SCHULD EN B0ETF
Openluchttheater te
Valkenburg.
Wat de Pers zegt
BUITENLAND
i FEUILLETON.
0NS VROOUJK HOEKJE
DINSDAG 13 JULI 1920
L, S.
De Conferentie te Spa.
t
V.
Don Quichot op dehruiloft
van Kamacho. blijspel in.
drie bedrijven door Pieter
Langendijk, „Het Schouw-
tooneel".
,>Het Schouw tooneel" leeft en streeft
•voorwaar onder zeer gelukkig gesternte!
Het ééme succes volgt het andere.
Thans heeft het toomeelgezelschap. dat
1 zich damk zij vooral „De Paradijsvioek"-
i vertolking in korten tijd een heel bijzon
dere gerenommeerdheidi verwierf en dat dus
een naan\ te behouden en te.verliezen
heeft, alweer een schoon succes aan de reeds
behaalde toegevoegd: in het openlucht
theater te Valkenburg hebben de ..Schouw-
tooneelërs Zondag, ander begunstiging van
het best .denkbare weergeen regen, geen
zen, geen wind. „Don Quichot" gespeeld',
d»t het stuk van. den lTden eemwsohen
Pieter Langendijk een veel-eischend 20ste
eeuwseh publiek enthousiast wist te stem
men.
't Was van de .ySohouwtooneeP-leiding
een gevaarlijke onder nemingeen blijspel °P
te voeren in de open lucht; en op onzen ver
ren. trein tocht van lands noorden naar
's landa zuiden hebben wü er telkens en tel
kens oruze gedachten over laten gaan: of
de opvoering van een grappig stuk (want
„Don Qui oho t" is meer grappigheid dia®..
blijspel!) jm God's grootsche, geweldige na
tuur niet een profonatie van die natuur zou
Wijken, of er niet iets stuitends voelbaar
zou wezen in de onvermijdelijke botsing van
het kluchtige met het verhevene.
Vooral nu het openlucht-theater te Val
kenburg zoo geweldig imponeerend brok na
tuur was, en nu we in „Don Quiehot" iet»
tuiver kluchtigs moesten verwachten.
Want d'at Pieter Langendijk's „Don.
Quichot" een „blijspel zon wezen, gelijk de
affiohes en de programma's vermeldden, dat
wilde er bij ons niet in:
„Don Quichot" heeft uiterst weinig van
een blijspel tenzij dan de hekeling van
Renaissance dwaasheden in latiniseeren-
de dichters, tenzij de hekeling van de toen
maals in zwang gekomen Fransche deftig
heid, tenzii misschien ook de aan de taak
stelling van mallotige ridderschap in den
held Don Quichot het spel kenmerkt zich
door een te onvolmaakt gemis aan éénheid
en door een al te luchtige conceptie, dan
dat-wij het niet (vooral ®u daarin allerlei
kluchtspel-middeltjes zijaa aangewend) met.
alle recht en reden onder de kluchten zouden
rangschikken.
>,Don Quichot" is hier en daar een dood
gewone „sotternij"; de vecht- en rafisel-
ecènes ontbreken niet, de bespottelijk ge
ëxalteerde typen en de kneeht-kluchtmaker
evenmin.
Wat dioèt dat er echter 'toe?
Waarom zouden we „Don Quiehot"- niet
al» klucht.aanvaarden?
Dankbaar aanvaarden zelfs 1
Niet alleen als een brok Oud-Vaderland-
eehe litteratuur, döoh tevens vooral!
als een geestige en als zoodanig meesterlijke
weergave van een brok volksleven in de
achttiende eeuw
Voor één >,Don Quichot" laat het dan
„maar" een kluchtspel wezen geven wij
graag vijf-en-twintig ©ewiehtig-döende
moderne „blijspelen," of hoe de hedendaag
io he auteurs hun toóneelproducten believen
te noemen, cadeau!
De gezonde, kostelijke, zuivere humor, de
échte geestigheid, het oer-comisch effect -
■men zoekt het tevergeefs in de gecultiveerde
toonel-litteratubr. ook' in kluchtepel-ldbtera-
tuur, onzer dagen.
