TWEEDE BLAD Het Zwaneneiland Wat de Fers zegt BUITENLAND. FEUILLETON. Brieven uit België. ONS VROQUJK HOEKJE. WOENSDAG I SEPTEMBER 1920 DE POOLSCri-RUSSISCHE 00RL0S. de heerschappij der sovjets {Van onzen correspondent.) Mystificatie in de „Nieuwe Groene". - Het begin van liet Ylaamsche rechtsher stel. De onrust in het land. Revolu tievrees. Er is in Vlaanderen en in België heel wat ge beurd sinds mijn laatste correspondentie wel ke door mijn vacantie buitenslands niet meer werd vervolgd in dit blad verscheen. Eerst de tragische moord op den jongen Vla ming Van de Keek op den Guldensporendag 11 Juli) te Antwerpen, daarna de veroordeeling tot 10 jaar gevangenisstraf van Lod. Dossel wegens zoogenaamd activismetoen de overrompeling van het Parlement door de oud-strijders en ten slotte de aanneming door de Tweede Kamer van de wet van de vervlaamsching van het bestuur in Vlaanderen. 't Zouden vijgen na Paschen zijn, nog uitvoe rig op sommige dezer gebeurtenissen terug te ko men. De Nederlandsche pers en ook dit blad heb ben er voldoende bizonderheden over gegeven. Sommige bladen zelfs op oneerlijke wijze. Zoo zagen we in De Nieuwe Amsterdammer (alias de Nieuwe Groene) een vervalschte foto van den jongen Vlaamschen held Van den Reek op zijn sterfbed. Op de oorspronkelijke foto droeg de jongen een rozenkrans om den hals. Op de plaat in de Nieuwe Groene is deze rozenkrans wegge retoucheerd. Men begrijpt met welk doel 1 Welk een kleinzielig gepeuter 1 Maar niemand zou het immers merken, hoe kon men in Holland weten dat op de oorspronkelijke foto een rozenkrans te zien was0 Is de moord op Vsn den Reek de meest xiü* gische van deze gebeurtenissen, de meest verblij dende is wel de aanneming door de Kamer van de wet betreffende het gebruik der talen in bestuurs zaken. Volgens deze wet moeten in de provinciën Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen Limburg, in het arrondissement Leuven en mits eenige voorbehoudingen in het arrondissement Brussel de besturen van den Staat, alsmede de besturen, staande onder het toezicht van den Staat of door dezen ingericht, de Staatsbedrijven en de vergunde ondernemingen zooals de Nationale Bank, de Mij. der Buurtspoorwegen, de Nationale Mij. voor Drinkwatervoorziening enz., gebruik maken van de Vlaamsche taal voor hunne inwen dige diensten en voor hunne briefwisseling met elkander, of met cfe centrale departementen der besturen en der ondernemingen aan deze onder worpen. In de provinciën Luik, Luxemburg, Namen en Honegouw in en het arrondissement N ij vel moet op dezeifoe wijze van de rranschs taal gébruik gemaakt worden. Dezelfde bepalingen zijn eveneens van toepassing op de bestuurs diensten van de provinciën en van de gemeenten, alsmede op de bedrijven of vergunde ondernemin gen, afhangende van de provinciën en gemeenten die in bovengenoemde opsomming zijn begrepen. Deze wet is de eerste gelijkheidswet die de oplos sing van het Vlaamsche vraagstuk inleidt. Ze is het begin van een reeks wetten die de Vlamingen eindelijk na eeuwenlangen strijd gelijk zal manen aan de Walen. Hoopt men tenminste l Verblijdend is vooral dat deze wet werd aan genomen met een groote meerderheid, (95 stemmen teeen 43 en 9 onthoudingen), dank zij den steun vak Waalsche volksvertegenwoordigers, die den Vlaamschen rechtseisch hebben doorgevoerd spijts de geweldige tegenwerking der franskil- jonsche pers. Want deze laatste ging en gaat daarover nog te keer als een wild beest. „La Ga natte" noemt deze wet ,,de wet von Bissing.' De fameuze „Soir" schrijft dat „de Kamer het testament van von Bissing uitvoert." De Assem- blée Wallonne heeft een oproep gericht tot de Waalsche bevolking, die besloten wordt met den opruienden zin: „De stemming van deze wet op 6 Augustus is een zegepraal voor Duitschland, een beleediging voor Frankrijk, een uitdaging *an Wallonië. Intusschen moet de wet nog naar den Senaat, waar ze naar aller vermoeden lang niet zoo grif zal gestemd worden als in de Kamer.In de Senaat toch is het democratisch element, dat zoo sterk staat in de Kamer, niet genoegzaam vertegen woordigd, terwijl „de oude grijs- en kletskoppen" die daar zetelen, niet zoo gemakkelijk van hun Ingeboren ideeën en vooroordeelen zijn af te bren- gen. De eerbiedwaardige senatoren zijn reeds be- gonnen met de bespreking der wet te verdagen tot 28 September, niettegenstaande er door hoogst Invloedrijke mannen op gewezen werd, dat drin gende behandeling noodzakelijk was om de rust in het land te herstellen. Ja, die rust of liever die onrust in het land 1 't Is komiek om daar van te hooren. Want te oordeelen naar de maatregelen die er overal door de militaire overheid getroffen worden, Btaan we hier voor niets minder dan voor een re volutie. Wat is er van de zaak .- De lezers van dit blad hebben uitvoerig gele ien hoe het Belgische Parlement overrompeld werd door de oud-strijders. Ik ben ooggetuige geweest van die overrompeling, nam zelfs een foto terwijl de politie achter me zat om den gevaar lijken getuige „kiekkast" weg te jagen. Heel die Overrompeling is een spontane daad geweest ronder vooropgezet plan. Men weet, hoe het toe gaat bij betoogingen, bizonder van heethoofdige- mannen zooals de Belgen nu eenmaal zijn. Hun Btoet ging in de richting van het Parlement, niet om er binnen te dringen, maar om te betoogen ïn te laten zien dat het inderdaad ernstig was met hun vraag om 10.000 francs vergoeding voor den aan het vaderland bewezen dienst. De politie wilde hen tegenhouden, maar dat verlangden ze riet. Ze antwoordden dat ze kalm zouden blijven als de politie heenging. Toen deze d t aanvan e- lijk deed, gingen de oud-strijders verder in üe richting van het Parlement. Toen ze echter wat te dicht kwamen, wilde de politie weer gaan op treden en zooals het dan gewoonlijk gaat, wordt er geroepen, geraasd en getierd. Iemand schreeuwt „Vooruit, laat ons binnendringen" en in hun roes van opgewondenheid wordt die kreet met luid- ruchtigen bijval beantwoord, herhaaldin daden omgezet. De eerste mannen die het Par lement dan ook binnenkwamen, waren erg ont hutst en verlegen, wisten amper hoe zich te hou den en namen hoed of pet in aarzelende beweging af. Er moest natuurlijk weer een zondebok zijn. De Franskiljonsche pers van- Brussel had hem gauw gevonden, 't Waren natuurlijk de Vlamin gen. Ook werd de voorzitter van den Vlaamschen Oudstrijdersbond, Dr. J. Verduijn, aangehouden. De voorzitter der Waalsche bonden liet men met rust. De Oud-strijders wilden nu op 15 Aug. een protest-betooging houden ten einde Verduijn vrij te hebben. Maar gezien de gemoederen dei- Vlamingen den laatsten tijd erg opgewonden waren en het wel eens zou kunnen gebeuren dat er iets anders achter school, werd die betoo ging verboden. Tot overmaat van ramp voor de hooge heeren schreef een aotivitisch blad in Hol land, dat de groote slag rond 15 Aug. zou gele verd worden. De kaaksbeenderen der officieele wereld klapperden, de knieën knikten, de revo lutie stond voor de deur. Met koortsachtige haast begonnen de militairen aan prikkeldraadver sperringen te werken in het Brusselsche