Het Zwaneneüand
Wat de Pers zegt
Oe Troonrede.
BUI TUINLAND
BINNENLAND
FEUILLETON.
ONS VROOLIJK HOEKJE
DONDERDAG 23 SEPTEMBER 1920.
7
DE PÖÜLSCH-HUSSISCHE UORLüG.
GEKENSDE BUfTENL. BERICHTEN.
OVERBODIGE RAAD.
GEEN GERESERVEERDE COUPE.
TEEKENEND.
GEEN BEGRIP VAN FATSOEN.
De „Standaard'' prijst het sobere, rustige
karakter der Toonrede. Het blad bespreekt
de voornaamste paragrafen van het stuk en
merkt o.a. in verband met de vermaning
tot spaarzaamheid en de belofte van een
financieelen noodmaatregel voor de ge
meenten. op:
„Zeker hebben de gemeenten recht
op eeue wijziging van de Kijksuitkee-
xing met bet oog op haren financieelen
toestand en de stijging barer lasten
ten gevolge van maatregelen der Rijks-
regeering. Dat echter, met name in de
groote en grootere gemeenten. de
Overheid doordrongen is van den eiseh,
dat in spaarzaam en zuinig heeft te
ziin. wagen wij te betwijfelen. De ge
beurtenissen van den laatsten tijd in
meer dan ééne gemeente wettigen
zekere vrees te dezen opzichte."
Het „Hbld." vindt in dit ..sobere stuk"
met zijn reserves ten aanzien van de buiten-
landscbe betrekkingen aanleiding, eraan te
herinneren, dat de betrekkingen met Rus
land nog niet henvat zijn; vooral de ver
houding met onze naaste buren, met België,
nog lang niet is wat zii wezen moet.
„Het is zeer te hopen, dat die ver
houding een volgend jaar niet meer
aanleiding geeft tot de bovenbedoelde
restrictie. Het vermelden van die niet
algemeen voldoening gevende betrekkin
gen, van de vooruitzichten van den
Volkenbond en.... de maatregelen tot
versterking der weermacht in één
alinea is in dit verband begrijpelijk
maar doet zeker onaangenaam aan. Men
weet. dat dé thans 'voorgestelde leger
hervorming slechts ©en voorloopige
regeling bedoelt."
De financieele paragraphen van de Troon-
rede vindt het blad bijzonder karig.
Hoe de regeering zich de verdere verster
king der inkomsten denkt, wordt niet aan
geduid. Maar er is reden aan te nomen, dat
het in de bedoeling ligt. voort te gaan met
afwerking van dit vroeger aangekondigde
program.
„Wij herinneren er aan. dat dit een
„fiscale" herziening der invoerrechten
omvatte, waarover een oordeel eerst
mogelijk zal zijn, als het desbetreffende
ontwerp zal zijn verschenen. Het ge
vaar ia zeker niet uitgesloten, dat on
der het mom van een fiscale herziening
in werkelijkheid een protectionistisch
tarief zal worden voorgesteld, waar
door de duurte hier te lande zal worden
verscherpt. Waakzaamheid blijft in dit
opzicht artellig geboden."-
De „N. Eott. Ort." oordeelt, aart ruim
-ie Ja©lft der rede nt&fra.'biet is.
„Sterking van de weerkracht van ons
volk", vindt het blad mooi gezegd; vooral
als men ook de oeconomische en moreele
.weerkracht op het oog heeft. Het gaat met
de gedachte mee, schoon waarschijnlijk op
■andere gronden, dan d© regeering blijkbaar
onder de voeten had. toen zij tot haar uit
spraak kwam.
Ten aanzien van de Rijksmiddelen geeft
de Monaster van Financiën zich niet verder
bloot.
„Hij heeft reeds zoo dkwüls met plan
nen en inzichten stuivertjes wisselen
gespeeld, dat de aardigheid nu van het
spel af is. Hij oreert nog slechts zon
der nieuwe wijsheid aan te dragen.
