TWEEDE ULAD
Elck wat wils
Medische Praatjev
Kroniek van de Week.
Landbouw en Visscherij.
ZATERDAG 26 SVIAART 1920
mandeerden met opschepperig lawaai ui au
wen voorraad.
TREKJES CXXXI.
Stille Ommegang.
j ta 't Sacrament is Chriatus
'n Zachte Maartnacht
Op den straatweg-, die naar Neêr-
land's wereldstad voert, bewegen zich
op omstreeks vijftig meter afstand van
elkaar een aantal donkere massa's voort,
allen voorafgegaan door een kleine,
heldere lichtstip, die juist voldoende
is om een stuk belemmerende duister
nis te verjagen.
De dertig tot veertig groepen vor
men een langen stoet, die in regel-
matigen gang voortschrijdt, rustig, zon
der vertoon of rumoer.
De leek begaapt met groote oogen
de voorttrekkende menigte van bijna
twaalfhonderd mannen, die den langen,
zwaren pelgrimstocht aanvaarden, die
elk jaar weerkeert met telkens een
grooter getal deelnemers.
't Is de beêvaart naar het Heilig Sa-
jprament van Mirakel.
Geen pelgrimstocht der lijdende, jam
merende menschheid, die in Laudey's
Paradijsvloek den wanhopigen Adam in
opperste ontzetting en vertwijfeling
peersmakt.
Maar een gezegende tocht van man-
Wen en jongelingen van geloof en lief
de, die blij en moedig daar voortgaan
op den weg van vijf uren lang, om
hulde te brengen aan Hem, Die vele,
vele jaren geleden in diezelfde wereld-
Stad op zoo wondervolle wijze Zijn
Waarachtige tegenwoordigheid in het
Hoogheilig Sacrament opnieuw getuig.
:pe
Geen Paradijsvloek-tocht, waarbij Sa
tan als aanvoerder voorop, .gaat met
In de Kalverstraat ontmoeten we dui
zenden bedevaartgangers uit andere plaat
sen, waaronder de stoere eilanders in
hun bekende, feraditioneele kleederdracht
Door de al aangroeiende menschen-mas-
sa's vordert men slechts langzaam en nu
en dan moeten de leiders voorkomen, dat
dooree nloopen der verschillende omraagan
gen plaats heeft.
XV.
ONTWRICHTING.
Wanneer U zich dc moeite getroost oen
oogenblik uw schooljaren in uwe herinnering
terug te roepen, dan twijfel ik er niet aan
of ge hebt nog wel onthouden van de lessen,
die ge toen ontvingt, dat de mensoh lal van
verschillende soorten gewrichten bezit en u\v(
leermeester heeft U in die dagen zeer zekér
opmerkzaam gemaakt op het kogelgewricnt.
zooals onze schouder hiervan een sprekend
voorbeeld is, terwijl ook het scharnierge-
wricht, waarvan o a.. het elleboogsgewricht
en kniegewricht als voorbeelden moeten wor
den aangehaald. Wanneer deze gewrichten nu
normaal functoneerein, dan zijn wij orvs geens
zins bewust, welk een butiengewoon groeten
rol deze gewrichten spelen. Immers zij stellen
ons in staal twee beenstukken t. o. z. van
elkander een anderdea stand te geven er» er
gaat geen seconde voorbij of wij bedienen
ons van onze gewrichten. De mensch pleegt
nu alles heel gewoon te vinden, alsof allés
zoo behoort, doch soms worden wij wakker
geschud, als één onzer gewrichten zijn func-
gert. Is 't het kniegewricht dan loopen wij
met een stijf been, is het d» elleboog of de
schouder, dan kunnen wij onze dage lijk schei
bezigheden niet naar behooren uitvoeren en
zijn tót een hulpeloos wezen geworden.
