Elck wat wils.
Wat de Pers zegt
BINNENLAND
Kerk en School.
Medische Praatjes.
ONS VROOLIJK HOEKJE
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1920
De Gemeentelijke inkomsten.
ONTHULLINGEN OVER BELSII
HET MASKER 0P8ELICHT.
Binnenlandsch Nieuws.
Uit onze Oost
TREK1ES CLII
IV.
0;n iemands inkomen te bepalen, dient
de Raad zich intusschen te baseeren op de
plaatselijke belasting verordening. Op de
eerste plaats, wat betreft het jaar, Waarover
her inkomen wordt berekend. Vroeger liep
zoo wat in alle gemeenten het jaar, waarover
het inkomen Werd berekend, parallel met
het belastingjaar, of om dit met een voor
beeld te verduidelijken over het belasting
jaar 1920 moest men bijdragen naar het be
drag, dat zijn inkomen over dat jaar werd
geacht te ziin.Daar dit tot vele moeilijkheden
aanleiding gaf, vooral ten aanzien van perso
nen met wisselende inkomsten, laat zich be
grijpen. De meeste genieenten hebben daarom
op het voetspoor der Rijksinkomsten-
belasting in de heffingsverordening de
bepaling opgenomen, dat onder inkomen
wordt verstaan, het inkomen, genoten in
het laatst verloopen kalenderjaar aan het belas
tingjaar voorafgaande. Het belastingjaar, waar
onder men moet verstaan het jaar, waarin of al
thans waarover men heeft te betalen, is met m alle
gemeenten gelijk. In sommige loopt dit gelijk met
het kalenderjaar dus dan 1 Jan. t/m 31 December,
in andere loopt het belastingjaar alweer op het
voetspoor der Rijksinkomsten-bel3.stin^ /dn 1
Mei tot en met 30 April daaraanvolgende.
De grondslagen, waarnaast de Raad 't inkomen
behoort te berekenen,zijn vermeld in de plaatselijke
belastingverordening.
In die verordening staat dus aangegeven, wat
onder „inkomen" moet worden verstaan. Het zou
ons te ver voeren, hier te vermelden wat in de diver
se plaatselijke verordeningen zooal onder „in
komen" wordt verstaan, doch in 't algemeen kun
nen we zeggen, dat onder inkomen wordt verstaan
al hetgeen men trekt, hetzij als loon voor zijn ar
beid hetzij als zuivere opbrengst zijner bezittingen
©n eigendommen, hetzij als pensioen of andere pe
riodieke uitkeering van 't leven afhankelijk. Daar
onder vallen dus niet eigendoms of kapitaalsver-
moerdering, als b. v. door erfenis, schenking,
waardevermeerdering van grond en gebouwen,stij
ging aan de beurs van den koers der effecten.
Wij raden intueschen ieder, die meent tegen zijn
aanslag in den Hoofdelijken Omslag te moeten re -
olameeren, aan, een afschrift der plaatselijke be
lasting verordening, dat tegen betrekkelijk geringe
kosten verkrijgbaar is, aan te vragen. Men
kan dan de juistheid van zijn aanslag aan deze ver
ordening toetsen en wellicht met rneer succes re
clameeren.
Dat in de verschillende verordeningen op een
Hoofdelijken Omslag wel eënige speling zit, blijkt
uit het feit dat door Burgemeester en Wethouders
van Amsterdam onlangs bij den Raad dier Ge
meente een voorstel is ingediend tot wijziging dei-
verordening op den Hoofdelijken Omslag ten
einde o.m. belastbaar te stillen,d.w.z., als inkomen
aan ie merken
a. de waardevermeerdering van aandeelenin be
paalde vennootschappen.
b. speculatiewir.st, ook anders dan wanneer is ge
maakt in de uitoefening of bedrijf of onderneming.
c. gratis uitgereikte aandeelen.
Men kan er van op aan, dat het sub, a, b, en c
vermelde thans in verreweg de meeste gemeenten
niet belastbaar is en de daardoorvertegenwoordig-
de geiden derhalve niet als inkomen kunnen wor
den aangemerkt.
Men wordt intusschen niet naar zijn werkelijk
of geschat inkomen in den Hoofdelijken Omslag
aangeslagen, doch naaf zijn belastbaar inkomen.
Hef belastbaar inkomen wordt verkregen, door
van het geschat inkomen een bepaald bedrag,
voor noodzakelijk levensonderhoud af te trekken.
