Een nieuwe loonregeling
in de havens.
BUITENLAND
BINNENLAND
Kunst en Kennis
FEUILLETON.
SLEUHTS EEN
DINSDAG II MEI 1920
ONS VRQOLIJK HOEKJE
Gemengde Buitenl. Berichten.
Ongare kletskoek.
üoed en tiinit yeze^a.
Ze ziin ongeneeslijk.
IJ
Wij hebben indertijd onze afkeuring'
over de houding der werkgevers in de ha
ven- en transportbedrijven, zulks om hun
hooghartige, botte weigering tot sameu-
werking met den Minister van Arbeiü,
teneinae tot arbitrage in het bekende
conflict te komen, niet onder stoelen of
banken gestoken.
Zonder er doekjes om te winden, keur
den wij die houding af.
Uns oordeel daarover heeft sindsdien
geen wijziging ondergaan.
Het verheugt ons uaarom. dat thans
door de beide scheepvaartvereenigiugen te
Botterdam, een missive tot de havenar
beiders zal worden gericht, waarin ut
werkgevers van hun ernstig voornemen
doen blijken om tot een bevredigende op
lossing uer loonkwesiie te geraken.
Hoor de werkgevers wordt in deze mis
sive tot de arbeiders gezegd:
1. Dat er bij de werkgevers, die de sta
king nooit anders dan een ellemligt
noodzakelijkheid hebben beschouwd, van
verbittering geen sprake is;
2. ctat, wat in iie haven-organisatit
van de afgeloopen 10 jaar is opgebouwi.
voor net overgroote deel het werk h
van de S. V., en dat wij niemand zullen
toestaan, dat werk af te breken. Wc
vertrouwen, dat wü tenslotte tiaar bi.
kunnen rekenen op uw steun, omdat wy
weten, dat duizenden uwer de in de laai
ste jaren getroffen maatregelen waai
deeren en nat gij op zult komen voor dt
handhaving van wat billijk is en recht
3. Wij wenschen geen voortzetting vai.
den strijd en wel een behoorlijken gang
van zaken, omdat zulke voor alier be
lang noodzakelijk is en niemand daar
om wordt belemmerd in zijne bemoeiin
gen om, op welk gebied ook, voor de be
langen der arbeiders werkzaam te zijn,
4. zoolang de besturen uwer organisa
ties volhouden in de houding van prui
lende kinderen en iedere samenwerking
met ons afwijzen, zoolang zullen wij vol
houden in ons besluit om met ijzeren
hand te waken tegen onrecht en reactie,
inaar ook tegen ieder pogen uwerzijds
om den geregelden gang van zaken te
verstoren."
Uit dit schrijven spreekt verzoe
ningsgezindheid, die zoowei voor de
werkgevers als voor de werknemers, in 't
belang van een behoorlijken gang van za
ken noodzakelijk is.
Met te blijven waken tegen de pogingen,
om den geregelden gang van zaken te ver
storen, zijn de besturen der sckeepvaart-
vereenigingen eenvoudig in hun recht.
Wat de loonregeling betreft, deze zal
Ja de naaste toekomst een wijziging on
dergaan, in 't belang der arbeiders, die
niet onbelangrijk belooft te worden.
In bovenbedoelde missive toch lezen wij:
„Op een nader te bepalen datum zal
vóór 1 Juli aan de havenarbeiders wor
den uitbetaald 25 cents per taak voor de
lossen (3 gld. per week voor de vasten)
over de van 1 Januari tot 14 Februari
verrichten arbeid.
Voorts zal na iedere drie maanden,
vanaf 28 April, aan ieder, die in dezen
termijn zal hebben gewerkt, het verschil
tusschen 6.50 gld. en 7 gld. per dag (33
gld. en 36 gid. voor vasten) worden uit
betaald.
Aan zeelieden zal het verschil tus
schen het tegenwoordige en het aange
boden loon, gerekend vanaf 1 Januari
1920 worden uitbetaald, onder gelijke
voorwaarden, bij terugkeer met het
schip in Nederland na afioop van iedere
reis, doch niet binnen drie maanden na
aanmonstering.
