Elck wat wi ls.
Wat de Pers zegt
BINNENLAND
Medische Praatjes.
ONS VRÖÖLIJK HOEKJE.
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1920.
MEDICUS.
BRIEVEN UIT CHINA.
DENKT OM DEN TUD.
EEN ARMZALIGE UITVLUCHT.
Binnenlandsch Nieuws.
TREKJES CLVilj
Maar néé.zóó gauwzóó gauw.
ONZE NIKKEN II.
I'fe e-uae medici waren in staaf, evenals wij
X^den ten doge, de afwijkingen in de urine
fè Aonstateeren, hetzij door scheikundig on
derzoek of door middel van een microscoop
d.i. tjen instrument, dat ons door zijn leuzen
in staat stelt het voorwerp onzer onderzoekin
gen helder verlicht en vergroot te zien. Soms
nebben wij beid middelen nood.ig willen we
tot een. conclusie komen er. vullen zij elkander
lp dat geval wat aan. Bij eenig nadezken nu
laat het zien aanstonds begrijpen dat het nog
altijd vaak een open vraag bleef, of de a.Hv.j-
king, die men in de urine vond, veroorzaakt
werd door ziekte van de linker nier of van de
rechter nies of docr beiden tegelijk en de
mogelijkheid Was ook geenszins uitgesloten,
dat de nieren volkomen gezorid Waren doch
het reservoir, met name de blaas, de oorzaak
Was van de gevonden abnormale bestar.d-
deelen in de urine. Hoe 't ook zij, met het
urineonderzoek alleen had men geen viede en
kon men niet ten allen tijd een onwankelbare
diagnose stellen, daar men geen inzicht door
gaans verkreeg. Welk orgaan ziek w'as.
Eerst met de ontdekking van den Blaas-
spiegel, die door Map Nitze te Berlijn onge-
yeer°30 jaar geleden Werd uitgevonden, Werd
licht ontstoken in de duisternis en bmk een
nieuw glorierijk tijdperk aan. Met dit instru
ment was men nu bij machte de binnen v.akte
van het reservoir, tot nog toe aan het oog van
den onderzoeker onttrokken, op zijn gemak
te bekijken en kon men tevens hiermee één
of andire blaasziekte constateeren of uit-
Hierbij 'bleef het echter niet, want men kon
de uitmondingsbuizen (resp. van linker en
rechter nier), die ter Weerzijden van de medi-
aanlijn in het reservoir zijn ingeplant, p aar-
nemen en zien hoe telkens de urine toevloeide
druppel voor druppel Werd opgezameld.
Men ving nu door middel van teere dunne
buisjes de urine van linker en van rechter
nier afzonderlijk open zoodoende was men in
staat de functies van elk der beide nieren
apart na te gaan.De blaasspiegel, die wij met
den deftigen naam,, cystoscoop noemen, is
een vrij simpel instrument en onwillekeurig
staan Wij vol verbazing stil, als ij bedenken,
dat zoovele jaren moesten verloopen, voociat
men eenigen vasten grond onder de voeten
had, wat betreft de herkenning van ziekten
van dit zoo belangrijke orgaan.
Tamelijk spoedig daarna begonnen de
Röntgenstralen 'n belangrijke rol te spelen in
de geneeskunde en wel wat de nieren speciaal
betreft vooral ten opzichte van het bekennen
van niersteenen. Vóór de hulp van de röntge-
stralen was men wel in zeer karakteristieke
gevallen in staat de diagnose van nierste
nente stellen, doch het waren juist de zeer
moeielijke gevallen, die soms a^ het oog van
den medicus ontsnapten. Ja, t kwam m cue
daven nogal eens een enkelen keer voor, dat
men b. v. een steen zich dacht in de ,iiikci.
nier en men deze langs operatieve weg wensch-
te te verwijderen. De linker mer werd bloot-
gelegd, doch zietgeen steen werd gevonden.
Natuurlijk is dit een buitengemeen onaange
name verrassing zoowel voor de(n) patientje
ijn de allereerste plaats als voor den jnecncus
in de tweede plaats. De Röntgenstralen
hebben een licht geworpen op deze eertijds
duistere zaak en leek t weldra, dat vaak de
patiënten klachten hadden links, terwijl
fechts de afwijking zetelde en omgekeerd,.
