Een nieuwe loonregeling in de havens. BUITENLAND BINNENLAND Kunst en Kennis FEUILLETON. SLEUHTS EEN DINSDAG II MEI 1920 ONS VRQOLIJK HOEKJE Gemengde Buitenl. Berichten. Ongare kletskoek. üoed en tiinit yeze^a. Ze ziin ongeneeslijk. IJ Wij hebben indertijd onze afkeuring' over de houding der werkgevers in de ha ven- en transportbedrijven, zulks om hun hooghartige, botte weigering tot sameu- werking met den Minister van Arbeiü, teneinae tot arbitrage in het bekende conflict te komen, niet onder stoelen of banken gestoken. Zonder er doekjes om te winden, keur den wij die houding af. Uns oordeel daarover heeft sindsdien geen wijziging ondergaan. Het verheugt ons uaarom. dat thans door de beide scheepvaartvereenigiugen te Botterdam, een missive tot de havenar beiders zal worden gericht, waarin ut werkgevers van hun ernstig voornemen doen blijken om tot een bevredigende op lossing uer loonkwesiie te geraken. Hoor de werkgevers wordt in deze mis sive tot de arbeiders gezegd: 1. Dat er bij de werkgevers, die de sta king nooit anders dan een ellemligt noodzakelijkheid hebben beschouwd, van verbittering geen sprake is; 2. ctat, wat in iie haven-organisatit van de afgeloopen 10 jaar is opgebouwi. voor net overgroote deel het werk h van de S. V., en dat wij niemand zullen toestaan, dat werk af te breken. Wc vertrouwen, dat wü tenslotte tiaar bi. kunnen rekenen op uw steun, omdat wy weten, dat duizenden uwer de in de laai ste jaren getroffen maatregelen waai deeren en nat gij op zult komen voor dt handhaving van wat billijk is en recht 3. Wij wenschen geen voortzetting vai. den strijd en wel een behoorlijken gang van zaken, omdat zulke voor alier be lang noodzakelijk is en niemand daar om wordt belemmerd in zijne bemoeiin gen om, op welk gebied ook, voor de be langen der arbeiders werkzaam te zijn, 4. zoolang de besturen uwer organisa ties volhouden in de houding van prui lende kinderen en iedere samenwerking met ons afwijzen, zoolang zullen wij vol houden in ons besluit om met ijzeren hand te waken tegen onrecht en reactie, inaar ook tegen ieder pogen uwerzijds om den geregelden gang van zaken te verstoren." Uit dit schrijven spreekt verzoe ningsgezindheid, die zoowei voor de werkgevers als voor de werknemers, in 't belang van een behoorlijken gang van za ken noodzakelijk is. Met te blijven waken tegen de pogingen, om den geregelden gang van zaken te ver storen, zijn de besturen der sckeepvaart- vereenigingen eenvoudig in hun recht. Wat de loonregeling betreft, deze zal Ja de naaste toekomst een wijziging on dergaan, in 't belang der arbeiders, die niet onbelangrijk belooft te worden. In bovenbedoelde missive toch lezen wij: „Op een nader te bepalen datum zal vóór 1 Juli aan de havenarbeiders wor den uitbetaald 25 cents per taak voor de lossen (3 gld. per week voor de vasten) over de van 1 Januari tot 14 Februari verrichten arbeid. Voorts zal na iedere drie maanden, vanaf 28 April, aan ieder, die in dezen termijn zal hebben gewerkt, het verschil tusschen 6.50 gld. en 7 gld. per dag (33 gld. en 36 gid. voor vasten) worden uit betaald. Aan zeelieden zal het verschil tus schen het tegenwoordige en het aange boden loon, gerekend vanaf 1 Januari 1920 worden uitbetaald, onder gelijke voorwaarden, bij terugkeer met het schip in Nederland na afioop van iedere reis, doch niet binnen drie maanden na aanmonstering. Voor de slecpershedrijven en schuiten- voerdersbedrijven zal een overeenkom stige regeling afzonderlijk worden ge troffen. Ten slotte wordt aan de losse arbei ders medegedeeld, dat begin Augustus van de z.g. eerste ban definitief zullen worden opgenomen, zooveel arbeiders als voor bet bedrijf gemiddeld noodig zijn. Op 1 Aug. wordt bovendien te Rotter dam, zooals indertijd