park, om de neutrale strook vóór het Kamergebouw te beschermen. De verloven der soldaten wer den ingetrokken. In verschillende openbare ge bouwen zouden troepen samengetroklten worden. Antwerpen met voorsteden werd in 't geheim, maar in feite dan toch, in verscherpten staat van beleg gesteld. De verschillende plaatsen werden bepaald waar troepen moeten samengetrokken worden en waar de mitrailleusen moeten opge steld worden om den opstand in 't bloed te smo ren. De Nationale Bank moest haar gelden in veiligheid brengen. Dit alles geschiedde in stilte, de lagere officieren werden uit het geheim der goden gehouden. Bij alle weldenkende menschen hebben deze zotte maatregelen een grooten spotlach verwekt 't Zou inderdaad belachelijk zijn, als 't leven niet zoo diep treurig was. 't Is krankzinnig te beweren dat er van wege de Vlamingen nu een revolutie te verwachten is. Maar 't is zeker dat door deze provoceerende houding der overheid het Vlaamsche volk meer en meer ontstemd wordt. Ook onder de soldaten heersente groote ver bittering' omdat men de verloven introk. 'tWas overal kermis en feest op dat oogenblik. in plaats van zooveel mogelijk verlof te geven en die jongens naar huis te zenden, hiela men ze achter de tralies der kazernes opgesloten. De hoo ge heeren, die den bibber op het lijf gekregen heb ben tengevolge van eenige lage artikelen in de franskiljonsche pers, doen niet minder dan een revolutie provoceeren. „En," zoo zegt de Antwerpsche Volksgazet, „het ligt dus in de macht van den eersten den bes ten kwast om in den vreemde een staatsgevaarlijk artikel neer te pennen, om soldaten en politie, machinegeweren en kardoezen te mobihseeren. Kan het nog zotter OPZET OF TOEVAL? Wij lezen in „De Tijd": „Dezer dagen had de huldiging plaats van prof. dr. J. Ritzema Bos, een dier geleerden, waarop Nederland terecht trotsch mag zijn. Na door verschillen den gehuldigd te zijn, voerde prof. Rit zema Bos zelf het woord en zeide aan het slot zijner rede: „Spreker heeft de wetenschap niet verdaagd tot hulpmiddel oim roem of winst te bejagen, maar haar gesteld in dienst van den Almachtige. Als spr. iets geweest is voor de wetenschap en de bodemcultuur, is dat niet zijn ver dienste: de eigenschappen en talenten daartoe werden hem meegegeven; hij heeft ze slechts gebruikt Als er gehul digd moet worden, dan „soli Deo glo ria" (Aan God alleen de eer). Nu trof het ons, dat èn „N. Rotter- damscbe Courant" èn „Het Vaderland" wel melding maakten van de verklaring van prof. Ritzema Bos, dat hij de ta lenten, die hem gegeven waren, had ge bruikt, doch overigens met geen woord repten van bovenstaande heerlijke uitiug van groot geloof, van waren gods dienstzin, van afhankelijkheid aan God, zoo openlijk uitgesproken door dezen man van hooge wetenschap. Moeten wij hier aan een toeval den ken? Wij veronderstellen het. Waar blijft intusschen, dat de loute re rededienst, gepaard met een geest van hoogmoedf nog steeds rondwaart in de kringen der vrijzinnige Wetenschap, en dan kunnen wij de gedachte niet van ons afzetten, dat opzettelijk achterwege bleef deze nederige erkenning, dat ook het hooggeleerde schepsel etjn schepsel is en blijft, dat van zijn Schepper af hankelijk is, aan Dezen alles te danken heeft." Mocht zulks het geval zijn, dan ware alle andere beschouwingen daargelaten reeds prof. Ritzema Bos onrecht aange daan, door weg te laten eene verklaring, waaraan door dezen blijkbaar groote waar da werd gehecht. „DéFAITISTEN." V Het „Centr." schrijft: „Men kient- dit woord, diat tijdens den wereldt-oorloe: in zwang kwam. Het werd speciaal in de Entente- landen veelvuldig gebezigd, om in 't algemeen diegenen te treffen, die voor het herstel van dien vrede en een zoo spoedig mogelijk beëindigen Yan het bloedvergieten ijverden. Wie het woord, „vredte" in den mond nam, was een >,d!