Hoe groot dit bedrag is, hangt van de plaatselijke
belastingverordening af.Over't algemeen kan men
zeggen, dat het in de diverse Gemeenten varieert
van f300.— tot f700 a f800.— Een zeker bedrag
voor noodzakelijk levensonderhoud moet dan van't
geschat inkomen worden afgetrokken, dat staat
in de wetdoch de Gemeenten zijn bovendien
bevoegd om dit inkomen met een bepaald be
drag te verminderen voor het bezit van kinderen.
Over 't algemeen bezitten de Gemeentebesturen
voldoende sociaal gevoel om van deze bevoegdheid
gebruik te maken en de z. g. kinderaftrek vindt
men dan ook nagenoeg overal toegepast.
Gewoonlijk wordt een vast bedrag per kind afge
trokken v. b. f50. of f75.soms ook wel f100.
Er zijn echter Gemeenten, waar de zorg voor de
groo tere gn grootste gezinnen zoo ver gegaan is, dat
een progrestieve kinderaftrek wordt toegepast,
d. w. z. dat voor het eerste kind een bepaald be
drag wordt afgetrokken,welk bedrag bij elk volgend
kind met een bepaalde som wordt, verhoogd, b.v.
de aftrek bedraagt voor het eerste kind f50, voor
het tweede f 60, voor 't derde f70 en zoo vervolgens.
Het bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud
en de kinderaftrek vormen dus samen het bedrag,
waarmede het geschat inkomen wordt verminderd
om tot het belastbaar inkomen te geraken. Dat
deze aftrek vooral,als naast een hoog bedrag voor
noodzakelijk levensonderhoud een fiinke kinderaf
trek plaats heeft, nog al aanzienlijk kan zijn is
duidelijk. DeKroon waakt er intusschen voor, dat
de aftrek door de Gemeenteraden niet al te hoog
wordt opgevoerd, daar elke belasting-verordening,
dus ook de verordening op den Hoofdelijken Omslag
aan de goedkeuring der Koningin, hetgeen prak
tisch neerkomt op de goedkeuring van den minis
ter van Binnenlandsche zaken, is onderworpen.
Als we kennis nemen van raads verslag en van on
ze eigene cn van naburige Geraeenten,dan hebben
wij kunnen lezen, dat in de diverse Gemeenteraden
is behandeld een adres van het Gemeentebestuur
van Termunten, waarbij dit Bestuur er tegen
protesteerde dat de Regeering zioh op het stand
punt stelde, dat door aftrek voor noodzakelijk le
vensonderhoud geen grooter bedrag dan f 900-
zou worden toegelaten, waarbij dan de Regee
ring werd venveten, dat door dezen maatregel spe
ciaal de groote gezinnen werden getroffen.
Afschrift van dit protest werd aan de diverse ge
meenteraden toegezonden, met verzoek daaraan
adhesie te betuigen.
Wii weten niet, welk schrijven door de Regeering
aan den Gemeenteraad van Termunten is gezonden
maar wel weten wij, dat de bewering.dat de Regee
ring eenigen maatregel ter zake zoude hebben geno
men, die met de belangen der groote gezinnen
rechtstreeks in strijd is, absoluut onjuist is. Natuur
lijk zal de Regeering hier en daar een gemeenteraad,
die den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud
wat te hoog wilde opvoeren, tot de orde hebben
geroepen, doch het is pns van nabij bekend, dat
de Regeering naast een behoorlijk bedrag voor
noodzakelijk* levensonderhoud een matigen aftrek
per kind volkomen billijkt, ook al zoude daardoor
de. totale aftrek meer dan f900.zelfs meer dan
f1200 worden. Zelfs een progressieve kinderaftrek,
zooals wij hierboven nader omschreven, ontmoet
bij de Regeering geen bezwaar.
Het standpunt der Regeering is ten deze heel wat
rationeeler en heel wat meer in overeenstemming
met de opvattingen van onzen tiid.dan het stand
punt van Gedeputeerde Staten van Gelderland,
waarvan we onlangs uit de bladen met verbazing
kennis namen.
Volgens de courantenberichten zoude dit college
aan de Gemeentebesturen hebben Jsericht, dat f50.—
(per kind) voor kinderaftrek te hoog was en dat
dit f25. moest zijn.
Deze houding is voor ons onbegrijpelijk om een
dubbele reden.
Op de eerste plaats mag van een college, dat
althans in zijne meerderheid rechts is, worden
verwacht, dat het de belangen der groote gezinhen
helpt bevorderen,instede van deze tegen te werken,
en op de tweede plaats schijnen Gedeputeerde
Staten van Gelderland zich niet voldoende be
wust te zijn van de plaats, die zij bij de beoordee
ling van plaatselijke belasting-verordeningen inne
men. Deze verordeningen worden door de Gemeen -
teraden,als zij zijn vastgesteld,ingezonden aanGede
puteerde Staten, die ze, vergezeld van hun advies,
ter goedkeuring inzenden aan de Regeering.
puteerde Staten hebben ten deze dus niets anders
te doen dan advies te geven.
