Elck wat wils. 1 Verstandig m krachtig regeeringsheleid. Kroniek van de Week Wat de Pers zegt BINNENLAND ONS VROOLIJK HOEKJE Sport en Spel ZATERDAG 19 JÜMS 1920 is. WAAROM ZICH ZOO DRUK OEMAAKT Binnenlandsch Nieuws DE 10e VOLKSTELLING. Luchtverkeer Drankbestrijding. UIT ONZE WEST TREKJES GXLIII ■Ten spijt, ook van de hier en daar ver- f nomen liberale stemmen, die in ons land i tegen de anti-revolutiewet zijn opgegaan met de beweegredenen, dat de indiening „on tactisch" was, mag de afloop der stemming «wer het onwerp. een schitterende zege voor fse» uitstekend beleid der Regeering genoemd wodf«»aa. Ondanks een krachtproef van obstructie in de Kamer, een dagenlang aangehouden scheld es» schimppartii gelardeerd met ver- dai itmaking der bedoelingen van de Re- geeriag in de Socialistische en Communis tische pers; ondanks een grcotsch opgezette (en toch mislukte) demonstratieve staking, heeft Minister Heemskerk en met hem het gelieele Kabinet, onwrikbaar voet bij stuk gehouden, de zaak resoluut aangepakt en krachtig doorgezet. Nederland is daarvoor aan zijn Christelijk Ministerie, dank. grooten dank verschuldigd. Wie evenmin als Troelstra heeft ingeoogst bij de behandeling van het wetsontwerp, dat is de Vrijzinnig-Democratische heer Mr. Marchant. Hij, de man, die aan de revoluticnnairen theoretisch „de ruimte" d. w. z. practisch „de straffeloosheid" wilde geven, heeft een roekeloos politiek spel gespeeld. Met mannen als Mr. Marchant aan 't be wind. zouden we kans hebben om na ette lijke maanden, een Rusland in 'fc klein te worden. Nog zeer onlangs toonde Dr. Schim van dei- Loeff, pas uit Rusland teruggekeerd, dit aan in het „Vad." in antwoord op de vraag, hoe de kleine minderheid van bolsjewisten in Rusland, de macht in handen weet te houden schrijft deze bij uitstek bevoegde beoordeelaar „Door intimidatie, een revolutionnair mid del ook in ons land van den kant der soci aal-democraten nu weer toegepast, en door ierrorisatie." Hoe kwam de bolsjewistische minderheid in Rusland iot de macht? Luister naar den heer Schim van der Loeff „door de slapheid van het volk en der regeering. door de slapheid en de kort zichtigheid der burgerij. Er waren er die op de Bolsjewiki s.emden, omdat zij oor deelden, dat hun dwaasheid spoedig tot een terugkeer van het Tsarisme zou leiden. „De groote meerderheid evenwel haalde de schouders op en glim.ach ie: 't zal zoo'n vaau niet loopen, die zotheid houdt toch geen stand, en ze hebben zoo lang gelachen en zichzelf in slaap gesust, tot ze met schrik wakker werden in een communisti sche maatschappij en zij het lachen ten ecncninale vei teerden. „Lm daartegenover een kleine groep van ovti tuigde menschen, die precies wisten, »ai ze wilden, doctrinairen, die voor geen bezwaren en teleurstellingen terugschrik ten, meesterlijke propagandisten, die de massa öeheerschien, weergalooze organi satoren, die weinig scrupuleus, de hulp inritpen van de meest duistere elementen, wrike niets te verliezen en alles te winnen haddendie mede door de hulp van zulke benden beroepsmisdadigers, de nieuwe maatschappij wisten te grondvesten." Wat bracht die maatschappij,? Niets dan jammer en ellende, haar eigen ondeigang. Mr. Marchant. die in de Kamer uitriep; „geef ze de ruimte,' is gelijkvormig aan die zorgelooze Moscovieien tegenover het steeds aangloeiend bolsjewistisch gevaar. Onze Regeering