aan de organisaties in uitzicht is gesteld, de wachtgeldrege ling verhoogd tot een maximum van 20 per week voor alle havenreservis- ten, 1ste ban, bij algeheele werkloosheid, zooals thans reeds in Amsterdam is in gevoerd. Allen, die begin Augustus vaste ha venarbeiders of houders van eerste ban- boekjes zullen zijn, worden ingeschreven voor de pensioenregeling, die later in bijzonderheden zal worden bekend ge maakt." Nu zou men tenminste van de redactie van het dagblad voor de arbeiderspartij, van „Het Volk", mogen verwachten, dat zij deze in uitzicht gestelde loonsverhoc- gingen aan een zakelijk onderzoek onder wierp en, ook weer zakelijk en met de ge- wensohte objectiviteit, haar bevinding dienaangaande for konnis harer lezers bracht. Echter, met zoo iets redelijks te ver wachten van een orgaan, dat onder hoofd redactie staat van Mr. P. J. Troelstra en J. F. Ankersmit, komt men bedrogen uit. Nauwelijks is de inhoud van het gepro jecteerde schrijven der Scheepvaartver- een igin gen aan de havenarbeiders en zee lieden, haar bekend, of de redactie haast zich, om de bedoelingen der werkgevers in de oogen der werknemers verdacht en ;,egen de voorgenomen regeling, die de ar beiders niet onaanzienlijk geldelijk voor deel zal brengen, stemming te maken. Immers, wii lezen; „Ondanks den gxooten mond, die de havenkapitalisten opzetten, blijkt uit dit manifest wel overduidelijk, hoe de hee- ren in benauwdheid zitten. De regeling, die dit manifest aangeeft beteekent toch niets meer of minder dan volledige invoering van 't oorspronke lijk aanbod van 19 December. Dit feit komt wel in een zeer eigenaardig licht te 6taan, als men zich herinnert, dat de werkgevers direkt na de staking ver klaarden, deze regeling slechts te zullen invoeren, als ds organisaties bereid wa ren tot het afsluiten van een kollektiel kontrakt. Was vóór 1 Mei deze bereidverklaring niet ontvangen, dan zou slechts op d< oude loonvoorwaarden worden gewerkt En nu, één week na 1 Mei moeten dr heeren hun groote woorden inslikken. Voor wie weet, wat er leeft en zwelt onder de havenarbeiders, komt deze re tirade der werkgevers trouwens niet on verwacht. Overal broeit 't. De arbeidert zelve beginnen steeds luider hun eisehen te stellen en kleine conflicten zijn aan de orde van den dag." „Overduidelijk" blijkt hieruit, dat „Het Volk" in stede van mede te werken aan een voor beide partijen bevredigende op lossing der loonkwestie in het havenbe drijf, hardnekkig en doelbewust blijft aan sturen op 't onderhouden eener verbitter de stemming der arbeiders ten overstaan hunner werkgevers. „De werkgever# halen bakzeil" zegt het blad smalend. Tegenover de verklaring der wekge vers, dat bij hen van verbittering tegen de arbeiders geen sprake is; tegenover een in 't uitzicht gestelde, voor de arbeiders sterk verbeterde loonregeling, vindt het slechts woorden van verguizing, spot en hoon aan 't adres der Scheep vaartvereeni- gingen. Wij leggen de houding van „Het Volk' bij deze gelegenheid hier uitdrukkelijk vast. Het kan in de toekomst van pas komen. Chemnitz, 5 Mei 1920. „NA DEN PUTSCH." II (van een bijzonderen medewerker.) Zooals ik U in mijn vorigen brief schreef, is de angst bij de bevolking voor eene herha ling van een Putsch-affaire niet denkbeeldig, daar er van alle kanten berichten van eene voorbereiding tot de groote centra komen vooral uit Midden Duitscliland. En dat de angst aan eene herhaling van het gebeurde naarmate groot er wordt bij het bin nenkomen der verschillende berichten, vindt zijn oorzaak in de souvenirs, die zoo'n ramp zaligen tijd achtergelaten heeft.Het beste merkt men zulks op straat, waar 's-avonds na 9 uur zich een ieder van de straat onttrekt en thuis blijtt om met door een mogelijk gebeu