éfaiiti&t". werkte voor de nederlaag, gold bijna voor een ver rader van zijn land. Men. schijnt dit woord nu ook op onzen nationalen bodem burgerrecht te willen verschaffen. Wie voor bezuiniging en inkrim ping van bewapening opkomt, heet een „défaitis-t." Het ils de heer C. K. Elout die deze uitvinding heeft gedaan en in vollen ernstin een artikel van de „Toorts spreekt van „onze défaltisten. Hii heeft daarbij o.a. do katholieken op het oog en verwijst ook zijnerzijds naar ÏBelgië, als stond ecn oorlog voor de deur. „Zelfs loopt het gerucht." schrijft hij. „dat de Minister van Oorlog in de weldra bekend te maken be groot i n zal toonen, voor den aandrang der dêfaitis. ten te zwichten, door de legersterkte te verminderen. Nog meer te vermin deren! Ik zal het niet gelooven vóór ik het zie." Het „Centr." verklaart te vreeizeu, dat die heer Elout het zien zal en besluit dan „Maar intusschen heeft hii zijn von nis reeds klaar en signaleert hij het .•défaitisme" als „wassend in den on tmonden bodem van het moeras der electorale speculatie. Dat men om andere, betere hoogere redenen, dan aan zulk een speculatie ontleend, voor beperking van militaire lasten en verlichting van den militai- ren druk kan zijn, en ook moet zijn schijnt tot dezen schrijver niet door te dringen. Hii staat met zijn brandmerk ge reed. Maar het zal. meenen wu. slechts weinigen deren. ook bij zijne Vlaam sche lezers, diie van zii-n artikel zeker voor het grootste deel wel met zeer ge mengde gevoelens zullen kennis nemen." De Berlijnsche ochtendbladen van gis teren wijden vee] aandacht aan het nieuwe offensief der Russen, dat Moskou nu offi cieel afkondigt. Het Russische stafberieht spreekt overigens wel van de bezetting van plaateen bii Bjelostok. maar bevestigt het gerucht over de bezetting dier plaats zelf niet. Ten Zuid-Oosten van Gholm wordt al gevochten. Boedjenny rukt op tegen Za- mosze. Bij Belza golft de strijd heen en weer. Op het noerderfront is weinig gevechts- aanraking. Hier duurt de hergroepeering der Pooleche strijdkrachten op de lioie Grajewo-Ossowiec voort. Het aantal krijgsgevangenen der Bolsje wistische legers ia het noorden wordt tot dusver op 107,000 geschat. Het aantal ge sneuvelde en zwaar gekwetste vijanden be draagt meer da-n 50,000. Het wordt bewaar heid dat sterke vijandelijke troepen-contin genten dooi' Oost-Pruisen getrokken zi)a zonder geïnterneerd te worden, en dat zij thans trachten zlc^ te versterken in de streek van Soewalki. FRANSCHE PERSSTEMMEN De correspondent van de Matin te War schau verneemt, dat de voorzitter van de bolsjewistische delegatie op de vierde bijeen komst te Minsk opeens van houding veran derde. De Sovjet-regeering was, volgens hem volkomen bereid haar stellinggj, aangaande de Poolsche grenzen en d© ontwapening op te geven. Danisjefsky sprak er ziin verba zing over uit. dat de Poolsche verklaring al le bolsjewieksche voorwaarden verwierp, zonder iets daarvoor in de plaats te stellen. Dabsiki verklaarde dat hieruit, dat alle sov- jetvoorwaarden een inbreuk bedoelden op Polen's zelfstandigheid en dus elke beraad slaging op dien grondslag onmogelijk was. Teen vroeg Danisjefsky hem de Poolsche voorwaarden te formuleeren. Deaelfde correspondent betoogt: Voor Polen staan er drie