Door Centraal Europa FEUILLETON. SLECHTS EEN DROOM BUITENLAND ONS VR00LIJK H0EK1E WOENSDAG 28 BRIEVEN UIT WEENEN. VIII. De Barmh'artige Zusterkens van de Kaiserstrasze. De nooid der kloosters. Een treffende bekeering. Bela Kun..... ein négligé! Ditmaal willen we eens wat vertellen uit het leven van de goede zusterkens in de Kaiserstrasze te .Weenen, aan wie wii 2uik een liefderijke en voorkomende ver zorging gedurende ons verblijf te Wee- pen te danken hebben. Het leven dier vrome, der wereld ontvloden zusterkens, die in het socia listische, half-verbolsjewiekste Oosten- riik, in het van oproeren en onlusten zwangere .Weenen heur dagen wijden aan gebed en aan arbeid, het is onze belangstelling méér dan waard. Om het verleden, om het heden, om de toekomst. Hoe zijn de zware revolutievlagen, welke vervaarlijk-schokkend over Oos tenrijk en vooral over Weenen gevaren zijn, wel aan de wereld-schuchtere non netjes voorbii gegaan? Wat bemerken zij en wat hébben zii bemerkt in de kloostereenzaam heid van het geweldige gebeuren daar buiten Hoe leven zit in het arme en honge rende Weenen van dag tot dag? Hoe zal haar toekomst zijn in de steeds onzekerdere tijden, .welke wach ten Deze vragen zal menigeen zich reeds meermalen gesteid hebben. Bii gewelddadige omwentelingen toch plegen priesters en kloosterlingen aller eerst het slachtoffer te worden van la gen moedwil, en daar vroomheid in 't algemeen, doch kloostervroomheid in 't bijzonder allerminst thuis behoo- ren in socialistischen, en nog minder in bolsjewistischen staat, zoo is het niet anders dan natuurlijk, dat priesters en kloosterlingen het ook allereerst ontgel den moeten bii socialistische of bolsje wistische revolutie's. Nu mogen de zusterkens van de Kai serstrasze zich gelukkig .prijzen, dat zii er iu den revolutie-tijd goed van af gekomen zijn; wel hebben zij et- telivke malen bezoek gehad van de „Volkswehr" wat dat beteekent, zul len onze lezers begrijpen! doch tot gewelddaden kwam het in haar klooster niet, waarschijnlijk, omdat de onmisken bare armoede en het opvallend heerlijke werk-van-liefde dezer zusters zelfs den ergsten bruut van gewelddaden in deze stil-stemmige omgeving moésten terug houden. Niettemin hebben de zusterkens zwa re tijden doorgemaakt! Geruimen tijd achtereen konden zii Voor haar groote inrichting niet méér voedsel bekomen dan voor iedere zuster een half dun sneetje brood per dag! 't Klinkt ongelooflijk, doch 't is de nuchtere waarheid. Toen er ietwat meer geordende toe standen ontstonden (in Zoverre men te Weenen sinds Augustus 1914 van „ge ordende toestanden" spreken kan), is het voor de nonnetjes iéts beter ge worden, doch, hadden zii niet mogen deeien in de liefdegaven van het gulle Holland, dan zouden zii bezwaarlijk tot op den huidigen dag het leven hebben kunnen rekken. De verzorging der kloosters in 't alge meen toch laat te Weenen véél te wen- schen over: méér dan alle anderen zijn de kloosterlingen aangewezen op liefdadige ondersteuning uit het buiten land. Is het in Holland niet algemeehr be kend, dat in een klooster te Weenen niet minder dan twintig zusters letterlijk van honger en gebrek zijn omgekomen? Thans rekken de kloosterlingen te Weenen het armelijk bestaan, iep. al weten zii zich als innig-vrome en sterk-geloovige menschen lichter dan wereldlingen te troosten over ontbe ring en gebrek, al verstaan zi« de kunst met weinige of gebrekkige middelen als 't ware wonderen te verrichten, al too rnen zii zich ware belijders en belijd- sters van het blijmoedige Roomsche ge loof, waarin de Heer gediend wordt in vreugde, óók in dagen van ramp spoed. zii kunnen het zich niet ont