Een gewricht nu wordt gevormd doo één
of twee beenstukken aan den een on leant én
één beenstuk aart den anderen kant, welk
laatste bij het schoudergewricht en heupge
wricht de romp is. Laten wij duidelijkheids
halve liet schoudergewricht tot voorbeeld no
men Ier bespreking van de ontwrichting, ter-
wyl het niet zonder eenige bijbedoeling is, dat
ik juist uit de massa gewrichten, die een
mensch bezit, dit kies. Bij den schouder n.l.
komt de ontwrichting vrij wel het meest voor
en uit dit oogpunt komt dus hel schouder
gewricht als eerste in aanmerking om bespro
ken te worden. Ons schoudergewricht wordt
gevormd door het opperarmbeen en de romp.
Ons opperarmbeen bezit nu daar ter plaatse
een kogelvormige verdikking te vergelijken
met de knop, die zich bij één van U wel aan
den wandelstok zal bevinden. Deze kogelronde
knop past keurig in een ondiepe uitholling van
den romp aldaar. Was er nu geen steviger
bevestiging dan de spiereu, die van ons oppjr-
armbeen naar den romp loojicn over oms
schoudergewricht heen, dan zou weldra der
kop van het opperarmbeen uit de vrij ondieps
pan, zooals we die uitholling noemen, vallen
en van ons gewricht zou niets meer over
blijven. Daarom hebben wij ook nog een ge
wrichtskapsel noodig, die eenerzijds langs het
opperarmbeen (onder den kop) bevestigd is,
anderzijds aan den rand van de pan vastzit,
alles zoodanig, dat het niet de functie van het
gewricba belemmert. Bovendien spoelt dj© ge-
wrichtskopsel, die niets anders is dan een
stoviga membraan of dun bindweefselvlies
nog een uitersi gewichtig© rol. Zijn binnen
vlakte n.l. heeft het vermogen om hot z g n
,gerwrichtssmeer" af te scheiden, want evoow
als do assen van een wagen behooren ge
smeerd te worden, waieu zij hun werk s d
verrichten, zoo ook onze gewrichten. Dez,a
verbinding is nu van verschillende gewrich
ten vrijwel voldoende, doch voor de grooter<j
is dit echter nog piet solide genoeg ©n bii
deze laatste categorie treffen wij dan ooi'd
nog tal van banden aan, die binnen in hel
gewricht loopen en voor ons momenteel van
ondergeschikte beteekenis is.
Met zoo'n gewricht dus voelen wij ons erg
op ons gemak en zijn we in staat tol van
beweningen uit te voeren en is het schouder
gewricht hierin al buitengemeen vrijgevig.
Maar wee ons, als wé buiten ons boekje
gaan! Stel gij hebt het ongeluk van een Jak
of uit een raam te vallen en gij komt met
vooruitgeslrekte armen op de straat terechjt,
dan hebt gij kans o.a dat de kop van uw
opperarmbeen uit de pen wipt en een scheur
van groolere of kleinere afmeting in da ge
wricht skapsel teweeg brengt en verder ergens
blijft zitten. Niet zelden gebeurt hol ook
bij dergelijke duikelingen, dat de ongelukkig©
onderweg iets weet te grijpen, waardoor hij
blijft hangen met omhoog gesterkten arm.
Door de vaart en de zwaarte van het lichaam
scheurt dan bijna altijd de gewrichtskapsel
in doordat da kop uit de pan vliegt, terwijl
de kop door de scheur heen glipt en ergens
blijft steken. Wij hebben dan in die gevallen
een ontwrichting, d. w z het gewricht is nieb
meer en is opgeheven Komt dg patientje) nu
spoedig onder behandeling, dan lukt het den
deskundige, kennend de constructie van het
gewicht, meestal wel den kop weer m de pan
ta krijgen dooi- bepaalde bewegingen, doch
soms, vooral bij gespierde menschen, is dit
zoo moeilijk, dat wij de(n) patiënt(e) moeten
narcotiseeren (wegmaken), waardoor we geen.
last meer hebben met spierspanning. Niet
altijd komen dergelijke patiënten zoo vlug
onder behandeling. Immers, wanneer ©en niet
al te groot ongeval in het spel is, deuken zij
een spier verrekt te bobben, blijven doorloa-
pen week in -week uit eu eindelijk komen zij
toch te land bij den medicus, ja a 10
weken soms na het ongeluk. Daar de kop
dan met de omgeving is vergroeid, lukt 't
doorgaans niet zonder operatie déze weer op
zijn plaats te krijgen.
