Het Zwaneneüand Wat de Pers zegt Oe Troonrede. BUI TUINLAND BINNENLAND FEUILLETON. ONS VROOLIJK HOEKJE DONDERDAG 23 SEPTEMBER 1920. 7 DE PÖÜLSCH-HUSSISCHE UORLüG. GEKENSDE BUfTENL. BERICHTEN. OVERBODIGE RAAD. GEEN GERESERVEERDE COUPE. TEEKENEND. GEEN BEGRIP VAN FATSOEN. De „Standaard'' prijst het sobere, rustige karakter der Toonrede. Het blad bespreekt de voornaamste paragrafen van het stuk en merkt o.a. in verband met de vermaning tot spaarzaamheid en de belofte van een financieelen noodmaatregel voor de ge meenten. op: „Zeker hebben de gemeenten recht op eeue wijziging van de Kijksuitkee- xing met bet oog op haren financieelen toestand en de stijging barer lasten ten gevolge van maatregelen der Rijks- regeering. Dat echter, met name in de groote en grootere gemeenten. de Overheid doordrongen is van den eiseh, dat in spaarzaam en zuinig heeft te ziin. wagen wij te betwijfelen. De ge beurtenissen van den laatsten tijd in meer dan ééne gemeente wettigen zekere vrees te dezen opzichte." Het „Hbld." vindt in dit ..sobere stuk" met zijn reserves ten aanzien van de buiten- landscbe betrekkingen aanleiding, eraan te herinneren, dat de betrekkingen met Rus land nog niet henvat zijn; vooral de ver houding met onze naaste buren, met België, nog lang niet is wat zii wezen moet. „Het is zeer te hopen, dat die ver houding een volgend jaar niet meer aanleiding geeft tot de bovenbedoelde restrictie. Het vermelden van die niet algemeen voldoening gevende betrekkin gen, van de vooruitzichten van den Volkenbond en.... de maatregelen tot versterking der weermacht in één alinea is in dit verband begrijpelijk maar doet zeker onaangenaam aan. Men weet. dat dé thans 'voorgestelde leger hervorming slechts ©en voorloopige regeling bedoelt." De financieele paragraphen van de Troon- rede vindt het blad bijzonder karig. Hoe de regeering zich de verdere verster king der inkomsten denkt, wordt niet aan geduid. Maar er is reden aan te nomen, dat het in de bedoeling ligt. voort te gaan met afwerking van dit vroeger aangekondigde program. „Wij herinneren er aan. dat dit een „fiscale" herziening der invoerrechten omvatte, waarover een oordeel eerst mogelijk zal zijn, als het desbetreffende ontwerp zal zijn verschenen. Het ge vaar ia zeker niet uitgesloten, dat on der het mom van een fiscale herziening in werkelijkheid een protectionistisch tarief zal worden voorgesteld, waar door de duurte hier te lande zal worden verscherpt. Waakzaamheid blijft in dit opzicht artellig geboden."- De „N. Eott. Ort." oordeelt, aart ruim -ie Ja©lft der rede nt&fra.'biet is. „Sterking van de weerkracht van ons volk", vindt het blad mooi gezegd; vooral als men ook de oeconomische en moreele .weerkracht op het oog heeft. Het gaat met de gedachte mee, schoon waarschijnlijk op ■andere gronden, dan d© regeering blijkbaar onder de voeten had. toen zij tot haar uit spraak kwam. Ten aanzien van de Rijksmiddelen geeft de Monaster van Financiën zich niet verder bloot. „Hij heeft reeds zoo dkwüls met plan nen en inzichten stuivertjes wisselen gespeeld, dat de aardigheid nu van het spel af is. Hij oreert nog slechts zon der nieuwe wijsheid aan te dragen. De „Nieuwe Ort." k getroffen, doordat geen gewag gemaakt is van voornemens der ministers van Justitie en Waterstaat en bovenal, dat niet gerept wordt van de marine. Het blad verheugt zich dat geen wettelijke voorziening tegen de duurte wordt aange kondigd: een wet tegen dat kwaad werkt als een door kinderen opgeworpen dijk tegen den vloed. Ten aanzien van de buitenlandsche be trekkingen vraagt het blad. Sr „of de booee ervaringen met België in de onderhandelingen, wat daaraan voor afging en wat er op volgde niet een wat sterker uitdrukking nog hadden moeten vinden in de Troonrede, maar wij achten het