Het Zwaneneiland
BUITENLAND
FEUILLETON.
DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1920
Ihr. Mr. diaries J. M. Buys de
Beerenbrouck.
ONS VR00LIJK HOEKJE.
De organisatie der Nederl.
Pluimveehouders.
i
In het ]ongste nummer van het tijdschrift. ,,Op
ie Hoogte komt geïllustreerd door een goed gelij
kend portret van den minister, een artikel voor
van Mr. Antonio over den premier.
Wij ontleenen er het volgende aan
„De heer mr. Charles Ruys is iemand van waar-
achtig-bescheiden natuur, man van eenvoud en
afkeerig van al wat lijkt naar het verwerven van
gunst en bewondering der „galérie," van Jan Pu
bliek door zich met gedruisch op den voorgrond
stellen, door dikke of „pakkende woorden en
soortgelijke middelen.
Slechts degenen, die den heer Ruys van nabij
kenden, wisten wat deze afgevaardigde waard
was. Beseften ook, dat toen hij het ambt van Gou
verneur in Limburg aanvaardde, als opvolger Van
zijn door ziekte tot rust nemen genooptén vader,
den hooggëerden oud-minister van justitie, wiens
sprekend evenbeeld in uiterlijke verschijning de
tegenwoordige premier is, dat toen mr. Charles
Ruys dus zijn mandaat als Volksvertegenwoordi
ger neerlegde, dit voor de Tweede Kamer een wer
kelijk vernes beduidde.
Zeker is, dat toen in nazomer 1918 de Kroon aan
mr. Charles Ruys de Beerenbrouck opdracht tot
Kabinetsformatie verstrekte, het gevolg geven aan
die op zich zelf zeker vereerende uitnoodiging voor
mr. Ruys een zeer zwaar offer beteekende.
Had hij zijn persoonlijke voorkeur gevolgd 't
staat vast, dat hij H. M. de Koningin eerbiedig zou
hebben verzocht, van de taak der Kabinets-forma-
tie te worden ontheven.
Zijn optreden als premier wektebij sommigen ver
bazing, bij anderen 'nhalf medelijdend glimlachje.
Och zoo werd „gefluisterd" en ook wel wat lui
der verkondigd het kwam dus hierop neer, dat
dr. Nolens een procuratiehouder, een „homme de
paille" had gezet in den fauteuil des premiers. En
zelf achter de schermen „aan de touwtjes bleef trek
ten 1"
Het Kabinet-Ruys is nu ongeveer twee jaar oud.
£n ik durf veronderstellen, dat er niemand zal zijn,
die nu nog in eerlijkheid en in ernst betoogen wil,
dat met mr. Charles Ruys een middelmatig man
handelend volgens suggestie van wien ook, het be
stier der zaken den 9en September'18 in handen
heeft genomen.
Reeds dadelijk maakte de nieuwe premier een
zeer goeden indruk door het rustig- zakelijke een
voudige van zijn optreden. Hij vreet op ferme, maar
volstrekt niet autoritaire wijze zijn inzichten en
plannen toe te lichten. Voor ieder, die hem op be
tamelijke wijze en met eenige waarde of beteekems
hebbende opmerkingen of vragen naderde, toe
gankelijk. In den omgang steeds vriendelijk en
ongekunsteld, zonder zweem van „gewilde statig-
heid" of deftig- doenerij. Toch zijn gezag in en bui
ten de Kamer doende eerbiedigen, zonder aanzien
des persoons. Van ieder gelijke mate van plichtsbe
trachting vorderd. En waar noodig, ook de hoogst
geplaatste ambtenaren (wie in „les détours du sé
rail" geen onbekende is, zal mij dit grif toegeven)
dwingend tot gehoorzamen, gelijk de meest be
scheiden ambtenaar of beambte, of.... wijken,
terugtreden uit den dienst.
Minister Ruys heeft van September 1918 tot
nu zéér moeilijke oogenblikken doorleefd als be
windsman. Hij trad op, toen de wereldoorlog ten
einde liep, maar omtrent den uitslag toch nog aller
lei „verrassingen" konden volgen.
