TWEE SPORT- EN WEDSTRIJDEN Kroniek van de Week. te* V.»1-'- VtfU S Kick wat wils Medische Praatjes».. Wat de Pers zegt VOETBALOVERZICHT. ZATERDAG ms'i ME\ 1820 DE KOE EN HAAR STAART. Ev. A. C. Oudemans te Arnhem schrijft aan het tijdschrift Natura In den gloeiend heeten zomer van 1911 wa» ik in Ellekom. In de droge weide van het land- nekie daar groeide geen gras meer de zand- plaagden de k»™n «et verwondering en vreugcie, 110c nuttig gebruik van hun staarten maakten. Zij scheef den daarmee letterlijk over het zand daarbij den staart krommend, waardoor een tamelijke hoeveolixid zand bjeen gegaard werd, en slingerden dat behendig over hun rug zooals olifanten dat met hun snuit doen, Deze bewegi ïg werd haast elke minuut her haald. Ik deelde een en ander mijnen vriend, ar. Embrink Strand te Berlijn mede, die mij ver haalde, dat hij hetzelfde in Noorwegen van landbouwers vernam, en daarop opmerkzaam gemaakt, het ook zelf waarnam. Nadei schreef hij mij de koe kan haar methode van vliegen verjagen zeer geschikt naar omstan digheden wijzigen zoo komt het voor, dat de koeien in water hun staart nat maken en1 zich dan geeselen, waardoor zij de vliegen beter verjagen dan met hun drogen staart. Ook dringen zij wel in kreupelhout en brengen dan door voordurende zwaaiingen van nun staart takken en twijgen in beweging, Waar door de vliegen meer gestoord worden, dan door den staart alleen. JAGEN MET DEN GEVLEKTEN TIJUER In Voor-lndië gaan de inboorlingen soms op jacht met den cheetah, een groote soort van den gevlekten tijger, wel te onderschei den van den gestreepten Bengaalschen Ko- ningstijger. Natuurlijk is dit geen alledaag sciie sport, vertelt de Zeereerw. heer A. Merkes, missionaris in Madras (Voor-Indie) in de „Annalen van het Missiehuis te Roo sendaal." Natuurlijk is dit geen alledaagsche sportslechts prinsen en edelen, Hindoes zoowel als Mahomedancn, beoefenen haar. De gedresseerde cheetah zit op een In disch voertuig door ossen getrokken, en is geblinddoekt. Naast het beest zit zijn be waker, die hem met een touw aan een hals band vasthoudt. Het dier heeft een riem om het lijf. Op deze wijze wordt de cheetah naar de plaats vervoerd waar herten aan getroffen Worden. De jagers bestijgen een zelfde soort voertuig als waarop de cheetah gezeten is. Als het jachtterrein met hoo rnen en struikgewas bedekt is, dan wordt de blinddoek afgenomen zoodra men een hert op het spoor is. De cheetah springt /an den wagen en kruipt ongemerkt van jvcliuilplaats tot schuilplaats. Hij houdt al tien tijd zijn prooi in het oog totdat hij dicht i'enoeg genaderd is, dan schiet hij plotseling te voorschijn en bespringt het hert. Slechts iser zelden mist zijn sprong. Als de cheetah bespeurt dat hij ontdekt is, door zijn prooi, dan legt hij zich languit op den grond, L'e jagers beschrijven dan een wijden boog cm het hert en drijven het langzaam naar de plaats waar de cheetah in hinderlaag ligt. Komt het hert dicht genoeg bij, dan vliegt de cheetah er op af en mist zelden zijn doel. Met een hinde of een jong rt is het spoedig gedaan, maar moeilijker is het als de prooi een oude bok is. De cheetah werpt met een slag zijn prooi omver en grijpt haar bij de keel. Een sterke bok worstelt dan tegen en de cheetah moet behendig een stoot van de sterke horens of een schram van de scherpe hoeven vermijden. Als het dier overwonnen is, snelt de bewaker toe en snijdt het den hals af. De cheetah immers zou zijn prooi verscheuren, als de bewaker het niet belette. Deze vangt het bloed op in een grooten lepel en geeft het den cheetah te drinken of hij snijdt behendig het