Door Centraal Europa
FEUILLETON.
SLECHTS EEN DROOM
BUITENLAND
ONS VR00LIJK H0EK1E
WOENSDAG 28
BRIEVEN UIT WEENEN.
VIII.
De Barmh'artige Zusterkens
van de Kaiserstrasze.
De nooid der kloosters.
Een treffende bekeering.
Bela Kun..... ein négligé!
Ditmaal willen we eens wat vertellen
uit het leven van de goede zusterkens in
de Kaiserstrasze te .Weenen, aan wie wii
2uik een liefderijke en voorkomende ver
zorging gedurende ons verblijf te Wee-
pen te danken hebben.
Het leven dier vrome, der wereld
ontvloden zusterkens, die in het socia
listische, half-verbolsjewiekste Oosten-
riik, in het van oproeren en onlusten
zwangere .Weenen heur dagen wijden
aan gebed en aan arbeid, het is onze
belangstelling méér dan waard.
Om het verleden, om het heden, om
de toekomst.
Hoe zijn de zware revolutievlagen,
welke vervaarlijk-schokkend over Oos
tenrijk en vooral over Weenen gevaren
zijn, wel aan de wereld-schuchtere non
netjes voorbii gegaan?
Wat bemerken zij en wat hébben
zii bemerkt in de kloostereenzaam
heid van het geweldige gebeuren daar
buiten
Hoe leven zit in het arme en honge
rende Weenen van dag tot dag?
Hoe zal haar toekomst zijn in de
steeds onzekerdere tijden, .welke wach
ten
Deze vragen zal menigeen zich reeds
meermalen gesteid hebben.
Bii gewelddadige omwentelingen toch
plegen priesters en kloosterlingen aller
eerst het slachtoffer te worden van la
gen moedwil, en daar vroomheid
in 't algemeen, doch kloostervroomheid
in 't bijzonder allerminst thuis behoo-
ren in socialistischen, en nog minder
in bolsjewistischen staat, zoo is het niet
anders dan natuurlijk, dat priesters en
kloosterlingen het ook allereerst ontgel
den moeten bii socialistische of bolsje
wistische revolutie's.
Nu mogen de zusterkens van de Kai
serstrasze zich gelukkig .prijzen, dat zii
er iu den revolutie-tijd goed van af
gekomen zijn; wel hebben zij et-
telivke malen bezoek gehad van de
„Volkswehr" wat dat beteekent, zul
len onze lezers begrijpen! doch tot
gewelddaden kwam het in haar klooster
niet, waarschijnlijk, omdat de onmisken
bare armoede en het opvallend heerlijke
werk-van-liefde dezer zusters zelfs den
ergsten bruut van gewelddaden in deze
stil-stemmige omgeving moésten terug
houden.
Niettemin hebben de zusterkens zwa
re tijden doorgemaakt!
Geruimen tijd achtereen konden zii
Voor haar groote inrichting niet méér
voedsel bekomen dan voor iedere
zuster een half dun sneetje
brood per dag!
't Klinkt ongelooflijk, doch 't is de
nuchtere waarheid.
Toen er ietwat meer geordende toe
standen ontstonden (in Zoverre men te
Weenen sinds Augustus 1914 van „ge
ordende toestanden" spreken kan), is
het voor de nonnetjes iéts beter ge
worden, doch, hadden zii niet mogen
deeien in de liefdegaven van het gulle
Holland, dan zouden zii bezwaarlijk tot
op den huidigen dag het leven hebben
kunnen rekken.
De verzorging der kloosters in 't alge
meen toch laat te Weenen véél te wen-
schen over: méér dan alle anderen
zijn de kloosterlingen aangewezen op
liefdadige ondersteuning uit het buiten
land.
Is het in Holland niet algemeehr be
kend, dat in een klooster te Weenen
niet minder dan twintig zusters letterlijk
van honger en gebrek zijn omgekomen?
