TWEEDE BLAD Door Centraal Europa BUITENLAND FEUILLETON. SLECHTS EEN DROOM ONS VROOUJKHOEXJE MAANDAG 7 JUNI 1920 BRIEYEN UIT WEENEN. XI. HOE ALLES .WEER „GUT! GEMACHT" ZAL WORDEN.... Het is niet mogelijk, de ellende te Wcenen en elders in Oostenrijk te aan schouwen, zonder zich de vraag te stellen: Hoe zal alles weer eenmaal „gut ge- macht" worden? Wanneer en op welke wijze zal aan die ten Hemel schreiende ellende toch eenmaal een einde kunnen .worden gesteld? Dat is dan ook de vraag, waarmede zich het ede.ste deel der Oostenrijksche natie onverdroten, in hopen eu vree zen. bezighoudt, in tegenstellingmet hen, die op 't oogenblik in Oostenrijk, de lakens uitdeden en maar raak re- gecven in sociaüstischen trant, zonder te willen of te kunnen inzien, dat het land op deze wijze zijn definitieven on dergang steeds meer nabii komt, zonder zich blijkbaar te bekommeren over het feit, dat het samen-leven der Oostenrijk sche maatschappij op dezè wijze steeds onmogelijker wordt. Dat is tevens ook de vraag, welke het vol meelii hüip verleenende buiten land zich uit deernis met het arme (Josunri.k gestadig stelt, in goedheid hopende, dat er een gerukkige oplossing zaï kunnen gevonden worden. Immers: al helpt het buitenland Oos tenrijk gaarne en met groote liefde, liever zoude het dat bu.tenland omwil le van het ongelukkige land wezen, in dien er aan de groote, ingewikkelde Oostenrhksche kwestiè eens een oplos sing kon worden gegeven, zóó, dat Oos tenrijk voortaan zienzeif zou kunnen redden en alzoo een menschwaardiger, een geiukktger bestaan voeren dan thans, nu het voor een goed deel leven moet van de liefdadigheid. Zooals wij de vraag hierboven stel den, bevat zij alreeds een brok tot op heden nog ongemotiveerd optimisme. 't is immers nog geenszins een uit gemaakte zaak, dat alles nog weer eenmaai „gut gemaeht" zal kunnen wor den in dien zin, dat voor het land, dat wil heden ten dage Duitsch-Oosten rijk noemen, nog weer eenmaal zooiets als de normale toestand van vroeger zal kunne 11 terugkeeren. Menscheiijkerwijze gedacht en gespro ken kan dit zelfs bezwaarlijk verwacht en genoopt worden. Duitscli-Oostenrijk is in zijn tegen- .woordigen vorm een welhaast onbe staanbaar land en Weenen is in dat onbestaanbare land de meest doellooze stad. die men zich denken kan. He fataie inéénstorüng. der oude Do- nau:.:onarchie na de nederlaag van 1918, de uiteenvalling van het groote rijk in meerdere brokken naar de nationali teiten der bewoners een ineenstor ting en een uiteenvalling, welke nog catastrophaier werd tengevolge van de geheime intrige en den openlijken dwang der Entente heeft Duitsch- Oostenrijk beroofd juist van die gebie den, weike het oude Donaurijk tot een goed land maakten, welke het door hun productie mogelijk maakten, dat ook Duitsch-Oostenrijk gevoed werden dat daarin bestaan kon een millioenen- stad als Weenen. Bohemen, Siiezië, Moravië, Gaücië, Hongariië. Krain en een groot deel van Karintfiië, het bestaat voor Duitsch- Oostenrijk en voor LWeenen allemaal niet jneer: Duitsch-Oostenrijk is op zich zelf aangewezen en.... kan zichzelf niet yoeden. JWeenen was een magnifique, een in tens en doelmatig levende stad als cen trum (op alle gebied) van alle landen en nationaliteiten, welke een keizer Frans Jozef onder zijn skepter veree- nigde (als hoedanig Weenen ook ont staan is), doch als hoofdstad van het arme Duitsch-Oostenrijk heeft Wee nen absoluut geen reden van bestaan meer, kan Weenen zelfs onmogelijk blijven voortbestaan in den huldigen pmvang en met de huidige bevolking. Hoe zal Duitsch-Oostenrijk met een stad als Weenen ooit een welvarend land kunnen worden? Hoe zal het ooit in politiek en economisch en finantiëel evenwicht kunnen komen te staan te genover het buitenland? Neen, Duitsch-Oostenrijk kan niet