achter- lid van een der pooten af en steekt het in den bek van den cheetah. Het hert Wordt weggedragen en de cheetah springt weer gewillig op den wagen. Als de cheetah soms zijn prooi mist, dan is hij kwaadaardig, de bewaker nadert hem voorzichtig paait hem een beetje en grijpt hem bij den riem om het lijf en den hals band, en brengt hem zoo terug naar den Wagen. TREKJES CXXXVI. Nooit meer. Spierwit van woede waren Jo en Anna thuisgekomen.. Met driftig ruk-gesjor had den zij zich ontdaan van hoed en mantel eerst zwijgend, mokkend, met zenuwgetrek der saamgeknepen lippen Toen een gierende huil-scheut van Jo. en 'n schampere snik-lach van Anna Waarna de bom losbarstte. Allebei waren ze overgeslagen aan de CommuniebankHadden tegenover de heele kerk voor schandaal gezetenvreese- lijk.om 'r wat van te krijgenDuizend loe rende oogen hadden ze op hun rug voelen brandenineengekrompen van schaamte en nijd waren ze naar hun plaats teruggegaan. Alle fiolen van toorn braken los over het hoofd van den kapelaan,die 't hem „geleverd' had. 't Was een schandaal gewoonweg.'n gruwelijk schandaal.. Wat zoo'n man toch in Godsnaam bezielde, om fatsoenlijke meis jes zoo'n beleediging aan te doen. j MEDISCHE PRAATJES HET WATER. Zooals velen uwer wel zullen weten, be staat de mensch voor het grootste gedeelte uit water. Deze hoeveelheid is eenigszins wisselend, doch wilt ge een cijfer in uw hoofd hebben, dan kunnen we dit het beste geven t. o. t. van het lichaamsgewicht en zeggen dat de mensch voor 6070% van "zij 11 lichaamsgewicht uit water bestaat. Er heeft nu dagelijks een in- en uitvoer van water plaats. Wij verliezen water met het zweet en de dampvormige ademhalihgsplicht bij de uitademing, met de urine om slechts enkele der voornaamste te noemen. De hoe veelheid water, die wij bij al deze processen, die noodig zijn om te leven,verliezen, bedraagt normaal ongeveer 3% a 4 Liter per dag- Dit bedrag moet wederom iederen dag aan gevuld worden en dit geschiedt grootendeels door onze voedselopname, daar de meeste onzer voedingsproducten vrij rijk zijn aan water. Behalve deze luttele vier liter water, heeft ieder mensch echter per dag nog veel meer water noodig, hetgeen ons duidelijk Wordt, als wij allereerst eens een kijkje gaan nemen in de keuken. Alles dient afgewasschen te worden, de vloer en de straten moeten ge- schrobt en hiervoor heeft onze gedienstige een vrij belangrijke hoeveelheid water noodig. Hierbij blijft het echter niet. De mensen heeft water van noode om zijn lichaam te reinigen én als wij hierbij voegen het quan tum water, dat men behoeft om de wegen, in den zomer vooral, te besproeien en voorts dat ten dienste moet staan om de closets, die men in de steden veelal vindt, door te spoelen, dan komt men tot de conclusie, dat ieder mensch ongeveer 100 Liter water per dag noodig heeft. Hoe komen wij nu aan zooveel water Ziedaar de vraag, die het meest voor de hand ligt en allereerst dient beantwoord te worden. Practisch gesproken is al het water, dat ons ten dienste staat, afkomstig van den regen. Velen en vooral degenen onder U, die uit kleine plaatsen komen, zullen zich nog wel den regenbak bij hen thuis herinneren. Er zijn nog vele kleine plaatsjes in ons land, waar men zich uitsluitend met dat water moet redden. Het water wordt van de dakgoot langs een pijp gevoerd in den regenbak. Is het lang droog weer geweest, dan Wordt de pijp eerst „uitgezet" zooals men dit pleegt te noemen, hetgeen ten doel heeft het meest verontreinigde water niet in den bak tc doen vloeien. Het water in den regenbak Wordt nu gefiltreerd door een eenvoudigen