juist, dat dit niet is ge schied. Men kan naar onze meening het gevaar van de zuidelijke grens niet zoo heel licht overschatten^ Daarom js bij ons, die alles doen moeten en doen wil len wat in ons vermogen is. om de be dreiging te verijdelen, de grootste voor zichtigheid geboden en kan in een der gelijk officieel stuk zeer licht iets te veel worden gezegd wat kwade trouw zou kunnen uitbuiten voor gestook tegen ons land. A bon entendeur". In de financieele paragraaf mist het blad met smart eenige aanduiding van de wijze waarop de regeeiing de spaarzaamheid wil beoefenen. Er wordt nog steeds met open bare gelden gemorst, uit de administratieve machine wordt nog allerminst het nuttige effect gehaald, oat d© bedrijfetechniek daaruit zou vermogen te halen. Van buitengewoon belang is het voorne men ter zake van de bestuursorganisatie in Indië. Het ..Vaderland" mist tot zijn teleurstel ling de aankondiging, dat de lichamelijke opvoeding van ons volk eindelijk ©ens met kracht zal ter hand wordjn genomen. Het blad is d© Regeering dankbaar, dat zij een les gaf aan hen, die aan het „Bel gisch gevaar" de argument©;) willen ont leen en. om hun militairistisehe wenschen kracht bii te zetten. De kans op een tweede duurtewet acht dit blad nog niet uitgesloten. Samenvattend noemt het >.Vad." de Troonrede een stuk van gelukkige gematigd heid en zaakriikheid. Zorgvuldig is daarin ermeoen den politieken tegenstander ook maar in 't minst onaangenaam te zijn. De „Tel." gewaagt van zinledig woordge speel en licht die uitdrukking nader toe met een korte critiek op enkele zinsneden. Het duurtevraagstuk geeft de regeering slechts stof tot een banaliteit, in de zinsnede over de betrekking tot andere mogendheden schuilt een addertje, bedoelend, dat niet met alle mogendheden de betrekkingen be vredigend zfjn. Slaat dat op België of mis schien ook op Duitschlandü In de paragraaf over den Volkenbond leest het blad de eigen wijsheid, dat de bond voorloopig Pen mis lukking is. Volgens „Het Volk" deugt er natuurlijk zoo goed als niets in de Troonrede. DE NIEUWE PRESIDENT DER FKANSCHE REPUBLIEK. Polen en Lithauen. Het Poolsche Telcgraaiagentschap heeft nu bevestigd, dat de vredesonderhandelingen te Kalwaria tusschen Folen en Litauen definitief zijn afgebroken „wegens de voortdurende on verzoenlijke houding der regeering van Kofno". Volgens de Poolsche lezing vragen de Litauers de vorming van een Poolsch-Litausch condo- mimium in een door Polen te ontruimen.gebied Deze kwestie schijnt zoo te zijn: De Poolsche delegatie had als voorwaarde voor 't openen der onderhandelingen met Litauen het onmiddellijk terugtrekken der LitausOhe troepen achter de zoogenaamde Foch-linie verlangd. De .Litauers hadden, om bloedvergieten te voorkomen, het terugtrekken beloofd achter de zoogenaamde Curzon-linie van 8 December, doch tevens ge- eischt, het vormen van een neutrale zone. De Polen hebben dit voorstel verworpen en de on derhandelingen afgebroken. Van groote beteekenis is dit echter niet. Zoo als men weet heeft de Raad van den Volken bond zich reeds bezig gehouden met het Poolsc'n Litausch geschil. En aan de uitspraak van dezen raad zullen beide partijen zich wel onderwerpen. Het Nad. Tel. Agentschap meldt: De Raad van den Volkenbond heeft over het Foolsch-Littausche conflict beraadslaagd. Na de vertegenwoordigers der belanghebbende landen, Paderewski en Waldemar, te hebben gehoord, heeft hij een resolutie aangenomen, waarin hij een dringenden oproep richt aan de betrokken regeeringen om onverwijld de vijandelijkheden te staken. De Raad stelt den regeeringen voor om de door den Oppersten Raad den 3en Dec. 1919 aangegeven voorloopige demarcatielijn aan te nemen; voorts dat ie. de Littausche regee ring zich verbindt haar troepen uit