wegen openeen wapen stilstand, maar geen vrede, sluiten: een vrede sluiten op de door Lloyd George ■aangegeven basis, en. ten dorde, vrede slui ten en terug keeren tot het oude Poolsche program, diat onder het mem van het zelf beschikkingsrecht der volken het plan van Rusland'a verbrokkeling nauwelijks ver bergt. Verscheiden Poolsche staatslieden van meer of minder Oostemrijksche afkomst ver kiezen zulk een eraotischen toestand in het Oosten. De Fransch-gezinde Polen daaren tegen verlangen, dat Polen zich tegen een sterk en welwillend Rusland aanleune. Dan echter mag niet met de Sovjets vrede gesloten worden. De Poolsche overwinning kan misschien leiden tot de ineenstorting van 't bolsjewis me, maar daartoe mag een anti-Russische politiek niet in Rusland zegevieren. Als men Lloyd George's combinatie aanneemt, stelt men RuslancFs herleving eenige maanden, misschien eenige jaren achteruit. De aan neming van het oude Poolsche vredes-pro- gram zou nog hedlloozer gevolgen hebben. Het zou Rusland tot Duitsehland's yriend en polen's vijand maken. De Gaulois meent, dat Moskou van zins is tijd te winnen door den vrede of den wapen stilstand te teekenen en intusschen de Polen te bewerken door propaganda en door de daar bestaande binnenlamdsche oneenig- heden weer op te wekken. De Vredesonderhandelingen. De Warschausche correspondent van de Daily Chronicle seint: Sterk door zijn over winning heeft Polen de sowjet-regeering ge dwongen de verplaatsing van de vredeson derhandelingen naar Riga goed te keuren. Zoodoende heeft het een eind gemaakt aan de komedie te Minsk. De z.g. gedachten- wisseling daar is geëindigd met een ver klaring van de Poolsche delegatie, die vrij wel gelijk staat met een ultimatum. In die verklaring zegt de delegatie dat de bolsje- wiki. teen zij Warschau in hun macht meenden te hebben, de beginselen die zij zeggen aan t© hangen verloochenden en trachtten Polen voorwaarden op te leggen, als van een overwinnaar aan een overwon nene. Als Rusland deze voorwaarden hand'- haaft zal dat „oorlog tot het uiterste" ten gevolge hebben, want Polen zal er zich nooit aan onderwerpen. DE DREIGENDE MIJNWERKERS STAKING IN ENGELAND. De complete uitslagen der miinwerkersver- kiezmg zijn thans in het bezit van de Mijn werkersfederatie en ofschoon deze cijfers niet geschikt zijn voor publicatie, is bekend, dat een meerderheid van tweederden is verkre gen, welke ncodig is voor dat ae Federatie een algemeene staking kan afkondigen. De minderheid is evenwel grooter 'dan de leiders verwachten en daar de openbare mee ning ernstig tegen de staking gekant is. heelt het geloof de overhand, dat door an dere vakvereenigingen druk zal worden uit- 'geoefend ten gunste van een vreedzame op lossing van het conflict. De kwestie betrof bij den aanvang den eisen der mijnwerkers om te beslissen over de wijze van het gebruik der winsten der kolen gedisiribueerd uit de mijnen, over wel ke ae regeering de conrole heeft. De mannen eischen, dat de winsten worden aangewend tot verhooging der Iconen met twee shilling per ploeg en aanzienlijke vermindering van den prijs der huishoudkolen. De regeering heeft definitief de eischen der mijnwerkers afgeslagen, omdat zooals zij uiteenzet, de binnen! andsche verbruikers thans kolen tegen lageren prijs krijgen ten gevolge van den uitvoer en daarvan moet het irelieete land profiteeren. De onderhandelingen tusschen de regee ring en de mijnwerkers hierover mislukten en de staking werd uitgeschreven. Verwacht wondt, dat heden een bemidde lingspoging zal worden