TWEED
BINNENLAND
Kroniek van de
Elck wat wils
ZATEDAG 30 APRIL 1920
Geen juiste kijk op de zaak.
UIT ONZE WEST
TREKJES CXXXIII.
HET TEKORT AAN KAMFER.
De celluloidindustrie, die in Europa en
Amerika" groote hoeveelheden kamfer ge
bruikt, ondervindt moeilijkheden wegens de
enorme prijsverliooging. van den granas.ot.
.Volgens de '„Revue Ües produits crnmi-
ques" is de prijs vani 4 frcs. vóór den oor
log, thanis tot 90 frcs. opgeloopen. Deze
buitengewone stijging, is 'niet, zooms men
aanvankelijk onderstelde, een gevolg van
't vasthouden van den voorraad door Ja
pan, maar van een werkelijke schaarschte.
De bosschën van Formosa' zijn bovenmatig
aangesproken, zonder dat men yoor nieuwe
aanplanting heeft gezorgd. De kamferboom
arced .angzaam en een voiwassen exem
plaar levert slechts enkele kilogrammen
't is echter noodig, dat de boom wordt orn-
^Voor een vijftien-tal jaren is reeds ge
poogd uit bladen en twijgen kamfer te be
reiden. maar de resultaten waren gering,
want om ongeveer 1 K.G. en nog wel van
minder goede kwaliteit te krijgen, had men
400 K.G. grondstof noodig. Proeven, in
Florida genomen, verliepen even ongun
stig. Vóór den oorlog .Was 't totale verbruik
aan kamfer over de geheeie wereld onge
veer 700.000 K.G. Gedurende den oorlog
zijn er in Japan twee celiuloid-fabrieken op
gericht, die 100.000 K.G. gebruiken. De
kamferproductie is in Japan gedaald tot
250.000 K.G. en dat gaat nog steeds acn-
teru.t. China, waarop men zijn hoop ves
tigde, kan niet meer dan ongeveer lOü.uuu
K. G. leveren.
Zoowel in Europa als in Amenka be
stonden fabrieken tot liet bereiden van
kunstmatige kamfer, maar doordat het na-
tuunijjk product goedkoopte r verkocht werd,
dan waarvoor zij konden leveren, zijn de
meeste fabrieken weer opgeheven en Hiér
zien we een noodlottig gevolg van een
anders zoo heilzaam werkende concurrentie.
Alleen in Parijs en in Berlijn bestaat thans
nog zuik een fabriek. Ten gevolge van de
groote prijsrijzing! zal de kunstmatige aan
maak weer toonend kunnen worden; 't
zal echter minstens twee jaren duren
voordat de nieuw in te richten fabrieken
in volle gang zijn.
Natuurlijk is men ook reeds met proeven
bezig om een stof te fabriceeren, die de
kamfer bij de bereiding van celluloid geheel
kan vervangen; tot dusver is nog, geen
resultaat verkregen.
EIGENAARDIG GEBRUIK
VAN ZEEWIER.
Het is vrij algemeen bekend, dat vele
ztewiersoorten, eetbaar rijn en als groente
genuttigd worden. In Co-rnwaJIis (Enge
land), >vaar veeï zwart zeewier aanspoelt,
tlat den plaatseiijken naam van „laver"
di aagt, wordt Het in groote massa's opge-
visdht cn naar Wiales gezonden, waar het
(n de jamfabrieken gebruikt wordt, waar
schijnlijk aïs gelei-achtig bindmiddel. Mo
gelijk wordt het ook door de wonderen
der techniek en der chemie gemetamorfo
seerd m appelstroop!
ZACHTE WINTER.
De Engelsdie weerkundige S. li. Bastin
bespreekt het opmerkelijke feit, dat het
khmaat op onze planeet voortdurend, zach
ter wordt. Niet alleen in Europa komen
zachte winters voor, ook in de andere
werefötiee.en hJtijnt'dé toenemende bebou
wing van den bodem eea gunstigen invloed
op bet klimaat te hébben. In Canada is
officieel geconstateerd, dat die bebouwing-
de s trengheid der winters vermindert. Bas
tin tracht dit te verklaren door de ontwa
tering van den bodem. Vochtige aarde
is kouder dan droge. Als groote moerassen
drooggelegd worden, krijgt men een zach
ter klimaat, dat over een gropten afstand:
merkbaar is.