De „Nieuwe Ort." k getroffen, doordat
geen gewag gemaakt is van voornemens der
ministers van Justitie en Waterstaat en
bovenal, dat niet gerept wordt van de
marine.
Het blad verheugt zich dat geen wettelijke
voorziening tegen de duurte wordt aange
kondigd: een wet tegen dat kwaad werkt als
een door kinderen opgeworpen dijk tegen
den vloed.
Ten aanzien van de buitenlandsche be
trekkingen vraagt het blad.
Sr
„of de booee ervaringen met België in
de onderhandelingen, wat daaraan voor
afging en wat er op volgde niet een
wat sterker uitdrukking nog hadden
moeten vinden in de Troonrede, maar
wij achten het juist, dat dit niet is ge
schied. Men kan naar onze meening het
gevaar van de zuidelijke grens niet zoo
heel licht overschatten^ Daarom js bij
ons, die alles doen moeten en doen wil
len wat in ons vermogen is. om de be
dreiging te verijdelen, de grootste voor
zichtigheid geboden en kan in een der
gelijk officieel stuk zeer licht iets te
veel worden gezegd wat kwade trouw
zou kunnen uitbuiten voor gestook tegen
ons land. A bon entendeur".
In de financieele paragraaf mist het blad
met smart eenige aanduiding van de wijze
waarop de regeeiing de spaarzaamheid wil
beoefenen. Er wordt nog steeds met open
bare gelden gemorst, uit de administratieve
machine wordt nog allerminst het nuttige
effect gehaald, oat d© bedrijfetechniek
daaruit zou vermogen te halen.
Van buitengewoon belang is het voorne
men ter zake van de bestuursorganisatie in
Indië.
Het ..Vaderland" mist tot zijn teleurstel
ling de aankondiging, dat de lichamelijke
opvoeding van ons volk eindelijk ©ens met
kracht zal ter hand wordjn genomen.
Het blad is d© Regeering dankbaar, dat
zij een les gaf aan hen, die aan het „Bel
gisch gevaar" de argument©;) willen ont
leen en. om hun militairistisehe wenschen
kracht bii te zetten.
De kans op een tweede duurtewet acht
dit blad nog niet uitgesloten.
Samenvattend noemt het >.Vad." de
Troonrede een stuk van gelukkige gematigd
heid en zaakriikheid. Zorgvuldig is daarin
ermeoen den politieken tegenstander ook
maar in 't minst onaangenaam te zijn.
De „Tel." gewaagt van zinledig woordge
speel en licht die uitdrukking nader toe
met een korte critiek op enkele zinsneden.
Het duurtevraagstuk geeft de regeering
slechts stof tot een banaliteit, in de zinsnede
over de betrekking tot andere mogendheden
schuilt een addertje, bedoelend, dat niet
met alle mogendheden de betrekkingen be
vredigend zfjn. Slaat dat op België of mis
schien ook op Duitschlandü In de paragraaf
over den Volkenbond leest het blad de eigen
wijsheid, dat de bond voorloopig Pen mis
lukking is.
Volgens „Het Volk" deugt er natuurlijk
zoo goed als niets in de Troonrede.
DE NIEUWE PRESIDENT DER
FKANSCHE REPUBLIEK.
Polen en Lithauen.
Het Poolsche Telcgraaiagentschap heeft nu
bevestigd, dat de vredesonderhandelingen te
Kalwaria tusschen Folen en Litauen definitief
zijn afgebroken „wegens de voortdurende on
verzoenlijke houding der regeering van Kofno".
Volgens de Poolsche lezing vragen de Litauers
de vorming van een Poolsch-Litausch condo-
mimium in een door Polen te ontruimen.gebied
Deze kwestie schijnt zoo te zijn: De Poolsche
delegatie had als voorwaarde voor 't openen der
onderhandelingen met Litauen het onmiddellijk
terugtrekken der LitausOhe troepen achter de
zoogenaamde Foch-linie verlangd. De .Litauers
hadden, om bloedvergieten te voorkomen, het
terugtrekken beloofd achter de zoogenaamde
Curzon-linie van 8 December, doch tevens ge-
eischt, het vormen van een neutrale zone. De
Polen hebben dit voorstel verworpen en de on
derhandelingen afgebroken.
