TWEEDE BLAD
Door Centraal Europa
BUITENLAND
FEUILLETON.
SLECHTS EEN DROOM
ONS VROOUJKHOEXJE
MAANDAG 7 JUNI 1920
BRIEYEN UIT WEENEN.
XI.
HOE ALLES .WEER „GUT!
GEMACHT" ZAL WORDEN....
Het is niet mogelijk, de ellende te
Wcenen en elders in Oostenrijk te aan
schouwen, zonder zich de vraag te
stellen:
Hoe zal alles weer eenmaal „gut ge-
macht" worden? Wanneer en op welke
wijze zal aan die ten Hemel schreiende
ellende toch eenmaal een einde kunnen
.worden gesteld?
Dat is dan ook de vraag, waarmede
zich het ede.ste deel der Oostenrijksche
natie onverdroten, in hopen eu vree
zen. bezighoudt, in tegenstellingmet
hen, die op 't oogenblik in Oostenrijk,
de lakens uitdeden en maar raak re-
gecven in sociaüstischen trant, zonder
te willen of te kunnen inzien, dat het
land op deze wijze zijn definitieven on
dergang steeds meer nabii komt, zonder
zich blijkbaar te bekommeren over het
feit, dat het samen-leven der Oostenrijk
sche maatschappij op dezè wijze steeds
onmogelijker wordt.
Dat is tevens ook de vraag, welke
het vol meelii hüip verleenende buiten
land zich uit deernis met het arme
(Josunri.k gestadig stelt, in goedheid
hopende, dat er een gerukkige oplossing
zaï kunnen gevonden worden.
Immers: al helpt het buitenland Oos
tenrijk gaarne en met groote liefde,
liever zoude het dat bu.tenland omwil
le van het ongelukkige land wezen, in
dien er aan de groote, ingewikkelde
Oostenrhksche kwestiè eens een oplos
sing kon worden gegeven, zóó, dat Oos
tenrijk voortaan zienzeif zou kunnen
redden en alzoo een menschwaardiger,
een geiukktger bestaan voeren dan
thans, nu het voor een goed deel leven
moet van de liefdadigheid.
Zooals wij de vraag hierboven stel
den, bevat zij alreeds een brok tot op
heden nog ongemotiveerd optimisme.
't is immers nog geenszins een uit
gemaakte zaak, dat alles nog weer
eenmaai „gut gemaeht" zal kunnen wor
den in dien zin, dat voor het land,
dat wil heden ten dage Duitsch-Oosten
rijk noemen, nog weer eenmaal zooiets
als de normale toestand van vroeger
zal kunne 11 terugkeeren.
Menscheiijkerwijze gedacht en gespro
ken kan dit zelfs bezwaarlijk verwacht
en genoopt worden.
Duitscli-Oostenrijk is in zijn tegen-
.woordigen vorm een welhaast onbe
staanbaar land en Weenen is in dat
onbestaanbare land de meest doellooze
stad. die men zich denken kan.
He fataie inéénstorüng. der oude Do-
nau:.:onarchie na de nederlaag van 1918,
de uiteenvalling van het groote rijk
in meerdere brokken naar de nationali
teiten der bewoners een ineenstor
ting en een uiteenvalling, welke nog
catastrophaier werd tengevolge van de
geheime intrige en den openlijken
dwang der Entente heeft Duitsch-
Oostenrijk beroofd juist van die gebie
den, weike het oude Donaurijk tot een
goed land maakten, welke het door
hun productie mogelijk maakten, dat
ook Duitsch-Oostenrijk gevoed werden
dat daarin bestaan kon een millioenen-
stad als Weenen.
Bohemen, Siiezië, Moravië, Gaücië,
Hongariië. Krain en een groot deel van
Karintfiië, het bestaat voor Duitsch-
Oostenrijk en voor LWeenen allemaal niet
jneer: Duitsch-Oostenrijk is op zich
zelf aangewezen en.... kan zichzelf niet
yoeden.