Voor de slecpershedrijven en schuiten-
voerdersbedrijven zal een overeenkom
stige regeling afzonderlijk worden ge
troffen.
Ten slotte wordt aan de losse arbei
ders medegedeeld, dat begin Augustus
van de z.g. eerste ban definitief zullen
worden opgenomen, zooveel arbeiders
als voor bet bedrijf gemiddeld noodig
zijn.
Op 1 Aug. wordt bovendien te Rotter
dam, zooals indertijd aan de organisaties
in uitzicht is gesteld, de wachtgeldrege
ling verhoogd tot een maximum van
20 per week voor alle havenreservis-
ten, 1ste ban, bij algeheele werkloosheid,
zooals thans reeds in Amsterdam is in
gevoerd.
Allen, die begin Augustus vaste ha
venarbeiders of houders van eerste ban-
boekjes zullen zijn, worden ingeschreven
voor de pensioenregeling, die later in
bijzonderheden zal worden bekend ge
maakt."
Nu zou men tenminste van de redactie
van het dagblad voor de arbeiderspartij,
van „Het Volk", mogen verwachten, dat
zij deze in uitzicht gestelde loonsverhoc-
gingen aan een zakelijk onderzoek onder
wierp en, ook weer zakelijk en met de ge-
wensohte objectiviteit, haar bevinding
dienaangaande for konnis harer lezers
bracht.
Echter, met zoo iets redelijks te ver
wachten van een orgaan, dat onder hoofd
redactie staat van Mr. P. J. Troelstra en
J. F. Ankersmit, komt men bedrogen uit.
Nauwelijks is de inhoud van het gepro
jecteerde schrijven der Scheepvaartver-
een igin gen aan de havenarbeiders en zee
lieden, haar bekend, of de redactie haast
zich, om de bedoelingen der werkgevers
in de oogen der werknemers verdacht en
;,egen de voorgenomen regeling, die de ar
beiders niet onaanzienlijk geldelijk voor
deel zal brengen, stemming te maken.
Immers, wii lezen;
„Ondanks den gxooten mond, die de
havenkapitalisten opzetten, blijkt uit dit
manifest wel overduidelijk, hoe de hee-
ren in benauwdheid zitten.
De regeling, die dit manifest aangeeft
beteekent toch niets meer of minder dan
volledige invoering van 't oorspronke
lijk aanbod van 19 December. Dit feit
komt wel in een zeer eigenaardig licht
te 6taan, als men zich herinnert, dat de
werkgevers direkt na de staking ver
klaarden, deze regeling slechts te zullen
invoeren, als ds organisaties bereid wa
ren tot het afsluiten van een kollektiel
kontrakt.
Was vóór 1 Mei deze bereidverklaring
niet ontvangen, dan zou slechts op d<
oude loonvoorwaarden worden gewerkt
En nu, één week na 1 Mei moeten dr
heeren hun groote woorden inslikken.
Voor wie weet, wat er leeft en zwelt
onder de havenarbeiders, komt deze re
tirade der werkgevers trouwens niet on
verwacht. Overal broeit 't. De arbeidert
zelve beginnen steeds luider hun
eisehen te stellen en kleine conflicten
zijn aan de orde van den dag."
„Overduidelijk" blijkt hieruit, dat „Het
Volk" in stede van mede te werken aan
een voor beide partijen bevredigende op
lossing der loonkwestie in het havenbe
drijf, hardnekkig en doelbewust blijft aan
sturen op 't onderhouden eener verbitter
de stemming der arbeiders ten overstaan
hunner werkgevers.
„De werkgever# halen bakzeil" zegt het
blad smalend.
Tegenover de verklaring der wekge
vers, dat bij hen van verbittering tegen
de arbeiders geen sprake is; tegenover een
in 't uitzicht gestelde, voor de arbeiders
sterk verbeterde loonregeling, vindt het
slechts woorden van verguizing, spot en
hoon aan 't adres der Scheep vaartvereeni-
gingen.
