TWEEDE BLAD
Het Zwaneneiland
Wat de Fers zegt
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Brieven uit België.
ONS VROQUJK HOEKJE.
WOENSDAG I SEPTEMBER 1920
DE POOLSCri-RUSSISCHE 00RL0S.
de heerschappij der sovjets
{Van onzen correspondent.)
Mystificatie in de „Nieuwe Groene". -
Het begin van liet Ylaamsche rechtsher
stel. De onrust in het land. Revolu
tievrees.
Er is in Vlaanderen en in België heel wat ge
beurd sinds mijn laatste correspondentie wel
ke door mijn vacantie buitenslands niet meer
werd vervolgd in dit blad verscheen.
Eerst de tragische moord op den jongen Vla
ming Van de Keek op den Guldensporendag 11
Juli) te Antwerpen, daarna de veroordeeling tot
10 jaar gevangenisstraf van Lod. Dossel wegens
zoogenaamd activismetoen de overrompeling
van het Parlement door de oud-strijders en ten
slotte de aanneming door de Tweede Kamer van
de wet van de vervlaamsching van het bestuur
in Vlaanderen.
't Zouden vijgen na Paschen zijn, nog uitvoe
rig op sommige dezer gebeurtenissen terug te ko
men. De Nederlandsche pers en ook dit blad heb
ben er voldoende bizonderheden over gegeven.
Sommige bladen zelfs op oneerlijke wijze. Zoo
zagen we in De Nieuwe Amsterdammer (alias
de Nieuwe Groene) een vervalschte foto van den
jongen Vlaamschen held Van den Reek op zijn
sterfbed. Op de oorspronkelijke foto droeg de
jongen een rozenkrans om den hals. Op de plaat
in de Nieuwe Groene is deze rozenkrans wegge
retoucheerd. Men begrijpt met welk doel 1 Welk
een kleinzielig gepeuter 1 Maar niemand zou het
immers merken, hoe kon men in Holland weten
dat op de oorspronkelijke foto een rozenkrans
te zien was0
Is de moord op Vsn den Reek de meest xiü*
gische van deze gebeurtenissen, de meest verblij
dende is wel de aanneming door de Kamer van de
wet betreffende het gebruik der talen in bestuurs
zaken. Volgens deze wet moeten in de provinciën
Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen
Limburg, in het arrondissement Leuven en mits
eenige voorbehoudingen in het arrondissement
Brussel de besturen van den Staat, alsmede de
besturen, staande onder het toezicht van den Staat
of door dezen ingericht, de Staatsbedrijven en de
vergunde ondernemingen zooals de Nationale
Bank, de Mij. der Buurtspoorwegen, de Nationale
Mij. voor Drinkwatervoorziening enz., gebruik
maken van de Vlaamsche taal voor hunne inwen
dige diensten en voor hunne briefwisseling met
elkander, of met cfe centrale departementen der
besturen en der ondernemingen aan deze onder
worpen. In de provinciën Luik, Luxemburg,
Namen en Honegouw in en het arrondissement
N ij vel moet op dezeifoe wijze van de rranschs
taal gébruik gemaakt worden. Dezelfde bepalingen
zijn eveneens van toepassing op de bestuurs
diensten van de provinciën en van de gemeenten,
alsmede op de bedrijven of vergunde ondernemin
gen, afhangende van de provinciën en gemeenten
die in bovengenoemde opsomming zijn begrepen.
Deze wet is de eerste gelijkheidswet die de oplos
sing van het Vlaamsche vraagstuk inleidt. Ze
is het begin van een reeks wetten die de Vlamingen
eindelijk na eeuwenlangen strijd gelijk zal manen
aan de Walen. Hoopt men tenminste l
Verblijdend is vooral dat deze wet werd aan
genomen met een groote meerderheid, (95 stemmen
teeen 43 en 9 onthoudingen), dank zij den steun
vak Waalsche volksvertegenwoordigers, die den
Vlaamschen rechtseisch hebben doorgevoerd
spijts de geweldige tegenwerking der franskil-
jonsche pers. Want deze laatste ging en gaat
daarover nog te keer als een wild beest. „La Ga
natte" noemt deze wet ,,de wet von Bissing.'
