Elck wat
f^edisGlie Praatjes.
De Arbeidswet.
m
tr
ONS VR00L1JK HOEKJE
Wat de Pers zegt
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1920
TREKJES GLVi
gmnen
Ouzo nieren. I.
Onze beide nieren behooren tot die groep van
organen, die wij gewoon zijn z. g. n. „levens-
gewichtige" te noemen. Zonder hun arbeid en
hun goede functie is geen leven mogelijk. Wij
dienen nu allereerst na te gaan, waar deze zoo
belangrijke organen hun zetel hebben opgesla
gen. Wij vinden rechts en links boven in de buik
holte een nier omgeven ter hoogte van den rib
benboog. Deze laatste kunt ge allen gemakkelijk
bij u zelf aftasten. De nier is voorts een boon-
Yormig orgaan en heeft ongeveer de afmetingen
van een niet ai te groot kadetje. Het is hier te
vens de plaats om op te merken, dat de nier
een buitengewoon bloedrijk orgaan is. Bij
operaties aan dit orgaan, waarbij t overlangs
in twee helften gesneden moet worden (en dit
doet men op dezelfde wijze als wij onze kadetjes
plegen uoor te snijden) heeft men van dezen
bloedrijkdom veel last. Om echter de bloeding
zoo gering mogelijk te doen zijn, heeft men een
klein trucje bedacht, als ik 't zoo noemen mag.
Het gelukt n. 1. de bloeding bij den ingreep tot
een minimum te beperken, als men het snee-
vlak niet doet samenvallen met het z. g. inediane
vlak, (waar de middellijn over loopt) doch het
Eerste een weinig achter het laatste aanbrengt.
Door deze wijze van handelen v/ordt de nier
niet in twee gelijke deelen verdeeld, doch ver
krijgt men een grootere voorste helft en een
kleinere achterste helft. Op deze wijze ontkomt
men aan de grootste en allerbelangrijkste
bloedvaten, die, als men de nier in twee gelijke
helften zou verdeelen, dus de snede in het
mediane vlak zou aanbrengen, juist getroffen
zouden worden en het noodzakelijk gevolg
zou zijn oen zonder twijfel levensgevaarlijke
bloei.,.-o
De nier nu kujuiuii wij met groote moeite
doorgaans aftasten door den buikwand heen,
daar zij een verborgen ligging heeft en de buik
ingewanden haar aan de voorzijde bedekken.
Bij een nieroperatie tracht men dan ook nooit
aan de voorzijde de nier te bereiken, doch steeds
aan de achterzijde of rugzijde van de(n) pa-
tient(e) en men brengt hiertoe de snede aan
in de z. g. n. lendenstreek, waar wij betrek
kelijk spoedig op de nier stuiten. Nu zult ge
vragen Is dan de nier niet gemakkelijker aan
de rugzijde af te tasten dan aan de buikzijde
Ook dit lukt ons meestal, althans in normale
omstandigheden, zelden. De reden hiervan
moet gezocht worden in de buitengewoon sterk
ontwikkelde spieren, die zich in die streek be
vinden. Ligt de nier nu los, zooals b. v. een
enkele maal voorkomt, dan kunnen we in zoo'n
geval meestal zeer duidelijk het bewegelijke
orgaan waarnemen door de eene hand in de
lendenstreek, de andere hand op den buik te
nlaatsen Wij kunnen dan vaak de nier als het
ware van de eene hand in de andere werpen en
reken dan ook in zoo'n geval van het „Bal
loteeren" van de nier, met welken term men
de werkelijkheid volkomen juist weergeeft.
Wanneer ge nu het bovenstaande nog eens
rustig overdenkt, dan zal het u zonder twijfel
wel duidelijk zijn, dat het herkennen van één
of andere nierafwijking, gezien de enorm ver
borgen ligging van het orgaan, een allesbehalve
gemakkelijk werkje is. Echter kan ik er direct
met vreugde aan toevoegen: „Gelukkig in
onze dagen niet meer." U weet allen, dat de
nieren stoffen afscneiden, die niet meer bruik
baar zijn voor onze stofwisseling. Het zijn nut
telooze afgewerkte producten, die voorkomen
in de vloeistof, die wij bestempelen met den
naam„Urine." Die urine wordt nu langs een
buisje resp. van linker en rechter nier in de
blaas gevoerd, welke laatste niet anders is
dan het reservoir, de tijdelijke opslagplaats
van deze voor ons lichaam nuttelooze vloeistof.
De blaas is een peervormig orgaan,waar van de
punt naar beneden gericht is en door middel
van een kringspier die zich willekeurig kan sa
mentrekken on verslappen, kan de inhoud ver
wijderd worden.