ren verrast te worden onderweg. De restaurants zijn ledig zoo te Hannover, Magdeburg, Halle, Leipzig enz. De verwoe stingen, die door de spartacisten aangericht zijn, alsook door de Rijksweertroepen, nood gedrongen ter zelfverdediging, zijn droevig bij het aanschouwen. Zoo heb ik te Leipzig aanschouwd de verwoesting aan de diverse huizen.Het daar staande hotel Sachsenhof op de Johannesplatz b.v. is doorzeefd van kogels. In vijf dagen mocht niemand hieruitnoch de gasten, noch de bewoners, de twee Zwit- sersche heeren, die tijdens de technische Mes-1 sè hier werden gedood, stonden juist voor genoemd hotel, toen zij door één schot, dat op een gevel afketste, werden getroffen de dochter van den hotelier stond in hun midden en bleef wonderlijk ongedeerd. Aan de stad Leipzig is door de nagelaten betrekkingen, zoo ik vernam, een som van een half milioen Mark geëischt. De Johannes plaats is wel het brandpunt van den strijd geweest, temeer, waar de Spar tacisten zich verzameld hadden in de Johan- neskerk, die daarvoor onder vuur genomen werd door de Rijksweertroepen.Verder is van alle winkels geen ruit gespaard gebleven. Komt men in de Reitzstrasse; zoo ziet men direct, dat 't hier moordend, is toegegaan. ln deze straat, ongeveer xo minuten gaans, bleef geen ruit gespaard, de glazen vitrines, aan ae winkelpuien bevestigd, geheel ver nield alsmede de diverse marmeren reclame b .den. m deze straat bevindt zich ook het Volks- haus, waarin zich de Spartacisten ophielden als kazerne-doel.Hier bleef de Rijksweer niets anders over om 't huis te zuiveren dan de vlammen erin te steken om zoodoende den vijand tot overgave te dwingen. Reeds is men bezig om het gebouw met alle macht we der te herstellen. Hoe woedend het er ook aan toe gegaan is, zelfs in deze straat bleven de bankgebouwen gespaard, zooals overal. Want deze instructie naaden de Spartacisten van hunne leiders be komen Van een vereemgmgsgebouw in die zeilde straat wappert nog he roode kruisvlag, als hulp ziekenhuis, dit, wijl in die dagen ge wonden of dooden niet verder vervoerd konuen worden voor de onveiligheid op straat xs het dus wonder, dat een ieder met angst vervuld, is, bij de gedachten aan eene Herha- ling buiten verwachting is de 1 Mei-dag rustig verloopen want nu de Nationale vergadering te Berlijn besloot dezen dag niet oificieei ais feestdag te willen erkennen en allerwege de iciders der roode garde aanspoorden om niet ie werken, zelfs in de officieele bedrijven, zoo was men toch beangstigd, dat het tot onlusten zou komen. Ook de Beürijis en Volkzugraden bevalen ae bedrijven stop te zetten, vooral in dc kleine plaatsen, waar de markt van deze raden tot aeden nog grooter is, dan die van de wette ijkc overheidl. Hierover hoop ik u dezer dagen eens een en ander te schrijSen naar aanleiding van gesprek Ken met verschillende mdustrieëlen. Jan van Latenstcin DE BIJEENKOMST ,TE bPA. Havas verneemt van gezaghebbende zij de, dat het vrij wei zeker js, dat de con ferentie te Spa tot de tweede -keilt van „uni zai worden uitgesteld. De Duiischers krijgen .dus hun zinl Men verwacht, dai Miherand Vrijdag naar Folkestone zai vertrekken en daar z.a„erüag een onderhoud zal hebben met bloyd George, dai. waarschijnlijk niet lan ger dan een twee dagen zal duren. Men zal er behalve het linancieele probleem ter voorbereiding van dc bijeenkomst te Spa ook behandelen de Russische quaes- tie, die te San ltemo niet behandeld kon worden en die thans met de gebeurtenis sen op het Pooiscke front in een nieuwe phase is getreden. UIT DUITSCHLAND. ïqgen de afscheiding. Uit Müncuen wordt aan het ,Berl. ,Ta- g'ebi." gemeld, dar de Duitsche "Boeren- oond in Beieren tot hun kiezers een op roep hebben gericht, waarin zij zich ver klaren tegen elke poging in het lijk "rondgebied van het rqk te scheiden, en zich verklaren voor .