De fameuze „Soir" schrijft dat „de Kamer het
testament van von Bissing uitvoert." De Assem-
blée Wallonne heeft een oproep gericht tot de
Waalsche bevolking, die besloten wordt met den
opruienden zin: „De stemming van deze wet
op 6 Augustus is een zegepraal voor Duitschland,
een beleediging voor Frankrijk, een uitdaging
*an Wallonië.
Intusschen moet de wet nog naar den Senaat,
waar ze naar aller vermoeden lang niet zoo grif
zal gestemd worden als in de Kamer.In de Senaat
toch is het democratisch element, dat zoo sterk
staat in de Kamer, niet genoegzaam vertegen
woordigd, terwijl „de oude grijs- en kletskoppen"
die daar zetelen, niet zoo gemakkelijk van hun
Ingeboren ideeën en vooroordeelen zijn af te bren-
gen. De eerbiedwaardige senatoren zijn reeds be-
gonnen met de bespreking der wet te verdagen
tot 28 September, niettegenstaande er door hoogst
Invloedrijke mannen op gewezen werd, dat drin
gende behandeling noodzakelijk was om de rust
in het land te herstellen.
Ja, die rust of liever die onrust in het land 1
't Is komiek om daar van te hooren. Want
te oordeelen naar de maatregelen die er overal
door de militaire overheid getroffen worden,
Btaan we hier voor niets minder dan voor een re
volutie.
Wat is er van de zaak .-
De lezers van dit blad hebben uitvoerig gele
ien hoe het Belgische Parlement overrompeld
werd door de oud-strijders. Ik ben ooggetuige
geweest van die overrompeling, nam zelfs een foto
terwijl de politie achter me zat om den gevaar
lijken getuige „kiekkast" weg te jagen. Heel die
Overrompeling is een spontane daad geweest
ronder vooropgezet plan. Men weet, hoe het toe
gaat bij betoogingen, bizonder van heethoofdige-
mannen zooals de Belgen nu eenmaal zijn. Hun
Btoet ging in de richting van het Parlement, niet
om er binnen te dringen, maar om te betoogen
ïn te laten zien dat het inderdaad ernstig was
met hun vraag om 10.000 francs vergoeding voor
den aan het vaderland bewezen dienst. De politie
wilde hen tegenhouden, maar dat verlangden ze
riet. Ze antwoordden dat ze kalm zouden blijven
als de politie heenging. Toen deze d t aanvan e-
lijk deed, gingen de oud-strijders verder in üe
richting van het Parlement. Toen ze echter wat
te dicht kwamen, wilde de politie weer gaan op
treden en zooals het dan gewoonlijk gaat, wordt
er geroepen, geraasd en getierd. Iemand schreeuwt
„Vooruit, laat ons binnendringen" en in hun roes
van opgewondenheid wordt die kreet met luid-
ruchtigen bijval beantwoord, herhaaldin
daden omgezet. De eerste mannen die het Par
lement dan ook binnenkwamen, waren erg ont
hutst en verlegen, wisten amper hoe zich te hou
den en namen hoed of pet in aarzelende beweging
af.
Er moest natuurlijk weer een zondebok zijn.
De Franskiljonsche pers van- Brussel had hem
gauw gevonden, 't Waren natuurlijk de Vlamin
gen. Ook werd de voorzitter van den Vlaamschen
Oudstrijdersbond, Dr. J. Verduijn, aangehouden.
De voorzitter der Waalsche bonden liet men met
rust. De Oud-strijders wilden nu op 15 Aug. een
protest-betooging houden ten einde Verduijn
vrij te hebben. Maar gezien de gemoederen dei-
Vlamingen den laatsten tijd erg opgewonden
waren en het wel eens zou kunnen gebeuren
dat er iets anders achter school, werd die betoo
ging verboden. Tot overmaat van ramp voor de
hooge heeren schreef een aotivitisch blad in Hol
land, dat de groote slag rond 15 Aug. zou gele
verd worden. De kaaksbeenderen der officieele
wereld klapperden, de knieën knikten, de revo
lutie stond voor de deur. Met koortsachtige haast
begonnen de militairen aan prikkeldraadver
sperringen te werken in het Brusselsche park,
om de neutrale strook vóór het Kamergebouw
te beschermen. De verloven der soldaten wer
den ingetrokken. In verschillende openbare ge
bouwen zouden troepen samengetroklten worden.
