Elck wat f^edisGlie Praatjes. De Arbeidswet. m tr ONS VR00L1JK HOEKJE Wat de Pers zegt ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1920 TREKJES GLVi gmnen Ouzo nieren. I. Onze beide nieren behooren tot die groep van organen, die wij gewoon zijn z. g. n. „levens- gewichtige" te noemen. Zonder hun arbeid en hun goede functie is geen leven mogelijk. Wij dienen nu allereerst na te gaan, waar deze zoo belangrijke organen hun zetel hebben opgesla gen. Wij vinden rechts en links boven in de buik holte een nier omgeven ter hoogte van den rib benboog. Deze laatste kunt ge allen gemakkelijk bij u zelf aftasten. De nier is voorts een boon- Yormig orgaan en heeft ongeveer de afmetingen van een niet ai te groot kadetje. Het is hier te vens de plaats om op te merken, dat de nier een buitengewoon bloedrijk orgaan is. Bij operaties aan dit orgaan, waarbij t overlangs in twee helften gesneden moet worden (en dit doet men op dezelfde wijze als wij onze kadetjes plegen uoor te snijden) heeft men van dezen bloedrijkdom veel last. Om echter de bloeding zoo gering mogelijk te doen zijn, heeft men een klein trucje bedacht, als ik 't zoo noemen mag. Het gelukt n. 1. de bloeding bij den ingreep tot een minimum te beperken, als men het snee- vlak niet doet samenvallen met het z. g. inediane vlak, (waar de middellijn over loopt) doch het Eerste een weinig achter het laatste aanbrengt. Door deze wijze van handelen v/ordt de nier niet in twee gelijke deelen verdeeld, doch ver krijgt men een grootere voorste helft en een kleinere achterste helft. Op deze wijze ontkomt men aan de grootste en allerbelangrijkste bloedvaten, die, als men de nier in twee gelijke helften zou verdeelen, dus de snede in het mediane vlak zou aanbrengen, juist getroffen zouden worden en het noodzakelijk gevolg zou zijn oen zonder twijfel levensgevaarlijke bloei.,.-o De nier nu kujuiuii wij met groote moeite doorgaans aftasten door den buikwand heen, daar zij een verborgen ligging heeft en de buik ingewanden haar aan de voorzijde bedekken. Bij een nieroperatie tracht men dan ook nooit aan de voorzijde de nier te bereiken, doch steeds aan de achterzijde of rugzijde van de(n) pa- tient(e) en men brengt hiertoe de snede aan in de z. g. n. lendenstreek, waar wij betrek kelijk spoedig op de nier stuiten. Nu zult ge vragen Is dan de nier niet gemakkelijker aan de rugzijde af te tasten dan aan de buikzijde Ook dit lukt ons meestal, althans in normale omstandigheden, zelden. De reden hiervan moet gezocht worden in de buitengewoon sterk ontwikkelde spieren, die zich in die streek be vinden. Ligt de nier nu los, zooals b. v. een enkele maal voorkomt, dan kunnen we in zoo'n geval meestal zeer duidelijk het bewegelijke orgaan waarnemen door de eene hand in de lendenstreek, de andere hand op den buik te nlaatsen Wij kunnen dan vaak de nier als het ware van de eene hand in de andere werpen en reken dan ook in zoo'n geval van het „Bal loteeren" van de nier, met welken term men de werkelijkheid volkomen juist weergeeft. Wanneer ge nu het bovenstaande nog eens rustig overdenkt, dan zal het u zonder twijfel wel duidelijk zijn, dat het herkennen van één of andere nierafwijking, gezien de enorm ver borgen ligging van het orgaan, een allesbehalve gemakkelijk werkje is. Echter kan ik er direct met vreugde aan toevoegen: „Gelukkig in onze dagen niet meer." U weet allen, dat de nieren stoffen afscneiden, die niet meer bruik baar zijn voor onze stofwisseling. Het zijn nut telooze afgewerkte producten, die voorkomen in de vloeistof, die wij bestempelen met den naam„Urine." Die urine wordt nu langs een buisje resp. van linker en rechter nier in de blaas gevoerd, welke laatste niet anders is dan het reservoir, de tijdelijke opslagplaats van deze voor ons lichaam nuttelooze vloeistof. De blaas is een peervormig orgaan,waar van de punt naar beneden gericht is en door middel van een kringspier die zich willekeurig kan sa mentrekken on verslappen, kan de inhoud ver wijderd worden. Na deze inleidipg wil ik u nu voorstellen den volgenden keer het een en ander mede te deelen aangaande de vooruitgang in het stel len van een diagnose bij ziekten van onze nie-1 Hongarije komen in "Dé&antfónng Éfe.