Er wordt daarom heden ten dage altijd een
Röntgenfoto gemaakt van beide nieren. Zoo n
opname heeft bovendien nog een niet oube-
langrijk voordeel en wel dit, dat men zie
precies aangaande de zitplaats van de(n) s ee
(en) kan orienteeren, kortom men zich voora
geheel en al op de hoogte kan steden v -
terrein, dat men voor het oog zal blootleggen.
Dit alles brengt natuurlijk ook met meren
mede, dat de operatie bespoedigd wordt en
vlotter verloopt, hetgeen natuurlijk ten allen
tijde zeer gewenscht is.
Zoo heb ik getracht U een inzicht te geren
in den enonnen vooruitgangfjop dit gebied en
komen wij tot de conclusie, dat wij m mie
opzichten ons gelukkig kunnen prijzen met de
middelen, die ons thans ten dienste staan.
Hongkong-Shanghai 16181920.
Wij zouden aan het einde van onze zeereis
zijn en de lezers van dit blad bijna tever-
geefsch laten wachten op een vervolg van
ons reisverhaal. Hongkong hebben we van
morgen verlaten. Maar laten we liever be
ginnen, waar we den vorigen keer zijn
geëindigd. Als ik me niet vergis, dan hebben
we 't toch nog gehad over Djibouti. Over
de zeereis van Dji-bouti naar Colombo zal
ik maar niet veel zeggen; want: zeeziek
geweest, dus akelig en beroerd en een week
lang niets gezien dan water en lucht.
i Juli voeren we 's-morgens vroeg Colom
bo binnen. Een pracht van gezicht Wat
ik dan zag U moet van mij geen dichter
lijke ontboezemingen of zoo iets verwach
ten, maar ik zal trachten gewoon te zeggen
wat ik zag. Ik kwam boven op 't dek, op 't
wandeldek, liep eerst wat op en neer en ging
toen met mijn rug naar het roer staan en
keek links van 't schip. Het was nog donker,
de zee nog tamelijk onrustig. Aan den ho
rizont begonnen enkele wolken aan den
rand rood te worden. Hec water der zee is
donker, eenige lichten nog van visschers-
booten. We draaien ons linksom en dan
zien wij op de kust een vuurtoren, die om
de zooveel seconden een veeg geeft over 't
water. Dat daar de kust is, toont U ook de
groote menigte lichten in allerlei sterkte
en kleur, zooals wit, rood, groen. Dat is
de stad en de pieren. Want nu de zon achter
de wolken opkomt, wordt alles in eens veel
beter zichtbaar. De lichten gaan uit, maar
men ziet hoe langer hoe meer van Colombo.
Je kan al goed zien, dat veel van die lichten
niet van huizen waren, maar van andere
schepen in de haven. Links buiten de stad
komt zoo nu en dan een zeilschip voor den
dag. Nu de zon hooger komt, wordt 't ook
duidelijk waar ze vandaan nomen. Van uit
zee b emeriti men een heele partij stonken
in schuinsche richting, zooals de geweren
op den rug der soldaten. In de voorste zijn
bruine doeken geheschen. Dat zijn masten
met zeilen. De bootjes zelf liggen schuil
acuter land; want die visschershaven is
een inham in 't eiland. Het is leuk die vis-
schers de zee te zien invaren. Die kleine
schuitjes dansen en hobbelen op de golven
en door den wind worden ze schuin geduwd,
dat je bang bent dat ze omslaan. In tijd van
een kwartier is de zee geruild met visschers.
Weer wat verder ontwaart men een bosch
palmen. Ze staan op 'n berg en lijken heel
hoog. Die palmen teekenen zich 't eerst af
tegen de lucht. En passant is de loods aan
boord gekomen en varen we nu Colombo
binnen. Aan den eenen kant spat de zee
over de pieren. Aan den anderen kant, den
stadskant, heeft men pracht van groen.
Dat mooie geziclit wordt bedorven docr een
lange dijk steenkolen vlak aan het water.
Het is al een geloop en gewemel van mer.schen
Boven de huizen steken eenige koepels en
kerktorens uit. Dc huizen zelf zijn wit, open,
luchtig. Glas schijnt men niet te kennen,
althans om een ruit in te zetten. Alles is open.
Een beetje luchtigheid kan men best hebben.
Onze boot ligt "eindelijk stil. Paspoorten
orden in orde gemaakt en in e en klein
ootje laten we ons aan wal brengen. Eerst,
wat bang voor die half-naakte Indiërs
maar hun goedig gezicht doet alle bangheid
verdwijnen, doet zelfs voor hen innemen.