Antwerpen met voorsteden werd in 't geheim,
maar in feite dan toch, in verscherpten staat van
beleg gesteld. De verschillende plaatsen werden
bepaald waar troepen moeten samengetrokken
worden en waar de mitrailleusen moeten opge
steld worden om den opstand in 't bloed te smo
ren. De Nationale Bank moest haar gelden in
veiligheid brengen. Dit alles geschiedde in stilte,
de lagere officieren werden uit het geheim der
goden gehouden.
Bij alle weldenkende menschen hebben deze
zotte maatregelen een grooten spotlach verwekt
't Zou inderdaad belachelijk zijn, als 't leven
niet zoo diep treurig was.
't Is krankzinnig te beweren dat er van wege
de Vlamingen nu een revolutie te verwachten is.
Maar 't is zeker dat door deze provoceerende
houding der overheid het Vlaamsche volk meer
en meer ontstemd wordt.
Ook onder de soldaten heersente groote ver
bittering' omdat men de verloven introk. 'tWas
overal kermis en feest op dat oogenblik. in
plaats van zooveel mogelijk verlof te geven en
die jongens naar huis te zenden, hiela men ze
achter de tralies der kazernes opgesloten. De hoo
ge heeren, die den bibber op het lijf gekregen heb
ben tengevolge van eenige lage artikelen in de
franskiljonsche pers, doen niet minder dan een
revolutie provoceeren.
„En," zoo zegt de Antwerpsche Volksgazet,
„het ligt dus in de macht van den eersten den bes
ten kwast om in den vreemde een staatsgevaarlijk
artikel neer te pennen, om soldaten en politie,
machinegeweren en kardoezen te mobihseeren.
Kan het nog zotter
OPZET OF TOEVAL?
Wij lezen in „De Tijd":
„Dezer dagen had de huldiging plaats
van prof. dr. J. Ritzema Bos, een dier
geleerden, waarop Nederland terecht
trotsch mag zijn. Na door verschillen
den gehuldigd te zijn, voerde prof. Rit
zema Bos zelf het woord en zeide aan
het slot zijner rede:
„Spreker heeft de wetenschap niet
verdaagd tot hulpmiddel oim roem of
winst te bejagen, maar haar gesteld in
dienst van den Almachtige. Als spr.
iets geweest is voor de wetenschap en
de bodemcultuur, is dat niet zijn ver
dienste: de eigenschappen en talenten
daartoe werden hem meegegeven; hij
heeft ze slechts gebruikt Als er gehul
digd moet worden, dan „soli Deo glo
ria" (Aan God alleen de eer).
Nu trof het ons, dat èn „N. Rotter-
damscbe Courant" èn „Het Vaderland"
wel melding maakten van de verklaring
van prof. Ritzema Bos, dat hij de ta
lenten, die hem gegeven waren, had ge
bruikt, doch overigens met geen woord
repten van bovenstaande heerlijke uitiug
van groot geloof, van waren gods
dienstzin, van afhankelijkheid aan God,
zoo openlijk uitgesproken door dezen
man van hooge wetenschap.
Moeten wij hier aan een toeval den
ken? Wij veronderstellen het.
Waar blijft intusschen, dat de loute
re rededienst, gepaard met een geest
van hoogmoedf nog steeds rondwaart in
de kringen der vrijzinnige Wetenschap,
en dan kunnen wij de gedachte niet van
ons afzetten, dat opzettelijk achterwege
bleef deze nederige erkenning, dat ook
het hooggeleerde schepsel etjn schepsel
is en blijft, dat van zijn Schepper af
hankelijk is, aan Dezen alles te danken
heeft."
Mocht zulks het geval zijn, dan ware
alle andere beschouwingen daargelaten
reeds prof. Ritzema Bos onrecht aange
daan, door weg te laten eene verklaring,
waaraan door dezen blijkbaar groote
waar da werd gehecht.
„DéFAITISTEN." V
Het „Centr." schrijft:
„Men kient- dit woord, diat tijdens den
wereldt-oorloe: in zwang kwam.
Het werd speciaal in de Entente-
landen veelvuldig gebezigd, om in
't algemeen diegenen te treffen, die
voor het herstel van dien vrede en een
zoo spoedig mogelijk beëindigen Yan
het bloedvergieten ijverden.