Öloe-1 allies geflaan wat rij konfieö» Om (Gereden en, En waarmede wij dan onmiddellijk zullen be-1 ten vaak onverhoord worden gelaten, om-1 waarbij nog de vreemde bezetting komt, zoo innen. MEDICUS. dat de geldmiddelen van het comité niet eindigt de brief, kunnen wij onze vele kin- 1 veroorloven om overal waar groote nood deren, die op krachten moeten komen, niet te lenigen valt voldoende helpend op te in eigen land voldoende helpen, treden. Slechts daar waar de nood 't aller- ""in Koblenz bleken van de 6534 geneeskun- nijpendst is, vermag ons comité eenige Na in het onderhoud, dat de redacteur van het „Centr.'' met Minister Aalberse mocht hebben, de publicatie van eenige cijfers in uit zicht te hebben gesteld, waardoor het nog dui delijker zal worden, dalt er inderdaad ernstige reden bestaat voor 'dien dtoor den Minister be paalden overgangstermijn, wees deze er op, dat het oorspronkelijke ach f-uren-ontwerp-Schaper een overgangstijd van niet minder dan acht j aren bevatte. En in zijn tweede, verscherpte editie van dat ontwerp wilde de voorsteller in October 1918 nog een 'termijn van vier jaren stelden. Twee jaren zou er nog 10 uur mogen gewerkt wor den en twee jaar 9 uur, om dan te komen tot den 8-urendag. 't Is waar11a November van dat jaar schrapte hij alle bepalingen dienaan gaande. Maar als ge mij vraagt, zei Mr. Aalberse, of er dan in dat korte tijdsverloop iets gebeurd wals, wat hem daartoe moest bewegen, dan kan ik slechts zeggen: er was niets gebeurd, niets and'ers dan dat mr. Troelstra zich had vergist! Nu verwijt men mij, diat ik! in dit geval ge handeld hieb in strijd met 'het advies van den Hooge n Raad van Arbeid. En men bindt daar aan allerlei commentaren vast, alsof dat college daardoor zou zijn gekleineerd. Zelfs werd in een blad gesproken van een „wassen neuis", dien men wel kon „opheffen". Maar dit lijkt nu toch een algeheele miskenning van de positie, welke de Hooge Raad van Arbeid inneemt. Die Raad heeft te adviseeren, maar de beslissing is bij de Regeering. Zij draagt de verantwoordelijkheid. Voor ons hooge Staatscollege, den Raad van State, geldt volmaakt hezelfde. Zijne adviezen worden niet altijd opgevolgd, geenszins. Maar zou iemand daaruit nu willen concludeeren, dat men den Raad van State wel kon doen verdwij nen? Het is eenvoudig de plicht der Regeering na te gaan en ernstig te overwegen, of zij de verantwoordelijkheid kan dragen van het op volgen der aan haar uitgebrachte adviezen, hoe belangrijk die adviezen op zich-zolve ook' zijn mogen, en hoe ernstig de taak, hoe gewichtig d'c functie der colleges, die ze uitbrengen. Eenige geringschatting kan daarin voor die col leges onmogelijk gelegen zijn, evenmin als eenig bewijs voor, of eenige aanduiding van hunne mindere noodzakelijkheid. Dit is ook ten opzich te van den Hoogen Raad van Arbeid reeds ten duidelijkste gebleken. Met het overgroote deel der adviezen van dien Raad is terdege rekening gehouden en ik heb diaar veel nut van gehad. Men zal het straks kunnen waarnemen, wan neer de algemeene maatregelen van bestuur worden gepubliceerd." Op de vraag van den redacteur of de datum van de invoering der wet nu reeds was vast gesteld, kreeg hij van den minister ten ant woord Er zijn nog eenige maatregelen van bestuur bij den Raad vati State. En dian moet er ook nog eenigentijd verloopen tusschen liet publi- ccereti dier algemeene maatregelen van bestuur