heeft ze echter de „ruim te". de „strafeloosheid" bij hun niets ont ziende actie tot omverwerping der maat schappelijke orde niet gegeven. Zij heeft door haar wet tegen de revolu- tiocmaire woelingen, de misdaad zooveel mo gelijk aan banden gelegd en de goedgezin- den gerustgesteld. I1ET OMSPITTEN VAN DEN KIPPENREN. Daar waar veci lappen gehouden worden, wordt de bovenlaag ten slotte verzadigd van kippenmest en treedt verzuring in. mede door het ophouden van allen planten groei. De rennen worden dan een on ge schikte verblijfplaats voor de hoenders. Daar waar de'grond hard is, eff hetzij uit mulle aarde of leem bestaat, wordt de bo venkorst zoo hard en vast, dat de kippen er met geen mogelijkheid meer in krabbelen kunnen en slechts hier en daar moeizaam een gat weten te maken. Het geheel begint er dan vies uit te zien. Lang voor het zoover komt, moet de kip penhouder op een vrijen morgen of middag de spade ter hand nemen en de ren om spitten. De kluiten moeten dan worden stuk geslagen. Het verdient aanbeveling om de ren in tweeën te deelen en tijdelijk een afscheiding van wat oud gaas aan te brengen. De eene helft wordt dan omge spit en ingezaaid met het een of ander snel opkomend gewas. Bij voorkeur neme men zaad, dat snel opkomt en spoedig veel groei heeft. In het buitenland heeft men tot dat doel enkele hier te lande vrijwel onbekende gewassen benut en deels met goed succes. Iedere zaadhandelaar zal echter, nadat hem het doel en de aanwezige grondsoort is medegedeeld, het een of ander zaad of zaadmengsel geven. Natuurlijk speelt het jaargetijde in deze een belangrijke rol. Zoodra het groen eenmaal flink uitloopt, kunnen de kippen er ingelaten worden en dan eventueel de andere helft van den ren op dezelfde wijze bewerkt worden. De kippen weten er snel weg mee om he uitloopende gewas op te eten en ieder na komend sprankje in de wacht te sleepen, doch dat komt haar ten goede en de grond verliest hare vaste en nuttelooze boven korst en weet zich, op die manier van veel voor het pluimvee schadelijke beStanddee- len te ontdoen. Wanneer de grond vast en leemachtig is, gebruike men een stevige spade met een niet te groot blad. De algemeene bekende zandschop is voor dit karweitje te groot en maakt het werk te vermoeiend. DE LAATSTE EUROPEESCHE VAL KENIER. De heer Mollen te Valkenswaard, zoo ver telt A. B. Wigman in de „Tel," wiens voor vaderen zeer bekende valkenvangers waren, is thans de eenige Europeesche valkenier en dresseur. Zijn vader bekleedde onder koning Willem III nog den post van Hofvalkenier, doch na den dood van prinsAlexander werd de Koninklijke valkerij op 't Loo opgeheven en Mollen gepensionneerd tot zijn dood toe. Van begin October tot ongeveer half No vember worden de van Noord naar Zuid trek kende roofvogels op onze Brabantsche heide velden gevangen door middel van lokduiven onder slagnetten, waarbij een klapekster, die reeds op ongelooflijken afstand zijn vijand markeert, van veel nut is. In dit opzicht doet ons de valkenvangst denken aan de hutjacht met den oehoe. Stoot de door de klapekster („handwerk" genoemd) aangeduide roofvogel op een der duiven, dan wordt het net door den in een na- bijen kuil verborgen vanger neergetrokken en kan men, thuis gekomen, met de dressuur van den valk beginnen. Deze wordt in hoofdzaak door een honger- kuur bewerkt en in het halfduister, waarbij