DE
Medische Praatjes,
Orde en Arbeid
Gemengd Nieuws.
Elck wat wils
Kroniek van de Week.
ZATERDAG 24 APRIL 1920
IMBECILLITEIT.
des woord» natuurlijk, vinden wij doorgaans
tal Van imbaicillen. Zij zien immers deze of
gene dit of dat dragen en moeten zich ook zoo
iets aanschaffen ten kosten van alles.
In gezelschappen wordt men niet zelden de
dupe van de kwinkslagen van deze personen
en zij zijn het, die vaak het geheele gezelschap
amuseeren, terwijl één het kind van de reke-
wordt.
mns
De meeste menschen denken, dat een om-
becil, waarvan de Hollandsche vertalibg vrij
moeilijk is en gewoonlijk weergegeven wordt
door het woord „onnoozele," een geheel on
bruikbaar lid onzer maatschappelijke samen
leving is. Niets is echter minder waar dan dat.
Wat verstaan wij onder ombecelliteit
Alvorens deze vraag te beantwoorden, wil
len we even opmerken, dat wij toegerust met
de noodige kennis aangaande de verschillende
onderwerpen ons leven ingaan en iedere dag.
dienaangaande rijker worden door ervaring.
Wij weten uit dien chaos van feiten een greep
te doen bepaalde omstandigheden en meest
al volkomen correct te handelen. Een imbe-
cil mist nu dit vermogen geheel of grooten-
deels. Een enkel voorbeeld ter verduidelijking.
Stel, wij brengen een imbecil op een kantoor,
waarop hij nooit te voren werkzaam geweest
is. Zijn vorige chef was uiterst tevreden over
hem, want met de grrotste nauwgezetheid
vierde hij alle werkzaamheden uit. Nu ech er,
in deze nieuwe omgeving weet hij zich geen
raad en niet dan na de grootste moeite heeft
hij zich aan de nieuwen toestand aangepast,
terwijl een ander alles heel eenvoudig en soin-
Eel vindt. Na verloop van eenigen tijd wordt
et werk als het ware mechanisch verricht, ja,
vaak munten zij zelfs uit door hun scherp ge
heugen en hun groote opmerkingsgave; Wij
vinden dan ook onder de imbecillen niet zlden
een genie. Velen van de zoogenaamde muzika
le wonderkinderen b, v. zijn imbecillen en zoo
schuilt in 't algemeen vaak onder menig om-
becil in een bepaalde richting een genie. Zij
zijn 't, die niet vragen naar het verband der
dingen, doch zij beschouwen de feiten afzon
derlijk, los van elkander. Het is dan ook merk
waardig soms hog een voor oós wellicht door
zijn arbeidsprestaties zeer achtenswaardig
man op de vraag b. v. of ieder, koning kan
worden antwoordtja, las men maar van
adel is", terwijl hij wellicht beter dan één van
ons allen thuis in in de geschiedkundige feiten,
al wil ik uw geschiedkundige kermis geenszins
overschatten.
Het zijn bovendien ook echte „autoriteits-
geloovigen" om een germanisme te mogen
februiken en zijn gemakkelijk tot goed en tot
waad te verleiden. Zij zijn vorblind ver
trouwen, want deze of gene heeft het nieuws
gezegd. v.
Het laat zich begrijpen, dat dit tot groote
onheilen aanleiding kan geven, ja strafrech
telijke vervolging, is vaak het einde, daat zij
absoluut niet de gevolgen van hun daad kun
nen overzien. Zoodra een inbicü in moeilijke
omstandigheden wordt 'gebracht en er zich
niet weet uit te redden, grijpt hij of zij naar 't
eerste 't besté middel, dat ten dienste is, niet
in staat zijnde te overwegen, wat uit zijn(haar)
handelswijze kan voortvloeien.