Na deze inleidipg wil ik u nu voorstellen
den volgenden keer het een en ander mede te
deelen aangaande de vooruitgang in het stel
len van een diagnose bij ziekten van onze nie-1 Hongarije komen in "Dé&antfónng Éfe.Öloe-1 allies geflaan wat rij konfieö» Om (Gereden en,
En waarmede wij dan onmiddellijk zullen be-1 ten vaak onverhoord worden gelaten, om-1 waarbij nog de vreemde bezetting komt, zoo
innen. MEDICUS. dat de geldmiddelen van het comité niet eindigt de brief, kunnen wij onze vele kin-
1 veroorloven om overal waar groote nood deren, die op krachten moeten komen, niet
te lenigen valt voldoende helpend op te in eigen land voldoende helpen,
treden. Slechts daar waar de nood 't aller- ""in Koblenz bleken van de 6534 geneeskun-
nijpendst is, vermag ons comité eenige
Na in het onderhoud, dat de redacteur van
het „Centr.'' met Minister Aalberse mocht
hebben, de publicatie van eenige cijfers in uit
zicht te hebben gesteld, waardoor het nog dui
delijker zal worden, dalt er inderdaad ernstige
reden bestaat voor 'dien dtoor den Minister be
paalden overgangstermijn, wees deze er op, dat
het oorspronkelijke ach f-uren-ontwerp-Schaper
een overgangstijd van niet minder dan acht
j aren bevatte.
En in zijn tweede, verscherpte editie van dat
ontwerp wilde de voorsteller in October 1918
nog een 'termijn van vier jaren stelden. Twee
jaren zou er nog 10 uur mogen gewerkt wor
den en twee jaar 9 uur, om dan te komen tot
den 8-urendag. 't Is waar11a November van
dat jaar schrapte hij alle bepalingen dienaan
gaande.
Maar als ge mij vraagt, zei Mr. Aalberse, of
er dan in dat korte tijdsverloop iets gebeurd
wals, wat hem daartoe moest bewegen, dan kan
ik slechts zeggen: er was niets gebeurd, niets
and'ers dan dat mr. Troelstra zich had vergist!
Nu verwijt men mij, diat ik! in dit geval ge
handeld hieb in strijd met 'het advies van den
Hooge n Raad van Arbeid. En men bindt daar
aan allerlei commentaren vast, alsof dat college
daardoor zou zijn gekleineerd. Zelfs werd in
een blad gesproken van een „wassen neuis", dien
men wel kon „opheffen". Maar dit lijkt nu toch
een algeheele miskenning van de positie, welke
de Hooge Raad van Arbeid inneemt. Die Raad
heeft te adviseeren, maar de beslissing is bij de
Regeering. Zij draagt de verantwoordelijkheid.
Voor ons hooge Staatscollege, den Raad van
State, geldt volmaakt hezelfde. Zijne adviezen
worden niet altijd opgevolgd, geenszins. Maar
zou iemand daaruit nu willen concludeeren, dat
men den Raad van State wel kon doen verdwij
nen? Het is eenvoudig de plicht der Regeering
na te gaan en ernstig te overwegen, of zij de
verantwoordelijkheid kan dragen van het op
volgen der aan haar uitgebrachte adviezen, hoe
belangrijk die adviezen op zich-zolve ook' zijn
mogen, en hoe ernstig de taak, hoe gewichtig
d'c functie der colleges, die ze uitbrengen.
Eenige geringschatting kan daarin voor die col
leges onmogelijk gelegen zijn, evenmin als eenig
bewijs voor, of eenige aanduiding van hunne
mindere noodzakelijkheid. Dit is ook ten opzich
te van den Hoogen Raad van Arbeid reeds ten
duidelijkste gebleken. Met het overgroote deel
der adviezen van dien Raad is terdege rekening
gehouden en ik heb diaar veel nut van gehad.
Men zal het straks kunnen waarnemen, wan
neer de algemeene maatregelen van bestuur
worden gepubliceerd."
Op de vraag van den redacteur of de datum
van de invoering der wet nu reeds was vast
gesteld, kreeg hij van den minister ten ant
woord
Er zijn nog eenige maatregelen van bestuur
bij den Raad vati State. En dian moet er ook
nog eenigentijd verloopen tusschen liet publi-
ccereti dier algemeene maatregelen van bestuur
en het in werking treden der wet, omdat de
werkgevers daarop huji bedrijf hebben in te
richten, terwij! de gemeentebesturen hebben te
zorgen voor arbeidskaarten, ïiet aanleggen 'Ter
nood-ige registers enz. Een wet, die zoovele dui
zenden personen en allerlei bedrijven geldt,
stelt natuurlijk hare eischen bij de voorberei
ding en de uitvoering. Dat kan nu eenmaal niet
overijld geschieden, wil men, dat alles onmiddel
lijk goed loopt en geen stoornis of stagnatie
ontstaat. Maar ik hoop in elk geval, dat op een
Zondag (als eersten dag der week) in October
de wet in werking zal kunnen treden. De juiste
datum zal zoo spoedig mogelijk wordlen bekend
gemaakt. Maar reeds nu kan ik wel zeggen, dat
het zeker nog in October zal zijn.''
