Door Centraal Europa BUITENLAND FEUILLETON. SLECHTS EEN DROOM 0NS VR00LIJKH0EKJE BAANDAG 7 JUNI 1920 BRIEVEN UIT WEENEN. XI. HOE ALLES tWEER „GUT GEMACHT" ZAL .WORDEN.... Het is niet mogelijk, de eliende te Weenen en elders in Oostenrijk te aan schouwen, zonder zich de vraag te stellen; Hoe zal alles weer eenmaal „gut ge- macht" worden? Wanneer en op welke wijze zal aan die ten Hemel schreiende ellende toch eenmaal een einde kunnen \vorden gesteld? Dat is dan ook de vraag, waarmede zich het edeiste deel der Oostenrijksche natie onverdroten, in hopen en vree zen. bezighoudt, in tegenstelling met hen, die op 't oogcnblik in Oostenrijk de lakens uitdeelen en maar raak re- geeren in sociaiistischen trant, zonder te willen of te kunnen inzien, dat het land op deze wijze zijn definitieven on dergang steeds meer nabii komt, zonder zien blijkbaar te bekommeren over het feit, dat het samen-leven der Oostenrijk sche maatschappij op deze wijze steeds onmogelijker wordt. Dat is tevens ook de vraag, welke hel vol meeli huip-verleenende buiten land zich uit deernis met het arme Oostenrijk gestadig stelt, in goedheid hopende, dat er een gelukkige oplossing zal kunnen gevonden worden. Immers; al helpt het buitenland Oos tenrijk gaarne en met groote liefde, liever zoude het dat buitenland omwil le van het ongelukkige land wezen, in dien er aan de groote, ingewikkelde Oostenrijksche kwestie eens een oplos sing kon worden gegeven, zóó, dat Oos tenrijk voortaan zichzelf zou kunnen redden en alzoo een menschwaardiger, een gelukkiger bestaan voeren dan thans, nu het voor een goed deel leven moet van de liefdadigheid. Zooals wii de vraag hierboven stel den, bevat zii alreeds een brok tot op heden nog ongemotiveerd optimisme. 't ls immers nog geenszins een uit gemaakte zaak, dat alles nog weer eenmaal „gut gemacht" zal kunnen wor den in dien zin, dat voor het land, dat wii heden ten dage Duitsch-Oosten- riik noemen, nog weer eenmaal zooiets als de normale toestand van .vroeger zal kunnen terugkeeren. Menscheiijkerwijze gedacht en gespro ken kan dit zelfs bezwaarlijk verwacht en gehoopt worden. Duitsch-Oostenrijk is in zijn tegen- woordigen vorm een welhaast onbe staanbaar land en Wéenen is in dat onbestaanbare land de meest doellooze gtad. die men zich denken kan. De fatale inéénstortmg der oude Do- ]nau:.:onarchie na de nederlaag, van 1918, de uiteenvalling van het groote rijk in meerdere brokken naar de nationali teiten der bewoners een ineenstor ting en een uiteenvalling, welke nog catastrophaler werd tengevolge van de geheime intrige en, den openlijken dwang der Latente heeft Duitsch- Oostenrijk beroofd juist van die gebie den, weike het oude Donaurijk tot een goed land maakten, welke het door hun productie mogelijk maakten, dat ook Duitsch-Oostenrijk gevoed werden dat daarin bestaan kon een millioenen- stad als JVjeenen. Bohemen, Silezië, Moravië, Ga'icië, Hongariië. Krain en een groot deel van Karinthië, het bestaat voor Duitsch- Oostenriik en voor jWeenen allemaal niet meer; Duitsch-Oostenrijk is op zich zelf aange.wezeii en.... kan zichzelf niet voeden. JVeenen was een magnifique, een in tens en doelmatig levende stad als cen trum (op alle gebied) van alle landen en nationaliteiten, welke een keizer Frans Jozef onder zijn skepter veree- nigde (als hoedanig LWeenen ook ont staan is), doch als hoofdstad van het arme Duitsch-Oostenrijk heeft Wes pen absoluut geen reden van bestaan meer, kan jWeenen zelfs onmogelijk bliiven voortbestaan in den huldigen pmvang en met de huidige bevolking. Hoe zal Duitsch-Oostenrijk met een stad als Weenen ooit een welvarend land kunnen worden? Hoe zal het ooit •in politiek en economisch en finantiëel evenwicht kunnen komen te staan te genover het buitenland? Neen, Duitsch-Oostenrijk kan niet le