Wij leggen de houding van „Het Volk'
bij deze gelegenheid hier uitdrukkelijk
vast.
Het kan in de toekomst van pas komen.
Chemnitz, 5 Mei 1920.
„NA DEN PUTSCH."
II
(van een bijzonderen medewerker.)
Zooals ik U in mijn vorigen brief schreef,
is de angst bij de bevolking voor eene herha
ling van een Putsch-affaire niet denkbeeldig,
daar er van alle kanten berichten van eene
voorbereiding tot de groote centra komen
vooral uit Midden Duitscliland.
En dat de angst aan eene herhaling van het
gebeurde naarmate groot er wordt bij het bin
nenkomen der verschillende berichten, vindt
zijn oorzaak in de souvenirs, die zoo'n ramp
zaligen tijd achtergelaten heeft.Het beste
merkt men zulks op straat, waar 's-avonds na
9 uur zich een ieder van de straat onttrekt en
thuis blijtt om met door een mogelijk gebeu
ren verrast te worden onderweg.
De restaurants zijn ledig zoo te Hannover,
Magdeburg, Halle, Leipzig enz. De verwoe
stingen, die door de spartacisten aangericht
zijn, alsook door de Rijksweertroepen, nood
gedrongen ter zelfverdediging, zijn droevig
bij het aanschouwen. Zoo heb ik te Leipzig
aanschouwd de verwoesting aan de diverse
huizen.Het daar staande hotel Sachsenhof
op de Johannesplatz b.v. is doorzeefd van
kogels.
In vijf dagen mocht niemand hieruitnoch
de gasten, noch de bewoners, de twee Zwit-
sersche heeren, die tijdens de technische Mes-1
sè hier werden gedood, stonden juist voor
genoemd hotel, toen zij door één schot, dat
op een gevel afketste, werden getroffen de
dochter van den hotelier stond in hun midden
en bleef wonderlijk ongedeerd.
Aan de stad Leipzig is door de nagelaten
betrekkingen, zoo ik vernam, een som van
een half milioen Mark geëischt.
De Johannes plaats is wel het brandpunt
van den strijd geweest, temeer, waar de Spar
tacisten zich verzameld hadden in de Johan-
neskerk, die daarvoor onder vuur genomen
werd door de Rijksweertroepen.Verder is
van alle winkels geen ruit gespaard gebleven.
Komt men in de Reitzstrasse; zoo ziet men
direct, dat 't hier moordend, is toegegaan.
ln deze straat, ongeveer xo minuten gaans,
bleef geen ruit gespaard, de glazen vitrines,
aan ae winkelpuien bevestigd, geheel ver
nield alsmede de diverse marmeren reclame
b .den.
m deze straat bevindt zich ook het Volks-
haus, waarin zich de Spartacisten ophielden
als kazerne-doel.Hier bleef de Rijksweer
niets anders over om 't huis te zuiveren dan
de vlammen erin te steken om zoodoende den
vijand tot overgave te dwingen. Reeds is
men bezig om het gebouw met alle macht we
der te herstellen.
Hoe woedend het er ook aan toe gegaan is,
zelfs in deze straat bleven de bankgebouwen
gespaard, zooals overal. Want deze instructie
naaden de Spartacisten van hunne leiders be
komen Van een vereemgmgsgebouw in die
zeilde straat wappert nog he roode kruisvlag,
als hulp ziekenhuis, dit, wijl in die dagen ge
wonden of dooden niet verder vervoerd
konuen worden voor de onveiligheid op straat
xs het dus wonder, dat een ieder met angst
vervuld, is, bij de gedachten aan eene Herha-
ling
buiten verwachting is de 1 Mei-dag rustig
verloopen want nu de Nationale vergadering
te Berlijn besloot dezen dag niet oificieei
ais feestdag te willen erkennen en allerwege de
iciders der roode garde aanspoorden om niet
ie werken, zelfs in de officieele bedrijven,
zoo was men toch beangstigd, dat het tot
onlusten zou komen.