Wie het woord, „vredte" in den mond
nam, was een >,d!éfaiiti&t". werkte voor
de nederlaag, gold bijna voor een ver
rader van zijn land.
Men. schijnt dit woord nu ook op
onzen nationalen bodem burgerrecht te
willen verschaffen.
Wie voor bezuiniging en inkrim
ping van bewapening opkomt, heet een
„défaitis-t."
Het ils de heer C. K. Elout die deze
uitvinding heeft gedaan en in vollen
ernstin een artikel van de „Toorts
spreekt van „onze défaltisten.
Hii heeft daarbij o.a. do katholieken
op het oog en verwijst ook zijnerzijds
naar ÏBelgië, als stond ecn oorlog voor
de deur.
„Zelfs loopt het gerucht." schrijft hij.
„dat de Minister van Oorlog in de
weldra bekend te maken be groot i n zal
toonen, voor den aandrang der dêfaitis.
ten te zwichten, door de legersterkte
te verminderen. Nog meer te vermin
deren! Ik zal het niet gelooven vóór
ik het zie."
Het „Centr." verklaart te vreeizeu, dat
die heer Elout het zien zal en besluit
dan
„Maar intusschen heeft hii zijn von
nis reeds klaar en signaleert hij het
.•défaitisme" als „wassend in den on
tmonden bodem van het moeras der
electorale speculatie.
Dat men om andere, betere hoogere
redenen, dan aan zulk een speculatie
ontleend, voor beperking van militaire
lasten en verlichting van den militai-
ren druk kan zijn, en ook moet zijn
schijnt tot dezen schrijver niet door
te dringen.
Hii staat met zijn brandmerk ge
reed.
Maar het zal. meenen wu. slechts
weinigen deren. ook bij zijne Vlaam
sche lezers, diie van zii-n artikel zeker
voor het grootste deel wel met zeer ge
mengde gevoelens zullen kennis
nemen."
De Berlijnsche ochtendbladen van gis
teren wijden vee] aandacht aan het nieuwe
offensief der Russen, dat Moskou nu offi
cieel afkondigt. Het Russische stafberieht
spreekt overigens wel van de bezetting van
plaateen bii Bjelostok. maar bevestigt het
gerucht over de bezetting dier plaats zelf
niet.
Ten Zuid-Oosten van Gholm wordt al
gevochten. Boedjenny rukt op tegen Za-
mosze. Bij Belza golft de strijd heen en weer.
Op het noerderfront is weinig gevechts-
aanraking. Hier duurt de hergroepeering
der Pooleche strijdkrachten op de lioie
Grajewo-Ossowiec voort.
Het aantal krijgsgevangenen der Bolsje
wistische legers ia het noorden wordt tot
dusver op 107,000 geschat. Het aantal ge
sneuvelde en zwaar gekwetste vijanden be
draagt meer da-n 50,000. Het wordt bewaar
heid dat sterke vijandelijke troepen-contin
genten dooi' Oost-Pruisen getrokken zi)a
zonder geïnterneerd te worden, en dat zij
thans trachten zlc^ te versterken in de
streek van Soewalki.
FRANSCHE PERSSTEMMEN
De correspondent van de Matin te War
schau verneemt, dat de voorzitter van de
bolsjewistische delegatie op de vierde bijeen
komst te Minsk opeens van houding veran
derde. De Sovjet-regeering was, volgens hem
volkomen bereid haar stellinggj, aangaande
de Poolsche grenzen en d© ontwapening op
te geven. Danisjefsky sprak er ziin verba
zing over uit. dat de Poolsche verklaring al
le bolsjewieksche voorwaarden verwierp,
zonder iets daarvoor in de plaats te stellen.
Dabsiki verklaarde dat hieruit, dat alle sov-
jetvoorwaarden een inbreuk bedoelden op
Polen's zelfstandigheid en dus elke beraad
slaging op dien grondslag onmogelijk was.
Teen vroeg Danisjefsky hem de Poolsche
voorwaarden te formuleeren.
Deaelfde correspondent betoogt: Voor
Polen staan er drie wegen openeen wapen
stilstand, maar geen vrede, sluiten: een
vrede sluiten op de door Lloyd George
■aangegeven basis, en. ten dorde, vrede slui
ten en terug keeren tot het oude Poolsche
program, diat onder het mem van het zelf
beschikkingsrecht der volken het plan van
Rusland'a verbrokkeling nauwelijks ver
bergt.