het grond gebied, ten westen dezer lijn gelegen, terug te trekken; 2e. dat de Poolsche regeering de neu traliteit van het ten oosten dezer linie gelegen, door Littauen bezette gebied eerbiedigt; 3e. dat de Volkenbond een commissie zal benoemen die belast is ter plaatse de stipte inachtneming van de verplichtingen dezer overeenkomst na te gaan. De commissie zou in de volgende zitting rapport aan den Raad van den Volkenbond uit brengen DÉ TOESTAND JN IERLAND. Omtrent de gebeurtenissen te Balbrig,- g<an, waar een inspecteur van politie werd gedood en een politieagent werd ge wond, meldt de Londenschre berichtgever van het „Hbl." nader het volgende: De d.iistrictsinspecteur OBurke werd gis teren in de nabijheid van Dublin gedood. Hierop plunderden geuniformde mannen, die naar men zegt politieagenten waren, de stad Balbriggan, waar zi -.h een tragedie afspeelde. Twee mannen werden gedood, verscheidene gewond. Bijna een gehecLe s ai is afgebrand. De sla.it van schrikver- spreidding in de stad duurt voort. In totaal zijn dcor de politie te Bal- briggan aldus meldt Reuter 30 hui zen en winkels verbrand, benevens een fabriek, uit wraak over den moord op de officieren van het nieuwe politiekorps. De politie reed gistermiddag in auto's door de stad, uit geweren schietend en bommen werpend, doch niemand "werd getroffen. DREIGENDE HONGERSNOOD IN RUSLAND. Lenin heeft dezer dagen een redevoe ring gehouden, aldus meldt men uit Stock holm aan de „Morningpost," waarin hij erkende dat de cogst in heel Rusland was mislukt en zeide, dat alle pogingen dien den te worden aangewend om hongersnood te voorkomen. Hij dreigde degenen, d.e voedingsmiddelen opzamelden, met dwangarbeid in concentratiekampen. EEN SAMENZWERING IN KOREA. De „Jiji Shimpo" maakt melding, aldus een telegram uit Tokio, van de arrestatie van de leiders van een samenzwering om een opstand uit te lokken in Korea en Japansehe ambtenaren en pro-Japansche Korean en te vermoorden. Beweerd wordt, dat het plan beraamd was door een zoo genaamde Kcreaansohe „moordclub" wel ker hoofdkwartier zich in China bevindt. De leden van deze organisatie zouden in groepen verdeeld zijn geweest, wier taak het was om in geheel Korea, de politie stations onder vuur te nemen en te mid den van de ontstane Verwarring een op stand te beginnen. DE HONGERSNOOD IN CHINA. Uit Peking wordt gemeld, dat de Iie- liefcommissie te Kaifeng-foe een manifest heeft uitgegeven, waarin zij bekend maakt, dat de hongersnood in Honan en de aangrenzende provincies ernstiger is dan tot nog toe uit eenig bericht bleek. De civiele en militaire gouverneurs hebben een reiiefcommissie gevormd, bestaande uit Ohiueezen en vreemdelingen uit alle klassen der bevolking en doen een be roep op de geheele wereld. Wel valt er op het oogenbiik regen, doch alle werk- beesten zijn verkocht of geslacht, terwijl er geen zaaizaad aanwezig is voor de vooijaarsvogsten. Het welvarende deel der bevolking verlaat zijn woonplaatsen en wijkt uit naar Shensi, 350 mijl verder, of trekt per spoor naar het zuiden. Er zuilen jaren overheen gaan voor liet district de ramp van den hongersnood weer te bo ven is. „BE Dl'ITSCHE, REGEERING. Naar de „B. Z. a. M." verneemt, hebben de officieuze besprekingen tusschen de re- geeringspariijen en de meerderheids-socia listen, die de laatste dagen gevoerd worden over een eventueele reorganisatie van het Kabinet, tot resultaat gehad, dat de meer derheids-socialisten verklaarden tot 't voor jaar alles bii het oude te willen laten Zij zien voorloopig van het weder deelnemen aan de regeering, van de reorganisatie van het regeeringsb.ok on eveneens van nieuwe verkiezingen af; de welwillende neutrali teit die zij in Juli van dit iaar de tegen woordige regeering hebben toegezegd, zal tot het