Aan wal daar komen de Indiërs met kar
retjes aangeloopen, maken een handbeweging
of we willen instappen. Wat dat voor kar
retjes zijn Laat ik eerst vertellen, dat men
ze precies noemt als wanneer men in Holland
zijn katje 's-avonds binnenroept. Dan zet
rnen de deur of 't raam op n grooten kier
en reeptniet waar pees-poes. Juist zoo
heeten'die karretjes hiervook .Men spreekt
't juist 't zelfde uit, maar men schrijft het
wat anders, n. 1. pousse-pousse. Hoe zoo'n
pousse-pousse er uit ziet Twee hooge wie
len, waar omheen (fietsbanden zal ik maar
zeggen) tusschen die twee wielen een bakje,
precies een bok van 'n rijtuig in t klein.
Rondom 't bakje ijzeren stangen, dat is
eeji kap. Die kap dient om den inzittende ts
beschermen tegen regen. Als 't niet regent
is ze gewoon neergelaten. Dat heele boeltje
wordt in beweging gebracht door 'n inlan
der, die loopt tusschen twee boomen. Die
boomen zijn wel twee of driemaal zoo groot
als van onzen sportkar. Eerst wilde ik er niets
van weten om zoo'n Indiër als paard of
hond te laten loopen in zoo'n pousse-pousse.
Maar die luidjes bleven zoo aanhouden en-
zetten zoo'n smeekend gezicht, dat je je
zelf en die kerels 'n dienst bewees, er in te
gaan. Des te eerder liet ik me overhalen,
omdat een fransche missionaris, die zoo'n
reis al meer had gemaakt, en nu onze gids
zou zijn, reeds in een pousse-pousse zat en
er van door ging. Ik er ook gauw in en die
kerel zette 't op een loopen Hij heeft een
half uur of drie kwartier hard ge-
loopen slechts vijf minuten, dat hij lang
zaam liep. Ik kan U zoo'n pousse-pousse
aanbevelen. Mooie, harde wegen, flink breed,
't rijdt daar lekker. Je gaat op je gemak er
bij zitten, en je kijkt maar rond. Prachtige
natuur hier op Ceylon. Ik zat zoo te tcijken
naar voorbijgangers, naar huizen, boomen,
planten etc., toen een van mijn medebroe
ders naast me kwam rijden en zei„Zeg,
ik geloof, dat je getrokken wordt door een
vrouw." „Dan moet je hem maar eens in
zijn facie kijken" gaf ik ten antivoord. Mijn
medebroeder veranderde toen ook van ge
voelen, want hoewel hij zijn haar van achte
ren in een knot had, droeg hij onder zijn neus
eenzwaren knevel. Later hoorden we, dat
men aan 't kapsel k:ip weten, tot welken
afgodendienst die luidjes béhooran. Maar
kom, Iaat ik over Colombo en over de pousse-
pousse uitscheiden. y Juli moesten we in
Singapore zijn. Den 6clen Juli zat een onzer
passagiers 's-middags om half 2 eer. brief
naar zijn familie te schrijven, kreeg een be
roerte en was bijna op slag overleden. Dat
bracht een heele consternatie te weeg en
alle passagiers werden er aan herinnerd,
dat het leven hier slechts een doortocht is
naar de eeuwigheid en dat men altijd bereid
moet zijn om te verschijnen voorden Eeuwigen
Rechter. Het lijk werd in Singapore begra
ven
Singapore is de eerste haven geweest,
waar we aan land konden gaan zonder tus-
schenkomst van kleine bootjes. Het ging
hier al veel meer den Chineeschen kant op.
Ook de rijders der pousse-pousse waren bijna
allemaal Chineezen. Maar ze waren in sta
king en wilden haast geen Europeaan ver
voeren. Singapore is ook een mooie stad.
De weg is heel makkelijk te vinden. De
hoofdstraten loopen parallel of snijden el
kaar rechthoekig. We konden maar een hal
ven dag in Singapore doorbrengen, want
's-avonds moesten wé weer aan boord zijn.
Na twee dagen varen kwamen we den roden
Juli in Saïgon. Dat is een Fransche haven
in CochinchinaDe eerste eigenlijke Chineesche
haven, bereikten we den 15den n. 1. Slong-
kong.