Men kreeg de vlucht van den ongelukkigen ex-
teizer en zijn oudsten zoon op Nederlandsen terri-
joir. De zeer kritieke positie, waarin daardoor Ne
derland dreigde te geraken. De woelige dagen der
demobilisatie, het gaandeweg en weer zeer lang
haam in zijn oude voegen terugbrengen, van de
maatschappij. Het avontuur of te wel de „vergis
sing" van mr. Troelstra, grijpend naar de staats
macht in November 1918, twee maanden dus na
het optreden van het ministerie. Waarna volgde die
heerlijke, spontane warme uitbarsting van gehecht
heid aan het Huis van Oranje, aan orde en gezag.
Men kreeg de diverse openbaringen van commu-
nistischen geest in en buiten hetParlement waarbij
eene door fanatieke drijvers en gemaskerde eer-
zuchtigen opgezweepte kleine minderheid zich voor
„de" Nederlandsche arbeidersklasse trachtte uit te
geven.
Temidden van deze en vele verdere „wederwaar
digheden" bleef minister Ruys de rustige kalme
figuur, die den toestand wist te beheerschen en
steeds weer opnieuw bij het Parlement den sterken
indruk maakte van wilskrachtigen, gansch be
trouwbaren, openhartigen bewindsman, die met
waarachtig- stevige hand de teugels vasthield. Een
voud is en blijft steeds de grondtoon bij zijn optre
den, in en buiten het Parlement, 't Uefstis minis
ter Ruys streng zakelijk en zoo beknopt als 't
slechts kan
Maar wél krijgt men steeds den sterken indruk
dat hij tot de kern der zaken doordringt en dat hij
elk onderwerp, waarover Z. Exc. het woord voert,
met den grooten ernst die hem kenmerkt, heeft on
derzocht met volle toewijding, en de vruchten van
zijn onderzoek met openhartigheid uitstallend.
Men kan veilig zeggen, dat minister-Ruys ook
aan degenen, die het verst Yan hem staan in levens
beschouwing en die zijn optreden met het meeste
Wantrouwen aanschouwden, is „mee gevallen."
Men heeft ervaren, dat hij een kundige, sterke fi
guur is berekend voor de buitengewoon zware taak
die Z. Exc. in September 1918 op zich nam en die
nooit of te nimmer bereid zou worden bevonden om
aan den leiband van wien het ook zij, te loopen.
Ia die „Klieinveeteelt" komt een bêlang-
Wekkend artikel voor van den deskundigen
hoofdredacteur D. J. H(olgieln), waarin ue
organisatie d'er Nederlandsche pluimveehou
ders aan een uitvoerige beschouwing wordt
onderworpen.
Langzamerhand, zoo schrijft hij, begint
cr in het systeem van die pluimiveeteelt-
organisatie eenige teekening te komen.
Het ook door ons gepropageerde idee van
de belangen van de nutpluimveeteelt. welke
een onderdeel is van het landbouwbedrijf
te laten behartigen door de landbouworgani
saties zelf en wel in een vorm welke van de
omstandigheden in die organisaties zal af
hangen en meermalen wisselend zal blijken
te zün, heeft zich in die organisaties baan
gebroken.
In Limburg. Brabant. Gelderland en
Overijssel, de streken welke steeds de meeste
eieren geleverd hebben, is de zaak reeds tot
stand gekomen en met voortvarendheid en
kracht worden de belangen daar ter hand
genomen.
In Limburg en Brabant, gegroepeerd om
de Roermondsch© Eiermijn, is het pro
gramma voor dezen winter reeds vastge
steld en verkeert de uitvoering daarvan in
gevorderden staat van voorbereiding. Cur
sussen zullen worden gegeven, lezingen, ge
houden en ook het technische gedeelte zal
uitmuntend verzorgd werden.
In Gelderland zal do G. O. H. v. L. het
onderwijsgedeelte voor haar rekening nemen
en gaat de B. A. G. het overige verzorgen.
Een vriendelijke hand zond ons een num
mer van het „Boeren- en Tuinderblad" toe,
het officieelc orgaan van den Aartsdiocesa
ne!) R.-K. Boeren- en Tuinderbond. waarin
ook het programma, d8t op dcngelfdcn
grondslag berust als dat van Limburg en
Brabant, ontvouwd wordt.
Tegeliikertiid komt in dit blad een artikel
voor over „De verbetering van het kippen-
ras," waarin een pleidooi voor goede fek-
toomen ter verbetering van den Pluimvee
stape] wordt gehouden.