voorjaar verlengd worden. Daarbij schijnt stilzwijgend de conditie gemaakt te zijn, dat de icgeeringspartiien tot het voor jaar van de verkiezing van een nieuwen rijkspresident zullen afzien, zoodat presi dent Ebert ten minste tot het vooriaar zijn ambt zal btijven vervullen. Vermoedelijk zal dus gedurende de eerstvolgende maan den aan de samenstelling van het regee- ringsblok en van het kabinet niets veran derd worlen. Ook de crisis in 't ministerie van finan ciën is reeds biigelegd. De minister van fi- nantiën dr. Wirth zou naar de .,B. Z." ver neemt, in de kabinetszBfrng van gisteren zijn verzoek om ontslag intrekken. Men kan echter niet zeggen, dat de latente re geer ingscrisis is bijgelegdze is slechts tof na den winter verdaagd, enin het voor jaar zal de quaesiie van nieuwe verkiezin gen weer accuut worden. Het heeft er alle schijn van dat de meer derheids-socialisten er ook van hebben af gezien de verkiezingen in Pruisen zoolang uit te stellen tot men in het riik tot over eenstemming is gekomen; zii zullen de winterverkiezingen in Pruisen niet tegen werken. onverschillig of voor dien tijd de behandeling van de grondwet is geëindigd of niet. DE DREIGENDE MIJNWERKERS. CRISIS. Gisteren werd uit Londen -cemeld: Het laatste nieuws omtrent de conferen tie der mijnwerkers is. dat onder de ge delegeerden der mijnwerkers verschil van meening bestaat over het al of niet uitbre ken der staking. Er wordt gemeld, dat minister Horne in de beden gehouden kabinet-zitting verslag deed ove-r zijn conferentie met bet hoofd bestuur der mijnwerkers. Een buitengewone meeting van den alge- meenen raad van de nationale federatie der transportbewerkers nam na langdurige beraadslagingen met algemeene stemmen een motie aan, waarin werd goedgekeurd het besluit van het uitvoerend comité van ac tie, waarin het goed recht van de eischen der mijnwerkers werd erkend, en de raad gemachtigd werd verder door bemiddeling der triple alliantie te blijven beraadslagen. De vergadering droeg het hoofdbestuur ook op een samenkomst Tan den raad weder om bijeen te roepen, teneinde verslag uit te brengen en elke handeling goed te keuren, die raadzaam zou worden geacht. De volgende officieele mededeeling werd uitgegeven na afloop der mijnwerkerscon ferentie De conferentie vergaderde wederom te 3 uur. waarna de beraadslagingen over het rapport van het comité werden voortgezet. Daarna zijn het rapport en de voorstellen, die aan de regeering werden gedaan, goed gekeurd. Nader meldt het Reuterbureau nog: Ofschoon het korte officieele verslag over de mijnwerkersconferentie niet dui delijk is. wordt aangenomen dat de betee kenis ervan is dat de conferentie het werk- stakings-programma onderschreef. De gedelegeerden van den bond van spoorwegarbeiders hielden een langdurige conferentie, waarin de dreigende mijnwer- kersstaking werd besproken. Er werd geen verslag over de beraadslagingen openbaar gemaakt. De vlag van de Fransche ambassade. Voor de strafkamer van het Landgericht in Berlijn had zich gister te verantwoorden de 21-iarige werkman Paul Krzeminski, wegens het neerhalen van de Fransche vlag op 14 Juli, den dag van het Fransche nationale feest, van de Fransche ambassade te Berlijn. Het O. M. ei sell te negen maanden gevangenisstraf. Ter mo tiveering van dezen eisch werd gezegd, dat bij de vaststelling van de straf ook rekening moest worden gehouden met de gevolgen van de daad. De daad had tengevolge gehad, dat de Duitsche militairen voor de Fransche vlag in de hoofdstad des rijks hebben moeten defileeren. De verdedigers wezen er op, dat de Duit- schers in het buitenland waarschijnlijk met alle recht verachtelijk zouden schijnen, indien zij zich in hun hoofdstad elke provocatie zouden laten welgevallen. De daad van den beklaagde