fö n
/De winter nadert weer en de ontstril n ie
"Berichten over den nood, die nog altijd in
de Centrale landen geleden wordt, nemen
hand over hand toe. Geen vergadering van
het dagelijksch bestuur van het R. K. Huis-
ïs, vermag ons
verzachting te brengen, en toch, er zijn nog
honderden ja duizenden gevallen waar hulp
verleend moest kunnen worden en waar we
gaarne hulp verleenen zouden als onze mid
delen daarvoor toereikend waren. En Waar
wij overtuigd zijn, dat de Katholieken van
Nederland ons die middelen zouden willen
verschaffen wanneer zij slechts wisten hoe
groot nog altijd de ellende is, die in de Cen
trale landen geleden wordt, zullen we in een
paar artikelen heel enkele toestanden mede-
deelen zooals ze bij voortduring nog aan ons
comité door de meest betrouwbare personen
ter kennis worden gebracht. Mogen die en
kele feiten, die wij uit vele kiezen, spreken
tot het goede hart van onze Nederlandsche
Katholieken, die dan met hunne materieele
hulp gemakkelijk den weg tot ons comité
(Zuidwillemsvaart 63 's Hertogenbosch)
zullen vinden.
Door bemiddeling van Z.D. H. den Aarts
bisschop van Utrecht ontving or.s comité
een schrijven van den Bisschop van Mun
ster, waarin Z. D. H. hartelijk dank brengt
voor het bedrag van 52.000 Mark, dat ten
behoeve van de noodlijdende kinderen in
zijn diocees ontvangen is en Waardoor „veel
nood gelenigd en menige traan gedroogd is
geworden."
Doch de behoeften onzer kinderen zijn daar
mee nog lang niet geëindigd, schrijft Z. D. K.
Vooral in de groote steden en in de industrie
districten zijn ook heden nog vele kinderen,
die werkelijk aan t allernoodzakelijkste ge
brek hebben. De Bisscnop neeft een beroep
gedaan op de Kath. plattelandsbevolking van
zijn diocees om de ondervoede stadskinderen
gedurende de zomermaanden in hun huis op
te nemen, doch zonder resultaat. In het deke
naat Hajnhorn b. v. b., dat meer dan 130.000
Katholieken telt, werden niet meer dan 12
plaatsen bescüikbaar gesteld, omdat de men-
schenop het platteland bij de algemeene
duurte niet meer in staat zijn, de zorg voer
vreemde kinderen op zich te nemen.
„Den plichtsgetrouwen zielezorgers, die
vooral thans in die streken een zeer zware
taak hebben, bloedt net hart bij den aanblik
van al den nood en zij richten met hoop er-
vertrouwen hun biik op de geloofsgenooten
in Holland, wier zelfopofferende en offer
vaardige barmhartigheid zij reeds lang hebben
leeren kennen er waren immers gedurende
de oorlogsjaren reeds verscheidene honderden
kinderen ook uit het district Hamborn daar
ondergebracht, die r.aderiiand r.iet genoeg
vertellen konden van de liefde en de goedheid,
die men hun bewezen had. Wel is mij beleend
schrijft de Bisschop -dat in den laatster
winter vele duizenden kinderen in Nederlanc
onderdak, voeding en kracht gevonden heb
ben en deels nog vinden. Doch ik vertrouw,
dat nog menige deur zich ook voor Duitsche
kinderen gastvrij zal willen openen.
Katholieke lezers, gij zult den Bisschop
van Munster, uit wiens verder schrijven zoo
veel bezorgdheid voor zijne arme diocesanen
blijkt, tocli niet in zijne .verwachtingen te
leur stellen
In een der jongste vergaderingen van ons
hoofdcomité werd een brief behandeld van
den Bisschop van Speijer (Rijn-F fah,waari:
Z. D. H. hulp vraagt voor een tweetal Kloos
ters, weker zusters gewoon uitsterven omdat
alle levensmiddelen haar ontbreken
Uit een brief van het Caritasverband voor
het diocees Trier, waarin dar k werdt gebracht
voor de aan de kinderen reeds verleerde hulp,
wordt medegedeeld dat volgers geneeskundig
onderzoek nog minstens 1400 Kinderen uit
zend'"" naar buiten r.ist Kunnen missen. In
SaarbrücKen is hidp voor vele ondervoede
Kinderen noodig- In Koblenz lieerscht een
geweldige Kinderellende.