Van groote beteekenis is dit echter niet. Zoo
als men weet heeft de Raad van den Volken
bond zich reeds bezig gehouden met het Poolsc'n
Litausch geschil. En aan de uitspraak van dezen
raad zullen beide partijen zich wel onderwerpen.
Het Nad. Tel. Agentschap meldt:
De Raad van den Volkenbond heeft over het
Foolsch-Littausche conflict beraadslaagd. Na de
vertegenwoordigers der belanghebbende landen,
Paderewski en Waldemar, te hebben gehoord,
heeft hij een resolutie aangenomen, waarin hij
een dringenden oproep richt aan de betrokken
regeeringen om onverwijld de vijandelijkheden
te staken. De Raad stelt den regeeringen voor
om de door den Oppersten Raad den 3en Dec.
1919 aangegeven voorloopige demarcatielijn aan
te nemen; voorts dat ie. de Littausche regee
ring zich verbindt haar troepen uit het grond
gebied, ten westen dezer lijn gelegen, terug te
trekken; 2e. dat de Poolsche regeering de neu
traliteit van het ten oosten dezer linie gelegen,
door Littauen bezette gebied eerbiedigt; 3e. dat
de Volkenbond een commissie zal benoemen
die belast is ter plaatse de stipte inachtneming
van de verplichtingen dezer overeenkomst na te
gaan. De commissie zou in de volgende zitting
rapport aan den Raad van den Volkenbond uit
brengen
DÉ TOESTAND JN IERLAND.
Omtrent de gebeurtenissen te Balbrig,-
g<an, waar een inspecteur van politie
werd gedood en een politieagent werd ge
wond, meldt de Londenschre berichtgever
van het „Hbl." nader het volgende:
De d.iistrictsinspecteur OBurke werd gis
teren in de nabijheid van Dublin gedood.
Hierop plunderden geuniformde mannen,
die naar men zegt politieagenten waren,
de stad Balbriggan, waar zi -.h een tragedie
afspeelde. Twee mannen werden gedood,
verscheidene gewond. Bijna een gehecLe
s ai is afgebrand. De sla.it van schrikver-
spreidding in de stad duurt voort.
In totaal zijn dcor de politie te Bal-
briggan aldus meldt Reuter 30 hui
zen en winkels verbrand, benevens een
fabriek, uit wraak over den moord op de
officieren van het nieuwe politiekorps. De
politie reed gistermiddag in auto's door
de stad, uit geweren schietend en bommen
werpend, doch niemand "werd getroffen.
DREIGENDE HONGERSNOOD IN
RUSLAND.
Lenin heeft dezer dagen een redevoe
ring gehouden, aldus meldt men uit Stock
holm aan de „Morningpost," waarin hij
erkende dat de cogst in heel Rusland was
mislukt en zeide, dat alle pogingen dien
den te worden aangewend om hongersnood
te voorkomen. Hij dreigde degenen, d.e
voedingsmiddelen opzamelden, met
dwangarbeid in concentratiekampen.
EEN SAMENZWERING IN KOREA.
De „Jiji Shimpo" maakt melding, aldus
een telegram uit Tokio, van de arrestatie
van de leiders van een samenzwering om
een opstand uit te lokken in Korea en
Japansehe ambtenaren en pro-Japansche
Korean en te vermoorden. Beweerd wordt,
dat het plan beraamd was door een zoo
genaamde Kcreaansohe „moordclub" wel
ker hoofdkwartier zich in China bevindt.
De leden van deze organisatie zouden in
groepen verdeeld zijn geweest, wier taak
het was om in geheel Korea, de politie
stations onder vuur te nemen en te mid
den van de ontstane Verwarring een op
stand te beginnen.