en het in werking treden der wet, omdat de werkgevers daarop huji bedrijf hebben in te richten, terwij! de gemeentebesturen hebben te zorgen voor arbeidskaarten, ïiet aanleggen 'Ter nood-ige registers enz. Een wet, die zoovele dui zenden personen en allerlei bedrijven geldt, stelt natuurlijk hare eischen bij de voorberei ding en de uitvoering. Dat kan nu eenmaal niet overijld geschieden, wil men, dat alles onmiddel lijk goed loopt en geen stoornis of stagnatie ontstaat. Maar ik hoop in elk geval, dat op een Zondag (als eersten dag der week) in October de wet in werking zal kunnen treden. De juiste datum zal zoo spoedig mogelijk wordlen bekend gemaakt. Maar reeds nu kan ik wel zeggen, dat het zeker nog in October zal zijn.'' fö n /De winter nadert weer en de ontstril n ie "Berichten over den nood, die nog altijd in de Centrale landen geleden wordt, nemen hand over hand toe. Geen vergadering van het dagelijksch bestuur van het R. K. Huis- ïs, vermag ons verzachting te brengen, en toch, er zijn nog honderden ja duizenden gevallen waar hulp verleend moest kunnen worden en waar we gaarne hulp verleenen zouden als onze mid delen daarvoor toereikend waren. En Waar wij overtuigd zijn, dat de Katholieken van Nederland ons die middelen zouden willen verschaffen wanneer zij slechts wisten hoe groot nog altijd de ellende is, die in de Cen trale landen geleden wordt, zullen we in een paar artikelen heel enkele toestanden mede- deelen zooals ze bij voortduring nog aan ons comité door de meest betrouwbare personen ter kennis worden gebracht. Mogen die en kele feiten, die wij uit vele kiezen, spreken tot het goede hart van onze Nederlandsche Katholieken, die dan met hunne materieele hulp gemakkelijk den weg tot ons comité (Zuidwillemsvaart 63 's Hertogenbosch) zullen vinden. Door bemiddeling van Z.D. H. den Aarts bisschop van Utrecht ontving or.s comité een schrijven van den Bisschop van Mun ster, waarin Z. D. H. hartelijk dank brengt voor het bedrag van 52.000 Mark, dat ten behoeve van de noodlijdende kinderen in zijn diocees ontvangen is en Waardoor „veel nood gelenigd en menige traan gedroogd is geworden." Doch de behoeften onzer kinderen zijn daar mee nog lang niet geëindigd, schrijft Z. D. K. Vooral in de groote steden en in de industrie districten zijn ook heden nog vele kinderen, die werkelijk aan t allernoodzakelijkste ge brek hebben. De Bisscnop neeft een beroep gedaan op de Kath. plattelandsbevolking van zijn diocees om de ondervoede stadskinderen gedurende de zomermaanden in hun huis op te nemen, doch zonder resultaat. In het deke naat Hajnhorn b. v. b., dat meer dan 130.000 Katholieken telt, werden niet meer dan 12 plaatsen bescüikbaar gesteld, omdat de men- schenop het platteland bij de algemeene duurte niet meer in staat zijn, de zorg voer vreemde kinderen op zich te nemen. „Den plichtsgetrouwen zielezorgers, die vooral thans in die streken een zeer zware taak hebben, bloedt net hart bij den aanblik van al den nood en zij richten met hoop er- vertrouwen hun biik op de geloofsgenooten in Holland, wier zelfopofferende en offer vaardige barmhartigheid zij reeds lang hebben leeren kennen er waren immers gedurende de oorlogsjaren reeds verscheidene honderden kinderen ook uit het district Hamborn daar ondergebracht, die r.aderiiand r.iet genoeg vertellen konden van de liefde en de goedheid, die men hun bewezen had. Wel is mij beleend schrijft de Bisschop -dat in den laatster winter vele duizenden kinderen in Nederlanc onderdak, voeding en kracht gevonden heb ben en deels nog vinden. Doch ik vertrouw, dat nog menige deur zich ook voor Duitsche kinderen gastvrij zal willen openen. Katholieke lezers, gij zult den Bisschop van Munster, uit wiens verder schrijven zoo veel bezorgdheid voor zijne arme diocesanen blijkt, tocli niet