Zoo is 't weer dan eens voorgekomen, dat
eeen kindermeisje het kind, dat aan haar zor
gen was toevertrouwd maar eenvoudig worgde
daar zij 't op geen enkele andere wijze stil
kon houden. Voorzeker een radicaal, doch met
kon houden. Voorzeker een radicaal, doch
niet gewenscht middel II.
Toen herinner ik mij een zeer karakteristiek
geval. Twee vriendjes van een jaar of 14 h 15
wandelden samen op een vrij eenzamen bui
tenweg. Een dezer had het ongeluk zijn voet
te verzwikken en kon dientengevolge niet
verder Joopen. Zijn vriendje wist geen uit
komst en in plaats van hulp te gaan zoeken in
de buurt, gooide hij zijn metgezel maar in een
sloot om zich te einde raad uit deze moeielijke
omstandigheden te redden. Gelukkig werd
deze daad nog bijtijds ontdekt en heeft dit
den betrokken niet het leven gekost. Bij nader
onderzoek bleek de bedrijver een echte im
becil te zijn.
Onder de zoogenaamde navolgster en na
volgers van de mode, in den strengsten zin
Zoo zien wij dat een imbccil aan den cencn
kant voortreffelijke eigenschappen heeft, zoo
zelfs dat men in zijn of haar plaats geen betere
werkkracht zou kunnen verlangen, doch aan
den anderen kant moeten wij bij zulke pa
tiënten ten allen tijd opasen, dat zij niet den
tol moeten betalen bvoor hun handelingen,
die azij met de grooste koelbloedigheid ver
richten en waarvan, zooals wij bemerkt heb
ben de gevolgen onherstelbaar kunnen zijn.
Slechts in die gevallen, waar de imbecilleteit
zoo ernstig is en een dergeliiken vorm ver
neemt, is onderzoek voor eventueele opname
in een gesticht niet alleen gewenscht doch
dringend noodzakelijk.
MEDICUS.
DE VRUCHTBAARHEID DER MALARIA
MUGGEN.
Welke gevolgen het niet- verdelgen der ma
lariamuggen kan hebben, blijkt uit het vol-
volgende, dat we aan „De Nieuwe Amsterda-
mer ontleenen
Het niet-vernietigen van één mug kan als
gevolg hebben, dat het aantal in een zomer
met meer dan acht milliard kan vermeerderen
Dit cijfer is door dr. Murray, een Engelsclie
dokter, op de volgende manier berekend.
Hij begon op den roden April te rekenen.
Een mug legt gemiddeld 120 eieren. Dr. Mur
ray nam aan, dat er, gezien het ongunstige
weer, van die 120 eieren maar 10 uitkomen.
Op 25 April zijn er dan 10 muggen voor den
dag gekomen.'Van deze 10 zullen ongeveer 5
vrouwtjes zijn. Deze 5 leggen samen 600 eieren
Hiervan komen 200 muggen. Van die 200 mug
gen zijn ioo vrouwtjes. Deze leggen 12.000
eieren, waarvan er minstens 4000 uitkomen.
Dan is het, volgens de berekeningen van dr.
Murray, pas ri Juni. Van die 4000 zijn 2000 wij
die samen 240.000 eieren leggen, waarvan er
plm 80.000 veranderen in muggen. Dan is het
30 Juni. Als hierbij 40.000 vrouwtjes zijn,
dan hebben zij op 18 Juli een nakomeling
schap van 1,óoo.óoo. muggen.
Op 5 Augustus zijneer Opnieuw 32.000.000
muggen bijgekomen. Op 25 Augustus komt er
een nieuwe zwerm bij, van niet minder dan
640,000.000 stuks.-En dan is het nog niet ge
daan, want dé 320,000.000 vrouwtjes-muggeD,
die hierbij zijn, zien kans om zooveel eieren
te leggen, dat op 16 September nogmaals
7,600,000.000 muggen op de wereld worden
losgelaten.
Dan is het afgeloopen, maar ondertusschen
heeft die mug, die xo April haar eieren legde,
niet minder dan.