den roofvogel geleerd wordt zich op de voed sel belovende hand te zetten, hetgeen betrek kelijk spoedig gelukt, waarna langzamerhand de lessen buiten worden voortgezet, eerst met aangelijnden, daarna met absoluut vrijvlie- genden vogel, die spoedig begrijpt, dat de terugkeer op zijns meesters hand een lekker hapje beteekent. Door het opgooien van doode duiven en later van gekortwiekt, levend, gevogelte werd de valk verder voor de jacht afgericht, Waarbij allerlei trucs en handigheden in toepassing werden gebracht om er een eerste-klas jacht- valk van te maken. Het zijn echter niet uitsluitend valken, die voor de jacht afgericht werden en evenmin behoeven het trekkers uit het verre Noorden te zijn, hoewel toch de I Jslandsche valk en de Slechtvalk wel de meest begeerde objecten vormden. De eerstgenoemde, die in volwassen staat een bijna geheel witte kleur vertoont en een der kloekste en fraaiste verschijningen der roofvogelwereld is, heeft een vlucht van welhaast anderhalven meter, de slechtvalk niet meer dan 120 c. M. Vooral in vroeger jaren behoorde de thans in ons land nog recht spaarzaam broedende havik tot de meest ge liefde jachtvogels. Hij is een weinig kleiner dan de twee vermelde soorten en vertoont 1 Meter vleugelspanning. DE VOORDE,ELEN VAN HET OMHAR KEN VAN HET HARD VOER. Daar, waar de kippen geen onbeperkten uitloop hebben, is het wenschelijk, dat deze op allerlei wijzen worden beziggehouden. Zij moeten voldoende beweging kunnen nemen en deze beweging kan men ze ver schaffen, door ze naar hun voeder te laten zoeken, waarmede men de natuur nabootst. De hfeMrii'scharreleh"üiteraar'd 'graag)''mits r zij maar iets vinden kunnen, hetgeen in een gewonen renbodem niet te verwachten Daarom harke men des morgens het hard- voer onder het kaf of kortstroo en late men de hennen naar hartelust zoeken. Wanneer men des middags het groenvoer verstrekt, harke men nog een paar handenvol voer onder. Des avonds verstrekke men de die ren het weekvoer. Zij kunnen zich daaraan dan te goed doen en met een flink gevulden krop op stok gaan. Vooral in den winter is dit van het grootste belang, wijl anders reeds tegen middernacht geen voedsel meer in den krop aanwezig is. Het onderharken is een kwestie van een paar minuten op zijn hoogst. EEN PRACTISCH MERK. Wij lezen op de eerste bladzijde van den R. K. Missiekalender voor 1921 het volgen de „Zeker is, dat Gij uw katholiek-zijn niet genoegzaam begrijpt of waardeert, wanneer uw hart niet brandt van verlangendat de arme heidenen in 't bezit worden gesteld van den kostbaren schat des Geloofs, dat de gren zen van Jesus' Rijk worden uitgebreid tot de eindpalen der wereld. Is de afgoderij der heidenen geen eerroof Gode aangedaan Heeft Jesus Christus, de wereldverlosser, ook niet voor de heidenen Zijn kostbaar bloed vei-goten Zijn de heidenen niet onze naasten, die wij moeten beminnen Vraagt vooral thans de heilige Kerk niet van ons, hare kinderen, dat wij haar helpen met al onze krachten, nu Mahomedanen en Protestanten hun actie voor de zending hebben verdubbeld? Daaromdat alle Katholieken ijveraars zijn voor het heilig Missiewerk propagandis ten van de centrale Genootschappen tot Voortplanting des Geloofs, van de H. Kinds heid, van het Liefdewerk van den H. Pe trus tot opleiding van inlandsche geeste lijken, en ook van do liefdewerken tot bij zondere