DE HONGERSNOOD IN CHINA.
Uit Peking wordt gemeld, dat de Iie-
liefcommissie te Kaifeng-foe een manifest
heeft uitgegeven, waarin zij bekend
maakt, dat de hongersnood in Honan en
de aangrenzende provincies ernstiger is
dan tot nog toe uit eenig bericht bleek. De
civiele en militaire gouverneurs hebben
een reiiefcommissie gevormd, bestaande
uit Ohiueezen en vreemdelingen uit alle
klassen der bevolking en doen een be
roep op de geheele wereld. Wel valt er
op het oogenbiik regen, doch alle werk-
beesten zijn verkocht of geslacht, terwijl
er geen zaaizaad aanwezig is voor de
vooijaarsvogsten. Het welvarende deel der
bevolking verlaat zijn woonplaatsen en
wijkt uit naar Shensi, 350 mijl verder, of
trekt per spoor naar het zuiden. Er zuilen
jaren overheen gaan voor liet district de
ramp van den hongersnood weer te bo
ven is.
„BE Dl'ITSCHE, REGEERING.
Naar de „B. Z. a. M." verneemt, hebben
de officieuze besprekingen tusschen de re-
geeringspariijen en de meerderheids-socia
listen, die de laatste dagen gevoerd worden
over een eventueele reorganisatie van het
Kabinet, tot resultaat gehad, dat de meer
derheids-socialisten verklaarden tot 't voor
jaar alles bii het oude te willen laten Zij
zien voorloopig van het weder deelnemen
aan de regeering, van de reorganisatie van
het regeeringsb.ok on eveneens van nieuwe
verkiezingen af; de welwillende neutrali
teit die zij in Juli van dit iaar de tegen
woordige regeering hebben toegezegd, zal
tot het voorjaar verlengd worden. Daarbij
schijnt stilzwijgend de conditie gemaakt te
zijn, dat de icgeeringspartiien tot het voor
jaar van de verkiezing van een nieuwen
rijkspresident zullen afzien, zoodat presi
dent Ebert ten minste tot het vooriaar zijn
ambt zal btijven vervullen. Vermoedelijk
zal dus gedurende de eerstvolgende maan
den aan de samenstelling van het regee-
ringsblok en van het kabinet niets veran
derd worlen.
Ook de crisis in 't ministerie van finan
ciën is reeds biigelegd. De minister van fi-
nantiën dr. Wirth zou naar de .,B. Z." ver
neemt, in de kabinetszBfrng van gisteren
zijn verzoek om ontslag intrekken. Men
kan echter niet zeggen, dat de latente re
geer ingscrisis is bijgelegdze is slechts tof
na den winter verdaagd, enin het voor
jaar zal de quaesiie van nieuwe verkiezin
gen weer accuut worden.
Het heeft er alle schijn van dat de meer
derheids-socialisten er ook van hebben af
gezien de verkiezingen in Pruisen zoolang
uit te stellen tot men in het riik tot over
eenstemming is gekomen; zii zullen de
winterverkiezingen in Pruisen niet tegen
werken. onverschillig of voor dien tijd de
behandeling van de grondwet is geëindigd
of niet.
DE DREIGENDE MIJNWERKERS.
CRISIS.
Gisteren werd uit Londen -cemeld:
Het laatste nieuws omtrent de conferen
tie der mijnwerkers is. dat onder de ge
delegeerden der mijnwerkers verschil van
meening bestaat over het al of niet uitbre
ken der staking.
Er wordt gemeld, dat minister Horne in
de beden gehouden kabinet-zitting verslag
deed ove-r zijn conferentie met bet hoofd
bestuur der mijnwerkers.
Een buitengewone meeting van den alge-
meenen raad van de nationale federatie
der transportbewerkers nam na langdurige
beraadslagingen met algemeene stemmen
een motie aan, waarin werd goedgekeurd het
besluit van het uitvoerend comité van ac
tie, waarin het goed recht van de eischen
der mijnwerkers werd erkend, en de raad
gemachtigd werd verder door bemiddeling
der triple alliantie te blijven beraadslagen.