Thans rekken de kloosterlingen te
Weenen het armelijk bestaan, iep.
al weten zii zich als innig-vrome en
sterk-geloovige menschen lichter dan
wereldlingen te troosten over ontbe
ring en gebrek, al verstaan zi« de kunst
met weinige of gebrekkige middelen als
't ware wonderen te verrichten, al too
rnen zii zich ware belijders en belijd-
sters van het blijmoedige Roomsche ge
loof, waarin de Heer gediend wordt
in vreugde, óók in dagen van ramp
spoed. zii kunnen het zich niet ont
veinzen. dat de tijden thans toch wel
haast al te zwaar worden; de prior
van het groote Dominicanerklooster in
de Postgasse tevens provinciaal der
Orde in de landen der oude Donaumo-
narchie hii verklaarde ons met tra
nen in de oogen, dat het niet lang meer
duren zou, of alle pijen in het kloos
ter waren totaal öpgesleten! „We
zullen spoedig niet meer weten, hoe
ons te kleeden!"
De nood der kloosters te Weenen is
groot.
En dan de toekomst?
Wat staat Weenen nog te wachten?
Onder hoe hevige barensweeën zal
eenmaal de tijd betere toestanden doen
geboren worden?
En wat zal het lot zijn der klooster
lingen, wanneer misschien eenmaal de
hél als 't ware over de arme stad zal
zijn losgebroken?
Maar om tot onze zusters van de
Kaiserstrasze terug te keeren al heb
ben deze „Töchter des göttlichen Hei-
landes" van de bolsjewisten tijdens en
na de revolutie ook geen gewelddaden
ondervonden, zii zijn toch meermalen
met rasechte bolsjewiken met „hoo-
ge" bolsjewiken nog wel! in aan
raking gekomen.
En wel op zóó interessante manier,
dat we niet kunnen nalaten, daarvan
het een en ander te vertellen.
't Gebeurde in den tijd kort na de
revolutie, (toen de uiterst-linksche ele
menten der socialististen hun geweld-
macht hadden zien afnemen, en toen
vele militante bolsjewiken zich maar
weer als arbeider hadden verhuurd),
dat een karweitje aan een der klooster
muren werd verricht door een metse
laar, die stamde uit een der nobelste
Roomsche familie's van Weenen, doch
die - reeds vroegtijdig socialist en la
ter bolsjewist geworden sinds lange
jaren een zeer slecht leven leidde, tot
armoede was vervallen, zich in den re
volutietijd tot hoofdman van een bolsje-
wikenbende had weten öp te werken
en later toen hii tijdelijk(!) in die
post geen voordeel zag maar metse
laar .was geworden, als knecht bii 'n
baas.
De man stak zijn bolsjewisme niet
onder stoelen of banken, en heel
openhartig vertelde hii den kloos
terknecht, dat hij 't een buitenkansje
vond, thans eens van nabij het klooster
te kunnen bekijken!
Hii zou de zaak hier eens grondig in-
specteeren, om iater als zijn tijd ge
komen was met zijn manschappen
spoedig te vinden, wat hii zocht.
De kloosterknecht verzekerde plechtig
dat er heusch niets te vinden zou ziin.
doch de metselaar-bolsjewiek wees
veelbeteekenend op het hek, dat in het
klooster de lokaliteiten voor de pension
gasten afsluit,daarachter, daar was
't natuurlijk!
De bedreiging van den bolsjewiek
kwam zuster-overste te hooren, en de
ze noodigde den zonderlingen heer
vriendelijk uit, in het geheimzinnige
kloostergedeelte een kijkje te komen .ne
men; hii mocht alles zien.
En hii zag alles, maar zijn .wantrou
wen bleef
Origineele gesprekken werden er in
de dagen, die nu volgden, gevoerd tus-
schen eenvoudige .werkzustertjes en den
bolsjewiek:
Jullie bent toch wel heel ongeluk
kig, verklaarde de man; waarom
bliiven jullie hier toch zoo in gevangen
schap
Met gezichten als vraagteekens za
gen de nonnetjes den man aan....