ondersteuning van de Nederlandsche Missionarissen, vooral in de koloniën. Daar om bidde ieder katholiek veel voor het wel slagen van het moeizame werk onzer mis siehelden, leze ieder ontwikkelde leek „Het Missiewerk." Daarom hange in elk huis een missiekalender, die dagelijks de leden van het huisgezin herinnert aan hun heili gen missieplicht." DiE HOUDING WEE SOGLAAL-DEMD- ORATEN. Dë hoefij zei-oorr es ponden! yan het libe rale „HandeLsblad" schrijft o.m. over de houding der sociaal-democraten bij de be handeling der anti-revolutiewet: „Hoe men ook over de Anti-Revolutie- wet moge denken, wanneer men de nu afgeloopen behandeling rustig overziet, zal men zeker niet kunnen zeggen, dat ze de socialisten van diverse pluimage een schitterend figuur heeft doen ma ken. Welk een oorverdo-ovend begin! Ze zouden dit en ze zouden dat... ze maakten alle hazen bang. En welk een katterig einde! Het ontwerp, waarte gen al .wat revolutionnair was (of ooit mocht willen .worden) te wapen was geroepen, is aangenomen met.... vier stemmen tegen. .Waaronder slechts één, zegge één, yan een socialist. Hadden de heeren hun verachting doer onthou ding willen toon en, dan hadden ze bij de behandeling der artikelen terstond moeten wegblijven. Maar ze praten en stemden mee. Doch toen het tegen het eind Liep, yonden ze 't bijwonen van een diplomatenfeestje toch belangrijker dan het stemmen tegen een ontwerp, dat ze al® cea gruwelijke bedreiging van de arbeidersbeweging hadden uit- getuit. Heel veel indruk .van ernst maakt deze houding niet." Verder betoogt de schrijver dat tus- schen dit luidruchtige begin en dit uiterst bescheiden einde pen beeldenreeks van gestage inzakking Van krachtsvertoon ligt en besluit dan: s „De tweeheid tusschen socialisme en democratie in de S.D.A.P. en de revo.- lutionnaire eenheid yan de S. D. A. P. en de communisten, dat is het wat door de behandeling yan dit ontwerp js uit gekomen. En wat de ro-ode figuur allengs der mate onbehagelijk zich gevoelen deed, dat ze, misschien deswege, ten slotte maar liever thee ging drinken, In Carnegie's stichting." I I Nn de anti-revolutie-wet in de Tweede Kamer is aangenomen, spoort de heer Van Ravesteyn in de „Tribune" de ar beiders aan, de wet „van de baan te be zemen," Hij schrijft: „Dit kan. geschieden, als in de Kamer de obstructie in alle heftigheid wordt voortgezet en haar heilzame werking van opzweeping van het proletariaat uit den slaap uitoefent; in aansluiting met een krachtige propaganda, buiten de Ka men het proletariaat brengende tot een stakingsbeweging, welke voor spoor 'noch post, voor geen enkel bedrijf halt houdt. Op dien .weg alleen ligt de kans op *t verhinderen van de wet, op dien weg aL- leen is te hereiken, wat nog van meer belang is: de stijging, duurzaam, van de tevolutionnaire kracht yan het proleta riaat, Het lijdt geen twijfel, of het revoluti- onnaire deel van de arbeidersbeweging is tot een actie in dien zin bereid: de revo- lutionnaire arbeiders-vertegenwoordiging in de Kamer; de arbeidersbeweging van het Revolutionnair Comité buiten de Ka mer." De heer Van Ravesteyn overschat zi?h en zijn volgelingen niet weinig, als hij zich voorstelt, al dat moois te bereiken Immers, iets verder zegt hij: „We hebben de overtuiging, dat de lei ding van de S. D. A. P. en het N. V. V. niets meer zullen willen in den zin van obstructie of