De vergadering droeg het hoofdbestuur ook
op een samenkomst Tan den raad weder
om bijeen te roepen, teneinde verslag uit
te brengen en elke handeling goed te keuren,
die raadzaam zou worden geacht.
De volgende officieele mededeeling werd
uitgegeven na afloop der mijnwerkerscon
ferentie
De conferentie vergaderde wederom te
3 uur. waarna de beraadslagingen over het
rapport van het comité werden voortgezet.
Daarna zijn het rapport en de voorstellen,
die aan de regeering werden gedaan, goed
gekeurd.
Nader meldt het Reuterbureau nog:
Ofschoon het korte officieele verslag
over de mijnwerkersconferentie niet dui
delijk is. wordt aangenomen dat de betee
kenis ervan is dat de conferentie het werk-
stakings-programma onderschreef.
De gedelegeerden van den bond van
spoorwegarbeiders hielden een langdurige
conferentie, waarin de dreigende mijnwer-
kersstaking werd besproken. Er werd geen
verslag over de beraadslagingen openbaar
gemaakt.
De vlag van de Fransche ambassade.
Voor de strafkamer van het Landgericht
in Berlijn had zich gister te verantwoorden de
21-iarige werkman Paul Krzeminski, wegens het
neerhalen van de Fransche vlag op 14 Juli, den
dag van het Fransche nationale feest, van de
Fransche ambassade te Berlijn. Het O. M.
ei sell te negen maanden gevangenisstraf. Ter mo
tiveering van dezen eisch werd gezegd, dat bij
de vaststelling van de straf ook rekening moest
worden gehouden met de gevolgen van de daad.
De daad had tengevolge gehad, dat de Duitsche
militairen voor de Fransche vlag in de hoofdstad
des rijks hebben moeten defileeren.
De verdedigers wezen er op, dat de Duit-
schers in het buitenland waarschijnlijk met alle
recht verachtelijk zouden schijnen, indien zij zich
in hun hoofdstad elke provocatie zouden laten
welgevallen. De daad van den beklaagde was
niet goed te keuren, maar wel te begrijpen. De
verdedigers verzochten den beklaagde alleen een
boete op te leggen.
De rechtbank veroordeelde den beklaagde tot
300 mark boete.
De „Daily Mail'' meldt, dat 400 kinderen
van een plattelandsschool te Llanelly, in Car
marthenshire, Maandag geweigerd hebben het
schoolgebouw binnen te gaan, omdat, naar zij
beweerden, de school gedurende weken niet was
schoongemaakt. Zij stelden zich vóór de school
op en hielden daarna een optocht door de stad.
De kindei en verklaren dat zij van school weg
zullen blijven, zoolang het gebouw niet een
grondigen schoonmaak heeft ondergaan. Vele
ouders der kinderen ondersteunen deze staking.
De Probsteikerk aan de Oude Markt te
Bocbum, is Dinsdag geheel afgebrand. De brand
die in de kap van het dak ontstond, verbreid
de zich met groote snelheid. De kerk brandde tot
op de buitenmuren af. De brandweer van Bo-
chum en omgeving, die onmiddellijk ingreep,
stond machteloos tegenover het vuur en kon
slechts de belendende perceelen beveiligen.
Reeds tien minuten na het begin van den
brand stortte de toren in. De kerk bevatte
waardevolle historische reliquiën. Omtrent hef
ontstaan van den brand is niets bekend
Op het gerechtvaardigd verwijt aan het adres
van „Het olk", dat in haar kolommen anti-pa-
pisme schering en inslag is, placht dit oprechte
CAFE-MUZIEK.
De gast (tot den dirigent van het strijkje)
„Speelt u ook op verzoek., 't een of "ander
dat ik u vraag b.v.