Hoe laat moeten de zusters hier op
staan?
Om vijf uur.
En hoe laat gaan ze naar bed?
(Dm negen uur.
En hoe lang werken ze per dag?
r— .Och! als we niet bidden en als we
geert recreatie-uurtje hebben, dan wer
ken we maar.
Dat 's 'n schandaal! Dat is onein
dig veel langer dan acht uur! En hoe
veel verdienen jullie dan?
Verdienen? Gèld verdienen we niet
dat hebben we ook niet noodig; we
eten, naargelang er wat te eten valt.
Gemeen! Schandalig! Óch,
menschen, jullie kent je eigen ongeluk
niet; jullie laat je uitbuiten döbr de
maatschappij! Veel langer dan acht uur
werken, en dan nog niets verdienen dan
wat schraal eten!
Ja, maar, we doen 't geheel vrij
willig!
Nee! dats niet waar! jullie wordt
hier gevangen gehouden! Dat moet al
lemaal anders worden; .wacht maar!
als wii de baas zijn, dan zullen jullie
gauw verlost zijn
Geloof het nu: we zijn hier geheel
vrijwillig, uit overtuiging: we willen het
zoo, en niet anders, we zouden niet
gaarne „verlost" worden; we voelen
ons gelukkig hier
Meerdere dagen gingen voorbij, waar
op de metselaar met de zusters stééds,
als de gelegenheid daar was, gesprek
ken voerde over het ongeluk, over de
gevangenschap en de toekomstige be
vrijding van de nonnetjes; toen het hem
eindelijk duidelijk geworden was, dat de
zusters werkelijk uit vrijen wil en over
tuiging een zoo verstorven leven leid
den, scheen hij jetwat getroffen:
Maar waar halen jullie dan de
kracht vandaan om zoo te leven? Ik
£OU het niet kunnen!
Uit ons geloof, onze hoop en on
ze liefde, antwoorden de zusterkens,
en naiëf tegenover den bolsjewiek
vertelden zii yol vuur, welk een
groote kracht zii vonden in het gebed,
in de H. Communie
Ik zou 't niet kunnen, herhaalde
de metselaar.
Och ja! waagde een nonnetje,
als u ook maar.... bad!
Dat kan ik niet meer! ja, vroe
ger, toen heb ik 't ook gekund, maar
er is zoo veel gebeurd
En wanneer waart u dan gelukki
ger, toén of nu?
Ik ben nou 'n ellendig mensch,
dat weet ik wel!
LWe zullen de in den loop der vol
gende dagen gevoerde gesprekken niet
verder weergeven; 't zal den lezer een
voldoening zijn, te vernemen, dat de
bolsjewiek na eenige dagen bii de zus
ter-overste aanklopte om schuchter me
de te deelen, dat hij wel zou willen
biechten! Of zii geen priester voor hem
wist?
De man heeft gebiecht, en is thans
met de hulp der zusters in den schoot
der familie teruggevoerd een der
gelukkigste stervelingen in Weenen.
De zusterkens van de Congregatie der
Kaiserstrasze hebben nog een voorna
me bolsiewieksche „relatie" gehad.
.Tot goed begrip moet men weten,
dat de zusters van deze Congregatie
even buiten Weenen in Stockerau
nog een ziekenhuis bezitten, n.l. het
„Kaiser Eranz Josefs-Spital."
Op zekeren avond nu, eenigen tijd
geleden, werden de zusters van deze
„Anstalt" opgebeld heel voornaam,
maar tevens ook heel geheimzinnig
door een der departementen van de
Oostenniksche regeering.
