Elck wat wi ls. Wat de Pers zegt BINNENLAND Medische Praatjes. ONS VRÖÖLIJK HOEKJE. ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1920. MEDICUS. BRIEVEN UIT CHINA. DENKT OM DEN TUD. EEN ARMZALIGE UITVLUCHT. Binnenlandsch Nieuws. TREKJES CLVilj Maar néé.zóó gauwzóó gauw. ONZE NIKKEN II. I'fe e-uae medici waren in staaf, evenals wij X^den ten doge, de afwijkingen in de urine fè Aonstateeren, hetzij door scheikundig on derzoek of door middel van een microscoop d.i. tjen instrument, dat ons door zijn leuzen in staat stelt het voorwerp onzer onderzoekin gen helder verlicht en vergroot te zien. Soms nebben wij beid middelen nood.ig willen we tot een. conclusie komen er. vullen zij elkander lp dat geval wat aan. Bij eenig nadezken nu laat het zien aanstonds begrijpen dat het nog altijd vaak een open vraag bleef, of de a.Hv.j- king, die men in de urine vond, veroorzaakt werd door ziekte van de linker nier of van de rechter nies of docr beiden tegelijk en de mogelijkheid Was ook geenszins uitgesloten, dat de nieren volkomen gezorid Waren doch het reservoir, met name de blaas, de oorzaak Was van de gevonden abnormale bestar.d- deelen in de urine. Hoe 't ook zij, met het urineonderzoek alleen had men geen viede en kon men niet ten allen tijd een onwankelbare diagnose stellen, daar men geen inzicht door gaans verkreeg. Welk orgaan ziek w'as. Eerst met de ontdekking van den Blaas- spiegel, die door Map Nitze te Berlijn onge- yeer°30 jaar geleden Werd uitgevonden, Werd licht ontstoken in de duisternis en bmk een nieuw glorierijk tijdperk aan. Met dit instru ment was men nu bij machte de binnen v.akte van het reservoir, tot nog toe aan het oog van den onderzoeker onttrokken, op zijn gemak te bekijken en kon men tevens hiermee één of andire blaasziekte constateeren of uit- Hierbij 'bleef het echter niet, want men kon de uitmondingsbuizen (resp. van linker en rechter nier), die ter Weerzijden van de medi- aanlijn in het reservoir zijn ingeplant, p aar- nemen en zien hoe telkens de urine toevloeide druppel voor druppel Werd opgezameld. Men ving nu door middel van teere dunne buisjes de urine van linker en van rechter nier afzonderlijk open zoodoende was men in staat de functies van elk der beide nieren apart na te gaan.De blaasspiegel, die wij met den deftigen naam,, cystoscoop noemen, is een vrij simpel instrument en onwillekeurig staan Wij vol verbazing stil, als ij bedenken, dat zoovele jaren moesten verloopen, voociat men eenigen vasten grond onder de voeten had, wat betreft de herkenning van ziekten van dit zoo belangrijke orgaan. Tamelijk spoedig daarna begonnen de Röntgenstralen 'n belangrijke rol te spelen in de geneeskunde en wel wat de nieren speciaal betreft vooral ten opzichte van het bekennen van niersteenen. Vóór de hulp van de röntge- stralen was men wel in zeer karakteristieke gevallen in staat de diagnose van nierste nente stellen, doch het waren juist de zeer moeielijke gevallen, die soms a^ het oog van den medicus ontsnapten. Ja, t kwam m cue daven nogal eens een enkelen keer voor, dat men b. v. een steen zich dacht in de ,iiikci. nier en men deze langs operatieve weg wensch- te te verwijderen. De linker mer werd bloot- gelegd, doch zietgeen steen werd gevonden. Natuurlijk is dit een buitengemeen onaange name verrassing zoowel voor de(n) patientje ijn de allereerste plaats als voor den jnecncus in de tweede plaats. De Röntgenstralen hebben een licht geworpen op deze eertijds duistere zaak en leek t weldra, dat vaak de patiënten klachten hadden links, terwijl fechts de afwijking zetelde en omgekeerd,. Er wordt daarom heden ten dage altijd een Röntgenfoto gemaakt van beide nieren. Zoo n opname heeft bovendien nog een niet