ven, zóó, als het thans als onnut en zonder bestemming aan zijn lot ligt overgelaten, met een te onvruchtba- ren bodem voor zóóveel menschen. Voor zóóveel menschen, die daaren boven door oorlogsinspanning, door verlammende ontgoocheling, door nood en ellende zóó futloos, zoó apathisch en ten deele physisch ook zóó zwak geworden zijn, aat zij de geestelijke en de lichamelijke kracht missen om energiek öp te streven, betere tijden tegemoet. Daartoe gedwongen door den nood (wij, buitenlanders, kunnen o! zoo ge makkelijk zeggen, dat het onverstandig is!), verergert men (vicieuse cirkel!) den nood met den dag, met het uur, tot men eenmaal zal moeten getuigen; Nu is het einde daar! Duitsch-Oostenrijk is temidden van de Europeesche Staten vernederd tot een hongersnoodlijdende kolonie, die schaamteloos uitgeplunderd worat. Veel liefdadigheid werdt er van uit het buitenland betoond, doch ter- wiil m i 11 i o e n e n binnenvloeien tot le niging van den nood, worden .Oosten rijk mil li ar den ontstolen. Men sluit de Oostenrijkers op binnen een ruimte, welke hen niet voedt;men stJt eischen, die het Oostenrijksche geld bijna geheel waardeloos maken; en zoo ziet de bevolking zich ge dwongen, stuk voor stuk haar eigen dommen: fabrieken, kasteelen, wouden, stichtingen, meubelen, antiquiteiten, sie raden, enz. te verkoopen aan buiten- iandsche kooplieden, vaak tegen spot prijzen, om toch maar in leven te blijven. Reeds is de middenstand zoo goed als geheel onteigendrenteniers, die tot voor eenigen tijd van hun coupons een weelde-leven konden leiden, lijden thans een bedelaarsbestaan. De belas- tingpolitiek van den staat is door den nood gedwongen de reinste roof bouw. is menigmaal eenvoudigweg ver nietiging van de volkshuishouding het afslachten van de koe, die in de toekomst de melk zou moeten leveren. Om voor 't eerste oogenblik den erg- sten nood te ontkomen, verdubbelt men den nood der toekomst Zullen er voor het arme Oostenrijk dan nooit betere tijden aan kunnen breken Als men zóó voortleeftneen! Groote politieke gebeurtenissen zullen zich moeten voltrekken, alvorens Oos- tenriik zich in de gelegenheid gesteld ziet. betere economische en gevolge- lijk ook betere finantieele toestanden in 't leven te roepen. Oostenrijk moet ophouden een om zijn ligging en om zijn bodem en om zijn afgescheidenheid onbestaanbaar land te zijn; het mag, het kan niet op zichzelf blijven staan. Het moet ofwel het vroegere rijks gebied geheel of ten deele aan zich toegevoegd krijgen, ofwel: zich aan sluiten bii en opgaan in het groote Duitsche rijk. Een derde mogelijkheid zien wii niet. Het lijkt er voorloopig niet naar, als zou er sprake kunnen zijn van een her stel (geheel of ten deele) van de oude Donaumonarchie: Duitsch-Oosten- riikers. Tsjecho-Slowaken, Hongaren, enz. zit staan tegenover elkaar als water en vuur, kunnen elkander niet luchten of zien, en eerder zou een Duitsch-Oostenrijker bevriend worden met een Franschman, dan dat een Tie- cho-Slowaak of een Hongaar zich yer- zoende met een Oostenrijker! Zoodat alleen overblijft: aansluiting bi' en opgang in Duitschland. Duitschland en Oostenrijk, zii zouden deze samenvoeging beide wel gaarne tot stand zien komen, al ontveinst men het zich in Duitschland ook niet, dat men zich daarmede vooreerst althans zeker een lastig, blok aan 't been zo;u binden. Duitschland en Oostenrijk zouden wel willen, maarde Entente is er óók nog, en die Entente zou er nu juist niet zoo gauw. voor te vin den zijn. Vooral nu Oostenrijk een regeering bezit, die te oordeelen naar wat zij in het binnenland tot op heden praes- teerde nu juist niet geëigend is om vertrouwen te wekken, om tusschen de Duitsch-Oostenrijksche bevolking en de Entente een zoó goede verstand houding te doen ontstaan, dat er eens hartig gesproken