JWeenen was een magnifique, een in
tens en doelmatig levende stad als cen
trum (op alle gebied) van alle landen
en nationaliteiten, welke een keizer
Frans Jozef onder zijn skepter veree-
nigde (als hoedanig Weenen ook ont
staan is), doch als hoofdstad van
het arme Duitsch-Oostenrijk heeft Wee
nen absoluut geen reden van bestaan
meer, kan Weenen zelfs onmogelijk
blijven voortbestaan in den huldigen
pmvang en met de huidige bevolking.
Hoe zal Duitsch-Oostenrijk met een
stad als Weenen ooit een welvarend
land kunnen worden? Hoe zal het ooit
in politiek en economisch en finantiëel
evenwicht kunnen komen te staan te
genover het buitenland?
Neen, Duitsch-Oostenrijk kan niet le-
yen, zóó, als het thans als onnut
en zonder Destemwring aan zijn Tot
ligt overgelaten, met een te onvruchtba-
ren bodem voor zóóveel menschen.
Voor zóóveel menschen, die daaren
boven door oorlogsinspanning, door
verlammende ontgoocheling, door nood
en ellende zóó futloos, zoó apathisch
en ten deele physisch ook zóó zwak
geworden zijn, dat zij de geestelijke
en de lichamelijke kracht missen om
energiek óp te streven, betere tijden
tegemoet.
Daartoe gedwongen door den nood
(wii, buitenlanders, kunnen ol zoo ge
makkelijk zeggen, dat het onverstandig
is!), verergert men (vicieuse drkeli) den
nood met den dag, met het uur,
tot men eenmaal zal moeten getuigen:
Nu is het einde daarl
Duitsch-Oostenrijk is temidden van de
Europeesche Staten vernederd tot
een hongersnoodlijdende kolonie, die
schaamteloos uitgeplunderd .wordt.
Veel liefdadigheid wordt er van uit
het buitenland betoond, doch ter-
wi|l m i 1 i i o e n e n binnenvloeien tot le
niging van den nood, worden Oosten
rijk m i 11 i a r d e n ontstolen.
Men sluit de Oostenrijkers op binnen
een ruimte, welke hen niet voedt;men
stGt eischen, die het Oostenrijksche
geld bijna geheel .waardeloos maken;
en zoo ziet de bevolking zich ge
dwongen, stuk voor stuk haar eigen
dommen: fabrieken, kasteden, wouden,
stichtingen, meubelen, antiauiteiten, sie
raden, enz. te verkoopen aan buiten-
landsche kooplieden, vaak tegen spot
prijzen, om toch maar in leven te
blijven.
Reeds is de middenstand zoo goed
als geheel onteigend: renteniers, die tot
voor eenigen tijd van hun coupons een
weelde-leven konden leiden, liiden
thans een bedelaarsbestaan. De belas-
tingpoiitiek van den staat is door
den nood gedwongen de reinste roof
bouw. is menigmaal eenvoudigweg ver
nietiging van de volkshuishouding
het afslachten van de koe, die in de
toekomst de melk zou moeten levéren.
Om voor 't eerste oogenblik den erg-
sten nood te ontkomen, verdubbelt men
den nood der toekomst
Zullen er voor het arme Oostenrijk
dan nooit betere tijden aan kunnen
breken
Als men zóó voortleeftneen!
Groote politieke gebeurtenissen zullen
zich moeten voltrekken, alvorens Oos-
tenriik zich in de gelegenheid gesteld
ziet. betere economische en gevolge-
Üjk ook betere finantieele toestanden
in 't leven te roepen.
Oostenrijk moet ophouden een om
zijn ligging en om zijn bodem en om
ziin afgescheidenheid onbestaanbaar
land te zijn; het mag, het kan niet pp
zichzelf blijven staan.
Het moet ófwel het vroegere rijks
gebied geheel of ten deele aan zich
toegevoegd krijgen, ofwel: zich aan
sluiten bii en opgaan in het groote
Duitsche rijk.
Een derde mogelijkheid zien wii niet.