IVOOR LIEFHEBBERS VANi TUINIEREN.
Ieder, die een tuin heeft, wil gaarne naast
vele groenten ook een plaatsje beschikbaar
stellen voor den verbouw van de Zoo begeerd?;
groente als erwten en peulen zijn. Reeds Zal
menigeen door het mooie Maartweer daartoe
opgewekt al verschillende groenten hebben
uitgezaaid. Ook zijn wellicht reeds vroege
erwten en peulen gelegd. Dez£ eerste lég kan
echter nog verscheiden malen gevolgd worden,
om opeenvolgend deze vruchten te kunnen
genieten, waarvoor vele soorten zeer geschikt
zijn.
Bij het Ijggen van doperwten en peulen
moet men met meenen, dat de opbrengst ver
hoogt wordt, wanneer men ze dicht opeen legt.
De plant toch, die zich uit iedere erwt ont
wikkelt, heelt een bepaalde ruimte noodig om
tot volkomen vrucht dragen te geraken; waar
nu twee erwten dicht naast elkaar ontklommen
en opgroeien komen zij beide niet tot haar
recht. Ze ontwikkelen onvolkomen en spoedig
ziet men de stengels en bladeren geel worden,
terwijl afsterven dan weldra volgt. Gebrek aan
licht en te weinig voedsel, alsook gebrek aan
plaats, om haar tanken aan de gegeven steun-
seis te hechten, noodzaakt ze dit aan elkaar tel
doen en zoo mede te werken, dat de stengels
op den grond vallen. In één woord: ze leve-
rga 'n warboel, waardoo het plukken van het-
wordt. Gewoonlijk legt men ze in twee rijen
geen zo nog voortbrengen, een wanhopig werk
op een afstand van pl.m. 15 centimeter
van elkaar, om daartusschen later de rijzen
of andere klimmateriaal ts plaatsen, terwijl
in iedere tij de erwten op behoorlijken af
stand gelegd worden. Zoodra de erwten boven
den grond komen, hebben in streken, waar
veel musschen zijn, (wat vooral in do nabij
heid van woningen 't geval is) vefel te-lijden
de jonge spruiten worden tot den grond af
gepikt. Een afdoend middel tegen dit gevaar
is, om de rijen tegen den tijd van ontkiemen
ta dekken niet een reep vlechtwerk, zoo lang
tiet bed is, ter breedte van 4 decimeter.
Dit wordt dan c-enigszins rondgebogen, zoo-
dal; tiet ©ver de dubbele rijen een geheel
vormt. Waar het nu links en rechts van die
rijen op den grond rust, wordt het met gaffel
vormige takjes wanrvan een der beeiien ta
melijk lang moet zijn, vastgezet, terwijl de
uiteinden met in den grond gegraven stukjes
vlechtwerk worden afgesloten. Op deze wijze
worden de musschen op de eenvoudigste ma
nier geweerd, terwijl dit gaas jaren lang dienst
kan doen. Wel wordt aanbevolen, om1 over de
erwten zwart garen ta spannen- doch dit
voldoet minder goed Als de erwten en peulen
een zekere hoogte hebben bereikt, kan het
vlechtwerk weggenomen worden, waarna men
de bedden schoffelt en de rijen aanaardt,
langzamerhand hebben ds steeds hooger
groeiende planten steun noodig, eht zijn im
mers klimplanten, wat. duidelijk aan de ranken
te zien is. Meestal laat men ze legen rijs op
groeien, maar dit is in sommige streken nogal
duur materiaal, terwijl liet ook niet duurzaam
is. Beter dan rij shout is vlechtwerk, dat vrij
groote mazen kan hebben. Men zet het lood
recht: tusscheu de twee rijen erwten of peuten,
en op afstanden van een of anderhalven nieter
plaatst men tot steun flinke stokken in den
grond, waarvan het vlechtwerk roet kramme
tjes bevestigd wordt. Deze stokken worden
van een lengte genomen, dat ze van boven root
het vlechtwerk gelijk komen, terwijl z,e van
ouder 20 a 30. centimeter onder het vlecht
werk uitsteken. Op deze manier ton liet zon
licht de planten van alle kanten Toereiken,
althans wanneer nieu de bedden van Zuid naar
Noord gelegd heeft, wat bij den aanlog van
alle zaaibedde-n noodig is. Om te zorgen, dal
do planten goed tegen tiet vlechtwerk zull-n
klimmen, is het geraden om een sterk touwtje,
to spannen, als do planton hot vlechtwerk
bereikt hebben, om daardoor de stengels er
tegenaan to drukken. Als eindelijk do zadeiij
in de peulen, gaan ontwikkelen, draagt dezelfde
vijand, die in bet begin zoo goed door dere
pen vlechtwerk bestreden werd, opnieuw op,
om de nog onrijpe zaden uit do doppen te
halen Dit den musschen te beletten eisen t
heel wat zorg; want ze zijn niet vervaard
voor een klein geruchtje. Een. goed geplaatste;
vogelverschrikker kan alleen nut doen, als
men dezen telkens oen anderen plaats geeft.