veinzen. dat de tijden thans toch wel haast al te zwaar worden; de prior van het groote Dominicanerklooster in de Postgasse tevens provinciaal der Orde in de landen der oude Donaumo- narchie hii verklaarde ons met tra nen in de oogen, dat het niet lang meer duren zou, of alle pijen in het kloos ter waren totaal öpgesleten! „We zullen spoedig niet meer weten, hoe ons te kleeden!" De nood der kloosters te Weenen is groot. En dan de toekomst? Wat staat Weenen nog te wachten? Onder hoe hevige barensweeën zal eenmaal de tijd betere toestanden doen geboren worden? En wat zal het lot zijn der klooster lingen, wanneer misschien eenmaal de hél als 't ware over de arme stad zal zijn losgebroken? Maar om tot onze zusters van de Kaiserstrasze terug te keeren al heb ben deze „Töchter des göttlichen Hei- landes" van de bolsjewisten tijdens en na de revolutie ook geen gewelddaden ondervonden, zii zijn toch meermalen met rasechte bolsjewiken met „hoo- ge" bolsjewiken nog wel! in aan raking gekomen. En wel op zóó interessante manier, dat we niet kunnen nalaten, daarvan het een en ander te vertellen. 't Gebeurde in den tijd kort na de revolutie, (toen de uiterst-linksche ele menten der socialististen hun geweld- macht hadden zien afnemen, en toen vele militante bolsjewiken zich maar weer als arbeider hadden verhuurd), dat een karweitje aan een der klooster muren werd verricht door een metse laar, die stamde uit een der nobelste Roomsche familie's van Weenen, doch die - reeds vroegtijdig socialist en la ter bolsjewist geworden sinds lange jaren een zeer slecht leven leidde, tot armoede was vervallen, zich in den re volutietijd tot hoofdman van een bolsje- wikenbende had weten öp te werken en later toen hii tijdelijk(!) in die post geen voordeel zag maar metse laar .was geworden, als knecht bii 'n baas. De man stak zijn bolsjewisme niet onder stoelen of banken, en heel openhartig vertelde hii den kloos terknecht, dat hij 't een buitenkansje vond, thans eens van nabij het klooster te kunnen bekijken! Hii zou de zaak hier eens grondig in- specteeren, om iater als zijn tijd ge komen was met zijn manschappen spoedig te vinden, wat hii zocht. De kloosterknecht verzekerde plechtig dat er heusch niets te vinden zou ziin. doch de metselaar-bolsjewiek wees veelbeteekenend op het hek, dat in het klooster de lokaliteiten voor de pension gasten afsluit,daarachter, daar was 't natuurlijk! De bedreiging van den bolsjewiek kwam zuster-overste te hooren, en de ze noodigde den zonderlingen heer vriendelijk uit, in het geheimzinnige kloostergedeelte een kijkje te komen .ne men; hii mocht alles zien. En hii zag alles, maar zijn .wantrou wen bleef Origineele gesprekken werden er in de dagen, die nu volgden, gevoerd tus- schen eenvoudige .werkzustertjes en den bolsjewiek: Jullie bent toch wel heel ongeluk kig, verklaarde de man; waarom bliiven jullie hier toch zoo in gevangen schap Met gezichten als vraagteekens za gen de nonnetjes den man aan.... Hoe laat moeten de zusters hier op staan? Om vijf uur. En hoe laat gaan ze naar bed? (Dm negen uur. En hoe lang werken ze per dag? r— .Och! als we niet bidden en als we geert recreatie-uurtje hebben, dan wer ken we maar. Dat 's 'n schandaal! Dat is onein dig veel langer dan acht uur! En hoe veel verdienen jullie dan? Verdienen? Gèld verdienen we niet dat hebben we ook niet noodig; we eten, naargelang er wat te eten valt. Gemeen! Schandalig! Óch, menschen, jullie kent je eigen ongeluk niet; jullie laat je uitbuiten döbr de maatschappij! Veel langer dan acht uur werken, en dan nog niets verdienen dan wat schraal eten! Ja, maar, we doen 't geheel vrij willig! Nee! dats niet