Is het niet een verheugend verschijnsel en.
wijst het niet op een geweldigen ommekeer,
dat in zoo'n blad, dat door 16000 boeren
gelegen wordt, niet minder 3% kolom of
ruim een halve pagina alleen aan de pluim
vee teelt gegeven wordt?
Het is de bevestiging van onze uitgespro
ken meening, dat een tei uybrenging van de
nut-pluiimveeteelt naar de plaats waar deze
thuis behoort, de goede zaak niet anders
dan bevorderen kan. Thans ko,mt ze onder
de aandacht van hen. waarvan we het l"
hoofdzaak hcblbcn moeten.
In Overijssel staat de zaak ©enigszins an
diers. De Oostelijke pluimveeteelt, coöpera
tie, met haar kern te Enschedé is uit de
Overijsselsche lan dbo u w ma a t sch a p p ij voort
gekomen en bliift daar ook onder ressortee-
ren. In het Westen Leeft men de groapee-
ring om de Zwolsche zaak en deze stond, en
staat van die landlbouwmaatscbappij los.
De lieer Hols tei n meent, dat ondanks dien
drang naar organisatie in de goede richting,
het niet mogoliik blijken zal alle pluimvee
houders in één greote Nederlandsche orga
nisatie te vereenigen.
Afgezien nog van het feit, dat het nog
niet zéker is. dat de verschillende landbouw-
maatschappijen haar afdeeding Pduinrvee
tcel t in één federatief verbond zullen ondjej-
bren.gen- zullen er a.! I lj,i groepen blijven
bestaan. we»lker belangen niet. zoo zeer naar
het landbouwbedrijf zijn terug te brengen,
die daardoor ook los van die landbouworga
nisatie staan en zich daarom ook op andere
wijze zuilen groopeeren. Vooral zijn dit de
stedelingen, die te zamen toch ook een be
langrijk legertje van pluimveehouders vor
men en die eveneens tot vergrooting tan onzen
eiervoorraad, van de export-hoeveelheid, dus
tot vermeerdering van onze nationale in
komsten bijdragen, hetzelfde doel dus be
reiken als de andere categorie nastreeft.
Die groep, welke in hoofdzaak uit klei
nere kippenhouders bestaat, vindt men ge
organiseerd terug in de afdeelingen der
V. P. N.. waarvan Noord- en Zuid-Holland
bijv. heel goede voorbeelden, zijn.
De schrijver houdt het ten slotte voor
waarschijnlijk, dat er twee georganiseerde
groepen zuilen komen en wel:
le. Die der landbouw.pluimveehoudera,
welke de machtigste zal zijn2e. de oude
V. P. N. terug, zij het daTT ook na een ge
weldige aderlating en van een geheel an
deren opzet en met een gewüizigd! program-
na, n.l. de oude afdeelingen thans federatief
bijeengevoegd tot één geheel. Voor beide
groepen is plaats en voor beiden is ook een
organisatie noodig.
DE MEENING VAN PILSOEDSKI.
De correspondent.van do „Timea" te War_
achau maakt melding van een intervieuw
van maarschalk Pilsoedski met een mede
werker van een Poolsch blad.
Wat dien militaeiren toestand betreft, meen
de de maarschalk, dat de operaties langs de
Duitsche grens binnen enkele dagen zullen
zün geëindigd. Het leger zou d'an eenige
rust noodig hebben, maar dat ze agressiet
zou bliiven was wel zokct.
Pilsoedski vervolgde daaropOnze vrien
den willen, dat we in het Oosten bü het
defensief zullen blijven. M. i. is dat nauwe
lijks mogelijk. Hoe kan men met een nume
riek zwak leger, slecht voorzien van tech
nische hulpmiddelen.'over honderden mijlen
een defensieve linio vestigen. Zulk een liuie
moet worden versterkt met loopgraven en
draadversperringen. Alleen het vervoer van
prikkeldraad zou al onze transportmiddelen
in beslag nemen. Van een defensieve linie
kan geen sprake zijn. Er zün dus maar twee
oplossingen 0f oprukken tot de vü'and de
finitief is verslagen en bereid is op anderen
toon te onderhandelen, of stil te houden aan
de Oostelüke grenslün en zoo spoedig mo-
gelii'k vrede te sluiten. Het land moet spoe
dig beslissen. Er is geen tijd te verliezen.