Het lijkt er voorloopig niet naar, als
zou er sprake kunnen zijn van een 'her
stel (geheel of ten deele) van de
oude Donaumonarchie: Duitsch-Óosten-
rirkers. .Tsjecho-Slowaken, Hongaren
enz. zu staan tegenover elkaar als
water en vuur, kunnen elkander niet
luchten of zien, en eerder zou een
Duitsch-Oostenrijker bevriend worden
met een Franschman, dan dat een Tje-
cho-Slowaak of een Hongaar zich ver
zoende met een Oostenrijkerl
Zoodat alleen overblijft: aansluiting
bi< en opgang in Duitschland.
Duitschland en Oostenrijk, zii zouden
deze samenvoeging beide wel gaarne
tot stand zien komen, al ontveinst men
het zich in Duitschland ook niet, dat
men zich daarmede vooreerst althans
zeker een lastig blok aan. 't been zou
binden.
Duitschland en Oostenrijk zouden .wel
willen, maarde Entente is er
óók nog, en die Entente zou er
nu juist niet zoo gamy yoor te vin
den zijn.
Vooral nu Oostenrijk een regeering
bezit, die te oordeelen naar wat zii
in het binnenland tot op heden praes-
teerde nu juist niet geëigend is om
vertrouwen te wekken, om tusschen
de Duitsch-Oostenrijksche bevolking en
de Entente een zoó goede verstand
houding te doen ontstaan, dat er eens
hartig gesproken zou kunnen worden
over dit levensbelang van Duitsch-Oos
tenrijk en zijn bevolking.
Bii de beantwoording van de vraag
„Hoe alles weer „gut gemaeht" zal wor
denkomen wii derhalve vanzèlf weer
terug op de verklaring van Nationairath
Frau Dr. Burjan, tijdens het interview,
dat zii ons toestond:
i,Het wachten is op pen krachti
ge burgerlijke regeering, die
vertrouwen wekt zoowet in bin
nen- als in buitenland.
Is er eenmaal zulk een regeering
en zii zal er komen! dan zal déze
de Entente ervan kunnen overtuigen,
dat Duitsch-Oostenrijk zóó niet langer
voortbestaan kan. dat nu het niet
mogelivk en ook niet wenschelijk schijnt,
de oude Donaumonarchie te herstellen
aansluiting bii Duitschland voor Oos
tenrijk levenseisch moet heeten.
Zóó en niet anders za! alles
weer „gut gemaeht" kunnen en moeten
worden. j
Na verloop van tijd.
Moge het liefdadige Holland Het ar
me Oostenrijk inmiddels niet in den
steek laten, moge Holland blijven
steunen, tot zóólang!
Trekken uit Kennemerland.
jMooi Beverwjijfc
En waarom zou ik het zoo niet noemen,
als kunstenaars en denkers gelijk een Von
del, een Querido, een Domei a Nïeuweuhuis.
een duo Wolf en Deken en zoovele anderen
zoo gaarne in ziin boezem hun nestje hiel
den en aan de inspiratie ziiner mooie omge
ving hun mooie of breede invallen dank
ten? Zij woonden er allen en zii minden Be
verwijk. zooals wij er van houden, van ons
mooie Beverwijk. Rom met mii hand aan
hand. Ik zal u leiden van onzen Zeeweg
naar de Kreutzberglaan, als de tulpenglorie
over de velden schittert Waar uw oogen
dwalen links en rechts, 't is al een onschat
bare rijkdom van de levendigste verven,
waaraan de zon eene ziel instort en die aan
de borst een zucht van verbazing ontlokken.
Gij zoudt alle conventie uit het oog willen
verliezen. Ge zoudt willen vooruitsnellen, de
slooten over. en vallen omhelzend de armen
uitgestrekt als een vervoerde Pallieter mid
den op die tapijten van onbevlekte kleur om
het trillende lichaam natuurgenietiend er over
heen te rollen in het binnenteugen van de
reinste geuren. En als gü toph weerhouden,
al wam het slechts uit eerbied voor het werk
der noeste arbeiders, die aan den grond deze
wonderen wisten te ontkenen, opziet over die
bloemenweelde naar de grijze duinen, die hol-
derdebolderend langs den Westelijken hori
zon strijken, dan benijdt gij haast die dui
nen het geluk deze schatten der natuur te
mogen overschouwen en omvatten.