Wii voor ons, wii kunnen afgezien van
«enige voor onze twintigste-eeuwsche ooren
al te ruwe platheden „smullen" aan een
Langendijksehe „Don Quichot"» en wij
hébben er Zondag aan gesmuld, dank zij de
voortreffelijke, de onvarfooterlijk-juLste en
echoone vertolking door „Het Schiouw-
tooneel," ondanks de plechtige, de ver-
hoven, de stille stemming, waarin de groot-
»che naituur-entourage den bezoeker van het
llotspa-rk-boonee 1ondanks hemzelf brengt.
an et zij hier -geconstateerd, dat is erg
meegevallen: heit pijnlijk contrast, dat wij
meenden te moeten vreezen. het contrast
tnssohen klucht-grap en natuur-orust
't Was zelfs gelukkig, dat de speleis over
een uitgestrekt en bergachtig tooneel be
jel) ik ten zij konden zich thans aan
schouwd door het publiek op zóó groote
afstand-en van elkander bevinden, als -naar
ons inzicht gevergd wordit door Laingendiijk's
kluchtspel, en dit buitenkansje -verschaf
ten de rotshoogten, b.v. oenen Don
Quichot, d'at hij daardoor in de gelegenheid
was, meermalen door Don Quichotsche
poses buiten het spel om. he-t eomiseh effect
te verhoogen.
Maar daarover straks!
Voor wie ,,Don Quichot" van Pieter Lan-
-gendti'k niet kennen, diene, dat het de dra
matische verwerking is van enkele hoofd
stukken uit' het beroemde -werk „Do®
Quichot" vani den zestiend-e-eeuwschen Span
jaard- Miguel de Cervantes Sa avedra.
't Is echter geen simpele bewerking, voor
het tooneel, welke Langendijk van Cervan-
te's verhaal, betreffende „Don Quichot's"
Lotgevallen op de bruil-oft van Kamacho
leverde: Langendijk heeft het oorspronke
lijke verhaal geheel in zich o-pgenomcn, in
zijn Hollandsellen geest verwerkt, daaraan
verschillende, dramatis personae toege
voegd, en ten slotte een eigen schepping
geleverd-, waarin hij zijn tiid meesterlijk en
luimig toekende, zóó,, als ky dien Oudi-
Hollanidsehen, ietwat ruwen, maar gemoede
lijken, blijgeestigen en voor ons zoo aautrek-
kely-ken tiid mg met zijn oogen:
K-amacho. een rijke en kortelings nog
rijker geworden boer, 'n tamelijk gedegene
reerde type, die veeel houdt van lekker eten,
is verliefd op de edelvrouw Quiteria. de
dochter van-den adellijken landman. Leon-
tius, en zal dank zij z'n geld, w-aarvooi
Quiteria's vader het meeste respect meent
te moeten hebben o-p den dag. waarop het
spel speelt, met Quiteria, die niets van 'm
hebben moet en integendeel verlangt te
trouwen met den adellijken, doch tamelijk be
rooiden Basilius, in den echt verbonden wor
den.
Mjaar zoover komt het niet: Quiteria weet
gelegenheid te vinden, Kamacho te ontwij
ken voor een onderhoud met Basilius, die
haar voorstelt samen te vluchten, dit
stuit echter af op haar eerbaarheid en de
maatregelen van haar vader, die toevallig
ongezien getuige is van het onderhoud der
gelieven.
Dan verschijnt Don Quichot (de schemier-
in-den-wind) met zij® „schildknaap Sauche
Panohe ten tooneele. Don Quichot met zijn
verdwaasd verstand ziet Kamacho voor Rid
der Splan-do-r, Quiteria voor een prinses van
den bloede. Vetlasoupe, den kok van het
bruiloftsmaal voor een Hottentotschen
Prins en tenslotte alle in het spel begrepe-
nen tezamen voor booze toovenaars aan, die
Quiteria in hun macht hebben èn die door
hem, den ridder, moét worden bevrijd.