Dringend wordt gevraagd om ae ongeluk
kige stumpers i" Nederland op te nemen. Op
het platteland m Dmtschla,.d zelf, waar reeas
vele duizenden stadslanderen geplaatst zijn
geweest, heeft jn® Pf Plaatsen meer vrij
vestings Comité gaat voorbij of nieuwe j wegens het r aar erug vceren c.er mm-
smeekbeden uit Duitschland, Oostenrijk en I tair'en. De bewoners ^mmenovengci-S reeas
dig onderzochte kinderen slechts 1024 nor
maal gevoed, 1550 minder gevoed, 1857 on
dervoed, 1993 zéér ondervoed. Voor een groot
deel zijn die kinderen afkomstig uit midden-
standskringen.
In vele steden, vooral in Berlijn, Leipzig en
Munchen hebben tuberculose en rachitis onder
de kinderen epidemische vormen aangenomen
en 30% der kinderen zijn lichamelijk zóó mis
vormd, dat photografische opnamen van hen
niet voor algemeene verspreiding geschikt
zijn (officieel rapport in de Kölr. Volks
zei tung No. 361).
Uit een brief van Pastoor Göcke te Oespel-
KleijDe jarenlange ondervoeding heeft
onze kleinen zooveel doen lijden, dat hier in
het Roerkolendistrict circa 50% der school
kinderen meest aan scrnfulose en tuberculose
ziek liggen, welke toestand nog door de treu
rige woningtoestanden en de giftige gassen
uit de mijnschachten beduidend verergerd
wordt. In overleg met Z. D. H. Bisschop
Caspar van Paderborn heb ik besloten voor
het arbeidersdistrict hier een „Kinderheim"
op te richten, waar de kinderen onder toe
zicht van Kath. Zusters liciiamelijk verzorgd
en tot een zedelijk-godsdienstige levensop
vatting opgevoed zullen worden. Ons ver
armde vofic is niet meer in staat, de reusacfi-
tige onkosten van zulle eene inrichting uit
eigen middelen te bestrijden. Hoe goed doet
het ons daarom in onze ellende te Weten, dat
aan gene zijde der grenzen medelijdende har
ten voor ons kloppen. Reeds zoo veel leed
heb gij gestild, zoo vele tranen gedroogd
Uit een anderen briefHet ligt anders
niet in den Duitschen aard met den bedelzak
rond te gaan. Maar de nood onzer kinderen
dwingt ons daartoe. Vreeselijk hard is het,
een groot deel onzer kinderen, de hoop en de
trots van ons volk, lichamelijk en geestelijk
te zien ondergaan.
Bezoek de scholen, de woningen van den
middenstand en het proletariaat. Ga in de
stegen en op de speelplaatsen en geef uwe
oogen den kost. Overal bloedarmoede, ge
brekkige kinderen, Rachitis, beenderenver-
weeking,, tuberculose en zwakzinnigheid ver
raden de ondervoeding en honger. De tuber
culose-in richtingen zijn overvol, zoodat eene
b handeling in het eerste stadium der ziekte
bijna onmogelijk is. Het is waar wat de En-
gelschman Gardiner, uitgever van de „Daily
News" schreef:„Het is tragisch thans als
Duitsch kind geboren te worden. De kinderen
van geen volk hebben zooveel geleden als d
Duitsche."
Uit een dankbrief:Onze dank geldt
iu de eerste plaats het wakkere Nederlandsche
volk, dat onze hoogerende kinderen zoo gast
vrij bij zich opneemt en verpleegt. Daarmee
doet het ons den grootsten dienst, dien het
ons bewijzen kan. Want onze Kinderen zijn
ons t dierbaarste, zij zijn de hoop onzer toe-
KOjnst. I
Vele honderden onzer Kinderen zijn licha-1
meliiK verzwaict zonder levensmoed en Kracht
naar Nederland gereisd. Daar vonden rij be
zorgde pleegouders, goede, lang-ontbeerde
voeding, frissche gezonde lucht. En toen zij
teiugKecrden, waren zij, als nieuw-geboren.
Maar nog zijn er vele, oneindig vele Duitsche
kinderen, die onvoorwaardelijk een tijd tang
ibetere levensomstandigheden moeten ko
men, willen zij niet aan de tuberculose ten
offer vallen. Wij staan er machteloos tegen
over, wij missen de noodige geneesmiddelen:
melk en vet. Daarom smeeken wij het hulp
vaardige Holland wederom om opname onzer
kinderen
De Katholieke „Germauia' wijst er in een
artikel op, dat Berlijn, dat een half milhoen
Katholieke inwoners telt, door de bepalingen
van het vredesverdrag in Opper-Silezië, Po
sen en West-Pruisen de gelegenheid voor het
onderbrengen van kinderen bii Katholieken
verloren heeft, waarvoor Beriijn geen ver
vanging in andere Katholieke streken van
Duitschland vir.dt. „Daarom is het te vreezen,
dat de kinderen in zuiver Protestantsche
landen ondergebracht worden, waar vour
hunne godsdienstige behoeften slechts on-
HOE DRUK MEN 't HEBBEN KAN I
Een vriend van me kwam naar me toe, met
z'n hoofd onder z'n arm, en vroeg of ik zijn
voeten wou koopen. Terwijl wij nog onder
handelden sprong de draak, waarop ik reed,
uit zijn vel, zoodat ik in de lucht bleef zweven.