Verschillende eigenaardigheden der Uu-
neezen hebben we al gezien. Zoo b. v. ara-
gei de vrouwen de kinderen haast niet op
den arm, maar dragen ze in de zij of op de
heup, of binden de kleinen achter op hun rug
vast in een soort zak. Beenenarmen en
hoofd hangen er uit. Met zoo'n kind op den
ruCT, doen de vrouwen van alles. Aan de
kiemen schijnt het wel te bevallen, tenminste
ie hoort ze niet schreeuwen. Een andere
eigenaardigheid is, dat de Chineezen met de
keuken over straat loopen. Wat dat wil zeg-
o-en wil ik tot slot nog even vertellen. Een
Chinees heeft op zijn schouder een langen
stok Aan de twee einden van dien stokhan-
„en 'twee ketels. In die ketels zit allerlei
lekkernij voor de Chineezen. Een pannetje
met houtskool is er ook bij. Heeft een Chi
neesche familie trek, dan houden ze dien man
staande, gaan op hun hielen zitten (echt
hurken) eten met twee stokjes een kom met
dit of dat leeg, betalen en verder gaat t
weer. De kok speelt met twee houten stokjes
een deuntje en roept wat, totdat hij weer
andere menschen ontmoet, die trek hebben.
In Saïgon heb ik nog een Lof bijgewoond.
De Kathedraal was druk bezet. De meesten
waren Chineezen, een.: ander groot deel be
stond uit Anajtiieten. Het gedrag van deze
menschen was buitengewoon stichtend. Ook
de kleeding was zedig, dit laatste viel des
te meer op, omdat er een paar Europeesche
families in 't lof kwamen, open van boven
en kort van onder. Ik kon me haast niet
voorstellen, dat ik in 't Heidenland was-
Maar daar buiten, buiten de kathearaa
daar leven no.g zooveel menschen, heidenen.
Na het „Tantum Ergo" buigen Chineezen,
Anajnieten en JEux-ojpeanen diep liet llOOld
en de zegen wordt gegeven met lie- Aller-
heiligste. Wat op zoo'n oogenblik omgaat
in 'n jong missionaris, kan men beter begrij:
pen dan beschrijven. Diep trof 't me, toen
ha deze zegening op 't koor door Chineezen
werd gezongen Laudate Dominum omnes
gentes. Alle volkeren looft den Heer. Le
zers, denkt in uWe gebeden en aalmoe
zen ook eens aan de bekeering der Chineezen.
Fr. LUD. BOSSE
»E WONINGNOOD.
„De Loods'', ket' orsaa:i van den Economi-
schen Bond, meent, dat een woningpolitiek,
waardoor het winstmaken op verhuren geleid
'heeft tot de diepste ellende voor een steeds groo-
ter deel onzer bevolking, moet leiden
tot een aanmerkelijke verhooging der arbeiders-
weninghuren.
Het blad juicht daarom het initiatief van de
Regeering toe,
„welke èn door de wijziging der Huurcom-
missiewet, welke zij heeft voorgesteld èn
door de jongste beschikking van den Mi
nister van Arbeid in zake de door met
Rijksgekl te bouwen arbeiderswoningen op
te brengen huren, blijk geeft, den ernst van
den toestand te beseffen en naar herstel der
normale verhoudingen op het gebied van de
verhuring van woningen te streven. Dat zij
daarbij voor de aanvallen, vooral van
socialistische zijde op haar gewijzigde po
litiek gericht, niet uit den weg zal gaan, is
onze hartgrondige wensch.
Het is van de allergrootste urgentie, dat
door opvoering van de huurprijzen tot
meer normaal peil weder de mogelijkheid jj
wordt geopend voor deH particuliertin bou
wer, tot vermeerdering der woongelegenheid
mede te werken. De winst, in 't particulier
bouwbedrijfgemaakt, strekte eertijd» tot
kapitaalvorming, welke grootendeels weder
aanwending vond in den bouw van nieuwe
woningen, zoodat de woningvoorraad zoo
doende automatisch op peil werd gehouden.
Thans zijn de eenigen, die nog winst maken,
de handelaars in huizen, waarin ten gevolge
van het woningtekort gespeculeerd wordt,
alsmede de onderverhuurders.
En zoo is thans de toestand, dat de be
lastingbetalers in laatste instantie hebben bij
te dragen tot het geven van een subsidie
aan degenen, die het voorrecht hebben, in
de overheidswoningen te worden onderge
bracht; meestal nette, kleine gezinnen,
wien wij ongetwijfeld gaarne dit voordeeltje
zouden gunnen, ware het niet, dat het ge
kocht werd ten koste van de ellende van
duizenden even fatsoenlijke, doch veeltijds
grooter gezinnen, die zich op de treurigste
wijze moeten behelpen met een woongele
genheid, welke vloekt met de meest elemen
taire eischen van hygiëne en zedelijkheid.
