat men er zich iets ge legen liggen aan de toekomst? Bestaat het vredesverdrag met Duitech- land nog? Zijn de Duitschers nog van plan hun schalden te betalen en riin de gealli eerden nog mans genoeg om ben ertoe te dwingen? Is het Duitsche leger 2U0.0O0 man sterk of 2 milUoen? Wat met Wilhelm? Is de Volkenbond nog toekomstmuziek of wel een herinnering? Wat is er geworden van de fiameéts van Landra? Het is alles één groot vraagteken. Bin hot ziet er niet naar uit of do oplossing spoedig zal komen! LENIN AAN HET WOORD. In 'n interview, dat Lenin toestond aan de „New York World" en waarvan melding wordt gemaakt in de ..Daily News", heelt deze verklaard, uat de bo.sjewisieu bereid zijn vrede te sluiten op voorwaaruen zoó billijk, dat zelfs de meest uupcriatisuscne kapitalisten daartegen niets zouuen kun nen inbrengen. Hij is voi vertrouwen, uaf de sovjet-regtering niet in gevaar ver keert door militaire kracht te woroen om ver geworpen en hij beschouwt do hanue.s- voorstellen der geallieerden als onop reent en als een zet in het politiek schaakspel. 6EMEÜGUE BUiTc.NL. BbMttinicH. Clemenceau op reis. De Tijger heeft tijdelijk afscheid geno men van de politiek, maar de pers kar hem toch niet met rust laten. Edouard Ho ley vergezeld hem naar de woestijn en vertelt in 't ^Journal" bij gebrek aan bete re kopy. allerlei grapjes van Ulemeuceao. Zoo moet de oude politicus, toen bom mededeeling wend gedaan van Miileranu's verklaring, dat hij in de Russische aange legenheid de politiek van Clemenceau zou voortzetten, gezegd hebben: „Nu, nu. dat kan grappig worden." Hij denkt er over zich een villatje op de belling van den Stromboii te koopen: niet duur, aardig wonen en vrij centrale ver warming! Overigens doet bii een vermicelli-kuur een der vele, want hij heeft veertien kwalen, „evenveel kwalen als Wikon pun ten heeft". Einde April keert hij terug naar Parijs niet in de politiek, maar.in den han del Clemenceau in den handel! Hij vindt, dat het nu tijd wordt om in financieel op zicht voor zijn toekomst te gaan zorgen- Eindelijk is hh er achter gekomen wat ei genlijk de handel is: koopwaar verkoopen, welke je niet gekocht hebt. Dat is bet middel «m in een ommezien rijk te wor den. Zonderlinge van de mak is, dat ik zeker meende hem bij mij gestoken te hebben Ware bet over dag geweest, dan had ik hem zoo Lang niet geaochr, duit mijn go©, de moeder was immers na het akelig voor val vaa dien avond naar bed gegaan en ik wilde haar doof aan te bellen, niet storen in de rust waaraan zij zooveel behoefte had. Tloen ik bemerkte dat ik den sleutel niet bij" mij had, Iep ik de stoep af om in het rond voor onze deur te zoeken, daar ik thans zeker meende hem verloren te hebben. Terwijl ik hiermede bezig was (gij kondt a.ker nog geen vijf minuten van mij af zijn), werd ik on verwachte van achteren aangegrepen, en toon ik om hulp wilde roepen, duwde mijn aanvaller mjj met forsch geweld een prop in den mond, welke van zulk een buitengewone grootte was, dat ik dacht te stikken. De schrk weike mij op dat oogenblik beving, zal ik u niet pogen te beschrijven, mijn hart klopte mij in 't lichaam of het breken wilde, hei b.oed sct*>en mij in de aderen te stollen en alles wat mij omringde, dwarrelde als eea woeste mengslk omn oor mijn oogen. Ik gevoelde dat ik een onmacht nabij was (Wordt vervolg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5