Allerlei vermakelijke misverstanden zijn
hiervan het gevolg: speelseh-verhuftige
woordspelingen zim schering en inslag.
en kluchtig verloopt het spel. waarbij b.v.
de held Don Quichot en zijn schildknaap"
telkens een pak slaag oploopen, wat Don
Quichot niiet verhindert, na afloop van der
gelijke „massages" telkens nog in snoevende
taal te verklaren, dat ie toch zoo'n gewel
dige ridder is....
Dan weer ziet Don Quichot in Basilius
den meedoogenden koning A-rsipanpan, die
hem. in zijn nood te hulp is gesneld. en
hij stelt zich dus aan de zijde van Baailius,
wanneer deze gebruik maakt va® een list om
Quiteria aan Kamacho - afhandig te maken,
als Basilius n.l. doet. alsof hij zich dood
steekt en quasi-stervend als laatste gunst
verzoek t vóór zijn spoedigen dood 'nog met
Quiteria te mogen huwen, wat mede oj>
aansporen van den pastoor door Kamacho
goed gevonden wordt, „omdat Basilius
straks toch dood gaat" en hij dan toch
diirekt met de weduwe kan huwen.
Zoodra ziin echter de trouw-wóorden niet
uitgesproken, of Basilius vliegt overeind,
om zijn bruid, zij® va® hem niet meer te
scheiden vrouw in de armen te snellen.
Zoodat de bruiloft van Kamacho tenslotte
de bruiloft vanBasilius wordt!
Uit deze korte weergave van het stuk
blyk-t afdoende, dat we 't hier te doen heb
ben met een klucht. echter met een klucb t
van de beete soort.
De regisseur -heeft het stuk ook geheel als
klucht opgpvat.
Dank zij die juiste opvatting van het stuk
door den knappen artistieken leider Adr v
d. Horst en dank zij de voortreffelijke
kluchtspelers, waarover hij blijkens deze uit
voering in ziin „Schouwiconeel" beschikt, is
Don Quichot te Valkenburg een mooi suc
ces. zóó, dat wii ons er slechts over mogen
verheugen, dat hier de ..stoutheid" begaan
werd een spel van vroolijikheid (zoo geëigend
voor een zcmeivacantie-publiekte geven
in de open lucht.
Ko van Dijk heeft als Kamacho recht op
onze grootste erkentelijkheid: hii levert een
onnavolgbaar komische creatie van Langen
dijk's rijken, epicuristischen enonbe-
-duidenden boer.
Vervolgens Ezerman als Don Quichot:
wji had-den ons geen meer „idealen" Don
Quichot kunnen droomen. comisch-ridderlijk
t en lachwekkend-fier (in de gegeven omstan-
digheden) was steeds ziin optreden, zijn pose.
Paul Karsten als Basilius. Stine van der
Gaag als Quiteria. voldeden uitmuntend.
evenals in meer bescheiden rollen P.
Ralledun als vader van Quiteria. mevi'óuw
177v^n..'d€rJ-U£-t: Melsert als de gezellin
an Qurteiia, Carel Rijken als vdiend van
Basilius. Pierre Mols als kok Vetlasoupe C.
Lageman als de Pastoor (het optreden
van den Pastoor in het klucht-milieu was
absoluut niet hinderlijk; den heer C. Lage
man onze hulde!) en van Warmelo als
meester jochem. Een afzonderlijk woord van
waardeering voor Joh. Kaart, die als San-
che Panche, „schildknaap" van Don Qui
chot. de „sottemij'' ten top wist te voeren,
de logica van het kluchtige tot in het uiter
ste doorvoerde!
Gewagen wij ten slotte nog van de keu
rige, historisch-zuivere, prachtige aankiee-
ding en costumeering. waaraan geen kosten
of moeiten zijn gespaard»
'Het publiek toonde zich voor het gebodene
recht dankbaar en toen de artisten na af
loop van het spel in plaats van achter de
bosschages te verdwijnen ('n aardige gedach
te, herinnerend aan gemoedelijkheid in vroe
ger tijden tusschen publiek en snelers!) tus.
schen de rangen van het publiek de breede
trap opstegen, toen werd het applaus tot
een enthousiaste bejubeling.