Ik wil met eindigen zonder uwé aandicht
te vragen voor de menschen, bij wie een ont
wrichting scheuring en inslag is. Bij da min
ste of geringste nauwelijks abnormale bewe
ging, o. a bij hel eenigszins moeilijk opengaan
van een dezer etc. loopen zij ©en OLitwricli-
ling. Even gemakkelijk als deze ontwrichting
ontstaat, zoo gemakkelijk wordt d;t euvel door
de(nt) patiënl(e) zelve weer hersteld, daar
deze den boer de kunst eenerzijds liaeft af
gekeken en zij precies weten welke bewe
ging zij moeten uitvoeren om de zaak weer
in orde ta brengen, anderzijds omdat het
herstel in zoo'n geval doorgaans op geen
groote moeilijkheden sluit. Ook bij kinderen
komt dit gebrek voor en heeft men wel op
rekening gesteld van de ongeduldige kinder-
jufffrouw, dia vaak de kleine pleegt mee tj
trekken. Of jut werkelijk de benige schuldig©
hiervan is, zou ik niet gaarne durven onder
schrijven!
DE GROOTSTE KLOK
De ,,Big Bende groote kioi op het par
lementsgebouw te Londen, werd in 1859 in
dienst gesteld Ze is dé grootst; klok ©11 ze
bezit het nauwkeurigste uurwerk van de we
reld. De gewichten li mgen in egn l(k) voet
hooge schacht en worden wekelijks opge
wonden.
De slinger is 15 voet Eng cn weegt 680
pond (Engelsch): ze is zóó gevoelig dat een
gewicht van een ons, geplaatst op een
bepaald gade Tie vau do sliug©:-, een vlugger
of langzamer loopen van het uurwerk vanéén
seconde per weck veroorzaakt Elk dor vier
wijzerplaten is 22% voet in in'ddebijn; hef
gegoten ijzeren geraamte van elk© wijzerpliat
weegt vier ton. De uurcijfers zijn two© vojt
hoog on staan zes voet vau elkaar verwijderd;
dé minuten-teekens staan op afstonden van
35 centimeter. Het uiteinde van de minuten-
wijzer maakt dus elke halve minuut ©en
sprong van 17% centimeter. De twee wijzers
wegen samen 2'00 pond, terwijl de minuten-
wijzers 16 voet en de uurwijzer 9 voet lang
is. De wijzers zijn geëmailleerd en om z
bij donker zichtbaar te, maken, zullen zc
electrisch verlicht worden.
Het schoonmaken van liet uurwerk is juist
afgeloopen en heeft eenige jaren geduurd;
men meent er op ta kunnen rekenen dat ia
de komende 50 jaren geen schoonmaken of
herstelling noodig zal ziju.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de
uren zouden worden aangegeven door ©>n
klok van tien ton gewicht en de kwartieren
door acht kleinere klokken. Er word ech
ter besloten dal er zouden aangebracht wor
den een groote klok en 4 kleinere voor
het speelwerk. De groote klok zou oen mid
dellijn krijgen van 9 voet en een gewicht
van 14 ton, zijnde bijna driemaal bet ge
wicht van de klok van de Sint Pauls Catln-
draal. De klepel zou een gewicht krijgen van
één ton en moest aangeven de noot E, ejn
octaaf lager dan de E van het speelwerk.
Ze werd gegoten in 1856; na afdraaiing
woog ze 15 ton; naar Louden getranspor
teerd werd ze geplaatst aan den voet van
den ltlokketorcn: na beproeving bleek er een
scheur in te zitten, zoodat ze niet te gebrui
ken was. Een tweede klok werd gegoten on
iir den toren gehangen, doch ook deze bleek
gescheurd te zijn. Ze wordt daarom niet ge
bruikt doch in luar plaats geeft één der
vier kwartierklokken de urén aan.