gedaan door de Triple Alliance. Het is bekend, dat de spoorwegarbeiders en de transportarbeiders die met de mijnwerkers de Triple Alliance vormen, tegen de staking zijn en beweerd wordt, dat dergelijke pogingen den mijnwer kers zelfs welkom zullen ziin. DE SPAAN SCHE KABINETSCRISIS. In den loop van een kabinetsraad verklaar de Dato, dat hij het ingevolge de onherroe pelijke onsiagaanvraag van den minister van binnenlarjdsche zaken gewenscht hakt geacht, stappen ie doen om verschillende groepen, die aan de conservatieve partij ver want zijn. tot medewerking aan de regee ring te bewegen. Deze stappen zijn niet vol komen geslaagd en daarom vond hii het noodig, de zaak aar. ziin ambtgenooten voor te leggen. Deze hebben daarop allen 'hun ontslag gevraagd. FRANKRIJK EN DE STEENKOOL. 'Enkele Fransche bladen meenen. dat de staking der mijnwerkers, die Engeland be dreigt. dit land zal nopen tot dezelfde mee ning over de bolsjewiki als Frankrijk. Smil- lie zal tegen zijn wil geholpen hebben om de Entente te bevestigen. De kwestie is voor Frankrijk des te belangrijker omdat de ko- lenproductie vermoedelijk nog lange jaren onvoldoende zat blijven. De Fransche mijnen BEANTWOORD. Op een vergadering begon de spreker: „Zeer geachte heeren." Nauwelijks had hii die woorden gespro ken. of er werd met een rotten appel naar hem gegooid. De spreker keerde zich naar den hoek, vanwaar 't projectiel kwam. en zei vurig: „Je behoeft niet gooien ik zei 't niet tegen jou DE REDEN. KindermeidIk had 't kind even uit 't oog verloren, mevrouw en toen...." Mevrouw: Goeie hemel en heb je toen een politie-agent aangesproken?" Kindermeid: „Nee mevrouw ik had al dien tijd er mee gepraat-'' voorzien nauwelijks in een derde der natio nale behoeften. Reeds zendt Engeland io plaats van maandelijks 1,500.000 ton maar 750..000. Daarvan laat de hoedanigheid te wenschen en is de priis buitensporig. Er wordt aangespoord zich om steenkool tot de Ver. Staten te wenden. Dit is het eenige land. dat meer kolen dan voor den oorlog voort brengt. De priis is er pas aanzienlijk ver laagd en de kolen vrachtprijs van Amerika naar Frankrijk bedraagt de helft van die van eenige maanden geleden. De aanvoer, van Duitsche kolen stijgt en nadert de 1.600.000 ton maandelijks, te Spa voorge schreven. Alles bii elkaar zal Frankrijk van den winter wat meer en goedkooper kolen hebben dan veleden iaar. DE STAKING TE STUTTGART. De toestand der staking is onveran derd gebleven. Een vergadering van arbeiders- uit Groot-Stuttgart heeft erkend, dat üe strijd niet om den belasting-aftrek gaa/t, daar de arbeiders bereid zijn dien aftrek te aanvaarden. De regeering heeft daarop geantwoord dat ^ij op dien grondslag tot onderhan< delen bereid is. Gisteren begonnen Üe besprekingen tusschen haar en een oom' missie uit de stakingsleiding. De burgerlijke bladen zijn weer Ver schenen. DE BOLSJEWISTEN EN WRANGEL De Russische delegatie in Londen heeft bekend gemaakt, aldus meldt de „Daily, Telegraph", dat zij het volgende telegram uit Moskon heeft ontvangen d.d 30 dezer: ;J)e door generaal Wrang-el gelande troepenmacht in Koeban is volkomen ver» mietigd. Nadat die roode troepen haar had* den verslagen, sneden zij haar veribm- dings linie af, omsingelden haar en ver- nielden bij een nachtelijken overval haar, hoofdkwartier. In het Noorden van Tan- rië is de regeering van Wrangel geheel verslagen; zij honlt thans alleen nog maar die Krim bezet." Dit bericht is nog niet van andere zijde bevestigd. BEDREIGD? De berichten uit Moskon zijn onderling tegenstrijdig, maar