Verscheiden Poolsche staatslieden van
meer of minder Oostemrijksche afkomst ver
kiezen zulk een eraotischen toestand in het
Oosten. De Fransch-gezinde Polen daaren
tegen verlangen, dat Polen zich tegen een
sterk en welwillend Rusland aanleune.
Dan echter mag niet met de Sovjets vrede
gesloten worden.
De Poolsche overwinning kan misschien
leiden tot de ineenstorting van 't bolsjewis
me, maar daartoe mag een anti-Russische
politiek niet in Rusland zegevieren. Als men
Lloyd George's combinatie aanneemt, stelt
men RuslancFs herleving eenige maanden,
misschien eenige jaren achteruit. De aan
neming van het oude Poolsche vredes-pro-
gram zou nog hedlloozer gevolgen hebben.
Het zou Rusland tot Duitsehland's yriend en
polen's vijand maken.
De Gaulois meent, dat Moskou van zins is
tijd te winnen door den vrede of den wapen
stilstand te teekenen en intusschen de Polen
te bewerken door propaganda en door de
daar bestaande binnenlamdsche oneenig-
heden weer op te wekken.
De Vredesonderhandelingen.
De Warschausche correspondent van de
Daily Chronicle seint: Sterk door zijn over
winning heeft Polen de sowjet-regeering ge
dwongen de verplaatsing van de vredeson
derhandelingen naar Riga goed te keuren.
Zoodoende heeft het een eind gemaakt aan
de komedie te Minsk. De z.g. gedachten-
wisseling daar is geëindigd met een ver
klaring van de Poolsche delegatie, die vrij
wel gelijk staat met een ultimatum. In die
verklaring zegt de delegatie dat de bolsje-
wiki. teen zij Warschau in hun macht
meenden te hebben, de beginselen die zij
zeggen aan t© hangen verloochenden en
trachtten Polen voorwaarden op te leggen,
als van een overwinnaar aan een overwon
nene. Als Rusland deze voorwaarden hand'-
haaft zal dat „oorlog tot het uiterste" ten
gevolge hebben, want Polen zal er zich nooit
aan onderwerpen.
DE DREIGENDE MIJNWERKERS
STAKING IN ENGELAND.
De complete uitslagen der miinwerkersver-
kiezmg zijn thans in het bezit van de Mijn
werkersfederatie en ofschoon deze cijfers niet
geschikt zijn voor publicatie, is bekend, dat
een meerderheid van tweederden is verkre
gen, welke ncodig is voor dat ae Federatie
een algemeene staking kan afkondigen.
De minderheid is evenwel grooter 'dan de
leiders verwachten en daar de openbare mee
ning ernstig tegen de staking gekant is.
heelt het geloof de overhand, dat door an
dere vakvereenigingen druk zal worden uit-
'geoefend ten gunste van een vreedzame op
lossing van het conflict.
De kwestie betrof bij den aanvang den
eisen der mijnwerkers om te beslissen over
de wijze van het gebruik der winsten der
kolen gedisiribueerd uit de mijnen, over wel
ke ae regeering de conrole heeft. De mannen
eischen, dat de winsten worden aangewend
tot verhooging der Iconen met twee shilling
per ploeg en aanzienlijke vermindering van
den prijs der huishoudkolen.
De regeering heeft definitief de eischen
der mijnwerkers afgeslagen, omdat zooals zij
uiteenzet, de binnen! andsche verbruikers
thans kolen tegen lageren prijs krijgen ten
gevolge van den uitvoer en daarvan moet
het irelieete land profiteeren.
De onderhandelingen tusschen de regee
ring en de mijnwerkers hierover mislukten
en de staking werd uitgeschreven.
Verwacht wondt, dat heden een bemidde
lingspoging zal worden gedaan door de
Triple Alliance. Het is bekend, dat de
spoorwegarbeiders en de transportarbeiders
die met de mijnwerkers de Triple Alliance
vormen, tegen de staking zijn en beweerd
wordt, dat dergelijke pogingen den mijnwer
kers zelfs welkom zullen ziin.