Ik peinsde hoe ik beneden zou komen.
daar keek 'n stier met twee koppen over den
muur, en zei dat hij me zou fijnkauwen als ik
niet eerst op zijn nek klom en zijn manen op
'n klosje wond. Ik liet me dus langs het touw
naar beneden glijden en vroeg den conduc
teur, hoe laat onze trein in Leiden zou aan
komen. „Daar zijn we al voorbij, wel al twee
honderd jaar," was 't antwoord, en kalmpjes
vouwde hij den trein op cn stak 'm in zijn
vestjeszak. Hierdoor ontwaakte ik, en zag
dat ik zeven minuten geslapen had.
voldoende gezorgd kan worden. Wij zijn over
tuigd, dat de Katholieken van Nederland
ook de Berlijnsche jeugd niet van hunne gast
vrijheid zullen uitsluiten."
Uit Breslau ontving ons comité de volgende
cijfers: Breslau heeft 527000 inwoners. Van
de 57034 geneeskundig onderzochte kinderen
der volksscholen ble«ten er 672 goed gevoed,
19658 eenigszins ondervoed, 28x07 ondervoed,
4583 erg ondervoed, 3816 zieK. De toestand
in Breslau is bijzonder zorgelijK. Voor de sooia-
listemónderen KW am hulp uit Denemarken,
Joodsche kinderen zijn in het buitenland
ondergebracht, door Kwakers worden dage
lijks Kinderen gewoed, slechts van Katholieke
zijde is tot heden nog r.iets gedaan geworden...
Uit Barmen bereikte ons een officieel rap
port over een onderzoek op de verschillende
scholen14 tot 63 pet. der kinderen bleken
ondervoed, 6 tot 21 pet. hadden geen schoe
nen, 2 tot 10 pet. hadden geen hemd, 6 tot
92 pet. slechts één hemd.
Deze voorbeelden zijn met tallooze andere
te vermeerderen. Wij willen or.s echter tot de
bovenstaande bepalen, omdat zij ons meer
dan voldoende lijken om den lezers een in
zicht te geven van de groote ellende, die nog
steeds in Duitschland geleden wordt.
En zooals het in Duitschland is, zoo is het
ook in de andere Centrale landen, vooral
Oostenrijk en Hongarije, waaraan wij een
volgende maal een artikeltje hopen te wijden.
Het R. K. Huisvestings Comité, dat zich
onder de hooge goedkeuring van het Door
luchtig Episcopaat van Nederland tot taak
heeft gesteld hulp te verleenen aan de nood
lijdende volken der Centrale landen,' ver
trouwt dat de Katholieken van Nederland
haar de vervulling dezer taak zullen blijven
mogelijk makendoor het verleer en van gel-
delijken steun, het zenden van leversmidde
len en net beschikbaar stellen van plaatsen
voor de ongelukkige behoeftige kinderen.
Men kan zeker geen Gode weigevalligër werk
Verrichten dan dit werk van echte Christelij
ke naastenliefde
PERSCOMMISSIE
R.K.HUISVESTINGS-COMITE,
's Hertogenbosch.
EEN DEMONSTRATIEVE BEDOT* lEIiU.
De roode boaden van Overheidspersoneel hou
den weer eens een „demonstratief congres". Na
tuurlijk om hooger kxxi. Den Haag zal de
fraaiigheid morgen kunnen bewonderen.
Een circulaire omtrent dit congres bevat
meer wonderlijke dingen, schrijft de „Resb."
Vooreerst doet de roode Bond van Neder
landsche Onderwijzers ook mee aan het
schreeuwerig ding. Terwijl de minister be
zig is hun salarissen op hoog peil te brengen,
en zeer binnenkort daarmee gereed zal zijn,
komen ook deze onderwijzers met opruiende
taal over hun hongerloonen. Maar enfin
zulke manieren zijn we van die heeren go-
wend.
Verder staat o.a. ook iu het snorkend bil
jet de volgende 6choone frase: „Den woe
keraars wordt door de Regeering vrij spel
gelaten, als gevolg waarvan de prijzen der eer
ste levensmiddelen dagelijks stijgen."
Deze roode stokebranden weten wel beter,
ze liegen bewust. Want ze weten drommels
Degelijke moeier
TooneelStraat van allemaal dezelfde een-ver
diepinghuizen.