oube- langrijk voordeel en wel dit, dat men zie precies aangaande de zitplaats van de(n) s ee (en) kan orienteeren, kortom men zich voora geheel en al op de hoogte kan steden v - terrein, dat men voor het oog zal blootleggen. Dit alles brengt natuurlijk ook met meren mede, dat de operatie bespoedigd wordt en vlotter verloopt, hetgeen natuurlijk ten allen tijde zeer gewenscht is. Zoo heb ik getracht U een inzicht te geren in den enonnen vooruitgangfjop dit gebied en komen wij tot de conclusie, dat wij m mie opzichten ons gelukkig kunnen prijzen met de middelen, die ons thans ten dienste staan. Hongkong-Shanghai 16181920. Wij zouden aan het einde van onze zeereis zijn en de lezers van dit blad bijna tever- geefsch laten wachten op een vervolg van ons reisverhaal. Hongkong hebben we van morgen verlaten. Maar laten we liever be ginnen, waar we den vorigen keer zijn geëindigd. Als ik me niet vergis, dan hebben we 't toch nog gehad over Djibouti. Over de zeereis van Dji-bouti naar Colombo zal ik maar niet veel zeggen; want: zeeziek geweest, dus akelig en beroerd en een week lang niets gezien dan water en lucht. i Juli voeren we 's-morgens vroeg Colom bo binnen. Een pracht van gezicht Wat ik dan zag U moet van mij geen dichter lijke ontboezemingen of zoo iets verwach ten, maar ik zal trachten gewoon te zeggen wat ik zag. Ik kwam boven op 't dek, op 't wandeldek, liep eerst wat op en neer en ging toen met mijn rug naar het roer staan en keek links van 't schip. Het was nog donker, de zee nog tamelijk onrustig. Aan den ho rizont begonnen enkele wolken aan den rand rood te worden. Hec water der zee is donker, eenige lichten nog van visschers- booten. We draaien ons linksom en dan zien wij op de kust een vuurtoren, die om de zooveel seconden een veeg geeft over 't water. Dat daar de kust is, toont U ook de groote menigte lichten in allerlei sterkte en kleur, zooals wit, rood, groen. Dat is de stad en de pieren. Want nu de zon achter de wolken opkomt, wordt alles in eens veel beter zichtbaar. De lichten gaan uit, maar men ziet hoe langer hoe meer van Colombo. Je kan al goed zien, dat veel van die lichten niet van huizen waren, maar van andere schepen in de haven. Links buiten de stad komt zoo nu en dan een zeilschip voor den dag. Nu de zon hooger komt, wordt 't ook duidelijk waar ze vandaan nomen. Van uit zee b emeriti men een heele partij stonken in schuinsche richting, zooals de geweren op den rug der soldaten. In de voorste zijn bruine doeken geheschen. Dat zijn masten met zeilen. De bootjes zelf liggen schuil acuter land; want die visschershaven is een inham in 't eiland. Het is leuk die vis- schers de zee te zien invaren. Die kleine schuitjes dansen en hobbelen op de golven en door den wind worden ze schuin geduwd, dat je bang bent dat ze omslaan. In tijd van een kwartier is de zee geruild met visschers. Weer wat verder ontwaart men een bosch palmen. Ze staan op 'n berg en lijken heel hoog. Die palmen teekenen zich 't eerst af tegen de lucht. En passant is de loods aan boord gekomen en varen we nu Colombo binnen. Aan den eenen kant spat de zee over de pieren. Aan den anderen kant, den stadskant, heeft men pracht van groen. Dat mooie geziclit wordt bedorven docr een lange dijk steenkolen vlak aan het water. Het is al een geloop en gewemel van mer.schen Boven de huizen steken eenige koepels en kerktorens uit. Dc huizen zelf zijn wit, open, luchtig. Glas schijnt men niet te kennen, althans om een ruit in te zetten. Alles is open. Een beetje luchtigheid kan men best hebben. Onze boot ligt "eindelijk stil. Paspoorten orden in orde gemaakt en in e en klein ootje laten we ons aan wal brengen. Eerst, wat bang voor die half-naakte Indiërs maar hun goedig