De Regeering, die voor andere provinciën 'n kin
deraftrek van f50.— en meer per kind volkomen
billijkt, zal ter zake voor Gelderland wel geen uit
zondering maken en zich aan een afwijzend advies
van Gedeputeerde Staten van dat gewest in deze
aangelegenheid wel weinig storen. De Gemeentebe
sturen in Gelderland die met Gedeputeerde Staten
omtrent de wenschelijkheid van een behoorlijken
kinderaftrek van meening verschillen, zullen dan
ook wel zoo verstandig zijn, om de circulaire van dit
college eenvoudig naast zich neder te leggen.
Over de wijze, wssrop uit het belastbaar inko-
men de aanslag wordt afgeleid, over de personen,
die in den Hoofdelijken Omslag moeten bijdragen
benevens over andere zaken, waarvan wij meenen,
dat de kennisname onze lezers zal interesseeren
spreken wij in een volgend artikel.
RECTIFICATIE.
In ons vorig artikel liet ons de zetter spreken van
de breedste burgerstand. De aandachtige lezer zal
hebben begrepen, dat hier moest staan, de breedere
bu? gerstand.
heid gaat het nu om een te lange oogas. Het was
niet gemakkelijk zich hiervan aanstonds een denk
beeld te vormen. Om u de moeielijkheden waar
mede men te kampen heeft gehad, eenigszins dui
delijk te doen worden, wil ik U enkeie maten noe
men. De afstand van dit meest uitstekende deel
van het hoornvlies naar het netvlies bedraagt bij
een normaal oog 23 m. M. Is nu iemand tamelijk
bijziend, zoodat hij (zij) behoefte heeft bij het le
zen aan een bril, dan is diezelfde afstand slechts
24 m. M. Zoo U dus ziet, waren hiertoe buitenge
meen nauwkeurige waarnemingen noodig. Hebben
wij een oog, dat de patiënt(e) vrijwel tot een hul-
pelooze maakt in de maatschappij, dan bedraagt
de verlenging slechts 3 m. M. Het oog is dus,
zooals hieruit ai blijkt, een zeer nauwluisterend
orgaan, dat bijzonder fijn geconstrueerd is.
Na deze opmerkingen, willen we thans overgaan
tot de vraag, hQe wij in 't algemeen aan deze bij
ziendheid komen en hoe de gang van zaken daarbij
is. Ik begin dan bij den pasgeborene, die meestal
aan het tegenovergestelde euvel lijdend is nl. aan
oververziendheid, over welk gebrek wij een vol
genden keer het een en ander zullen meedeelen
Langzamerhand' verbetert die oververziendheid
zoodat de jonge baas, die op zesjarigen leeftijd voor
het.eerst naar de lagere school stapt, normale oogen
heeft. Het meerendeel dezer kinderen, behoudt
echte.r niet deze goede oogen en hoe ijveriger en
vlijtiger zij studeeren, des te slechter oogen krijgen
zij doorgaans. Ik aarzel eenigszins dit hier neer te
schrijven, niet om de juistheid van het onderhavige
doch wat betreft een mogelijke „staking" onzer
ugd 1 Wij zullen er echter het beste van hopen.
Op de H. B.S. gekomen, worden de oogen nog meer
bedreigd, terwijl de gymnasiast in nog hoogere
mate de dupe wordt, zoodat wij dan ook onder deze
laatste groep een veel grooter percentage bijzienden
aantreffen dan onder de H. B. S. scholieren. Ver
moedelijk hebben hier de fijne Grieksche lettertjes
wel wat op hun geweten, terwijl natuurlijk ook de
geheele opleiding, die meer letterkundig is dan op
de H. B.S., niet valt weg te cijferen.
Uit een en ander volgt dus duidelijk dat onze
plattelandskinderen en verder onze jeugdige stede
lingen, die om doorgaans redenen van finantieelen
aard niet studeeren, er in dit opzicht het beste aan
toe zijn en onder hen de bijziendheid dan ook lang
niet zoo veelvuldig en ook niet in zoo'n hevige mate
voorkomt. De onderzoekingen op dit gebied gedaan
bevestigen dit alles volkomen.
Het spreekt ook van zelf, dat degene, die veel
moet studeeren of lezen eerder een bril zal noodig
hebben, dan degene, die maar eens een kwartiertje
op een dag in de krant kijkt,terwijl er onder deze
laatste groep soms menschen zijn, die in veel aan
zienlijker mate bijziend zijn dan onder de studie-
menschen, waarover den volgenden keer nog het
één en ander.