filter, waarin de laag beenderenkool wel de voornaamste is, daar deze het lood, dat van de dakgoot en pijp in het water is geko men, uit het water verwijdert. Onderzoeken wij het water, dan blijkt dat vóór de filtratie bijna altijd lood aanwezig is en dit na de filtratie verdwenen en vastge legd is door de kool. Vroeger en vooral vóór dat men filters gebruikte 1827) was Loodkoliek zeer zeker geen zeldzame ziekte. De ouderen onder ons zullen zich nog Wel licht zulke gevallen herinneren en tevens, hoe het water hun in die dagen toegemeten Werd, eigenlijk het best te vergelijken niet het rondbrengen van de melk door den melk boer heden ten dage, als men hetzij geen eigen regenbak rijk was, hetzij de voorraad hiervan niet groot genoeg meer was. Behalve met het gevaar van loodvergit- tiging hadden onze voorouders met nog tal van andere moeilijkheden te kampen, vooral in de groote steden, waarin de huizen ecu gemeenschappelijke doorloopende dakgoot hebben. Een van de voornaamste moeilijk heden was wel de onreinheid van het water. Helaas zijn niet alle menschen even zindelijk en waren, dit destijds ook niet, zoodat het dienstmeisje van de buren het vuile wasch- Water enz. door de dakgoot gooide, daar dit gemakkelijker voor haar was en zij niet met den vollen emmer naar beneden behoeft te gaan. Ook loodgieters en dergelijke die op het dak bezig waren om het te repareeren namen nog al eens niet de moeite zich behoorlijk tc verwijderen. Dat ziekten, waaronder de ty phus wel in de eerste plaats genoemd mocht worden, hiervan vaak het gevolg Waren, behoef ik u niet te zeggen. Het spreekt vanzelf, dat men in droge tij den, vooral gebrek aan water had en dit deed zich in het bijzonder gevoelen in de grootere teden, waar vele menschen één huis bewo nen. Men ging dus nadenken, hoe men op andere wijze in deze behoefte kon voorzien en men trachtte weldra het oppervlakte water d.i. het water van rivieren, wegen etc. ten nutte te maken, zoodat er thans vele steden zijn, die grootendeels hun water ont vangen van de groote rivieren. Onder deze wil ik noemen Parijs, Londen en in ons land Rotterdam. Het groote voordeel van deze watervoorziening is de regelmatige toevoer, Met deze zelfde blousj es aan zouden ze op audiëntie gaan bij den Bisschop. .Want dat kon niet bestaan, dat ze je om zóó'n eenvou dig model van „hals" door mochten sturen. de hee.e parochie was 'r over in de war Jarenlang zouden ze er nog op aangekeken wordenGod-God, als zoo'n geestelijke toch 's begreep, wat ie op z'n verantwoording nam. En als ze nou nog onzedelijk gekleed waren geweest.maar wie „dat" onzedelijk noemde, zoo'n heel eenvoudig puntje., die wist niet waar ie staan moest. 't Was verschrikkelijk, waar „dat volk" z'n eigen al niet mee bemoeidewat wist nou zoo'n kapelaan van mode af „En dan klagen ze, als er iemand van z'n geloof afvaltMaar ze maken 't er toch ze ker zelf naarzoo'n schandalige behan deling is net goed om iemand voor altijd uit de kerk te houden Deze laatste zenuw-uitvallen waren gebe zigd door Jo, die half stikkend van kwaad heid 'n glas water naar binnen liet klotsen. En Anna liet er schreeuwerig op volgen, dat ze haar niet meer in de kerk zouden zien. Nooit meer 1 In den leunstoel zat de oude moeder, die bij d'r twee bazige verwende dochters zoo half-en-half 't genadebrood at. >31 revens het nadeel van verontreiniging, Élat natuurlijk wel bestaat door de scheep vaart, zich niet zoo ernstig doet gevoelen als bij de regenwat er voorziening. Als derde manier om ons water te ver schaffen Wil ik nog even aanstippen het z.g.n. bodemwater of grondwater, hetgeen we