gezicht doet alle bangheid verdwijnen, doet zelfs voor hen innemen. Aan wal daar komen de Indiërs met kar retjes aangeloopen, maken een handbeweging of we willen instappen. Wat dat voor kar retjes zijn Laat ik eerst vertellen, dat men ze precies noemt als wanneer men in Holland zijn katje 's-avonds binnenroept. Dan zet rnen de deur of 't raam op n grooten kier en reeptniet waar pees-poes. Juist zoo heeten'die karretjes hiervook .Men spreekt 't juist 't zelfde uit, maar men schrijft het wat anders, n. 1. pousse-pousse. Hoe zoo'n pousse-pousse er uit ziet Twee hooge wie len, waar omheen (fietsbanden zal ik maar zeggen) tusschen die twee wielen een bakje, precies een bok van 'n rijtuig in t klein. Rondom 't bakje ijzeren stangen, dat is eeji kap. Die kap dient om den inzittende ts beschermen tegen regen. Als 't niet regent is ze gewoon neergelaten. Dat heele boeltje wordt in beweging gebracht door 'n inlan der, die loopt tusschen twee boomen. Die boomen zijn wel twee of driemaal zoo groot als van onzen sportkar. Eerst wilde ik er niets van weten om zoo'n Indiër als paard of hond te laten loopen in zoo'n pousse-pousse. Maar die luidjes bleven zoo aanhouden en- zetten zoo'n smeekend gezicht, dat je je zelf en die kerels 'n dienst bewees, er in te gaan. Des te eerder liet ik me overhalen, omdat een fransche missionaris, die zoo'n reis al meer had gemaakt, en nu onze gids zou zijn, reeds in een pousse-pousse zat en er van door ging. Ik er ook gauw in en die kerel zette 't op een loopen Hij heeft een half uur of drie kwartier hard ge- loopen slechts vijf minuten, dat hij lang zaam liep. Ik kan U zoo'n pousse-pousse aanbevelen. Mooie, harde wegen, flink breed, 't rijdt daar lekker. Je gaat op je gemak er bij zitten, en je kijkt maar rond. Prachtige natuur hier op Ceylon. Ik zat zoo te tcijken naar voorbijgangers, naar huizen, boomen, planten etc., toen een van mijn medebroe ders naast me kwam rijden en zei„Zeg, ik geloof, dat je getrokken wordt door een vrouw." „Dan moet je hem maar eens in zijn facie kijken" gaf ik ten antivoord. Mijn medebroeder veranderde toen ook van ge voelen, want hoewel hij zijn haar van achte ren in een knot had, droeg hij onder zijn neus eenzwaren knevel. Later hoorden we, dat men aan 't kapsel k:ip weten, tot welken afgodendienst die luidjes béhooran. Maar kom, Iaat ik over Colombo en over de pousse- pousse uitscheiden. y Juli moesten we in Singapore zijn. Den 6clen Juli zat een onzer passagiers 's-middags om half 2 eer. brief naar zijn familie te schrijven, kreeg een be roerte en was bijna op slag overleden. Dat bracht een heele consternatie te weeg en alle passagiers werden er aan herinnerd, dat het leven hier slechts een doortocht is naar de eeuwigheid en dat men altijd bereid moet zijn om te verschijnen voorden Eeuwigen Rechter. Het lijk werd in Singapore begra ven Singapore is de eerste haven geweest, waar we aan land konden gaan zonder tus- schenkomst van kleine bootjes. Het ging hier al veel meer den Chineeschen kant op. Ook de rijders der pousse-pousse waren bijna allemaal Chineezen. Maar ze waren in sta king en wilden haast geen Europeaan ver voeren. Singapore is ook een mooie stad. De weg is heel makkelijk te vinden. De hoofdstraten loopen parallel of snijden el kaar rechthoekig. We konden maar een hal ven dag in Singapore doorbrengen, want 's-avonds moesten wé weer aan boord zijn. Na twee dagen varen kwamen we den roden Juli in Saïgon. Dat is een Fransche haven in CochinchinaDe eerste eigenlijke Chineesche haven, bereikten we den 15den n. 1. Slong- kong. Verschillende eigenaardigheden der Uu- neezen hebben we al gezien. Zoo b. v. ara- gei de vrouwen de kinderen haast niet op den arm, maar dragen ze in