Er blijven nog slechts twee maanden vóór
den winter. Het is njet gemakkelü'k mijn
landgenooeten in beweging te brengen; hun
vuur bedaart al reeds Laat ons geen illu
sies koesteren. Ook als we er in slagen vrede
te sluiten, zullen we altüd het doel van de
Russische agressie zjjn. Bü Brest-Litowsk
hebben we reeds de door de Entente op 7
December 1919 vastgestelde linie overschre
den. In het Noorden. ttaar de Njemen toe,
zullen we die linie spoedig bereiken. Uit een
strategisch oogpunt heeft die linie geen
waarde.
DE VREDESONDERHANDELINGEN
Naar uit Warschau wordt gemeld, kwam
gisteren de voorzitter van de Poolsehe vre-
desdelegatic, Domsk.y met drie Poolsehe vfe-
dcsgcdelegeerden uit Minsk terug om te
M arsehau nieuwe instructies te halen. Hij
deelde mede dat de voorzitter van de Russi
sche vredesdelegatie in de laatste zitting
verklaard had dat de Russische voorwaar
den absoluut niet het karakter van een ul
timatum hadden. De regeering verwachtte
veeleer Poolsehe tegenvoorstellen.
Na aankomst van don gedelegeerde Dom
sky werden te Warschau besprekingen om
trent de vredesvoorwaarden gehouden en ie-
gelijkertijd werd over het vaststellen van de
plaiats, waax de onderhandelingen zullen
worden voortgezet gesproken. Nadat-hier
omtrent een besluit zal zün genomen, zal
onmiddellijk de datum voor de büeeukomst
der vredesconferentie worden vastgesteld,
pi..0® wandelgangen van den Duitschen
jk. g werd het bericht verspreid, dat de
minister van buiten,landscbe zaken, Sapieha,
aan den voorzitter der Russische vredesde
legatie reeds de eischen der Poolsehe re
geering met betrekking tot de Oostgrens
heeft medegedeeld. Tegeijjk werd voorge
steld. als linie voor den wapenstilstand de li
nie van de vroegere Duitsche loopgraven bjj
Natroczsee aan te nemen.
BE BURGEMEESTER VAN CORK.
an'ens de parlementaire arbeiderspar
tij, het parlementaire comité van het vak-
yereenigingscongres en de arbeiderspartij
is een telegram aan Lloyd George gezon
den, waarin uit naam der geheele georga
niseerde Britsche arbeidersklasse ge
vraagd wordt om het besluit der regee-
ring, den Lord-mayor van Ccrk liever te
laten sterven dan hem vrij te laten, op
nieuw te overwegen. Zijn lijden, zegt dit
telegram, is groobov dan eou l&ïierdurififö
gevangenschap. Zijn deed zal de Iersehe
oplossing nog meer vertragen.
„Wij hebben ons te vergeefs to-t den
minister van binnenlandsche zaken ge
wend. kWij doen een beroep op u om
het groote ding te doen.'"
De Eransche Matin" drukt, op in het
oog vallende wijze, een beroep af op En
geland in verband met de houding van
de regeering tegenover den lord-mayor
van Cork
Is het mogelijk, vraagt het blad, dat de
Engelsche regeering dezen marteldood tot
het einde zal laten duren? Tot dusverre
hebben wij ons opzettelijk onthouden, ten
einde onze bondgenooten niet te kwetsen,
om een meening te uiten over de Iersehe
gebeurtenissen. Maar het zou gelijk staan
met onverschilligheid voor pun goeden
naam in de wereld, wanneer men niets
van hun clementie verwachtte, zou
gebrek aan loyauteit tegenover hen zijn,
hun niet te waarschuwen voor het ge
vaar, dat zij loopen, indien zij den strijd
tu&sehen Engeland en Ierland laten ont
wikkelen tot een moreel conflict tusschen
Engeland ,en de beschaving.
lederen morgen wordt overal waar een
ménscli leeft en een hart klopt, gevraagd:
Hebben zij hem gered? En de magistra
ten, de ministers de koning yan Enge
land antwoorden hetzelfde „wij kunnen
niet".
Elke weigering vermeerdert de glorie
van het slachtoffer. De gisteren nog on
bekende lord-mayor tart het geweldige
Britsche rijk. Zijn dood zal zoo straks
tot de yereering vaa Ierland leiden; zal
de .wereld overtuigen, dat Engeland on
vermurwbaar dat net zijn vijanden niet
ican onderseneiden en misdadigers en mar
telaars verwart.
