Het Zwaneneiland BUITENLAND FEUILLETON. DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1920 Ihr. Mr. diaries J. M. Buys de Beerenbrouck. ONS VR00LIJK HOEKJE. De organisatie der Nederl. Pluimveehouders. i In het ]ongste nummer van het tijdschrift. ,,Op ie Hoogte komt geïllustreerd door een goed gelij kend portret van den minister, een artikel voor van Mr. Antonio over den premier. Wij ontleenen er het volgende aan „De heer mr. Charles Ruys is iemand van waar- achtig-bescheiden natuur, man van eenvoud en afkeerig van al wat lijkt naar het verwerven van gunst en bewondering der „galérie," van Jan Pu bliek door zich met gedruisch op den voorgrond stellen, door dikke of „pakkende woorden en soortgelijke middelen. Slechts degenen, die den heer Ruys van nabij kenden, wisten wat deze afgevaardigde waard was. Beseften ook, dat toen hij het ambt van Gou verneur in Limburg aanvaardde, als opvolger Van zijn door ziekte tot rust nemen genooptén vader, den hooggëerden oud-minister van justitie, wiens sprekend evenbeeld in uiterlijke verschijning de tegenwoordige premier is, dat toen mr. Charles Ruys dus zijn mandaat als Volksvertegenwoordi ger neerlegde, dit voor de Tweede Kamer een wer kelijk vernes beduidde. Zeker is, dat toen in nazomer 1918 de Kroon aan mr. Charles Ruys de Beerenbrouck opdracht tot Kabinetsformatie verstrekte, het gevolg geven aan die op zich zelf zeker vereerende uitnoodiging voor mr. Ruys een zeer zwaar offer beteekende. Had hij zijn persoonlijke voorkeur gevolgd 't staat vast, dat hij H. M. de Koningin eerbiedig zou hebben verzocht, van de taak der Kabinets-forma- tie te worden ontheven. Zijn optreden als premier wektebij sommigen ver bazing, bij anderen 'nhalf medelijdend glimlachje. Och zoo werd „gefluisterd" en ook wel wat lui der verkondigd het kwam dus hierop neer, dat dr. Nolens een procuratiehouder, een „homme de paille" had gezet in den fauteuil des premiers. En zelf achter de schermen „aan de touwtjes bleef trek ten 1" Het Kabinet-Ruys is nu ongeveer twee jaar oud. £n ik durf veronderstellen, dat er niemand zal zijn, die nu nog in eerlijkheid en in ernst betoogen wil, dat met mr. Charles Ruys een middelmatig man handelend volgens suggestie van wien ook, het be stier der zaken den 9en September'18 in handen heeft genomen. Reeds dadelijk maakte de nieuwe premier een zeer goeden indruk door het rustig- zakelijke een voudige van zijn optreden. Hij vreet op ferme, maar volstrekt niet autoritaire wijze zijn inzichten en plannen toe te lichten. Voor ieder, die hem op be tamelijke wijze en met eenige waarde of beteekems hebbende opmerkingen of vragen naderde, toe gankelijk. In den omgang steeds vriendelijk en ongekunsteld, zonder zweem van „gewilde statig- heid" of deftig- doenerij. Toch zijn gezag in en bui ten de Kamer doende eerbiedigen, zonder aanzien des persoons. Van ieder gelijke mate van plichtsbe trachting vorderd. En waar noodig, ook de hoogst geplaatste ambtenaren (wie in „les détours du sé rail" geen onbekende is, zal mij dit grif toegeven) dwingend tot gehoorzamen, gelijk de meest be scheiden ambtenaar of beambte, of.... wijken, terugtreden uit den dienst. Minister Ruys heeft van September 1918 tot nu zéér moeilijke oogenblikken doorleefd als be windsman. Hij trad op, toen de wereldoorlog ten einde liep, maar omtrent den uitslag toch nog aller lei „verrassingen" konden volgen. Men kreeg de vlucht van den ongelukkigen ex- teizer en zijn oudsten zoon op Nederlandsen terri- joir. De zeer kritieke positie, waarin daardoor Ne derland dreigde te geraken. De woelige dagen der demobilisatie, het gaandeweg