DE SPAAN SCHE KABINETSCRISIS.
In den loop van een kabinetsraad verklaar
de Dato, dat hij het ingevolge de onherroe
pelijke onsiagaanvraag van den minister
van binnenlarjdsche zaken gewenscht hakt
geacht, stappen ie doen om verschillende
groepen, die aan de conservatieve partij ver
want zijn. tot medewerking aan de regee
ring te bewegen. Deze stappen zijn niet vol
komen geslaagd en daarom vond hii het
noodig, de zaak aar. ziin ambtgenooten
voor te leggen. Deze hebben daarop allen
'hun ontslag gevraagd.
FRANKRIJK EN DE STEENKOOL.
'Enkele Fransche bladen meenen. dat de
staking der mijnwerkers, die Engeland be
dreigt. dit land zal nopen tot dezelfde mee
ning over de bolsjewiki als Frankrijk. Smil-
lie zal tegen zijn wil geholpen hebben om de
Entente te bevestigen. De kwestie is voor
Frankrijk des te belangrijker omdat de ko-
lenproductie vermoedelijk nog lange jaren
onvoldoende zat blijven. De Fransche mijnen
BEANTWOORD.
Op een vergadering begon de spreker:
„Zeer geachte heeren."
Nauwelijks had hii die woorden gespro
ken. of er werd met een rotten appel naar
hem gegooid.
De spreker keerde zich naar den hoek,
vanwaar 't projectiel kwam. en zei vurig:
„Je behoeft niet gooien ik zei 't niet
tegen jou
DE REDEN.
KindermeidIk had 't kind even uit 't
oog verloren, mevrouw en toen...."
Mevrouw: Goeie hemel en heb je
toen een politie-agent aangesproken?"
Kindermeid: „Nee mevrouw ik had al
dien tijd er mee gepraat-''
voorzien nauwelijks in een derde der natio
nale behoeften. Reeds zendt Engeland io
plaats van maandelijks 1,500.000 ton maar
750..000. Daarvan laat de hoedanigheid
te wenschen en is de priis buitensporig. Er
wordt aangespoord zich om steenkool tot de
Ver. Staten te wenden. Dit is het eenige land.
dat meer kolen dan voor den oorlog voort
brengt. De priis is er pas aanzienlijk ver
laagd en de kolen vrachtprijs van Amerika
naar Frankrijk bedraagt de helft van die
van eenige maanden geleden. De aanvoer,
van Duitsche kolen stijgt en nadert de
1.600.000 ton maandelijks, te Spa voorge
schreven. Alles bii elkaar zal Frankrijk van
den winter wat meer en goedkooper kolen
hebben dan veleden iaar.
DE STAKING TE STUTTGART.
De toestand der staking is onveran
derd gebleven.
Een vergadering van arbeiders- uit
Groot-Stuttgart heeft erkend, dat üe
strijd niet om den belasting-aftrek gaa/t,
daar de arbeiders bereid zijn dien aftrek
te aanvaarden.
De regeering heeft daarop geantwoord
dat ^ij op dien grondslag tot onderhan<
delen bereid is. Gisteren begonnen Üe
besprekingen tusschen haar en een oom'
missie uit de stakingsleiding.
De burgerlijke bladen zijn weer Ver
schenen.
DE BOLSJEWISTEN EN WRANGEL
De Russische delegatie in Londen heeft
bekend gemaakt, aldus meldt de „Daily,
Telegraph", dat zij het volgende telegram
uit Moskon heeft ontvangen d.d 30 dezer:
;J)e door generaal Wrang-el gelande
troepenmacht in Koeban is volkomen ver»
mietigd. Nadat die roode troepen haar had*
den verslagen, sneden zij haar veribm-
dings linie af, omsingelden haar en ver-
nielden bij een nachtelijken overval haar,
hoofdkwartier. In het Noorden van Tan-
rië is de regeering van Wrangel geheel
verslagen; zij honlt thans alleen nog
maar die Krim bezet."
Dit bericht is nog niet van andere zijde
bevestigd.
BEDREIGD?