De dirigent (dereerd)„Zeker meneer,
met genoegen
De gast„Speelt u dan 'n potje domino,
totdat ik mijn eten op heb
orgaan óf een ontkenning te stamelen, óf te
zwijgen, óf den onschuldig aangeklaagde te spe.
len. Naar gelang het in haar roode kraam te
pas kwam.
Een lid der S. D. A. P. zekere J. A. Bruin
schrijft nu in het dagblad voor de arbeider»'
partij
„De redactie van „Het Voik" heeft wel een»
het verwijt moeten hooren en vooral de „No-
tenkraker" heeft daarover wel eens een nootjé
hooren kraken, dat ons Partijorgaan niet steedt
de godsdienstige gevoelens aller lezers "ontziet
en wie „Het Volk" trouw leest, krijgt allicht
den indruk, dat de redactie wel eens met smaak
allerlei extra-vagances op kerkelijk en godsdien
stig gebied opdischt. Ja, vaak heb ik' gedacht:
Schreef „Het Volk" maar vierkant tegen de
religie, dat zou beter zijn dan de kleine steek-
jes.'"'
Partijgenoot Bruin leest „Het Volk" toch niet
zóó opmerkzaam, ais hij misschien wel denkt.
Reeds geruimen tijd is aan zijn wer.sch voldaan
en schrijft het blad „vierkant tegen de religie."
Men zal zich nog de berichten herinneren
over den gereserveerden coupé in overvolle trei
nen voor de socialistische heeren Ter Laan en
Duys.
Kort daarna kwam 't nieuws van den extra-
trein voor de Communistische Mevrouw Ro
land Holst. Deze lieden zijn ook te vermoeid
van al hun schreeuwen om onder gewone ster
velingen plaats te nemen,
Dezer dagen was onze minister van Arbeid
op rei% De trein was overvol. Natuurlijk in
een gereserveerde coupé? Pardon. Zijne Excel
lentie stond rustig in den gang.
Men schijnt van zwaar werken niet zoo ver
moeid te worden als van schreeuwen.
Of zou het ook' hier weer waar zijn, dat ei
tusschen woorden en daden een groot verschil
bestaat? vraagt de „Resb."
In „Het Volk" polemiseert Schaper tege»
Troelstra. Beide socialistische partijleiders kun.
nen als vertegenwoordigers van de twee uiterstt
vleugels der S. D. A. P. beschouwd worden.
Onze lezers weten, dat, waar Schaper dé
vleugelman is, die liefst geleidelijk en met wet
tige middelen de socialistische beginselen in dé
Maatschappij als staatkundige en economische
beginselen wil ingevoerd zien, Troelstra daaren
tegen alles behalve afkeerig is van revolution,
naire middelen om tot zijn doel te geraken,
Daartoe blijkt de man der „groote vergissing" in
November 1918 hoe langer hoe meer over te
hellen.
Schaper, die zulks heel goed inziet, heeft het
nu noodig geoordeeld, Troelstra een vermaning
toe te dienen om hem van de dwaling zijns weeg»
terug te brengen.
In zijn voortgezette polemiek spreekt hij hem
als volgt toe:
Verval niet kt de fout van hem, die ook' kt
den avond van rijn leven de democratie van het
socialisme als z.g. „verouderd" in den steek
liet, en geleidelijk overging naar de anarchisti
sche tactiek; hij vermoordde daarmede een ar
beidersbeweging, die gij mede met ons hebt op
gebouwd.''
Dat Schaper zijn „vriend" en „partijgenoot"'
Troelstra meent te moeten waarschuwen tegen
den breeden gevaarlijken weg van het anarchis
me dien Domela Nieuwenhuijs insloeg, is tee
kenend en bewijst o.m. hoe ver Troelstra reed»
langs de helling is afgegleden, die naar de revo-
lutie van de daad heenwijst.
Wanneer het de socialisten niet voor dtn
wind gaat, d. w. z. wanneer ze niet precies in
alles hun zin kunnen doordrijven, dan doen ze
als slecht opgevoede kinderen, die den tyran ia
huis hebben 'eeren spelen en slaan aan 't schel
den.