le- yen, zóó, als het thans als onnut en zonder Destemwring aan zijn Tot ligt overgelaten, met een te onvruchtba- ren bodem voor zóóveel menschen. Voor zóóveel menschen, die daaren boven door oorlogsinspanning, door verlammende ontgoocheling, door nood en ellende zóó futloos, zoó apathisch en ten deele physisch ook zóó zwak geworden zijn, dat zij de geestelijke en de lichamelijke kracht missen om energiek óp te streven, betere tijden tegemoet. Daartoe gedwongen door den nood (wii, buitenlanders, kunnen ol zoo ge makkelijk zeggen, dat het onverstandig is!), verergert men (vicieuse drkeli) den nood met den dag, met het uur, tot men eenmaal zal moeten getuigen: Nu is het einde daarl Duitsch-Oostenrijk is temidden van de Europeesche Staten vernederd tot een hongersnoodlijdende kolonie, die schaamteloos uitgeplunderd .wordt. Veel liefdadigheid wordt er van uit het buitenland betoond, doch ter- wi|l m i 1 i i o e n e n binnenvloeien tot le niging van den nood, worden Oosten rijk m i 11 i a r d e n ontstolen. Men sluit de Oostenrijkers op binnen een ruimte, welke hen niet voedt;men stGt eischen, die het Oostenrijksche geld bijna geheel .waardeloos maken; en zoo ziet de bevolking zich ge dwongen, stuk voor stuk haar eigen dommen: fabrieken, kasteden, wouden, stichtingen, meubelen, antiauiteiten, sie raden, enz. te verkoopen aan buiten- landsche kooplieden, vaak tegen spot prijzen, om toch maar in leven te blijven. Reeds is de middenstand zoo goed als geheel onteigend: renteniers, die tot voor eenigen tijd van hun coupons een weelde-leven konden leiden, liiden thans een bedelaarsbestaan. De belas- tingpoiitiek van den staat is door den nood gedwongen de reinste roof bouw. is menigmaal eenvoudigweg ver nietiging van de volkshuishouding het afslachten van de koe, die in de toekomst de melk zou moeten levéren. Om voor 't eerste oogenblik den erg- sten nood te ontkomen, verdubbelt men den nood der toekomst Zullen er voor het arme Oostenrijk dan nooit betere tijden aan kunnen breken Als men zóó voortleeftneen! Groote politieke gebeurtenissen zullen zich moeten voltrekken, alvorens Oos- tenriik zich in de gelegenheid gesteld ziet. betere economische en gevolge- Üjk ook betere finantieele toestanden in 't leven te roepen. Oostenrijk moet ophouden een om zijn ligging en om zijn bodem en om ziin afgescheidenheid onbestaanbaar land te zijn; het mag, het kan niet pp zichzelf blijven staan. Het moet ófwel het vroegere rijks gebied geheel of ten deele aan zich toegevoegd krijgen, ofwel: zich aan sluiten bii en opgaan in het groote Duitsche rijk. Een derde mogelijkheid zien wii niet. Het lijkt er voorloopig niet naar, als zou er sprake kunnen zijn van een 'her stel (geheel of ten deele) van de oude Donaumonarchie: Duitsch-Óosten- rirkers. .Tsjecho-Slowaken, Hongaren enz. zu staan tegenover elkaar als water en vuur, kunnen elkander niet luchten of zien, en eerder zou een Duitsch-Oostenrijker bevriend worden met een Franschman, dan dat een Tje- cho-Slowaak of een Hongaar zich ver zoende met een Oostenrijkerl Zoodat alleen overblijft: aansluiting bi< en opgang in Duitschland. Duitschland en Oostenrijk, zii zouden deze samenvoeging beide wel gaarne tot stand zien komen, al ontveinst men het zich in Duitschland ook niet, dat men zich daarmede vooreerst althans zeker een lastig blok aan. 