De Big-Ben krijgt men dus niet te lioorenl
PAARDEN EN AUTO's IN AMERIKA
Sinds 1899 werden in de Yereenigde Sta
len bijna 8 millioen auto's vervaardigd. .Voor
1920 wordt het aantal te maken auto's op
twee inillioen .geschat, ter waarde van vier
duizend millioen gulden. Merkwaardig is net,
dat paarden en muilezels nog nooit zoo talrijk
en zoo duur waren in de Vereenigd© Staten
als tegenwoordig; van deze dieren zijn ©r al
daar totaal 27 millioen aanwezig.
I)e reden, dat de paarden niet minder tal
rijk worden bij het vermeerderen der auto
mobielen is, dat de groei der bevolking
en het in cultuur brengen van woeste gron
den meer transportmiddelen eischen dan be
schikbaar zijn. Op kleine boerderijen wordt
nog altijd de voorkeur gegeven aan liet be
werken van hel land met paarden bovea dat
met mechanisch; middelen.
IIET ZOEKEN VAN KIEVITSEIEREN.
Hot zoeken van kievitseieren schijnt
een zoér oud karakreretsiek Nederiandsoh
gebruik be zijn en ai? we lazen, hoe men
het reeds eeuwen geleden bedreef, toén
er nog geen wettelijke sluitingatermijn
bestond, moeten wij er ons over verwon
deren, dat de gekuifde vogels zich al
die jaren hebben weten te handhaven, zioo
dat ze titans nog. in ongelooflijk groot-
aantal onze lage landen bevolken.
Omstreeks 13/0 ve, scheen het beroemds
werk „Naturen Bloeme" van Jacob van
Ma criant, en daarin i.s de oudste litera
tuur over de listen, die de kieviten aan
wenden om do-t sluanien eiorgaarder van
hun heiligdommen te lokken.
Het is geen wonder, schrijft de natuur
kenner A. B. Wigman, in da „Tel." als
onze voorouders ze*- 5 zevenhonderd jaar
geleden al zoo goed op de hoogte waren
van de gedragingen dezer vogel-s, dat van
geslacht op geslacht do kunst van t
eierzoeken bewaard bleef en zich ook
thans nog onverzwakt doet- gelden in
onze ktevilrijke streken. De verhalen, die
daarover de ronde doen, zijn vaak won
derbaarlijk en men moet ze cum grano
salis nemen, want er schuilt veel zoekers
latijn onder. Toch wil ik de kundigheden
van den kievifcseieren-expartniet kteinee-
reu en ik bewonder de groote vjrmocti-
tett," waarmede hij de le geels wt\'i to
ontdekken, ten zeerste. Den leek moeten
deze dingen wei heel vreeand en onver
klaarbaar toeschijnen, maar de eierzoeker
wiens zinnen zich door dit sinds jaren
uitgeoefende handwerk ongemeen s<'dorp-
ten, weet precies waar hij op te letten
heeft als hij in don vroegen ochtend
stond het natte veld betreedt en dat is
in de eerste plaats het gedrag dar vo
gels en niet de eieren ol! 't neat Uit
het doen en laien van het kiovitenpaar
weet de proiesaio-nal niet bijna wiskundige
nauwkeurigheid te bepalen, waar het neet
zich "moet bevinden, terwijl de ondeukun
dige de geheele kamp voetje voor voetje
halmpje voor halmpje kan afzoeken zoo
serieus mogelijk, zonder iets te vinden.
De kievitseieren vertooneu een zoo vol
komen gelijkenis niet deu grond en de
omgeving, 'dat ge er wel met 'don neus
vlak boven moet staan, om ze te ont
dekken. Mimicry heet dat en sommigen
gaan zelfs zoover om te beweren, dat bij
tusschen het gras gelegde eieren de hoofd
kleur groen zou zijn, terwijl in de op
bruinach tig-zwarten veengrond gevonden
legsels een bruine tint zou do minearen
Ik weet. niet, of deze kwestie al voldoende
onderzocht is, doch een onloochenbaar feit
blijft het, dat een kievitsnest door zijn
beschuttende kleur meestal uiterst moei
lijk te vinden is, wat nog verzwaard
wordt voor den leek tenminste door
het gedoe der vejgels, die hem door hun
gescherm en gebuitel uit de goede rich
ting probeeren te lokken. Het is hoofd
zakelijk het mannetje, dat' zulke dolle
capriolen, vertoont, het wijfje is dan
reeds lang ongezien van ,'t nest opge
staan heeft eerst een eindje gebukt ge-
loopen en vliegt daarop zonder drukte
weg. En onderwijl gij het mannetje ga
deslaat bij zijn vreemden luchtdans en
zijn luidruchtig opgewonden geschreeuw,
zijt ge tien tegen één het nest reeds
voorbij geloopen.