en weer zeer lang haam in zijn oude voegen terugbrengen, van de maatschappij. Het avontuur of te wel de „vergis sing" van mr. Troelstra, grijpend naar de staats macht in November 1918, twee maanden dus na het optreden van het ministerie. Waarna volgde die heerlijke, spontane warme uitbarsting van gehecht heid aan het Huis van Oranje, aan orde en gezag. Men kreeg de diverse openbaringen van commu- nistischen geest in en buiten hetParlement waarbij eene door fanatieke drijvers en gemaskerde eer- zuchtigen opgezweepte kleine minderheid zich voor „de" Nederlandsche arbeidersklasse trachtte uit te geven. Temidden van deze en vele verdere „wederwaar digheden" bleef minister Ruys de rustige kalme figuur, die den toestand wist te beheerschen en steeds weer opnieuw bij het Parlement den sterken indruk maakte van wilskrachtigen, gansch be trouwbaren, openhartigen bewindsman, die met waarachtig- stevige hand de teugels vasthield. Een voud is en blijft steeds de grondtoon bij zijn optre den, in en buiten het Parlement, 't Uefstis minis ter Ruys streng zakelijk en zoo beknopt als 't slechts kan Maar wél krijgt men steeds den sterken indruk dat hij tot de kern der zaken doordringt en dat hij elk onderwerp, waarover Z. Exc. het woord voert, met den grooten ernst die hem kenmerkt, heeft on derzocht met volle toewijding, en de vruchten van zijn onderzoek met openhartigheid uitstallend. Men kan veilig zeggen, dat minister-Ruys ook aan degenen, die het verst Yan hem staan in levens beschouwing en die zijn optreden met het meeste Wantrouwen aanschouwden, is „mee gevallen." Men heeft ervaren, dat hij een kundige, sterke fi guur is berekend voor de buitengewoon zware taak die Z. Exc. in September 1918 op zich nam en die nooit of te nimmer bereid zou worden bevonden om aan den leiband van wien het ook zij, te loopen. Ia die „Klieinveeteelt" komt een bêlang- Wekkend artikel voor van den deskundigen hoofdredacteur D. J. H(olgieln), waarin ue organisatie d'er Nederlandsche pluimveehou ders aan een uitvoerige beschouwing wordt onderworpen. Langzamerhand, zoo schrijft hij, begint cr in het systeem van die pluimiveeteelt- organisatie eenige teekening te komen. Het ook door ons gepropageerde idee van de belangen van de nutpluimveeteelt. welke een onderdeel is van het landbouwbedrijf te laten behartigen door de landbouworgani saties zelf en wel in een vorm welke van de omstandigheden in die organisaties zal af hangen en meermalen wisselend zal blijken te zün, heeft zich in die organisaties baan gebroken. In Limburg. Brabant. Gelderland en Overijssel, de streken welke steeds de meeste eieren geleverd hebben, is de zaak reeds tot stand gekomen en met voortvarendheid en kracht worden de belangen daar ter hand genomen. In Limburg en Brabant, gegroepeerd om de Roermondsch© Eiermijn, is het pro gramma voor dezen winter reeds vastge steld en verkeert de uitvoering daarvan in gevorderden staat van voorbereiding. Cur sussen zullen worden gegeven, lezingen, ge houden en ook het technische gedeelte zal uitmuntend verzorgd werden. In Gelderland zal do G. O. H. v. L. het onderwijsgedeelte voor haar rekening nemen en gaat de B. A. G. het overige verzorgen. Een vriendelijke hand zond ons een num mer van het „Boeren- en Tuinderblad" toe, het officieelc orgaan van den Aartsdiocesa ne!) R.