Een sprekend voorbeeld van hetgeen wij hier
beweren, levert het socialistisch weekblad „De
Strijd".
Nu minister Aalberse meent inzake den acht
uren-arbeid, aan de metaalindustrie een over
gangstijd van twee jaar toe te staan, scheldt dat
blad den minister uit voor een bedrieger der
arbeiders.
Men behoeft het in deze aangelegenheid niet
met den Minister eens te zijn, om verontwaar
digd te wezen over het schandelijk bedrijf van
„De Strijd".
Bedriegen toch onderstelt list, boos opzet,
kwaadwilligheid, en nu is er noch in het karak
ter, noch in het verleden van minister Aalberse
iets dat zulk een veronderstelling gedoogt.
Genoemd socialistisch weekblad ontziet ziek
'Vrij naar bet Fransen
van F. Fnoult
21
Zoo even scheen het mij' toe,
ala hoorde ik haar zacht kreunen
en zuchlen, en door onrust verleerd, waagae
ik liet uw erf te betreden om u le smeeken
mij bij haar toe te laten. Mag ik hopen, dat
ik niet te veel van uwen goieden wil gevergd
heb, mijnheer n
Een vaalroode gloed overtoog Ornulfs ge
laat en hij drukte de lippen zenuwachtig op
elkaar. Toch bleef zijn houding even recht en
stijf als altijd en zeide hij op den kouden
toon, dien hij nooit aflegde:
„Ik zag u voor een welopgevoed ong-
mensch aan en had zulk een onbetamelijke
handelwijze niet van u kunnen verwachtein.
Hoe komt hei, dat gij u jegens mijn pupil en
jnij zoo oneerbiedig gedraagt? Als diL het ge
volg is van een ondoordachte opwelling, zal
ik het u niet euvel duiden, op voorwaarde
dat gij het huis verlaat. Als gij mij echter oj>
Zedelijk üebt .willen hoonen, dan verwittig ik
u, dat ik nimmer een beleediging ongestraft
laat. Maar wat ook het geval wezen moge,
verlang ik, dat gij vertrekt, want ik ontvang
mijn vrienden evenmin als mijn vijafaden,
zonder dat zij zich bij mij door mijn beken
den hebben laten aandienen."
„Het is mijn schuld niet, dat gij de eerste
waart, dien ik in uw huis ontmoette," hernam
Herman met toenemende heftigheid. „Vergun
mij dus, dat ik mij zeiven aandien, want of
schoon mijn vriendschap voor Wilheimina
Aurich nog sglchts van korten datum is, durf
ik er mij op beroemen haar meest opt echte
vriend te zijn. Als ik haar -leven met het
mijne kon koopen, zou ik mij zonder rarzelen
niet de grootste vreugde voor haar opofferen.
Mijn gedachten zijn steeds aan haar gewijd,
die inunijn oog het schoonste, deugdzaamste
en ongelukkigste wezen is. Al leefde ik
eeuwig, ik zou tol mijn laatste levensuur de
herinnering aan haar, heilig in mijn bjpineiiste
bewaren. En als het noodlottig uur zal ge
slagen hebben en men haar, die een engel op
aarde was, paar haar laatste rustplaats zal
brengen, zal men met haar stoffelijk over
schot ook al mijn levensvreugde begraven.
Nu .weet gij, mijnheer, wie 'ik ben. Weigert
gij nu nog mij aan haar lijdenssponue te
brengen?"
„Nu nog meer dan oojt," antwoordde de
majoor, terwijl hij onder een grijnslach oe
woedde trachtte te verbergen, die in ntm
kookte. „Eén man past liet slechts mijn jpupii
zóóveel teedere gehechtheid toe te dragén:
die man ben ik, want zij Is tevens mijn ver-
loofde. Als gij daarvan onkundig waart, weet
ge bet tenminste nu en daarom zeg ik hei
andermaal: ga heen ol' ik zR 'ast geven,^,„
en meteen greep hij naar bot seheijekoord.