Personen Juffrouw van der Praat. Juffrouw
Tonglos. Juffrouw Lipsnel. Juffrouw Wipkaak
allen buurvrouwen van elkaar.
Nadere persoonsaanduiding. Juffrouw van der
Praat is lang en spichtig kapsel van te laat opge
staan revolutiewerk dusneus prijkt met bijna
nine zweer: hals doet hetzelfde met vlooienpikjes
a our blousje (was vroeger geen ajourrok met
drie vreemde stukken van vaneerende kleuren.
Zij heeft in de buurt het snelheidsrecord van pra
ten
juffrouw Tonglos heeft ook een kapsel(spreekt
van zelf) doch slechts zeventien haren zijn van
haar eigen hoofc de rest is uit goedkoope toilet-
winkels bij -elkaar-gescharreld en van uiteenloopen-
de blondheid, 't Gelaat is knobbel-hoekig de voor
uitstekende kin kan men desgewenscht in de volle
hand nemen. Hoofd rust op hals van spier-veilen,
in 't midden onderaan een holte vormend, die
voor de schooljongens een ideaal knikkerkuiltje
zou kunnen zijn. Zij draagt een ochtendjapon die
minstens twee jaar in een uitdragerij heeft gehan
gen en gedurende een zelfde t jdsverloop door draag
ster voor alle- en heele dag-japon wordt gebruikt.
Juffrouw Lipsnel is iemand, waarvan men met
kan zeggen of ze zeventig is en er nog jong uitziet,
of dat ze dertig telt doch 'n ouwelijk gezicht heeft.
Haar hoofd, vaal-bruin van huid, is gedurig naar
voren gebogen, alsof het steeds zoekende is naar
geheimen. Aan haar bonten boezelaar zou men
zegden dat het Vrijdagavond inplaats van Maan
dagmorgen is. Haar sloffen zijn van zoodanige
afmeting, dat ze de hielgaten in elk der blauw-
gevretan kousen geheel zichtoaar laten. Haar
stem heeft veel weg van 't geluid van rammelende
melkbusjes.
Juffrouw Wipkaak is kort en overal even dik
gelijk een meelzak. Haar handen met saucijsjes-
vingers doen herhaalde pogingen om in de zijden
te rusten doch glijden af langs het egale, geen
houvast biedende lijf. Ze zegt niet veel, maar 't
ronde, voetbal-vormige hoofd maakt plechtig-
langzame bewegingen van 't Is toch wat te zeg-
8ejr' en Hoe is 't mogelijk".
Hst is ruii» elf uur. Het gesprek dat hieronder
wordt voortgezet was resds te ruim negen uur
begonnen.
Juf jr. v. d. PraatAch, buurvrouw, laat je toch
niks wijsmake.... hij verdient zes en twintig
gulds au de koetsjoekfebriek en geen cent méér,
wat ik je smies. Nou vraag ik jou waar ze die op
schepperij vandaan 'nale
Jufjr. Tonglos Ze motte wel 'n paar dubbeltjes
gehad hebben toene ze trouwde, maar wat r.al dat
nou heelegaar geweest zijn. Zij naaide voor Droom
en Vreesman kinderhempies voor vier of vijf cont
en hij is nooit 'n zuinige Pist geweest.en
van'z'n ouwers heb ie 't óók niet meegekrege.
z'n vader zuipt as 'n tempelier.
Juffr. Lipsnel: En hi] spauwt 't óók niet in.
Jujfr. v. d. PraatOm de bliksem niet. Nou
Nou Dus waar doene die lui dat dan van Zag
je d'r vanmorgen de deur uitgaan? 'n Vdle had
ze voor d'r gezicht'n vale 1"
Hoofd van jujfr. V/ipkaak ,,'t Is toch zonde.
Juffr. TonglosV/at mot zoo'n mirakol om
negen uur de dsur al uit doen 't Is wel zoo, ze
h»b geen kind of kraai tot-nog-toe, maar 'n mensch
heb toch z'n huishouwe, niet? En aan altija ge
kleed as 'n éérste dame. Daar steekt tooh zeker
wat achter? Of niet? Ik zeg maar zóó, 't mot
toch uit de lengte of uit de breedte.
Hoofd van juffr. Wipkaak: Ja, dat is zoo....
Juffr. Lipsnel: 'k Vertrouw d'r geen cent met 'r
schijnheilige bakkes. En dan nooit geen boe of
ba.... en dat voor 'n overbuur. Zegt ze tegen
jou wel-eris wat? Zegt ze tegen mijn wat? Nooit
niet I Of wij 'n hoopie vulles zijn. Stille waters
heb'os diepe gronde. Ik kan die groosigheid niet
uitstaan. En as ze nou nog van 'n ordentelijke
Koni-ai was, dan was 't nog tot-daar-an-toe.
maar d'r moeder speelde tooh óók asjeblieft voor
'n dubbeltje mangelgoed toen d'r kerel van sagge-
rijn was weggeloope?