't been zou binden. Duitschland en Oostenrijk zouden .wel willen, maarde Entente is er óók nog, en die Entente zou er nu juist niet zoo gamy yoor te vin den zijn. Vooral nu Oostenrijk een regeering bezit, die te oordeelen naar wat zii in het binnenland tot op heden praes- teerde nu juist niet geëigend is om vertrouwen te wekken, om tusschen de Duitsch-Oostenrijksche bevolking en de Entente een zoó goede verstand houding te doen ontstaan, dat er eens hartig gesproken zou kunnen worden over dit levensbelang van Duitsch-Oos tenrijk en zijn bevolking. Bii de beantwoording van de vraag „Hoe alles weer „gut gemaeht" zal wor denkomen wii derhalve vanzèlf weer terug op de verklaring van Nationairath Frau Dr. Burjan, tijdens het interview, dat zii ons toestond: i,Het wachten is op pen krachti ge burgerlijke regeering, die vertrouwen wekt zoowet in bin nen- als in buitenland. Is er eenmaal zulk een regeering en zii zal er komen! dan zal déze de Entente ervan kunnen overtuigen, dat Duitsch-Oostenrijk zóó niet langer voortbestaan kan. dat nu het niet mogelivk en ook niet wenschelijk schijnt, de oude Donaumonarchie te herstellen aansluiting bii Duitschland voor Oos tenrijk levenseisch moet heeten. Zóó en niet anders za! alles weer „gut gemaeht" kunnen en moeten worden. j Na verloop van tijd. Moge het liefdadige Holland Het ar me Oostenrijk inmiddels niet in den steek laten, moge Holland blijven steunen, tot zóólang! Trekken uit Kennemerland. jMooi Beverwjijfc En waarom zou ik het zoo niet noemen, als kunstenaars en denkers gelijk een Von del, een Querido, een Domei a Nïeuweuhuis. een duo Wolf en Deken en zoovele anderen zoo gaarne in ziin boezem hun nestje hiel den en aan de inspiratie ziiner mooie omge ving hun mooie of breede invallen dank ten? Zij woonden er allen en zii minden Be verwijk. zooals wij er van houden, van ons mooie Beverwijk. Rom met mii hand aan hand. Ik zal u leiden van onzen Zeeweg naar de Kreutzberglaan, als de tulpenglorie over de velden schittert Waar uw oogen dwalen links en rechts, 't is al een onschat bare rijkdom van de levendigste verven, waaraan de zon eene ziel instort en die aan de borst een zucht van verbazing ontlokken. Gij zoudt alle conventie uit het oog willen verliezen. Ge zoudt willen vooruitsnellen, de slooten over. en vallen omhelzend de armen uitgestrekt als een vervoerde Pallieter mid den op die tapijten van onbevlekte kleur om het trillende lichaam natuurgenietiend er over heen te rollen in het binnenteugen van de reinste geuren. En als gü toph weerhouden, al wam het slechts uit eerbied voor het werk der noeste arbeiders, die aan den grond deze wonderen wisten te ontkenen, opziet over die bloemenweelde naar de grijze duinen, die hol- derdebolderend langs den Westelijken hori zon strijken, dan benijdt gij haast die dui nen het geluk deze schatten der natuur te mogen overschouwen en omvatten. Dra komt het verlangen naar geldelijk ge win en plakt meedoogenloos alomme de kost bare bollen. De tulpenglorie houdt op. De schitterende tapijten worden opgerold en naar Engeland gedragen. Geen nood. Mooi Beverwijk treurt niet om deze gewaden van de fijnste stoffen. Langs alle wegen en paden walmt de geur van den Meidoorn. De witte en xoode scherp gedoorn de bloemkopjes lachen uit alle hagen het lied van de warme lente. De honderden vogelen van duin. veld en geboomte zingen hun zang van levensvreugde en dankbaarheid. Zij kloppen de sluimerende aardbeikiemen wak ker. De nederige plant rijkdom van deze streek groeit, bloeit, tooit zich met witten bloesem en slurpt gretig de telkendage war mer koesterende zonnestralen binnen om straks in onbeperkte vruchtbaarheid de grol gebouwde aardbezie langs den grond te ba ren bij millioenen en millioenen. Maar zoover zijn we nog niet. als reeds het lokkende ge klots der nabije Noordzee duizend enzomer- sche toileiten als levende bloemen langs onze straten en wegen heeft gestrooid en het lied van den inensch in ontspanningsgenot doet paren aan de melodieë van de gevleugelde zangers. De verkiezingen in Duitschland. guar het Italia jqaggji 'door I j- - A 16. „Je ziet jne zoo aan, Felix, je kijkt naar ïnijn haar. Je verwondert je er zeker oviejr, dat er grijze haren onder door loopen." „Ach neen," zei hij