SCHULD EN B0ETF Openluchttheater te Valkenburg. Wat de Pers zegt BUITENLAND i FEUILLETON. 0NS VROOUJK HOEKJE DINSDAG 13 JULI 1920 L, S. De Conferentie te Spa. t V. Don Quichot op dehruiloft van Kamacho. blijspel in. drie bedrijven door Pieter Langendijk, „Het Schouw- tooneel". ,>Het Schouw tooneel" leeft en streeft •voorwaar onder zeer gelukkig gesternte! Het ééme succes volgt het andere. Thans heeft het toomeelgezelschap. dat 1 zich damk zij vooral „De Paradijsvioek"- i vertolking in korten tijd een heel bijzon dere gerenommeerdheidi verwierf en dat dus een naan\ te behouden en te.verliezen heeft, alweer een schoon succes aan de reeds behaalde toegevoegd: in het openlucht theater te Valkenburg hebben de ..Schouw- tooneelërs Zondag, ander begunstiging van het best .denkbare weergeen regen, geen zen, geen wind. „Don Quichot" gespeeld', d»t het stuk van. den lTden eemwsohen Pieter Langendijk een veel-eischend 20ste eeuwseh publiek enthousiast wist te stem men. 't Was van de .ySohouwtooneeP-leiding een gevaarlijke onder nemingeen blijspel °P te voeren in de open lucht; en op onzen ver ren. trein tocht van lands noorden naar 's landa zuiden hebben wü er telkens en tel kens oruze gedachten over laten gaan: of de opvoering van een grappig stuk (want „Don Qui oho t" is meer grappigheid dia®.. blijspel!) jm God's grootsche, geweldige na tuur niet een profonatie van die natuur zou Wijken, of er niet iets stuitends voelbaar zou wezen in de onvermijdelijke botsing van het kluchtige met het verhevene. Vooral nu het openlucht-theater te Val kenburg zoo geweldig imponeerend brok na tuur was, en nu we in „Don Quiehot" iet» tuiver kluchtigs moesten verwachten. Want d'at Pieter Langendijk's „Don. Quichot" een „blijspel zon wezen, gelijk de affiohes en de programma's vermeldden, dat wilde er bij ons niet in: „Don Quichot" heeft uiterst weinig van een blijspel tenzij dan de hekeling van Renaissance dwaasheden in latiniseeren- de dichters, tenzij de hekeling van de toen maals in zwang gekomen Fransche deftig heid, tenzii misschien ook de aan de taak stelling van mallotige ridderschap in den held Don Quichot het spel kenmerkt zich door een te onvolmaakt gemis aan éénheid en door een al te luchtige conceptie, dan dat-wij het niet (vooral ®u daarin allerlei kluchtspel-middeltjes zijaa aangewend) met. alle recht en reden onder de kluchten zouden rangschikken. >,Don Quichot" is hier en daar een dood gewone „sotternij"; de vecht- en rafisel- ecènes ontbreken niet, de bespottelijk ge ëxalteerde typen en de kneeht-kluchtmaker evenmin. Wat dioèt dat er echter 'toe? Waarom zouden we „Don Quiehot"- niet al» klucht.aanvaarden? Dankbaar aanvaarden zelfs 1 Niet alleen als een brok Oud-Vaderland- eehe litteratuur, döoh tevens vooral! als een geestige en als zoodanig meesterlijke weergave van een brok volksleven in de achttiende eeuw Voor één >,Don Quichot" laat het dan „maar" een kluchtspel wezen geven wij graag vijf-en-twintig ©ewiehtig-döende moderne „blijspelen," of hoe de hedendaag io he auteurs hun toóneelproducten believen te noemen, cadeau! De gezonde, kostelijke, zuivere humor, de échte geestigheid, het oer-comisch effect - ■men zoekt het tevergeefs in de gecultiveerde toonel-litteratubr. ook' in kluchtepel-ldbtera- tuur, onzer dagen. Wii voor ons, wii kunnen afgezien van «enige voor onze twintigste-eeuwsche ooren al te ruwe platheden „smullen" aan een Langendijksehe „Don Quichot"» en wij hébben er Zondag aan gesmuld, dank zij de voortreffelijke, de onvarfooterlijk-juLste en echoone vertolking door „Het Schiouw- tooneel," ondanks de plechtige, de ver- hoven, de stille stemming, waarin de groot- »che naituur-entourage den bezoeker van het llotspa-rk-boonee 1ondanks hemzelf brengt. an et zij hier -geconstateerd, dat is erg meegevallen: heit