één groot-Duitsch- ,and, waarin opgenomen moeien worden Oostenrijk en Tirol. (leen Maandagochtendbladen meer De Ber.ijnsche bladen deelen mee, dat icu gevolge van een overeenkomst ges.o- teu met het Duitsche veroond van tians- poriarbeiders, de krautenrondoreugers een rustdag zullen krijgen van 24 uur, zoodat voor.oopig geen kranten op Maan dagmorgen meer zuhen verschijnen. Opera te Frankfort gesloten. Op bevel van den commandeerenden generaal van hef bezettingsleger te Frank fort moet de groote opera aldaar op 9 en 10 Mei gesloten blijven. Als straf voor het zingen van een couplet bij de op voering van den „Bettei-siudeut" Vrijdag j.i„ w a raait de aanwezigen Fxansche pi- licieren aanstoot hebben gen-urnen. De staking der jbknkbmmbten. Volgens den „Lokaianzeiger' heeft bij enkele groote Berlijnsche banken reeds een stemming plaats gehad, over een even- tueeie staking. He meerderheid van het personeel stemde voor de staking. DE STAKING IN FRANKRIJK. De arbeiders in bet arsenaal van Lorient besloten gisteren het werk te hervatten- De toestand op alle spo 0 r weg net-ten 1# be vredigend1. Tegen gisteren zou de O. G. T. vereche strijdkrachten aantrekken, een nieuwe phase in de worsteling treedt dus in. Het „keerpunt" zet het „Journal des Dé- bate" boven een artikel, waarin het blad dit besluit van de leiders der stakingsbeweging bespreekt. „Een nieuwe aanvalsgolf komt opzetten", schrijft de „Hmnanité." Het is mogelijk, meent het- „Journal des Débats"maar wii zijn nog verre verwijderd van den vloedgolf, welke de oude maat schappij moest wegvagen op het eerste wenk brauwfronsen van het „bewuste" proleta riaat. Juist, omdat het proletariaat „bewust" wordt, meent het bladi maar alleen niet op de wijze als degenen bedoelen, die zich het recht aanmatigen het bevel tot den pP- marsch te geven. Het proletariaat wordt zich bewust van de misdaad tegen hot landhet geeft zich rekenschap van hetgeen er duis ters. verdachts en vreemds, of liever buiten- landsch. in de rol is, welke men het toebe. deelt. De cheminots hebben dadelijk lont ge roken; de mijnwerkers, die voor het meeren- aeel wonen in de verwoeste gebieden, geven blijk van eenzelfde eerlijke aarzeling tegen over de materieele en moreele verantwoor delijkheid, welke men hen wil toebedeelen. Het blad hoopt, dat de regeering haar zelfde wilskrachtige, doch tevens koelbloe dige houding zal bewaren tegenover de nieuwe bedreiging. Ontploffing. Na afloop van een militair feest te Gent, heeft een soldaat door onvoorzichtigheid een granaat doen ontploffen. Twee Boldaten wer den ernstig, een dertigtal toeschouwers, licht gewond. Sabotage? Aan boord van het Duitsche oorlogsschip „Thuringen," ingelüfd bü de Fransche ma rine, is een groote lek ontdekt, hetgeen men toeschrijft aan een daad van sabotage door de Duitsche equipage voor het vertrek. Brand in een tr-cintunnel. Vrijdagmiddag is een wagen van de onaer- grondsche trein bij het binnenrijden van het Faddington-station te Londen in brand ge- De stationchef bemerkte, dat onder den eersten wagen rook uitkwam. Toen de trein stopte, gaf hii den conduc teur last, te bevelen „allen uitstappen!" Voor echter de trein, die overvol passa giers was, geheel was verlaten, begon het station zich met rook te vullen. De passagiers renden de trappen op, ach tervolgd door de rookkolommen, die al spoe dig uit den onderaardschen gang opstegen. Het stations-personeel wist echter het vuur meester te worden. Het. Assisenhof van (Belgisch) Bra bant, heeft wederom 14 activisten bii verstek veroordeeld, die allen hoogleeraar aan de Gentsche universiteit en lid van den Raaa van. Vlaanderen ziin geweest. Ter