Is men hiervan doordrongen en stelt
men voorts bij den bouw van nieuwe wo
ningen op den voorgrond, dat wie spoedig
helpt, dubbel helpt, zoodat noodwoningen
van 't goedkoopste type verre de voorkeur
verdienen boven theoretisch betere, doch
veel duurdere woningen, dan twijfelen wij
niet of het zal mogelijk worden, uit den
woningnood te geraken, welke een der don
kerste schaduwen vormt in onzen over 't
geheel zoo weinig lichtpunten biedenden
tijd."
In den nacht van Zondag on Maandag
eindigt de zomertijd. Dan worden de klok
ken te 2 uur een uur stilgezet.
Wie niet tot 2 uur op blijft, zette reeds
Zondagavond de klok één uur stil!
Het „V,a.d." wees onlangs op de kin
derachtige vertooning der Socialistische
Kamerfractie, een vertooning die tevens
een tactische fout genoemd kon worden.
Die fractie was zoo kinderachtig, op
de voordracht voor president van de
Tweede Kamer vcor no. 1 te stemmen
op haren partijgenoot den heer Schaper.
Terecht trok het Vrijzinnig orgaan daar
uit o.m. de conclusie d,at volgens de
S.D.A.IP. er geen deugd bestaat buiten
haar, waardoor zij cok niet bij machte was
de verdiensten van Mr. Fock als voor
zitter der Tweede Kamer te waardeeren.
Er is geen zaak in de S.D.A.;P. zoo
hopeloos krom, of „Het Volk" tracht haar
recht te praten of te liegen.
En daarom heeft d,at blad op de hier
boven vermelde afstraffing bij wijze van
verweer, het volgende gevonden:
Het tracht het feit, dat de S.D.A.T„
weigerde haar stem ,aan Fock te geven
voor Kamerpresident, goed te praten, door
de verkLaring d(at zij daartoe gedwon
gen is docr de onwellevendheid van de
Rechterzijde. En die onwellevendheid zou
daji dajzrin böst-aazi dö JCcell terzij (I/O
aan de siterlcste Linksche fr&ctis geen vico-
voorzitter gunt.
De Redactie van het dagblad voor de
Arbeiderspartij moet wel zeker zijn van
de totale onbekendheid van de lezers van
dat blad met de parlementaire gewoon
ten, om zulke dwaasheden aan den man
te brengen.
ALs er een Rechtsch kabinet achter de
groene tafel zit, zijn No. 1 ©n No.. 2
van de voordracht voor president man
nen van de Regeeringspartij, terwijl no,
3 een man is uit de sterkste fractie van
links. En als Links een ministerie heeft
gevormd, zijn No. 1 en No, 2 mannen
van Links en wordt de derde plaats aan
de sterkste partij van Rechts gelaten. Had
men dus thans den gewonen toestand, en
was de president geen man van Links
maar van Rechts, dan zou de S.D.A.J^
recht hebben op de derde plaats op de
voordracht, en meer niet.
„Dus - zoo leest het „Vad." de les
aan „Het Volk" zelfs al zou de S.D.
A.P. volhouden, dat het feit d,at No. 1
van de voordracht niet tot de regeerings
partij behoort, niets aan den adat be
hoort te veranderen, dan zou daarmee
noo i t gerecht vaardigd worden haai" stel
len van een candidaat tegen Fock of
Kooien, No. 1 en 2 der voordracht, maar
hoogstens tegen No. 3 Monté Verloren."
Inderdaad een armzalige uitvlucht die
verklaring over de „onwellevendheid" van
de Rechterzijde.
Het lange en korte van de historie
is dan ook, dat de S.D.A.P, uit vrees
voor tWijnkoop, niet op een „bourgeois"
heeft durven stemmen en uit de demon
stratieve wijze waarop haar led-en in de
Kamer den heer Fock met zijne benoe-
VEGETARIËRS.
Tijdens m'n vacantie ontmoette ik in 'n
hotel 'n gezin van „natuurmenschen"
bloote voeten, lange haren enz. Ze Waren
natuurlijk vegetariër.