Doch de deskundige laat zich niet inti-
mideeren. Hij weet precies, waar het
wijfje is opgevlogen en berekent naar de
vliegkunsten van haar maait spoedig de
juiste plaats.
Daar liggen de vier priktolvomige
eitjes met de punten naar elkaar ge.
k^erd in de bodemverdieping, met enkele
sprietjes bekleed. Veel werk maken de
kieviten niet van hun nest, een enkele
uitgezonderd, en evenals dat van hun wei-
genooten, ziet het er nogal primitief uit
't Behoeft trouwens niet lang dienst
te doen, want zoodra do kleintjes uit den
dop komen kunnen ze al loopen en verla
ten binnen weinige uren het ouderlijke huis
Ter geruststelling van volijverige vogel-
beschermers mag ik nog wel even zeg
gen, dat de kievitenstand door het rapen
van de tienduizenden eieren toch op peil
blijft. Dat komt, doordat aan den wet
telijke» termijn uitmuntend de hand wordt
gehouden on ook omdat door het weg
nemen der eerste eieren, de jongen juist
in een tijd geboren worden, welke gunstig
is voor hun opgjoei. Behielden de kie
viten daarentegen de eerste eieren, dan
zouden de teere donskuikens in de koude
Aprilmaand reeds uitkomen en veelal te-
gionde gaan door gure kou en nattigheid
Ook is in Mei het gras hooger en kun
nen de diertjes zich beter verbergen
HET ASFALTMEER VAN TRI NI DA li
Miittoenen menschen loopen eiken dag in
coze sleden over gladde asfaltstraten, zonder
dat één hunner zich nu eens bekommert om
de vraag, w5Arop hij eigenlijk' loopt. Wat is ae
I-alt, de zoo algemeen ingevoerde moderne
straaibek!ceding 7 Asfalt is aardpek, een door
de natuur in haar ondcraardsche laboratorio
gevormd mineraal, dat voor het grootste deel
uit aardolie door opneming van zuurstof ont
staan is. Men vindt het m Sitczië en voorts o. a.
in Midden-Amerika, waar het asfaltmeer van
Bermucfe* in Venezuela cn dat van La Brea op
hst West-tudisebe eiland Trinidad vooral groo
te hoeveel lieden leveren. Ovér dit laatste as
faltmeer senrijft Aarde on haar Volken"
De naam „Asfaltmeer" ia op Trinidad gebrui
kelijk, ruaar niet juist, want het bclre.l hier geen
mtex, doch een reusachtig rond bekken van 700
4 8C0 M. doorsnee, dat tot aan den rand met
aardpek in vasten toestand gevuld is. De naam
„meer' dankt dit bekken daaraan, dat er op
eertige plaatsen water op staat, hetgeen kteiné
mceiassan vormt.