dood ver oordeeld zijn: Kjmpe en Van Bockstaede; tot levenslangen dwangarbeid: Vanden branden: tot twintig jaar: Karei Borms, Brulez, Claus, Fornier en Meert; tot vijftien jaar: Foussy Gobée en Picard: tot twaalf jaar: Oboussier en Scboenfeldtot tien jaar Devries. De Maharajah van Kasjemir heeft af stand gedaan van zijn vordering op de En- gelsche regeering, groot 170.000 pond st-, welk bedrag Engeland verschuldigd was voor de overzeesche diensten door de troepen van Kasjemir tijdens den oorlog bewezen. Kasjemir, „de Rozentuin" is de noorde lijkste staat van Bvitsch-Tndië. De huidige bestuurder, generaal Sir Per tab Singh, behoort tot de machtigste Indi sche vorsten. Hij heeft recht op het ko ninklijk saluut van 21 schoten. In 1914 diende hii persoonlijk in Frank rijk. De Marconi Wireless Company heeft de Engelsche regeering aangeboden door het gcheele Britsche wereldrijk stations voor draadlooze telegrafie op te richten, indien zii het monopolie daarvoor kan verkrijgen. De ..Times" verneemt uit Teheran, zoo meldt. Reuter dat er tusschen Sovjet-Rus land en de Turksche nationalisten een mili taire overeenkomst zou ziin gesloten. Voor eenige maanden terug citeerden enkele staaltjes van onbenulligheden „Het Volk", bedoeld als hatelijkheid tegen ons Katholieken. We wezen er toen op, dat het dagblad voor do arbeiderspartij er bh de verwisseling van hoofdredactie redactioneel niet op vooruit gegaan was. Dat zelfde valt opnieuw te constateeren in een hoofdartikel in „Het Volk', over het door de Regeering ingediende wetsontwerp: Zondagsrust. TER VERGOEDING! „Ik begrijp niet hoe je nog kunt klagenj in Rusland is alles nog veel duurder!" „Jawel, maar daar majr je ook je eigen bamkbiljettendr ukken SIGAREN. Cas: „Gooi die stinksigaat toch weg 1" Bas: „Stiaksigaar? Kijk 'ns. man, ik geet niet dikwijls 'n kwartje voor 'n sigaar, maar als ik 't doe Cas; „Dan krijg je twee dribbeltjes terug-'' we uit Daarin lozen we de volgende.- kinder, aehtigheden. zullen we maar zeggen; „Deze Regeering wil de arbeidt-rsbewe. ging telgen, tartelen, prikkelen." „De Christelijke arbeiders liggen wil- loozer dan ooit voor deze Regering op d« knieën." „De burgeroorlog ia georganiseerd en de burgerwachten hunkeren naar een vecht» kans." „De Regeering stuwt op een conflict aan, dat gelegenheid biedt om er eena duchtig op los te slaan." „Deze Regeering wil krachtproeven nemen." Soortelijke flauwiteiten kan eigenlijk alleen iemand op het geduldig papier zetten, die ofschoon hij geen «tof tot schrijven heeft toch zijn artikel moet leveren en zich met een zucht van vervolging aan 't werk zet Het i« ongare kletskoek, maar de „bewua. ten" slikken het baksel sla boterc&ke. In de „Economist" treffen we eenige zeer lezenswaardige uitspraken aan over de loon- actie, in verband met de. nu tot het verleden oehoorende staking in 't havenbedrijf. Deze uitspraken zijn er nog lezens- en merkwaardiger om. omdat zii gevloeid zijn uit de pen van een bevoegde, die er geen christelijke leveusbescnouwing op na houdt. In bovengenoemd tijdschrift dan, schrijft mej. Mr. E. C. van Dorp: „Wat dit haven- conflict in het leven heeft geroepen, kan men met een woord samenvatten als: het Socialisme, en dat in ziin ruimsten zin opga. vat. Want wat men ook beweren moge. tus schen socialisme en bolsjewisme ziin wel ver schillen van taktisehe houding, maar een be. ginselverschil is er niet. Het consequent doorgezette socialisme leidt onverbiddelijk tot hfct bolsjewisme." In deze uitspraak is de spijker midden 01 zijn kop getikt. Toen in November 1918 de revolution- naire aanslag in ons land van sociaal-demo cratischen kant dreigde, zagen de vrijziuui gen over 't algemeen bleek van schrik. Een van de voornaamste bladen uit dien knug