het meerendeei ervan stelt vast, dat de heerschappij der Sovjets bedreigd wordt. De geruchten over moord* aanslagen op Lenin en Trotsky, of opstaan den tegen de bolsjewistische heerschappij, willen niet verstommen. Enver Pasja, dia in Moskou is aangekomen, om met da bolsjewistische leiders een veldtocht tegen Engeland te organ iseeren, vindt na da groote bolsjewistische nederlaag, nog maar weinig tegenliefdte. GEMENGDE BUITENL BERICHTE* Knoeierijen te jWeemen. In (de Enzesfelder munitie-fabriek' bft We enen zijn knoeierijen tot een bedrag van verscheidene millioenen ontd,ekt« Hooggeplaatste personen van het bestuur, zijn jn hechtenis genomen. De productie van de fabriek werd naar het buitenland gesmokkeld. Te Hamburg zijn 300 personen ge;-: arresteerd, die samen eene dievenblende( vormden, welke de kooplieden en de spoorwegen voor ruim 30 millioen heb-: ben bestolen door de goederenzendingen te berooven. In verschillende deelen dec stad zijn groote hoeveelheden gestolen goederen jn beslag genomen, terwij l even-: eens groote partijen reeds naar het but* ten land uitgevoerd zijn. De Engeteche minister van arbeid, die tussehenbeide gekomen is in het ge schil in de electriciteits-industrie, hoopt, dat er overeenstemming bereikt zal kun nen worden voor Zaterdag, den dag waar op de uitsluiting beginnen zou. De verplichting voor Lkigelsche schie pen om machtiging tot uitvaren aan te vragen is opgeheven. Engelsche schapen kunnen thans weer vrij alle reizen on dernemen. iVrjj naar hei Fraosch van E. Enauit o.) Levendig getroffen door het out set tend schouwspel, dat de na tuur op dit oogenblik aanbood, dacht hel jonge meisje in 't geheel niet aan het zonder linge, het onkiesche, het gevaarlijke wellicht van zich alleen des avonds op een zoo afge legen plaats te bevinden, met een jongeling, dien zij niet kende. Ongetwijfeld was zij te rein om zich hierover ernstig bekommerd te gevoelen Bovendien was het vriendelijk en eerlijk gelaat en de eerbiedige, bijna ver legen, houding van haar metgezel, voldoende om haar volkomen gerust te stellen. Hij bleef DP eenige schreden afstand en durfde haar nauwelijks aan te zien, uit vrees, haar door gebaren of bewegingen schrik aan te jagen. Eensklaps deed een nog zwaarder donder dag de aarde trillen en slaakte het meisje Kn angstkreet. Onwillekeurig sprong Her- inan op, als wilde hij haar tegen de woedende dementen verdedigen, .waartoe hij in dat oogenblik zoo al niet de kracht, dan toch den meed zou geliad hebben en ging liij voor haar staan. „Wees gerust, mejuffrouw," zeide hij, glim lachend over dit heldhaftig voornemen, een middeleeuwsch ridder waardig, ,,'t onweer zal u niet treffen: ik ben er om üte beschermen." Vol vertrouwen antwoordde hem 't meisje: „O, ik geloof wel, mijnheer, dat ik niets te vreezen heb. En legen den regen zijn wij ten- minsle beschut. Bovendien schijnt de storm te bedaren, de bliksemschichten worden zeld zamer, de wind gaat reeds liggen, over em kwartier hebben we weer goed weer." „Dat geloof ik pok," antwoordde Herman in gedachten; „ik vrees, da twij over een paar minuten zelfs reeds mooi weer zullen hebben." j,Vreest gij dat mijnheer? Vindt gie dan het schouwspel, dat een orkaan aanbiedt, zóó be wonderenswaardig „Zeer zeker," antwoordde hij, ,,'k vind niets zóó indrukwekkend, zóó verheven als de machtig© strijd der elementen in de natuur. En heeft dat voor u niet veel aantrekkelijk heid, mejuffrouw?" „Ik ben er bevreesd voor, zooals gij zoo- even hebt kunnen opmerken. En men kan be zwaarlijk datgene