Dra komt het verlangen naar geldelijk ge
win en plakt meedoogenloos alomme de kost
bare bollen. De tulpenglorie houdt op. De
schitterende tapijten worden opgerold en
naar Engeland gedragen.
Geen nood. Mooi Beverwijk treurt niet om
deze gewaden van de fijnste stoffen. Langs
alle wegen en paden walmt de geur van den
Meidoorn. De witte en xoode scherp gedoorn
de bloemkopjes lachen uit alle hagen het lied
van de warme lente. De honderden vogelen
van duin. veld en geboomte zingen hun zang
van levensvreugde en dankbaarheid. Zij
kloppen de sluimerende aardbeikiemen wak
ker. De nederige plant rijkdom van deze
streek groeit, bloeit, tooit zich met witten
bloesem en slurpt gretig de telkendage war
mer koesterende zonnestralen binnen om
straks in onbeperkte vruchtbaarheid de grol
gebouwde aardbezie langs den grond te ba
ren bij millioenen en millioenen. Maar zoover
zijn we nog niet. als reeds het lokkende ge
klots der nabije Noordzee duizend enzomer-
sche toileiten als levende bloemen langs onze
straten en wegen heeft gestrooid en het lied
van den inensch in ontspanningsgenot doet
paren aan de melodieë van de gevleugelde
zangers.
De verkiezingen in Duitschland.
guar het Italia jqaggji
'door I
j- - A
16.
„Je ziet jne zoo aan, Felix, je kijkt naar
ïnijn haar. Je verwondert je er zeker oviejr,
dat er grijze haren onder door loopen."
„Ach neen," zei hij verlegen, „en wat hin
dert dat, veel menschen krijgen jong grijze
haren,"
f komen bij mij anders niet te vroeg."
„Ach, praat daarover niet!" zei hij scherp,
^k wil hel niet hooren."
Waarom gat nu dat eerste ruwe woord haar
zulk een steek in het hart? Hij meende het
Beker niet. Was het ook niet verkeerd van
haar meer aan haar werk, dan aan hem te
denken?
Het was ol hij spijt gevoelde, dat hij eenigs-
ïins scherp tegenover haar was uitgevallen,
want hij vleide zijn arm om haar hals en
jtei: „Vergeel' me, Jeannetta» maar ik ver
leek je, praat me niet meer over ja leeftijd,
want daar kan ik niet tegen, en behandel ine
niet als een kind."
Door de Via Ltingara in Traslevere schreed
een jong paar. Ze waren in zulk een druk
en vroolijk gesprek met elkaar gewikkeld,
dat menigeen hen nakeek met een glimlachje
op het gezicht
Het waren Charlotte en Felix
•- Op eens zei echter Charlotte: „Laten we
nu terugkeeren Het spijt me, dat mevrouw
Damer ziek geworden is en ons niet kon
begeleiden"
„Natuurlijk, mijn gezelschap alleen was
„Natuurlijk, mijn gezelschap alleen was je
niet voldoende. Maar er zit niets anders op.
De villa is heden voor het laatst te zien.
De bewoner vertrekt naar het buitenland en
dan is do psyche niet meer te zien.'
Charlotle gaf hierop weinig antwoord.
Ze schreden nu stilzwijgend door het hooge,
ijzeren hek, en naderden een der schoonste
villa's van Rome, die in Renaissance-stijl was
opgetrokken. Ze bestegen de weinige treden,
die naar den wintertuin voerden eu vontleji
daar de mythe van Azor en Psyche, eens door
Rafael uitgebeeld.