10
200
8.273.684.210 nakomelingen
HET KATHOLICISME VAN MONTESSORI
In de „Msb." geeft de zeereerw. Pater G.
Lamers S. J. als zijn oordeel te kennen, dat,
het eerst hoofdwerk over opvoedkunde van
Dr. Maria Montessori al te gerede aanleiding
gaf tot een bedachtzaam voorbehoud. Hét
was al te duidelijk, dat een christelijke wijs-
geerige opleiding haar ontbroken had.
„Echter, het pleit voor haar persoonlijkheid
dat zij een leemte voelde in haar godsdienstige
opleiding en deze thans tracht aan te vullen
door een degelijke studie der christelijke wijs
begeerte. Haar eigen opvoeding moet in dit
opzicht wel zeer onvolledig geweest zijn, daar
zij als eenig kind van arme ouders slechts met
de grootste moeite hare wetenschappelijke
vorming aan de staatsscholen heeft kunnen
voltooien."
Naar aanleiding van haar optreden hier te
lande, is geklaagd over de neutrale lijn, waarin
zij zich bewoog, over de afwezigheid van elk
godsdienstig element, doch „men vergete
niet vervolgt de eerw. schrijver dat zij
hier enkel sprak over onderwijsbelangen. Bij
haar laatste voordracht in Engeland echter
hééft zij den godsdienst in het centrum der
opvoeding geplaatst en haar slotrede in het
Savoy Hotel eindigde met de woorden: Sta mij
toe, mij te wenden lot een anderen koning.
Thans klinkt, uit twee verschillende kampen
dezelfde kreet opvrijheid, onafhankelijkheid.
Wat de revolutionnairen vragen, kan met
méér zekerheid verwezenlijkt worden door
het kleine Kind, dat gekomen is in al majes
teit, om ons te helpen hier op aarde het Rijk
.Gods tot stand te brengen. Laat ons eenstem
mig onze hulde brengen aan dezen Koning
van het menschdom. aan het kleine Kind
van Bethlehem."
Pater Lamers concludeert,''uit een en ander,
dat. door zich in beginsel als haar tegenstan
der uit godsdienstige beweegredenen te ver
klaren, man èn aan de persoon èn aan het
streven van Montessori onrecht doet
„Haar eerste hoofdwerk, de zelfopvoeding
van het jonge kind, 'critisch beschouwen en
hier en daar verbeteren zelfs, is plicht en ge
heel en al in overeenstemming met Montesso-
ri's eigen bedoelingen. Wat'haar onderwijs
methode betreft, deze zal inneukort, van ka
tholiek standpunt bezien, worden uitgegeven
en 't is onze hartewensch, dat zij evenveel
succes moge hebben als de niet-katholieke
Montessori-boeken, die werden geschreven
door personen, die haar niet ten volle begre
pen."
DE DURE SCHOOLBOEKEN.
In een ingezonden artikel in het „Week
blad voor gym. en middelb. onderw." schrijft
de heer G. C. Hoogewerff, Directeur der H. B.
S. te Hilversum, dat zooveel mogelijk uit
breiding zal wordep gegeven aan het „boeken
fonds," waarvan de schrijver zegt, dat het al
vele jaren aan de H. B. S. te Hilversum be
staat. Hij zet uiteen, wat dit fonds is: „dat
in alle stilte veel goeds heeft gesticht. Wan
neer leerlingen, kinderen van gegoede ouders,
de school verlaten, dan verzoek ik die ouders,
de niet meer gebruikte schoolboeken ter be
schikking van dat fonds te stellen. Die boeken
worden dan nagezien, 7,00 noodig ingenaaid
of gebonden, en aan de leerlingen,'die daar
voor in aanmerking komen, in bruikleen gege
ven. 't „Leven" der schoolboeken, dat gewoon
lijk maar kort is, wordt zoodoende gerekt,
verscheidene leerlingen kunnen er van profi-
teeren.