't Vegetarische zoontje van 'n jaar of zes
liep, als z'n ouders er niet bij waren, onophou
delijk achter de kellners aan, die de restjes
van de tafels wegdroegen en smeekte„Ik
een stukkie Ik een stukkic i" Hij kreeg dan
stukken en stukjes vleesch, die hij gretig
verslond.
Op 'n morgen ontbeet ik met de vegeta
riërs tegelijk. We praatten- Ik beweerde dat
*n mensch vleesch noodig heeft.
„Zoo zei de uitgeleerde vader, „kijkt
u dan mijn zoon eens I" Hij hief 't bolblozende
kind op z'n schoot. „Die heeft nog nooit
vleesch geproefd
niing geluk wenschten, zullen wij de vrij
heid nemen op te maken, dat zij het
zeiven allesbehalve aangenaam vinden,
dat het booze oog van Lenin's vriend,
hen .tot zulke kinderachtige onwelle
vendheden dwingt.
DE SUIKERVOORZIENING.
Het Ned. Weekblad voor den handel
m Kruidenierswaren verneemt, dat de
Centrale Suiker-Maatschappij haar be
kende afnemers ia de gelegenheid heeft
gesteld zich in het belang der suikervcor-
ziening van hun normaal suikergebruik;
gedurende zes maanden te verzekeren,
waarbij op een vermeerdering der con
sumptie van ten hoogste 20 pCt. is ge
rekend. Bij dit contract is prijs-risico uit
geschakeld, terwijl de voordeelen bij ver
koop hierin bestaan, dat de toewijzing
van" de gecontracteerde hoeveelheid ver
zekerd is, dat bij stagnatie de voorkoo-
pen voorgaan en dat verwijzing naai' een
Zuidelijke witfahriek en het risico daar
door afwijkende suiker te .ontvangen is
uitgesloten. Het blad verneemt verder,
dat de centrale suikermaatschappij voort
aan geen kleiner quantum dan 100 zak
tegelijk zal afleveren en dat tusschen haar
en de coöperatieve suikerfabriek te Din-
telc-ord en Sas van Gent een overeen
komst is gesloten, om tegen geheel de
zelfde prijzen en conditie suiker te leve
ren. Ten slotte verneemt het blad, Rait te
Franeker een nieuwe suikerfabriek zaJ
werden gebouwd voor gezamenlijke reke
ning van de centrale suikermaatschappij
en de Frieach-Gron ingsche coöperatieve,
Deze fabriek zal wit raffineeren en reeds
met .de volgende campagne in bedrijf ko
men. De benoodigde grond is reeds aan-
aangekoebt.
IN DUITSCHLAND BESTELDE
DRUKWERKEN.
Het lid der Tweede Kamer, de heer Henri
Hermans, heeft den minister -van Binnea-
landsche Zaken gevraagd of het juist is, dat
het Centraal Bureau voor de Statistiek druk
werken in Duitschland bestelt en dat langs
officieelen weg bii de hoofden van meerdere
takken van 's Rijks dienst er od aangedron,
gen is, om eveneens hun drukwerken in
Duitschland te laten vervaardigen. Hij
vraagt vertier of de minister hieraan rijn
goedkeuring kan hechten.
VERKIEZING EERSTE KAMER-
In de Dinsdag a.3. te houden buitenge
wone zitting van de staten van Zuid-Hol
land aal, ook aan de orde worden gesteld de
verkiezing van een lid van de Eerste Kamer,
ter voorziening in de vacature, ontstaan door
de ontslagneming van dr. A. Kuyper.
EEN MERKWAARDIG ADRES.
De Kamer van Kooiphandel te Schiedam
heeft aan den Minister van Arbeid een adres
gezonden waarin verzocht wordt Invoering
van den verplichten 8-urigen werkdag te
verschuiven, totdat ook naburige landen
daartoe zullen zijn overgegaan. AI# redenen
voor dit verzoek voert de Kamer aan. dat
--Mi. ofschoon in beginsel niet tegen 8-urigen
werkdag, toch meent, dat zelfs in normale
omstandigheden de invoering geleidelijk zou
moeten geschieden, daar door de plotselinge
invoering gebrek aan werkkrachten moet
ontstaan, waarin door inrichting van machi
nes moet tegemoet gekomen worden, dl»
vroeger niet noodig of niet rendabel waren.
Dat het tekort door den oorlog ontstaan door
den verminderden werktijd in vele bedrijven
onder den druk der werkliedenvereenigingen
wordt vergroot. Fabrieken met uitsluitend
dagfeedrijf zien de productie met gelijk aan
tal werklieden met 30 verminderen, ter
wijl fbrieken met continubedrijf het getal
werklieden met 50 zuilen moeten ver
meerderen. waarvoor echter werk'ieden uit
andere bedrijven moeten worden aangewor
ven. vandaar groote loonopivijving.