stakingsactie." Welnu, waarom maakt hij zich dan zoo druk voor een en ander? Men schrijft aan de ,N. R. Crt.", dat het bericht als z-ou de tiende algemeene volkstelling niet plaats vinden, blijkbaar onjuist is: Donderdag hebben de gemeen tebesturen de voorschriften tot het hou den van de volkstelling toegezonden ge kregen. De telling moet geschieden naar den toestand in den nacht van 31 Decem ber 1920 op, 1 Januari .1921, Een noodlanding. .Woensdag heeft een vliegtuig, dat den postdienst tusschen Nederland en Enge land vervult, jn de Biesbosch een nood- laading moeten maken. Het werd daar bij zoodanig beschadigd, waarbij ook een defect aan de schroef kwam, dat het tot horstel per auto naar Soesterberg ver voerd moest worden. Do vliegers, een Nederlander en een Euigelsobman, bleven ongedeerd. EEN ALCOHOLVERBOD VOOR NEDEBLAN DSCH-INDIë. Den 5en Maart 1918 nam de Tweede Ka mer een motie-Gerhard c. s. aan., waarin zij als haar oordeel uitsprak, dat het, ter afdoende voorkoming van het alcoholge vaar voor Nederlandsch-Indië, noodzakelijk is, een algemeen alcoholverbod voor de ge- heele inlandsche bevolking en de daarmee gelijk gestelden uit te vaardigen. Thans heeft de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme, omvattende een twaalftal drankbestrijdersorganisaties, waar onder Sobriëtas en de Nationale R. K. Ver- eeniging onder Spoorwegpersoneel, aan den Volksraad in Nederlandsch-Indië een adres gezonden, waarin dringend gevraagd wordt, maatregelen te nemen vóór het te laat is. Betoogd wordt, dat het geheele verbod de juiste maatregel is. In verschillende deelen van den Indi- schen Archipel heeft men reeds de ervaring opgedaan, hoe zegenrijk het verbod werkt op de Sangir- en Talaut-archipel, op Nieuw- Guinea en Halmaheira, in de iToradjalan- den. Men putte daarbij de leerng uit het geen de geschiedenis van het verbod op de Sangir- en Talauteilanden te zien geeft in 1890 ingevoerd alleen voor de sterke dranken, gaf het pas resu'taat, toen in 1905 het op alle alcoholhoudende dranken van toepassing werd verklaard, wijl dit verbod door gewetenlooze handelaars op groote schaal ontdoken werd door den invoer van allerlei knoeierijen onder den naam van EEN LESJE. De jongste bediende kwam 't privé-kan- toor binnenstappen, hoofd achterover, pet op. en zei meer dan vrijmoedig: „Kan ik morgenmiddag vrij hebben, voor 'n voetbalmatch?" „Hoor 'ns ventje," zei meneer, "dat is geen manier van vragen. Ik zal je eens laten zien hoe je binnen moet komen en hoe je tegen je patroon spreken moet." De patroon ging naar buiten, klopte kwam binnen, deed zachtjes de deur dicht, en vroeg beleefd: „Neemt u me niet kwalijk, meneer, maar zoc ik morgenmiddag misschien vrij mogen, om 'n voetbalmatch te gaan zien?" „Best o vent," antwordde de jongste be diende, „en hier heb je een gulden voor je vertering!" EEN BEWIJS. „Gelukkig in 't spel, gelukkig in de lief de," zei Bas, toen Cas f 100 uit de loterij trok. „Heelemaal niet waar," zei Cas. „want biji ons in 't dorp trok voor 'n paar jaar 'n boerendochter 'n heel ameublement uit 'n loterij en 't duurde geen week of er kwamen twee boerenzonen haar ten huwelijk vragen." wijn. En wat vurige winzucht daar be proefde, zal zij elders niet nalaten. Slechts het algoheele verbod kan helpep GEBREK AAN ARBEIDSKRACHTEN, De „Amigo di Curacao" schrijft Curacao wordt in versneld tempo