MEDICUS.
helderzienden, de bög'iaselv&*t©n «,an
hun landgenoot en de oogen hebben te
openen voor de redelijke en natuurlijke
consequenties, die uit het katholiek-
zijn, voortvloeien.
Indien wij internationale betrekkin
gen willen aanknoopen en onderhouden,
dan zal men ons, Neder landsche katho
lieken, nimmer bereid vinden tot het
wegmoffelen van het katholieke begin
sel en de katholieke vlag."
Dan zijn de katholieke Esperantisten
te prijzen, die op hun congres de banen
dier vlag zoo wijd-uit hebben Laten wap
peren en zoo mannelijk als katholieken
naai-, buiten traden."
BIJZIENDHEID.
I.
De bijziendheid is een euvel, waaraan velen
onzer medemenschen lijden. Ik twijfel er dan ook
niet aan of het zal den meesten uwer aangenaam
zijn eens iets naders aangaande dit gebrek te ver
nemen. Alvorens nu verder op deze zaak in te gaan
en in bijzonderheden te treden wil ik allereerst even
doen opmerken, dat ons oog normaal zoodanig
gebouwd is, dat evenwijdige invallende lichtstra
len in die mate van richting veranderen of zooals
de meer technische en wetenschappelijke term luidt,
„gebroken" worden, dat zij samenkomen in een
punt welk laatste juist in ons netvlies behoort te
liggen. Degenen onder U, die wat thuis zijn in de
natuurkunde zullen aanstonds begrijpen, waaraan
deze lichtstralen die „breking" te danken hebben,
immers wanneer deze van de eens middenstof in
de andere kunnen, dan zullen zij van richting ver
anderen, na hier doorheen gegaan te zijn. Bij het
oog bestaat hiervoor nu meer dan één gelegenheid.
We hebben allereerst het Hoornvlies, vervolgens
de lens en tusschen deze ea het netvlies zit even
eens een vloeistofmassa van bepaalde samenstel
ling. Eerst na al deze lagen gepasseerd te hebben
zullen er lichtstralen op ons netvlies samenkomen
in één punt, als 't goed is. Nu ben ik van de ver
onderstelling uitgegaan evenwel, dat evenwijdige
lichtstralen in ons oog treden. Hiertegen zal mis
schien een opmerkzame lezer(es) bezwaar maken,
daar er stralen van een bepaald punt of voorwerp
uitgaan, dat in onze nabijheid zich bevindt. Prac-
tisch gesproken maakt dit echter geen verschil,
daar de afmetingen van ons oog,zoo wij zullen zien,
maar zeer gering zijn. Hoe staat het er nu mee met
de(n) bijziende Het merkwaardige is, dat het punt
van samenkomst van de gebroken stralen niet in t
netvlies ligt, maar daarvóór en zich vandaar uit
verspreiden naar het vlies toe. Het gevolg van één
en ander is, zooals U reeds vermoeden zult, een
wazig beeld. Wij kunnen dus zeggen, dat de even
wijdige lichtstralen te sterk gebroken worden, te
sterk van richting veranderen of dat het oog in
zoo'n geval te lang is. Wij hebben dan te doen met
een bijziend oog. In bijna alle gevallen van bijziend-
EEN VREEMDE KLANK VOO® ONS.
„Op deni te Tilburg gehouden Hol-
andsch-Vlaamschen studenten-landdag is
een voor ons katholiek zeer vreemde
klank vernomen.
De Vlamingen hadden voor de groote
meerderheid bezwaar, den bond Onze
Kempen katholiek te doopen, om dpi in
hun Land onder' R. K. alleen de politieke
partij wordt verstaan.
M. a. w., in de politiek, bij de verkie
zingen, bekent men kleur, maan voor het
overige voelt men er geen behoefte aan,
voor zijn katholiek-zijn uit te komen en
de katholieke beginselen tot richtsnoer te
nemen.
Dit is, teekent het „Huisgez." terecht
aan, in ons oog stellig een bedenkelijk
tekort.'
„Wij kunnen ons een d erge Ui ken ge
moedstoestand zulk een giedachtenwe-
reld schier niet denken.
Men ia katholiek, maar dan is men
het in heel zijn openhaar leven, in
al de uitingen van zijn maatschappelijk
en intellectueel bestaan.
Verbannen wij het katholicisme naar
de politiek, die niet eens altijd een
besten naam heeft, dan krijgt het den
schijn, of men het voor de hpogore en
edeler strevingen wel zonder katholi
cisme kan stellen.