trachten te bereiken door putten. Hoe men het water ook trachtte te winnen, het diende allereerst goed gezuiverd te wor den, hetgeen uit technisch en finantieel en geneeskundig oogpunt een zeer moeilijk vraagstuk was. DE GROOTE BEK. Terwijl onze regeeiine door het maken van. so ei aio wetten, het steunen van de vak. organisatie, hot bevorderen van het onder wijs en zoovele andere dingen, met kracht tracht to bevorderen, dat oen goede reor ganasatie van het maatschappelijk vraag stuk kan plaats vinden, waardoor hier de burgeroorlog, broed er moord. hongersnood) en nog veel meer ellende voorkomen kan worden, doen de communisten, syndicalis ten en fitooiaal-democra ten, hun heat, af te breken wat anderen bonwen. om zoodoende toch vooral miaar d,en geest v-an ontevreden- beid te voeden en den maatschappelijk en ohaoa te bevorderen, of te ver groeten, ten einde op het voor hen geëigende oogenblik hun ela« te kunnen slaan. Direct in verband met dezen aanhef, schrijft het weekblad ,de Metaalbewerker „St, Eloy": Op 'tuoogenblifc heeft het er veel van tof de leider der S. D. T. P-. Mr. Troel stra. een rondreis door Nederland aan het maken is met het doel den geest van verzot in do harten der arbeiders iwakker te schudden en het prestige van het geza a t© ondergraven. In orakeltaal wordt de nieuwe maat schappij door hem. geschilderd: nergens iis in zijn rede iets positiefs, nergens iets waaraan men houvast heeft; ner gens iets waar in duidelijke lijnen wordt omschreven, wa.t het worden moot en waarom hetgeen door hem wordt geboden zooveel beter is als wat door do Raomsehi-Katiliialieken gedaan wordt om de kankerwouden van de maatschappij t© genezen. Neen, 't is alles in de ruimte, alles 11e gatief. In figuurlijke taal gesproken wordt door hem aan het volk een „fata morgana", eeri luchtspiegeling voorge houden. Niet alleen dus dat het een „luchtspiegeling" een „utopie" is. de „idee" door ham weergeven is daarbij zelfs nog zoo raag dat het als „idee" nog niet to ontwarren is. Doior de onuitputtelijke groote dosis groote woorden, waarmede deze man echter do menschen welke tot zijn volge lingen behooren weet te bekoren, voor al omdat de door hem geuite taal steunt op de ontevredenheid en berekend is op de aangeboren zelfzucht, weet hij te pakken. Voor het denkend publiek zijn ge makkelijk zUn betoogén van de nood i ge franje te ontdoen. en heusch, da,a blijft er niet vee] van over. Q ver de hem veeltijds vergezellende, bü ons weten nog niet overtroffen anti- clericaal. volbloed papenhater. A. It Kleerelkoper. willen wij niet veel woor den verspillen. Papier en inkt zijn ons daarvoor te kostbaar. De Papenhaat van Andries Barend blijkt reeds, hieruit, dat hii in) zijn redevoeringen utsluitend zijn kracht schijnt te ?io>eken in het bekladden van datgene wat door de Katholieken wordt tot stand gebracht. HUN VERDIENDE LOON. In het „Hbld.'' wijdt de Ihoefijzercorres- pondent een artikel aan de beëindiging der staking in de havens, waarin hii zegt. dat cm de houding der arbeiders, zoowel jegens hun medeburgers in land, als jegens de noodlijdenden in w'cenen, zij hun ver diende loon hebben met de geweldige neder- Daarna vervolgt naj „Maar er is nog een andere kant aan de kwestie. Geeft dit einde van den strijd het best mogelijke vooruitzicht op be- driifsrust voor de naaste toekomst? En daaromtrent zijn wij niet zoo heel zeker. Men kan zoo redeneeren: Het syndi- calistisch-communistische dement heeft de leiding gehad van deze staking; het sociaal-democratische element heeft, min of meer aarzelend., die leiding gevolgd. Zoowel in het verklaren als