maakte zich reeds gereed tot het ouig.m voui het nieuwe „bewind". Van grooten moed bleek toen in dien hoek zeer weiuig. Veiei dachten de zaak verloren en zagen nitt anders voor zich dan een zich schikken 11 het onvermijdelijke. Nauwelijks echter had de bazuinstoot ui den rooden hoek geklonken ot ons Uhrisreiijl Nederland liet zun kraentig „neen" hooren Daar bezweek men niet voor de vreesaan jaging van het geweidsvertoon. Daar kwam men aanstonds op, om het wettig gezag W steunen. We zijn nu 1 l/a jaar verder en'er is een wetsontwerp verschenen tot bestrijding van revolutionnaire woelingen. Wat roept nu een groep vrijzinnigen? De vrijheid is in gevaar! En ze leveren in hun bladen, kolommenlance pleidooien voor het gevaar waarin, volgens hen, de persoonlijke rechtszekerheid gaat verkeeren. wanneer bovengenoemd ontwerp, wet wordt. Het is alsof er niets is gebeurd. Het is alsof de tijden van rustige sociale en poli tieke zekerheid reeds weer zijn teruggekeerd. Men komt voor de „rechtszekerheid" op. Tegen de pogingen der revolutionnairen O neen, tegen de voornemens der Regeer;ng om recht en orde en gezag te handhaven. En men schijnt gestreeld, schrijft de „Stand." als van revolutionnaire zijde vrien delijk wordt geknikt en met instemming de verzekeringen van liefde voor de vrijheid van het individu worden geciteerd. Die vrijzinnigen zijn toch ongeneeslijk in hun droeven waan. Gelukkig, dat de overgroote meerderheid van ons volk genoeg gezond verstand heeft, en er dus heel andere over denkt, dan die misschien geleerde, maar domme vrijzinnige heeren. AUBADE AAN MENGELBERG. *t Was Zondagochtend een ongewone drukte in de v. Eeghenstraat te Amster dam. Tegen half twaalf was 't zwart van de menschen voor de woning van Willem Mengelberg, Honderden waren er samnge- stroomd, want de Amsierdainsche Post- liarmonie, directeur de heer D. Speets, naar het Ilaliaansch door IVO. Voor de kade van Sant» Lucia te Napels lag een kleine stoomboot, die 's zomers naar het eiland (Japri vaart Het was kwart voor tien in den morgen, en reeds werd het sein van vertrek gegeven. In een der bootjes, die op het punt stonden van wal te steken, om de passagiers nog juist op tijd naar de te brengen, zat tusschen twee door de zon gebruinde roeiers een meisje. Ze kon dertig jaar oud zijn. Ze scheen voor het eerst daar in de streek te zijn, want met veej belangstelling nam ze de omgeving op en bemerkte heelemaal niet, dat een der roeiers reeds een paar maten tol haar het woord gevoerd had. Eerst als de klank van de Fransche woorden van de wal tot haar door drongen, wendde ze het hoofd om. „Signorine mag ik zoo vrij zijn bij U in het bootje te helpenV Ik ben te laat geko men en moet nog naar de boot!" lüegene, die deze woorden sprak, was ©en ioncc man, met een vol zwart baardje, ca donkere oogen, die scherp bij zijn bleek gezicht afstaken. Iiij was slank van ge.: tul te en droeg in zijn rechterhand een koffertje. Vragend waren zijn oogen op haar ge vestigd, terwijl hij op den rand van de kade staande, haar antwoord afwachtte. Het meisje wierp een snede blik om zzicii heen, de andere bootjes waren reeds bezet of vertrokken en geen enkel lag meer disponibel. Wilde de vreemdeling dus nog op lijd de boot bereiken, dan moest ze hem meenemen. tn vloeiend Fransck antwoordde ze beleefd: „Stap in, mijnheer er is voldoende plaats voor twee personen. Haastig stapte hij in het bootje, dat een der roeiers aan den wal gehouden had, zette zijn koiffertje in den boeg van het bootje neer en ging etgem- over haar op het bankje zitten. „Ol" riep bij uit, „U spreekt zoo vloeiend Fransch Ik was bang dat U me niet verstaan zoudt". Ze vertrok haar vastgesloten lippen tot een glimlachje en antwoordde slechts dra lend: „ja." Ze