Daartoe kunnen en zullen wij niet
meewerken.
De opmerking, die wij hier maken, is
van verdere strekking en bepaalt zich
niet tot het Hollandsch-Vlaamsch, ver
bond Onze Kempen, dat thans geslo
ten is.
Wij denken aan de Katholieke Inter
nationale, die opgebouwd gaat worden.
Hoe zaL men daarvoor elementen, we
zeggen niet enJmi meekrijgen, maar
warm maken en bezieLen, die, als de
Vlamingen te Tilburg, het katholicis
me tot de politiek willen beperkt zien?
Men moet eerst het inzicht hebben,
de vaste overtuiging, dat wij ons ka
tholiek beginsel moeten leven, dat ons
katholiek-zijn ons moet doorgloeien en
onaf scheid enlijk is van heel ons op
treden naar buiten, van ons vereeni-
igingswezen en ons. individueel han
delen.
Wij, Nederlanders, kunnen alleen
door ons goede voorbeeld den weg wij
zen: in het eigen land zullen de meer
Door nieuwe onthullingen over Belgi
sche kuiperijen tegen ons land, worden
de Belgische machthebbers onherstelbaar
gecom prom i 11 eer d
Deelde onlangs aan een Fransch-Bel
gisch ontbijt de Fransche oud-minister
jjarthou metie, dat de Fransche regeering
haar steun aan de landhongerpelitiek van
België had toegezegd, enkele dagen ge
leden, schreef de Fransche staatsman en
publicist Tardien in de „Illustration" een
zeer belangrijk artikel over het verloop
der eerste, mislukte poging om België
aan Zeeuwsch-Vlaanderen en Zuid-Lim
burg te helpen.
Het meest interessante en naieve (waar
lijk schaamteloos naieve) stuk zoo
schrijft de Haagsche redacteur van het
„Hbld." van den heer Tardieu is, dat
hij daarin tot driemaal toe getuigenis at-
legt van de medeplichtigheid der Belgi
sche regeering en zelfs van den Belgi
schen koning, aan het annexionisme.
De heer Tardieu was voozirtter van
de Oommissie voor de Belgische aange
legenheden bij het vaststellen van h,et
verdrag van Vers ai lies. Niemand meer dan
hij, kan dus van 't giansche verloop der
BeLgische poging tot verovering van
Zeeuwsch-'Vlaanderen en Zuid-Limburg
op de hoogte zijn. iWelnu, in zijn artikel
deelt hij mede:
le. dat de „eenvoudige oplossing" der
kwestie, dia België met Holland geregeld
wilde zien en die bestond in het „plaat
sen van Zeeuwsch-Vlaanderen en Hol-
Landsch Limburg onder Belgische soeve
reiniteit," hem aan de hand is gedaan
door de BeLgische regeering.
2e.'dat koning Albert, op 4 April 1919,
in een onderhoud met „een der Geallieer
de eerste-ministers" (het zal wel Lloyd
George zijn geweest) aandrong op deze
oplossing ten aanzien van <jen linker-
Schelde-oever, (waarvan de bedoelde, niet
genoemde, minister echter niets wilde
weten)
en 3e dat. deze zeker héél „eenvoudige
oplossing door hem en door den heer Hij-
rna.ns „met kracht" is bepleit in de zit
ting van den Oppersten Raad van 15
April 1919, waar ze echter werd verwor
pen. President Wilson had haar trouwens
van den aanvang af afgewezen.
De BeLgische Regeering, koning Albert
(dien we hisr haast hadden „gehuldigd.!")
en nog eens de Belgische minister van
buitentandsche zaken worden hier door
een onwraakbaren getuige dus als de of-
ficieele dragers van het Belgische annexi
onisme ten toon gesiteLd."
Men kome nu niet meer aandragen met
praatjes voor de vaak over de „kleine
kliek" die in België maar annexionistisch
zou zijn. Tardieu heeft eens en voor
altijd onthuld, dat het België van Reden
door die kliek wordt geregeerd.
We weten nu, wat we van de Belgische
regeering te wachten hebben.
We hebben ons steeds beijverd om aan
te toornen, onder overlegging veelal van
bewijsstukken, van geschreven of gespro
ken woorden van socialistische kopstuk
ken, dat die bewering der Sociaal-Demo
craten: wij Socialisten zijn niet tegen den
godsdienst, een enorme lengen" is.
Trouwens, verreweg het leeuwendeel
van het volk weet dtt tegenwoordig.
Thans legt „Het Volk" in deze kwestie
een bekentenis af, die wij hier willen
Vastleggen.