in zijne .verwachtingen te leur stellen In een der jongste vergaderingen van ons hoofdcomité werd een brief behandeld van den Bisschop van Speijer (Rijn-F fah,waari: Z. D. H. hulp vraagt voor een tweetal Kloos ters, weker zusters gewoon uitsterven omdat alle levensmiddelen haar ontbreken Uit een brief van het Caritasverband voor het diocees Trier, waarin dar k werdt gebracht voor de aan de kinderen reeds verleerde hulp, wordt medegedeeld dat volgers geneeskundig onderzoek nog minstens 1400 Kinderen uit zend'"" naar buiten r.ist Kunnen missen. In SaarbrücKen is hidp voor vele ondervoede Kinderen noodig- In Koblenz lieerscht een geweldige Kinderellende. Dringend wordt gevraagd om ae ongeluk kige stumpers i" Nederland op te nemen. Op het platteland m Dmtschla,.d zelf, waar reeas vele duizenden stadslanderen geplaatst zijn geweest, heeft jn® Pf Plaatsen meer vrij vestings Comité gaat voorbij of nieuwe j wegens het r aar erug vceren c.er mm- smeekbeden uit Duitschland, Oostenrijk en I tair'en. De bewoners ^mmenovengci-S reeas dig onderzochte kinderen slechts 1024 nor maal gevoed, 1550 minder gevoed, 1857 on dervoed, 1993 zéér ondervoed. Voor een groot deel zijn die kinderen afkomstig uit midden- standskringen. In vele steden, vooral in Berlijn, Leipzig en Munchen hebben tuberculose en rachitis onder de kinderen epidemische vormen aangenomen en 30% der kinderen zijn lichamelijk zóó mis vormd, dat photografische opnamen van hen niet voor algemeene verspreiding geschikt zijn (officieel rapport in de Kölr. Volks zei tung No. 361). Uit een brief van Pastoor Göcke te Oespel- KleijDe jarenlange ondervoeding heeft onze kleinen zooveel doen lijden, dat hier in het Roerkolendistrict circa 50% der school kinderen meest aan scrnfulose en tuberculose ziek liggen, welke toestand nog door de treu rige woningtoestanden en de giftige gassen uit de mijnschachten beduidend verergerd wordt. In overleg met Z. D. H. Bisschop Caspar van Paderborn heb ik besloten voor het arbeidersdistrict hier een „Kinderheim" op te richten, waar de kinderen onder toe zicht van Kath. Zusters liciiamelijk verzorgd en tot een zedelijk-godsdienstige levensop vatting opgevoed zullen worden. Ons ver armde vofic is niet meer in staat, de reusacfi- tige onkosten van zulle eene inrichting uit eigen middelen te bestrijden. Hoe goed doet het ons daarom in onze ellende te Weten, dat aan gene zijde der grenzen medelijdende har ten voor ons kloppen. Reeds zoo veel leed heb gij gestild, zoo vele tranen gedroogd Uit een anderen briefHet ligt anders niet in den Duitschen aard met den bedelzak rond te gaan. Maar de nood onzer kinderen dwingt ons daartoe. Vreeselijk hard is het, een groot deel onzer kinderen, de hoop en de trots van ons volk, lichamelijk en geestelijk te zien ondergaan. Bezoek de scholen, de woningen van den middenstand en het proletariaat. Ga in de stegen en op de speelplaatsen en geef uwe oogen den kost. Overal bloedarmoede, ge brekkige kinderen, Rachitis, beenderenver- weeking,, tuberculose en zwakzinnigheid ver raden de ondervoeding en honger. De tuber culose-in richtingen zijn overvol, zoodat eene b handeling in het eerste stadium der ziekte bijna onmogelijk is. Het is waar wat de En- gelschman Gardiner, uitgever van de „Daily News" schreef:„Het is tragisch thans als Duitsch kind geboren te worden. De kinderen van geen volk hebben zooveel geleden als d Duitsche." Uit een dankbrief:Onze dank geldt iu de eerste plaats het wakkere Nederlandsche volk, dat onze hoogerende kinderen zoo gast vrij bij zich opneemt en verpleegt. Daarmee doet het ons den grootsten dienst, dien het ons bewijzen kan. Want onze Kinderen zijn ons t dierbaarste, zij zijn de hoop onzer toe- KOjnst. I Vele honderden onzer Kinderen zijn licha-1 meliiK verzwaict zonder levensmoed en Kracht naar