Het astaltmeer ligt in het Z.W. van het eiland,
ongeveer AOO M. van het strand, in een dorre
streek-, met schralen pianlengnoei. Men kan het
Uciossale reservoir der waardevolle stof met
een gerust hart betreden, want het asfalt is mas
sief en ha ut. Onbarmhartig brandt de zan erop,
een onaangename bitumineuse damp hangt over
do aarde en geen blanke zou hel hier lang uit
houden. Alleen de aan de hitte gewende, stórké
negers van Barbados en Trinidad zijn hier als
werklui te gebruiken, maar ook voor veten van
hen is een boog loon noodig ent hen aan het
zware werk' te houden Een paar honderd hun
ner zijn over het meer verdeeld en houwéa
het aardpek met houwee'en los dan worden
de zwarte blokken op veldspoorwagentjes ge-
ladenn en naar de magazijnen aan den rond
van het bekken gebracht
laar in jaar uit gaat het werk hier Voort en
Voorziet Trinidad de halve wereld van straat-
bekleeding en toch is de oppervlakte van het
meer steeds gelijk met den omringenden aard
bodem Dat is het wel het meest merkwaardige
van dit natuurwonder de voorraad vult zich
zelf aan. Sedert de dagen van Columbus d'e
in Trinidad als eerste blanke voet aan wal zette
en er zijn schepen met het aardpek liet kalefa
teren tot heden, nu dc „Barber Asphalt P.*
ving Co." mét concessie der Engelsche regee
ring het meer exploiteert, zijn ontzaglijke ho«
veelheden aan den voorraad onttrokken zonde:'
dat deze vermindert. Als men een laag uitgraaft,
is déze holte na korten tijd weer volon
merkbaar stijgt van beneden af het aardpek
weer r»ar boven. De veronderstelling, da,
het asfalt beneden vloeibaar zou zijn en das
zou opstijgen en aan de buitenlucht zou ver
harden is in zooverre onjuist, dat men bij
boringen tot in de grootste diepte, vas'e harde
stcfheeft aangetroffen. Asfalt heeft ook langen
tijd noodig om van vloeibaar vast te worden;
daarom is een aannemelijke verklaring moei
lijker dan oppervlakkig lijkt Zoowel voor den
man der wetenschap als vbor den leek' is dan
cok het asfeltmcer van Trinidad een waar na
tuurwonder.
ENGELSCHE EN NEDERLANDSCHE
VISSCHERS.
In het begin van deze week hebben op
de visehmarkt te Grimsby in Engeland,
de arbeiders geweigerd, vieoh te loe&en uit
zes Nedearlandsehe trailers. Zu verklaar
den geen bezwaren te hebben op het werft
op zich zelf, maar zeggen dat de Neder
landers gedurende den oorlog niet vrien
delijk waren tegenover de (Engelschef)
visschers en dat het laden van kolen en le
vensmiddelen ia Nederlandaohe vaartui
gen oponthoud beteekent voor dergelijk en
arbeid voor Engeleehe treilers.
ONTSMETTING VAN STALLEN EN
VEE.
Naai bet „Huisgezin" van zeer bevoegds
tijd© verneemt, ia door den heer Jos van Breo-
men, gediplomeerd drogist te Oireohot
N.-B.), een uitstekend werkend desinfec
teer end artikel in den handel gebracht tegen
het zoozeer gevreesde mond- en klauwzeer.
Deze, uit verschillende deelen samenge
stelde vloeistof, beeft niet alleen een in alle
opzichten ontegenzeggelijk krachtdadig dee-
infecteeren.de werking, maar werd vooral
tegen mond- en klauwzeer met het- grootste
succes aangewend, als voorbehoedmiddel, ter
voorkoming, ter bestrijding en werden reed»
aangetaste stallen vee. bij herhaalde aanwen,
ding met dat product, in enkele dagen ge
heel gezuiverd.
Ter plaatse waar vroegtijdige bestrijding
werd aangewend «la voorbehoedmiddel, zelf»
in de onmiddellijke omgeving van reeds aan
getaste stallen, kwam tot op heden geen
enkel geval van mond- en klauwzeer voor,
terwijl op plaatsen daarnaast, waao* men de
bestrijding niet aanwendde, binnen enkele
dagen de zeer nadeelige gevolgen ondervond.
MAATREGELEN TEGEN MOND. EN
KLAUWZEER.
Op de vraag van het lid der Tweede Ka
mer. den heer Teenstra betreffende de maat
regelen ter bestrijding van. het mond- en
klauwzeer, heeft de minister van N. en H.,
d.d. 24 Maart geantwoord, dat de maatrege
len, ter bestrijding van het mond- en klauw
zeer, wol ka in April 1919 voor een gedeelte
buiten toepassing waren gestold, niet weer
als vroeger genomen eyn, toen de' weidetijd
voorbij was, aangezien van de weder toepao.
Maar laten we zelf de herinnering
aan dien pchoonen dag piet grm.n YVT_
scheuren mot gedachten aan al die
schrille contrasten, waarvan het leven
nu eenmaal vol zit.