verlegen, „en wat hin dert dat, veel menschen krijgen jong grijze haren," f komen bij mij anders niet te vroeg." „Ach, praat daarover niet!" zei hij scherp, ^k wil hel niet hooren." Waarom gat nu dat eerste ruwe woord haar zulk een steek in het hart? Hij meende het Beker niet. Was het ook niet verkeerd van haar meer aan haar werk, dan aan hem te denken? Het was ol hij spijt gevoelde, dat hij eenigs- ïins scherp tegenover haar was uitgevallen, want hij vleide zijn arm om haar hals en jtei: „Vergeel' me, Jeannetta» maar ik ver leek je, praat me niet meer over ja leeftijd, want daar kan ik niet tegen, en behandel ine niet als een kind." Door de Via Ltingara in Traslevere schreed een jong paar. Ze waren in zulk een druk en vroolijk gesprek met elkaar gewikkeld, dat menigeen hen nakeek met een glimlachje op het gezicht Het waren Charlotte en Felix •- Op eens zei echter Charlotte: „Laten we nu terugkeeren Het spijt me, dat mevrouw Damer ziek geworden is en ons niet kon begeleiden" „Natuurlijk, mijn gezelschap alleen was „Natuurlijk, mijn gezelschap alleen was je niet voldoende. Maar er zit niets anders op. De villa is heden voor het laatst te zien. De bewoner vertrekt naar het buitenland en dan is do psyche niet meer te zien.' Charlotle gaf hierop weinig antwoord. Ze schreden nu stilzwijgend door het hooge, ijzeren hek, en naderden een der schoonste villa's van Rome, die in Renaissance-stijl was opgetrokken. Ze bestegen de weinige treden, die naar den wintertuin voerden eu vontleji daar de mythe van Azor en Psyche, eens door Rafael uitgebeeld. Er waren nog andere vreemdelingen aan wezig, Engelschen, Franschen, die echter spoedig vertrokken, zoodat Charlotte en Fe- Mooi Beverwijk moet wel den mensen lok ken. die reine zorgeloosheid zoekt. Hij vindt er de blauwe majestueuze zee. het schoonste strand als zoodanig van heel onze kust, groe nende vlakten met veldbloempjes en grazen de koeien, zonnige duinen, roerende bosch- vlakken, naieve landlieden, lommerrijke la nen, schilderachtige toegangs- en verbin- dinswegen, weet ik meer wat een natuur in volle verscheidenheid, aangenaam geholpen door de ingeboren aesthetica van den arran- geerenden mensch, kan bieden? Hij vindt er ook den bonten lach van chique viila's groot en klein met ieder haar bloembedden rond om en haar eigen tuin of meer weelderig fi guurtje. Hij vindt er ook de statige omge ving van heerenhuizen en kasteeien, fier neergezeten in een kring van velden, bos- schen en beken. Dat alles vindt hii er. wat hem lokte herwaarts te komen om er af te schudden de roezige echo's van 't stadsleven bot en ontzind en er zich zeiven weer te vin den. Zoo komt hii te voet, per fiets, per auto of rijtuig en beamt tevreden dat het waarlijk mooi is ons mooie Beverwijk, dat het ideaal van schoonheid zal worden, als het in zich heeft opgenomen de dorpen uit den omtrek, die thans profiteeren van de trekkracht zijner gaven en met hetzelve vereenigd de waardige ledematen zullen ziin van Groot-Beverwijk. FRITS. lix weldra alleen waren. De jonge man keek van de psyclie dikwijls naar zijn gezellin. Charlotte vergeleek te beschrijving van het beeld in een boek met de beschildering en scheen hierin geheel verdiept te zijn. Eindelijk zei Felix: „Juffrouw Charlotte!" Hij noemde haar nog steeds -00, boe wel ze binnen enkele weken zijn schoonzuster zou worden, en zij sprak hem nog steeds vormelijk met „mijnheer doctor" aan, wat haar oudere zuster reeds meermalen gekrenkt had. „juffrouw Charlotte" „Nu wat is erf vroeg ze, terwijl ze haar teeder gezicht naar beni toe wendde, waarin de kleine roode mond als een rozenknop bloeide. „Weet ge wel," vroeg hij, terwijl hij haar met een eigenaardigen blik in da oogen aan keek, „dat gij veel op de Psycue gelijkt f „Wat een idee!" zei ze spottend lachend, doch