zou kunnen worden over dit levensbelang van Duitsch-Qos- tenrijk en zijn bevolking. Bii de beantwoording van de vraag „Hoe alles weer ?,gut gemacht" zal wor denkomen wii derhalve vanzèlf weer terug op de verklaring van Nationalrath Frau Dr. Burjan, tijdens, het interview, dat zij ons toestond: i,Het .wachten: is op: een krachti ge burgerlifke regeering, die vertrouwen wekt zooyv;el ia bin nen- als in buitenland. Is er eenmaal zulk een regeering en zii zal er komen! dan zal déze de Entente ervan kunnen overtuigen, dat Duitsch-Oostenrijk zóq niet langer voortbestaan kan, dat nu het niet mogelijk en ook niet wenschelijk schijnt, de oude Donaumonarchie te herstellen aansluiting bii Duitschland voor Oos tenrijk levenseisch moet heeten. Zóó en niet anders zal alles weer „gut gemacht" kunnen en moeten worden- s Na verloop van tijd. Moge het liefdadige Holland het ar me Oostenrijk inmiddels niet in den steek laten, moge Holland blijven steunen, tot zoólangl Trekken uit Kennemerland. jUboi Beverwijk, En waarom zou ik het zoo niet noemen, als kunstenaars en denkers gelijk een Von del, een Querido. een Domei a Nieuwenhuis. een duo Wolf en Deken en zoovele anderen zoo gaarne in zijn boezem hun nestje hiel den en aan de inspiratie zijner mooie omge ving hun mooie of breede invallen dank ten? Zij woonden er allen en zii minden Be verwijk. zooals wij er van houden, van ons mooie Beverwijk. Rom met mii hand aan hand. Ik zal u leiden van onzen Zeeweg naar de Kreutzberglaan, als de tulpenglorie over de velden schittert. Waar uw oogen dwalen links en rechts, 't is al een onschat bare rijkdom van de levendigste verven, waaraan de zon eene ziel instort, en die aan de borst een zucht van verbazing ontlokken. Gij zoudt alle conventie uit het oog willen verliezen. Ge zoudt willen vooruitsnellen, de sloolen over. en vallen omhelzend de armen uitgestrekt als- een vervoerde Pallieter mid den op die tapijten van onbevlekte kleur om het trillende lichaam natuurgenietend er over heen te rollen in het binnenteugen van de reinste geuren. En als gij toch weerhouden, al ware het slechts uit eerbied voor het werk der noeste arbeiders, die aan den grond deze wonderen wisten te ontleenen. opziet over die bloemenweelde naar de grijze duinen, die hol- derdebolderend langs den Westelijken hori zon strijken, dan benijdt gij haast die dui nen het geluk deze schatten der natuur te mogen overschouwen en omvatten. Dra komt het verlangen naar geldelijk ge win en plakt meedoogenloos alomme de kost bare bollen. De tulpenglorie houdt op. De schitterende tapijten worden opgerold en naar Engeland gedragen. Geen nood. Mooi Beverwijk treurt niet om deze gewaden van de fijnste stoffen. Langs alle wegen en paden walmt de geur van den Meidoom. De witte en roode scherp gedoorn de bloemkopjes lachen uit alle hagen het lied van de warme lente. De honderden vogelen van duin. veld en geboomte zingen hun zang van levensvreugde en dankbaarheid. Zij kloppen de sluimerende aardbeikiemen wak ker. De nederige plant rijkdom van deze streek groeit, bloeit, tooit zich met witten bloesem en slurpt gretig de (elkendage war mer koesterende zonnestralen binnen om straks in onbeperkte vruchtbaarheid de grof gebouwde aardbezie langs den grond te ba ren bij millioenen en millioenen. Maar zoover zijn we nog niet. als reeds het lokkende ge klots der nabije Noordzee duizend enzomer- sche toiletten als levende bloemen langs onze straten en wegen heeft gestrooid en het lied van den mensch in ontspanningsgenot doet paren aan de melodieë van de gevleugelde zangers. Mooi Beverwijk moet wel den mensch lok ken die reine zorgeloosheid zoekt. Hij vrndt er de blauwe majestueuze zee. het schoonste strand als zoodanig van heel onze kust, groe nende vlakten met veldbloempjes en grazen de koeien, zonnige