Hét dagblad voor de arbeiderspartij
schrijft:
„Wij weten heel goed. dat het socialis
me op zich zelf met geen enkelen be-
staanden godsdienst onvereenighaar is
en dat de or thodox-pr o tes tantsch e en
Roomsche praatjes over die onverenig
baarheid inderdaad gteen steek honden,
maar even goed gevoelen wij, dat het in
het karakter der kerken ligt om institu-
EEN KRACHTIG MIDDEL.
Schouwburgdirecteur „Die Hobbels speelt
zijn rol uitstexendHet mooiste is nog de
ïngst, als hij den brief van Reginalio ont
vangt. Zijn geheele gezicht is één en - al
ontzetting.
Hoe kan de vent 't zoo 1"
Regiseur „Wel heel eenvoudigBij wijze
van „brief van Reginalio" geven we hem zij®
belastingbiljet tusschen de vingers 1
ONMOGELIJK.
De oude heer „Hoe oud ben je, beste jon
gen
De kleine knaap „Vijf.
D. o. h. „Dat zul je Wei mis hebben, ventje
Zóó vuü als jij beat kun je onmogelijk in vijf
jaar worden
ten te. zijn van behoud en dat het in het
karakter eener nieuwe wereld-hervormen
de gedachte als die van het socialisme
ligt, haar aanhangers met al het oude en
verouderde, ook het geestelijke verouder
de te doen breken, zoodat ten slotte d©
verdedigers der historische godsdiensten
toch weer groot gelijk hebben indien zij
het socialisme als den vijand beschou
wen."
Indien het steek houden der „Roomsche
praatjes over de onvereenigbaarheid
nog bewezen moet worden, zou boven
staande citaat daarvoor afdoende wezen,
merkt ,.De Tijd" terecht op.
Waar wij echter in 't bijzonder op wil
len wijzen is. dat hier van sociaal-demo
cratische zijde onomwonden grkend wordt»
dat het socialisme is de vijand der his
torische godsdiensten, dus zeer zeker van
den Roomsch-Katholieken godsdienst.
Wij hebben het tot vervelens toe gezegd
en herhaald.
Men onthoud© de erkenning docr ..Het
Volk".
EEN FRANSCH OPLEIDINGSSCHIP.
Donderdagmiddag is het Fransche oplei
dingsschip „Cfamois" onder commando van
kapitein Calvet, te Amsterdam aangekomen
en werd gemeerd aan steiger P- aan de De
Ruijferkade.
De officieren werden verwelkomd door
den vice-consul van Frankrijk en een verte
genwoordiger van den commacoant van de
Marine te Amsterdam. Volgens mededee-
ling van een der Fransche officieren zijn
15 pilo.en aan boord, die hun opleicung op
het schip genieten. Het schip heeft op zijn
reis eerst Ostende en Antwerpen aangedaan
om vervolgens na een bezoek aan Vlissin-
gen en Rotterdam naar de hoofdstad op te
stoomen. Zondagmiddag verlaat het Fran
sche schip weer de Amsterdamsche havea.
DE BEUINBROODBEREIDING.
Het Tweede-Kamerlid de heer A. P. Staal
man heeft aan den minister van Landoouw
machtigen verzocht betreffende de klach
ten uit tal van plaatsen over de slechte be
reiding van het bruinbrood. Hij verzoekt
van den Minister de toezegging, dat thans
afdoende maatregelen zuilen worden getrof
fen. teneinde de bakkers door deskundigen
te doen instrneeren en hen te verplichten,
op straffe van uitsluiting, zorg te dragen
voor de meest nauwgezette en vakkundige
bereiding van de door de Regeering ver
strekte, over het algemeen zeer goede grond
stoffen.
Wanneer vraagt de heer Staalman
kan dan de uitvoering dezer voorschriften
die door de bevolking, in verband met de
hooge prijzen van het wittebrood, van het
grootste belang zijn, worden verwacht? Ea
zoo neen, waarop moet het nemen van dezen
maatregel afstuiten?
PENSIOEN-VERHOOGING.
De heer Ketelaar, lid der Tweede Kamei.
heeft den Minister van Ko.omen gevraagd,
waarom de verhooging der pensioenen voor
Suriname op slechts 20 pCt. en die voor
Curasao op 40 pCt. aan den Kolonialen
Raad is vastgesteld.
Hij verzoekt den Minister, te bevorderen
dat nu de staatspensioenen en de pensioe
nen der Oos-Indische ambtenaren met 40
pCt verhoogd zijn. de West-Indische pen
sioenen met een gelijk bedrag verhoogd
worden.