Nederland gereisd. Daar vonden rij be zorgde pleegouders, goede, lang-ontbeerde voeding, frissche gezonde lucht. En toen zij teiugKecrden, waren zij, als nieuw-geboren. Maar nog zijn er vele, oneindig vele Duitsche kinderen, die onvoorwaardelijk een tijd tang ibetere levensomstandigheden moeten ko men, willen zij niet aan de tuberculose ten offer vallen. Wij staan er machteloos tegen over, wij missen de noodige geneesmiddelen: melk en vet. Daarom smeeken wij het hulp vaardige Holland wederom om opname onzer kinderen De Katholieke „Germauia' wijst er in een artikel op, dat Berlijn, dat een half milhoen Katholieke inwoners telt, door de bepalingen van het vredesverdrag in Opper-Silezië, Po sen en West-Pruisen de gelegenheid voor het onderbrengen van kinderen bii Katholieken verloren heeft, waarvoor Beriijn geen ver vanging in andere Katholieke streken van Duitschland vir.dt. „Daarom is het te vreezen, dat de kinderen in zuiver Protestantsche landen ondergebracht worden, waar vour hunne godsdienstige behoeften slechts on- HOE DRUK MEN 't HEBBEN KAN I Een vriend van me kwam naar me toe, met z'n hoofd onder z'n arm, en vroeg of ik zijn voeten wou koopen. Terwijl wij nog onder handelden sprong de draak, waarop ik reed, uit zijn vel, zoodat ik in de lucht bleef zweven. Ik peinsde hoe ik beneden zou komen. daar keek 'n stier met twee koppen over den muur, en zei dat hij me zou fijnkauwen als ik niet eerst op zijn nek klom en zijn manen op 'n klosje wond. Ik liet me dus langs het touw naar beneden glijden en vroeg den conduc teur, hoe laat onze trein in Leiden zou aan komen. „Daar zijn we al voorbij, wel al twee honderd jaar," was 't antwoord, en kalmpjes vouwde hij den trein op cn stak 'm in zijn vestjeszak. Hierdoor ontwaakte ik, en zag dat ik zeven minuten geslapen had. voldoende gezorgd kan worden. Wij zijn over tuigd, dat de Katholieken van Nederland ook de Berlijnsche jeugd niet van hunne gast vrijheid zullen uitsluiten." Uit Breslau ontving ons comité de volgende cijfers: Breslau heeft 527000 inwoners. Van de 57034 geneeskundig onderzochte kinderen der volksscholen ble«ten er 672 goed gevoed, 19658 eenigszins ondervoed, 28x07 ondervoed, 4583 erg ondervoed, 3816 zieK. De toestand in Breslau is bijzonder zorgelijK. Voor de sooia- listemónderen KW am hulp uit Denemarken, Joodsche kinderen zijn in het buitenland ondergebracht, door Kwakers worden dage lijks Kinderen gewoed, slechts van Katholieke zijde is tot heden nog r.iets gedaan geworden... Uit Barmen bereikte ons een officieel rap port over een onderzoek op de verschillende scholen14 tot 63 pet. der kinderen bleken ondervoed, 6 tot 21 pet. hadden geen schoe nen, 2 tot 10 pet. hadden geen hemd, 6 tot 92 pet. slechts één hemd. Deze voorbeelden zijn met tallooze andere te vermeerderen. Wij willen or.s echter tot de bovenstaande bepalen, omdat zij ons meer dan voldoende lijken om den lezers een in zicht te geven van de groote ellende, die nog steeds in Duitschland geleden wordt. En zooals het in Duitschland is, zoo is het ook in de andere Centrale landen, vooral Oostenrijk en Hongarije, waaraan wij een volgende maal een artikeltje hopen te wijden. Het R. K. Huisvestings Comité, dat zich onder de hooge goedkeuring van het Door luchtig Episcopaat van Nederland tot taak heeft gesteld hulp te verleenen aan de nood lijdende volken der Centrale landen,' ver trouwt dat de Katholieken van Nederland haar de vervulling dezer taak zullen blijven mogelijk makendoor het verleer en van gel- delijken steun, het zenden van leversmidde len en net beschikbaar stellen van plaatsen voor de ongelukkige behoeftige kinderen. Men kan zeker geen Gode weigevalligër werk Verrichten dan dit werk van echte Christelij ke naastenliefde PERSCOMMISSIE R.K.HUISVESTINGS-COMITE, 's Hertogenbosch. EEN DEMONSTRATIEVE