Hoofd van juffr. Wipkaak: Is 't warempel,
mensoh
Jujfr. Lipsnel „Wè-ja, mensch, je mot mijn wat
vertellen, 't Was 'n zoodje. Nou loopt zij met 'n
paars mantelpak. Een van tweeën, ze barste van
de schuld ofof zij-- (de stem wordt fluiste
rend 't hoofd rekt zich nog meer naar voren.)
Hoofd van jujfr. V/ipkaak't Is toch zonde
Juf jr. v. d. Praat,,'t Mot wel haast. Kan jij
duur gekleed gaan en fietsen van niks? 't Is me
nogal 'n mooie tijd tegenwoordig., je mag met
'n gezin wel 'ninkomme hebbe van vijftig guide
hou je nóg geen spat over. En dan zes en twintig I
neut an de koetsioekfefcriek."
Jujfr. Wipkaak: ,,'t Zal we! wat meer weze,
hu ailou./. praat„Neen, mensoh, geloof me
de jonge van me schoonzuster
a r óak werkt."
a r vriendin, d;3 u 1
'-",sr v/set je wat een Doel
(fluisterend) d
Jujfr. v. d.
sehe^'mïsS--'; g^4tsrend)-- wordt
t &n die febnekellendig gegapt
'n hoop gegap
wordt 'r."
Juffr v d Praat: „Nou Daar weet ik van m .e
te prate.Me f,zeL ^S3r getuide geweest-
In de oorlogstijd wer as Ck.° rave- Hou.
eu as ie dan rakent, da-.t-- ze twee jaar getrouwd
benne. net toen de oorlog zoowat uit was.Kan
jij van zes en twintig f-f met 'n witte broek
en witte schoenen 1°°P" heele Zondage op
Zandvoorde raenscr cn ce mevrouw uithange?
Die Ioon° benne daar natuurlijk exprès met zoo
H 1 L.1 i,
Soog, omdatte ze wel we te,dat 'r bij gejat wordt.
Wie werkt 'r nou in deze t:je voor zoo'n paar cen-
te Daar mot tcch wat achter zitte, zeker Anders
ga ie toch pauw naar n andere baas?"
Hoofd vafi jujfr. V/ipkaak Ja, dat is zoo.dat
is zoo
Juffr. Lipsnel„Ik bee--JP nut, dar zukke msn-
sche niet snapps- datie z'f ^°,ch ln de 2ate motte
loope. Je zou zoo zegge, dat Kan op de duur niet
zoo blijve.... £n eigeiak stane we d'r nou wei
over te prate raaar zeker wete doene we óók niks."
Juffr. Tonglos »D?a5*hsi ïe 1}a.ar W3er- Wete!
Wete Nee dat nietMaar zóó-ies, dat voel je,
buurvrouw dat voel je met je heele lijf en ziel,
dat dat geen zuiver spul is.'
Juffr. Lipsnel„Natuurlijk voel je dat. Kan
toch zeker'niet anders Ln as hij an de fabriek
ze hande thuis houdt., dan zorgt zij voor de
bij verafiin, j® weet wat ik strakkies gezegd
heb. D'r komt mijn te veel visite 's aves..-- ze
hebbe dan wel veel broers en zusters, maar., ala,
daar laat ik me ook maar iiever niet over uit.
Maar 'k heb anders me ooge óók niet in me zak.
Juffr. v. d. Praat„En ik ook niet. En dat heb
'n piano.'n piano 1"
Hoofd van juffr. Wipkaak Wat je toch jzegt
Jujfr. v. d. Praat„Ja-hoor, 'n piano. En ze
krijgt lés. Die piano-meester vertrouw 'k óók niet.
Kijkt mijn te gemeen uit z'n ooge. Ach, mensch,
de heele wereld zit toch volgepropt met slechtig
heid. Zeg, da's waar ook. Wete jullie 't van die
zoon van Lenoppes
De drie hoofden „Néé 1"
Jujfr. v. d. Praat„Die heb op ze kantoor de
boeken vervaischtover da duizend guide is
'r zoele.
Juffr. Tonglos „Hoe weet je dat D'r heb niks
van in de krant gestaan."
jujfr v d. Praat „Heb 't ook met. t Wordt
stil pehouwe. Ze zegge, dat de vader 't betale zal.
Ik weet 't van., of nee, dat mag k niet zeggen.
Heb 't beloofd. Maar hoe vin je 't? Zou je dat ge-
zega hebbe van op 't oog zoo'n fesoenlijke jongen
Juffr. Lipsnel„Ikzeg maar, jeziet de mensche
wel van buite, maar niet van binne. De jongelui
van tegeswoordig doene maar an allerlei dinge mee
en as ze niet toekomme, neme ze 't van 'n
ander. Dagelijks hoor je van zukke gevalletjes."