bewonderen, waarvoor men angst gevoelt. Bovendien ben ik er zeker van, dat men zich op dit oogenblik ongerust maakt over mijn afwezigheid, en ook dit maakt mij thans minder geschikt voor bespiegelingen." Toen Herman dit vernam, wilde hij onmid dellijk de hut verlaten. „Waar gaat gij heen, mijnheer?" vroeg het jonge meisje verwonderd. „Ik zal uw vader gaan verwittigen, dat gij hier veilig en tegen het onweer beveiligd zijt." „Kom terug, mijnheer," riep zij uit; „het regent nog hard en het weer 1S n0g njet ge heel bedaard. Bovendien, ik heb noch vader, noch mceder meer. Op hel hooren van die laatste woorden keerde Herman terug. „Ik dacht," zeide hij aarzelend, „dat ma joor Ornulf „Majoor Ornulf is slechts mijn voogd. Mijn vader was koopman te Schwerin en sedert vier jaar betreur ik zijn verlies." Herman was zoo aangenaam verrast, toen hij vernam, dat majoor Ornulf haar vadei niet was, dat hij moeite had, zijn voldoening niet door woorden lucht te geven, maar hij bedwong zich, toen hij op haar lieftallig ge laat zag, dat de herinnering aan het v-er- ledene haar treurig stemde. Zelfs werd hij ernstig en peinzend, de schimmen zijner over leoen ouders rezen voor zijn geest op en met een van aandoening trillende stem, zei de hij: „Als een en netzelfde ongeluk de Helen verbroedert, zijn wij broeder en zuste*, want ook ik ben wees." Het jonge meisje scheen geroerd, zij begon met haar metgezel met meer opmerkzaamheid op te nemen, aan zij tot nu toe gedaan had. lie heimelijke sym pathie, die zijn kiesche en aangename manieren in haar opwekte, nam zichtbaar toe, toen zij opmerkte, dat hij een llinke ge stalte, groote sprekende oogen, fijne en regel matige trekken, een hoog en fraai gevormd voorhoofd en glanzende zware haren had. Wel is waar was hij bleek, maar zelfs dit gaf aan zijn .wezen iets aantrekkelijks. „Die jonkman heeft werkelijk een mne- mena uiterlijk," zeide de jonge onbekende tot zich zelve. f iWat Herman betreft, met stoetsgewijze blikken bespiedde hij het schoone meisjes. Hij bewonderde haar glanzend gelaat en haar fraaie blauwe oogen, haar doorschijnends huid en golvende blonde lokken, haar slanks gestalte en sierlijk» handen. j Nu en dan bemerkte hij, dat haar wangen zich purperrood kleurden. Toch .was dit niet het hooge rood der schaamte, want zij ge voelde niet, dat ril zoo aandachtig Wérd ga degeslagen, ongetwijfeld was dit dus het ken merk eener g&neimzinnige kwaaL „Zwak gestel, overgevoelige natuur," pre- velde Herman. „Misschien lijdt zij of gevóelt zich niet gelukkig bij majoor Ornulf. Voor zulk een man is üet onmogelijk zulk een lief lijk wezen te he minnen zooals zij verdient." De beide jongelieden bleven eenige oogen- blikken in nadenken verzonken. Het onweer was nu voorbij, alleen de ré gen viel in stroomen neder. Weldra zetten zij hun onderhoud voort en noemde Horman tiaar zijn naam. Zijn gezellin vertelde hem daarop dat zij Wilhelmina Aurich heetta en ongeveer zestien jaar oud was. Toen hjj| haar zijn verwondering te kennen gal, dat hij haar nimmer ontmoet had, noch bij dokter Savarus, noch in een der huizen, waar gewoonlijk de levenslustige famiiiën van Murilz bij elkaar kwamen gaf zij ten ant woord, dat zij door haar wankelende gezond heid voor alle partijen in de groote wereld moest bedanken, en zich als afleiding allee® kleine tochtjes per bootje naar het eiland mocht veroorloven, dat zij van roeien nieid en gaarne de twee zwanen kwam opzoeken, die veel genegenheid voor E ar hadden.' (Wordt vervoIgd.]j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5