BEDOT* lEIiU. De roode boaden van Overheidspersoneel hou den weer eens een „demonstratief congres". Na tuurlijk om hooger kxxi. Den Haag zal de fraaiigheid morgen kunnen bewonderen. Een circulaire omtrent dit congres bevat meer wonderlijke dingen, schrijft de „Resb." Vooreerst doet de roode Bond van Neder landsche Onderwijzers ook mee aan het schreeuwerig ding. Terwijl de minister be zig is hun salarissen op hoog peil te brengen, en zeer binnenkort daarmee gereed zal zijn, komen ook deze onderwijzers met opruiende taal over hun hongerloonen. Maar enfin zulke manieren zijn we van die heeren go- wend. Verder staat o.a. ook iu het snorkend bil jet de volgende 6choone frase: „Den woe keraars wordt door de Regeering vrij spel gelaten, als gevolg waarvan de prijzen der eer ste levensmiddelen dagelijks stijgen." Deze roode stokebranden weten wel beter, ze liegen bewust. Want ze weten drommels Degelijke moeier TooneelStraat van allemaal dezelfde een-ver diepinghuizen. Personen Juffrouw van der Praat. Juffrouw Tonglos. Juffrouw Lipsnel. Juffrouw Wipkaak allen buurvrouwen van elkaar. Nadere persoonsaanduiding. Juffrouw van der Praat is lang en spichtig kapsel van te laat opge staan revolutiewerk dusneus prijkt met bijna nine zweer: hals doet hetzelfde met vlooienpikjes a our blousje (was vroeger geen ajourrok met drie vreemde stukken van vaneerende kleuren. Zij heeft in de buurt het snelheidsrecord van pra ten juffrouw Tonglos heeft ook een kapsel(spreekt van zelf) doch slechts zeventien haren zijn van haar eigen hoofc de rest is uit goedkoope toilet- winkels bij -elkaar-gescharreld en van uiteenloopen- de blondheid, 't Gelaat is knobbel-hoekig de voor uitstekende kin kan men desgewenscht in de volle hand nemen. Hoofd rust op hals van spier-veilen, in 't midden onderaan een holte vormend, die voor de schooljongens een ideaal knikkerkuiltje zou kunnen zijn. Zij draagt een ochtendjapon die minstens twee jaar in een uitdragerij heeft gehan gen en gedurende een zelfde t jdsverloop door draag ster voor alle- en heele dag-japon wordt gebruikt. Juffrouw Lipsnel is iemand, waarvan men met kan zeggen of ze zeventig is en er nog jong uitziet, of dat ze dertig telt doch 'n ouwelijk gezicht heeft. Haar hoofd, vaal-bruin van huid, is gedurig naar voren gebogen, alsof het steeds zoekende is naar geheimen. Aan haar bonten boezelaar zou men zegden dat het Vrijdagavond inplaats van Maan dagmorgen is. Haar sloffen zijn van zoodanige afmeting, dat ze de hielgaten in elk der blauw- gevretan kousen geheel zichtoaar laten. Haar stem heeft veel weg van 't geluid van rammelende melkbusjes. Juffrouw Wipkaak is kort en overal even dik gelijk een meelzak. Haar handen met saucijsjes- vingers doen herhaalde pogingen om in de zijden te rusten doch glijden af langs het egale, geen houvast biedende lijf. Ze zegt niet veel, maar 't ronde, voetbal-vormige hoofd maakt plechtig- langzame bewegingen van 't Is toch wat te zeg- 8ejr' en Hoe is 't mogelijk". Hst is ruii» elf uur. Het gesprek dat hieronder wordt voortgezet was resds te ruim negen uur begonnen. Juf jr. v. d. PraatAch, buurvrouw, laat je toch niks wijsmake.... hij verdient zes en twintig gulds au de koetsjoekfebriek en geen cent méér, wat ik je smies. Nou vraag ik jou waar ze die op schepperij vandaan 'nale Jufjr. Tonglos Ze motte wel 'n paar dubbeltjes gehad hebben toene ze trouwde, maar wat r.al dat nou heelegaar geweest zijn. Zij naaide voor Droom en Vreesman kinderhempies voor vier of vijf cont en hij is nooit 'n zuinige Pist geweest.en van'z'n ouwers heb ie 't óók niet meegekrege. z'n vader zuipt as 'n tempelier. Juffr. Lipsnel: En hi] spauwt 't óók niet in. Jujfr. v. d. PraatOm de bliksem niet. Nou Nou Dus waar doene die lui dat dan van Zag je d'r vanmorgen de deur uitgaan? 