Ook de Beürijis en Volkzugraden bevalen
ae bedrijven stop te zetten, vooral in dc kleine
plaatsen, waar de markt van deze raden tot
aeden nog grooter is, dan die van de wette ijkc
overheidl.
Hierover hoop ik u dezer dagen eens een en
ander te schrijSen naar aanleiding van gesprek
Ken met verschillende mdustrieëlen.
Jan van Latenstcin
DE BIJEENKOMST ,TE bPA.
Havas verneemt van gezaghebbende zij
de, dat het vrij wei zeker js, dat de con
ferentie te Spa tot de tweede -keilt van
„uni zai worden uitgesteld.
De Duiischers krijgen .dus hun zinl
Men verwacht, dai Miherand Vrijdag
naar Folkestone zai vertrekken en daar
z.a„erüag een onderhoud zal hebben met
bloyd George, dai. waarschijnlijk niet lan
ger dan een twee dagen zal duren. Men
zal er behalve het linancieele probleem
ter voorbereiding van dc bijeenkomst te
Spa ook behandelen de Russische quaes-
tie, die te San ltemo niet behandeld kon
worden en die thans met de gebeurtenis
sen op het Pooiscke front in een nieuwe
phase is getreden.
UIT DUITSCHLAND.
ïqgen de afscheiding.
Uit Müncuen wordt aan het ,Berl. ,Ta-
g'ebi." gemeld, dar de Duitsche "Boeren-
oond in Beieren tot hun kiezers een op
roep hebben gericht, waarin zij zich ver
klaren tegen elke poging in het lijk
"rondgebied van het rqk te scheiden, en
zich verklaren voor .één groot-Duitsch-
,and, waarin opgenomen moeien worden
Oostenrijk en Tirol.
(leen Maandagochtendbladen meer
De Ber.ijnsche bladen deelen mee, dat
icu gevolge van een overeenkomst ges.o-
teu met het Duitsche veroond van tians-
poriarbeiders, de krautenrondoreugers
een rustdag zullen krijgen van 24 uur,
zoodat voor.oopig geen kranten op Maan
dagmorgen meer zuhen verschijnen.
Opera te Frankfort gesloten.
Op bevel van den commandeerenden
generaal van hef bezettingsleger te Frank
fort moet de groote opera aldaar op 9
en 10 Mei gesloten blijven. Als straf voor
het zingen van een couplet bij de op
voering van den „Bettei-siudeut" Vrijdag
j.i„ w a raait de aanwezigen Fxansche pi-
licieren aanstoot hebben gen-urnen.
De staking der jbknkbmmbten.
Volgens den „Lokaianzeiger' heeft bij
enkele groote Berlijnsche banken reeds
een stemming plaats gehad, over een even-
tueeie staking. He meerderheid van het
personeel stemde voor de staking.
DE STAKING IN FRANKRIJK.
De arbeiders in bet arsenaal van Lorient
besloten gisteren het werk te hervatten-
De toestand op alle spo 0 r weg net-ten 1# be
vredigend1.
Tegen gisteren zou de O. G. T. vereche
strijdkrachten aantrekken, een nieuwe phase
in de worsteling treedt dus in.
Het „keerpunt" zet het „Journal des Dé-
bate" boven een artikel, waarin het blad dit
besluit van de leiders der stakingsbeweging
bespreekt.
„Een nieuwe aanvalsgolf komt opzetten",
schrijft de „Hmnanité."