was niet goed te keuren, maar wel te begrijpen. De verdedigers verzochten den beklaagde alleen een boete op te leggen. De rechtbank veroordeelde den beklaagde tot 300 mark boete. De „Daily Mail'' meldt, dat 400 kinderen van een plattelandsschool te Llanelly, in Car marthenshire, Maandag geweigerd hebben het schoolgebouw binnen te gaan, omdat, naar zij beweerden, de school gedurende weken niet was schoongemaakt. Zij stelden zich vóór de school op en hielden daarna een optocht door de stad. De kindei en verklaren dat zij van school weg zullen blijven, zoolang het gebouw niet een grondigen schoonmaak heeft ondergaan. Vele ouders der kinderen ondersteunen deze staking. De Probsteikerk aan de Oude Markt te Bocbum, is Dinsdag geheel afgebrand. De brand die in de kap van het dak ontstond, verbreid de zich met groote snelheid. De kerk brandde tot op de buitenmuren af. De brandweer van Bo- chum en omgeving, die onmiddellijk ingreep, stond machteloos tegenover het vuur en kon slechts de belendende perceelen beveiligen. Reeds tien minuten na het begin van den brand stortte de toren in. De kerk bevatte waardevolle historische reliquiën. Omtrent hef ontstaan van den brand is niets bekend Op het gerechtvaardigd verwijt aan het adres van „Het olk", dat in haar kolommen anti-pa- pisme schering en inslag is, placht dit oprechte CAFE-MUZIEK. De gast (tot den dirigent van het strijkje) „Speelt u ook op verzoek., 't een of "ander dat ik u vraag b.v. De dirigent (dereerd)„Zeker meneer, met genoegen De gast„Speelt u dan 'n potje domino, totdat ik mijn eten op heb orgaan óf een ontkenning te stamelen, óf te zwijgen, óf den onschuldig aangeklaagde te spe. len. Naar gelang het in haar roode kraam te pas kwam. Een lid der S. D. A. P. zekere J. A. Bruin schrijft nu in het dagblad voor de arbeider»' partij „De redactie van „Het Voik" heeft wel een» het verwijt moeten hooren en vooral de „No- tenkraker" heeft daarover wel eens een nootjé hooren kraken, dat ons Partijorgaan niet steedt de godsdienstige gevoelens aller lezers "ontziet en wie „Het Volk" trouw leest, krijgt allicht den indruk, dat de redactie wel eens met smaak allerlei extra-vagances op kerkelijk en godsdien stig gebied opdischt. Ja, vaak heb ik' gedacht: Schreef „Het Volk" maar vierkant tegen de religie, dat zou beter zijn dan de kleine steek- jes.'"' Partijgenoot Bruin leest „Het Volk" toch niet zóó opmerkzaam, ais hij misschien wel denkt. Reeds geruimen tijd is aan zijn wer.sch voldaan en schrijft het blad „vierkant tegen de religie." Men zal zich nog de berichten herinneren over den gereserveerden coupé in overvolle trei nen voor de socialistische heeren Ter Laan en Duys. Kort daarna kwam 't nieuws van den extra- trein voor de Communistische Mevrouw Ro land Holst. Deze lieden zijn ook te vermoeid van al hun schreeuwen om onder gewone ster velingen plaats te nemen, Dezer dagen was onze minister van Arbeid op rei% De trein was overvol. Natuurlijk in een gereserveerde coupé? Pardon. Zijne Excel lentie stond rustig in den gang. Men schijnt van zwaar werken niet zoo ver moeid te worden als van schreeuwen. Of zou het ook' hier weer waar zijn, dat ei tusschen woorden en daden een groot verschil bestaat? vraagt de „Resb." In „Het Volk" polemiseert Schaper tege» Troelstra. Beide socialistische partijleiders kun. nen als vertegenwoordigers van de twee uiterstt vleugels der S. D. A. P. beschouwd worden. Onze lezers weten, dat, waar Schaper dé vleugelman is, die liefst geleidelijk en met wet tige middelen de socialistische beginselen in dé Maatschappij als staatkundige en economische beginselen wil ingevoerd zien, Troelstra daaren tegen alles behalve afkeerig is van revolution, naire middelen om tot zijn doel te geraken, Daartoe blijkt de man der „groote