pijnlijk contrast, dat wij meenden te moeten vreezen. het contrast tnssohen klucht-grap en natuur-orust 't Was zelfs gelukkig, dat de speleis over een uitgestrekt en bergachtig tooneel be jel) ik ten zij konden zich thans aan schouwd door het publiek op zóó groote afstand-en van elkander bevinden, als -naar ons inzicht gevergd wordit door Laingendiijk's kluchtspel, en dit buitenkansje -verschaf ten de rotshoogten, b.v. oenen Don Quichot, d'at hij daardoor in de gelegenheid was, meermalen door Don Quichotsche poses buiten het spel om. he-t eomiseh effect te verhoogen. Maar daarover straks! Voor wie ,,Don Quichot" van Pieter Lan- -gendti'k niet kennen, diene, dat het de dra matische verwerking is van enkele hoofd stukken uit' het beroemde -werk „Do® Quichot" vani den zestiend-e-eeuwschen Span jaard- Miguel de Cervantes Sa avedra. 't Is echter geen simpele bewerking, voor het tooneel, welke Langendijk van Cervan- te's verhaal, betreffende „Don Quichot's" Lotgevallen op de bruil-oft van Kamacho leverde: Langendijk heeft het oorspronke lijke verhaal geheel in zich o-pgenomcn, in zijn Hollandsellen geest verwerkt, daaraan verschillende, dramatis personae toege voegd, en ten slotte een eigen schepping geleverd-, waarin hij zijn tiid meesterlijk en luimig toekende, zóó,, als ky dien Oudi- Hollanidsehen, ietwat ruwen, maar gemoede lijken, blijgeestigen en voor ons zoo aautrek- kely-ken tiid mg met zijn oogen: K-amacho. een rijke en kortelings nog rijker geworden boer, 'n tamelijk gedegene reerde type, die veeel houdt van lekker eten, is verliefd op de edelvrouw Quiteria. de dochter van-den adellijken landman. Leon- tius, en zal dank zij z'n geld, w-aarvooi Quiteria's vader het meeste respect meent te moeten hebben o-p den dag. waarop het spel speelt, met Quiteria, die niets van 'm hebben moet en integendeel verlangt te trouwen met den adellijken, doch tamelijk be rooiden Basilius, in den echt verbonden wor den. Mjaar zoover komt het niet: Quiteria weet gelegenheid te vinden, Kamacho te ontwij ken voor een onderhoud met Basilius, die haar voorstelt samen te vluchten, dit stuit echter af op haar eerbaarheid en de maatregelen van haar vader, die toevallig ongezien getuige is van het onderhoud der gelieven. Dan verschijnt Don Quichot (de schemier- in-den-wind) met zij® „schildknaap Sauche Panohe ten tooneele. Don Quichot met zijn verdwaasd verstand ziet Kamacho voor Rid der Splan-do-r, Quiteria voor een prinses van den bloede. Vetlasoupe, den kok van het bruiloftsmaal voor een Hottentotschen Prins en tenslotte alle in het spel begrepe- nen tezamen voor booze toovenaars aan, die Quiteria in hun macht hebben èn die door hem, den ridder, moét worden bevrijd. Allerlei vermakelijke misverstanden zijn hiervan het gevolg: speelseh-verhuftige woordspelingen zim schering en inslag. en kluchtig verloopt het spel. waarbij b.v. de held Don Quichot en zijn schildknaap" telkens een pak slaag oploopen, wat Don Quichot niiet verhindert, na afloop van der gelijke „massages" telkens nog in snoevende taal te verklaren, dat ie toch zoo'n gewel dige ridder is.... Dan weer ziet Don Quichot in Basilius den meedoogenden koning A-rsipanpan, die hem. in zijn nood te hulp is gesneld. en hij stelt zich dus aan de zijde van Baailius, wanneer deze gebruik maakt va® een list om Quiteria aan Kamacho - afhandig te maken, als Basilius n.l. doet. alsof hij zich dood steekt en quasi-stervend als laatste gunst verzoek t vóór zijn spoedigen dood 'nog met Quiteria te mogen huwen, wat mede oj> aansporen van den pastoor door Kamacho goed gevonden wordt, „omdat Basilius straks toch dood gaat" en hij dan toch diirekt met de weduwe kan huwen. Zoodra ziin echter de trouw-wóorden niet uitgesproken, of Basilius vliegt overeind, om zijn bruid, zij® va® hem niet meer te