duinen, roerende bosch- vlakken naieve landlieden, lommerrijke la nen, schilderachtige toegangs- en verbin- dinswegen, wèet ik meer wat een natuur in volle verscheidenheid, aangenaam geholpen door de ingeboren aesthetics van den arran- geerenden mensch, kan bieden? Hij vindt er ook den bonten lach van chique villa's groot en klein met ieder haar bloembedden rond om en haar eigen tuin meer weelderig fi guurtje. Hij vindt er °°k de statige omge- yinjj van hccrcahuizcn en kastt'Cten, fier neergezeten in een kring van velden, bos- schen en beken. Dat alles vindt hij er. wat hem lokte herwaarts te komen om er af te schudden de roezige echos vaa >t stadsleven bot en ontzind en er zich zeiven weer te vin den. Zoo komt hij ie voet, per fiets, per auto of rijtuig en l>eaint tevreden dat het waarlijk mooi is ons mooie Beverwijk, dat het ideaal van schoonheid zal worden, als het in zich heeft opgenomen de dorpen uit den omtrek, die thans profiteeren trekkracht zijner gaven en met hetzelve vereenigd de waardige ledematen zullen zijn van Groot-Beverwijk. FRITS. De verkiezingen in Duitschland. Gisteren, Zondag 6 Juni. hebben in Duitachland de algemeen© verkiezingen plaats gehad. Er waren 27 partijen of groepen van be langhebbenden met 2500 namen, waaronder ongeveer 250 vrouwen. Deze zijn onderver deeld in 82 kieskringen, van welke niet mee stemmen Ooet-Pruisen. Boven-Silezië en Sleeswijk-Holstein. aangezien daar eerst het resultaat van de volksstemming moet. wor den afgewacht, of, zooals in Sleeswijk, de vaststelling der grenzen. De meerdexheids- sooialisten, de democraten, de onafhanke lijke socialisten, het centrum, de Duitsche volkspartij en de Duitsch-nationale partij hebben in iederen kieskring candidaten ge steld. De nieuwe communistische party is in ongeveer twee derde van de kieskringen vertegenwoordigd. Behalve de groote par tyen zijn er nog kleine, die groeps- of plaatselijke belangen behartigen, waarbij zich aansluiten groepen met een economisch of algemeen doel. In het Rijnland staat naast het Centrum nog de Christelijke Volkspartij, en in Hannover nog d© Duitsch- Hannoveraansehe partij. Ook is er nog de Poolsche party, die aanhangers zoekt in het industriegebied, waar talrijke Poolsche berg- arbeidere werken. Op de 80,000 kiezers vult voor elke partij één zetel. Het zal niet mogelijk zijn. de offieieele uitslag der verkiezingen beikend te maken vóór 20 Juni. Er waren te Berlijn voor de verkiezingen 1482 stemlokalen ingericht en 12.000 ver- kiezingscommissarissen waren er werkzaam. Franscke spookbeelden L'Homme Libre verwacht in Duitschland een staatsgreep als gevolg van de Duitsche verkiezingen. Men bereidt dien openlijk voor. In alle provincies van Noord-Duitsch- land worden, meer of minder bedekteiijk, talrijke strijdkrachten samengetrokken. Generaals hebben in bepaalde kampen heele divisies onder hun bevelen, bereid by1 het eerste bevel van Berlijn op te rukken. Meer dan een dier divisies staat al vlak by Ber lijn. Tegen deze samenspanning bereidt de regeering niet het minst verweer voor. Zul len wii ons. vraagt LHomme Libre, na de moeilijkheden, die wij met eenige bondge- nooten hadden over de uitvoering van het verdrag van Versailles, dat wii overigens zoo luchthartig iu den steek lieten, het weinige laten ontnemen, dat ons rest. door militaire samenspanning? Eeu kalm verloop. Uit Berlijn werd dt. gisteren geseind: De verkiezingen voor den- eersten re- publikeinschen Rijksdag zijn heden in de grootste orde verloopen. De van uiterst links en uiterst-rechts verwachte ongere geldheden bleven geheel achterwege, zoo dat de door de politie getroffen buiten gewone maatregelen nergens tot uiting kwamen. Ondanks den stroomenden re gen was in Berlijn reeds in de vroeige morgenuren een vrij groot aantal kiezers