Het is mogelijk, meent het- „Journal des
Débats"maar wii zijn nog verre verwijderd
van den vloedgolf, welke de oude maat
schappij moest wegvagen op het eerste wenk
brauwfronsen van het „bewuste" proleta
riaat. Juist, omdat het proletariaat „bewust"
wordt, meent het bladi maar alleen niet
op de wijze als degenen bedoelen, die zich
het recht aanmatigen het bevel tot den pP-
marsch te geven. Het proletariaat wordt zich
bewust van de misdaad tegen hot landhet
geeft zich rekenschap van hetgeen er duis
ters. verdachts en vreemds, of liever buiten-
landsch. in de rol is, welke men het toebe.
deelt. De cheminots hebben dadelijk lont ge
roken; de mijnwerkers, die voor het meeren-
aeel wonen in de verwoeste gebieden, geven
blijk van eenzelfde eerlijke aarzeling tegen
over de materieele en moreele verantwoor
delijkheid, welke men hen wil toebedeelen.
Het blad hoopt, dat de regeering haar
zelfde wilskrachtige, doch tevens koelbloe
dige houding zal bewaren tegenover de
nieuwe bedreiging.
Ontploffing.
Na afloop van een militair feest te Gent,
heeft een soldaat door onvoorzichtigheid een
granaat doen ontploffen. Twee Boldaten wer
den ernstig, een dertigtal toeschouwers, licht
gewond.
Sabotage?
Aan boord van het Duitsche oorlogsschip
„Thuringen," ingelüfd bü de Fransche ma
rine, is een groote lek ontdekt, hetgeen men
toeschrijft aan een daad van sabotage door
de Duitsche equipage voor het vertrek.
Brand in een tr-cintunnel.
Vrijdagmiddag is een wagen van de onaer-
grondsche trein bij het binnenrijden van het
Faddington-station te Londen in brand ge-
De stationchef bemerkte, dat onder den
eersten wagen rook uitkwam.
Toen de trein stopte, gaf hii den conduc
teur last, te bevelen „allen uitstappen!"
Voor echter de trein, die overvol passa
giers was, geheel was verlaten, begon het
station zich met rook te vullen.
De passagiers renden de trappen op, ach
tervolgd door de rookkolommen, die al spoe
dig uit den onderaardschen gang opstegen.
Het stations-personeel wist echter het
vuur meester te worden.
Het. Assisenhof van (Belgisch) Bra
bant, heeft wederom 14 activisten bii verstek
veroordeeld, die allen hoogleeraar aan de
Gentsche universiteit en lid van den Raaa
van. Vlaanderen ziin geweest. Ter dood ver
oordeeld zijn: Kjmpe en Van Bockstaede;
tot levenslangen dwangarbeid: Vanden
branden: tot twintig jaar: Karei Borms,
Brulez, Claus, Fornier en Meert; tot vijftien
jaar: Foussy Gobée en Picard: tot twaalf
jaar: Oboussier en Scboenfeldtot tien jaar
Devries.
De Maharajah van Kasjemir heeft af
stand gedaan van zijn vordering op de En-
gelsche regeering, groot 170.000 pond st-,
welk bedrag Engeland verschuldigd was voor
de overzeesche diensten door de troepen van
Kasjemir tijdens den oorlog bewezen.
Kasjemir, „de Rozentuin" is de noorde
lijkste staat van Bvitsch-Tndië.
De huidige bestuurder, generaal Sir Per
tab Singh, behoort tot de machtigste Indi
sche vorsten. Hij heeft recht op het ko
ninklijk saluut van 21 schoten.
In 1914 diende hii persoonlijk in Frank
rijk.
De Marconi Wireless Company heeft
de Engelsche regeering aangeboden door het
gcheele Britsche wereldrijk stations voor
draadlooze telegrafie op te richten, indien
zii het monopolie daarvoor kan verkrijgen.
De ..Times" verneemt uit Teheran, zoo
meldt. Reuter dat er tusschen Sovjet-Rus
land en de Turksche nationalisten een mili
taire overeenkomst zou ziin gesloten.
Voor eenige maanden terug citeerden
enkele staaltjes van onbenulligheden
„Het Volk", bedoeld als hatelijkheid tegen
ons Katholieken.
We wezen er toen op, dat het dagblad voor
do arbeiderspartij er bh de verwisseling van
hoofdredactie redactioneel niet op vooruit
gegaan was.