Het getuigt van oprechte vriendschap
om onze geallieerden, zoolang het nog
tijd is, toe roepen: „Maakt geen martela
ren 1"
DREIGENDE STAKING IN DE jAN-
THRAGIETMUNEN DER VER. STATEN
In de Ver. Staten dreigt een nieuwe
staking van mijnwerkers. De mijnwer-
kersbond in h et authracietgebied is onte
vreden over het loon, toegekend door de
commissie, welke door den president yrerd
benoemd na bet eind der laatste sta
king, enkele maanden geleden; de bond
heeft aan den president meegedeeld, dat,
tenzij het loon niet onmiddellijk iwordt
verhoogd, er gestaakt zal worden. Tot
die actie is besloten door de radicale
elementen in den mijnwerkersbond en te
gen het advies van de meer behoudend-
gezinde leiders, die tegen krachtmaatre
gelen, thans, zijn. De radicalen hebben
echter het heft in handen en vinden* dit
blijkbaar een welkome gelegenheid om
hun kracht te toonen. Bjj een staking
zouden .175.003 man betrekken zijn.
DE SPAANSCHE MINISTERCRISIS.
De door het aftreden van den minister
van binnenlandsche zaken in verband met
de syndicalistische beweging ontstane ka
binetscrisis is geëindigd. De leider der
rechts-conservatieven treedt, naar Havas-
Reuter uit Madrid meldt, weder op als
premier, terwijl hij tevens de portefeuille
van marine heeft aanvaard.
Het ministerie van binnenlandsche za
ken heeft tot leider gekregen iBugallal,
dat van buiteniandeche zaken De Lima,
financiën Paseual, justitie Ordonnez, oor
log Ezy, onderwijs Portago, openbare
werken Espada, arbeid Enual.
DE VERMOORDING DER TSAREN
FAMILIE.
De Londensche limes heeft een week lang
allerlei documenten over den moord op ae
Russische tsarenfamilie gepubliceerd. In die
moordgeschiedenis spelen een zekere Joerof§
ky en twee gehuurde Letten een hoofdrol.
Aan de vertaling van het slotverhaal ont
kenen wij het volgende aan de Telegraaf.
Lenige minuten na middernacht begaf Joe
rofsky zich naar de keizerlijke vertrekken.
De familie sliep. Hii wekte den tsaar en de
andere familieleden en vertelde ze. dat er
dringende redenen bestonden waarom zij on-
midde.liik naar een andere plaats moesten
worden over gebracht,dat er onrust in at
stad heerschte waardoor hun leven in ge
vaar zou kunen worcen gebracht.en dat zij
zich gauw moesten aankleeden en naar be
neden komen. Allen stonden op. waschten
zich, en kleedden zich aan. De keizerin wierp
haar mantel over haar schouders, de ande
ren kleedden zich eveneens om uit te gaan.
Eenigen van hen namen zelfs kun kussens
mee, voor het gemak onder de reis ofwel om
dat zij er voorwerpen van waarde in hadden
geborgen.
Joeroisky ging de gevangenen voor. de
familie volgde. Alexis kon niet loopen. Zijn
vader droeg hem in ziin armen. De stoet
ging naar beneden langs de achtertrap en
gelijkvloers over den hof naar het souster-
rain. In het schemerlicht van den Noorder-
nacht konden de gevangenen den motor-
vrachtwagen zien. die gereed stond voor het
vervoer der lijken. Zij werden door de aan
wezigheid van dit voertuig gerustgesteld,
want zij dachten natuurlijk, dat dit hen zou
vervoeren.
Langs de andere kamers der benedenver
dieping eindelijk kwamen zij in de kamer
waar de moord zou plaats vinden.
De keizerlijke familie en haar gevolg wen
den in een der benedenvertrekken gebracht,
met de mededeeling, maar rustig te wachten.
De gevangenen hadden niet de minste ver
denking en beseften geenszins, dat zü Lr een
val waren gelokt. Aangezien er geen meu
bilair in het .vertrek aanwezig was. vroeg de
tsaar om eenige stoelen, opdat de zwakke
tsaritsa en de zieke Alexis zouden kunnen
zitten. Zün verzoek werd ingewilligd en er
werden drie stoelen gebracht. De keizerin,
die tot dusverre tegen den muur had ge
leund. ging op één er van zitten, terwül
Alexis in het midden van de kamer plaats
nam. Nicolaas zelf nat naaat zün zoon.