Op hoog bevel zouden de zusters
eenige vertrekken van haar gasthuis in
gereedheid brengen voor een „patiënt",
die eenige uren later in den avond bin
nengebracht zou worden
De zusters deden, gelijk haar bevo
len werd, doch groot was haar ont
steltenis, toen te ongeveer negen uur
een groote politiemacht verscheen met
als „patiënt" een vervaarlijken
woesteling, nauwelijks in bedwang te
houden!
't Was een ruwe, brute kerel met
angstwekkend uiterlijklange, verwaar
loosde haren en baard, grimmig gezicht
met van haat en nijd verwrongen trek
ken, met waanzinnig* rollende oogen...
Vloekend en tierend liet hii zich door
de politie binnenleiden, en hii stelde
zich uren achtereen zóó gevaarlijk en
zóó. terroriseerend aan, dat de gendar
men en ook de pleegzusters, die an
ders voor geen klein geruchtje yervaard
ziin. bang van hem waren.
De zusters trachtten den „patiënt" met
engelengeduld te kalmeeren, betoonden
zich vriendelijk, hulpvaardig en liefde
vol, doch de man scheen niet tot
kalmte te kunnen komen- hi' bleef, on
ophoudelijk zich wrijvend en krabbend
over het heele lijf» vloeken en tieren.
Het bleek, dat de man vol, vol, vol,
(excusez!) ongedierte zat, en men
haastte zich, hem in 't bad te stoppen
en(excusezb ie ontluizen! Zijn ge
weld trotseerend
Dat knapte op! De man scheen zich
van een hinderlijken last bevrijd te ge
voelen; langzamerhand verstomde zijn
vloeken, zijn tieren, -- en naargelang
hii 'zich benaaglijker ging voelen, werd
hii kalmer, gewilliger, belééfder zelfs!
Na enkeie dagen toonde hii zich een
vrij normaal mensch en mocht hii af en
toe eens in den tuin gaan wandelen.
En zóó dankbaar was hi« den zusters
ten slotte, die hem van zijn vrachtje
hadden afgeholpen, dat hii reeds van
uit de verte eerbiedig en onderdanig
groetend diep den hoed afzette, .wan
neer hii op zijn wandelingetjes een
nonnetje ontmoette!
On zekeren avond de „patiënt" ver
bleef slechts korten tijd in de „Anstalt"
van de zusters der Kaiserstrasze ver
scheen wederom een sterke politiemacht
en .werd de man overgebracht naar de
„Heil-und PflegeanstaltAm Steinhof"
te Weenen, alwaar hii zich ondank^
twee pogingen tot ontvoering .en één
poging tot vergiftiging door Hongaar-
sche officieren nóg bevindt
Eerst na zijn vertrek uit het „Kaiser
Franz Josefs-Spital" kwamen de zuster
tjes te weten, dat ze kennisgemaakt
hadden metBela Kun, den Hongaar-
schen bolsjewistischen bloedhond,
met Bela Kunen négligé, zóó als'
hii bii het einde van zijn heerschers-
dag'en, uit Hongarije ontsnapt, over de
Oostenrijksche grens was komen vluch
ten!
paar bet Italiaan?£b
door IVO,
10,
Felix groette en ging verder. Hij volgde
den weg tot Anacapri en sloeg dan links .ar
Wat wilde hij eigenlijk?
Hij wilde zijn patiëntje bezoeken, die weken
lang aan een zeeren voet gelegen had.
Hij schreed langs, het smalle, steenige pad,
naar het huisje, dat te midden van de wijn
bergen lag. Felix trad bet huisje binnen, doch
niemand was aanwezig. Boven het vuur hing
een Ketel, waarin igts pruttelde. Wellicht
.waren ae bewoners in het veld, nabij bet
huisje, aan den arbeid. Hij wilde eens vra
gen hoe het nu met het meisje ging. Hij liep
tusschen de wijnstokken door, waaraan groo
te, blauwe druiven hingen, die er bij deze
hitte verlokkend uitzagen. Felix ,was blij wel
dra in de schaduw van eeuig groen te loo-
pen. Zijn voetstappen werden op het wgeke,
Witte zand gedempt. Hij begaf zich naar Ijjt
*ldaar slaanae prieeltje.