Er waren nog andere vreemdelingen aan
wezig, Engelschen, Franschen, die echter
spoedig vertrokken, zoodat Charlotte en Fe-
Mooi Beverwijk moet wel den mensen lok
ken. die reine zorgeloosheid zoekt. Hij vindt
er de blauwe majestueuze zee. het schoonste
strand als zoodanig van heel onze kust, groe
nende vlakten met veldbloempjes en grazen
de koeien, zonnige duinen, roerende bosch-
vlakken, naieve landlieden, lommerrijke la
nen, schilderachtige toegangs- en verbin-
dinswegen, weet ik meer wat een natuur in
volle verscheidenheid, aangenaam geholpen
door de ingeboren aesthetica van den arran-
geerenden mensch, kan bieden? Hij vindt er
ook den bonten lach van chique viila's groot
en klein met ieder haar bloembedden rond
om en haar eigen tuin of meer weelderig fi
guurtje. Hij vindt er ook de statige omge
ving van heerenhuizen en kasteeien, fier
neergezeten in een kring van velden, bos-
schen en beken. Dat alles vindt hii er. wat
hem lokte herwaarts te komen om er af te
schudden de roezige echo's van 't stadsleven
bot en ontzind en er zich zeiven weer te vin
den. Zoo komt hii te voet, per fiets, per auto
of rijtuig en beamt tevreden dat het waarlijk
mooi is ons mooie Beverwijk, dat het ideaal
van schoonheid zal worden, als het in zich
heeft opgenomen de dorpen uit den omtrek,
die thans profiteeren van de trekkracht zijner
gaven en met hetzelve vereenigd de waardige
ledematen zullen ziin van Groot-Beverwijk.
FRITS.
lix weldra alleen waren. De jonge man keek
van de psyclie dikwijls naar zijn gezellin.
Charlotte vergeleek te beschrijving van het
beeld in een boek met de beschildering en
scheen hierin geheel verdiept te zijn.
Eindelijk zei Felix: „Juffrouw Charlotte!"
Hij noemde haar nog steeds -00, boe wel
ze binnen enkele weken zijn schoonzuster
zou worden, en zij sprak hem nog steeds
vormelijk met „mijnheer doctor" aan, wat
haar oudere zuster reeds meermalen gekrenkt
had.
„juffrouw Charlotte"
„Nu wat is erf vroeg ze, terwijl ze haar
teeder gezicht naar beni toe wendde, waarin
de kleine roode mond als een rozenknop
bloeide.
„Weet ge wel," vroeg hij, terwijl hij haar
met een eigenaardigen blik in da oogen aan
keek, „dat gij veel op de Psycue gelijkt f
„Wat een idee!" zei ze spottend lachend,
doch er klonk iels in haar stem, dat hem
verried, dat de vergelijking haar niet geheel
en al onaangenaam was geweest.
„Heb ik U gekwetst?' vroeg hij schijn
baar verwonderd, maar zijn bedoeling was
meer te welen te komen, wat ze daclil en hij
zichzelve gevoelde. Juist omdat ixij voelde,
dat ze haar gedachten y.oPt. henr verborg,
wilde hij die Wcleji»
Gisteren. Zondag 0 Juni, hebben in
Duitschland da algemeen© verkiezingen
plaats gehad.
Er waren 27 partijen of groepen van. be
langhebbenden m©t 2600 namen, waaronder
ongeveer 250 vrouwen. Deze ziin onderver
deeld in 82 kieskringen, van welke niet mee
stemmen Ooet-Pruisen, Boven-Silezië en
Sleeswiik-Holstein. aangezien daar eerst het
resultaat van de volksstemming moet wor
den afgewacht, of. zoo ais in Sleee wijk, de
vaststelling der grenzen. De meerderheids-
socialisten, de democraten, de onafhanke
lijke socialisten, het centrum, de Duitsche
volkspartij, en de Duitsch-national© partij
hebben in iederen kieskring candidaten ge
steld. De nieuwe communistische partij is in
ongeveer twee derde van de kieskringen
vertegenwoordigd. Behalve de groote par
tijen zijn er nog kleine, die groeps- of
plaatselijke belangen behartigen, waarbij
zich aansluiten groepen met een economisch
of algemeen doel. In het Rijnland staat
naast het Centrum nog de Christelijke
Volkspartij, an in Hannover nog de Duifcsch-
Hannoveraansehe partij. Ook is er nog de
Poolsche partjj, die aanhangers zoekt in het
industriegebied, waar talrijke Poolsche berg-
arbeiders werken.