Bovendien kreeg Alexandra nog een kussen
in den rug.
De tsaar en Alexis, die een pet diroegen,
hielden dit hoofddeksel op, als wilden zjj
gereed zün. om elk oogenblük heen te gaan.
Zü verkeerden n.l. in de veronderstelling,
dat de voertuigen, welke hen zouden weg
brengen* nog niet waren aangekomen en dat
de vrachtkar, die voor de deur stond, diende
om hun bagage te vervoeren.
Reohts van de keizerin stonden drie barer
HIJ WIST 'T.
.'t Vijfjarige knaapje speelde op straat. Een
buurvrouw wist dat zijn moeder visite ver-
Wachtte.
„Jantje, is de visite er al vroeg zij.
„Nee," zei Jantje.
„Weet je 't zeker vroeg de buurvrouw
weer.
„Ja," antwoordde Jantje, „kijk maar, ik
ben nog vuil."
OPSLAG.
D?me„Dus ik stuur iederen morgen mijn
dienstmeisje om de melk.
Wat kost de Liter
Boerin„Achttien cent."
Dame „Maar 't moet zuivere, onverval-
schte melk zijn
Boerin „Dan kost 't een kwartje 1"
Dame„Ik wensch, dat 't meisje bij 't mei
ken tegenw*oordig is."
Boerin„Dan kost 't dertig cent 11"
dochters, de overigen, benevens Demidbva,
bevonden zich links van haar.
Na eenige oogenblikken begonnen Joe-
rofsky en zün vrienden, bügeetaan door de
„Letten", de deur te versperren.
Het waren Joerofsky, Nikoeün. Ermakof,
Vaganof en Medlvedef, benevens een zevental
„Letten," in het geheel twaalf personen (de
anderen waren op wacht). Ieder van hen
droeg een revolver, terwül de geweren der
„Letten" in het aangrenzende vertrek stom.
den. waar zü dagelijks verblijf hielden.
Joerofsky trad het éérst het vertrek bin-
men en wendde zich tot den tsaar. Nu zijn er
verschillende overleveringen van hetgeen
hü heeft gezegd, doch naar met groote
waarachünlü'kheid later is uitgemaakt, moet
hü tot den tsaar hebben gezegd: „Uw bloed
verwanten hebben getracht u te redden,
doch het is hun niet gelnkt, derhalve zün wii
zelf genoodzaakt u dood te schieten."
Onmiddellük knalde een salvo uit de
twaalf revolvers; die gevangenen zakten in
één. De tsaar en de tsaritsa waren oogen-
blikkelük dood, evenals drie der kinderen,
twee bedienden en dr. Botkin. Alexis daaren
tegen leefde nog. ondanks zijn wonden. Hjj
kermde luid en wentelde zich in zün doods,
strijd om en om. Joerofsky zelf maakte het
kind af met een mes. Ook grootvorstin
Anastasia leefde nog en vooht mot den
laatsten moed der wanhoop tegen een harer
belagers. Toen werd ook zü afgemaakt.
Een der vrouwelüke bedienden leefde hef
langst, doch de .Letten'' die inmiddels hun
geweren hadden gehaald, doodden haar met
hun bajonetten.
Heel dit gru-welüke tooneei speelde zich in
enkele minuten af. Daarna begonnen de
moordenaars met koortsachtige haast de
sporen van de misdaad uit te wissjhen. De
vloer en de wanden moesten worden afge_
wasschen en de Rjken weggevoerd, vóór de
dag aanbrak.
Hoewel Joerofsky en zün handlanger er
zeker van waren, dat hun daad onder het
sovjet-régime ongestraft zou blü'ven, maak
ten zü desniettemin groote haast, want zij
wisten dat de bevolking hun daad scherp zou
afkeuren, zoodat het zaak was, de lijken der
vorstelüke personen zoo vlug raoge'ük weg
te voeren.
De pseudo-Letten vertrokken weldra. Hun
lugubere taak was in Jekaterinenhurg af-
geloopen en hun duiveJsche diensten waren
wellicht èlders van noodle. -
GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN,
Diefstallen te Berlijn.