Wanneer het gemeentebestuur en de ouders
het willen steunen, kunnen velen, die tegen de
hooge kosten van de aanschaffing der school
boeken opzien, op kiesche wijze worden gehol
pen er behoeven minder nieuwe, dure boe
ken te worden gekocht.
Eindelijk is aan het gemeentebestuur ver
gunning gevraagd, om van;-die boeken, die
uitsluitend In' de klasse worden gebruikt, een
bepaald getal exemplaren aan te- schaffen, die
dan jaren lang dienst kunnen doen. Met de
platen-atlassen zijn wij daar reeds aan begon
nen. Wie zulk een boek of atlas in eigendom
wenscht te hebben, kan zich die natuurlijk
tóch aanschaffen. De directeur der schoolmoet
daarenboven de bevoegdheid hebben, om de
leerlingen, die de school verlaten, de boeken
te laten behouden, die zij voor hun verder
studie noodig hebben, of op het bezit waarvan
zij prijs stellen.'
'De redactie van het „Weekblad teekent
hierbij aan
Van andere inrichtingen, waaronder Rijles-
scholen, zijn ons soortgelijke maatregelen be
kend inderdaad blijkt de hierdoor beoogde
kostenbesparing in tal van gevallen dringend
noodzakelijk. Al zou het onbillijk zijn de prijs-
verhoogingder leermiddelen in t algemeen en
zonder onderscheid onredelijk te noemen, lijkt
het ons toch een rechtmatige eisch, dat de
uitgevers zich nu ook op dit punt eens onder
ling verstaan over een hoog noodige beper
king. Voorbeelden toch van buiten evenredig
heid opgedreven prijzen zijn in voldoende
mate voorhanden, en het lijdt 0. i. geen twij
fel dat daartegen hunnerzijds onverwijld kon
en moest worden opgetreden.
De hooge prijs der schoolboeken is oorzaak
van een tweeledig kwaad. Het eerst betreet
de hygiëne, dat nl. gebruikte boeken komen in
handen van opvolgende geslachten van leer
lingen. Het tweede bestaat hierin, dat in de
zelfde klasse oude drukken van leerboeken
zullen voorkomen, naast de nieuwe, waarvan
ze dikwijls in niet geringe mate verschillen
en hoezeer zullen we dien misstand zien toe
nemen, als ze van de zijde der school bevor
deren, dat dezelfde exemplaren zooveel langer
mee kunnen Of zouden de uitgevers wellicht
termen kunnen vinden om door een algemeene
schikking ook hierin tegemoet te komen Wij
zouden hun het denkbeeld van inruiling in
overweging wenschen te geven. Den verouder
den druk van een leerboek of schoolatlas, ge
waarmerkt als het eigendom van een leerling
der school, zouden wij voor een bepaald be
drag stel b. v. den halven prijs inwissel
baar gesteld willen zien tegen den nieuwsten
druk daarvan. Tegen het financieel verlies,
aan de ruiling van exemplaren verbonden, zou
een vermeerderd debiet van den nieuwen druk
tot zekere hoogte opwegen."
Het is wel jammer, schrijft het „Hbld", dat
de leeraren, in hun prijzenswaardig streven, d-
rekeningen van „de dure schoolboeken" ge
ringer te maken, niet beginnen de schrijvers
van schoolboeken aan te manen, van den eer
sten druk een definitieven te maken en met
na één of twee jaren al een „herzienen druk
uit te geven.
Een hoe herzien soms I Meermalen zijn de
wijzigingen zoo gering, dat die een nieuwe
uitgave niet rechtvaardigen, en zoo komt het
dat om weer eens iets te noemen, vele ouders
meermalen gedurende den H. B. S.-tijd voor
hun kinderen een dure atlas moeten koopen,
alleen wegens onbeteekenende veranderingen
Er bestaan van sommige schoolboeken „ge
wijzigde herdrukken," die de gedachte dien
opkomen, dat behalve of inplaats van het on-
derwijsbelang geldelijke, overwegingen tot
herdrukken voerden, wat zekei niet te bil
lijken is.