Op de 80,000 kiezers valt voo* elke partij
één zetel.
Het zal niet mogelijk zijn. de offioieele
uitslag der verkiezingen bekend te maken
vóór 20 Juni.
Er waren te Berlijn voor de verkiezingen
1482 stemlokalen ingericht en 12.000 ver-
kiezingscommisearissen waren er werkzaam.
Pransche spookbeelden!
L'Homme Libre verwacht in Duitschland
een staatsgreep als gevolg van de Duitsche
verkiezingen. Men bereidt dien openlijk
voor. Ia alle provincies van Noord-Duitsch-
iand worden, meer of minder bedekteiijk,
talrijke strijdkrachten samengetrokken.
Generaals hebben in bepaalde kampen heel©
divisies onder hun bevelen, bereid bij het
eerste bevel van Beriün op te rukken. Meer
dan een dier djvisigp «staat al vlek bij Ber
lijn. Tegen deze samenspanning bereidt de
regeering niet het minst verweer voor. Zul
len wij ons. vraagt LHomme Libre, na de
moeilijkheden, die wij met eenige bondge-
nooten hadden over de uitvoering van het
verdrag van Versailles, dait wii overigens
uoo luchthartig in den steek lieten, het
weinige laten ontnemen, dat ons reet. door
militaire samenspanning!
Een kalm verloop.
Uit Berlijn werd dt gisteren geseind:
De verkiezingen voor den eersten re-
publikeinsehen Rijksdag zijn heden in de
grootste orde verloop en.. De van uiterst
links en uiterst-rechts verwachte ongere
geldheden bleven geheel achterwege» zoo
dat de door de politie getroffen buiten
gewone maatregelen nergens tot uiting
kwamen. Ondanks den stroomenden re
gen was in Berlijn reeds in de vroege
morgenuren een vrij groot aantal kiezers
waar te nemen, die in volmaakte orde
hun stemmen afgaven. Door de verschil
lende partijen werd ook heden nog sterke
propaganda gevoerd. Voor de stemloka
len waren partijpos ten opgesteld om op
het laatste oogenblik propagandabilj et-
ten te verstrekken.
Voor den oppervlakkig en beschouwer
was van een vinnigen strijd tusschen de
groepen overigens weinig te bespeuren.
De houding- van 't publiek was apathisch
en dank zij den regen hadden zelfs de
propagandisten voor de stemlokalen zich
verbroederd en schuilden communisten
en centrummenschen eendrachtig onder
afdaken en vestibules, om als zooveel pij
len uit een boog naar voren te springen,
wanneer een kiezer zich vertoonde.
Tijdens den middag, toen het weer op
klaarde, nam de drukte toe en werd de
opkomst grooter. Naar schatting zijn te
Berlijn ongeveer 75 pet. der kiezers opge
komen.
Voor zoover bij het afzenden van dit
bericht bekend is» hebben zich ook in het
overige deel van het Duitsche rijk bjj de
verkiezingen geen ongeregeldheden voor
gedaan.
OM HET RUSSISCHE GOUD.
De besprekingen met Erassin te Londen
houden nog steeds do publieke opinie bezig.
Het is onmogelijk, zegt de Westminster
Gazette, om zich ernstig te verzetten tegen
het aanvaarden vax het Russische goud in
betaling voor de eerste zendingen van goe
deren uit Engeland. De Russische goud
reserve is het eigendom van het Russische
volk, dat dringend behoefte heeft aan spoor-
wegmaterieel, voor het met handeldrijven
kan beginnen, en het is duidelijk, dat het
ten voordeele moet strekken van ziin econo-
üe kunt me met kwetsen, mijnheer de
doctor, daarvoor bent U me veel te onver
schillig."