Ziehier wat te Berlijn in één nacht
gestolen wordt;
In den nacht van Zaterdag op Zondag;
werd te Berlijn gestolen bjj een horloge-
winkel in de Skalitzerstrasee voor Mk,
40.000; hij een schoenwinkel in de Stetti-
nerstrasee voor Mk. 50.000; hij een echoen
winkel in de Skalitzestrasse vootr Mk-,
30.000; bij een schoenwinkel in de Her-
mannstrasfie voor Mk. 15.000; bij een
schoenwinkel in de Bruanerastrasse voor
Mk. 10.000; bij een winkel van fotografi
sche apparaten in Alt-M!oabIt voor Mk,
15.000; bij een horlogemaker in de Joa-
chimsthalerstrasse voor Mk. 40.000; bjj 'n
kruidenier in die Mülleretrasee voor Mk
16.000; bij een leerwinkel aan den Grünen-
we.g voor Mk. 12.000; bjj een bontwinkel in
de Turmstraese voor Mk. 7000.
Dat zijn de winkelinbrakenBij particu
lieren werd dienzelfden nacht gestolen in
de Motstra&se aan tapijten en zilver voor
Mk. 63.000; op de Platz am netten Tor
voor Mk. 60.000; in de Hardenbergstrases
voor Mk. 150.000; in de Sophiënetrafise
voor Mk. 20.000; in de Schnaderstrasse
voor Mk. 20.000; in een kelder van het
raadhuis te Char lotte uburg voor Mk.
20.000.
Dit zijn alleen de inbraken, waarvar
aangifte ha gedaan!
De inbraken te Weenen nemen eve»»
eens een zeer grooten omvang aan. Er ig
iVry naar het Fransen van E. Ennnit, j
ir- •-■•*■<•
7.)
„Zoodra zij mij zien," voegde^ zij er glim
lachend bij, „zwemmen zij mij zoo snel moger
lijk tegemoet. Maar ik verzuim ook nooit
koekjes voor hen medo te nemen, waarop zij
zeer belust zijn, zoodat hun vriendscnap. voor
prij misschien wel voor een dèèl uit snoeplust
voortspruit." i
Onder do geestige gesprekken of vriende
lijke woorden, die ze nu met elkaar wisselden,
ging .wederom een uur snel voorbij en toch
dachten zij' er niet aan. te scheiden. Het scheen
Bis .waren hun zielen, één geworden. De lucht
,wias reeds lang weer opgeklaard, de avond
'leeds gevallen en toch bleven zij in hun
jchuüplaats, als een paar nachtegalen in het
jest. Plotseling naar buiten ziende in den
'-lachten maneschijn, riep zij ontsteld uit:
i „G, ,wat is het reeds laat en wat zal ik bij
Wj'n tehuiskomst beknord worden. Trouwens,
lit heb ik wel verdiend."
.wenkte hem mat de hand een afscheids
groet toe en sprong vlug in haar kleine .wit
te bootje. Te gelijkertijd voer een bootje,
door majoor Ornulf bestuurd, den vijver, van
het eilandje in. Zooara hij Wilhelmina zag,
hield hij op en zeide tot haar og droge,
scherpe toon:
„Ongehoorzaam kind, uw langgerekt© af
wezigheid heeft mij hoogst ongerust gemaakt.
Waarom blijft gij zoo lang uit?"
„Vergeef mij, waarde voogd, ik ben door
het onweer verrast."
Zoo, en reeds sedert twintig minuten is de
lucht weer geheel helder. Ge hebt toch bjj
geval niet geslapen?"
Daar ben ik niet moedig genoeg voor. Ik
zou zelfs zeer beangst zijn geweest, indien ik
bij toeval hier niet ©en jongmensch ontmoet
bad, wiens gezelschap voor mij gen groote ge
ruststelling ,was,"
Toen eerst merkte de majoor Herman
Wrangel op, die tegen een der wanden van de
hut, .waarop het volle maanlicht viel, leunde.
„Waarlijk," hernam Ornulf bp stroeven
toon, „gij waart niet alleen. Nu begrijp ik uw
lang uitblijven, zonder dat ik het echter kan
goedkeuren. Miet uw teer gestel is het zeer
onvoorzichtig u aan de ongezonde ©n koele
avondlucht bloot te stellen."
Herman had den majoor beleefd gegroet,
doch deze had zich niet verwaardigd daar
acht op te slaan. Bij pak dadelijk van wal,
onmiddellijk gevolg" üoor y ilhelmina, wier
kleine witte boot Ms een vlugg© en dartele
Salamander de wateren doorkliefde.