er klonk iels in haar stem, dat hem verried, dat de vergelijking haar niet geheel en al onaangenaam was geweest. „Heb ik U gekwetst?' vroeg hij schijn baar verwonderd, maar zijn bedoeling was meer te welen te komen, wat ze daclil en hij zichzelve gevoelde. Juist omdat ixij voelde, dat ze haar gedachten y.oPt. henr verborg, wilde hij die Wcleji» Gisteren. Zondag 0 Juni, hebben in Duitschland da algemeen© verkiezingen plaats gehad. Er waren 27 partijen of groepen van. be langhebbenden m©t 2600 namen, waaronder ongeveer 250 vrouwen. Deze ziin onderver deeld in 82 kieskringen, van welke niet mee stemmen Ooet-Pruisen, Boven-Silezië en Sleeswiik-Holstein. aangezien daar eerst het resultaat van de volksstemming moet wor den afgewacht, of. zoo ais in Sleee wijk, de vaststelling der grenzen. De meerderheids- socialisten, de democraten, de onafhanke lijke socialisten, het centrum, de Duitsche volkspartij, en de Duitsch-national© partij hebben in iederen kieskring candidaten ge steld. De nieuwe communistische partij is in ongeveer twee derde van de kieskringen vertegenwoordigd. Behalve de groote par tijen zijn er nog kleine, die groeps- of plaatselijke belangen behartigen, waarbij zich aansluiten groepen met een economisch of algemeen doel. In het Rijnland staat naast het Centrum nog de Christelijke Volkspartij, an in Hannover nog de Duifcsch- Hannoveraansehe partij. Ook is er nog de Poolsche partjj, die aanhangers zoekt in het industriegebied, waar talrijke Poolsche berg- arbeiders werken. Op de 80,000 kiezers valt voo* elke partij één zetel. Het zal niet mogelijk zijn. de offioieele uitslag der verkiezingen bekend te maken vóór 20 Juni. Er waren te Berlijn voor de verkiezingen 1482 stemlokalen ingericht en 12.000 ver- kiezingscommisearissen waren er werkzaam. Pransche spookbeelden! L'Homme Libre verwacht in Duitschland een staatsgreep als gevolg van de Duitsche verkiezingen. Men bereidt dien openlijk voor. Ia alle provincies van Noord-Duitsch- iand worden, meer of minder bedekteiijk, talrijke strijdkrachten samengetrokken. Generaals hebben in bepaalde kampen heel© divisies onder hun bevelen, bereid bij het eerste bevel van Beriün op te rukken. Meer dan een dier djvisigp «staat al vlek bij Ber lijn. Tegen deze samenspanning bereidt de regeering niet het minst verweer voor. Zul len wij ons. vraagt LHomme Libre, na de moeilijkheden, die wij met eenige bondge- nooten hadden over de uitvoering van het verdrag van Versailles, dait wii overigens uoo luchthartig in den steek lieten, het weinige laten ontnemen, dat ons reet. door militaire samenspanning! Een kalm verloop. Uit Berlijn werd dt gisteren geseind: De verkiezingen voor den eersten re- publikeinsehen Rijksdag zijn heden in de grootste orde verloop en.. De van uiterst links en uiterst-rechts verwachte ongere geldheden bleven geheel achterwege» zoo dat de door de politie getroffen buiten gewone maatregelen nergens tot uiting kwamen. Ondanks den stroomenden re gen was in Berlijn reeds in de vroege morgenuren een vrij groot aantal kiezers waar te nemen, die in volmaakte orde hun stemmen afgaven. Door de verschil lende partijen werd ook heden nog sterke propaganda gevoerd. Voor de stemloka len waren partijpos ten opgesteld om op het laatste oogenblik propagandabilj et- ten te verstrekken. Voor den oppervlakkig en beschouwer was van een vinnigen strijd tusschen de groepen overigens weinig te bespeuren. De houding- van 't publiek was apathisch en dank zij den regen hadden zelfs de propagandisten voor de stemlokalen zich verbroederd en schuilden communisten en centrummenschen eendrachtig onder afdaken en vestibules, om als zooveel pij len uit een boog naar voren te springen, wanneer een kiezer zich vertoonde. Tijdens den middag, toen het weer op klaarde, nam de drukte toe