Blijft hij op denzelfden plaats staan, dan
raken de gauwdiefjes er mee vertrouwd, ja,
kiezen hem zelfs tot zetel, om van daaruit
hun lekkerbectjes tê bespieden.
Tenslotte verdient het aanbeveling zijn eigen
zaad niet' te bezaaien, maar zich elk jaar
van nieuw ta voorzien, daar verbastering van
erwten on peulen moeilijk te voorkomen is.
Aan dn „GeMerisehe Volksstemmen" van
1 April j.l. orrticcuen wij bet volgende:
„Wij allen weten nog met juistheid liet
tijdstip aan te wijzen, waarop d© dieimoera-
tie zich haar laatste kracht bewust werd
en haar afgevaardigden in ons parlement
plaatste.
,,'t Is waar 't .ging .niet zonder slag of
stoot ntot zonder snorgekrabbol en
wenkbrauwgefrons en vingengetrommel
van de „ouwe garde", maar 't lcwam, God
dank, het heerlijk kooltje in onze gelede
ren en geen orkaan was noodig om die
„diéke Luft" te verjargen.
„We zijn 't er allemaal over eens. 't Is
terecht.
„Te lang oefenden kapitaal en geboorte
hun natuur]ijlkendrang op het volk uit.
Te lang reeds duurde de tijd, dat men den
fatsoen! ijken werkman „punt" toebeet,
wanneer deze over zijn belangen durfde
spreken. Dit gebeurt n:u nog maar alleen
op 't „B'roo", We hebben thans bij onze
volks vertegenwo ordiging mannen met
open blik en warm hart knappe kerels,
die rond en ridderlijk zich aan die zijde
van tien werkman hebben geschaarde"
Deze en dergelijke uitlatingen, waarvan
do strekking duidia.lijk in 't oog springt,
worden in dien laatsfcen tijd meer verno
men in eommigo Katholieke kringen. Wij
achten ze nadoe]ig voor de Katholieke
zaak.
Voor den schrijver van 't bovenstaande
is het te hopen, dat hij in onwetendheid
verkeert omtrent hetgeen in de laatste
dertig jaren door do katholieken hier' te
lande op politiek en op sociaal terrein is
Verricht.
„De vraag blijft dan echter schrijft
de „Tijd" of hier niet schuldige onwe
tendheid is.
Ieder toch, dlie wil, kan en moet weten,
dat de laatst© 30 jaren om van vroeger
tijdperk niet te spreken onder krachtig©
aanvoering o.a. van Br. Schaepman, tal
van intelleefcueelen, onze leiding gevendie
katholieke pens, vele onzer katholieke
volksvertegenwoordigers hunne
krachten hebben gegeven aan de doorvoe
ring eener ehriistelijik-so-eial© politiek, aan
do beïnvloeding deir maatschappelijke ver
houdingen door die christelijke beginselen.
En de resultaten mogen gezien worden.-
Vergelijken wij den politieken en den
socialen toestand van beden mot dien voor
30 jaren terug, vergelijken we in 't bij
zonder de stof felijke positie der arbeidtere
van toen en thans, dan springt het gun
stig versciMl aanstonds in hot oog-
Daarom betreuren we dan ook ten zeer
ste 'beschouwingen ails die bovenstaandie,
die allerminst in overeenstemming zijn
met de historie omzer kaïtholieJce werk
zaamheid, maar diïe wantrouwen, ontevre
denheid en ondankbaarheid kwecken on zóó
onze katholieke zaak, zeer banadeelen.