'n Vdle had ze voor d'r gezicht'n vale 1" Hoofd van jujfr. V/ipkaak ,,'t Is toch zonde. Juffr. TonglosV/at mot zoo'n mirakol om negen uur de dsur al uit doen 't Is wel zoo, ze h»b geen kind of kraai tot-nog-toe, maar 'n mensch heb toch z'n huishouwe, niet? En aan altija ge kleed as 'n éérste dame. Daar steekt tooh zeker wat achter? Of niet? Ik zeg maar zóó, 't mot toch uit de lengte of uit de breedte. Hoofd van juffr. Wipkaak: Ja, dat is zoo.... Juffr. Lipsnel: 'k Vertrouw d'r geen cent met 'r schijnheilige bakkes. En dan nooit geen boe of ba.... en dat voor 'n overbuur. Zegt ze tegen jou wel-eris wat? Zegt ze tegen mijn wat? Nooit niet I Of wij 'n hoopie vulles zijn. Stille waters heb'os diepe gronde. Ik kan die groosigheid niet uitstaan. En as ze nou nog van 'n ordentelijke Koni-ai was, dan was 't nog tot-daar-an-toe. maar d'r moeder speelde tooh óók asjeblieft voor 'n dubbeltje mangelgoed toen d'r kerel van sagge- rijn was weggeloope? Hoofd van juffr. Wipkaak: Is 't warempel, mensoh Jujfr. Lipsnel „Wè-ja, mensch, je mot mijn wat vertellen, 't Was 'n zoodje. Nou loopt zij met 'n paars mantelpak. Een van tweeën, ze barste van de schuld ofof zij-- (de stem wordt fluiste rend 't hoofd rekt zich nog meer naar voren.) Hoofd van jujfr. V/ipkaak't Is toch zonde Juf jr. v. d. Praat,,'t Mot wel haast. Kan jij duur gekleed gaan en fietsen van niks? 't Is me nogal 'n mooie tijd tegenwoordig., je mag met 'n gezin wel 'ninkomme hebbe van vijftig guide hou je nóg geen spat over. En dan zes en twintig I neut an de koetsioekfefcriek." Jujfr. Wipkaak: ,,'t Zal we! wat meer weze, hu ailou./. praat„Neen, mensoh, geloof me de jonge van me schoonzuster a r óak werkt." a r vriendin, d;3 u 1 '-",sr v/set je wat een Doel (fluisterend) d Jujfr. v. d. sehe^'mïsS--'; g^4tsrend)-- wordt t &n die febnekellendig gegapt 'n hoop gegap wordt 'r." Juffr v d Praat: „Nou Daar weet ik van m .e te prate.Me f,zeL ^S3r getuide geweest- In de oorlogstijd wer as Ck.° rave- Hou. eu as ie dan rakent, da-.t-- ze twee jaar getrouwd benne. net toen de oorlog zoowat uit was.Kan jij van zes en twintig f-f met 'n witte broek en witte schoenen 1°°P" heele Zondage op Zandvoorde raenscr cn ce mevrouw uithange? Die Ioon° benne daar natuurlijk exprès met zoo H 1 L.1 i, Soog, omdatte ze wel we te,dat 'r bij gejat wordt. Wie werkt 'r nou in deze t:je voor zoo'n paar cen- te Daar mot tcch wat achter zitte, zeker Anders ga ie toch pauw naar n andere baas?" Hoofd vafi jujfr. V/ipkaak Ja, dat is zoo.dat is zoo Juffr. Lipsnel„Ik bee--JP nut, dar zukke msn- sche niet snapps- datie z'f ^°,ch ln de 2ate motte loope. Je zou zoo zegge, dat Kan op de duur niet zoo blijve.... £n eigeiak stane we d'r nou wei over te prate raaar zeker wete doene we óók niks." Juffr. Tonglos »D?a5*hsi ïe 1}a.ar W3er- Wete! Wete Nee dat nietMaar zóó-ies, dat voel je, buurvrouw dat voel je met je heele lijf en ziel, dat dat geen zuiver spul is.' Juffr. Lipsnel„Natuurlijk voel je dat. Kan toch zeker'niet anders Ln as hij an de fabriek ze hande thuis houdt., dan zorgt zij voor de bij verafiin, j® weet wat ik strakkies gezegd heb. D'r komt mijn te veel visite 's aves..-- ze hebbe dan wel veel broers en zusters, maar., ala, daar laat ik me ook maar iiever niet over uit. Maar 'k heb anders me ooge óók niet in me zak. Juffr. v. d. Praat„En ik ook niet. En dat heb 'n piano.'n piano 1" Hoofd van juffr. Wipkaak Wat je toch jzegt Jujfr. v. d. Praat„Ja-hoor, 'n piano. En ze krijgt lés. Die piano-meester vertrouw 'k óók niet. Kijkt mijn te gemeen uit z'n ooge. Ach, mensch, de heele wereld zit toch volgepropt met slechtig heid. Zeg, da's waar ook. Wete jullie 't van die zoon van Lenoppes De drie hoofden „Néé 1" Jujfr. v. d. Praat„Die heb op ze kantoor de boeken vervaischtover da duizend guide is 'r zoele. Juffr. Tonglos „Hoe weet je dat D'r