was van jongs af gewend geweest, op reis uiterst voorzichtig te zijn met kennis makingen. „Wel eigenaardig," ging d# vreemdeling voort, „ik ben al een jaar ia Italië, maar ik ben de landstaal nog heelemaal niet meester." „Fransch en Italiaansch hebben anders veel punten van overeenkomst. En voor iemand, die eenigszins bestudeerd is," antwoordde ze koel, „is het, dunkt mij, toch niet moeilijk.. De vreemde liet haar niet uitspreken, doch zei op openhartigen toon: „lk ben heelemaal niet bestudeerd...." „Signore, Siamo arnvati!" riep een der roeiers. Hel bootje stiet tegen het schip aan, waar op zich reeds een aantal passagiers verzameld had. Ze liet den beer voorgaan, en volgde hem naar het dek. Een der roeiers droeg haar bagage aan booid, bestaande uit een in elkaar gerold plaid en een bruin leeren koffer, die niet veel grooter dan de hand- kofler van den jongen man was. De roeier verwijderde zich, na zijn geld ontvangen te hebben, met een herhaald: „Mille grazie Siguorina, buon divertimento." De dame zette zieh op de bank neer, die over het dek heen liep en begon weer met de omgeving Op te nemen. De scheepshol klonk nu voor de derde maal, de schroeven van de boot begonnen te werken. Een zwerm halfnaakte jongens zwommen om do boot en doken naar de geldstukken, welke de pas sagiers in hel kristal heldere water wierpen. Druipend als poedels kwamen de jongens weer te voorschijn. Het gitzwarte haar plak te hun tegen bet hoofd en in hun bruine, natie gezichten blonken hun invoorwitte tan den, waartusschen ze de uit het wlaer ge- liaalde geldstukken geklemd hielden. Doch de niet te voldoette kleine lazzaroni 1) staken hun geldstukken handig acuter hun kiezen^ die ze als portemonnaie gebruikten, en rie pen op kLagenden toon: „Fer carita Signora, un ultra moneta, un ultra monetal" De beweging van het schip verdreef hen echter weldra en een ander schouwspel nam de opmerkzaamheid van het reisje in be slag. Een blinde troubadour 2) bad zich in het midden van het dek neergezet. Naast nezn stond een Napelsch meisje, in de bonte mee derdracht van het land gestoken. Ze hield een maudoline in de hand en begon daarop te spelen, terwijl de man met een verdienste lijke tenorstem een landliedje zong, genaamd: „O, belia Napoli." Dit tafereeltje verhoogde niet weinig do poëtische stemming der omgeving en een glimlachje ontplooide zich om haar mond. De vreemdeling, die met haar naar de boot geroeid was en thans ook iu haar nabijheid 1) Lazzaroni ltaliaansche bedelaar. 2) Troubadour rondreizend minnezan ger. voornamelijk in de middeleeuwen stond, bemerkte dal en zet: „Een schoon cu bekoorlijk land; alleen heb ik opgemerkt, dat de menschen hier veel aan oogziekten lijden. De dame knikte en voegde hieraan toe: „Zijt gij medicus, dat u hierin zooveel be lang stelt t" „Neen," zei hij schijnbaar spijtig, maar direct liet hij er op volgen: „ik heb nog niet gelegenhj.d gehad, u voor uw vriendelijkheid om me in u-/ bootje op te zoemen, te danken. Zijt u een Franpaise Ze zag hem met groote oogen aan. Ze hield er niet van ondervraagd te worden en zijn vrijpostigheid deed haar onaangenaam aan „Neemt u. me tri© tkwalijk," zei hij, ter wijl een diep rood zijn bleeke wangen kleur de, „ik zou meer verheugd zijn in u een landgenoote mogen begroeten. Ik gevoel me zeer eenzaam." Flij sprak met zulk een kinderlijke vertrou welijkheid, dat bij haar het beschermend, moederlijk instinct der vrouw werd levendig gemaakt en opgewekt. Wal h.nderde het ook, of ze met hem een oogenbuk praatte? mj was nog jong en scheen niet sterk te zijn, daarbij scheen hij er behoelte aan te ge voelen, zi '1 weer eens vrij en frank in zijn moedertaal te kunnen uitdrukken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5