de zij of op de heup, of binden de kleinen achter op hun rug vast in een soort zak. Beenenarmen en hoofd hangen er uit. Met zoo'n kind op den ruCT, doen de vrouwen van alles. Aan de kiemen schijnt het wel te bevallen, tenminste ie hoort ze niet schreeuwen. Een andere eigenaardigheid is, dat de Chineezen met de keuken over straat loopen. Wat dat wil zeg- o-en wil ik tot slot nog even vertellen. Een Chinees heeft op zijn schouder een langen stok Aan de twee einden van dien stokhan- „en 'twee ketels. In die ketels zit allerlei lekkernij voor de Chineezen. Een pannetje met houtskool is er ook bij. Heeft een Chi neesche familie trek, dan houden ze dien man staande, gaan op hun hielen zitten (echt hurken) eten met twee stokjes een kom met dit of dat leeg, betalen en verder gaat t weer. De kok speelt met twee houten stokjes een deuntje en roept wat, totdat hij weer andere menschen ontmoet, die trek hebben. In Saïgon heb ik nog een Lof bijgewoond. De Kathedraal was druk bezet. De meesten waren Chineezen, een.: ander groot deel be stond uit Anajtiieten. Het gedrag van deze menschen was buitengewoon stichtend. Ook de kleeding was zedig, dit laatste viel des te meer op, omdat er een paar Europeesche families in 't lof kwamen, open van boven en kort van onder. Ik kon me haast niet voorstellen, dat ik in 't Heidenland was- Maar daar buiten, buiten de kathearaa daar leven no.g zooveel menschen, heidenen. Na het „Tantum Ergo" buigen Chineezen, Anajnieten en JEux-ojpeanen diep liet llOOld en de zegen wordt gegeven met lie- Aller- heiligste. Wat op zoo'n oogenblik omgaat in 'n jong missionaris, kan men beter begrij: pen dan beschrijven. Diep trof 't me, toen ha deze zegening op 't koor door Chineezen werd gezongen Laudate Dominum omnes gentes. Alle volkeren looft den Heer. Le zers, denkt in uWe gebeden en aalmoe zen ook eens aan de bekeering der Chineezen. Fr. LUD. BOSSE »E WONINGNOOD. „De Loods'', ket' orsaa:i van den Economi- schen Bond, meent, dat een woningpolitiek, waardoor het winstmaken op verhuren geleid 'heeft tot de diepste ellende voor een steeds groo- ter deel onzer bevolking, moet leiden tot een aanmerkelijke verhooging der arbeiders- weninghuren. Het blad juicht daarom het initiatief van de Regeering toe, „welke èn door de wijziging der Huurcom- missiewet, welke zij heeft voorgesteld èn door de jongste beschikking van den Mi nister van Arbeid in zake de door met Rijksgekl te bouwen arbeiderswoningen op te brengen huren, blijk geeft, den ernst van den toestand te beseffen en naar herstel der normale verhoudingen op het gebied van de verhuring van woningen te streven. Dat zij daarbij voor de aanvallen, vooral van socialistische zijde op haar gewijzigde po litiek gericht, niet uit den weg zal gaan, is onze hartgrondige wensch. Het is van de allergrootste urgentie, dat door opvoering van de huurprijzen tot meer normaal peil weder de mogelijkheid jj wordt geopend voor deH particuliertin bou wer, tot vermeerdering der woongelegenheid mede te werken. De winst, in 't particulier bouwbedrijfgemaakt, strekte eertijd» tot kapitaalvorming, welke grootendeels weder aanwending vond in den bouw van nieuwe woningen, zoodat de woningvoorraad zoo doende automatisch op peil werd gehouden. Thans zijn de eenigen, die nog winst maken, de handelaars in huizen, waarin ten gevolge van het woningtekort gespeculeerd wordt, alsmede de onderverhuurders. En zoo is thans de toestand, dat de be lastingbetalers in laatste instantie hebben bij te dragen tot het geven van een subsidie aan degenen, die het voorrecht hebben, in de overheidswoningen te worden onderge bracht; meestal nette, kleine gezinnen, wien wij ongetwijfeld gaarne dit voordeeltje zouden gunnen, ware het