„Heeft mijnbeer de majoor geen anderen
moed dan om zijn bedienden te schellen," gei
de Herman, met biltere minachting; „weet hij
dan niet, dal er nog een andere wijze be
staat om ongenoode gasten de deur uit tc
zeüen en dat deze van mem dapperheid ge
tuigt? Ik zi© daar een rek vol wapens aan aeo
muur hangen en dit herinnert mij er aan, dat
majoor Ornulf vroeger het zwaard voerde, li 11
nu kan ik niet gelooven, dat hij dit geheel
vergeten heeft, of dat rijn vuist niet stevig
en .zijn hart niet moedig genoeg meer zou
zijn om zijn krachten nog eens te beproeven
tegen een gehalen tegenstander. Dit zou
waarlijk jamuier zijn, want de nacht is hel
der, bet park groot en ik wensch niets liever
dan op, militaire wijze utigeleide gedaan te
worden."
De majoor was meester pp. alle wapens.
Toien hij nog in dienst was, had hij herfhaaide-
lijk bjj een t.weggevecht door zü.n .vaardig
heid en koelbloedigheid zijn vijand in het
zand doen bijten. Hij beantwoordde dus deze
uitdaging met een ondeugend lachje, nam
kalmpjes een paar degens van hel rek en
reikte er een aan Herman ever.
„Best," zeide nij, „ik zal u uitgeleide doen
op de wijze, die gij ook verdient. Ik geet u
de verzekering, dat gij dan voor goed van uw
ongeoorloofde uitstapjes op mijn landgoed
zult genezen zijn. En dat zou mij waarachtig
spijten," hernam hij met een schamper, mede
lijdend lachje, ,,ik had u liever uw natuurlij
ken dood laten sterven, ,waut het is zeer wej
mogelijk, dat gij niet meer heel ver hiervan
af zijtl" j
Deze zonderlinge opmerking ontging Her
man evenmin als de vreemde toon, waarop, 11e
majoor ze uitte. Maar hij begreep ze niet en
dacht ©r niet verder over na.
„Maar wij liehhen geen getuigen," merkte
de majoor teleurgesteld op.
„Welnu, laat dan uw bedienden komen; al
missen wij getuigen, dan hebben wjj toch
toeschouwers."
„Is u dit voldoende f*
„Natuurlijk," antwoordd® de opgewonden
jonkman. „Laat ons voortmaken, iwant ik zou
anders kunnen denken dat gij u terugtrekt."
De majoor schelde met akelige onverschil
ligheid en na zijn bevalen gegeven t© hebben.
-gingsen zij, door een paar Dedienden gevolgd,
het park in.
De nacht was helder en de maan bescheen
d® lanen van het park; het meer, waarin de
donkerblauwe met stenen bezaaide hemel
weèrkaatste, lag daar door geen tochtje de
wogen, zoo glad als een spiegel.
In vrome overdenking vergeleek Hermar
de stille belocverende natuue by een mijmo
rend, schoon, jong meisje en bracht hij ziet
da zoete uren te binnen, die hij met Wilheli
mina op het Zwaneneiland had doorgébraoni-
Zijn borst ging onstuimig op en neer.
„Misschien is deze gedachte een t oorg©
voel," prevel da bij, „misschien ook een at
scheidsgroet."
Als kampplaats liet men het oog veilen of
een breed terras, langs het water gelegen,
Herman viel rijn tegenstander heilig aan, ter,
wijl de majoor er zich toe bepaalde zijn uih
vallen krachteloos le maken en zyn stootan
af te weren. In zijn irmhsckgn glimlach «i in
zijn blikken, onalgebroken op Herman's borst
gevestigd, was de akelige gedachte te lezen
die hem in dit oogenbiik bezig hield. Werke,
lijk loerde hij gr op. hem in 't hart te treffen
(Wordt vervoiga.j