Mogen allen, dlie over invloed, beschikken
samenwerken, om te voorkomen, dat niet
door verkeerd© leiding hier en daar wordt
veimietigd, wat met zooveel moeite door
het voorgeslacht werd volbracht en juist to
verder© ontwikkeling niet door een deel,
maar diooir do gcheele katholieke partij
moet worden geleid
Bovenstaande uitlating in de Gelder-
sche Volksstemmen" bewijst, zacht uitge
drukt, dat de schrijver geen ju 1st en kijk
heeft 'op de zaak, waar het hier om gaat.
KATHOLIEKE HULP 'AAN WEENEN
De Perscotó'ihssie van liet R.K. Huisves-
tings-Comité te 's. Hertogenbosch, ontving
een"" aantal couranten uit Weenen, waaraan
zij het volgende ontleent:
De „Reichspost beschrijft de aankomst
van den vierden leveusmiadelentrein van het
R.K. HuisvestingsrCoiuité, welke 46 wagons
telde en onder leiding stond van den Mal-
thezer-Ridder Baron van Dortfu tot. Medler,
aan wien waren toegevoegd de Malthezer
Ridders Baron van Voorst tot Voorst en
Baron v. tf. Heijden van Doornenburg de
doktoren Or. Jan-knecht en Dr. van der Weij.
den als gedelegeerden van het Limburgsch
R.K. H-uisvestings-Comité, Dr. Indemans en
de heer L. Lobach van den hoofdraad
der St. Vincentiusvereenigingen in Neder
land. Mr. Sehaapvcld, gelegeerde van de
R.K. Werkgevei^vereeniging, de heer Van der
Drift, gedelegeerde van het Kindercomité in
West-Friesland, de heeren Appel en Neder-
veen als gedelegeerden in expeditie-aangele
genheden voor levensmiddelen alsmede Mr.
Schimmelpenninck.
Zij werden ontvangen door Graai Wolff
Metternich, Commissaris-Generaal van het
R.K. Huisvestings-Comité te Weenen, consul
Blankere, Baron Weichs de Wenjpe, Mevrouw
Dr. Pichl namens de Katholieke Vrouwenor
ganisatie, Directeur P. Dr. Giese voor het
comité „Katholikenhilffc" Directeur Fürlin-
ger. d'ie met eenige heeren van het „Karitas-
verhand" verschenen was.
De trein bevatte meest levensmiddelen,
voornamelijk aardappelen, alsmede kleeding-
stukken, de gave van den Hollandschen
middenstand1 voor den verarmden midden
stand van Weenen. Tien wagons werden al
leen reeds bijeengebracht door de ijverige
Si. Vincentius-conferenties in Nederland voor
hunne Weensche broeders, zoodat dezen niet
meer met ledige handen tot hun armen be
hoeven te gaan. Vijif wagons waren bestemd
voor de noodlijdende katholieken te Boeda
pest. Twee wagons gaan naar Graz en twee
naar Linz, waar hun inhoud door de lief-
dadigheidscomité's aldaar zuilen verdeeld
worden. Ook een menigte liefdegaven der
Hollandsohe pleegoudere waren erbij. Zij vul
den met de gaven voor de instellingen, die
in Nederland nederzettingen hebben, alleen
zes wagons. De overige 21 wagons bevatten
meest aardappelen, die volgens den wensch
der Nederlanders aan zieken, die thuis ver
pleegd worden, zullen worden gegeven. Voor
al zullen daarmee kinderen bedacht worden,
en daardoor tot heden van de actie „Kinde
ren naar het buitenland'' uitgesloten worden.
Het liefdewerk der Nederlandsdhc Katho
lieken zegt de Reichspost heeft er tot
hedén toe bijgedragen, den voorbeeldeloozen
noodtoestand van het Weensohe Katholieke
liefdadigheidswerk eenigermate te verzachten
Hunne offervaardigheid is des te meer te
waardeeren, daar juist de Katholieke provin
ciën van Nederland door de jongste over
stroomingen zwaar geteisterd werdén.