waar! jullie wordt hier gevangen gehouden! Dat moet al lemaal anders worden; .wacht maar! als wii de baas zijn, dan zullen jullie gauw verlost zijn Geloof het nu: we zijn hier geheel vrijwillig, uit overtuiging: we willen het zoo, en niet anders, we zouden niet gaarne „verlost" worden; we voelen ons gelukkig hier Meerdere dagen gingen voorbij, waar op de metselaar met de zusters stééds, als de gelegenheid daar was, gesprek ken voerde over het ongeluk, over de gevangenschap en de toekomstige be vrijding van de nonnetjes; toen het hem eindelijk duidelijk geworden was, dat de zusters werkelijk uit vrijen wil en over tuiging een zoo verstorven leven leid den, scheen hij jetwat getroffen: Maar waar halen jullie dan de kracht vandaan om zoo te leven? Ik £OU het niet kunnen! Uit ons geloof, onze hoop en on ze liefde, antwoorden de zusterkens, en naiëf tegenover den bolsjewiek vertelden zii yol vuur, welk een groote kracht zii vonden in het gebed, in de H. Communie Ik zou 't niet kunnen, herhaalde de metselaar. Och ja! waagde een nonnetje, als u ook maar.... bad! Dat kan ik niet meer! ja, vroe ger, toen heb ik 't ook gekund, maar er is zoo veel gebeurd En wanneer waart u dan gelukki ger, toén of nu? Ik ben nou 'n ellendig mensch, dat weet ik wel! LWe zullen de in den loop der vol gende dagen gevoerde gesprekken niet verder weergeven; 't zal den lezer een voldoening zijn, te vernemen, dat de bolsjewiek na eenige dagen bii de zus ter-overste aanklopte om schuchter me de te deelen, dat hij wel zou willen biechten! Of zii geen priester voor hem wist? De man heeft gebiecht, en is thans met de hulp der zusters in den schoot der familie teruggevoerd een der gelukkigste stervelingen in Weenen. De zusterkens van de Congregatie der Kaiserstrasze hebben nog een voorna me bolsiewieksche „relatie" gehad. .Tot goed begrip moet men weten, dat de zusters van deze Congregatie even buiten Weenen in Stockerau nog een ziekenhuis bezitten, n.l. het „Kaiser Eranz Josefs-Spital." Op zekeren avond nu, eenigen tijd geleden, werden de zusters van deze „Anstalt" opgebeld heel voornaam, maar tevens ook heel geheimzinnig door een der departementen van de Oostenniksche regeering. Op hoog bevel zouden de zusters eenige vertrekken van haar gasthuis in gereedheid brengen voor een „patiënt", die eenige uren later in den avond bin nengebracht zou worden De zusters deden, gelijk haar bevo len werd, doch groot was haar ont steltenis, toen te ongeveer negen uur een groote politiemacht verscheen met als „patiënt" een vervaarlijken woesteling, nauwelijks in bedwang te houden! 't Was een ruwe, brute kerel met angstwekkend uiterlijklange, verwaar loosde haren en baard, grimmig gezicht met van haat en nijd verwrongen trek ken, met waanzinnig* rollende oogen... Vloekend en tierend liet hii zich door de politie binnenleiden, en hii stelde zich uren achtereen zóó gevaarlijk en zóó. terroriseerend aan, dat de gendar men en ook de pleegzusters, die an ders voor geen klein geruchtje yervaard ziin. bang van hem waren. De zusters trachtten den „patiënt" met engelengeduld te kalmeeren, betoonden zich vriendelijk, hulpvaardig en liefde vol, doch de man scheen niet tot kalmte te kunnen komen- hi' bleef, on ophoudelijk zich wrijvend en krabbend over het heele lijf» vloeken en tieren. Het bleek, dat de man vol, vol, vol, (excusez!) ongedierte zat, en men haastte zich, hem in 't bad te stoppen en(excusezb ie ontluizen! Zijn ge weld trotseerend Dat knapte op! De man scheen zich van een hinderlijken last bevrijd te ge voelen; langzamerhand verstomde zijn vloeken, zijn tieren, -- en naargelang hii 'zich benaaglijker ging voelen, werd hii