-K. Boeren- en Tuinderbond. waarin ook het programma, d8t op dcngelfdcn grondslag berust als dat van Limburg en Brabant, ontvouwd wordt. Tegeliikertiid komt in dit blad een artikel voor over „De verbetering van het kippen- ras," waarin een pleidooi voor goede fek- toomen ter verbetering van den Pluimvee stape] wordt gehouden. Is het niet een verheugend verschijnsel en. wijst het niet op een geweldigen ommekeer, dat in zoo'n blad, dat door 16000 boeren gelegen wordt, niet minder 3% kolom of ruim een halve pagina alleen aan de pluim vee teelt gegeven wordt? Het is de bevestiging van onze uitgespro ken meening, dat een tei uybrenging van de nut-pluiimveeteelt naar de plaats waar deze thuis behoort, de goede zaak niet anders dan bevorderen kan. Thans ko,mt ze onder de aandacht van hen. waarvan we het l" hoofdzaak hcblbcn moeten. In Overijssel staat de zaak ©enigszins an diers. De Oostelijke pluimveeteelt, coöpera tie, met haar kern te Enschedé is uit de Overijsselsche lan dbo u w ma a t sch a p p ij voort gekomen en bliift daar ook onder ressortee- ren. In het Westen Leeft men de groapee- ring om de Zwolsche zaak en deze stond, en staat van die landlbouwmaatscbappij los. De lieer Hols tei n meent, dat ondanks dien drang naar organisatie in de goede richting, het niet mogoliik blijken zal alle pluimvee houders in één greote Nederlandsche orga nisatie te vereenigen. Afgezien nog van het feit, dat het nog niet zéker is. dat de verschillende landbouw- maatschappijen haar afdeeding Pduinrvee tcel t in één federatief verbond zullen ondjej- bren.gen- zullen er a.! I lj,i groepen blijven bestaan. we»lker belangen niet. zoo zeer naar het landbouwbedrijf zijn terug te brengen, die daardoor ook los van die landbouworga nisatie staan en zich daarom ook op andere wijze zuilen groopeeren. Vooral zijn dit de stedelingen, die te zamen toch ook een be langrijk legertje van pluimveehouders vor men en die eveneens tot vergrooting tan onzen eiervoorraad, van de export-hoeveelheid, dus tot vermeerdering van onze nationale in komsten bijdragen, hetzelfde doel dus be reiken als de andere categorie nastreeft. Die groep, welke in hoofdzaak uit klei nere kippenhouders bestaat, vindt men ge organiseerd terug in de afdeelingen der V. P. N.. waarvan Noord- en Zuid-Holland bijv. heel goede voorbeelden, zijn. De schrijver houdt het ten slotte voor waarschijnlijk, dat er twee georganiseerde groepen zuilen komen en wel: le. Die der landbouw.pluimveehoudera, welke de machtigste zal zijn2e. de oude V. P. N. terug, zij het daTT ook na een ge weldige aderlating en van een geheel an deren opzet en met een gewüizigd! program- na, n.l. de oude afdeelingen thans federatief bijeengevoegd tot één geheel. Voor beide groepen is plaats en voor beiden is ook een organisatie noodig. DE MEENING VAN PILSOEDSKI. De correspondent.van do „Timea" te War_ achau maakt melding van een intervieuw van maarschalk Pilsoedski met een mede werker van een Poolsch blad. Wat dien militaeiren toestand betreft, meen de de maarschalk, dat de operaties langs de Duitsche grens binnen enkele dagen zullen zün geëindigd. Het leger zou d'an eenige rust noodig hebben, maar dat ze agressiet zou bliiven was wel zokct. Pilsoedski vervolgde daaropOnze vrien den willen, dat we in het Oosten bü het defensief zullen blijven. M. i. is dat nauwe lijks mogelijk. Hoe kan men met een nume riek zwak leger, slecht voorzien van tech nische hulpmiddelen.'over honderden mijlen een defensieve linio vestigen. Zulk een liuie moet worden versterkt met loopgraven en draadversperringen. Alleen het vervoer van prikkeldraad zou al onze transportmiddelen in beslag nemen. Van een defensieve linie kan geen sprake zijn. Er zün dus maar twee oplossingen 0f oprukken tot de vü'and de finitief is verslagen en bereid is op anderen toon te onderhandelen, of stil te houden aan de Oostelüke grenslün en zoo spoedig mo- gelii'k