vergissing" in November 1918 hoe langer hoe meer over te hellen. Schaper, die zulks heel goed inziet, heeft het nu noodig geoordeeld, Troelstra een vermaning toe te dienen om hem van de dwaling zijns weeg» terug te brengen. In zijn voortgezette polemiek spreekt hij hem als volgt toe: Verval niet kt de fout van hem, die ook' kt den avond van rijn leven de democratie van het socialisme als z.g. „verouderd" in den steek liet, en geleidelijk overging naar de anarchisti sche tactiek; hij vermoordde daarmede een ar beidersbeweging, die gij mede met ons hebt op gebouwd.'' Dat Schaper zijn „vriend" en „partijgenoot"' Troelstra meent te moeten waarschuwen tegen den breeden gevaarlijken weg van het anarchis me dien Domela Nieuwenhuijs insloeg, is tee kenend en bewijst o.m. hoe ver Troelstra reed» langs de helling is afgegleden, die naar de revo- lutie van de daad heenwijst. Wanneer het de socialisten niet voor dtn wind gaat, d. w. z. wanneer ze niet precies in alles hun zin kunnen doordrijven, dan doen ze als slecht opgevoede kinderen, die den tyran ia huis hebben 'eeren spelen en slaan aan 't schel den. Een sprekend voorbeeld van hetgeen wij hier beweren, levert het socialistisch weekblad „De Strijd". Nu minister Aalberse meent inzake den acht uren-arbeid, aan de metaalindustrie een over gangstijd van twee jaar toe te staan, scheldt dat blad den minister uit voor een bedrieger der arbeiders. Men behoeft het in deze aangelegenheid niet met den Minister eens te zijn, om verontwaar digd te wezen over het schandelijk bedrijf van „De Strijd". Bedriegen toch onderstelt list, boos opzet, kwaadwilligheid, en nu is er noch in het karak ter, noch in het verleden van minister Aalberse iets dat zulk een veronderstelling gedoogt. Genoemd socialistisch weekblad ontziet ziek 'Vrij naar bet Fransen van F. Fnoult 21 Zoo even scheen het mij' toe, ala hoorde ik haar zacht kreunen en zuchlen, en door onrust verleerd, waagae ik liet uw erf te betreden om u le smeeken mij bij haar toe te laten. Mag ik hopen, dat ik niet te veel van uwen goieden wil gevergd heb, mijnheer n Een vaalroode gloed overtoog Ornulfs ge laat en hij drukte de lippen zenuwachtig op elkaar. Toch bleef zijn houding even recht en stijf als altijd en zeide hij op den kouden toon, dien hij nooit aflegde: „Ik zag u voor een welopgevoed ong- mensch aan en had zulk een onbetamelijke handelwijze niet van u kunnen verwachtein. Hoe komt hei, dat gij u jegens mijn pupil en jnij zoo oneerbiedig gedraagt? Als diL het ge volg is van een ondoordachte opwelling, zal ik het u niet euvel duiden, op voorwaarde dat gij het huis verlaat. Als gij mij echter oj> Zedelijk üebt .willen hoonen, dan verwittig ik u, dat ik nimmer een beleediging ongestraft laat. Maar wat ook het geval wezen moge, verlang ik, dat gij vertrekt, want ik ontvang mijn vrienden evenmin als mijn vijafaden, zonder dat zij zich bij mij door mijn beken den hebben laten aandienen." „Het is mijn schuld niet, dat gij de eerste waart, dien ik in uw huis ontmoette," hernam Herman met toenemende heftigheid. „Vergun mij dus, dat ik mij zeiven aandien, want of schoon mijn vriendschap voor Wilheimina Aurich nog sglchts van korten datum is, durf ik er mij op beroemen haar meest opt echte vriend te zijn. Als ik haar -leven met het mijne kon koopen, zou ik mij zonder rarzelen niet de grootste vreugde voor haar opofferen. Mijn gedachten zijn steeds aan haar gewijd, die inunijn oog het schoonste, deugdzaamste en ongelukkigste wezen is. Al leefde ik eeuwig, ik zou tol mijn laatste levensuur de herinnering aan haar, heilig in mijn bjpineiiste bewaren. En als het noodlottig uur zal ge slagen hebben en men haar, die een engel op aarde was, paar haar laatste rustplaats zal brengen, zal men met haar stoffelijk over