kalmer, gewilliger, belééfder zelfs! Na enkeie dagen toonde hii zich een vrij normaal mensch en mocht hii af en toe eens in den tuin gaan wandelen. En zóó dankbaar was hi« den zusters ten slotte, die hem van zijn vrachtje hadden afgeholpen, dat hii reeds van uit de verte eerbiedig en onderdanig groetend diep den hoed afzette, .wan neer hii op zijn wandelingetjes een nonnetje ontmoette! On zekeren avond de „patiënt" ver bleef slechts korten tijd in de „Anstalt" van de zusters der Kaiserstrasze ver scheen wederom een sterke politiemacht en .werd de man overgebracht naar de „Heil-und PflegeanstaltAm Steinhof" te Weenen, alwaar hii zich ondank^ twee pogingen tot ontvoering .en één poging tot vergiftiging door Hongaar- sche officieren nóg bevindt Eerst na zijn vertrek uit het „Kaiser Franz Josefs-Spital" kwamen de zuster tjes te weten, dat ze kennisgemaakt hadden metBela Kun, den Hongaar- schen bolsjewistischen bloedhond, met Bela Kunen négligé, zóó als' hii bii het einde van zijn heerschers- dag'en, uit Hongarije ontsnapt, over de Oostenrijksche grens was komen vluch ten! paar bet Italiaan?£b door IVO, 10, Felix groette en ging verder. Hij volgde den weg tot Anacapri en sloeg dan links .ar Wat wilde hij eigenlijk? Hij wilde zijn patiëntje bezoeken, die weken lang aan een zeeren voet gelegen had. Hij schreed langs, het smalle, steenige pad, naar het huisje, dat te midden van de wijn bergen lag. Felix trad bet huisje binnen, doch niemand was aanwezig. Boven het vuur hing een Ketel, waarin igts pruttelde. Wellicht .waren ae bewoners in het veld, nabij bet huisje, aan den arbeid. Hij wilde eens vra gen hoe het nu met het meisje ging. Hij liep tusschen de wijnstokken door, waaraan groo te, blauwe druiven hingen, die er bij deze hitte verlokkend uitzagen. Felix ,was blij wel dra in de schaduw van eeuig groen te loo- pen. Zijn voetstappen werden op het wgeke, Witte zand gedempt. Hij begaf zich naar Ijjt *ldaar slaanae prieeltje. 1 Tusschen het groen trof hem een lief ta fereeltje, dat hij echter niet verwacht had en verwonderd bleef hij bij den ingang staan. Daar voor hem zat in engelachtige schoon heid Jeannette. Zacht trad hij binnen, om het liefelijk beeld niet te stonen. Zijn hart klop!% toen hij nader trad. Hoe geheel anders kwam ze hem nu voor. Ze zag er heden zoo bleek zoo hulpbehoevend en kinderlijk uit. Het scheen hem toe, alsof er tranen aan haar wimpers hingen, alsof ze In haar droom geweend had en om haar mond lag een pijn lijke trek. De trek van lijden, die uit de geheele moede houding van haar ledematen scheen, maakte haar zoo aantrekkelijk als nooit te voren. Het anders zoo frissche rood van haar wangen ,was hem pog pooit jpo schoon toegeschenen als de bleekheid van haar hujd, die hem, zei, dat ook zij leed en die niet de nuchtere vrouw ,was, waarvoor hij haar de laatste uren gehouden had. Hij zag nu niet tegen haar pp als zijn meerdere, maar als tot een lief, begearens. waardig meisje. En waarom had ze geweend? Om hem? .Gis teren was alles onduidelijk voor zijn geest geweest, nu was het of alles hem duidelijk werd. Hij kon zich niet weerhouden, snel boog hij zich over haar heen ,en kuste de tranen van haar langa, bruine wimpers. Haastig trad hij t^h terug, als schaamde hij zich over zijn jongensachtige opwelling. De lichte druk van zijn warme lippen moest liaar gewekt hebben, want zij Opende de oogen en keek verwonderd om zich heen, als wist ze niet waar ze was, of wie haar gewekt had. Felix trad nu nader pn zei met zachte, innige stem: „Jeannette, .waarom hebt ge geweend Ze schrikte op. Hu llacl haar nog nooit zoo nerveus of geschrokken gezien; haar bleeke wangen