waar te nemen, die in volmaakte orde hun stemmen afgaven. Door de verschil lende partijen werd ook heden nog sterke propaganda gevoerd-. Voor de stemloka len waren partijpos ten opgesteld om op het laatste oogenblik propagandabiljet ten te verstrekken. Voor den oppervlakkigen besehouwer was van een vinnigen strijd tusschen de groepen overigens weinig- te bespeuren. De houding van 't publiek was apathisch en dank zjj den regen hadden zelfs de propagandisten voor de stemlokalen zich verbroederd en schuilden communisten en centrummenschen eendrachtig onder afdaken en vestibules, om als zooveel pij len uit een hoog naar voren te springen, wanneer een kiezer zieh vertoonde. Tijdens den middag, toen het weer op klaarde, nam de drukte toe en werd de opkomst grooter. Naar schatting zijn te Berlijn ongeveer 75 pet. der kiezers opge komen. Voor zoover bij het afzenden van dit bericht bekend is, hebben zich ook in bet overige deel van bet Duitsche rijk bjj de verkiezingen geen ongeregeldheden voor gedaan. OM HET RUSSISCHE GOUD. De besprekingen met Erassin te Londen houden nog steeds de publieke opinie bezig. Het ia onmogelijk, zegt de Westminster Gazette, om zich ernstig te verzetten tegen het aanvaarden var het Russische goud in betaling voor de eerst© zendingen van goe deren uit Engeland. De Russische goud reserve is het eigendom van het Russische volk, dat dringend behoefte heeft aan apoor- wegmaterieel. voor het met handeldrijven kan beginnen, en het is duidelijk, dat het ten voordeele moet strekken vap zijn eoono- HEUSCH NIET DOM! „Ze zeggen .wel dat ik, Hein Pummel», dom ben, maar dat is lieelemaal niet waar. Toen b.v. ju de krant had gestaan, dat t briefport verhoogd zou worden, ben ik onmiddellijk naar 't postkantoor ge loop en, en jk heb duizend postzegels van vijf cent jn voorraad gekochtI Laat 'n an der nou die dure postzegels maar koo- pen, dacht jk! En nou zeggen ze wel dat de vijfl-cents postzegels nóg 'maar vijf centen kosten, maar dat kan niet lang meer duren, want 't heeft jn de krant ge staan, dat de post duurder zou worden, dus ik bewaar mijn duizend postzegels netjes! En laten ze nou maar zeggen dat Hein VPummels dom is, Hein Piyn- mells lacht ze allemaal uitl" TRAGISCH. „We zijn bezig 'n onbarmhartige op ruiming te houden thuis", zei Cas. „M'n vrouw treedt op, hoor! 'k Zag haar van morgen zelfs een van haar huwelijks geschenken in de kachel stoppen!" „Zool" riep Bas. „Welk dan?" „De kolenschep." misch hersteJ, indien her in eerst© instantie een deel van zijn goudreserve kan afstaan. Dit zou slechts een voorloopige maatregel zijn, want op den langen, duur moet de han del bestaan in het ruilen van goederen. Wat betreft leeningen der verbondenen aan Rus land, dit vraagstuk komt uas aan de orde al3 Rusland nieuwe credieten vraagt. Hot is zeker, dat de goudreserve aileen niet vol doende zal zijn om deze schulden te betalen; zij moeten steunen op de nijverheid en do natuurlijke hulpbronnen van Rusland. In dien de nijverheid in eHaar mocht storten, zullen de leeningen geheel moeten worden afgeschreven als een verliespost. De Londensehe correspondent van de Manchester Guardian zegt. aat Erassin de rest van de week. die achter ons ligt. tijd heeft gekregen om van ziin regeering de noodzakelijke waarborgen te krijgen. Ziin volgend on-dernoun met Lioyd George zal Maandagmiddag om half viif plaats vinden. Men verwacht, dat hy dan n staat zal zijn de door Lloyd George geëischt© waarborgen in te willigen, lntusschen heeft do regee ring hem allen mogeiijken steun gegeven om maatregelen te nemen voor het hervat ten van den handel met Rusland. Hii heeft een kantoor in Bondstreet geopend en er is alle reden om te verwaenten. dat de handel met Rusland, die voor Europa een levensbe lang is. dan toch ten slotte hervat