In de oude Papegaai-kerk juichen in
machtige accoorden de zuivere orgeltonen
beschallend de hooge gewelven van
dicht-beaette Godsgebouw.., en de hondév
den mannen doen de laatste en voornaam
ste stappen van hun tocht..,, in ordelij.
ken regelmaat naderen zij de communie
bank en ontvangen Jezus, Die zich uit
eindelooze liefde verbergt in de mysterie
volle HoBtie, in hun hart... hiin lichaam,,
dat jgaarne het nachtelijke offer bracht
draagt. Dat van den AJmachtigen God
Wiens offer zoo oneindig veel grooter ia
Dan vragen zij opnieuw, wat zij deaea
nacht veel malen vroegen... voor hun
gezin... hun levensstaat... hun toekomst,
voor alles... alles, wat hen na aan 't
hart ligt, wordt Hem gezegd,, want ae
weten bij ondervinding, dat deze dag daar
voor een bijzonder goede dag ie; dat
God hun edele geloofsuiting wars van
menschelijk opzicht met Zijn rijken zegen
beloont.. Zij weten het en vragenvra
gen opnieuw... en hopen met een groot
eu rustig vertrouwen.
In de Kapel van het Mirakel op 't
eeuwenoude Begijnhof gaan ze den aflaat
verdienen
Baai' stroomt in en uit een tallooee
massa, die telkens in stilte aanbidding
neerknielt voor den gouden Monstrans,
omhuld door een trillend licht uit hon
derd waskaarsen...
De stille omgangers hebben hun taak
verbracht... zij gaan huiswaarts, vermoeid^
maar tevreden en verheugd, versterkt
voor den strijd van een nieuw jaar, waar-
op voor hen een nieuwe omgang zal
volgen. t
iWant dat is hun voornemen.
O.
i 11 li - j
Vleijs en Bloet
En tot bewijs heeft Hij 't in
vuur beboet
Vondel.
ziin gillend doodsbeen-gefluit, dat de
wanhoopskreten der verwijtende mensch
heid overstemt.
Maar een stoet, waarin een lege»- van
Hemelgeesten, in aantal gelijk aan dat
der pelgrims, onzichtbaar meetrekt, bid
dend en mede-uitjubelend de massale lof
zangen tot God den Heer, die w,jd-
uitdaveren over de eindelooze vlakten
van jong, op-cflietend lentegras en 'door
boren de woiK-beplekte lucht van mijii
oenen, licht-pirikeiende sterren... totdat
ze, hooger, al noeger opgestuwd, als een
ontzaglijke krans blijven zweven om den
troon van Hem, aan Wien ze in vurig-
Roiomache éénheid worden opgedragen...
Geen Paradijsvloek-vaart van melaat-
schen, kreupelen en mis maakten, waar
uit opstijgt een eilende-gekreun van wan
floep en razernij...geen klagende drom
van jammer, om den wreeden Jast der
duizendvoudige boete.
Maar een blijmoedige schare van men
schen; die weten, dat de woordenge
loof en hoop het machtige parool vormen,
waarin iedero goed-wjilende zijn kracht zal
vinden tot mede-opbouw aan het herstel
der ontredderde wereld, en dit door dg
schoonst klinkende leuze der materie niet
vervangen kan worden.
O, zeker...er zijn er onder de meer
duizend, die gebogen gaan onder don
last va<n veel jaren... en dien van ar
beid en zware zorgen...
Die zich door een gebrek aan been of
voet niet zoo gemakkelijk kunnen voort
bewegen.
Die zich op den dag hebben moe ge
werkt voor hun gezin en nu nog de zoo
noodige nach trust willen ontberen...in-
plaats daarvan de lange voetreis onder
nemen.
Die aangetast zijn door •'n heimelijk
voortwoekerende kwaal, die langzaam hun
krachten sloopt,
Die...
Maar met denzelfden geestdrift van
hun jongere en sterkere broeders leggen
zij den tocht af...Hetzelfde doel im
mers wekt allen op tot nieuwe kroel it
en ijver. En oven frisoh en helder zingen
hun stemmen moe het dri ngorid-smeckcil -
de „Paroe Domino" en 't hoog oplaaiende
„Ave Jesu".