werden hoog rood en ze vroeg smeekend: „Vraag me alsjeblieft niets." Ze strekte daarbij afwerend de hand uit. Hij vatte deze en voelde dat haar warme vingers zich tusschen de zijnen wilden uit trekken Vr.agend keek hij haar in de oogen. Daar ging hem plotseling een licht op. Wat hem en haar tegelijk zoo drukte; was, dat ze geen vrienden meer konden zijn, want zij beminden elkaar. „Jeannette, lieveling* Se hebt me een weinig lief! jubelde hij. En ik-ik kan niet zonder je leven. Ik voel het needs lang. Ge zult je armen Felix niet verlaten, ge moet mijn kleine vro.uwi worden Mjjn trouwe Jeanne He. Ge moogt me niet ongelukkig maken." Wat hoorde ze nu. Ze had nog nooil zulk een heerlijke btótooverende taal gehoord. Daai; stond hij voor haar met zijn bleeke, EEN NIEUWE PUTSCH IN DUITSCH- LAND VERWACHT. De „Vorwarts" verneemt van „bijzon der goed ingelichte zijde" o.a. bet vol gende: Wij kunnen mededeelen, dat de vrijcorpsen, die zoogenaamd voor het grootste deel worden ontbonden, in wer kelijkheid met koortsachtigen ijver nieu we leden aanwerven, niettegenstaande dit reeds tweemaal door het rijiksweerminis- lerie uitdrukkelijk is verboden. In Pa- derborn wordt de maandelijksehe aan winst op 2000 man geschat. Toen onlangs in Maagdenburg eenige van deze straf bare werfagenten werden gearresteerd, hief de nll-Duitsche pers een groot ge schreeuw van verontwaardiging aan over de arrestatie van „onschuldige verlofgan gers". De meeste aangeworvenen ontvan gen een soldij van 19 mark per dag. Het geld komt uit particuliere bron. Blijkbaar hebben de rechtsche bolsje wisten de beschikking over reusachtige fondsen. Een der geldgevers is de Poin- mersche „Landbund". waarachter weer de „Bund der Landwirte" staat. Daar de onderneming echter zeer kostbaar is, zou ook het grootste fonds spoedig uitgeput raken, wat een nieuwe aanwijzing is, dat de Putschisten van plan zijn zeer spoedig hun slag te slaan. De schijnbaar ontbon den vrijcorpsen worden door de reactio naire organisatoren systematisch over de Pommereche landgoederen verdeeld, wa pens enz. nemen ze mee. De bezitters der landgoederen zorgen voor de voeding, in mil waarvoor de menschen eenigen ar beid verrichten. Hun soldij krijgen zij uit het particuliere fonds. Men heeft zijn hoop gevestigd op het spoedig uitbreken van een communi6tisohen opstand in Midden-Dnitschland. onmiddellijk na de verkiezingen. Helaas ziin er aanwijzingen dat de juistheid van deze speculatie niet geheel onwaarschijnlijk is. Voor^het ge val dat de communisten te „slap" moch ten zijn, reizen verkleede vrijcorps-offi cieren dooi- bet industrie-gebied van Midden-Duit6chland. om de zaak eenigs- zins op pooten te zetten. Breekt nu de verwachte en verlangde communistische putsch uit, dan zullen rijksweer en vrij corpsen een passieve houding aannemen en een soort militaire staking in scène zetten om den Putsch zich zooveel mo gelijk te laten uitbreiden. De bevolking en do regeering moeten eerst een tijd lang door de roode terreur murw ge maakt worden, terwijl de rechtsche bols jewisten den chaos in Duitschland volko men maken. Als strijdmiddelen tegen het bolsjewisme zullen de in Westfalen bin- nengerukte vrijcorpsen den kolentoevoer afsnijden, terwijl tegelijkertijd met be hulp der op de Oost-Elbische landgoede ren ingekwartierde vrijscharen de levens middelentoevoer zal worden stopgezet. Als dan hongersnood en werkloosheid ten top gestegen zijn, zullen de troepen als redders in den nood verschijnen, het bols jewisme vernietigen en dan als overwin naars zelf een regeering vormen. De regeering weet wel van deze plan nen af, maar haar maatregelen missen hun