leeg» pompt. Al het werkvolk vloeit weg naar den vreemde. Nu weer doet Brahona Company een oproep om werkkrachten en het staat te ver wachten dat op zulke voordeelige voorwaar den zeer velen aan dien oproep zullen beant woorden. Voor kanaalwerken, voor het ma ken van betonconstructies, en het leggen van spoorrails worden gevraagd arbeiders tegen dollar daags, opzichters voor nog 25% hooger loon, timmerlieden voor 2 tot 3 y2 dollar daags, vrij dokter cn verpleging in geval van ziekte, alles voor een contract van 8 maanden met vrije heen en terugreis, terwijl het loon ingaat op den dag van ver trek van hier. Zulke loon'cn verdient geen enkele wak man hier in onze kolonie. Er is hier ook geen enkele werkgever, die bij mogelijkheid zul ke loon en kan uitkeeren. Reeds is de eerste bezetting van 60 werk lieden voor deze Mij. naar St. Domingo vertrokken. Nog meerdere zullen volgen Dure protesten. Zondag j.l„ zoo schrijft de „Tel." ver gaderde de protestcommissie vau den N. V. B., o.m. ter behandeling vau de door Go Ahead ingediende protesten in de kampioenswedstrijden tegen Be Quick alsmede het protest van Heracles, wed strijd tegen. Theole. De verschillende ver- cenligingsafgevaardigden en grensrech ters konuen echter onverrichter zake ic- rugkéeren, omdat de betrokken ssh ei de- rechters niet waren verschenen. Dat dit geen unicum is, wisten wij reeds laag, maar het wordt toch wel wat bedenkelijk wanneer kieeren scheidsrechters als re den voor hun absentie opgeven, dat het weder te fraai is om de vergadering to komen bijwonen, zooaLs ditmaal door den heetr Mutters is geschied. Wijziging in de spelregels. De International Board, het lichaam dat o.m. over de samenstelling van do spelregels te beslissen heeft, heeft vol gens de N. It. Crt. Zaterdag vergaderd, op welke vergadering de verschillende voorstellen tot wijziging der spelregels werden behandeld. In de eerste plaats werd besloten geen afgevaardigden vau de F.I.F.A. meer tot de vergaderingen van de Board toe te laten, waarmede thans derhalve definitief is beslist, dat 't vasteland geen stem heeft wat de veran dering der spelregels betreft. De F.I.F.A waarvan, naar men weet, Engeland thans geen lid meer is zal thans zelf moeten uitmaken of de be paling dat gespeeld moet worden onder do door de International Board vastgestel de spelregels voortaan gehandhaafd zal blijven. Men zal hieromtrent reeds spoe dig een beslissing dienen te nemen, daar de International Board Zaterdag een wijziging in de spelregels heeft ge- „Effetjes wisselen." *n Klein, verkrompen, zon-bebladderd ijswa- gentje, dat jank-hortend over de straatkeien gaat, 't Wordt geduwd door 'n kort, pafferig manne tje, dat de zweet glimmende plooien van z'n vaatdoek-gezicht met de mouw van z'n nieuwe, witte jasje afveegtonoogelijk „roomijs" manneke, zooals men er meer ziet.... en die alleen de belangstelling trekken van de „belang hebbende" jeugd, die haar natte zondags-centen neertelt op 't plankje, om daarvoor 'n ijswafel, dun of dik, naar gelang de grootte van 't gestor te kapitaal, in ontvangst te nemen. Iets heel gewoons dus. Maar naast klein manneke met dito wagentje loopt 'n ander mensch. 