De St. Jozefsgezellenvereenigring en den
Ned. R.-K. Volksbond in het Bisdom
Haarlem.
Bij Bisschoppelijk besluit vail den Sen
Maart 1.1. is goedgekeurd de volgende
overeenkomst.
Regeling; van de verhouding: tuissehen
de St. Jesephsgezelleuvereeuiging en
den Ned. R.-K. Volksbond op plaatsen,
waar de St. Josephsgezellenvereenigiug
slechts ongehuwde leden osnvat.
I, Als regel gekit, dat de zorg voor de
II.-K, Jongemannen tot minstens den 21-
jarigren, hoogstens den 25-jarigen leeftijd
behoort tot de taak der „St. Josephsgezel-
lenvereeniging."
IL Op plaatsen, waar een St, Joe. Gez.
Ver. bestaat, laat dw plaatselijke afdoeling
van den Ned. R.-K. Volksbond geen leden
dier Ver eenig ing' tot haar lidmaatschap
toe, vóórdat zij den leeftijd van 21 jaren
lieden beneden den leeftijd van 21 jaar lid
zijn van beide organisatie», dieze voor geen
van beide behoeven te bedanken.
III. De St. Jos. Gez. Ver. laat haar le
den vrij, om op 21-jarigen leeftijd over te
gaan tot de plaatselijke afdeel ing van den
Ned. R.-K. Volksbond en verplicht zich,
om haar leden op 25-jarigen leeftijd haar
organisatie te doen verlaten, om tot die
van den Ned. R.-K. Volksbond over te
gaan. Als regel geldt, dat zij,, da» lid wor
den van den Ned. R.-K. Volksbond, niet
tegelijkertijd lid kunnen blijven van aa Sit1
Jos. Gez. Ver.
IV. Hoogst wensclielijk is het, dat de
jongelieden reedis als lid van Patronaat en
St. Jos. Gez. Ver. deelnemen aan fondsen
tot uitkeering hij ziekte, werkloosheid
enz.
Wanneer de St. Jos. Gez. Ver. dergelij
ke fondsen beheert, dan worde een leve
ling gteroffen, waardoor de overgang tot
de fondsen der volwassenen voor degenen,
die de St. Jos. Gez. Ver. verlaten, gemak
kelijk worde gemaakt.
V. De plaatselijke afdoeling van den
Ned. R.-K. Volksbond bevordert naar best
vermogen de toetreding der jongemannen
tot de St. Joz. Gez. Ver. ter plaatse.
Wederkeerig bevordert de St. Jos. Gez.
Ver. op dezelfdie wijze den overgang barer
ieden tot de plaatselijke afdeelingen van
den Nód,. R.-K. Volksbond.
VI. Bij eventueele moeilijkheden in ver
band met de toepassingen van die hierbo
ven gestelde regels, wenden de betrokken
vereenigingen zich tot de Oentrale Presi
denten barer organisaties, die in onder
ling overleg de moeilijkheden trachten op
te lossen.
Bij blijvend geschil beslist de Bisschop
van Haarlem.
Appendix. De verhouding tusschen bei
de organisaties op plaatsen, waar de St
Jos. Gez. Ver. met toestemming der Ker
kelijke Overheid een „Afdeelin.g Gehuw
den" heeft, worde door de plaatselijke be
sturen met inachtneming der bestaande
bisschoppelijke besluiten afzonderlijk ge
regeld.
Wijzigingen ia deze regeling" behoeven
de goedkeuring van Z. D. H. den Bïsschoy
van Haarlem. „St. Bavo."
HOE DE COMMUNISTISCHE GROOT
VORSTIN TE ZUNDEIÏT LEEFT.