scheiden vrouw in de armen te snellen. Zoodat de bruiloft van Kamacho tenslotte de bruiloft vanBasilius wordt! Uit deze korte weergave van het stuk blyk-t afdoende, dat we 't hier te doen heb ben met een klucht. echter met een klucb t van de beete soort. De regisseur -heeft het stuk ook geheel als klucht opgpvat. Dank zij die juiste opvatting van het stuk door den knappen artistieken leider Adr v d. Horst en dank zij de voortreffelijke kluchtspelers, waarover hij blijkens deze uit voering in ziin „Schouwiconeel" beschikt, is Don Quichot te Valkenburg een mooi suc ces. zóó, dat wii ons er slechts over mogen verheugen, dat hier de ..stoutheid" begaan werd een spel van vroolijikheid (zoo geëigend voor een zcmeivacantie-publiekte geven in de open lucht. Ko van Dijk heeft als Kamacho recht op onze grootste erkentelijkheid: hii levert een onnavolgbaar komische creatie van Langen dijk's rijken, epicuristischen enonbe- -duidenden boer. Vervolgens Ezerman als Don Quichot: wji had-den ons geen meer „idealen" Don Quichot kunnen droomen. comisch-ridderlijk t en lachwekkend-fier (in de gegeven omstan- digheden) was steeds ziin optreden, zijn pose. Paul Karsten als Basilius. Stine van der Gaag als Quiteria. voldeden uitmuntend. evenals in meer bescheiden rollen P. Ralledun als vader van Quiteria. mevi'óuw 177v^n..'d€rJ-U£-t: Melsert als de gezellin an Qurteiia, Carel Rijken als vdiend van Basilius. Pierre Mols als kok Vetlasoupe C. Lageman als de Pastoor (het optreden van den Pastoor in het klucht-milieu was absoluut niet hinderlijk; den heer C. Lage man onze hulde!) en van Warmelo als meester jochem. Een afzonderlijk woord van waardeering voor Joh. Kaart, die als San- che Panche, „schildknaap" van Don Qui chot. de „sottemij'' ten top wist te voeren, de logica van het kluchtige tot in het uiter ste doorvoerde! Gewagen wij ten slotte nog van de keu rige, historisch-zuivere, prachtige aankiee- ding en costumeering. waaraan geen kosten of moeiten zijn gespaard» 'Het publiek toonde zich voor het gebodene recht dankbaar en toen de artisten na af loop van het spel in plaats van achter de bosschages te verdwijnen ('n aardige gedach te, herinnerend aan gemoedelijkheid in vroe ger tijden tusschen publiek en snelers!) tus. schen de rangen van het publiek de breede trap opstegen, toen werd het applaus tot een enthousiaste bejubeling. Wèl verdiend! Moge „Don Quichot" door velen gezien gaan wordenhet deizen is erg duur en tóchmen zou daarvoor alleen een reisje welhaast een vacantie-reisie naar het eenig-schoone Valkenburg gaan maken. 'n Kleine opmerking: we zijn het „Schouw- tooneel" erkentelijk voor de fijngevoeligheid, dat het den hier en daar ruwen en platten tekst van Langendijk's „Don Quichot kuischte, maarzou nóg niet een en kel regeltje er uitgewerkt kunnen worden? de UITSLUITING IN DE BOUW VAKKEN. „Qf we va® deze uitsluiting: veel sucoes verwachten t" vraagt „Ons Eigendom." „Gedachtig het spreekwoord: „Het onwillige honden.,.." zien wij m€er heil in import op groote schaal van goede wer kloden-uit het buitenl and jnet name uit Duit&chland. De regee ring overweegt zulks, naar wü meenen te weten. Maar de Regeering behoeft hier niet veel te overwegen, en wat mieschien ook veel gemakkelüker voor haar is ook niet veel te doen. Al leen de pas-beletsel en wegnemen, welke dezen import thans nagenoeg onmogelyk maken, en wü zün ex. Want i-s die baan eenmaal vxü. <Jan lijken ons de ondernemers in ons bedrüf nog pienter genoeg om te zorgen, dat ze binnen korten tüd in overvloed over geschoolde krachten uit DuitsehLand kunnen beschikken. Een duizendtal voor Amsterdam, dito voor Rotterdam, dito voor Den Haag, die da ar ter plaatse onderbren gen in haastig te bouwen gezellen-huizen, waar ze teveens xn den kost komen; en weg is de nood aan werkkrachten