Wèl verdiend!
Moge „Don Quichot" door velen gezien
gaan wordenhet deizen is erg duur
en tóchmen zou daarvoor alleen een
reisje welhaast een vacantie-reisie naar het
eenig-schoone Valkenburg gaan maken.
'n Kleine opmerking: we zijn het „Schouw-
tooneel" erkentelijk voor de fijngevoeligheid,
dat het den hier en daar ruwen en platten
tekst van Langendijk's „Don Quichot
kuischte, maarzou nóg niet een en
kel regeltje er uitgewerkt kunnen worden?
de UITSLUITING IN DE BOUW
VAKKEN.
„Qf we va® deze uitsluiting: veel sucoes
verwachten t" vraagt „Ons Eigendom."
„Gedachtig het spreekwoord: „Het
onwillige honden.,.." zien wij m€er
heil in import op groote schaal van
goede wer kloden-uit het buitenl and
jnet name uit Duit&chland. De regee
ring overweegt zulks, naar wü meenen
te weten. Maar de Regeering behoeft
hier niet veel te overwegen, en wat
mieschien ook veel gemakkelüker voor
haar is ook niet veel te doen. Al
leen de pas-beletsel en wegnemen,
welke dezen import thans nagenoeg
onmogelyk maken, en wü zün ex.
Want i-s die baan eenmaal vxü. <Jan
lijken ons de ondernemers in ons bedrüf
nog pienter genoeg om te zorgen, dat
ze binnen korten tüd in overvloed over
geschoolde krachten uit DuitsehLand
kunnen beschikken.
Een duizendtal voor Amsterdam, dito
voor Rotterdam, dito voor Den Haag,
die da ar ter plaatse onderbren gen in
haastig te bouwen gezellen-huizen,
waar ze teveens xn den kost komen; en
weg is de nood aan werkkrachten in het
bouwbedrijf, weg ook ai het gekanker
en gezeur.
De Duitscher krijgt hier goed eten,
wat hii in zij® vaderland niet heeft, en
vrouw en kinderen ka-n bü in verband
met den lagen stand der marken-koers
nog een ruim weekgeld -toezenden.
Wü hebben in den oorlog de praeh-t-
organisatie m-ogen bewonderen van de
directie van „Nationals. Grondbezit" te
's-Gravenhage, die in een ommezien
hare gebouwen met eotinrichting, etc.
voor de Engelsehe krijgsgevang-enen
deed verrijzen. Wat toen kon verricht
worden voor ci.ie krijgsgevangenen, kan
thans met heel wat minder moeiten en
zorgen geschieden voor d-e in te voeren
Duitsche gezellen in de bouwbedry-
ven."
Dus: aangepakt, gecontraoteerd in
Duitschland met de gezellen en de Regeering
voor een fait aeooxnpli geplaatst. l>an komt
er nieuw bloed in he-t bedrijf, en de geest
gaat weer de brute kracht overheerschen,
die nu in blinden wedloop, opgehitst door
enkele ziekelijke overspannen theoretici, al
les ondersteboven wil werpen tot groot, on
berekenbaar maatschappelijk nadeel.
NEDERLAND EN DE DiJiTKflHE
KOLENLEVERINGEN.
De correspondent van de „N. R. Q." te
Spa bericht, dat tiidens de onderhandelin
gen, die Vrijdagmiddag (e Spa gevoerd
werden tusschen de vertegenwoordigers der
geallieerden cenerzijds en de Duitsche 'af
gevaardigden anderzijds, inzake de kolen-
leveranties van Duitschland. de heer Mide-
rand aan de Duitschers verweet, dat zij ko
len hadden afgeleverd o. a. aan Nederland,
niettegenstaande een protest van de Com
mission Bes Réparailons.