uitwerking, doordat do samenzweer ders in alle belangrijke takken van be stuur hun raadgevers, helpers en begun stigers hebben. De „Vorwiirts" voegt hier nog aan toe: Er is een groep, die deze plannen on middellijk in duigen kan laten vallen, en dat zijn de links-radikalen. wier gevaar lijke Putsch onmiddellijk na de verkie zingen den grondslag vormt voor alle contra-revolutionaire plannen. Indien de links-radikalen ook maar een greintje verantwoordelijkheidsgevoel en gezond verstand bezaten, zouden zij zich niet door Duitsch-nationale ophitsers tot een opstand laten verlokken, die den contra revolutionairen als sein en voorwendsel voor hun eigen Putsch moet dienen. He laas mag men tegenwoordig het gezond verstand der links-radicalen niet als een einstigen factor in de politieke rekening beschouwen. Daarom moeten wij ons tot de regeering wenden en haar met klem bezweren, nu eens het bolsjewisme van GASTVRIJHEID. Hansen „Dus ie gaat Maandag op ris?. Wat doe je morgenavond?" Jansen: „Laat 'ns zienDonderdag- dan hen ik vrij!" Hansen: „En Vrijdag?" Jansen: „Ben ik ook vrij!" Hansen: „En Zaterdag?'' Jansen: „Dan moet ik uit dineeren bij Fransen." Hansen: „Wat jammer ik wou je net voor Zaterdag te eten vragen HANDEL' IS HANDEL.' Salomon en Mozes liepen langs 't ka naal. Daar stond op. 'n bord te lezen wel ke prijzen .werden uitgeloofd voor hem die 'n drenkeling uit 't water haalde* Natuurlijk lag Salomon gauw in 't .wa ter, en Mozes haalde hem er uit en kreeg1 drie gulden. 'n iWeek later, zouden ze 't spelletje herhalen. Nu moest Mozes 't water ja. Maar Salomon haalde hem er niet uit* Mozes kreeg 't benauwd. „O Salomon* kom dan tochl Red me! Ik verdrink!" „Maar Mozes," - antwoordde Salomon, „zul je toch es verstandig wezen, heb ik toch van de week gehoord dat je v ij f gulden krijgt ais je iemand uit 't water haalt die al verdronken isl" reent, dat de ruïne van Duitschland dreigt te worden, op een wijze aan te pik ken, die het eens en voor altijd onscha delijk maakt. Er moet onmiddellijk krach tig worden opgetreden. DE CONFERENTIE TE SPA. De Duitschers hebben de Belgische regee ring laten weten, dat den 21en Juni als datum voor de opening van de conferenti» te Spa goedkeuren. Lloyd George heeft aan de minister» Hijmans en Japar voorgesteld de besprekin gen. die zij onderling te houden hebben, o- de volgende week te bepalen. PRESIDENT DESCHANEL. President Deschanel bracht een goeden nacht door. De behandelende genéesheeren gaven om tien uur het volgende bulletin uit: Geconstateerd zijn lichte kneuzing van het gelaat en linkerbeen; algemeene stijf heid. De toestand van den patient is zot goed mogelijk. Hii heeft rust noodig. Volgens de „Echo de Paris" zal president Deschanel een tiental dagen te Rambouiilet rust nemen. de verwachte prijsdaling. Wii deelden gisteren het een en andei mee omtrent prijsdalingen in Engeland en Amerika, Alle Engelache bladen wijzen daarop, en de correspondent van de .Daily News" te Manchester spreekt zelfs van „het eerste vertrouwbare teeken van een prijsdaling over de gansche wereld. Hij geeft deze meening op gezag van een expert in den katoenhandel. In de katoen- prijzen is belangrijke daling merkbaar. De prijzen van uit Egypte geïmporteerd» katoen dalen, wat voornamelijk te danken is aan het feit. dat de banken weigeren lange credieten te verleenen. De prijzen van Amerikaansohe katoen zijp nog lager. Deze prijsdaling staat niet alleen. Ook it scheepsvrachtprijzen wordt belangrijke plot selinge prijsdaling verwacht. De vrachtprijzen worden lager en volgens een medewerker, deskundige op scheepvaart gebied van de „Daily News" zullen de vrachtprijzen nog