heb niks van in de krant gestaan." jujfr v d. Praat „Heb 't ook met. t Wordt stil pehouwe. Ze zegge, dat de vader 't betale zal. Ik weet 't van., of nee, dat mag k niet zeggen. Heb 't beloofd. Maar hoe vin je 't? Zou je dat ge- zega hebbe van op 't oog zoo'n fesoenlijke jongen Juffr. Lipsnel„Ikzeg maar, jeziet de mensche wel van buite, maar niet van binne. De jongelui van tegeswoordig doene maar an allerlei dinge mee en as ze niet toekomme, neme ze 't van 'n ander. Dagelijks hoor je van zukke gevalletjes." Jujfr. v. d. Praat„Dat angesjement van Mien Doedels is af, hèMet die jonge van Buddels.'', Hoofden van de drie andaren„Hoe dat zoo in eons?" Jufr. v. d. Praai„Ja, dat mot 'n hele gekke geschiedenis weze, met 'n luchie d'r an. Dat mot 'k vanmiddag bij me zuster nog 's uitzoeke die weec 'r alles van. Vier jaar hadde ze met mekaar gegaan. Hij dee in vreemde papieren., ze zegge dat ic 'n twintig duizend verspikkeleerd heb." Hoofd van jujfr. V/ipkaak Haast niet te ge loeven I Tweede Tooneel Dochtertje van juffrouw van der Praat komt thuis. Groezelig kind met dun, rood-bruin haar, dat voor 't ouwelijke gezichtje fladdert. Juffr. v. d. Praat „Is 't nou al twaalf uur?" Dochtertje „Nee moe, maar 'k mot toch na de leering Juffr. v. d. Praat ,0, ja, da's waar ook. Kè je- je-les?" Dochtertje; (aarzelend) „Ja., ja, moe." Juffr. v. d. Praat„Geef 's hier je vrageboekie en kom 's in de gang staan. Wat mot je kenne? Ddér, waar dat plaatje bijlegt?" Dochtertje „Ja., ja moe." Jujfr. v. d. Praat„Effe kijke, of jij Zog 't achtste gebod?" Dochtertje„G:j zuit tegen uw naaste geen valsche getuigenis geven." Juffr. v. d. Praat; „Mooi. Wat verbiedt het achtste gebod.. Dochtertje ,,'t.'t.Achtste gebod verbiedt. valsche getuigenis.eh.voor de rechtbank.er. eh Juf jr. v. d. Praat „Liegen.." Dochtertje „Lie.gen Ju!jr. v. d. praat„Lasteren...." Dochtertje „Lasteren Jujfr. v. d. Praat „Kwaje meid, je ken d'r niks van 1" (Ze geeft 't kind 'n gloeiende oorveeg). Vooruit I Pas op as je grient, hoor 1 Zeg op Liegen, lasteren, kwaadspreken en lichtvaardig oordeelen." Dochtertje„Liegen, lasteren, kwaadspreken en lichtvaardig oordeelen." Juffr. v. d. Praat„Onthouws, hoor 1 Versta je Wat is liegen?" Dochtertje: „Liegen is., is.." Juf jr. v. d. PraatIets zeggen, wat men weet of meent, dat niet waar is." Dochtertje..wat men weet of meent dat niet waar is." Jufjr. v. d. Praat„Wat is lasteren?" Dochtertje„Lasteren is., is., van., iemand .iets. Juffr. v. d. Praat: Iets kwaads vertellen, dat niet waar is, of het kwaad, dat waar is vergroo- ten." Dochtertje-, „Iets, dat niet waar is, of., of ver- grooten." Jufjr. v d. Praat: „Wie zondigt door hef kwaad spreken Dochtertjedie zonder Jujfr. v. d. Praat„Voldoende reden Dochtertje: „voldoende reden Jujfr v d Praat: „Het kwaad van iemand be kend maakt.' Snotneus, je ken d'r geen lor van I Hoe komt dat? Hei je Zaterdagmiddag je les niet geleerd?" Dochtertje: (huilerig) „Nee moe, ik mog van u immers na de biëskoop?" Juffr. v. d. Praat: „Zóó, bertaal nest, ga jij 's mee naar de achterkamer. Zal ik je 's leere je vrage les vergete.(Ze gaan naar binnen. Juffr. v. d Praat trekt 'r pantoffel uit Iets later 't geluid var slagen, begeleid door gegil van dochtertje. De dn» buurvrouwen blijven voor de deur van juffrouw v d Praat luisteren en knikken elsaar goeakeu- TSn/uft°Tonglos„Die weet 'r orde onder te houwe" fufjr. Lipsnel„Dat doet ze zeker. Hoort ook zoo. As de kindere nou al beginne met verwaar. loozing van de. kattechismus, wat mot 'r dan later van terecht komme. jujfr. Tonglos„Maar d'r benne anders genoj ouwers, d e 't zoo r.auw niet neme." Juffr. Lipsnel: „Dat is zoo. Degelijke moeden zijn met 'n lantaarntje te zoeke. Hoofd van jujfr. Wipkaak: „Nou 1 Viee.u óók?i .G.N,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5