zal wor den. De zuchit naar het Russische goud schijnt aanstekelijk te werken. De „Times" verneemt, uit Stockholm: Het Zweedscho stoomschip: Gauthiod i3 hier ui.t Revalaangekomen, en Leeft 146 kisten gelost, die naar men zegt 17 miliioen kronen waarde aan goud in baren bevatten. De Sowjet-regeering heeft dat gezonden in verband met de contracten, die zii kortgele den met Zweedscho kooplui gesloten heeft. Uit Parijs wordt in <£it verband gemeld: De Eransche gezant heeft bii den Zweed- schen minister van buitenlandsche zaken geprotesteerd tegen de zending goud, door de sowjetregeering overeenkomstig een on langs met Zweedsche kooplieden gesloten overeenkomst. Ook Italië wil ziin deel hebben. Te Stockholm is een italiaansche commis sie aangehouden, die op reis is naar Rus land, waar ze met de Sowjet-regeering moest onderhandelen over het. openen van handels betrekkingen tusschen Italië en Rusland. ITAJULö 1£N DE CONFERENTIE TE SPA. De Populo Romano sluit een hoofdartikel met deze woorden: Eigenlijk «zouden wii aan Nitti den raad willen geven iu het ge heel niet naar spa te gaan en er ook Soia- loja niet heen te sturen. Unze tegenwoordig heid te Spa zal alleen kunnen dienen om de schending van onze belangen en van ons prestige te sancuoneeren. De Romtinscke correspondent van l'lnfor mation verneemt dat graaf Sforza, de onder staatssecretaris van buitenlandsoiie zaken, die vandaag naar Londen vertrekt, Lloyd George onder het oog moet brengen, dat wegens de openbare meening in Italië, de regeering met weerzin naar Spa zou gaan, indien zo niet hoopte de beslissingen van Hythe gewijzigd te krijgen. Tevens zal Sforza zich met de onderhandelingen met Erassin inlaten. Italië wii. wat do houding tegenover bolsjewistisch Rusland aangaat steeds met Engeland een Uin trekken. Ten slotte zal Sforza elke gelegenheid aangrij pen om do Engolsche ministers te onder honden over allo kwesties, waarbij Italië betrokken is en die direct of indirect het Engelsen ministerie van buitenlandsche zaken belang kunnen inboezemen. Sforza is een diplomaat aan wien men blanco vol macht kan geven. liaar het ItaiiaajajjE.il door IVO,' W. ,Je ziet jne zoo aan, Felix, je kijkt naar jnjjn haar. Je verwondert je er zeker oviqr, dat er grijze haren onder door loopen." j „Ach neen," zet hij verlegen, „en wat hin dert dat, veel menschen krijgen jong grijze baren," V komen by mij anders niet te vroeg" „Ach, praat daarover •niet!" zei hij scherp. ^Ik wil het niet hooren." IWaarom gaf nu dat eerste ruwe woord haar zulk een steek in het hart? Hy meende het f Beker niet. Was het ook niet verkeerd van haar meet nan haar werk, dan aan hem te .'jfanheo? I Het was Of hij spijt gevoelde, dat hij eenigs- Hns scherp tegenover haar was uitgevallen, Want hij vleide zijn arm om haar hals en *ei: „Vergeef me, Jeannette, maar ik ver hoek je, praat me niet meer fiver je, leeftijd, want daar kan ik niet tegen, en behandel me niet als een kind." Door de Via Lungara in Trastevere schreed een jong paar. Ze waren in zulk een druk en vroolijk gesprek met elkaar gewikkeld, dat menigeen hen nakeek met een glimlachje op het gezicht Het waren Charlotte en Felix ,Op eens zei echter Charlotte: „Laten we nu terugkeeren. Het spijt me, dat mevrouw Damer ziek géworden is en pns niet kon begeleiden." „Natuurlijk, mijn gezelschap alleen was „Natuurlijk, mijn gezelschap alleen was je niet voldoende. Maar er zit niets anders op. De villa is heden voor het laatst te zien. De bewoner vertrekt naar het buitenland en dan is de psyche niet meer te zien.' Charlotte gaf hierop weinig antwoord. Ze schreden nu stilzwijgend door het hooge, ijzeren hek, en naderden een d©r schoonste villa's van Rome, die in Renaissance-stijl was opgetrokken. Ze bestegen de weinige treden, die naar den wintertuin