en werd de opkomst grooter. Naar schatting zijn te Berlijn ongeveer 75 pet. der kiezers opge komen. Voor zoover bij het afzenden van dit bericht bekend is» hebben zich ook in het overige deel van het Duitsche rijk bjj de verkiezingen geen ongeregeldheden voor gedaan. OM HET RUSSISCHE GOUD. De besprekingen met Erassin te Londen houden nog steeds do publieke opinie bezig. Het is onmogelijk, zegt de Westminster Gazette, om zich ernstig te verzetten tegen het aanvaarden vax het Russische goud in betaling voor de eerste zendingen van goe deren uit Engeland. De Russische goud reserve is het eigendom van het Russische volk, dat dringend behoefte heeft aan spoor- wegmaterieel, voor het met handeldrijven kan beginnen, en het is duidelijk, dat het ten voordeele moet strekken van ziin econo- üe kunt me met kwetsen, mijnheer de doctor, daarvoor bent U me veel te onver schillig." Felix was geen vrouwenkenner, anders zou hij gevoeld eu geweien hebben, dat dit juist de laai der beginnende lie.de is, (lie tast en zoekt en uitlokt. Daar hij echter geen vrou wenkenner was, prikkelde dez^ uitdrukking hem ten zeerste. Hij baet zich op de lipjxenNa eenigen tijd zei hij eclitsr. „Ren ik U nu wezenlijk zoo onsympathiek, juffrouw Charlotte?' Het meisje kees tem met een ontstemden, trolscken blik aan en zei: „U zijl me noen aangenaam, noch louaangenaain, mijnneer doc tor; u zijt voor mij slechts de verlooide van mijn zuster." Haar kleine mond sidderde verradelijk, toieU zij dit zei, maar helix bemerkte dit niet. Het bloed steeg hem naar de wangen. Daaraan had lhi inderdaad niet gedacUt. Ju hij was de verlooide van haar zusier, een gebonden man Als zij elkaar tot nu toe aesprokeu hadden, was dat steeds in gezel schap van anderen geweest. Heden was Char lotte eerst een weinig verlegen geweest, loen trotsch en dit was hel slot. Hel meisje had hem aan zijn plicht moeten herinneren Aan zijn plicht! Daaraan had bij wel de laatste weken gedacht, niet als aan HEÜSCH NIET DOM! „Ze zeggen wel dat ik, Hein pummels^ dom ben, jnaar dat ia heelemaal niet waar. Toen b.v. jn de krant had gestaan, dat 't briefport verhoogd zou worden, ben; ik '.onmiddellijk naar 't postkantoor ge- loopen, en ik heb duizend postzegels van vijf cent jn voorraad gekochtl Laat 'n an der nou die dure postzegels maar koo* pen, dacht jkl En nou zeggen ze wel dat de vijfl-cents postzegels nóg maar vjjf centen kosten, maar dat kan niet lang meer duren, want 't heeft jn de krant ge staan, dat de poet duurder zou worden, dus ik bewaar mijn duizend postzegels netjes! En laten ze nou maar zeggen dal Hein Pummels dom is, Hein Pujn- mells lacht ze allemaal uitl" TRAGISCH. „We zjjn bezig 'n onbarmhartige op ruiming te houden thuis", zei Cas. „M'fl vrouw treedt op, hoor! "k Zag haar van» morgen zelfs een van haar huwelijks geschenken in de kachel stoppen!" „Zool" riep Bas. „Welk dan?" „De kolenschep." miach herstel, indien hei in eerste instantie een deel van zijn goudreserve kan afstaan. Dit nou slechte een voortoopige maatregel zijn. want op den langen duur moet de han del bestaan in bet ruilen van goederen. Wat betreft leeningen der verbondenen aan Rus land, dit vraag-,tuk komt pas aan de orde alf Rusland nieuwe credietea vraagt. Het h zeker, dat de goudreserve alleen niet vol doende zal üin om deze schulden te beitalen zij moeten steunen op d© nijverheid en de natuurlijk© hulpbronnen van Rusland. In dien de nijverheid in elkaar mocht storten, zullen d© leeningen gehee! moeten worden afgeschreven als een verliespost. De Londensch© correspondent van Je Manchester Guardian zegt, dat Krassin de reet van d© week. die achter ons ligt. tijd heeft gekregen om van ziin regeering de noodzakelijk© waarbtxgen t© krijgen. Zijn voigend onder boud met Lloyd George zal Maandagmiddag om half rijf