De berichten uit Moskon zijn onderling
tegenstrijdig, maar het meerendeei ervan
stelt vast, dat de heerschappij der Sovjets
bedreigd wordt. De geruchten over moord*
aanslagen op Lenin en Trotsky, of opstaan
den tegen de bolsjewistische heerschappij,
willen niet verstommen. Enver Pasja, dia
in Moskou is aangekomen, om met da
bolsjewistische leiders een veldtocht tegen
Engeland te organ iseeren, vindt na da
groote bolsjewistische nederlaag, nog
maar weinig tegenliefdte.
GEMENGDE BUITENL BERICHTE*
Knoeierijen te jWeemen.
In (de Enzesfelder munitie-fabriek' bft
We enen zijn knoeierijen tot een bedrag
van verscheidene millioenen ontd,ekt«
Hooggeplaatste personen van het bestuur,
zijn jn hechtenis genomen. De productie
van de fabriek werd naar het buitenland
gesmokkeld.
Te Hamburg zijn 300 personen ge;-:
arresteerd, die samen eene dievenblende(
vormden, welke de kooplieden en de
spoorwegen voor ruim 30 millioen heb-:
ben bestolen door de goederenzendingen
te berooven. In verschillende deelen dec
stad zijn groote hoeveelheden gestolen
goederen jn beslag genomen, terwij l even-:
eens groote partijen reeds naar het but*
ten land uitgevoerd zijn.
De Engeteche minister van arbeid,
die tussehenbeide gekomen is in het ge
schil in de electriciteits-industrie, hoopt,
dat er overeenstemming bereikt zal kun
nen worden voor Zaterdag, den dag waar
op de uitsluiting beginnen zou.
De verplichting voor Lkigelsche schie
pen om machtiging tot uitvaren aan te
vragen is opgeheven. Engelsche schapen
kunnen thans weer vrij alle reizen on
dernemen.
iVrjj naar hei Fraosch van E. Enauit
o.)
Levendig getroffen door het out
set tend schouwspel, dat de na
tuur op dit oogenblik aanbood, dacht hel
jonge meisje in 't geheel niet aan het zonder
linge, het onkiesche, het gevaarlijke wellicht
van zich alleen des avonds op een zoo afge
legen plaats te bevinden, met een jongeling,
dien zij niet kende. Ongetwijfeld was zij te
rein om zich hierover ernstig bekommerd te
gevoelen Bovendien was het vriendelijk en
eerlijk gelaat en de eerbiedige, bijna ver
legen, houding van haar metgezel, voldoende
om haar volkomen gerust te stellen. Hij bleef
DP eenige schreden afstand en durfde haar
nauwelijks aan te zien, uit vrees, haar door
gebaren of bewegingen schrik aan te jagen.
Eensklaps deed een nog zwaarder donder
dag de aarde trillen en slaakte het meisje
Kn angstkreet. Onwillekeurig sprong Her-
inan op, als wilde hij haar tegen de woedende
dementen verdedigen, .waartoe hij in dat
oogenblik zoo al niet de kracht, dan toch den
meed zou geliad hebben en ging liij voor haar
staan.
„Wees gerust, mejuffrouw," zeide hij, glim
lachend over dit heldhaftig voornemen, een
middeleeuwsch ridder waardig, ,,'t onweer zal
u niet treffen: ik ben er om üte beschermen."
Vol vertrouwen antwoordde hem 't meisje:
„O, ik geloof wel, mijnheer, dat ik niets te
vreezen heb. En legen den regen zijn wij ten-
minsle beschut. Bovendien schijnt de storm te
bedaren, de bliksemschichten worden zeld
zamer, de wind gaat reeds liggen, over em
kwartier hebben we weer goed weer."
„Dat geloof ik pok," antwoordde Herman
in gedachten; „ik vrees, da twij over een
paar minuten zelfs reeds mooi weer zullen
hebben."
j,Vreest gij dat mijnheer? Vindt gie dan het
schouwspel, dat een orkaan aanbiedt, zóó be
wonderenswaardig
„Zeer zeker," antwoordde hij, ,,'k vind
niets zóó indrukwekkend, zóó verheven als
de machtig© strijd der elementen in de natuur.
En heeft dat voor u niet veel aantrekkelijk
heid, mejuffrouw?"
„Ik ben er bevreesd voor, zooals gij zoo-
even hebt kunnen opmerken. En men kan be
zwaarlijk datgene bewonderen, waarvoor men
angst gevoelt. Bovendien ben ik er zeker van,
dat men zich op dit oogenblik ongerust maakt
over mijn afwezigheid, en ook dit maakt mij
thans minder geschikt voor bespiegelingen."