Het was reeds tien uur geslagen, eer Her
man de villa zijner nicht betrad. Aurelia had
zoo even een ronnh0® gezongen. Zij had een
prachtige mezzo-sopraan en men overlaadde
haar m6t toejuichingen, di© volkomen .welge
meend waren. Zij beantwoordde den groet van
haar neef met geveinsde onverschilljgneid en
bet was haar gemakkelijk aan t© zien, dat zij
over zijn late komst niet op haar gemak ,was.
Bij zag dit wel in, maar gevoeld© geen lust
om daarover verontschuldigingen te maken.
Hij ging in zijn eentje in ©en hoek der zaal
zitten, terwijl qenige uitstekend© zangers,
zooals Dujtscnland er zooveel oplevert, een
puintet van Haydn uitvoerden. Die heerlijke
opwekkende en tevens treffende muziek deed
hem weldra cte koele bejegening, die hij van
Aurelia ontvangen had, vergeten. Onder het
hooren dezer bekoorlijke, melodie^ rezen, als in
een opera-taf©r©el het lieve eiland, met de
beide tamme zwanen, de met riet gedekte hut,
het witte schuitje ©n Wilhelmina Auricih ach
tereenvolgens in zijn verbeelding op. en hij
was zóó onder den invloed dezer betooveren-
de fantasie, dat bij alles om zich heen vergat.
Zijn nicht sloeg hem steelsgewijze wel «1©
meeste aandacht gade. Jn liet begin scareef
zij zijn onbewegelijk© ©n nadenkende houding
toe aan een gevoel van droefheid en naij ver,
uithoofde van de koelheid, die zij jegens hem
aan den dag had gelegd en de hulde en be
wondering, die haar gasten baar toonden
maar zij was te scherpzinnig om lang in die
ongegronde meening t© verkeer en. Toen
maakte zich een geweldige onrust van haar
meester. i 1
,Zou hij berouw gevoelen ov©r het huwe
lijksaanzoek, dat hij mij gisteren deed, vroeg
zij nadenkend, terwijl zich ©en sombere trek
over baar gelaat verspreide!©. Zou hij zijn
Keienen .willen verbreken? 't Is vreemd! Ik
heb er e©n voorgevoel van, dat hij zelfs niet
eens meier aan mij denkt."
Toen bet quintet geëindigd was ©n de zan
gers welverdienden lof hadden ingeoogst, ont
trok Aurelia zich aan het vervelende gezel
schap van eenige onbeduidende heertjes, die
onafgebroken om haar heen draaiden en zette
zich naast Herman neder, die opsprong, Ms°f
hij uit een vasten slaap ontwaakte.
Te midden eener diepe stilte liet nu een
violoncel haar heerlijk© tonen hooren,
„Waarom kwaamt gij zoo laat? vroeg d«
jonge weduwe zacht en koel aan Herman.
Deze geraakte een oogenblik in veriegen-
heidj maar onder de toejuichingen, die den
violoncellist ten deel vielen, antwoordde hij
kalm, dat hij een tochtje naar het eiland had
gemaakt en het on weder hem daar had
verrast.
Met ongeveinsde verbazing vestigde Aurelia
haar groote, zwarte oogen op haar neef.
„Hebben wij dan niet afgesproken, dat wij
er eerst morgen zouden komen Waarom gingt
gij er dan nu heen? Ik begrijp niet hoe gij
er toe kwaamt!"
Toch was de klank harer stem m^rkhaar
vriendelijker, .want zij bedacht, dat haar neef
wellicht door zijn sentimenteele geaardheid
gedreven, zjch naar h©t eilandje had begeven
om zich le verlustigen op het eenzame plekje,
waar zij zich den vorigen avond samen van
het gewoel der wereld hadden afgezonderd.
Maar zóóver dacht Herman niet eens. Hij
deelde haar heel kalmpjes mede, dat hij een
watertochtje gemaakt had ©n daarna op het
eiland was gaan uitrusten. Ofschoon Aurelia
ie gpcippnn was om zich door zulk een on
beduidend voorwendsel om den tuin te laten
leiden en haar angst ©n spijt zelfs toenamei^
was zij echter nog niet voldoend© zeker van
haar macht op haar neef, om met het oog og
zijn aangeboren beschroomdheid, op een meer
afdoend eptwojprd te durven aandringen.
r (Wordt vervolgd.} j