vrede te sluiten. Het land moet spoe dig beslissen. Er is geen tijd te verliezen. Er blijven nog slechts twee maanden vóór den winter. Het is njet gemakkelü'k mijn landgenooeten in beweging te brengen; hun vuur bedaart al reeds Laat ons geen illu sies koesteren. Ook als we er in slagen vrede te sluiten, zullen we altüd het doel van de Russische agressie zjjn. Bü Brest-Litowsk hebben we reeds de door de Entente op 7 December 1919 vastgestelde linie overschre den. In het Noorden. ttaar de Njemen toe, zullen we die linie spoedig bereiken. Uit een strategisch oogpunt heeft die linie geen waarde. DE VREDESONDERHANDELINGEN Naar uit Warschau wordt gemeld, kwam gisteren de voorzitter van de Poolsehe vre- desdelegatic, Domsk.y met drie Poolsehe vfe- dcsgcdelegeerden uit Minsk terug om te M arsehau nieuwe instructies te halen. Hij deelde mede dat de voorzitter van de Russi sche vredesdelegatie in de laatste zitting verklaard had dat de Russische voorwaar den absoluut niet het karakter van een ul timatum hadden. De regeering verwachtte veeleer Poolsehe tegenvoorstellen. Na aankomst van don gedelegeerde Dom sky werden te Warschau besprekingen om trent de vredesvoorwaarden gehouden en ie- gelijkertijd werd over het vaststellen van de plaiats, waax de onderhandelingen zullen worden voortgezet gesproken. Nadat-hier omtrent een besluit zal zün genomen, zal onmiddellijk de datum voor de büeeukomst der vredesconferentie worden vastgesteld, pi..0® wandelgangen van den Duitschen jk. g werd het bericht verspreid, dat de minister van buiten,landscbe zaken, Sapieha, aan den voorzitter der Russische vredesde legatie reeds de eischen der Poolsehe re geering met betrekking tot de Oostgrens heeft medegedeeld. Tegeijjk werd voorge steld. als linie voor den wapenstilstand de li nie van de vroegere Duitsche loopgraven bjj Natroczsee aan te nemen. BE BURGEMEESTER VAN CORK. an'ens de parlementaire arbeiderspar tij, het parlementaire comité van het vak- yereenigingscongres en de arbeiderspartij is een telegram aan Lloyd George gezon den, waarin uit naam der geheele georga niseerde Britsche arbeidersklasse ge vraagd wordt om het besluit der regee- ring, den Lord-mayor van Ccrk liever te laten sterven dan hem vrij te laten, op nieuw te overwegen. Zijn lijden, zegt dit telegram, is groobov dan eou l&ïierdurififö gevangenschap. Zijn deed zal de Iersehe oplossing nog meer vertragen. „Wij hebben ons te vergeefs to-t den minister van binnenlandsche zaken ge wend. kWij doen een beroep op u om het groote ding te doen.'" De Eransche Matin" drukt, op in het oog vallende wijze, een beroep af op En geland in verband met de houding van de regeering tegenover den lord-mayor van Cork Is het mogelijk, vraagt het blad, dat de Engelsche regeering dezen marteldood tot het einde zal laten duren? Tot dusverre hebben wij ons opzettelijk onthouden, ten einde onze bondgenooten niet te kwetsen, om een meening te uiten over de Iersehe gebeurtenissen. Maar het zou gelijk staan met onverschilligheid voor pun goeden naam in de wereld, wanneer men niets van hun clementie verwachtte, zou gebrek aan loyauteit tegenover hen zijn, hun niet te waarschuwen voor het ge vaar, dat zij loopen, indien zij den strijd tu&sehen Engeland en Ierland laten ont wikkelen tot een moreel conflict tusschen Engeland ,en de beschaving. lederen morgen wordt overal waar een ménscli leeft en een hart klopt, gevraagd: Hebben zij hem gered? En de magistra ten, de ministers de koning yan Enge land antwoorden hetzelfde „wij kunnen niet". Elke weigering vermeerdert de glorie van het slachtoffer. De gisteren nog on bekende