„De Fransche Minister-President ver
weet hun verdér dus heet het het
bekende krediet van 200 milüoen gulden
bij Nederland te hebben aangevraagd.
„Hadt gij ons er om verzocht," zoo zeide
hij. „dan zouden wij het u ook gaarne
verleend hebben en u levensmiddelen heb
ben geleverd."
Deze uitval moet te Spa levendig op
zien hebben gebaard en zal dit wellicht in
ons land niet minder doen.
„De Tijd" no end de uitlatingen van den
heer Millerand niet erg duidedjlc en weet ze
niet overeen te brengen met de omstandig
heid, dat de Regeering ons herhaaldelijk be
treffende den invloed der Entente op de
Duitsche koienieveranties aan ons land heeft
gerustgesteld in de Kamerzitiingen van j
en 2 Juli.
„De houding van onze Regeering, zegt
het blad, schijnt wel correct te zijn. al blijft
het jammer, dat wu de .schriftelijke ver
klaring van de „Commission des Répara-
tions'' nooit ie zien heoben gekregen, moge
het dan zijn, dat zekere égards in acht
moesten worden genomen. Maar een duide
lijke en meer gedetailleerde regeeringsver
klaring schijnt, na hetgeen te Spa ge
schiedde, wel gewenscht."
„Die wenschelijkheid klemt te meer, daar
zekere elementen te Spa bij een gelegen
heid als deze niets zullen verzuimen, om
Nederland zoovel mogelijk te schaden en
bij de Entente-mogendheden kwade kan
sen te doen beloopen.
Dat Frankrijk achteraf betreurt, niet
zelf een Krediet-overeenkomst met Duitsch
land te zijn aangegaan, mag niets af doen
aan ons belang, om die eenmaal gesloten
overeenkomst uitgevoerd te krijgen, ook
wat aangaat de koienieveranties. ten aan
zien waarvan de „Commission des Répara-
tions" ten volle door Nederland schijnt
erkend."
Het verloop van Maandag.
De Berlijnsehe correspondent van het
„Hbld." seinde gisterenmorgen uit Spa:
.Van Duitsche zijde wordt mü zoo even
de tekst van het schetsmatig Duitsche
voorstel gegeven, een voorstel dat bij de
Entente groote teleurstelling gewekt
heeft. Het plan voor de leveringen komt
in het" kort hierop neer, dat eerstens
Duitschland een organisatie tot stand
brengt, waaraan de geheele industrie en
de handwerkers deelnemen en welke de
uitvoeringen der leveringen regelt. De
leveringen in materiaal moeten volgens
den wereldmarktprijs berekend worden.
De Duitsche industrie richt bureaux op
voor de regeling van speciale overeen
komsten tusschen de af deeling en, die
met de verdeeling der Duitsche goederen
belast zijn aan de eene en de benadeelden
of hun organisaties aan de andere zijde.-
Duitschland beveelt aam dat elke deel
nemende geallieerde en geassocieerde
mogendheid een dubbele organisatie tot
stand brengt, de een voor het onderzoek
der bestellingen, de andere voor het in
ontvangst nemen der leveringen. Alle or
ganisaties moeten op het beginsel der we-
derk-eerige samenwerking van werkgever
en werknemer tot stand komen. Er moe
ten veiligheidsmaatregelen getroffen
worden tegen misbruiken, die van de zij
de van particuliere ondernemingen kun
nen insluipen. Er moet ten slotte een
commissie van deskundigen benoemd
worden, waarin zoo n-oodig regeerings-
vertegenweordigers moeten zitting heb
ben, die dit plam en de doorvoering ervan
onderzoekt. Deze commissie moet onmid
dellijk aan het werk gaan.
Zooais men ziet, bevat dit plan weinig
houvast en het. is te begrüpen, dat de En
tente er door teleurgesteld is.
Het tweede Duitsche voorstel beweegt
zich op het gebied van den wederopbouw
van Noord-Frankrijk, is zeer lang, stelt
voor de vorming van een groot syndi
caat van alle landen ook neutralen
en Duitschland, het instellen van sociale
inrichtingen, maatregelen om groote
winsten van particuliere ondernemingen
te voorkomen, enzoovoort.