Jujfr. v. d. Praat„Dat angesjement van Mien
Doedels is af, hèMet die jonge van Buddels.'',
Hoofden van de drie andaren„Hoe dat zoo in
eons?"
Jufr. v. d. Praai„Ja, dat mot 'n hele gekke
geschiedenis weze, met 'n luchie d'r an. Dat mot
'k vanmiddag bij me zuster nog 's uitzoeke die
weec 'r alles van. Vier jaar hadde ze met mekaar
gegaan. Hij dee in vreemde papieren., ze zegge
dat ic 'n twintig duizend verspikkeleerd heb."
Hoofd van jujfr. V/ipkaak Haast niet te ge
loeven I
Tweede Tooneel Dochtertje van juffrouw van
der Praat komt thuis. Groezelig kind met dun,
rood-bruin haar, dat voor 't ouwelijke gezichtje
fladdert.
Juffr. v. d. Praat „Is 't nou al twaalf uur?"
Dochtertje „Nee moe, maar 'k mot toch na de
leering
Juffr. v. d. Praat ,0, ja, da's waar ook. Kè je-
je-les?"
Dochtertje; (aarzelend) „Ja., ja, moe."
Juffr. v. d. Praat„Geef 's hier je vrageboekie
en kom 's in de gang staan. Wat mot je kenne?
Ddér, waar dat plaatje bijlegt?"
Dochtertje „Ja., ja moe."
Jujfr. v. d. Praat„Effe kijke, of jij
Zog 't achtste gebod?"
Dochtertje„G:j zuit tegen uw naaste geen
valsche getuigenis geven."
Juffr. v. d. Praat; „Mooi. Wat verbiedt het
achtste gebod..
Dochtertje ,,'t.'t.Achtste gebod verbiedt.
valsche getuigenis.eh.voor de rechtbank.er.
eh
Juf jr. v. d. Praat „Liegen.."
Dochtertje „Lie.gen
Ju!jr. v. d. praat„Lasteren...."
Dochtertje „Lasteren
Jujfr. v. d. Praat „Kwaje meid, je ken d'r niks
van 1" (Ze geeft 't kind 'n gloeiende oorveeg).
Vooruit I Pas op as je grient, hoor 1 Zeg op
Liegen, lasteren, kwaadspreken en lichtvaardig
oordeelen."
Dochtertje„Liegen, lasteren, kwaadspreken en
lichtvaardig oordeelen."
Juffr. v. d. Praat„Onthouws, hoor 1 Versta je
Wat is liegen?"
Dochtertje: „Liegen is., is.."
Juf jr. v. d. PraatIets zeggen, wat men weet
of meent, dat niet waar is."
Dochtertje..wat men weet of meent dat niet
waar is."
Jufjr. v. d. Praat„Wat is lasteren?"
Dochtertje„Lasteren is., is., van., iemand
.iets.
Juffr. v. d. Praat: Iets kwaads vertellen,
dat niet waar is, of het kwaad, dat waar is vergroo-
ten."
Dochtertje-, „Iets, dat niet waar is, of., of ver-
grooten."
Jufjr. v d. Praat: „Wie zondigt door hef kwaad
spreken
Dochtertjedie zonder
Jujfr. v. d. Praat„Voldoende reden
Dochtertje: „voldoende reden
Jujfr v d Praat: „Het kwaad van iemand be
kend maakt.' Snotneus, je ken d'r geen lor van I
Hoe komt dat? Hei je Zaterdagmiddag je les niet
geleerd?"
Dochtertje: (huilerig) „Nee moe, ik mog van u
immers na de biëskoop?"
Juffr. v. d. Praat: „Zóó, bertaal nest, ga jij 's
mee naar de achterkamer. Zal ik je 's leere je vrage
les vergete.(Ze gaan naar binnen. Juffr. v. d
Praat trekt 'r pantoffel uit Iets later 't geluid var
slagen, begeleid door gegil van dochtertje. De dn»
buurvrouwen blijven voor de deur van juffrouw
v d Praat luisteren en knikken elsaar goeakeu-
TSn/uft°Tonglos„Die weet 'r orde onder te houwe"
fufjr. Lipsnel„Dat doet ze zeker. Hoort ook
zoo. As de kindere nou al beginne met verwaar.
loozing van de. kattechismus, wat mot 'r dan later
van terecht komme.
jujfr. Tonglos„Maar d'r benne anders genoj
ouwers, d e 't zoo r.auw niet neme."
Juffr. Lipsnel: „Dat is zoo. Degelijke moeden
zijn met 'n lantaarntje te zoeke.
Hoofd van jujfr. Wipkaak: „Nou 1 Viee.u
óók?i .G.N,