Dan volgt weer het regelmatig ant-
woord-geb;orn der v.oes-gegioaten en lita
nieën begeleid door den massa-stap in
den rustigen nacht.
De stilte tusschen gebed en zang ia
slechts kort... als gedurende weinig
oogenblikken enkele woorden zijn gewis
seld wordt opnieuw begonnen.
'ti Dichte, kille mist komt dc stem
men bemoeilijken, maar rusteloos gaan
de mannen voon, waait niets willen zij
van bet program missen...zij bereiden
zich voor tot de gmote jaarlijksehe ge
beurtenis, do al schooner en grootsclior
moet zijn..,
Zoo naderen zij de stad, die nog
slaapt in den somberen uachtsluier.
De lichten worden gedoofd en dgroe
pen sluiten zich aaneen, nu vormend
een lange, dichte rij, die staag voort-
kronkelt door de stralen en pleinen, waar
verschillende vensters met, bun zaoht-
stralend waslicht de pelgrims vriende
lijk toewenken, als n stille, eerbiedige
hulde aan den feestdag van het groote
mirakel en het wakkere leger van Katho
lieke mannen, die de herdenking va.n het
wonder aoo luisterrijk mogelijk willen mee
vieren.
Bij het Begijnhof begint de Ommegang
die nog o-ngeveer twee uur zal duren...
er wordt- niet gesproken.., zwijgend, in
stilte biddend, wordt de moeilijke marsoh
voortgezet... de voeten branden.,, de lede
maten worden stram ©oh j© lompe
straatkeien en de oude stoepjes en uit
stekende drempels der nauwe stegen ma
ken het laatste gedeelte tot het incest
zware...
Maar geen enkele blijft achter...in
zwijgende aanmoediging volgen ze elkaar.
In de hoofdstraten, die de ommegang
moet doortrekken, baden de groote eta-la
ges in een zee van electrisch licht en
wijzen als 't ware den te volgen weg aan.
Op de Nieuwe brug staan 'n paar
half dronken „Zeedijk-matrozen" met tra
nige oogen den stoet te brgriruiiken
en brabbelen 'n piaar gemeene toespelin
gen... de pelgriivan. bidden, hun vijf onze
vaders en wees-gegroeten voor dé zee
varenden... boven de .grillige gébOUWOn
silhouetten om het station gloort het
vlammende morgenrood van den nieuwen
dag.
Vijftig duizend mannen, van jongen tot
grijsaard, maken nu den omgang rond,
„de Heilige Stee" en bidden voor het
herstel der maatschappelijke orde...in
hetzelfde uur, dat in andere landen mil-
lioeuen vrouwen en kinderen de ont
vleesde armen omboog steken in eon
smeekgebed om verlossing uit de gruwfe-
jijke martelingen der ontbering...of in
wanhoop hun ellendig bestaan vervloeken,
dat in de hoofdsteden van Duitschiand
de menschen, die als broeders moeten
leven, elkander vermoorden of verminken,
en de eigendommen hunner stadg onooten
vernielen... dat in dezelfde stad, waar de
vijftig duizend niannen den wachtenden
God gaan bezoeken en huidigen in een
heerlij k-grootsche manifestatie van geloof
en liefde, in geheime iLaclitkrocgcn en
andere gelegenheden Zijn aanbiddelijke
Naam wordt bezoedeld in 'n zwijmel
van dierlijke ontucht,
"We hebben ze gezien in de straten,
waar de omgang passeerde... ue jongens
en meiden, waggelend, lallend, in hor
tende groepjes... met drank-slappe lede
maten en versjoomde oogen in de gore
nachtfuif-gezichten met branderige plekken
Met misselijk-makende gebaren" bootsten
ze de pelgrims na en smeten ui t de ver
dorde k^len hun gierend spot-gelach...
En later... na afloop, in de vroeg ge
opende restaurants, profiteerden ze mee
van de gelegenheid.... vergalden de rusti
ge na-stemming van den heiligen morgan
met hun suf-loilige onzin-taal en hangerig
tast-gegrijp... slurpten mafferig oog-klepf-
pend de drapken a&ar binnen,, .com-