in het bouwbedrijf, weg ook ai het gekanker en gezeur. De Duitscher krijgt hier goed eten, wat hii in zij® vaderland niet heeft, en vrouw en kinderen ka-n bü in verband met den lagen stand der marken-koers nog een ruim weekgeld -toezenden. Wü hebben in den oorlog de praeh-t- organisatie m-ogen bewonderen van de directie van „Nationals. Grondbezit" te 's-Gravenhage, die in een ommezien hare gebouwen met eotinrichting, etc. voor de Engelsehe krijgsgevang-enen deed verrijzen. Wat toen kon verricht worden voor ci.ie krijgsgevangenen, kan thans met heel wat minder moeiten en zorgen geschieden voor d-e in te voeren Duitsche gezellen in de bouwbedry- ven." Dus: aangepakt, gecontraoteerd in Duitschland met de gezellen en de Regeering voor een fait aeooxnpli geplaatst. l>an komt er nieuw bloed in he-t bedrijf, en de geest gaat weer de brute kracht overheerschen, die nu in blinden wedloop, opgehitst door enkele ziekelijke overspannen theoretici, al les ondersteboven wil werpen tot groot, on berekenbaar maatschappelijk nadeel. NEDERLAND EN DE DiJiTKflHE KOLENLEVERINGEN. De correspondent van de „N. R. Q." te Spa bericht, dat tiidens de onderhandelin gen, die Vrijdagmiddag (e Spa gevoerd werden tusschen de vertegenwoordigers der geallieerden cenerzijds en de Duitsche 'af gevaardigden anderzijds, inzake de kolen- leveranties van Duitschland. de heer Mide- rand aan de Duitschers verweet, dat zij ko len hadden afgeleverd o. a. aan Nederland, niettegenstaande een protest van de Com mission Bes Réparailons. „De Fransche Minister-President ver weet hun verdér dus heet het het bekende krediet van 200 milüoen gulden bij Nederland te hebben aangevraagd. „Hadt gij ons er om verzocht," zoo zeide hij. „dan zouden wij het u ook gaarne verleend hebben en u levensmiddelen heb ben geleverd." Deze uitval moet te Spa levendig op zien hebben gebaard en zal dit wellicht in ons land niet minder doen. „De Tijd" no end de uitlatingen van den heer Millerand niet erg duidedjlc en weet ze niet overeen te brengen met de omstandig heid, dat de Regeering ons herhaaldelijk be treffende den invloed der Entente op de Duitsche koienieveranties aan ons land heeft gerustgesteld in de Kamerzitiingen van j en 2 Juli. „De houding van onze Regeering, zegt het blad, schijnt wel correct te zijn. al blijft het jammer, dat wu de .schriftelijke ver klaring van de „Commission des Répara- tions'' nooit ie zien heoben gekregen, moge het dan zijn, dat zekere égards in acht moesten worden genomen. Maar een duide lijke en meer gedetailleerde regeeringsver klaring schijnt, na hetgeen te Spa ge schiedde, wel gewenscht." „Die wenschelijkheid klemt te meer, daar zekere elementen te Spa bij een gelegen heid als deze niets zullen verzuimen, om Nederland zoovel mogelijk te schaden en bij de Entente-mogendheden kwade kan sen te doen beloopen. Dat Frankrijk achteraf betreurt, niet zelf een Krediet-overeenkomst met Duitsch land te zijn aangegaan, mag niets af doen aan ons belang, om die eenmaal gesloten overeenkomst uitgevoerd te krijgen, ook wat aangaat de koienieveranties. ten aan zien waarvan de „Commission des Répara- tions" ten volle door Nederland schijnt erkend." Het verloop van Maandag. De Berlijnsehe correspondent van het „Hbld." seinde gisterenmorgen uit Spa: .Van Duitsche zijde wordt mü zoo even de tekst van het schetsmatig Duitsche voorstel gegeven, een voorstel dat bij de Entente groote teleurstelling gewekt heeft. Het plan voor de leveringen komt in het" kort hierop neer, dat eerstens Duitschland een organisatie tot stand brengt, waaraan de geheele industrie en de handwerkers deelnemen en welke de uitvoeringen der leveringen regelt. De leveringen in materiaal moeten volgens den wereldmarktprijs berekend worden. De Duitsche industrie richt bureaux op voor de regeling van speciale overeen komsten tusschen de af deeling en, die met de verdeeling der Duitsche goederen belast zijn aan de eene en de benadeelden of hun organisaties aan de andere zijde.