belangrijk dalen voor he* einde van dit jaar. De tijdens den oorlofc verloren tonnenmaat is nu weer vervangen door andere schepen. Reeds een half jaar geleden waren er 5 meer schepen in de vaart dan bij bet uit» breken van den oorlog. De verlaging der vraohtpriizen zal verlaging der prijzen der goederen ten gevolge moeten hebben. De scheepswerven leveren geregeld af en wel nagenoeg de grootste hoeveelheid waar. toe zii capabel ziin. Daar de scheepsbouw een deT voornaamste Engelsche industrieën is. iaat de terugslag van den bloei van de werven zich voelen op het gansche maatschappelijk leven, daar zon der vermindering der werkloosheid een prijs verlaging alleen het volk niet baten zou. Mr. Felix B'lakemore. de president van de „national chamber of trade", heeft de vol gende reden gegeven van de daling in de prijzen der voedingsmiddelen, behalve brood en suiker, n.l. vermindering der consumptie, export uit Amerika; de prikkel die de hoogs prijzen waren tot grootere productie: ver mindering der vrachtprijzen: het feit dat speculanten niet zoo gemakkelijk creaiet konden krijgen en daarom tegen verminder- de prijzen de waren van de hand deden. Een bekende firma in Londen, die groote voorraden heeft opgekocht, heeft een be langrijke prijsdaling in soep uit het blik aangekondigd. De blikjes verkocht voor 2 sympathieke trekken, zijn trouwhartige oogen. „Niet waar, ge bemint me lieveling? vroeg hij nog eens met innige stem. Altijd was ze eerlijk en waar geweest, ook als was het tot haar Schade geweest. En daarom zei ze: „Ja, ik heb je met geheel mijn bart lief." Vreugdevol omhelsde hij haar en druktp een vungen kus op haar bleeke wangen. „Je ziet er uit, alsof ge den gelieelöu nacht niet geslapen hebt, evenals ik. Zeg me eens de waarheid schat.,, Ze antwoordde niet dadelijk, maar vroeg na eenige oogenblikken: Zal ik de waarheid zeggen? En zei toen: Nu het is zoo." Toen ging hij hartstochtelijk voort: „Waar om zijn wij zoo onverstandig geweest en hebben elkaar noodeloos verdriet aangedaan Waarom hebben wij zulke bittere woorden gesproken? Het komt me voor als een droom Als hij zoo sprak trad haar de scene van te voren weer voor den geest en ze zei met bleeke sidderende lippen: „Felix ge hebt heé- lemaal vergeten dat wij niet bij elkaar passen Waarom niet, lieveling", antwoordde hij zonder op haar treurigen toon in te gaan. ,lk ik," stamelde ze met neergeslagen oogeo, Jk' beu te oud voor je." Inplaats van een antwoord voelde ze zijn lip pen op, haar wangen, die haar hartelijk kusten. „Ge zijl een kind" fluisterde hij haar ia het oor, ,,een kind in weerwil van je verstand Heb ik je niel lief Hebl gij mij niet lief Wat zal ons dan scheiden „Mij komt het maar steeds als een droom voor," zei ze talmend. ,Als een droom maar dan als een gelukkige droom. .Wees 'n dapper meisje Jeannette. Hebt ge niet den moed het met mij te wagen l Haar trouwe oogen zagen hem vast en vol vertrouwen aan, en met zachte, doch duidelijke •stem zei ze „lk heb den snoed, omdat ik het voor jou doe, en gij mij lief hebt," In een coupé vau den trein, die naar de Itali- aanscho hoofdstad stoomde, zal in een hoek Je annette. Ze was alleen en daarover was ze zeer, blij. Zoo kon ze zich ongestoord aan haar ge dachten overgeven. Ze naderde al meer en méér Remo. Haar blik zweelde over de Campagna, welke door de Augustuszon geel gebruind wa ren. Ze keek naar de ruinen die als de getuigen van een verdwenen volk daar omhoog rezen Als za haar woonplaats vroeger naderde be groette zij blijmoedig die vervallen tcekeneq uil een groot verleden. (Wordt vervolgd.) k- li" I—'I h

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5