1 Tusschen het groen trof hem een lief ta
fereeltje, dat hij echter niet verwacht had
en verwonderd bleef hij bij den ingang staan.
Daar voor hem zat in engelachtige schoon
heid Jeannette. Zacht trad hij binnen, om het
liefelijk beeld niet te stonen. Zijn hart klop!%
toen hij nader trad. Hoe geheel anders kwam
ze hem nu voor. Ze zag er heden zoo bleek
zoo hulpbehoevend en kinderlijk uit. Het
scheen hem toe, alsof er tranen aan haar
wimpers hingen, alsof ze In haar droom
geweend had en om haar mond lag een pijn
lijke trek. De trek van lijden, die uit de
geheele moede houding van haar ledematen
scheen, maakte haar zoo aantrekkelijk als
nooit te voren. Het anders zoo frissche rood
van haar wangen ,was hem pog pooit jpo
schoon toegeschenen als de bleekheid van
haar hujd, die hem, zei, dat ook zij leed
en die niet de nuchtere vrouw ,was, waarvoor
hij haar de laatste uren gehouden had.
Hij zag nu niet tegen haar pp als zijn
meerdere, maar als tot een lief, begearens.
waardig meisje.
En waarom had ze geweend? Om hem? .Gis
teren was alles onduidelijk voor zijn geest
geweest, nu was het of alles hem duidelijk
werd. Hij kon zich niet weerhouden, snel
boog hij zich over haar heen ,en kuste de
tranen van haar langa, bruine wimpers.
Haastig trad hij t^h terug, als schaamde
hij zich over zijn jongensachtige opwelling.
De lichte druk van zijn warme lippen
moest liaar gewekt hebben, want zij Opende
de oogen en keek verwonderd om zich heen,
als wist ze niet waar ze was, of wie haar
gewekt had. Felix trad nu nader pn zei met
zachte, innige stem: „Jeannette, .waarom hebt
ge geweend
Ze schrikte op. Hu llacl haar nog nooit
zoo nerveus of geschrokken gezien; haar
bleeke wangen werden hoog rood en ze vroeg
smeekend: „Vraag me alsjeblieft niets."
Ze strekte daarbij afwerend de hand uit.
Hij vatte deze en voelde dat haar warme
vingers zich tusschen de zijnen wilden uit
trekken Vr.agend keek hij haar in de oogen.
Daar ging hem plotseling een licht op.
Wat hem en haar tegelijk zoo drukte; was,
dat ze geen vrienden meer konden zijn, want
zij beminden elkaar.
„Jeannette, lieveling* Se hebt me een weinig
lief! jubelde hij. En ik-ik kan niet zonder
je leven. Ik voel het needs lang. Ge zult
je armen Felix niet verlaten, ge moet mijn
kleine vro.uwi worden Mjjn trouwe Jeanne He.
Ge moogt me niet ongelukkig maken."
Wat hoorde ze nu. Ze had nog nooil
zulk een heerlijke btótooverende taal gehoord.
Daai; stond hij voor haar met zijn bleeke,
EEN NIEUWE PUTSCH IN DUITSCH-
LAND VERWACHT.
De „Vorwarts" verneemt van „bijzon
der goed ingelichte zijde" o.a. bet vol
gende: Wij kunnen mededeelen, dat de
vrijcorpsen, die zoogenaamd voor het
grootste deel worden ontbonden, in wer
kelijkheid met koortsachtigen ijver nieu
we leden aanwerven, niettegenstaande dit
reeds tweemaal door het rijiksweerminis-
lerie uitdrukkelijk is verboden. In Pa-
derborn wordt de maandelijksehe aan
winst op 2000 man geschat. Toen onlangs
in Maagdenburg eenige van deze straf
bare werfagenten werden gearresteerd,
hief de nll-Duitsche pers een groot ge
schreeuw van verontwaardiging aan over
de arrestatie van „onschuldige verlofgan
gers". De meeste aangeworvenen ontvan
gen een soldij van 19 mark per dag. Het
geld komt uit particuliere bron.