lord-mayor tart het geweldige Britsche rijk. Zijn dood zal zoo straks tot de yereering vaa Ierland leiden; zal de .wereld overtuigen, dat Engeland on vermurwbaar dat net zijn vijanden niet ican onderseneiden en misdadigers en mar telaars verwart. Het getuigt van oprechte vriendschap om onze geallieerden, zoolang het nog tijd is, toe roepen: „Maakt geen martela ren 1" DREIGENDE STAKING IN DE jAN- THRAGIETMUNEN DER VER. STATEN In de Ver. Staten dreigt een nieuwe staking van mijnwerkers. De mijnwer- kersbond in h et authracietgebied is onte vreden over het loon, toegekend door de commissie, welke door den president yrerd benoemd na bet eind der laatste sta king, enkele maanden geleden; de bond heeft aan den president meegedeeld, dat, tenzij het loon niet onmiddellijk iwordt verhoogd, er gestaakt zal worden. Tot die actie is besloten door de radicale elementen in den mijnwerkersbond en te gen het advies van de meer behoudend- gezinde leiders, die tegen krachtmaatre gelen, thans, zijn. De radicalen hebben echter het heft in handen en vinden* dit blijkbaar een welkome gelegenheid om hun kracht te toonen. Bjj een staking zouden .175.003 man betrekken zijn. DE SPAANSCHE MINISTERCRISIS. De door het aftreden van den minister van binnenlandsche zaken in verband met de syndicalistische beweging ontstane ka binetscrisis is geëindigd. De leider der rechts-conservatieven treedt, naar Havas- Reuter uit Madrid meldt, weder op als premier, terwijl hij tevens de portefeuille van marine heeft aanvaard. Het ministerie van binnenlandsche za ken heeft tot leider gekregen iBugallal, dat van buiteniandeche zaken De Lima, financiën Paseual, justitie Ordonnez, oor log Ezy, onderwijs Portago, openbare werken Espada, arbeid Enual. DE VERMOORDING DER TSAREN FAMILIE. De Londensche limes heeft een week lang allerlei documenten over den moord op ae Russische tsarenfamilie gepubliceerd. In die moordgeschiedenis spelen een zekere Joerof§ ky en twee gehuurde Letten een hoofdrol. Aan de vertaling van het slotverhaal ont kenen wij het volgende aan de Telegraaf. Lenige minuten na middernacht begaf Joe rofsky zich naar de keizerlijke vertrekken. De familie sliep. Hii wekte den tsaar en de andere familieleden en vertelde ze. dat er dringende redenen bestonden waarom zij on- midde.liik naar een andere plaats moesten worden over gebracht,dat er onrust in at stad heerschte waardoor hun leven in ge vaar zou kunen worcen gebracht.en dat zij zich gauw moesten aankleeden en naar be neden komen. Allen stonden op. waschten zich, en kleedden zich aan. De keizerin wierp haar mantel over haar schouders, de ande ren kleedden zich eveneens om uit te gaan. Eenigen van hen namen zelfs kun kussens mee, voor het gemak onder de reis ofwel om dat zij er voorwerpen van waarde in hadden geborgen. Joeroisky ging de gevangenen voor. de familie volgde. Alexis kon niet loopen. Zijn vader droeg hem in ziin armen. De stoet ging naar beneden langs de achtertrap en gelijkvloers over den hof naar het souster- rain. In het schemerlicht van den Noorder- nacht konden de gevangenen den motor- vrachtwagen zien. die gereed stond voor het vervoer der lijken. Zij werden door de aan wezigheid van dit voertuig gerustgesteld, want zij dachten natuurlijk, dat dit hen zou vervoeren. Langs de andere kamers der benedenver dieping eindelijk kwamen zij in de kamer waar de moord zou plaats vinden. De keizerlijke familie en haar gevolg wen den in een der benedenvertrekken gebracht, met de mededeeling, maar rustig te wachten. De gevangenen hadden niet de minste ver denking en beseften geenszins, dat zü Lr een val