Het derde plan geeft ten slotte de fi-
nancieele voorstellen, die ik hier, omdat
ze de belangrijkste zijn, woordelük laat
volgen:
De Duitsche regeering beschouwt als
het doel van de tegenwoordige onder
handelingen, dat getracht zal worden een
definitieve regeling tot stand te brengen
van al hare plichten inzake het herstel.
De Duitsche regeering wijst er op, dat
volgens haar berekening de vóór 1 Mei
1921 te betalen 20 milliard mark in goud,
niet alleen nu reeds betaald, ziin, doch
dat reeds een aanzienlijk hocger bedrag
is betaald. Een regeling voor de toe-
KGiüiSl, uie de i>uitóeiie regeeri^Lg ais
uitvoerbaar zal'erkennen, kan alleen ge
baseerd zijn op de economische en finan-
ciecle draagkracht van Duitschland.
Hierbij dient er speciaal op gelet te
worden, dat er evenwicht gebracht zal
kunnen worden in de Duitsche begroo-
tihg. Anders zixllen het snel toenemen
van de vlottende schuld en de inflatie
deze draagkracht ondermynen.
Voor Duitschlands prestatievermogen
verwijst de Duitsche regeering naar de
overhandigde memoranda. Zü is over
tuigd, dat in de eerste plaats niet nog
meer getornd mag worden aan de fun
damenten van het toch reeds zoo ver
zwakte economische leven en dat de on-
ontbeei-lyke economische hulpbronnen
der wereld ook voor Duitschland 'weer
toegankelijk gemaakt worden.
Duitschland moet de noodzakelijke le
vensmiddelen, voedermiddelen, meststof
fen en andere grondstoffen kunnen in
voeren tegen behoorlyke betalingsvoor
waarden.
Wordt -er rekening gehouden met het
Duitsche prestatievermogen,-dan kan het
volgende geschieden: De schadevergoe
ding wordt in annuiteiten betaald. Het
minimum van deze annuiteiten wordt
vastgesteld. De plicht- tot het betalen de
zer annuiteieen wordt begrensd tot 30
jaar, de termün, genoemd in het Ver-
SCHADE EN SCHANDE.
„Jantje, je moest niet met dien jongen
Koekelsen vechten."
„Ja moeder, ik heb ook begrepen dat
ik dat niet doen moest."
„Zoo vent, en wanneer he!b je dat be
grepen?"
„Tien seconden nadat ik hem een klap
gaf!"
GERUSTSTELLEND.
„Moeder," zei 't kleine ventje, „de lad
der is omgevallen."
„Zoo!" zei moeder verschrikt, „ik heb
niets gehoord. Heeft vader zieh niet be
zeerd?"
„Nog niet moeder, hü hangt nog aan
den spüker van 't schilderij!"
drag van Versailles. Het minimum-be
drag van de annuïteit moet rekening hou-
den met Duitschland's economische en fi
nancieel© draagkracht Tot'deze annui
teiten behooren de verplichtingen van
geld en goederen, Duitschland opgelegd
te Versailles, dus ook de kosten van het
bezettingsleger. De annuiteiten worden
ten deele gedekt door leveringen van
goederen, waartoe Duitschland krachtens
het vredesverdrag verplicht is. De waar
de dezer goederen wordt berekend naar
den wereldhamdelprijs De rest van de an
nuïteiten wordt in baar geld betaald. Le
vert Duitschland meer goederen dan.
waartoe het verplicht ia, dan krijgt het
betaling daarvoor i® baar geld, de waar
de berekend naar den wereklhandelprijs.
Daar de economische ontwikkeling in
de komende dertig jaren niet te over
zien is, moet het deelnemen van de geal
lieerde Tegeeringen aan een werkelijke
verbetering van den finaneieelen en eco-
nomischen toestand van Duitschland mo
gelijk gemaakt worden. Hiervoor moet
een index-schema uitgewerkt worden.