voerden en vondefci daar de mythe van Azor en Psyche, eens door Raiael uitgebeeld1. Er waren nog andere vreemdelingen aan- wezigj Engelsciien, Franscheu, die echter spoodig vertrokken, zoodat Charlotte en Fe lix weldra alleen waren. De jonge man keek van de psyche dikwijls naar zijn gezellin. Charlotte vergeleek1 de beschrijving van het beeld in een boek met de beschildering en scheen hierin geheel verdiept te zijn. Eindelijk zei Felix: „Juffrouw Charlotte!" Hy noemde haar nog steeds -oo, hoew :1 ze binnen enkele weken zijn schoonzuster zou worden, en zij sprak hem nog steeds vormelijk met „mijnheer doctor" aan, wat haar oudere zuster reeds meermalen gekrenkt had. „juffrouw Charlotte." „Nu wat is er?" vroeg ze, terwijl ze haar teeder gezicht naar hem toe wendde, waarin de kleine roode mond als eeu rozenknop bloeide. „Weet ge wel," vroeg hy, terwijl hij haar met een'eigenaardigen blik in de oogen aan keek, „dat gij veel op de Psycne gelijkt?" „Wat een idee!" zei ze spottend lachend, doch er klonk iets in haar stem, dat hem verried, dat de vergelijking haar niet geheel en al onaangenaam was geweest. „Heb ik U gekwetst?" vroeg hij schijn baar verwonderd, maar ziju bedoeling was meer te weten te komen, wat ze dacht ©n bij zichzeive gevoelde. Juist omuat liij voelde, dat ze tiaar gedachten WM' hom verborg, wilde liif die .weten, üe kullt me niet kwetsen, mijnbeer de doctor, daarvoor bent .U me veel te onver schillig." Felix was geen vrouwenkenner, anders zou hij gevoeld en geweten hebben, dat dit juist de laai der beginnende lie.de is, die tast en zoekt en uitlokt. Daar hjj echter geen vrou wenkenner was, prikkelde dez^ uitdrukking hem ten zeerste. Hij best zich op de lippenNa eenigen tijd zei hij echter. „Ben ik U nu wezenlijk zoo onsympathiek, juffrouw Charlotte?" Het meisje keek hem met een ontstemden, trolschen blik aan en zei: „U zyt me noen aangenaam, noch onaangenaam, mijmieer doc tor; u zijt voor mij sleelils de verloo e van mijn zuster.' Haar kleine mond sidderde verradehjk, toen zii dit zei, maar l'elix bemerkte dit met. Het bloed steeg hem naar de wangen. Daaraan bad bij inderdaad niet gedadit, ia iiii was de verlooide van haar zuMer, een gebonden man. Ais zij elkaar tot nu toe aesoroken hadden, was dat steeds in gezel schap van anderen geweest. Heden was Char lotte eerst een weinig verlegen gewast, Loeu trotsch en dil was liet slot. Het meisje had hem aan zijn plicht moeten herinneren. Aan ziju piielill Daaraan had hij wel de laatste weken gedacht, niet ais aan een geluk, maar als een eere-plicht. Wat hem m der tijd op Capri aan Jeunuettc gebonden was haar energie en levensvreugde, thans vroeg hij nog iets meer: jeugd eii schoonheid. Toenmaals voelde hij zien ongelukkig, tot weinig in staat. Het was oi hij geestelijk en lichamelijk verlamd was. Hel meisje had hem moed ingesproken, zyn energie' e11 wils kracht opgewekt, hy was een ander mensch geworden .en had volbra9ht, wat hem eerst onbereikbaar scheen: zijn doctorstitel. En in zyn jeugdigen overmoed had hij vergeten, dat zij ouder was dan hij. Thans verlangde hij een jong meisjeshart met ai de idealen der jeugd, en niet de moe derlijke liefde van een meisje, dat te grij zen begon Hij vogide zijn gegeven woojd aan J^on nette als een lasl op zich drukuen. Mocht hij echter als een man van eer zijn woord tegen over liaar breken? Maar was het niet beter dat toch te doen, dan levenslang een last te dragen, die bijna bovenmenscbelyk wan* Jeannctte voelde, dat zij zich to veel aait allerlei huiselijke en zakelijke aangelegenhe-: den overgaf en te weinig aandacht aan haan verlooide schonk. Daarom stelde ze zeil' Fes lix voor, met Charlotte en Sabina een uit* stapje naar bet Coioseum te maken. (Wordt vervolgd.!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5