Dat zelfde valt opnieuw te constateeren in
een hoofdartikel in „Het Volk', over het
door de Regeering ingediende wetsontwerp:
Zondagsrust.
TER VERGOEDING!
„Ik begrijp niet hoe je nog kunt klagenj
in Rusland is alles nog veel duurder!"
„Jawel, maar daar majr je ook je eigen
bamkbiljettendr ukken
SIGAREN.
Cas: „Gooi die stinksigaat toch weg 1"
Bas: „Stiaksigaar? Kijk 'ns. man, ik geet
niet dikwijls 'n kwartje voor 'n sigaar, maar
als ik 't doe
Cas; „Dan krijg je twee dribbeltjes terug-''
we
uit
Daarin lozen we de volgende.- kinder,
aehtigheden. zullen we maar zeggen;
„Deze Regeering wil de arbeidt-rsbewe.
ging telgen, tartelen, prikkelen."
„De Christelijke arbeiders liggen wil-
loozer dan ooit voor deze Regering op d«
knieën."
„De burgeroorlog ia georganiseerd en de
burgerwachten hunkeren naar een vecht»
kans."
„De Regeering stuwt op een conflict aan,
dat gelegenheid biedt om er eena duchtig op
los te slaan."
„Deze Regeering wil krachtproeven
nemen."
Soortelijke flauwiteiten kan eigenlijk
alleen iemand op het geduldig papier zetten,
die ofschoon hij geen «tof tot schrijven heeft
toch zijn artikel moet leveren en zich met
een zucht van vervolging aan 't werk zet
Het i« ongare kletskoek, maar de „bewua.
ten" slikken het baksel sla boterc&ke.
In de „Economist" treffen we eenige zeer
lezenswaardige uitspraken aan over de loon-
actie, in verband met de. nu tot het verleden
oehoorende staking in 't havenbedrijf.
Deze uitspraken zijn er nog lezens- en
merkwaardiger om. omdat zii gevloeid zijn
uit de pen van een bevoegde, die er geen
christelijke leveusbescnouwing op na houdt.
In bovengenoemd tijdschrift dan, schrijft
mej. Mr. E. C. van Dorp: „Wat dit haven-
conflict in het leven heeft geroepen, kan
men met een woord samenvatten als: het
Socialisme, en dat in ziin ruimsten zin opga.
vat. Want wat men ook beweren moge. tus
schen socialisme en bolsjewisme ziin wel ver
schillen van taktisehe houding, maar een be.
ginselverschil is er niet. Het consequent
doorgezette socialisme leidt onverbiddelijk
tot hfct bolsjewisme."
In deze uitspraak is de spijker midden 01
zijn kop getikt.
Toen in November 1918 de revolution-
naire aanslag in ons land van sociaal-demo
cratischen kant dreigde, zagen de vrijziuui
gen over 't algemeen bleek van schrik. Een
van de voornaamste bladen uit dien knug
maakte zich reeds gereed tot het ouig.m voui
het nieuwe „bewind". Van grooten moed
bleek toen in dien hoek zeer weiuig. Veiei
dachten de zaak verloren en zagen nitt
anders voor zich dan een zich schikken 11
het onvermijdelijke.
Nauwelijks echter had de bazuinstoot ui
den rooden hoek geklonken ot ons Uhrisreiijl
Nederland liet zun kraentig „neen" hooren
Daar bezweek men niet voor de vreesaan
jaging van het geweidsvertoon. Daar kwam
men aanstonds op, om het wettig gezag W
steunen.
We zijn nu 1 l/a jaar verder en'er is een
wetsontwerp verschenen tot bestrijding van
revolutionnaire woelingen.
Wat roept nu een groep vrijzinnigen? De
vrijheid is in gevaar! En ze leveren in hun
bladen, kolommenlance pleidooien voor het
gevaar waarin, volgens hen, de persoonlijke
rechtszekerheid gaat verkeeren. wanneer
bovengenoemd ontwerp, wet wordt.