Felix was geen vrouwenkenner, anders zou
hij gevoeld eu geweien hebben, dat dit juist
de laai der beginnende lie.de is, (lie tast en
zoekt en uitlokt. Daar hij echter geen vrou
wenkenner was, prikkelde dez^ uitdrukking
hem ten zeerste. Hij baet zich op de
lipjxenNa eenigen tijd zei hij eclitsr.
„Ren ik U nu wezenlijk zoo onsympathiek,
juffrouw Charlotte?'
Het meisje kees tem met een ontstemden,
trolscken blik aan en zei: „U zijl me noen
aangenaam, noch louaangenaain, mijnneer doc
tor; u zijt voor mij slechts de verlooide
van mijn zuster."
Haar kleine mond sidderde verradelijk, toieU
zij dit zei, maar helix bemerkte dit niet.
Het bloed steeg hem naar de wangen. Daaraan
had lhi inderdaad niet gedacUt.
Ju hij was de verlooide van haar zusier,
een gebonden man Als zij elkaar tot nu toe
aesprokeu hadden, was dat steeds in gezel
schap van anderen geweest. Heden was Char
lotte eerst een weinig verlegen geweest,
loen trotsch en dit was hel slot.
Hel meisje had hem aan zijn plicht moeten
herinneren Aan zijn plicht! Daaraan had bij
wel de laatste weken gedacht, niet als aan
HEÜSCH NIET DOM!
„Ze zeggen wel dat ik, Hein pummels^
dom ben, jnaar dat ia heelemaal niet waar.
Toen b.v. jn de krant had gestaan, dat
't briefport verhoogd zou worden, ben;
ik '.onmiddellijk naar 't postkantoor ge-
loopen, en ik heb duizend postzegels van
vijf cent jn voorraad gekochtl Laat 'n an
der nou die dure postzegels maar koo*
pen, dacht jkl En nou zeggen ze wel
dat de vijfl-cents postzegels nóg maar
vjjf centen kosten, maar dat kan niet lang
meer duren, want 't heeft jn de krant ge
staan, dat de poet duurder zou worden,
dus ik bewaar mijn duizend postzegels
netjes! En laten ze nou maar zeggen dal
Hein Pummels dom is, Hein Pujn-
mells lacht ze allemaal uitl"
TRAGISCH.
„We zjjn bezig 'n onbarmhartige op
ruiming te houden thuis", zei Cas. „M'fl
vrouw treedt op, hoor! "k Zag haar van»
morgen zelfs een van haar huwelijks
geschenken in de kachel stoppen!"
„Zool" riep Bas. „Welk dan?"
„De kolenschep."
miach herstel, indien hei in eerste instantie
een deel van zijn goudreserve kan afstaan.
Dit nou slechte een voortoopige maatregel
zijn. want op den langen duur moet de han
del bestaan in bet ruilen van goederen. Wat
betreft leeningen der verbondenen aan Rus
land, dit vraag-,tuk komt pas aan de orde alf
Rusland nieuwe credietea vraagt. Het h
zeker, dat de goudreserve alleen niet vol
doende zal üin om deze schulden te beitalen
zij moeten steunen op d© nijverheid en de
natuurlijk© hulpbronnen van Rusland. In
dien de nijverheid in elkaar mocht storten,
zullen d© leeningen gehee! moeten worden
afgeschreven als een verliespost.
De Londensch© correspondent van Je
Manchester Guardian zegt, dat Krassin de
reet van d© week. die achter ons ligt. tijd
heeft gekregen om van ziin regeering de
noodzakelijk© waarbtxgen t© krijgen. Zijn
voigend onder boud met Lloyd George zal
Maandagmiddag om half rijf plaats vinden.
Men verwacht, dat hij dan n staat zal zijn
d© door Lloyd George geëischte waarborgen
in te willigen. Intussehen heeft de regee
ring hem allen mogeiijken steun gegeven
om maatregelen te nemen voor het hervat
ten van den handel niet Rusland. Hij heeft
een kantoor in Ronds treet geopend en er is
alle reden om te verwachten, dat de handel
met Rusland, die voor Europa een levensbe
lang is. dan toch ten slotte hervat zal wor
den.