in het uit voeren van de staking heeft de Bondl achter de Federatie aangeloopen. Het is 'j dus goed dat de uitslag een een gewel dige nederlaag voor de arbeiders is ge weest, want nu zal de Bond. bij een volgende poging van de Federatie om 'den boel weer in onrust te brengen, niet zoo licht meeloopen en zijn menschen eer van het gevaar voor mislukking kun nen overtuigen. Ware er ook maar i e ts door de staking gewonnen, dan zou de positie van het Federatie-element daar door züm versterkt en na korten tijd zou men alweer een actie hebben gekregen. Voor deze redeneering is veel te zeg gen, maar men kan een andere er te genover plaatsen. Namelijk deze. Het feit dat de arbeiders een zware neder laag hebben geleden nadat er door hun leiders en in hun persorganen oorver- doovend' was gebrald over de zekerheid van hun overwinning en den desnoods „onbeperkten duur" van den strijd (wij herinneren er aan, dat deze bluf zelfs door een zoo kalm man als de heer Brautigam in de Tweede Kamer werd geslagen), moet bij velen een gevoel van diepen wrevel en wrok achterlaten. Te meer iuist omdat dit belabberde einde 't gevolg is van hun eigen dwaasheid en die van hun leiders. En tegenover het zooeven aangeduide besef van het ge vaarlijke van nieuwe pogingen tot beroe ring, dat de arbeiders van een tweede staking voorshands zal afhouden, moet dit gevoel van wrok en wrevel hen juist daartoe meer geneigd maken. Misschien krijgen we niet zoo gauw weer een mas sale staking maar wel een reeks van par- tieele stakingen, iets waartoe het niet sluiten van een collectief contract eene goede gelegenheid biedt en dat volkomen in de lijn ligt van zooveel mogelijk eco nomische onrust en beroering, welke, ook blijkens de verslagen van den Loonraad, die van het leidende element moet zijn. En daarom ware het welicht beter ge- wtaest, indien 'die arbitrage-poging van minister Aalberse niet had gefaald." Intusschen dient te worden erkend, dat, wanneer de werkgevers er steeds, in slagen om, door het aanvoeren van werkwilligen aan een staking van eenige beteekenis hara werking van stagnatie ie ontnemen, de vraag, of er veel stakingskans bestaan blijft, veel van haar. rechtstreeksch algemeen belang verliest. Gelijk de afgeloopen staking dit deed, zoodra er werkwilligen in zoo grooien getale kwamen dat de staking feitelijk was gebroken. En wrat gedeeltelijke conflicten be treft, deze lijn, voor d'e productie en de con sumptie van ons land, natuurlijk van veel minder rechtstreeksch belang dan algemeene. Eenige onzekerheid blijft bij ons eehier op dit punt tooh wel bestaan. IIET OVERLEG GETRAPT 1 „Onze Strijd" weekblad van den Ned. R.K. Bond van Overheidspersoneel wijdt een ar tikel aan de kwestie van het suppletieloon in den Haarlemsclien Raad. Wij ontkenen er het volgende aan: 't Is niet lang geleden nog, dat de organi saties niet werden erkend. Als elk ander staatsburger, als elke an dere vereeniging mochten wij een adres rich ten aan den Raad, waarin we onze wenschen kenbaar maakten, we mochten de Raadsleden bezoeken en dan verder afwachten wat ge schieden zou. Toen kwam er een tijd. dat we ..gehoord" werden. Mondeling mochien we zeggen wal ons op liet hart lag en B. en W. trokken zich terug en beraadslaagden. Toen kwamen de besprekingen niet Raads* commissies en met stijgend succes konden de organisaties hare denkbeelden bepleiten. Toen (we zouden een bekend schrijver haast moeten nazeggen: „ik weet wel, lezer, dat mijn verhaal eentonig wordt"toen kwam het georganiseerd overleg- En de organisaties waren verheugd. Zü hadden het verdedigd en met klem be. toogd: de