Hef blad vermeldt verder met groote in
genomenheid dat ook uit de vroegere landen
de solidariteit der Katholieken blijkt. De Pa-
rijsche algemeene raad' van Vincentiusveree
nigingen deed den Nederlanders een gift van
250.Ö00 kronen voor de Oostenrijksühe broe
ders ter verdeeling onder de armen over
brengen.
Half Maai t had te Weenen de algemeene
vergadering der Katholieke Vrouwenorgani
satie voor Beneden-Oostenrijk plaats, die door
een buitengewoon groot aantal leden bezocht
was. De presidente. Gravin Gerta Walters-
kirchen, verwelkomde ia het bijzonder Graaf
Wolff-Met ten ich, Mevrouw en consul Blan
kere en den vertegenwoordiger van Z, Em.
Kardinaal Piffl, Mgr. Karl Handlosz.
In haar jaarverslag bracht de algemeene
secretaresse, Mevrouw Beria Pichl. bijzon de
ren dank aan de Katholieke Vrouwenbonden
in Duitsdiland. Nederland en Zwitserland,
die hunne saamhoorigheid niet alleen door
woorden, doch ook door diaden bewezen.
Dank bracht rij aan allen, die op zoo edele
wijze voor het arme Weenen en zijn kinderen
gezorgd hebben,, zeer in 't bijzonder echter
aan den voorzitter van 't R.K. Huisvestings
comité te 's Hertogenbosch, den Bisschop Z.
D. H. Mgr. A. F. Diepen, cn zijn onvermoei-
den medewerker Directeur Jos. Van Macke.
lenbergh, alsmede den leider van den Noord-
Bjabantschen Katholieken Boerenbond, Dr.
Kusters en den Commissaris-generaal van
liet R.K. Huisvestings-Comité te Weenen,
Graaf Wolff Metternich.
Aan den rusteloozen arbeid van het Neder-
landsche Comité dankt 't de Katholieke Vrou
wenorganisatie voor Beneden-Oostenrijk, dat
ondanks de groote moeilijkheden in 't jaar
1919 aan 3500 kinderen (thans 7500) door
het verblijf in het gastvrije Heiland 'het le
ven gered werd. Ook is het aan de liefdadig
heid der Katholieke Hollanders te danken,
dat met Kerstmis 600 kinderen geheel ge
kleed en met levensmiddelen bedeeld konden^
worden.
Aan het einde "der vergadering dankte 1
Graaf Wolff Metternich voor de vriendelijke I
woorden, waarin men den Hollandschen ar-
beid herdacht had en verklaarde, dat wat zij
gedaan hadden een liefdewerk was uit hei
ligen plicht. De kinderen worden door de
Nederlanders behandeld als hun eigen kin-
deren en spr. hoopt dat zij niet alleen naar 't
bdiaam gesterkt, maai ook geestelijk ver
edeld zouden terugkeeren. dat zij van de ener-
g'e en het plichtsbesef van het Nederlandsehe
volk zouden doordrongen zijn om flinke jon
gelieden in hun eigen vaderland te worden,
-i 1 jZ0^ on^e. grootste vreugde zijn ver.
klaarde Graaf Wolft Metternich wanneer
dit heerlijke Oostenrijk met zijn schoone
hoofdstad in ouden roem en ouden jslans her
leefde. Met een hoera op Koningin Wilhel-
mina, op wier persoonlijken wensch de kin
deren naar Holland zijn gekomen, eindigde
Graaf Metternich zijne met geestdrift ont
vangen toespraak. Aan den luiden bijval
kwam schier geen einde.
Het lid van den gemeenteraad Paulitsch-
ke sprak eveneens warme woorden van dank-
voor de Hollanders. Daarop hield mevrouw
Dr. Pichl eene interessante voordracht met
lichtbeelden over Nederland.
Het sterftecijfer in Weenen was in Januari
zoowel absoluut als relatief het hoogsie, dat
sedert tientallen jaren in Januari is waar
genomen. Het inwoner-aantal van Weenen
is thans gedaald tot dat van 1904. Hoewel
in den loop van het vorige jaar de gezond
heidstoestand der stad, vooral de sterfte, in
donkere kleuren is geschilderd geworden,
was deze schildering volgens eenofficieel
bericht veel te optimistisch en zijn de voor
uitzichten voor de toekomst de droevigste, die
denkbaar zijn, wanneer niet in den allernaas-
ten tijd een beslissende wending in de voe-
dingstoestanden der stad intreedt. In 't ge
heel stierven in Januari 3359 personen,
waarvan de meesten aan tuberculose en scro-
fulose. Ook de andere ziektegevallen waren
in die maand zeer hoog.