'n Vrouw namelijk. Eigenlijk ook niks bizonders zou je zeggen. Ja, waarom mag z'n vrouw niet met 'm mee Zie je toch wel meer 1 Dat ze toevallig angstig mager is, met 'n te ringachtige kleur, doet niets ter zake. Zijn meer van zulk soort vrouwtjes, die 'r niet voordeelig uitzien. Dat 't vergoorde bloesje, de verschoten, groe ne rok met wagensmeer-vlakken en de spichtige haar-dotjes 't witte en magere nog wat „beter" doen uitkomen, kan zij allicht niet helpen. In je beste goed loop je niet naast 'n smerig roomijs- met-vanielje-karretje. Zou zonde wecan Mi je aee'n MhtpMr ziet loopen in gezelschap van meergenoemd soort wagentje ga je ijskoud voorbij. Dat zouden we ook gedaan hebben als m'n met gezel me niet even had aangestooten en zacht gezegd „Ken je die twee nog 't Was te gek om terug te loopen en ik had ze niet opmerkzaam bekeken, zoodat 't antwoord ontkennend was. Toen ging ie uitleggenbegon bij 'n jaar of drie en twintig geledentoen we op bewaar school gingen. En meteen had 'k 'n stuk te pakken van de geschiedenis, waarvan hieronder slichts 'n paar brokken volgen, daar 'n heele levens-schets meest al min of meer vervelend wordt. Vooral wanneer 't thema al zoo allerakeligst afgezaagd en de „auteur" allesbehalve 'n schrijver is. Eerste brok. „Kind.... ik zeg 't je als peetoom zijnde.... doe 't niet meid.... als je ouwers nog leefden zou 't óók niet gebeurd zijndat bezweer ik je." „Ach, oome, heuschze hebben 'm belas terd 't is 'n net persoon, d'r valt niets op te zeggen." „Dus je wou beweren, dat ie niet drinkt?" „Niet drinkt..niet drinkt. Za'k nou ook weer nie^zeggen.... nou ja'n iedereen lust wel 's 'n borreltje op z'n tijd.... maar misbruik maakt Henk 'r niet van.ben 'k van overtuigd." „Dat ben je nietmaar je wil 't niet weten zeg 't zoo maar. 'k Heb 't verleden week toch zelf gezien'k heb geen drek in m'n oogen. Je mag nou dronken noemen wat je wil.... maar als dat nuchter was.... nou.... dan is 'r nog nooit iemand boven z'n thee geweest. „Nou.... dat is dan ook toevallig de laatste keer geweest. Hij heb me vast en zeker beloofd, dat ie ze niet meer zou gebruiken.... als we een getrouwd zijn heelegaé-r niet meer. Ge- n heb ie 't." maal zworen „ja-ja.... 't gewone praatje." „Nee, hij meent 't vast.... Ken ik 'm toch zeker veels te goed voor. En als 'k 'm laat loopen verdrinkt ie z'n eigen, heb ie gezegd." „Zal ie wel zoo gauw niet doen. Hij houdt niet erg van water." Ze begon te huilen't gewone doen. Ieder een zat tegenwoordig ook op 'r te hakken.de pastoor, de kapelaan, d'r vriendin, d'r zwager en zusteren nou oome ook nog op-de-koop-toe As ie 't toch zelf beloofd had 1 Oome tong-verrolde z'n pruim, zette z'n bril weer omhoog en ging door met z'n verhaal, waar ie aan bezig was. „Je mot 't zelf maar weten, kind. Je zal later wel 's meer huilen. En anders dan nou l" Tweede brok. In 't kantoor van 'n groote machine-fabriek zit 'n jonge vrouw. Ze praat met den directeur. Klaagt er over, dat ze absoluut niet kan rond komen met 't weekgeld, wat 'r man hier verdient. - Hij was toch 'n goed vakman. Waarom moest ie dan minder verdienen, dan z'n kameraads en dan voor 'n gezin met vier kinderen, kwam heel wat voor kijken.dan dee je met 'n tien tje niet veel. De directeur zei niets. Keek alleen 't vrouwtje aan met 'n medelijdend lachje en n zachte hoofd beweging. Hij nam 'n groot boek uit n lade, sloeg het open en wees met den vinger op n naam, waar achter 'n bedrag stond. „Kijk eens moedertje, dat is t weekgeld van uw man." 