Door deze oorzaken vreest ie Kamer, dat
de Nederlandsche Industrie bij dadelijke in
voering van den verplichten 8-urigen werk
dag tegen het buitenland minder tot con
currentie in staat zal worden.
rVie 't begreep.
Z'n hand beefde en hij had groote moeite den
sleutel in 't slot van de huisdeur te steken.
"koortsig huiverend sloop ie naar bovenge
lukkig, de anderen sliepen allemaal. Z'n witte ge
zicht met zweetdroppels zouden ze dus niet te zien
krijgen.
„Nou maar niet er aan denkenheelemaa!
Biet er aan denkenexpres allemaal lollige din
gen in me hoofd halen
En zou 't nou wel waar zijn? Echt waar zijno
Jade oude Jansen woonde er vlak naast.
in die loog niet.
Willem.... dood.... dood.... weggekwijnd
van verdriet.van narigheidom de valsche
Verdenking. Dat heb ik gedaan
ik Waarom ik Was is toch al niet teringach
tig. Had immers al 's bloed opgegeven
lem.
(neer
.«aan
..Wil-
Willem.... néé, ja hoort 't tvsh niet
ach wat 'n ellendehad 'k 't niet ge-
dJaJ- ere.-Is an
..ogen z'n tanden.Hij rukte z'n kieeren uit,
doof da de kaars en kroop onder de dekens.
„Nou rustig blijven.niet zoo denken. Wacht
effstia* weika leuke dingen we de
laatste weken hebben meegemaakt's kijken,
eerstja, eerst Zondagavond dat lollige stuk in
den schouwburg.ja, echt aardig.Toen e.
0, ja.... de bioscoopging nogal..Toen-e...
Maar z'n gedachten lieten hem geen vrijheid.
Ineens zag ie Willem weer duidelijk voor zich, zoo
ais ie liep, zooals ie zat, zooals ie hoestte en kuchte.
Zooals ie door de straten ging met z'n kwitantie-
tasch en z'n leeren geldzak.
Hij kneep stijf z'n oogen dicht, maar 't beeld
bleef.... bleef.
En nou0, GodWat is dat Met 'n on
derdrukte schreeuw sloeg ie de dekens weg
stond ineens overeind in bed.
DêAr Dóór 1 Ja, vlak bijdaar stond Willem
met z'n zachte oogen in z'n bleek gezicht
Hij wou om hulp roepen, maar durfde niet
Hij trok de dekens heelemaal over zich heen
klemde de vuisten in de oog-putten.... maar 't
gaf niet't gaf niks.
„Ga weg, Willem-. -. Jk smeek je, ga weg. Ik
heb 't gedaan, ja.ik heb 'tbrlefie van duizend
gulden uit je tasch genomen, toen je eventjes weg
was. 't Was de bedoeling niet, Willem't was
de bedoeling niet om duizend gulden te nemen
maar 'k wist niet hoe 't zoo ineens kwam. Honderd
gulden was al heel mooi gewees tM'n plan was
ze later op 'n heel gek plaatsje weer stikum neer te
leggenin 'n boek of zoo. Dan was je d'r van af
geweest. Maar 't ging zoo gauwik déé maar 'n
greep in 't wilde weg. En jij was meteen al weer
terug. In 'n oogenblik van waanzin is 't gebeurd,
Willem 'k was gek'k wist niet wat 'k deed.
'k Had schulden en van allerlei kanten werd 'k be
dreigd. Ik Pefde ts zwaarm mkte maar ple
zier. En Lize was zoo veeleischendze nam
alleen 'n jongen voor de pret, zei se altijden
'k was dol op 'r Willem'k Was dol op 'r
wou 'r voor geen miljoen laten loopenToé
Willem, kijk niet zoo, ach, kijk niet zoo naar me
Je heb nou toch geen verdriet meer.en ik blijf
alleenmetme wanhoop. Ga weg, Willem
als je wist, wat 'k in die weken heb uitgestaan.
Honderd maal heb 'k naar je toe willen vliegen,,
om t te zegggj, om vergifienis aan je te vragen.