regeling der arbeidsvoorwaarden is een siuk sociaal, een stuk vakvereenigings- werk, waarmee de Raad zich zoo weinig mo gelijk moet bemoeien. Dat overleg werd ingesteld om de organi saties volop gelegenheid te geven met hei Dag. Bestuur der Gemeente tot overeenstem ming te komen, opdat zoo mogelijk een eens luidende uiispraak aan den Raad ter beslis sing kon worden voorgelegd en dit College zich niet behoefde te verdiepen in zaken, die zuiver behooren tot het terrein der Vakver- eeniging. Niet overal ging het „als gesmeerd", wat niet behoeft te verwonderen omdat het een nieuw instituut is. Doch waar bijzonder mooie resultaten be reikt zijn door middel van het georganiseerd overleg, dat is in Haarlem onder leiding van Mr. Bomans. En bii de jongste bespreking in de Com missie van Overieg betreffende de Ioonen, was 11a lange discussie weer algeheels over eenstemming bereikt. Wij aarzelen niet het te noemen: een schit terend succes. Eenparig sprak de commissie zich uit voor een minimum Icon van f 31.05. De moderne bond, ofschoon aan periodieke verhoogingen de voorkeur gevend boven den kindertoeslag, voelde a.les voor de eenparige uitspraak en nam. waar de kindertoeslag reeds bestond, er vrede mee. Bij monde vas den veuegenvvoordiger van zijn hoofdbestuur, verklaarde deze organisa tie voor ditmaal van verdere actie af te zien. Het voorstel van B. en W. komt bij den Raad, het is geheel overeenkomstig de uit spraak der Centrale Commissie. En wat gebeurt er nu? Juicht de Raad de beslissing toe? Aan vaart hii een voorstel, dat in geheel Neder land kan bekeken woiden? Meer nog, neemt hiij met waardeering kennis van het feit, dat tusschen B. en W. en de organisaties overeenstemming bestaat en hecht hii zijn goedkeuring daaraan. Dal zou geschied zijn indien er geen po litiek was. De Raadsvergadering van 21 April stond weer geheel in dat licht. En met volkomen negatie van de beslis sing der Centrale Commissie, gaat de Roode Raadsfractie met „frisschen" moed praten over den kindertoeslag. De mannen, die de mond vol hebben over de medezeggingsschap der arbeiders, pogen ineen te trappen een instituut van ailes-over- wegende invloed. 't Is pijnlijk voor den vakvereennigings- man. Nog is de beslissing niet gevallen, wijl de stemmen staakten over den kindertoeslag. Moge de Raad, moge vooral de S. D. A. P. als nog inzien, welke slag wordt toege bracht aam het georganiseerd overleg, wan neer zijn advies gewoon wordt ierzijde ge legd. Moge de laatste betere aandacht schen ken aan hetgeen geschreven werd door het haar geestverwante oigaan „De Werkman", „dal in Haarlem injiet overleg goede Ioonen zijn verkregen." z Worde onze verwachting niet beschaamd. Onze Westelijke kampioenen hebben ver leden week een goede worp naar het kampi oenschap van Nederland gedaan. Zelfs zij die met groote zekerheid een VO. C. overwinning voorspelden zullen er geen flauw vermoeden van gehad hebben dat het 60 zou worden. Het is een resultaat dat gewicht in de schaal legt. Vooral in een kleine competitie als die voor het kampioenschap er één is kan een goed doelgemiddelde nog al eens de doorslag geven. De stand in deze competitie is na verleden Zondag. V. O. C. 1 Be Quick 1 M. V. V. 2 Go Ahead 2 Voor morgen staan de volgende wedstrijden op het programma KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND Go AheadV. O. C. Be Quick—M. V. V. 2 4—x iix 2—5 111 1—7 WESTELIJKE AFDEELING. Overgangscompetitie. S. V. V.—R. F. C. 3e Klasse E. N. O. S.—IT. S. V. E. V. C.—West Frisia. ZUIDELIJKE AFDEELING. ie Klasse. V. V. V.Middelburg. NOORDELIJKE AFDEELING. ie Klasse AleidesVelocitas. W. V. V.