Daar op de Noord-B ra baatsohe heide,
tuseehen heerlijke dennen bosschen zoo
vertelt een verslaggever van het ,,Dagbl,
van N. Br." woont in de „Angora-lioe-
vë" de communistische grootvorstin Hen-
riëette Roland Holst-v. d. Se,halk. Daar zit
zij aan het wijdopen raam en bestudeert
haar verderfelijke plannen. Daar voor
haar open raam schrijft zij haar fel-ver
blindende redevoeringen. Verblindend
door het stofgoud der schoone beloften.
Zij bezit in die bosschen ©en oude hoeve.
Bezijden daarvan heeft zij een fraai, hel
wit paviljoen doen optrekken in goed ver
zorgden tuin. Vóór haar ligt de wijden
verre heide.
Achter in den tuin bevindt zich het ex
centriek-artistieke atelier van haar echG
genoot, den schilder Roland Holst, dia
zich weinig schijnt te bemoeien met d«
omverwerpingsplannen van zijn lief
vrouwtje. Hij wijdt zich daar, zoo zegf
men, in stilte aan zijn kunst.
Henriëtte daarentegen ontvangt veel
heerenbezoek, waarschijnlijk tot het hou-
den van conferenties. Zij confereert met
Wijnkoop, den gebaarden Sovjet-president
den hardkoppigen Louke e.d.
Henriëtte ia zeer excentriek en reed#
toen zij als kind te Zundert kwam, zoo
verzekerde oude familie», voorspeld#
„men" dat het wel ,,efen rare" worden zou.
Het Brabantscbo volksoordeel heeft
hier niet erg misgezien.
Na wandelt het lange, excentriek-uitge
doste mensch over haar uitgestrekte gron
den. En aan haar voeten wroet het pro
letariaat, dat. moet worden geheven „uit
den poel der ellende", in den onvruehtba-
ren bodem, luistert goed van 's mor
gens 6 tot 's middags 12 nur met 1 uue
schafttijd en vervolgens van 1 uur nam,
tot pl.m. 7 uur avondsvoor 2.60
per dag. Zoo worden daar in praktijk ge
bracht de beginselen, die zij als fraaie be
loften strooit op de communistische ver
gaderingen. Haar dientbod® betaalt zij f I
per dag met kost en inwoning. Ook deoo
TREKJES CXXXV.
ZWAAR WEER.
Monoloog.wij naar 'n
grap van Mark Twain.
De angst voor het onweer is een van die ge
breken,
Welke men aantreft in alle landen en streken
Het grootste deel vrouwen lijdt er vast an,
Maar ook andere huisdieren hebben er soms
last van.
Een vrouw, die den duivel staat.ja zelfs
'n muis
Brengt bij één blimsemstraal 't heele huis
In opschudding, raakt absoluut de kluts
kwijt;
Bedroevend verschijnsel van den geest van
den tijd.
Ik heb 'n vriend nog niet lang getrouwd,
't Eenige wat hem van z'n huwelijk berouwt,
Is 't boven-omschreven gebrek van z'n vrouw;
Overigens 'n schat, als 'n doesje zoo trouw.
In 't verhaal, dat nu volgt, zal k hun naam
wat verbloemen
En 't echtpaar „Katootje" en „Kristiaan
noemen.
Op 'n avond werd Kris 'k heb 't haarfijn
vernomen
Door 'n angstgil gewekt uit z'n eerste droo-
men.
Toen hij zich verschrikt had overeind gekrab
beld
En 'n dosis positieven bij elkaar gegrabbeld,
Was 't eerste, wat onze Kristiaan zag,
Dat z'n andere helft niet meer naast hem lag.