OP ZIJN HOEDE.
Het Algr. Ned. Verbond in Suriname bod
behalve sympathie, ook een gadiantiefondis
gevraagd, voor een gezelschap van Neder
landse,lie tooneelisten, dat. stukken zou
spelen van Heijeianans, mevr. Simons-Mees
Ibsen en Shaw.
Dat men aldaar van Katholieke zijde op
zijn hoede is tegen de uitvoering van dit
plan, wordt bewezen door liet te Paramari
bo verschijnend© Katholieke blad de ,,Sur
riramer".
Daarin toch staat te lezen.
„Wij waardeedien de bedoeling van het
A. N. V.
„Maar wat do uitvoering van het plan
aangaat, moeten wij een groot voorbehoud
maken, om baar tc kunnen aanbevelen.
„Heyermans toch doet ons denken aan
diens beruchte stukken: Het Zevende Go-
bod en Aljerzieien, welker opvoering door
verschillende burgemeesters van Neder-
landsche steden verboden is.
„Het kan daarom toch niet in de bedoe
ling van het A, N. V. liggen de opvoering
van dusdanige stukken in Suriname in de
hand te werken, welke, wjj mogen er niet
aan twijfelen, ook door onze Overheid zou
den verboden worden.
„Ibsen is in Nededland nooit populair ge
worden.
„Ibsen is volslagen onchristelijk.
„Zijn Keizer en Gallilaeër" is een vernie
tiging van het ehristendonf, ter voorberei
ding van een Derde Kijk!
„Die strekking is ook eigen aan zijn dra
ma's: De bond der- Jeugd, Steunpilaren
der Maatschappij.
„Onnatuurlijk is zijn Het Poppenhuis
(Nora) door Ibsen 'zeiven gewijzigd, welke
wijzigingen echter niet uitgegeven zijn.
„De bekend© boekcritieus dr. Gielen zegt
van Ibsen: „Het is zeker dat Ibsen als he
keldichter vele fouten, mistoestanden en
wonden in mensch en maatschappij heeft
aangewezen. Zijne levensbeschouwing is
echter duister en het is mijne overtuiging
dat Iteen niet in het heldere én klare woor
den zou kunnen zeggen, wat hij eigenlijk
.f
Waarden Moeder.
Ik neem de pen op om uw te laaten weete,
alsdat ik met paaszaterdag met drie dage
verlof kom. Tis allang gelee je alsdat wei me-
kander heben gezien. Ik zit ook zoon ent van
uw vandaan zoo helegaar an de andre kant
van het lant en dan fait et niet mee vuwe ges
t rijsgelt. Ik hoopt uw in gesonthijt aan te
trefe en zoo noem ik mei u gelievde zoon
KLAAS.
'j ,Paa söh v ejrl o f.
Moeder van Deelseling had met veel moeit©
en twee brillen de groote, onbehouwen let
ters van de briefkaart ontcijferd en legde 't
papier met 'n blijde zucht voor zich neer
Reeds weken had zo in stilte gehoopt, dat
met de Paaschdagen haar zoon zou thuis
komen
Er op gerekend had ze niet, want hij was
zoo'n eind van haar weg heelemaal aan da
grens overgeplaatst wegens 'f geharrewar
in Duitschland, mét die revolutie. En d r was
eerst al sprake van heelemaal geen verlo?,
had Klaas 'n poosje geleden geschreven.
Maar nou kwam ie dan toch; haar eenige
jongen,,. Dat zouden, dus prettige Paasch
dagen worden echt heerlijk, zoo kirns met
z'n tweetjes, 's Morgens samen naar de kerk
en 's imiddags 'n wandeling langs de blora-
men velden. Van louter genoegen wreef moe
der van Deelseling de magere skelet-handjes
over elkaar, bekeek nogmaals de briefkaart
met de heugelijke tijding en ging met ver
nieuwde lust verder aan haar breiwerk
lekkere zware sokken .vottr Kla.a§,^"
Vlugger dan straks nog rikketikten de brei
naalden en glinsterden zilverig in t schijn
sel van 't theelichtje. Op haar schoot komlt
de oude zwarte poes haar middagdutje afsnor-
ren „Ja, poes, morgen komt de baas weer,
hoor,., met z'n mooie pakkie an, waar jij
eerst zoo bang voor was .zal je nou met
wegloopen voor 'mV'
Maar ze moet voortmaken, want nou moet
'r nog iets extra's gebeuren,,., voor haar
alleen zou ze geen drukte gemaakt hebben
Maar Klaas moet merken, dat ze blij is piel
z'n komst.