- Duitschland beveelt aam dat elke deel nemende geallieerde en geassocieerde mogendheid een dubbele organisatie tot stand brengt, de een voor het onderzoek der bestellingen, de andere voor het in ontvangst nemen der leveringen. Alle or ganisaties moeten op het beginsel der we- derk-eerige samenwerking van werkgever en werknemer tot stand komen. Er moe ten veiligheidsmaatregelen getroffen worden tegen misbruiken, die van de zij de van particuliere ondernemingen kun nen insluipen. Er moet ten slotte een commissie van deskundigen benoemd worden, waarin zoo n-oodig regeerings- vertegenweordigers moeten zitting heb ben, die dit plam en de doorvoering ervan onderzoekt. Deze commissie moet onmid dellijk aan het werk gaan. Zooais men ziet, bevat dit plan weinig houvast en het. is te begrüpen, dat de En tente er door teleurgesteld is. Het tweede Duitsche voorstel beweegt zich op het gebied van den wederopbouw van Noord-Frankrijk, is zeer lang, stelt voor de vorming van een groot syndi caat van alle landen ook neutralen en Duitschland, het instellen van sociale inrichtingen, maatregelen om groote winsten van particuliere ondernemingen te voorkomen, enzoovoort. Het derde plan geeft ten slotte de fi- nancieele voorstellen, die ik hier, omdat ze de belangrijkste zijn, woordelük laat volgen: De Duitsche regeering beschouwt als het doel van de tegenwoordige onder handelingen, dat getracht zal worden een definitieve regeling tot stand te brengen van al hare plichten inzake het herstel. De Duitsche regeering wijst er op, dat volgens haar berekening de vóór 1 Mei 1921 te betalen 20 milliard mark in goud, niet alleen nu reeds betaald, ziin, doch dat reeds een aanzienlijk hocger bedrag is betaald. Een regeling voor de toe- KGiüiSl, uie de i>uitóeiie regeeri^Lg ais uitvoerbaar zal'erkennen, kan alleen ge baseerd zijn op de economische en finan- ciecle draagkracht van Duitschland. Hierbij dient er speciaal op gelet te worden, dat er evenwicht gebracht zal kunnen worden in de Duitsche begroo- tihg. Anders zixllen het snel toenemen van de vlottende schuld en de inflatie deze draagkracht ondermynen. Voor Duitschlands prestatievermogen verwijst de Duitsche regeering naar de overhandigde memoranda. Zü is over tuigd, dat in de eerste plaats niet nog meer getornd mag worden aan de fun damenten van het toch reeds zoo ver zwakte economische leven en dat de on- ontbeei-lyke economische hulpbronnen der wereld ook voor Duitschland 'weer toegankelijk gemaakt worden. Duitschland moet de noodzakelijke le vensmiddelen, voedermiddelen, meststof fen en andere grondstoffen kunnen in voeren tegen behoorlyke betalingsvoor waarden. Wordt -er rekening gehouden met het Duitsche prestatievermogen,-dan kan het volgende geschieden: De schadevergoe ding wordt in annuiteiten betaald. Het minimum van deze annuiteiten wordt vastgesteld. De plicht- tot het betalen de zer annuiteieen wordt begrensd tot 30 jaar, de termün, genoemd in het Ver- SCHADE EN SCHANDE. „Jantje, je moest niet met dien jongen Koekelsen vechten." „Ja moeder, ik heb ook begrepen dat ik dat niet doen moest." „Zoo vent, en wanneer he!b je dat be grepen?" „Tien seconden nadat ik hem een klap gaf!" GERUSTSTELLEND. „Moeder," zei 't kleine ventje, „de lad der is omgevallen." „Zoo!" zei moeder verschrikt, „ik heb niets gehoord. Heeft vader zieh niet be zeerd?" „Nog niet moeder, hü hangt nog aan den spüker van 't schilderij!" drag van Versailles. Het minimum-be drag van de annuïteit moet rekening hou- den met Duitschland's economische en fi nancieel© draagkracht Tot'deze annui teiten behooren de verplichtingen van geld en