't Was eens zooveel als ie wekelijks afgaf. Ze vroeg of meneer d'r brutaliteit niet kwa lijk wou nemen. D'r man had altijd gezegd, dat ie.... verder praten kon ze niet. Buiten ston den twee bloedarmoed-kindjes op 'r te wachten. Derde brok. 'n Paar instellingen van liefdadigheid hadden er voor gezorgd, dat Henk Bijtels, die uit 'n val van 'n steiger 'n soort beef-kwaal had gehouden, in 'n zaakje werd gezet. 't Was 'n winkeltje, waarin potlooden, pennen, schriften, griffels en 'n hseleboel ander school- gerei verkocht werd. In 't begin zag 't er aardig uit. Als de vrouw 's avonds uit 'r werkhuis kwam zorgde ze voor 't eten, de andere allernoodzakelijkste huishoud- dingen en ging dan nog in t winkel tje prutsen, om 't helder en ordelijk te houden. Henk dreef het zaakje, dicht in de buurt van 't „zusterschool." Waarschijnlijk heeft ia ons meer dan vijftig maal geholpen aan griften, plakplaatjes, ver- jaarwensch-papiertjes en gommetjes. Maar 't duurde niet lang, of 't winkeltje kreeg 'n heel eigenaardige bijnaam. „Effetjes wisselen" luidde deze. Dat kwam zóó- j Van de tienmaal dat Henk geld ontving, had ie minstens acht maal niet terug. Dan moest er gewisseld worden. Dat „wisselen gebeurde in 'n klein kroegje, twee huizen verder, welks eige naar later beweerde aan Henk steeds den besten klant te hebben gehad. Waar het dus bij t „wis selen" om te doen was en waar het mee gepaard Hng behoeft geen nader betoog. De schoolkinderen wisten 't al vooruit en als ze van hun dubbeltje wat kopergeld terug moes ten hebben, gaven ze elkaar al stiekum 'n por-, reten fluisterden „effetjes wisselen". Er werd niet gezegd „Moe, mag 'k bij Bijtels voor 'n cent griffels halenmaar „Moe, mag 'k 'n cent om griffels te halen bij „effetjes wisselen Twee jaar later had Henk Bijtels zich zelf onbekwaam en z'n zaakje naar den kelder „ge. wisseld." Laatste brokken. 'n Klein verkrompen, zon-bebladderd ijswa- gentje, dat jank-hortend over de straatkeien gaat.... enzoovoorts.(zie aanvang) 't Vrouwtje liep mee met 't ijskarretjs.niet omdat ze 't zoo gezellig vond ze hoerde thuis en in bed, met 'n voorraad versterkende middelen maar omdat 'r man nog steeds heel slecht in 't kopergeld zat 1 En meerdere malen daags „genoodzaakt" was te „wisselen." Zij nam deijswafel-centen in ontvangst ea gaf geld terug, wat 'n heelaboel tijd voor „wis selen"en onkosten uitspaardel Zoo haalden ze nog zoowat den kost bij elkaar voor hun tweetjesde kinderen waren voor de helft dood, voor de andere helft getrouwd en woonden elders. 't Allerlaatste brok der geschiedenis heb 'Ir juist dezen morgen opgedaan. 'k Zag hem alléén met 't ijskarretjedat nog onregelmatiger over de steenen botste. Want de bestuurder was niet in staat het kleine ding in rechte banen te leiden, aangezien hij waar- S hijnlijk reeds in den morgen veel „gebrek aan Klein geld" had gehad. Z'n gelaat zag paars.... z'n groote neus 'k vergat nog te zeggen, dat ie 'n reuze-kokkerd van 'n neus had z'n neus was nog donkerder van teint en voorzien van 'n blauwe marmering, evenals de dikke hang-zakken onder de oogen van veel bloederig-wit. Hij zong liedjes van „K-k-k-Kaatje en „Tan te Minaaaa, naar Wijk aan Zéééééé.... 'n Heele sjoerd kinderen d'r achter, die hem ib de maling namen en met z'n wafelblikken voetbalden. 'n Grootere jongen vertelde, dat z n vrouw in 't gasthuis lag en niet meer beter kon worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 15