waren gelokt. Aangezien er geen meu bilair in het .vertrek aanwezig was. vroeg de tsaar om eenige stoelen, opdat de zwakke tsaritsa en de zieke Alexis zouden kunnen zitten. Zün verzoek werd ingewilligd en er werden drie stoelen gebracht. De keizerin, die tot dusverre tegen den muur had ge leund. ging op één er van zitten, terwül Alexis in het midden van de kamer plaats nam. Nicolaas zelf nat naaat zün zoon. Bovendien kreeg Alexandra nog een kussen in den rug. De tsaar en Alexis, die een pet diroegen, hielden dit hoofddeksel op, als wilden zjj gereed zün. om elk oogenblük heen te gaan. Zü verkeerden n.l. in de veronderstelling, dat de voertuigen, welke hen zouden weg brengen* nog niet waren aangekomen en dat de vrachtkar, die voor de deur stond, diende om hun bagage te vervoeren. Reohts van de keizerin stonden drie barer HIJ WIST 'T. .'t Vijfjarige knaapje speelde op straat. Een buurvrouw wist dat zijn moeder visite ver- Wachtte. „Jantje, is de visite er al vroeg zij. „Nee," zei Jantje. „Weet je 't zeker vroeg de buurvrouw weer. „Ja," antwoordde Jantje, „kijk maar, ik ben nog vuil." OPSLAG. D?me„Dus ik stuur iederen morgen mijn dienstmeisje om de melk. Wat kost de Liter Boerin„Achttien cent." Dame „Maar 't moet zuivere, onverval- schte melk zijn Boerin „Dan kost 't een kwartje 1" Dame„Ik wensch, dat 't meisje bij 't mei ken tegenw*oordig is." Boerin„Dan kost 't dertig cent 11" dochters, de overigen, benevens Demidbva, bevonden zich links van haar. Na eenige oogenblikken begonnen Joe- rofsky en zün vrienden, bügeetaan door de „Letten", de deur te versperren. Het waren Joerofsky, Nikoeün. Ermakof, Vaganof en Medlvedef, benevens een zevental „Letten," in het geheel twaalf personen (de anderen waren op wacht). Ieder van hen droeg een revolver, terwül de geweren der „Letten" in het aangrenzende vertrek stom. den. waar zü dagelijks verblijf hielden. Joerofsky trad het éérst het vertrek bin- men en wendde zich tot den tsaar. Nu zijn er verschillende overleveringen van hetgeen hü heeft gezegd, doch naar met groote waarachünlü'kheid later is uitgemaakt, moet hü tot den tsaar hebben gezegd: „Uw bloed verwanten hebben getracht u te redden, doch het is hun niet gelnkt, derhalve zün wii zelf genoodzaakt u dood te schieten." Onmiddellük knalde een salvo uit de twaalf revolvers; die gevangenen zakten in één. De tsaar en de tsaritsa waren oogen- blikkelük dood, evenals drie der kinderen, twee bedienden en dr. Botkin. Alexis daaren tegen leefde nog. ondanks zijn wonden. Hjj kermde luid en wentelde zich in zün doods, strijd om en om. Joerofsky zelf maakte het kind af met een mes. Ook grootvorstin Anastasia leefde nog en vooht mot den laatsten moed der wanhoop tegen een harer belagers. Toen werd ook zü afgemaakt. Een der vrouwelüke bedienden leefde hef langst, doch de .Letten'' die inmiddels hun geweren hadden gehaald, doodden haar met hun bajonetten. Heel dit gru-welüke tooneei speelde zich in enkele minuten af. Daarna begonnen de moordenaars met koortsachtige haast de sporen van de misdaad uit te wissjhen. De vloer en de wanden moesten worden afge_ wasschen en de Rjken weggevoerd, vóór de dag aanbrak. Hoewel Joerofsky en zün handlanger er zeker van waren, dat hun daad onder het sovjet-régime ongestraft zou blü'ven, maak ten zü desniettemin groote haast, want zij wisten dat de bevolking hun daad scherp zou afkeuren, zoodat het zaak was, de lijken der vorstelüke personen zoo vlug raoge'ük weg te voeren. De pseudo-Letten vertrokken weldra. Hun lugubere taak was in Jekaterinenhurg af- geloopen en hun duiveJsche diensten waren wellicht èlders van