Blijkbaar hebben de rechtsche bolsje
wisten de beschikking over reusachtige
fondsen. Een der geldgevers is de Poin-
mersche „Landbund". waarachter weer de
„Bund der Landwirte" staat. Daar de
onderneming echter zeer kostbaar is, zou
ook het grootste fonds spoedig uitgeput
raken, wat een nieuwe aanwijzing is, dat
de Putschisten van plan zijn zeer spoedig
hun slag te slaan. De schijnbaar ontbon
den vrijcorpsen worden door de reactio
naire organisatoren systematisch over de
Pommereche landgoederen verdeeld, wa
pens enz. nemen ze mee. De bezitters der
landgoederen zorgen voor de voeding, in
mil waarvoor de menschen eenigen ar
beid verrichten. Hun soldij krijgen zij uit
het particuliere fonds. Men heeft zijn
hoop gevestigd op het spoedig uitbreken
van een communi6tisohen opstand in
Midden-Dnitschland. onmiddellijk na de
verkiezingen. Helaas ziin er aanwijzingen
dat de juistheid van deze speculatie niet
geheel onwaarschijnlijk is. Voor^het ge
val dat de communisten te „slap" moch
ten zijn, reizen verkleede vrijcorps-offi
cieren dooi- bet industrie-gebied van
Midden-Duit6chland. om de zaak eenigs-
zins op pooten te zetten. Breekt nu de
verwachte en verlangde communistische
putsch uit, dan zullen rijksweer en vrij
corpsen een passieve houding aannemen
en een soort militaire staking in scène
zetten om den Putsch zich zooveel mo
gelijk te laten uitbreiden. De bevolking
en do regeering moeten eerst een tijd
lang door de roode terreur murw ge
maakt worden, terwijl de rechtsche bols
jewisten den chaos in Duitschland volko
men maken. Als strijdmiddelen tegen het
bolsjewisme zullen de in Westfalen bin-
nengerukte vrijcorpsen den kolentoevoer
afsnijden, terwijl tegelijkertijd met be
hulp der op de Oost-Elbische landgoede
ren ingekwartierde vrijscharen de levens
middelentoevoer zal worden stopgezet.
Als dan hongersnood en werkloosheid ten
top gestegen zijn, zullen de troepen als
redders in den nood verschijnen, het bols
jewisme vernietigen en dan als overwin
naars zelf een regeering vormen.
De regeering weet wel van deze plan
nen af, maar haar maatregelen missen
hun uitwerking, doordat do samenzweer
ders in alle belangrijke takken van be
stuur hun raadgevers, helpers en begun
stigers hebben.
De „Vorwiirts" voegt hier nog aan toe:
Er is een groep, die deze plannen on
middellijk in duigen kan laten vallen, en
dat zijn de links-radikalen. wier gevaar
lijke Putsch onmiddellijk na de verkie
zingen den grondslag vormt voor alle
contra-revolutionaire plannen. Indien de
links-radikalen ook maar een greintje
verantwoordelijkheidsgevoel en gezond
verstand bezaten, zouden zij zich niet
door Duitsch-nationale ophitsers tot een
opstand laten verlokken, die den contra
revolutionairen als sein en voorwendsel
voor hun eigen Putsch moet dienen. He
laas mag men tegenwoordig het gezond
verstand der links-radicalen niet als een
einstigen factor in de politieke rekening
beschouwen. Daarom moeten wij ons tot
de regeering wenden en haar met klem
bezweren, nu eens het bolsjewisme van
GASTVRIJHEID.