De zuchifc naar het Russisch© goud schijnt
aanstekelijk te werken.
De „Times" verneemt uit Stockholm:
Het Zweedsche stoomschip Gauthiod is hier
uit Rev&laangekomen. en heeft 146 kisten
gelost, die naar men zegt 17 mdliioen kronen
waard© aan goud in baren bevatten. De
Sowj&t-regeering heeft dat gezonden in
verband met de contracten, die zü kortgele
den met Zweedsche kooplui gesloten heeft.
Uit Parijs wordt in dit verband gemeld:
De Fransok© gezant heeft bij den Zweed-
schen minister van buitenlandsehe zaken
geprotesteerd tegen de zending goud. door
de eowjetregeering overeenkomstig een on
langs met Zweedseh© kooplieden gesloten
overeenkomst.
Gok Italië wil ziin deel hebben.
T© Stockholm is een lt-aliaansch© com mis-
si© aangenouüen, die op reis is naar Rus
land, waar ze met de Sowjet-reeeering moest
onderhandelen over het openen van handels
betrekkingen tusschen Italië en Rusland.
ITADlü KIS UK CONFERENTIE TE SLA.
De Lopuio Romano sluit ©en hoofdartikel
met deze woorden: Eigenlijk zouden wij
aan Nitti den raad willen geven in het ge
heel niet naar tspa te gaan en er ook Scia-
loja niet heen te sturen. Unze tegenwoordig
heid te Bpa zal alleen kunnen dienen om de
schending van onze belangen en van ons
prestige te sanctioneeien.
De Romeinsche correspondent van ITnfor-
mation verneemt dat graaf Sforza, de onder
staatssecretaris van buiteniandscne zaken,
die vandaag naar Londen vertrekt, Lloyd
George ondar het oog moet brengen, dat
wegens de openbare meening in Italië, de
regeering met weerzin naar Spa zou gaan,
indien ze niet hoopte de beslissingen van
Hythe gewijzigd t© krijgen. Tevens zal
Sforza rich met de onderhandelingen met
Kxas&in inlaten Italië wil. wat de houding
tegenover bolsjewistisch Rusland aangaat
steeds met Engeland een Üin trekken. Ten
slotte zal Sforza elke gelegenheid aangrij
pen om d© EngeJsche ministers te onder
houden over alle kwesties, waarbij Italië
betrokken is en die direct of indirect liet
Engelsen ministerie van buitenlandsehe
zaken belang kunnen inboezemen. Sforza ia
een diplomaat aan wien men blanco vol
macht ka.n geven.
een geluk^ maar als een eerij-pliciU Wat hem
111 der tijd op Capri aan Jeanuelte gebonden
was haar energie en levensvreugde, thans
vroeg hij nog iets meer: jeugd en schoonheid
Toenmaals voelde hij zicu ongelukkig, tol
weinig in staat. Het was of hij geesleiijü en
lichamelijk verlamd was. Het meisje had
hem moed ingesproken, zyu energie en wils
kracht opgewekt, hij was een ander mensch
geworden en had volbracht, wat hem eerst
onbereikbaar scheen: zijn doctorstitel. En in
zijn jeugdigen overmoed had hij vergeten, dat
zij ouder was dan hij.
Thans verlangde hij een jong meisjesharf
mei al de idealen der jeugd, cn niet de moe
derlijke lielde van een meisje, dat te grij
zen begon.
Hij voelde zijn gegeven wooj^l aan Jean
uelte als een last op zich drukaeU. Aioclil hij
eciiler als een man van eer zijn woord tegen
over haar breken 'l Maar was het niet beter
dat toch te doen, dan levenshuig een last
te dragen, die bijna boveumeusciielijk was?
Jeanuelte voelde, dat zij zich te veel aan
allerlei huiselijke en zukenjke aangelegenhe
den overga! eu te weinig aandacht aan baar
verlooide schonk. Daarom stolde ze zelf Fe-,
lix voor, met Charlotte eu Sabina een uiL
stanie naar bet Coioscum te maken.
(Wordt vervolgd.)