Toen Herman dit vernam, wilde hij onmid
dellijk de hut verlaten.
„Waar gaat gij heen, mijnheer?" vroeg het
jonge meisje verwonderd.
„Ik zal uw vader gaan verwittigen, dat gij
hier veilig en tegen het onweer beveiligd
zijt."
„Kom terug, mijnheer," riep zij uit; „het
regent nog hard en het weer 1S n0g njet ge
heel bedaard. Bovendien, ik heb noch vader,
noch mceder meer.
Op hel hooren van die laatste woorden
keerde Herman terug.
„Ik dacht," zeide hij aarzelend, „dat ma
joor Ornulf
„Majoor Ornulf is slechts mijn voogd. Mijn
vader was koopman te Schwerin en sedert
vier jaar betreur ik zijn verlies."
Herman was zoo aangenaam verrast, toen
hij vernam, dat majoor Ornulf haar vadei
niet was, dat hij moeite had, zijn voldoening
niet door woorden lucht te geven, maar hij
bedwong zich, toen hij op haar lieftallig ge
laat zag, dat de herinnering aan het v-er-
ledene haar treurig stemde. Zelfs werd hij
ernstig en peinzend, de schimmen zijner over
leoen ouders rezen voor zijn geest op en
met een van aandoening trillende stem, zei
de hij:
„Als een en netzelfde ongeluk de Helen
verbroedert, zijn wij broeder en zuste*, want
ook ik ben wees." Het jonge meisje scheen
geroerd, zij begon met haar metgezel met
meer opmerkzaamheid op te nemen, aan zij
tot nu toe gedaan had. lie heimelijke sym
pathie, die zijn kiesche en aangename
manieren in haar opwekte, nam zichtbaar toe,
toen zij opmerkte, dat hij een llinke ge
stalte, groote sprekende oogen, fijne en regel
matige trekken, een hoog en fraai gevormd
voorhoofd en glanzende zware haren had. Wel
is waar was hij bleek, maar zelfs dit gaf aan
zijn .wezen iets aantrekkelijks.
„Die jonkman heeft werkelijk een mne-
mena uiterlijk," zeide de jonge onbekende tot
zich zelve. f
iWat Herman betreft, met stoetsgewijze
blikken bespiedde hij het schoone meisjes. Hij
bewonderde haar glanzend gelaat en haar
fraaie blauwe oogen, haar doorschijnends
huid en golvende blonde lokken, haar slanks
gestalte en sierlijk» handen. j
Nu en dan bemerkte hij, dat haar wangen
zich purperrood kleurden. Toch .was dit niet
het hooge rood der schaamte, want zij ge
voelde niet, dat ril zoo aandachtig Wérd ga
degeslagen, ongetwijfeld was dit dus het ken
merk eener g&neimzinnige kwaaL
„Zwak gestel, overgevoelige natuur," pre-
velde Herman. „Misschien lijdt zij of gevóelt
zich niet gelukkig bij majoor Ornulf. Voor
zulk een man is üet onmogelijk zulk een lief
lijk wezen te he minnen zooals zij verdient."
De beide jongelieden bleven eenige oogen-
blikken in nadenken verzonken.
Het onweer was nu voorbij, alleen de ré
gen viel in stroomen neder. Weldra zetten
zij hun onderhoud voort en noemde Horman
tiaar zijn naam. Zijn gezellin vertelde hem
daarop dat zij Wilhelmina Aurich heetta
en ongeveer zestien jaar oud was. Toen hjj|
haar zijn verwondering te kennen gal, dat
hij haar nimmer ontmoet had, noch bij
dokter Savarus, noch in een der huizen, waar
gewoonlijk de levenslustige famiiiën van
Murilz bij elkaar kwamen gaf zij ten ant
woord, dat zij door haar wankelende gezond
heid voor alle partijen in de groote wereld
moest bedanken, en zich als afleiding allee®
kleine tochtjes per bootje naar het eiland
mocht veroorloven, dat zij van roeien nieid
en gaarne de twee zwanen kwam opzoeken, die
veel genegenheid voor E ar hadden.'
(Wordt vervoIgd.]j