Het is alsof er niets is gebeurd. Het is
alsof de tijden van rustige sociale en poli
tieke zekerheid reeds weer zijn teruggekeerd.
Men komt voor de „rechtszekerheid" op.
Tegen de pogingen der revolutionnairen O
neen, tegen de voornemens der Regeer;ng
om recht en orde en gezag te handhaven.
En men schijnt gestreeld, schrijft de
„Stand." als van revolutionnaire zijde vrien
delijk wordt geknikt en met instemming de
verzekeringen van liefde voor de vrijheid
van het individu worden geciteerd.
Die vrijzinnigen zijn toch ongeneeslijk in
hun droeven waan.
Gelukkig, dat de overgroote meerderheid
van ons volk genoeg gezond verstand heeft,
en er dus heel andere over denkt, dan die
misschien geleerde, maar domme vrijzinnige
heeren.
AUBADE AAN MENGELBERG.
*t Was Zondagochtend een ongewone
drukte in de v. Eeghenstraat te Amster
dam. Tegen half twaalf was 't zwart van
de menschen voor de woning van Willem
Mengelberg, Honderden waren er samnge-
stroomd, want de Amsierdainsche Post-
liarmonie, directeur de heer D. Speets,
naar het Ilaliaansch
door IVO.
Voor de kade van Sant» Lucia te Napels
lag een kleine stoomboot, die 's zomers naar
het eiland (Japri vaart Het was kwart voor
tien in den morgen, en reeds werd het sein
van vertrek gegeven. In een der bootjes, die
op het punt stonden van wal te steken,
om de passagiers nog juist op tijd naar de
te brengen, zat tusschen twee door de zon
gebruinde roeiers een meisje. Ze kon dertig
jaar oud zijn. Ze scheen voor het eerst
daar in de streek te zijn, want met veej
belangstelling nam ze de omgeving op en
bemerkte heelemaal niet, dat een der roeiers
reeds een paar maten tol haar het woord
gevoerd had. Eerst als de klank van de
Fransche woorden van de wal tot haar door
drongen, wendde ze het hoofd om.
„Signorine mag ik zoo vrij zijn bij U in
het bootje te helpenV Ik ben te laat geko
men en moet nog naar de boot!"
lüegene, die deze woorden sprak, was ©en
ioncc man, met een vol zwart baardje, ca
donkere oogen, die scherp bij zijn bleek
gezicht afstaken. Iiij was slank van ge.: tul te
en droeg in zijn rechterhand een koffertje.
Vragend waren zijn oogen op haar ge
vestigd, terwijl hij op den rand van de kade
staande, haar antwoord afwachtte.
Het meisje wierp een snede blik om
zzicii heen, de andere bootjes waren reeds
bezet of vertrokken en geen enkel lag meer
disponibel. Wilde de vreemdeling dus nog op
lijd de boot bereiken, dan moest ze hem
meenemen.
tn vloeiend Fransck antwoordde ze beleefd:
„Stap in, mijnheer er is voldoende plaats
voor twee personen. Haastig stapte hij in
het bootje, dat een der roeiers aan den
wal gehouden had, zette zijn koiffertje in
den boeg van het bootje neer en ging etgem-
over haar op het bankje zitten.
„Ol" riep bij uit, „U spreekt zoo vloeiend
Fransch Ik was bang dat U me niet verstaan
zoudt".
Ze vertrok haar vastgesloten lippen tot
een glimlachje en antwoordde slechts dra
lend: „ja."
Ze was van jongs af gewend geweest, op
reis uiterst voorzichtig te zijn met kennis
makingen.
„Wel eigenaardig," ging d# vreemdeling
voort, „ik ben al een jaar ia Italië, maar ik
ben de landstaal nog heelemaal niet meester."
„Fransch en Italiaansch hebben anders veel
punten van overeenkomst. En voor iemand,
die eenigszins bestudeerd is," antwoordde ze
koel, „is het, dunkt mij, toch niet moeilijk..