niet, dat het ge kocht werd ten koste van de ellende van duizenden even fatsoenlijke, doch veeltijds grooter gezinnen, die zich op de treurigste wijze moeten behelpen met een woongele genheid, welke vloekt met de meest elemen taire eischen van hygiëne en zedelijkheid. Is men hiervan doordrongen en stelt men voorts bij den bouw van nieuwe wo ningen op den voorgrond, dat wie spoedig helpt, dubbel helpt, zoodat noodwoningen van 't goedkoopste type verre de voorkeur verdienen boven theoretisch betere, doch veel duurdere woningen, dan twijfelen wij niet of het zal mogelijk worden, uit den woningnood te geraken, welke een der don kerste schaduwen vormt in onzen over 't geheel zoo weinig lichtpunten biedenden tijd." In den nacht van Zondag on Maandag eindigt de zomertijd. Dan worden de klok ken te 2 uur een uur stilgezet. Wie niet tot 2 uur op blijft, zette reeds Zondagavond de klok één uur stil! Het „V,a.d." wees onlangs op de kin derachtige vertooning der Socialistische Kamerfractie, een vertooning die tevens een tactische fout genoemd kon worden. Die fractie was zoo kinderachtig, op de voordracht voor president van de Tweede Kamer vcor no. 1 te stemmen op haren partijgenoot den heer Schaper. Terecht trok het Vrijzinnig orgaan daar uit o.m. de conclusie d,at volgens de S.D.A.IP. er geen deugd bestaat buiten haar, waardoor zij cok niet bij machte was de verdiensten van Mr. Fock als voor zitter der Tweede Kamer te waardeeren. Er is geen zaak in de S.D.A.;P. zoo hopeloos krom, of „Het Volk" tracht haar recht te praten of te liegen. En daarom heeft d,at blad op de hier boven vermelde afstraffing bij wijze van verweer, het volgende gevonden: Het tracht het feit, dat de S.D.A.T„ weigerde haar stem ,aan Fock te geven voor Kamerpresident, goed te praten, door de verkLaring d(at zij daartoe gedwon gen is docr de onwellevendheid van de Rechterzijde. En die onwellevendheid zou daji dajzrin böst-aazi dö JCcell terzij (I/O aan de siterlcste Linksche fr&ctis geen vico- voorzitter gunt. De Redactie van het dagblad voor de Arbeiderspartij moet wel zeker zijn van de totale onbekendheid van de lezers van dat blad met de parlementaire gewoon ten, om zulke dwaasheden aan den man te brengen. ALs er een Rechtsch kabinet achter de groene tafel zit, zijn No. 1 ©n No.. 2 van de voordracht voor president man nen van de Regeeringspartij, terwijl no, 3 een man is uit de sterkste fractie van links. En als Links een ministerie heeft gevormd, zijn No. 1 en No, 2 mannen van Links en wordt de derde plaats aan de sterkste partij van Rechts gelaten. Had men dus thans den gewonen toestand, en was de president geen man van Links maar van Rechts, dan zou de S.D.A.J^ recht hebben op de derde plaats op de voordracht, en meer niet. „Dus - zoo leest het „Vad." de les aan „Het Volk" zelfs al zou de S.D. A.P. volhouden, dat het feit d,at No. 1 van de voordracht niet tot de regeerings partij behoort, niets aan den adat be hoort te veranderen, dan zou daarmee noo i t gerecht vaardigd worden haai" stel len van een candidaat tegen Fock of Kooien, No. 1 en 2 der voordracht, maar hoogstens tegen No. 3 Monté Verloren." Inderdaad een armzalige uitvlucht die verklaring over de „onwellevendheid" van de Rechterzijde. Het lange en korte van de historie is dan ook, dat de S.D.A.P, uit vrees voor tWijnkoop, niet op een „bourgeois" heeft durven stemmen en uit de demon stratieve wijze waarop haar led-en in de Kamer den heer Fock met zijne benoe- VEGETARIËRS. Tijdens m'n vacantie ontmoette ik in 'n hotel 'n gezin van „natuurmenschen" bloote voeten, lange haren enz. Ze Waren natuurlijk vegetariër. 