Aan 't kamertje heeft niet veel meer te g-?-
beuren,dat had ze vanmorgen al flink
opgefrischtde gordijntjes waren weeg
schoon en de vloer geboend en '1 koper
gepoetst, 't Ziet T dus netjes uit als ie
thuiskomt
Maar wacht, nou moet z'n eigen 'kamertje
nog 'n beurt hebben
't Bed wordt extra glad opgemaakt,,.,
't tafeltje en de stoelen gewreven en 'h
glas van de schilderijtjes
Daar hing z'n aanneemsplaat nog 't pa
pier werd al geel „Nicolaas Johannes van
Deelseling heeft zijn Eerste H. Communis
gedaan
Hij was braaf gebleven ja, dat was ié.
Maar,... even stond ze stil met 'n lichte;
huivering
Die dienst de kazernes,'je las 'r zoo
veel van Als Klaas maar niet meedoel,
aan die misbruiken en zoo veel goeds
leerden de jongens daar niet dat had zo
al tong begrepen, al was ze 'n doodeenvou
dig menscbje. -
Neeneo zoo was Klaas nieten,
ze bad tocli zeker allo dagen, dat ze 'm
terug mocht krijgen, zooals ie was weg
gegaan? Noju dan? Nee, dat was wel in orde
hoor. Weg, nare gedachten!
't Zou toch wel prettig zijn als Klaas weer
voor goed thuis was .zoo altijd alleen, dan
haalde 'a nieusch allerlei rare dingen in z'a
hpofd C-'
Nou zou ze eerst 'n extra'fjo in huis halen.
Met 'n tevreden plooi in 't goedige gelaat trip
pelde ze naar den winkel van Jansen om
't 'hoekje van de volksbuurt-straat
„Geef mijn 's 'n °os .ja, 's kijk© wat
kost jo rookvleesch
„Zeven stuivers, buurvrouw."
„Pfff nou-afiju omdat Klaas komt."
En meteen uitte ze aan Jansen haar blijd
schapTwee ons speculaas nam' ze ook nog
meeZóó druk raakte ze aan 't vertellen
over haar Klaas, dat ze bijna d'r pakje nog
vergat.
Den anderen dag was moeder van Deelseling
al vroeg op1, van Blijdschap luid ze wei
nig geslapen en was telkens geplaagd door
leelijke droomen,
Maar ze wist met haa;r eigen geen weg.,,
alles was op órde. óe zou maar vast aan 't
©ten beginnen daar moest nu ook waf
meer werk van gemaakt worden,
Maar toen alles klaar was zat ze alweer
met haar handen H elkaar.
Wat duurde die dag toch lang hoe
wordt T nog avond- dacht ze, cn keek ver
wijtend naar de oude klok, die maar niet
opschoot
Weet je wat? 2e zou haar eigen maat
vast gaan opknappeneigenlijk wel gek.,,/,
nou al..op Paasch-Zaterdag Maar waar
om ook eigenlijk niet? Pasctien was toch
begonnen? En Klaas kwam...
(Voorzichtig ontdeed ze 't zwarte japonnetje
van 't stof-besehermende witte laken, schikte
de plooien nog wat op en hing 't kleedingstUjk
over een stoel.
O, ja, nou eerst llog de boel klaarzetten,
't Mooie servies niet blauwe vergeet-mij-
nietjes nog van haar huwelijksfeest werd
met veel zorg vo«r den dag gehaald en op
tafel uitgestald. En n extra sterk bakkie zou
ze zettendat zou smaken na zoo'n ver-,
velende reis met spoor. j j
Nou óók maar vast de boterhammetjes, ge
sneden dan hoefde dat steaks nfely yj
Eindelijk is ze zoover, dat ze nu heelemaal
niet meer weet, wat ze nou méér moet doen
alleen nog d'r beste goed aantrekken
Dat deed ze straks wel tegen den avond
anders kwam er misschien nog wat am.