schot ook al mijn levensvreugde begraven. Nu .weet gij, mijnheer, wie 'ik ben. Weigert gij nu nog mij aan haar lijdenssponue te brengen?" „Nu nog meer dan oojt," antwoordde de majoor, terwijl hij onder een grijnslach oe woedde trachtte te verbergen, die in ntm kookte. „Eén man past liet slechts mijn jpupii zóóveel teedere gehechtheid toe te dragén: die man ben ik, want zij Is tevens mijn ver- loofde. Als gij daarvan onkundig waart, weet ge bet tenminste nu en daarom zeg ik hei andermaal: ga heen ol' ik zR 'ast geven,^,„ en meteen greep hij naar bot seheijekoord. „Heeft mijnbeer de majoor geen anderen moed dan om zijn bedienden te schellen," gei de Herman, met biltere minachting; „weet hij dan niet, dal er nog een andere wijze be staat om ongenoode gasten de deur uit tc zeüen en dat deze van mem dapperheid ge tuigt? Ik zi© daar een rek vol wapens aan aeo muur hangen en dit herinnert mij er aan, dat majoor Ornulf vroeger het zwaard voerde, li 11 nu kan ik niet gelooven, dat hij dit geheel vergeten heeft, of dat rijn vuist niet stevig en .zijn hart niet moedig genoeg meer zou zijn om zijn krachten nog eens te beproeven tegen een gehalen tegenstander. Dit zou waarlijk jamuier zijn, want de nacht is hel der, bet park groot en ik wensch niets liever dan op, militaire wijze utigeleide gedaan te worden." De majoor was meester pp. alle wapens. Toien hij nog in dienst was, had hij herfhaaide- lijk bjj een t.weggevecht door zü.n .vaardig heid en koelbloedigheid zijn vijand in het zand doen bijten. Hij beantwoordde dus deze uitdaging met een ondeugend lachje, nam kalmpjes een paar degens van hel rek en reikte er een aan Herman ever. „Best," zeide nij, „ik zal u uitgeleide doen op de wijze, die gij ook verdient. Ik geet u de verzekering, dat gij dan voor goed van uw ongeoorloofde uitstapjes op mijn landgoed zult genezen zijn. En dat zou mij waarachtig spijten," hernam hij met een schamper, mede lijdend lachje, ,,ik had u liever uw natuurlij ken dood laten sterven, ,waut het is zeer wej mogelijk, dat gij niet meer heel ver hiervan af zijtl" j Deze zonderlinge opmerking ontging Her man evenmin als de vreemde toon, waarop, 11e majoor ze uitte. Maar hij begreep ze niet en dacht ©r niet verder over na. „Maar wij liehhen geen getuigen," merkte de majoor teleurgesteld op. „Welnu, laat dan uw bedienden komen; al missen wij getuigen, dan hebben wjj toch toeschouwers." „Is u dit voldoende f* „Natuurlijk," antwoordd® de opgewonden jonkman. „Laat ons voortmaken, iwant ik zou anders kunnen denken dat gij u terugtrekt." De majoor schelde met akelige onverschil ligheid en na zijn bevalen gegeven t© hebben. -gingsen zij, door een paar Dedienden gevolgd, het park in. De nacht was helder en de maan bescheen d® lanen van het park; het meer, waarin de donkerblauwe met stenen bezaaide hemel weèrkaatste, lag daar door geen tochtje de wogen, zoo glad als een spiegel. In vrome overdenking vergeleek Hermar de stille belocverende natuue by een mijmo rend, schoon, jong meisje en bracht hij ziet da zoete uren te binnen, die hij met Wilheli mina op het Zwaneneiland had doorgébraoni- Zijn borst ging onstuimig op en neer. „Misschien is deze gedachte een t oorg© voel," prevel da bij, „misschien ook een at scheidsgroet." Als kampplaats liet men het oog veilen of een breed terras, langs het water gelegen, Herman viel rijn tegenstander heilig aan, ter, wijl de majoor er zich toe bepaalde zijn uih vallen krachteloos le maken en zyn stootan af te weren. In zijn irmhsckgn glimlach «i in zijn blikken, onalgebroken op Herman's borst gevestigd, was de akelige gedachte te lezen die hem in dit oogenbiik bezig hield. Werke, lijk loerde hij gr op. hem in 't hart te treffen (Wordt vervoiga.j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5