goederen, Duitschland opgelegd te Versailles, dus ook de kosten van het bezettingsleger. De annuiteiten worden ten deele gedekt door leveringen van goederen, waartoe Duitschland krachtens het vredesverdrag verplicht is. De waar de dezer goederen wordt berekend naar den wereldhamdelprijs De rest van de an nuïteiten wordt in baar geld betaald. Le vert Duitschland meer goederen dan. waartoe het verplicht ia, dan krijgt het betaling daarvoor i® baar geld, de waar de berekend naar den wereklhandelprijs. Daar de economische ontwikkeling in de komende dertig jaren niet te over zien is, moet het deelnemen van de geal lieerde Tegeeringen aan een werkelijke verbetering van den finaneieelen en eco- nomischen toestand van Duitschland mo gelijk gemaakt worden. Hiervoor moet een index-schema uitgewerkt worden. Voor het vaststellen van het minimum bedrag der annuïteit moeten zoo spoedig mogelijk deskundigen van beide partijen bü elkaar komen. Een officieel Havasbericht meldt om trent het verloop der zitting van gisteren: De leiders van de geallieerde delega ties hebben om half vier en half zes een bijeenkomst mét Fehrenbach en. dr. Si mons gehad. De kwestie betreffende de kolen en de schadevergoeding werden achtereenvolgens behandeld. Ten opzichte van de kwestie der scha devergoeding werd, besloten dat de lev den van de commissie voor de schade- "vergoeding zullen samenkomen met door de geallieerde regeeringen aan te wijzen gedelegeerden, om tesamen met de Duit sche de-legatie en met de door deze aan gewezen deskundigen het door de Duit schers voorgestelde plan te bestudeeren ten einde er de bijzonderheden en de juis te strekking van yast te stellen. De gemengde commissie welke van morgen af zal vergaderen, zal zoo spoe dig mogelijk een rapport aan de confe rentie voorleggen, len aanzien van de quaestie der kolen hebben de chefs der geallieerde delegaties de Duitsche gedelegeerden in kennis gesteld van den tekst van het gisteren na de be raadslaging met de deskundigen opgestelde protocol. Er werden zonder succes voorstellen gewisseld over de maandelijksehe kolen- levering. Daarna werd verklaard dat men zich onder deze omstandigheden zou houden aan het door de commissie ven herstel vast gestelde cüfer. De Duitsche delegatie deelde mede. dat zü de quaestie opnieuw zou overwegen, en in de volgende biieenkomet een antwoord zou geven. De geallieerden verklaarden spontaan, dat zü tengevolge van de verstrek te inlichtingen over de o-ndervoeding der mijnwerkers geneigd waren den voedings toestand van deze te verbeteren: zü ver zochten do Duitsche delegatie praetisohe wenken te geven. RONDOM DE PRESIDENSVERKIEZING IN DE VER. STATEN. De correspondent van de „Westminster Gazette" seint uit New-York, dat den lOen Juli te Ghicago een conventie zou worden gehouden van de derde partü. Politici bewerem dat deze derde party den ouden partüen definitieve verklaringen aal afdwingen over haar houding in zake ver schillende politieke quaeeties. zoo binnen- landeche als bnitenlandsche. Algemeen is men van meening. dat de oude partüen in haar programma's moeilüke en beiangrüke quaeeties vermeden hebben, en al heeft de nieuwe partij geen kans. toch is ze nuttig om de beide groote partüen te dwingen duidelük haar meening te zeggen. Senator Owens zegt, dat 'de derde partij giooten dienst zal bewüzen door om meer licht te roeDen. Senator La Follette en Frank P. Walsh» de lersohe leider, rijn favoriet voor het lei derschap der dexde partii. Het program van die derde party vraagt het openbaar eigendom van instellingen ten. algameenen nutte, herstel van de ontginning van w-oeste gronden, gelyk recht voor allen, ongeacht sekse en kleur, en verzet zich tegen inmenging en strafmaatregelen by arbei- ders-quaesties. Over de erkenning der Ier- sehe republiek moet