't Vegetarische zoontje van 'n jaar of zes liep, als z'n ouders er niet bij waren, onophou delijk achter de kellners aan, die de restjes van de tafels wegdroegen en smeekte„Ik een stukkie Ik een stukkic i" Hij kreeg dan stukken en stukjes vleesch, die hij gretig verslond. Op 'n morgen ontbeet ik met de vegeta riërs tegelijk. We praatten- Ik beweerde dat *n mensch vleesch noodig heeft. „Zoo zei de uitgeleerde vader, „kijkt u dan mijn zoon eens I" Hij hief 't bolblozende kind op z'n schoot. „Die heeft nog nooit vleesch geproefd niing geluk wenschten, zullen wij de vrij heid nemen op te maken, dat zij het zeiven allesbehalve aangenaam vinden, dat het booze oog van Lenin's vriend, hen .tot zulke kinderachtige onwelle vendheden dwingt. DE SUIKERVOORZIENING. Het Ned. Weekblad voor den handel m Kruidenierswaren verneemt, dat de Centrale Suiker-Maatschappij haar be kende afnemers ia de gelegenheid heeft gesteld zich in het belang der suikervcor- ziening van hun normaal suikergebruik; gedurende zes maanden te verzekeren, waarbij op een vermeerdering der con sumptie van ten hoogste 20 pCt. is ge rekend. Bij dit contract is prijs-risico uit geschakeld, terwijl de voordeelen bij ver koop hierin bestaan, dat de toewijzing van" de gecontracteerde hoeveelheid ver zekerd is, dat bij stagnatie de voorkoo- pen voorgaan en dat verwijzing naai' een Zuidelijke witfahriek en het risico daar door afwijkende suiker te .ontvangen is uitgesloten. Het blad verneemt verder, dat de centrale suikermaatschappij voort aan geen kleiner quantum dan 100 zak tegelijk zal afleveren en dat tusschen haar en de coöperatieve suikerfabriek te Din- telc-ord en Sas van Gent een overeen komst is gesloten, om tegen geheel de zelfde prijzen en conditie suiker te leve ren. Ten slotte verneemt het blad, Rait te Franeker een nieuwe suikerfabriek zaJ werden gebouwd voor gezamenlijke reke ning van de centrale suikermaatschappij en de Frieach-Gron ingsche coöperatieve, Deze fabriek zal wit raffineeren en reeds met .de volgende campagne in bedrijf ko men. De benoodigde grond is reeds aan- aangekoebt. IN DUITSCHLAND BESTELDE DRUKWERKEN. Het lid der Tweede Kamer, de heer Henri Hermans, heeft den minister -van Binnea- landsche Zaken gevraagd of het juist is, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek druk werken in Duitschland bestelt en dat langs officieelen weg bii de hoofden van meerdere takken van 's Rijks dienst er od aangedron, gen is, om eveneens hun drukwerken in Duitschland te laten vervaardigen. Hij vraagt vertier of de minister hieraan rijn goedkeuring kan hechten. VERKIEZING EERSTE KAMER- In de Dinsdag a.3. te houden buitenge wone zitting van de staten van Zuid-Hol land aal, ook aan de orde worden gesteld de verkiezing van een lid van de Eerste Kamer, ter voorziening in de vacature, ontstaan door de ontslagneming van dr. A. Kuyper. EEN MERKWAARDIG ADRES. De Kamer van Kooiphandel te Schiedam heeft aan den Minister van Arbeid een adres gezonden waarin verzocht wordt Invoering van den verplichten 8-urigen werkdag te verschuiven, totdat ook naburige landen daartoe zullen zijn overgegaan. AI# redenen voor dit verzoek voert de Kamer aan. dat --Mi. ofschoon in beginsel niet tegen 8-urigen werkdag, toch meent, dat zelfs in normale omstandigheden de invoering geleidelijk zou moeten geschieden, daar door de plotselinge invoering gebrek aan werkkrachten moet ontstaan, waarin door inrichting van machi nes moet tegemoet gekomen worden, dl» vroeger niet noodig of niet rendabel waren. Dat het tekort door den oorlog ontstaan door den verminderden werktijd in vele bedrijven onder den druk der werkliedenvereenigingen wordt vergroot. Fabrieken met uitsluitend dagfeedrijf zien de productie met gelijk aan tal werklieden met 30 verminderen, ter wijl fbrieken met continubedrijf het getal