Honderd maal naar den directeur willen gaan, om
me zelf aan te klagen-maar op 't laatste oogen
blik kou 'k niet, Wille™' kon *k niet. Dan. dacht 'k
aan de gevangenis, nzn m n ouders, aan m'n vrien
den, aan Lize, die 'k voor altijd kwijt zou raken.
En jou hadden ze vrijgelaten, Willemgeen
politiewerk 'r van gemaakt, ondat je ziekelijk was
en altijd zoo je best had gedaanen 't kon toch
niet bewezen worden
Ga nou we--', Willemlaat me slapen'n
paar uur slaoer.morgen zal 'knéé
nééik kan nietik kan nietO, God I
Waarom roep 'k telkens om God Dee 'k vroeger
toch nooit Ik geloofde niksmaar nou Nou
Willem, zeg me, of je gelukkig bent.... 't moet
wel, want je gezicht is zoo mooi, zoo kalmJij
kon zoo heerlijk berustend zijn.ik nietik
nietach, wat ben 'k moewat moe
De oogen in 't gloeiende hoofd vallen knipperend
toe. Boven op 't dek slaapt ieonrustig woelend
.de armen nu en dan afwerend voor 't gelaat.
Maar in z'n slaap begint ie te kreunen en wordt met
'n gil wakker.
„Nee, Willem, néé, waarom martel je me zoo.
ik heb 't nou toch eerlijk gezegdof moet ik 't
rondbazuinen? Door de heele scad?jo .iw onschuld
aan 't licht brengen GoedGoed 1 Alles zal 'k
doenga dan nou weg met je oogen weg met
je groote, witte oogenze kijken weer net als
toen je 't tekort ontdekteen ik, smeerlap, me
mond hieldje weg liet sturen
Wat hoor ik? Daar beneden Ja, gestommel in
de kamer. Ze hebben me gehoord. V/at praat 'k ook
hard. Jouw schuld, Willem.Waarom laat je me niet
met rust Mot dat me heele leven zoo blijven Me
heele leven dat krijtwitte gezicht voor me, met die
glazige oogen? Nee, dat verg je niet van me
datstil, o God, daar komt iemand naar me
kamertje.. Ik moet me slapend houden.... Nie
mand, niemand mag weteni
Bevend, klappertandend ligt ie nu onder deu
sluit met moeite de verwilderde oogen. Zacht gaat
z'n deur open.even blijft 't stil.dan wordt
fluisterend z'n naam gezegd.hij geeft geen a t-
woord de deur gaat weer dicht.
„Gelukkig.ze denken, dat k aan 't droomen
was.Nou moet 'k stil blijven.anders ver
raai 'k.... Verrajen? Jaja, maar dat wil
Willem juist. Daar heeft ie recht op. En z'n ouwers
en al z'n familie en bekenden. Als ik 't niet doe
blijft ie me zoo plagen, me heele leven. O, néé, dat
nooitgeen dag langer dat gezicht. Ach, kon 'k
toch maar 'n half uur, 'n half uurtje slapen. Heb
toch medelijden
Doch de slaap kwam niet en langzaam, ijzig lang
zaam kwam de nieuwe dag.... Maar met dien
nieuwen dag tevens nieuwe angsten en verschrik
kingen. Angst, om z'n huisgenooten te zien, om de
collega's op 't kantoor onder de oogen te komea.
Met ontzetting dacht ie aan de mededeelingen over
Willem's dood.... de mededeelingen, die zouden
neerbonken, als hamers, op zijn afgetobd hoofd
op z'n verwarde hersens. Ineens zag ie twintig paai
oogen op hem gerichtvurige, verwijtend»
oogen, van z'n patroon, z'n kameraads, het minde
rs personeelen daar tusschen weer die vree-
selijke oogen van Willem....
Als 'n slaapwandelaar liep ie door z'n kamertje.
Kleedde zich werktuigelijk en ging stil de straat
opdaar liep ie te dolen als 'n verdwaalde ia
'n vreemde stad.
't Was maar 'n heel kort krantenberichtje.
Dat hst lijk was opgehaald van den 28-jarigen
kantoorbediende IJ. Z„ die Woensdagmorgen zijn
woning had verlaten om naar z'n betrekking te gaan
en sindsdien spoorloos was verdwenen.
De oorzaak bleef 'n eeuwige menschen-gissing.
Eén was er, die 't begreep.
Maar die hield de geverfde lippen gesloten..
'n Week later zat ze in de schouwburg-loge te
flirten met 'n ander.
Die zich óók reeds om haar in de schuld begon
te steken
G. N.