plaats vinden. Men verwacht, dat hij dan n staat zal zijn d© door Lloyd George geëischte waarborgen in te willigen. Intussehen heeft de regee ring hem allen mogeiijken steun gegeven om maatregelen te nemen voor het hervat ten van den handel niet Rusland. Hij heeft een kantoor in Ronds treet geopend en er is alle reden om te verwachten, dat de handel met Rusland, die voor Europa een levensbe lang is. dan toch ten slotte hervat zal wor den. De zuchifc naar het Russisch© goud schijnt aanstekelijk te werken. De „Times" verneemt uit Stockholm: Het Zweedsche stoomschip Gauthiod is hier uit Rev&laangekomen. en heeft 146 kisten gelost, die naar men zegt 17 mdliioen kronen waard© aan goud in baren bevatten. De Sowj&t-regeering heeft dat gezonden in verband met de contracten, die zü kortgele den met Zweedsche kooplui gesloten heeft. Uit Parijs wordt in dit verband gemeld: De Fransok© gezant heeft bij den Zweed- schen minister van buitenlandsehe zaken geprotesteerd tegen de zending goud. door de eowjetregeering overeenkomstig een on langs met Zweedseh© kooplieden gesloten overeenkomst. Gok Italië wil ziin deel hebben. T© Stockholm is een lt-aliaansch© com mis- si© aangenouüen, die op reis is naar Rus land, waar ze met de Sowjet-reeeering moest onderhandelen over het openen van handels betrekkingen tusschen Italië en Rusland. ITADlü KIS UK CONFERENTIE TE SLA. De Lopuio Romano sluit ©en hoofdartikel met deze woorden: Eigenlijk zouden wij aan Nitti den raad willen geven in het ge heel niet naar tspa te gaan en er ook Scia- loja niet heen te sturen. Unze tegenwoordig heid te Bpa zal alleen kunnen dienen om de schending van onze belangen en van ons prestige te sanctioneeien. De Romeinsche correspondent van ITnfor- mation verneemt dat graaf Sforza, de onder staatssecretaris van buiteniandscne zaken, die vandaag naar Londen vertrekt, Lloyd George ondar het oog moet brengen, dat wegens de openbare meening in Italië, de regeering met weerzin naar Spa zou gaan, indien ze niet hoopte de beslissingen van Hythe gewijzigd t© krijgen. Tevens zal Sforza rich met de onderhandelingen met Kxas&in inlaten Italië wil. wat de houding tegenover bolsjewistisch Rusland aangaat steeds met Engeland een Üin trekken. Ten slotte zal Sforza elke gelegenheid aangrij pen om d© EngeJsche ministers te onder houden over alle kwesties, waarbij Italië betrokken is en die direct of indirect liet Engelsen ministerie van buitenlandsehe zaken belang kunnen inboezemen. Sforza ia een diplomaat aan wien men blanco vol macht ka.n geven. een geluk^ maar als een eerij-pliciU Wat hem 111 der tijd op Capri aan Jeanuelte gebonden was haar energie en levensvreugde, thans vroeg hij nog iets meer: jeugd en schoonheid Toenmaals voelde hij zicu ongelukkig, tol weinig in staat. Het was of hij geesleiijü en lichamelijk verlamd was. Het meisje had hem moed ingesproken, zyu energie en wils kracht opgewekt, hij was een ander mensch geworden en had volbracht, wat hem eerst onbereikbaar scheen: zijn doctorstitel. En in zijn jeugdigen overmoed had hij vergeten, dat zij ouder was dan hij. Thans verlangde hij een jong meisjesharf mei al de idealen der jeugd, cn niet de moe derlijke lielde van een meisje, dat te grij zen begon. Hij voelde zijn gegeven wooj^l aan Jean uelte als een last op zich drukaeU. Aioclil hij eciiler als een man van eer zijn woord tegen over haar breken 'l Maar was het niet beter dat toch te doen, dan levenshuig een last te dragen, die bijna boveumeusciielijk was? Jeanuelte voelde, dat zij zich te veel aan allerlei huiselijke en zukenjke aangelegenhe den overga! eu te weinig aandacht aan baar verlooide schonk. Daarom stolde ze zelf Fe-, lix voor, met Charlotte eu Sabina een uiL stanie naar bet Coioscum te maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 11