noodle. - GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN, Diefstallen te Berlijn. Ziehier wat te Berlijn in één nacht gestolen wordt; In den nacht van Zaterdag op Zondag; werd te Berlijn gestolen bjj een horloge- winkel in de Skalitzerstrasee voor Mk, 40.000; hij een schoenwinkel in de Stetti- nerstrasee voor Mk. 50.000; hij een echoen winkel in de Skalitzestrasse vootr Mk-, 30.000; bij een schoenwinkel in de Her- mannstrasfie voor Mk. 15.000; bij een schoenwinkel in de Bruanerastrasse voor Mk. 10.000; bij een winkel van fotografi sche apparaten in Alt-M!oabIt voor Mk, 15.000; bij een horlogemaker in de Joa- chimsthalerstrasse voor Mk. 40.000; bjj 'n kruidenier in die Mülleretrasee voor Mk 16.000; bij een leerwinkel aan den Grünen- we.g voor Mk. 12.000; bjj een bontwinkel in de Turmstraese voor Mk. 7000. Dat zijn de winkelinbrakenBij particu lieren werd dienzelfden nacht gestolen in de Motstra&se aan tapijten en zilver voor Mk. 63.000; op de Platz am netten Tor voor Mk. 60.000; in de Hardenbergstrases voor Mk. 150.000; in de Sophiënetrafise voor Mk. 20.000; in de Schnaderstrasse voor Mk. 20.000; in een kelder van het raadhuis te Char lotte uburg voor Mk. 20.000. Dit zijn alleen de inbraken, waarvar aangifte ha gedaan! De inbraken te Weenen nemen eve»» eens een zeer grooten omvang aan. Er ig iVry naar het Fransen van E. Ennnit, j ir- •-■•*■<• 7.) „Zoodra zij mij zien," voegde^ zij er glim lachend bij, „zwemmen zij mij zoo snel moger lijk tegemoet. Maar ik verzuim ook nooit koekjes voor hen medo te nemen, waarop zij zeer belust zijn, zoodat hun vriendscnap. voor prij misschien wel voor een dèèl uit snoeplust voortspruit." i Onder do geestige gesprekken of vriende lijke woorden, die ze nu met elkaar wisselden, ging .wederom een uur snel voorbij en toch dachten zij' er niet aan. te scheiden. Het scheen Bis .waren hun zielen, één geworden. De lucht ,wias reeds lang weer opgeklaard, de avond 'leeds gevallen en toch bleven zij in hun jchuüplaats, als een paar nachtegalen in het jest. Plotseling naar buiten ziende in den '-lachten maneschijn, riep zij ontsteld uit: i „G, ,wat is het reeds laat en wat zal ik bij Wj'n tehuiskomst beknord worden. Trouwens, lit heb ik wel verdiend." .wenkte hem mat de hand een afscheids groet toe en sprong vlug in haar kleine .wit te bootje. Te gelijkertijd voer een bootje, door majoor Ornulf bestuurd, den vijver, van het eilandje in. Zooara hij Wilhelmina zag, hield hij op en zeide tot haar og droge, scherpe toon: „Ongehoorzaam kind, uw langgerekt© af wezigheid heeft mij hoogst ongerust gemaakt. Waarom blijft gij zoo lang uit?" „Vergeef mij, waarde voogd, ik ben door het onweer verrast." Zoo, en reeds sedert twintig minuten is de lucht weer geheel helder. Ge hebt toch bjj geval niet geslapen?" Daar ben ik niet moedig genoeg voor. Ik zou zelfs zeer beangst zijn geweest, indien ik bij toeval hier niet ©en jongmensch ontmoet bad, wiens gezelschap voor mij gen groote ge ruststelling ,was," Toen eerst merkte de majoor Herman Wrangel op, die tegen een der wanden van de hut, .waarop het volle maanlicht viel, leunde. „Waarlijk," hernam Ornulf bp stroeven toon, „gij waart niet alleen. Nu begrijp ik uw lang uitblijven, zonder dat ik het echter kan goedkeuren. Miet uw teer gestel is het zeer onvoorzichtig u aan de ongezonde ©n koele avondlucht bloot te stellen." Herman had den majoor beleefd gegroet, doch deze had zich niet verwaardigd daar acht op te slaan. Bij pak dadelijk van wal, onmiddellijk gevolg" üoor y ilhelmina, wier kleine witte boot Ms een vlugg© en dartele Salamander de wateren doorkliefde. Het was