„Katootje"-- riep hij met '11 komisch gezicht
„Waar ben je, m'n engel, m'n poesje, m'n
wacht
;,In de hangkastklonk '11 stem als 'n
clarinet
„Je ligt toch hoop 'k niet meer in je bed
Je moest je schamen, om met zulk weer te
<- sianen t"
Waarop manlief antwoordde onder luidruch
tig gapen
„Hoe kan 'k nou slapen en me scha
men meteen
Toen hoorde hij 'n snik, die hem door merg en
been
Drong :„Kom direct er uit, als ons leven je
wat waardisI"
Maar Kristiaan, die in zoo'n geval steeds be
daard is,
Vroeg kalm :„Maar w at scheelt je toch, schat
tebout
„Hou je mond Geen wóórd meer I" klonk het
benauwd
„Je weet, 't is vreeselijk gevaarlijk in bed
Kom er uit, of heb je 't er op gezet,
Om je lieve vrouw'n Bliksemflits smoor
de 't geluid
Kato stiet 'n zevental gilletjes uit
„Daar, nou zie je 't..en géén bliksemafk-i
der op 't huis
„Ja, kindje, zei Chris, „elk huisje heeft z'n
kruis...."
„Ach, praat toch geen onzinwat doe je
nu man
,,'n Lucifer aanstrijken, was 'k van plan."
„Zeg, ben je nou heelemaal gek? Blaas
uit
Of geef je om 't leven van je vrouw geen duit!
Niets trekt den bliksem zoo aan als 'n vlam,
Ach, wat ben 'k toch 'n ongelukkig lam
Fts.boem.romméldebom-rom
klonk 't buiten
Katootje huilde tranen met tuiten
„Zie je nu, onvoorzichtige, wat je hebt ge
daan
„Ik zie niks," bromde Kris, „want de lucifer
is nog niet aan
Door die duisternis breek ik me jandori haast
'11 poot"
„O, gebruik niet die taal in 't aanschijn van
den dood
Tsingboemelderommeldebommeldc-
pang
„O-o-o-oHóór't Is ingeslagen," huilt
Kato bang;
Je staat toch niet bij den schoorsteen
klonk 't met 'n snik.
„Ja vrouwtje" zei Kris „die misdaad bega ik.
„O-o-o-o, je stort ons in 't verderfDirect er
vandaan, Kri*
„Nou, hou je gemak maar, ik sta alweer bij 't
raam
„Wkt' zeg je O-o-o-o, hoeJs 't in 's hemels
naam
Mogelijk..bij 't venster.-..de gevaarlijk
ste plek,
Handel toch kalm, Kns, en doe niet zoo idioot
gek.
Wat hoor 'k Doe je werkelijk 'n deur daar
open
„Per ongeluk, Kato, 't was er tegenaan ge-
loopen'"
„Doe dicht, want die deur beteeken t de dood
Hoe schandalig, dat je zóó 't gevaar nog ver
groot.
Wat hoor 'k nu weer Waar sta je ln te
plassen
„Voor tijdverdrijf ben 'k m'n handen aan 't
wasschen
„O-o-o-o, weg dat water, weg Sluit de hoofd
kraan af,
Of je brengt mij en je zelf d'r bij naar 't graf
Water en bliksem zijn vijanden van elkaar..
Doe wat 'k je zeg, KrisO-o-o Wat hoor
'k daar
„De donder,schatje, Komt weer even tegast"
„Kris Ik gebied je, kom bij me in de hang
kast"..
Direct voldeed Kris aan 't vrouwelijk besluit,
Doch na 'n half uur stik-angst brak hij er weer
uit.
„Kris, als je ons beiden 't leven wil schenken,
Geef mij dan 't bock met de onweerswenken
't Ligt op de bovenste plank in 't buffet,
Je vindt't wel in donker, als je maar oplet"
Na 't breken van 'n half dozijn beeldjes cn
vazen
Had Kristiaan eindelijk het boek te grazen,
Bracht het z'n vrouw..en wachtte verdere
bevelen
Plots klonk weer haar stem als uit zeventien
kelen
„Wat was dat
O-o-ó-oPak haar onmiddellijk heel zacht
om haar bast.je
En sluit haar secuur in 't wachtafelkastje.
Haal de po er maar uit..Elk kattensnaar-
tic
Bevat electriciteit ,tot in 't puntje van 't
staartje."