VAN HET
DE MISSIONARISSEN
H. HART.
D© HoogEerw. Pater A. Broeken te Til
burg is benoemd tot Generaal-Overst© aan
de Congregatie der Missionarissen van bet
H. Hart van. Jezus.
Met eerf onverschillige beweging legde de weduwe
het papier terzijdemeestal verdwenen iets later
zulke drukwerkjes in een bekend kamermeubeltje
van gevlochten hout.
Ze gaf zelden iets aan liefdadige instellingen
vond, dat ze dan wel aan den gang kon blijven.
En omdat ze zich weinig met de buitenwereld
bemoeide bemerkte ze nooit waar ze met haar rijk
dom zoovéél kon doen.
Ze ging de meid helpen aan de slaapkamer, het
was „de groote beurt".
I n 'n hoekje van de eiken spiegelkast lag 'n klein,
verschoten tafelkleedje, dat lang niet meer gebruikt
werd. 't Dingetje kon nieuw 'n paar gulden gekost
hebben. Nu was 't vuil en gerafeld. .De meid advi
seerde het in de vodden te gooien, maar dat vond
mevrouw zonde.
Vijf minuten werd er geprakkizeerd waarvoor
het nog gebruikt zou kunnen worden. Toen kreeg
de weduwe van Zeuren 'n inval.
Ze droeg de meid op het kleedje te wasschen en
het daarna apart te houden voor de verloting.
De circulairetjes dei Vincentius-vereeniging
waren in wel meer dan duizend huizen terecht ge
komen.
Dus ook bij andere weduwen.
Een van die anderen noemde zich „vrouw de
Witj"
'n Klein, verkromd menschje, dat alle dagen nog
uit naaien ging, omdat ze anders niet in 't leven kon
blijven. Of 't zou moeten zijn in 'n armenhuis of
zoo.
Toen ze 't papiertje op de mat vond bleef ze lang
staan denken. Misschien wel aan de tijden toen ze
t ók voor haar zes kinderen nog het brood moest ver
t Bescheiden word er in gevraagd iets voor dati'dienenendoorde St. Vincentius-vereeniging werd
:do.el af to staan, ioder naar vermogen. |_g$5teuad-
Viertal resultaten.
Do weduwe van Zeuren was een bejaarde dame,
lang, mager, zilverwit van haar.
Ze had juist ontbeten volgens gewoonte één
sneedje brood met rookvleesch, één dito met gar
nalen, één beschuitje met kaas, één dito met hagel
slag, twee kopjes thee en een glas melk met een ei.
Terwijl het binnenmeisje de ontbijttafel opruim
de keek de weduwe van Zeuren de brieven en ge
drukte stukken door.
Onder de eerste was er een van haar bankier, die
berichtte, dat haar effecten van de „Liberty-maat-
schappij" op haar verlangen waren verkocht tegen
den koers van 312. Met een voldoenings-glimlachje
rekende ze uit, dat dit een winstje van bijna drie
duizend gulden beteekende. Met den voordeeligen
yerkoop van een der perceelen aan de St. Jansstraat
werd dat een kapitaalvermeerdering van iO mille.
Even dacht ze na over haar eigenaardige „finan-
cieele jacht-partijtjes." Waar deed ze 't eigenlijk
voor .- Geen kind of kraai had ze op de heele wereld.
Toch kon ze 't niet laten en telkens bedacht ze nieu
we onderneminkjes om haar rijkdom te vergrooten.
Onder de drukwerken vond ze 'n kleine, eenvou
dige circulaire van de Haarlemsche St. Vincentius-
vereeniging. Daarin werd medegedeeld, dat deze
vereeniging in September aanstaande een verloting
zou houden ten bate der armen. Voor die loterij
waren veel prijzen noodig, omdat er veel geld moest
zijn om den nood der arme gezinnen te kunnen ver
lichten.
Haar oogen kregen een eigenaardigen glans en
het keuvel-kinnetje mummelde naarstig, hoewel
er niets in den mond zat; geen eens tanden meer.
Ze ging bedaard naar t voorkamertje daar hing
in vergulden lijst 'n mooie gravure met de beeltenis
van Onze Lieve Vrouw van Goeden Raad. 't Was
'n aandenken van haar 25 jarig lidmaatschap.
toen had ze de plaat als herinnering ten geschenke
gekregen. Het inlijsten had haar meer dan 'n tieh-
tje gekost.
Het stuk nam de eereplaats in, „vulde" als 't ware
den heeien wand. Met trotsch wees ze de bezoekers
er altijd op, maar dikwijls was men haar voor en
bewonderde het mooie schilderij van levendige
kleurschakeering.
Ze aarzelde, want ze wist, dat ze 'n groot offer
ging brengen.