Voor het vaststellen van het minimum
bedrag der annuïteit moeten zoo spoedig
mogelijk deskundigen van beide partijen
bü elkaar komen.
Een officieel Havasbericht meldt om
trent het verloop der zitting van gisteren:
De leiders van de geallieerde delega
ties hebben om half vier en half zes een
bijeenkomst mét Fehrenbach en. dr. Si
mons gehad. De kwestie betreffende de
kolen en de schadevergoeding werden
achtereenvolgens behandeld.
Ten opzichte van de kwestie der scha
devergoeding werd, besloten dat de lev
den van de commissie voor de schade-
"vergoeding zullen samenkomen met door
de geallieerde regeeringen aan te wijzen
gedelegeerden, om tesamen met de Duit
sche de-legatie en met de door deze aan
gewezen deskundigen het door de Duit
schers voorgestelde plan te bestudeeren
ten einde er de bijzonderheden en de juis
te strekking van yast te stellen.
De gemengde commissie welke van
morgen af zal vergaderen, zal zoo spoe
dig mogelijk een rapport aan de confe
rentie voorleggen,
len aanzien van de quaestie der kolen
hebben de chefs der geallieerde delegaties
de Duitsche gedelegeerden in kennis gesteld
van den tekst van het gisteren na de be
raadslaging met de deskundigen opgestelde
protocol. Er werden zonder succes voorstellen
gewisseld over de maandelijksehe kolen-
levering. Daarna werd verklaard dat men
zich onder deze omstandigheden zou houden
aan het door de commissie ven herstel vast
gestelde cüfer.
De Duitsche delegatie deelde mede. dat
zü de quaestie opnieuw zou overwegen, en
in de volgende biieenkomet een antwoord
zou geven. De geallieerden verklaarden
spontaan, dat zü tengevolge van de verstrek
te inlichtingen over de o-ndervoeding der
mijnwerkers geneigd waren den voedings
toestand van deze te verbeteren: zü ver
zochten do Duitsche delegatie praetisohe
wenken te geven.
RONDOM DE PRESIDENSVERKIEZING
IN DE VER. STATEN.
De correspondent van de „Westminster
Gazette" seint uit New-York, dat den lOen
Juli te Ghicago een conventie zou worden
gehouden van de derde partü.
Politici bewerem dat deze derde party den
ouden partüen definitieve verklaringen aal
afdwingen over haar houding in zake ver
schillende politieke quaeeties. zoo binnen-
landeche als bnitenlandsche.
Algemeen is men van meening. dat de
oude partüen in haar programma's moeilüke
en beiangrüke quaeeties vermeden hebben,
en al heeft de nieuwe partij geen kans. toch
is ze nuttig om de beide groote partüen te
dwingen duidelük haar meening te zeggen.
Senator Owens zegt, dat 'de derde partij
giooten dienst zal bewüzen door om meer
licht te roeDen.
Senator La Follette en Frank P. Walsh»
de lersohe leider, rijn favoriet voor het lei
derschap der dexde partii.
Het program van die derde party vraagt
het openbaar eigendom van instellingen ten.
algameenen nutte, herstel van de ontginning
van w-oeste gronden, gelyk recht voor allen,
ongeacht sekse en kleur, en verzet zich tegen
inmenging en strafmaatregelen by arbei-
ders-quaesties. Over de erkenning der Ier-
sehe republiek moet men hert reeds eens
rijn.
\vrij naar het Engelsch van A. S. gwanj
Geautoriseerde vertaling
18.
Clara volgde hem, ïn het minst er niet
op voorbereid dat zie iets bijzonders zou
üooren. Aangezien zij' in zooveel opzich-
oen lxaar vaders rechterhand was, bespra
ken zijj heel veel van zijn zaken met el
kander, en iets van dien aard dacht zij
Qio-k nu weer te zullen hooren,
De studeerkamer zag er allergezelligst
uit het vuur van den haard sfcraaTde
een warmen^ levendigen gloed uit en
schoon de lamp nog niet aangestoken was,
was het in het vertrek nog juist helder
genoeg om elkaar goed te kunnen zien.