Nee, toch nou meteen maar misschien
kwam ie wel met 'n vroegere trein net aU
laatst
Ze werkt niet ordelijk; telkens staat ze stii
in gedachten, als heeff ze nog iets verget-mi.
'n Half uur later ziet ze er inderdaad uit
op z'n Paaschbest en gaat voorzichtig, lang
zaam de krakende rok optippend, in haar
leunstoel zittenpoes mag nu niet op haar
schoot en gaat 'zich ontevreden achter den.
stoel neer-krullen
't Koffielichtje slaat gezellig te sputteren,
't Wordt stilaan schemerigde voorwer
pen in 't ouderwetsehe kamertje krijgen on
bestemde vormen Aioeder van Deelseling
dut zoetjes in. 't ongewone beredder heeft
haar moe gemaakt, de vriendelijke oogen
luiken knipperend omlaag en blijven dan
gesloten 't Hoofd niet 't heldere, witte mutsje,
waaruit nieuwsgierig de peper-en-zoufc-liaren
komen g-lnren, neigt met lichte schokjes cn
rust even later met 't puntige kinnetje van
tand-eloozen mond op de borst. j
Dit duurt lieel lang.
Dan wordt moedertje ineens opgeschrikt
door 'n luid rumoer in de straatlawaai
van soreeuw-zingendhe stemmen
't Is pik-donker in 't kamertje en..,;.,
laat de oude klok tien schoone slagen hooren.'
Er wordt zóó hard op de voordeur gebonkt,
dat de kleine ruitjes er van trillen.
'n Gloeiende angst knijpt haar naar de keel,
Tastend, draal-voetend gaat ze naar de deur
Buiten staan drie waggelende gedaanten in
soldatenpakken en blerren afschuwelijke klan
ken uit de schorre kelen Vrouw van Deel
seling krimpt ineen van schrik ze hor
kent haar jongen. Met .verdwaasde blikken
kijkt ie bafr aan
„Ha bikze is toch thuiskijk,
jongés^ dat is, tiikj,, dgt i« B*jin
ouwe vrouw. Zóó, oudja. .hoe gaat 't?
Hei je nog 'n spatje in huis gehaaldtuk'.,
voor de Paasch
„Kom Klaas" grinnikte een der kame
raads, eveneens stom-dronken „kom Klaas
we gaan d'r nog eentje neme'n af
zakkertje. 't is nog), vrvroeg mama
wacht nog wel cffies op je
„Nee, jonges, 't is. hik. ,'t is nou genoeg
ik ga d'r in, hoorajuus
,,110 hè hè. mag je niet van je moesie?"
„Wat zeg jé,'.hik... wèt zeg je daar
leielijke 'j
'ilalf bew'usteloos is moeder van Deelseling
naderbij gekomen en legt de hand op den
loinp-stoolerigen arm van KlaasDeze kijkt
suf om. en in 't lijk-witte gezicht van z'n
moeder waarin de oogen zielloos verstard zijn.
Da dronken kameraads zijn al verder ge-
scliarreld waarschijnlijk hadden ze ook
't witte gelaat gezien.
De vrouw wankelt naar binnende zoon
volgt haar op dezelfde manier, onverstaanbare
klanken uitstootend
In 't nauwe gangetje hoort io 'n lichten
plof., en struikelt over iets zachts., met
'n vloek smakt ie neer... hij heeft geen
kracht om op te staan en blijft ronkend
hggeu.
In 't kamertje hangt de geur van verscha
koffie, die pruttelt op 't aardige transpa
rant-lichtje, dat 'n zachten schijn werpt op
de smakelijke rose-rookvleesch-boterhammen
tjos en 't glazen schaaltje met speculaas-,
jes,. en do jxirceleinen kopjes met dg
blauwe vérgeet-mij-nietjes.
In da gang liggen de twee bawustelooze
lichamen
Totdat late voorbijgangers die in de stille
straat 'n deur zien openslaan, ze vinden,
De oude klok in 't huiskajnertje laat twaalf
schorre slagen hooren.
't Is pasehen, G. 54,
V