'n Half uur later was ze op weg naar een van de
leden der loterij-commissie, 't Schilderij was in 'n
paar kranten gewikkeld.
Ze hield 't stevig vast, met beide handen, en
paste voorzichtig haar stappen.
Hendrik v. d. Weelde was 'n vrijgezel van ruim
dertig behalve vrijgezel was hij dik en glimmend-
vet van huid, had pracht-agenturen, speculeerde
slim en voorzichtig en had in den oorlog reuze-
zaken gemaakt in boter en andere vettigheid.
Hij vond de vrouwen onuitstaanbaar als je er
mee getrouwd moest zijn, doch op de vele partijtjes
die hij bezocht bemoeide hij zich met allen dier
sekte, als ze niet boven zijn leeftijd gingenwas
heel royaal bij zulke gelegenheden en had daarom
veel vriendinnen, buiten de vrienden, die op zijn
zak liepen.
Hij was 'n eerste liefhebber van lekker eten, zwoer
bij koude kip in gelei, terwijl z'n kast voorzien was
van ongeveer zevensoorten wijn en evenveel merken
sigaren.
Hij kwam uit 't Lunapark met 'n paar vrienden
en tegelijk tot de ontdekking, dat hij met hen in Ce
publieke vermakelijkheden op z'n kop vijf en vee
tig gulden had zoekgemaakt.
Zingend en herrie-schoppend bestreken ze de
trottoirs, mepten eikaars hoeden af, namen voor
bijganger in de maling en deden nog veel meer
kwaj ongensachtigs.
Het afscheid bij Hendrik's kosthuis duurde tw n'
tig minuten, zoo'n na-lol als ze hadden.
Hij ging naar boven en vond als altijd het souper
keurig in orde.
Kneuter-behagelijk viel ie'in z'n leunstoel en be
gon dadelijk te etendat smaakte na zoo'n
golf bier.
Naast z'n bord lagen 'n paar poststukken....
ook 't bekende drukwerkje er tusschen. Dit las ie
voor de helft en schoof 't toen 'n end wegmom
pelde iets van „bedelpartij."
Ook de rekening van de hospita lag er, 't was
weer nieuwe maand, ruim 120 gulden,wat 'm mee
viel. Toen ie 't ging optellen kwam ie telkens aan 'n
ander getalde cijfers stonden ook nooit eris pre
cies onder elkaaren als je dan van 't Luna
park kwam
't Tellen begon 'm te vervelen en hij nam 't ,,V:n-
oentius-papiertje" om dén achterkant te gebruiken
voor 'n nieuwe optelling. Hij zag toen, dat t eind
cijfer precies tien gulden te veel was.
Hij gaf 't eigengemaakte rekeningetje aan de
juffrouw om te laten zien, dat ze zich vergist had.
Ze maakte excuus, keerde 't papiertjje om en vroeg,
of ie 't soms nog noodig had.
„Nee" bibber-schudden de vette kwab-wangen,
want in z'n mond zat 'n heel kadetje rnet ham.
De juffrouw nam 't papiertje mee. om 't nog 's na
te rekenen.
Hendrik v. d. Weelde nam 'n nieuw broodje...»
ditmaa' belegde hij het met zalm.
De kostjuffrouw was géén weduwe.
Ofmisschienafijnnoemen, ze zoo
iemand niet 'n „onbestorven" weduwe
In elk geval was haar man er al jaren van door,
had haar laten zitten met vier kinderen. Ze leefdr
nu me t haar gezin van des heeren v. d. Weelde'w
kamer.
's Middags van den anderen dag kwam Nellie,
t dochtertje van negen, uit schoolde twee groo-
tere meisjes leerden 'n vak op een of ander atelie»
en 'n jongetje van vijf bleef op bewaarschool over.
Nellie lat met aandacht 't papiertje, dat op de
achterzijde het sommetje bevatte. Lang bleef ze
stil en vroeg toen
„Geeft u wat ftn de verloting, moe
„Ach, kindlief, ik wou dat ze voor mijn maar 'i
verloting hielden, 't Zijn me nogal tijden tegenwoor
dig."
,,'t Is voor arme menschen, hè moe
„Ja" zuchtte moeder en ging weer aan 't went.
Nellie bleef nog 'n heel poosje zitten staren op T
papier.
's Zondags kwam er 'n tante op visite en vroo^
aan Nellie, of ze d'r mooie pop nog s het zien.
Bedeesd fluisterde het meisje, dat ze ,,'m na»
't Vincentiusgebouw aan de Nieuwe Groenmarkt
had gebracht, voor de verloting.
O. N<