Onder poesje's heftig spartel-bewegcn
Had Kris 't beest in het kastje gekregen
En 't zong daar, tot 'twekken van medelijen,
De liefelijk-zoetste melodijen.
I11 haar schuilplaats had Kato '11 kaars aan
gestoken
E11 las met 'n stem, gesmoord en gebroken
„Het veiligste is.op 'n stoel te gaan staan,
Met de pooten in glazen zonder voetjes er aan"
Rom-— bommelderom„Hoor je dat. Kris?
Haast je toch jongeneer 't te laat is
Eindelijk had Kris cle tumblers, na veel on
gelukjes
Uit de kast gehaaldde laatste vier.
de rest lag in stukjes
Met moeite kreeg hij die vier pooten er 111
En stond op den stoel volgens zijns ega's zin.
„Dan staat er in 't boek, je moet metaal bij-
je nemen.
Toe, zet je brandweerhelm op en sta niet
te teemen."
Kris zocht het loodzware hoofddeksel op
E11 plantte het op zijn bezweeten kop.
Z'n vrouwtje vervolgde onder klagen en ker
men
„Hier staat. Kris je moet ook je middel be
schermen
Zou je je bijl en je haken niet aandoen
Toe, dan krijg je morgen 'n extra zoen.
Maar Kris werd eindelijk misselijk van 't ge-
drijf.
Bromde wijselijk heelzacht „akelig.
mcnsch"
Maar 'n nieuwe belofte gaf hem weer kracht
En spoedig stond hij op den stoel weer op
wacht.
Met z'n nachthemd nog aan, 't gereedschap
om z'n lijf
Terwijl dc helm in z'n hoofd drukte, lood
zwaar en stijf
't Ding woog nota-bene '11 half dozijn ponden..
En neg was 't niet uit, Kato had wéér iets.
gevonden.
Je weet toch hoe '11 bliksemzuigcr zoo'n
schoorsten is
„'11 Bel moet je luiden, Kris, staat cr in 't
boek.
Toe, doe Vn poosje, die staat in den hoek.
Door de trillingen van het schelle geluid
Gaat de inslaande bliksem er daad'lijk weer
uit."
Eerst weigerde Kris, maar op 't smeeken en
paaien
Begon hij als razend met 'n bel te zwaaien.
Toen hij 'n kwartier daarme bezig was
Tikte iemand tegen 't vensterglas
Met 'n ruk vloog de glazen deur der serre open
En 'n drietal soldaten kwam binnen geloopen.
„Wel voor den duivel, wat is hier aan de hand?
Maar toen ze Kris zagen in dien bespottelijken
stand.
Op 'n stoel, in z'n nachtgoed, met helm, bij?
entouwen, v
Konden ze 't natuurlijk van 't lachen niet -
houwen.
„Vvvoorzorgen t-tegen onweers
rampen" stotterde Kris.
„Maar, meheer, zeg dan 's gauw waar dat on
weer is
„Waar 't is Hebben jullie dan niets gehoord?
Ónze heele nachtrust is er door verstoord"
„Maar, manlief, van sterren bezaaid is de
lucht II!"
Doch toen snapte een van de jantjes de klucht
„Meneer, heeft u er heelemaal niet aan ge-
dacht,
Dat ons regiment manoeuvres houdt van
nacht
Wat u zag was 't zoeklicht, wat u hoorde de
kanonschoten 1"
Kris gaf de mannen 'n fooi'n heele groote.
Maar ze moesten beloven er met niemand
over te praten
Dat deden ze als eerlijke, ferme soldaten,
Zoodat 't verhaaltje niet verder ging
En buiten hen, bleef in den huislijken kring.
Alleen ik weet 't..en dat is gemakkelijk ts
verklaren,
Daar 'n vrouw onmogelijk 'n geheim kan be
waren.
G. N.
4.000
80.000
1,600.000
32.000.000
640.000.000
7.600.000.00
(jig kcit"