Hansen „Dus ie gaat Maandag op ris?.
Wat doe je morgenavond?"
Jansen: „Laat 'ns zienDonderdag-
dan hen ik vrij!"
Hansen: „En Vrijdag?"
Jansen: „Ben ik ook vrij!"
Hansen: „En Zaterdag?''
Jansen: „Dan moet ik uit dineeren bij
Fransen."
Hansen: „Wat jammer ik wou je net
voor Zaterdag te eten vragen
HANDEL' IS HANDEL.'
Salomon en Mozes liepen langs 't ka
naal. Daar stond op. 'n bord te lezen wel
ke prijzen .werden uitgeloofd voor hem
die 'n drenkeling uit 't water haalde*
Natuurlijk lag Salomon gauw in 't .wa
ter, en Mozes haalde hem er uit en kreeg1
drie gulden.
'n iWeek later, zouden ze 't spelletje
herhalen. Nu moest Mozes 't water ja.
Maar Salomon haalde hem er niet uit*
Mozes kreeg 't benauwd. „O Salomon*
kom dan tochl Red me! Ik verdrink!"
„Maar Mozes," - antwoordde Salomon,
„zul je toch es verstandig wezen, heb
ik toch van de week gehoord dat je
v ij f gulden krijgt ais je iemand uit 't
water haalt die al verdronken isl"
reent, dat de ruïne van Duitschland
dreigt te worden, op een wijze aan te pik
ken, die het eens en voor altijd onscha
delijk maakt. Er moet onmiddellijk krach
tig worden opgetreden.
DE CONFERENTIE TE SPA.
De Duitschers hebben de Belgische regee
ring laten weten, dat den 21en Juni als
datum voor de opening van de conferenti»
te Spa goedkeuren.
Lloyd George heeft aan de minister»
Hijmans en Japar voorgesteld de besprekin
gen. die zij onderling te houden hebben, o-
de volgende week te bepalen.
PRESIDENT DESCHANEL.
President Deschanel bracht een goeden
nacht door. De behandelende genéesheeren
gaven om tien uur het volgende bulletin
uit: Geconstateerd zijn lichte kneuzing van
het gelaat en linkerbeen; algemeene stijf
heid. De toestand van den patient is zot
goed mogelijk. Hii heeft rust noodig.
Volgens de „Echo de Paris" zal president
Deschanel een tiental dagen te Rambouiilet
rust nemen.
de verwachte prijsdaling.
Wii deelden gisteren het een en andei
mee omtrent prijsdalingen in Engeland en
Amerika,
Alle Engelache bladen wijzen daarop, en
de correspondent van de .Daily News" te
Manchester spreekt zelfs van „het eerste
vertrouwbare teeken van een prijsdaling
over de gansche wereld.
Hij geeft deze meening op gezag van een
expert in den katoenhandel. In de katoen-
prijzen is belangrijke daling merkbaar.
De prijzen van uit Egypte geïmporteerd»
katoen dalen, wat voornamelijk te danken
is aan het feit. dat de banken weigeren
lange credieten te verleenen.
De prijzen van Amerikaansohe katoen zijp
nog lager.
Deze prijsdaling staat niet alleen. Ook it
scheepsvrachtprijzen wordt belangrijke plot
selinge prijsdaling verwacht.
De vrachtprijzen worden lager en volgens
een medewerker, deskundige op scheepvaart
gebied van de „Daily News" zullen de
vrachtprijzen nog belangrijk dalen voor he*
einde van dit jaar. De tijdens den oorlofc
verloren tonnenmaat is nu weer vervangen
door andere schepen.
Reeds een half jaar geleden waren er 5
meer schepen in de vaart dan bij bet uit»
breken van den oorlog. De verlaging der
vraohtpriizen zal verlaging der prijzen der
goederen ten gevolge moeten hebben.
De scheepswerven leveren geregeld af en
wel nagenoeg de grootste hoeveelheid waar.
toe zii capabel ziin.