—Achilles. De Deventenaren worden al spoedig in de gelegenheid gesteld om revanche te nemen voor de te Rotterdam geleden nederlaag. Ze zullen hiertoe natuurlijk wel al het moge lijke in het werk stellen. Wanneer Go Ahead ook dezen wedstrijd verliest komt het kampi oenschap zeker niet in het Oosten. We geloo- Telkens als Jo en Anna haar aankeken met 'n gezicht van ,,heb ik gelijk of niet' knikte 't oude mensch wat vaag, of trok verlegen met de smalle, hoekige schouders. Ze was tegen de twee groote dochters niet opgewassendurfde hun niet tegenspreken, uit vrees dat ze Maar de brave ziel was overtuigd van 't ongelijk liarer kinderen. Toen Jo en Anna voor het eerst die blouses aantrokken had ze 'n kleur gekregen op '1 gele kreuk-gezicht e en had een schuchtere opmerking gewaagd., die direct gesmoord werd door 'n rellend gelacK der twee., die vonden, dat moe zich daar nou maar nuet mee móest bemoeiendaar was ze veel te oüwerWetsch voor.. As die blousjes al e „laag" waren, konden ze wel in 'n harnas gaan loopen. De oude vrouw had gezwegen en besefte voor de zooveelste maal, c)at ze vroeger te goeu was geweeston t nu te laat was om anders op te treden. 's Middags kwam Cor, de „aanstaande van-Jo, 'n jongeman, die maar zoo net pre cies z'n -plichtendeed, 'n leventje van vroolijken Frans leidde en er mets in zag, om zoo nu en dan eens meê te spotten met katholieke Het spreekt bijna vanzelf, dat Cor partij trok voor z'n „beminde" en toen hem 't vreeselijke schandaal in geuren en kleuren werd medegedeeld in heftige gemoed - beweging begon uit te varen tegen bet „kin derachtige gedoe" en de „akelige kleinzielig heid" der geestelijken., inzonderheid van den „schuldigen" kapelaan. Met de vuist op tafel bonkende verklaarde hij, dat e niks meer met 't heele „zoodje" te maken wou hebbenen bezegelde dit met 'n paar ruwe bastaard-vloeken. Door de emotie van het oogenblik zagen de drie jongelui niet, dat uit moeder's doffe oogen 'n paar tranen vielen, die opgezogen werden door de dikke stof der vergroenende rok. Het boven- omschreven gebeurtenisje had ongeveer een half jaar geleden plaats gehad. jo en Cor zijn drie maanden daarna „ge trouwd" alléén op 't stadhuis. Thans leven ze nog zoo voort en gaan als 't toevallig zoo s uitkomt Zondag s naar 'n vroegmisje. Moeder woonde eerst bij hen 111 Maar toen zij op 'n keer voor 't in ongeoor loofde samenleving verkeerende paar op d'r knieën was gevallenen huilend gesmeekt had, om toch in de kerk e trouwenhad Cor 't voor 't bewaren van den vrede ma.ar beter gevonden, dat moeder in 'n fatsoenlijk tehuis ging., hij zou dan de ko ten wel betalencn ze kon evengoed heel dikwijls bij hen komen. Anna was reeds eerder naar elders ver trokken, waar ze 'n rijke betrekking kon krijgen. In die andere stad kreeg ze kennis aan 'n jongen van 'n ander „geloof". I11 't Liefdegesticht van 'n kleine Noord- Holiandschc stad leeft de oude moeder., en doet haar best, om tevreden te zijn. Lang heeft ze stil gehouden, waarom za er eigenlijk was.. Maar aan 11 andere juf frouw in 't gesticht, die haar veel genegenheid betoonde en vaak vertrouwelijk sprak over haar eigen levensstrijd, heeft ze 't verteld. Deze dacht haar te troosten met de xnee<. ning, da£ sommige priesters wel eens wat erg nauw keken. Maar de oude vrouw schudde verdrietig het smalle hoofdje en antwoordde„Al zou 't waar wezen, juffrouw.al zou 't waar we zen, dat dit bij mijn dochters 't geval is ge- wees dan kan Onze-Lieve-Heer dat tocg niet helpen....?" G. N. r y laag' L U". I X 2 60 Z0.lv GIT.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5