„Ik weet ni'ct hoe je het nieuws, dat ik
je vertellen ga op zult nemen, Clara", be
gon de oude heer eenigszins zenuwach
tig.... „ïk net> het- je al een "tijd terug
♦villen vertellen, maar ik kón er niet
al te best toe komen. Zoo-lang je gelukkig
verlooï'd waart met Geoffrey Eaussit, leek
het een heef eenvoudige zaak, maar
nu je niét meer het vooruitzicht hebt om
je spoedig te verheugen in het bezit van
een eigen huis en haard, nu weet ik
niet hoe je het o-p zult nemen, want ook
jou belangen zijn er ernstig bij betrokken."
„Waarbij", vroeg Clara rustig.
„Rij; hetgeen er gaat gebeuren. Ik ga
namelijk in het huwelijk treden met Lady
Gres ley kind. Alles is al afgesproken en
geregeld, maar het zou ons beiden groot
verdriet doen als we moesten bemerken
dat het jou ook maar in het minst
hinderde."
Clara werd vuurrood, maar er kwam
alleen een uitdrukking van verrassing, niet
van spijt of verontwaardiging 0p haar ge
laat. Nooit had het kalme gemoed van
Clara's va-der een oogenblik. doorgemaakt
van meer spanning eii opwinding dan nu
hij stond als beschaamd tegenover zijn-
eigen dochter. Het volgende oogenblik was
hij echter al gerust gesteld haastig was
zij, op hem toegetreden, had haar arm7om
zijn hals geslagen en hem op beide wan
gen gekust,
Maar paatje lief, hu zullen wij toch im
mers veel gelukkiger worden. Ik ben er
o zoo blij1 om dat ge met Lady Gresley
gaat trouwen".
„Beste lieve kind", sprak bij haast adem
loos, want zulk een hartelijke' ontvangst
van het nieuws dat hij bracht, had hij
nauwelijks durven .verwachten, „je maakt
mij zop gelukkig. Ik zal het nooit vergeten,
en Lady Greeley en ik zullen alles do-en
wat we maar kunnen om je leven zoo
prettig en blij mogelijk te maken".
„O, maar waar Lady Gresley is beu
ik vanzelf gelukkig en tevreden", ant
woordde Clara eenvoudig. „Hoen zij; van
middag 'wegging voelde ik onwillekeurig
den wensch bij mij opkomen, om iemand
als haar altijd om my heen te hebben.
Maar wa-t gaat zij nu doen verlaat zij
haar mooie villa om hier ia ons eenvoudi
ge huis te komen wonen?"
De heer Anerley was diep ontroerd. „Dat
wil ze doen, zeker", sprak hij, „en ze
geeft ook haar adellijken titel op om
eenvoudig mevrouw Anerley te worden".
„Hoe lief van haar. juist iets voor
Lady Gresley. En wat ben ik blij dat
u weer zoo gelukkig wordt. In den laat-
sten tijd moet ik een allesbehalve aardige
dochter voor u geweest zijn".
„Dat mag je niet zeggen", kind, „ik heb
me in bet minst niet over je te beklagen
gehad".
„Hoch heb ik langzamerhand lust ge
kregen in een ander leven papa. Natuurlijk:
kon ik er niet aan denken u hier alleen
te laten, of het mogelijk te maken dat
de broers thans zouden komen en enkel
dienstboden vinden om hen te ontvangen,
maar nu wordt het allee heel adders en
kan ik mijn plannen uitvoeren", besloot
ze glimlachend.
„Maar kind, wat wii je dan gaan begin
nen. Nu je nog niet gaat tnonwen, z<> a
toch niet ergens anders willen wonen
dan hier op Eeicote?"
„Ik zou graag naar oom Claude willen
gaan, papa, om ais armenverpleegster een
cursus door te maken, eerst bij wijze van
proef, en als dit succes heeft, dan voob
wat langereri tijd."
(Wordt vervolgd^