Daar de scheepsbouw een deT voornaamste
Engelsche industrieën is. iaat de terugslag
van den bloei van de werven zich voelen op
het gansche maatschappelijk leven, daar zon
der vermindering der werkloosheid een prijs
verlaging alleen het volk niet baten zou.
Mr. Felix B'lakemore. de president van de
„national chamber of trade", heeft de vol
gende reden gegeven van de daling in de
prijzen der voedingsmiddelen, behalve brood
en suiker, n.l. vermindering der consumptie,
export uit Amerika; de prikkel die de hoogs
prijzen waren tot grootere productie: ver
mindering der vrachtprijzen: het feit dat
speculanten niet zoo gemakkelijk creaiet
konden krijgen en daarom tegen verminder-
de prijzen de waren van de hand deden.
Een bekende firma in Londen, die groote
voorraden heeft opgekocht, heeft een be
langrijke prijsdaling in soep uit het blik
aangekondigd. De blikjes verkocht voor 2
sympathieke trekken, zijn trouwhartige oogen.
„Niet waar, ge bemint me lieveling? vroeg
hij nog eens met innige stem.
Altijd was ze eerlijk en waar geweest,
ook als was het tot haar Schade geweest.
En daarom zei ze: „Ja, ik heb je met geheel
mijn bart lief."
Vreugdevol omhelsde hij haar en druktp
een vungen kus op haar bleeke wangen.
„Je ziet er uit, alsof ge den gelieelöu nacht
niet geslapen hebt, evenals ik. Zeg me eens
de waarheid schat.,,
Ze antwoordde niet dadelijk, maar vroeg
na eenige oogenblikken: Zal ik de waarheid
zeggen? En zei toen: Nu het is zoo."
Toen ging hij hartstochtelijk voort: „Waar
om zijn wij zoo onverstandig geweest en
hebben elkaar noodeloos verdriet aangedaan
Waarom hebben wij zulke bittere woorden
gesproken? Het komt me voor als een droom
Als hij zoo sprak trad haar de scene van
te voren weer voor den geest en ze zei met
bleeke sidderende lippen: „Felix ge hebt heé-
lemaal vergeten dat wij niet bij elkaar passen
Waarom niet, lieveling", antwoordde hij
zonder op haar treurigen toon in te gaan.
,lk ik," stamelde ze met neergeslagen oogeo,
Jk' beu te oud voor je."
Inplaats van een antwoord voelde ze zijn lip
pen op, haar wangen, die haar hartelijk kusten.
„Ge zijl een kind" fluisterde hij haar ia het
oor, ,,een kind in weerwil van je verstand
Heb ik je niel lief
Hebl gij mij niet lief Wat zal ons dan
scheiden
„Mij komt het maar steeds als een droom
voor," zei ze talmend.
,Als een droom maar dan als een gelukkige
droom. .Wees 'n dapper meisje Jeannette. Hebt
ge niet den moed het met mij te wagen l
Haar trouwe oogen zagen hem vast en vol
vertrouwen aan, en met zachte, doch duidelijke
•stem zei ze „lk heb den snoed, omdat ik het
voor jou doe, en gij mij lief hebt,"
In een coupé vau den trein, die naar de Itali-
aanscho hoofdstad stoomde, zal in een hoek Je
annette. Ze was alleen en daarover was ze zeer,
blij. Zoo kon ze zich ongestoord aan haar ge
dachten overgeven. Ze naderde al meer en méér
Remo. Haar blik zweelde over de Campagna,
welke door de Augustuszon geel gebruind wa
ren. Ze keek naar de ruinen die als de getuigen
van een verdwenen volk daar omhoog rezen
Als za haar woonplaats vroeger naderde be
groette zij blijmoedig die vervallen tcekeneq
uil een groot verleden.
(Wordt vervolgd.)
k- li" I—'I h