De vreemde liet haar niet uitspreken, doch
zei op openhartigen toon: „lk ben heelemaal
niet bestudeerd...."
„Signore, Siamo arnvati!" riep een der
roeiers.
Hel bootje stiet tegen het schip aan, waar
op zich reeds een aantal passagiers verzameld
had. Ze liet den beer voorgaan, en volgde
hem naar het dek. Een der roeiers droeg
haar bagage aan booid, bestaande uit een
in elkaar gerold plaid en een bruin leeren
koffer, die niet veel grooter dan de hand-
kofler van den jongen man was.
De roeier verwijderde zich, na zijn geld
ontvangen te hebben, met een herhaald:
„Mille grazie Siguorina, buon divertimento."
De dame zette zieh op de bank neer, die
over het dek heen liep en begon weer met
de omgeving Op te nemen. De scheepshol
klonk nu voor de derde maal, de schroeven
van de boot begonnen te werken. Een zwerm
halfnaakte jongens zwommen om do boot en
doken naar de geldstukken, welke de pas
sagiers in hel kristal heldere water wierpen.
Druipend als poedels kwamen de jongens
weer te voorschijn. Het gitzwarte haar plak
te hun tegen bet hoofd en in hun bruine,
natie gezichten blonken hun invoorwitte tan
den, waartusschen ze de uit het wlaer ge-
liaalde geldstukken geklemd hielden. Doch
de niet te voldoette kleine lazzaroni 1) staken
hun geldstukken handig acuter hun kiezen^
die ze als portemonnaie gebruikten, en rie
pen op kLagenden toon: „Fer carita Signora,
un ultra moneta, un ultra monetal"
De beweging van het schip verdreef hen
echter weldra en een ander schouwspel nam
de opmerkzaamheid van het reisje in be
slag. Een blinde troubadour 2) bad zich in
het midden van het dek neergezet. Naast nezn
stond een Napelsch meisje, in de bonte mee
derdracht van het land gestoken. Ze hield
een maudoline in de hand en begon daarop
te spelen, terwijl de man met een verdienste
lijke tenorstem een landliedje zong, genaamd:
„O, belia Napoli."
Dit tafereeltje verhoogde niet weinig do
poëtische stemming der omgeving en een
glimlachje ontplooide zich om haar mond.
De vreemdeling, die met haar naar de boot
geroeid was en thans ook iu haar nabijheid
1) Lazzaroni ltaliaansche bedelaar.
2) Troubadour rondreizend minnezan
ger. voornamelijk in de middeleeuwen
stond, bemerkte dal en zet: „Een schoon cu
bekoorlijk land; alleen heb ik opgemerkt,
dat de menschen hier veel aan oogziekten
lijden.
De dame knikte en voegde hieraan toe:
„Zijt gij medicus, dat u hierin zooveel be
lang stelt t"
„Neen," zei hij schijnbaar spijtig, maar
direct liet hij er op volgen: „ik heb nog niet
gelegenhj.d gehad, u voor uw vriendelijkheid
om me in u-/ bootje op te zoemen, te danken.
Zijt u een Franpaise
Ze zag hem met groote oogen aan. Ze hield
er niet van ondervraagd te worden en zijn
vrijpostigheid deed haar onaangenaam aan
„Neemt u. me tri© tkwalijk," zei hij, ter
wijl een diep rood zijn bleeke wangen kleur
de, „ik zou meer verheugd zijn in u een
landgenoote mogen begroeten. Ik gevoel
me zeer eenzaam."
Flij sprak met zulk een kinderlijke vertrou
welijkheid, dat bij haar het beschermend,
moederlijk instinct der vrouw werd levendig
gemaakt en opgewekt. Wal h.nderde het ook,
of ze met hem een oogenbuk praatte? mj
was nog jong en scheen niet sterk te zijn,
daarbij scheen hij er behoelte aan te ge
voelen, zi '1 weer eens vrij en frank in zijn
moedertaal te kunnen uitdrukken.
(Wordt vervolgd.)