reeds tien uur geslagen, eer Her man de villa zijner nicht betrad. Aurelia had zoo even een ronnh0® gezongen. Zij had een prachtige mezzo-sopraan en men overlaadde haar m6t toejuichingen, di© volkomen .welge meend waren. Zij beantwoordde den groet van haar neef met geveinsde onverschilljgneid en bet was haar gemakkelijk aan t© zien, dat zij over zijn late komst niet op haar gemak ,was. Bij zag dit wel in, maar gevoeld© geen lust om daarover verontschuldigingen te maken. Hij ging in zijn eentje in ©en hoek der zaal zitten, terwijl qenige uitstekend© zangers, zooals Dujtscnland er zooveel oplevert, een puintet van Haydn uitvoerden. Die heerlijke opwekkende en tevens treffende muziek deed hem weldra cte koele bejegening, die hij van Aurelia ontvangen had, vergeten. Onder het hooren dezer bekoorlijke, melodie^ rezen, als in een opera-taf©r©el het lieve eiland, met de beide tamme zwanen, de met riet gedekte hut, het witte schuitje ©n Wilhelmina Auricih ach tereenvolgens in zijn verbeelding op. en hij was zóó onder den invloed dezer betooveren- de fantasie, dat bij alles om zich heen vergat. Zijn nicht sloeg hem steelsgewijze wel «1© meeste aandacht gade. Jn liet begin scareef zij zijn onbewegelijk© ©n nadenkende houding toe aan een gevoel van droefheid en naij ver, uithoofde van de koelheid, die zij jegens hem aan den dag had gelegd en de hulde en be wondering, die haar gasten baar toonden maar zij was te scherpzinnig om lang in die ongegronde meening t© verkeer en. Toen maakte zich een geweldige onrust van haar meester. i 1 ,Zou hij berouw gevoelen ov©r het huwe lijksaanzoek, dat hij mij gisteren deed, vroeg zij nadenkend, terwijl zich ©en sombere trek over baar gelaat verspreide!©. Zou hij zijn Keienen .willen verbreken? 't Is vreemd! Ik heb er e©n voorgevoel van, dat hij zelfs niet eens meier aan mij denkt." Toen bet quintet geëindigd was ©n de zan gers welverdienden lof hadden ingeoogst, ont trok Aurelia zich aan het vervelende gezel schap van eenige onbeduidende heertjes, die onafgebroken om haar heen draaiden en zette zich naast Herman neder, die opsprong, Ms°f hij uit een vasten slaap ontwaakte. Te midden eener diepe stilte liet nu een violoncel haar heerlijk© tonen hooren, „Waarom kwaamt gij zoo laat? vroeg d« jonge weduwe zacht en koel aan Herman. Deze geraakte een oogenblik in veriegen- heidj maar onder de toejuichingen, die den violoncellist ten deel vielen, antwoordde hij kalm, dat hij een tochtje naar het eiland had gemaakt en het on weder hem daar had verrast. Met ongeveinsde verbazing vestigde Aurelia haar groote, zwarte oogen op haar neef. „Hebben wij dan niet afgesproken, dat wij er eerst morgen zouden komen Waarom gingt gij er dan nu heen? Ik begrijp niet hoe gij er toe kwaamt!" Toch was de klank harer stem m^rkhaar vriendelijker, .want zij bedacht, dat haar neef wellicht door zijn sentimenteele geaardheid gedreven, zjch naar h©t eilandje had begeven om zich le verlustigen op het eenzame plekje, waar zij zich den vorigen avond samen van het gewoel der wereld hadden afgezonderd. Maar zóóver dacht Herman niet eens. Hij deelde haar heel kalmpjes mede, dat hij een watertochtje gemaakt had ©n daarna op het eiland was gaan uitrusten. Ofschoon Aurelia ie gpcippnn was om zich door zulk een on beduidend voorwendsel om den tuin te laten leiden en haar angst ©n spijt zelfs toenamei^ was zij echter nog niet voldoend© zeker van haar macht op haar neef, om met het oog og zijn aangeboren beschroomdheid, op een meer afdoend eptwojprd te durven aandringen. r (Wordt vervolgd.} j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5