men hert reeds eens rijn. \vrij naar het Engelsch van A. S. gwanj Geautoriseerde vertaling 18. Clara volgde hem, ïn het minst er niet op voorbereid dat zie iets bijzonders zou üooren. Aangezien zij' in zooveel opzich- oen lxaar vaders rechterhand was, bespra ken zijj heel veel van zijn zaken met el kander, en iets van dien aard dacht zij Qio-k nu weer te zullen hooren, De studeerkamer zag er allergezelligst uit het vuur van den haard sfcraaTde een warmen^ levendigen gloed uit en schoon de lamp nog niet aangestoken was, was het in het vertrek nog juist helder genoeg om elkaar goed te kunnen zien. „Ik weet ni'ct hoe je het nieuws, dat ik je vertellen ga op zult nemen, Clara", be gon de oude heer eenigszins zenuwach tig.... „ïk net> het- je al een "tijd terug ♦villen vertellen, maar ik kón er niet al te best toe komen. Zoo-lang je gelukkig verlooï'd waart met Geoffrey Eaussit, leek het een heef eenvoudige zaak, maar nu je niét meer het vooruitzicht hebt om je spoedig te verheugen in het bezit van een eigen huis en haard, nu weet ik niet hoe je het o-p zult nemen, want ook jou belangen zijn er ernstig bij betrokken." „Waarbij", vroeg Clara rustig. „Rij; hetgeen er gaat gebeuren. Ik ga namelijk in het huwelijk treden met Lady Gres ley kind. Alles is al afgesproken en geregeld, maar het zou ons beiden groot verdriet doen als we moesten bemerken dat het jou ook maar in het minst hinderde." Clara werd vuurrood, maar er kwam alleen een uitdrukking van verrassing, niet van spijt of verontwaardiging 0p haar ge laat. Nooit had het kalme gemoed van Clara's va-der een oogenblik. doorgemaakt van meer spanning eii opwinding dan nu hij stond als beschaamd tegenover zijn- eigen dochter. Het volgende oogenblik was hij echter al gerust gesteld haastig was zij, op hem toegetreden, had haar arm7om zijn hals geslagen en hem op beide wan gen gekust, Maar paatje lief, hu zullen wij toch im mers veel gelukkiger worden. Ik ben er o zoo blij1 om dat ge met Lady Gresley gaat trouwen". „Beste lieve kind", sprak bij haast adem loos, want zulk een hartelijke' ontvangst van het nieuws dat hij bracht, had hij nauwelijks durven .verwachten, „je maakt mij zop gelukkig. Ik zal het nooit vergeten, en Lady Greeley en ik zullen alles do-en wat we maar kunnen om je leven zoo prettig en blij mogelijk te maken". „O, maar waar Lady Gresley is beu ik vanzelf gelukkig en tevreden", ant woordde Clara eenvoudig. „Hoen zij; van middag 'wegging voelde ik onwillekeurig den wensch bij mij opkomen, om iemand als haar altijd om my heen te hebben. Maar wa-t gaat zij nu doen verlaat zij haar mooie villa om hier ia ons eenvoudi ge huis te komen wonen?" De heer Anerley was diep ontroerd. „Dat wil ze doen, zeker", sprak hij, „en ze geeft ook haar adellijken titel op om eenvoudig mevrouw Anerley te worden". „Hoe lief van haar. juist iets voor Lady Gresley. En wat ben ik blij dat u weer zoo gelukkig wordt. In den laat- sten tijd moet ik een allesbehalve aardige dochter voor u geweest zijn". „Dat mag je niet zeggen", kind, „ik heb me in bet minst niet over je te beklagen gehad". „Hoch heb ik langzamerhand lust ge kregen in een ander leven papa. Natuurlijk: kon ik er niet aan denken u hier alleen te laten, of het mogelijk te maken dat de broers thans zouden komen en enkel dienstboden vinden om hen te ontvangen, maar nu wordt het allee heel adders en kan ik mijn plannen uitvoeren", besloot ze glimlachend. „Maar kind, wat wii je dan gaan begin nen. Nu je nog niet gaat tnonwen, z<> a toch niet ergens anders willen wonen dan hier op Eeicote?" „Ik zou graag naar oom Claude willen gaan, papa, om ais armenverpleegster een cursus door te maken, eerst bij wijze van proef, en als dit succes heeft, dan voob wat langereri tijd." (Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5