werklieden met 50 zuilen moeten ver meerderen. waarvoor echter werk'ieden uit andere bedrijven moeten worden aangewor ven. vandaar groote loonopivijving. Door deze oorzaken vreest ie Kamer, dat de Nederlandsche Industrie bij dadelijke in voering van den verplichten 8-urigen werk dag tegen het buitenland minder tot con currentie in staat zal worden. rVie 't begreep. Z'n hand beefde en hij had groote moeite den sleutel in 't slot van de huisdeur te steken. "koortsig huiverend sloop ie naar bovenge lukkig, de anderen sliepen allemaal. Z'n witte ge zicht met zweetdroppels zouden ze dus niet te zien krijgen. „Nou maar niet er aan denkenheelemaa! Biet er aan denkenexpres allemaal lollige din gen in me hoofd halen En zou 't nou wel waar zijn? Echt waar zijno Jade oude Jansen woonde er vlak naast. in die loog niet. Willem.... dood.... dood.... weggekwijnd van verdriet.van narigheidom de valsche Verdenking. Dat heb ik gedaan ik Waarom ik Was is toch al niet teringach tig. Had immers al 's bloed opgegeven lem. (neer .«aan ..Wil- Willem.... néé, ja hoort 't tvsh niet ach wat 'n ellendehad 'k 't niet ge- dJaJ- ere.-Is an ..ogen z'n tanden.Hij rukte z'n kieeren uit, doof da de kaars en kroop onder de dekens. „Nou rustig blijven.niet zoo denken. Wacht effstia* weika leuke dingen we de laatste weken hebben meegemaakt's kijken, eerstja, eerst Zondagavond dat lollige stuk in den schouwburg.ja, echt aardig.Toen e. 0, ja.... de bioscoopging nogal..Toen-e... Maar z'n gedachten lieten hem geen vrijheid. Ineens zag ie Willem weer duidelijk voor zich, zoo ais ie liep, zooals ie zat, zooals ie hoestte en kuchte. Zooals ie door de straten ging met z'n kwitantie- tasch en z'n leeren geldzak. Hij kneep stijf z'n oogen dicht, maar 't beeld bleef.... bleef. En nou0, GodWat is dat Met 'n on derdrukte schreeuw sloeg ie de dekens weg stond ineens overeind in bed. DêAr Dóór 1 Ja, vlak bijdaar stond Willem met z'n zachte oogen in z'n bleek gezicht Hij wou om hulp roepen, maar durfde niet Hij trok de dekens heelemaal over zich heen klemde de vuisten in de oog-putten.... maar 't gaf niet't gaf niks. „Ga weg, Willem-. -. Jk smeek je, ga weg. Ik heb 't gedaan, ja.ik heb 'tbrlefie van duizend gulden uit je tasch genomen, toen je eventjes weg was. 't Was de bedoeling niet, Willem't was de bedoeling niet om duizend gulden te nemen maar 'k wist niet hoe 't zoo ineens kwam. Honderd gulden was al heel mooi gewees tM'n plan was ze later op 'n heel gek plaatsje weer stikum neer te leggenin 'n boek of zoo. Dan was je d'r van af geweest. Maar 't ging zoo gauwik déé maar 'n greep in 't wilde weg. En jij was meteen al weer terug. In 'n oogenblik van waanzin is 't gebeurd, Willem 'k was gek'k wist niet wat 'k deed. 'k Had schulden en van allerlei kanten werd 'k be dreigd. Ik Pefde ts zwaarm mkte maar ple zier. En Lize was zoo veeleischendze nam alleen 'n jongen voor de pret, zei se altijden 'k was dol op 'r Willem'k Was dol op 'r wou 'r voor geen miljoen laten loopenToé Willem, kijk niet zoo, ach, kijk niet zoo naar me Je heb nou toch geen verdriet meer.en ik blijf alleenmetme wanhoop. Ga weg, Willem als je wist, wat 'k in die weken heb uitgestaan. Honderd maal heb 'k naar je toe willen vliegen,, om t te zegggj, om vergifienis aan je te vragen. Honderd maal naar den directeur willen gaan, om me zelf aan te klagen-maar op 't laatste oogen blik kou 'k niet, Wille™' kon *k niet. Dan. dacht 'k aan de gevangenis, nzn m n ouders, aan m'n vrien den, aan Lize, die 'k voor altijd kwijt zou raken. En jou hadden ze vrijgelaten, Willemgeen politiewerk 'r van gemaakt, ondat je ziekelijk was en altijd zoo je best had gedaanen 't kon toch niet bewezen worden Ga nou we--', Willemlaat me slapen'n paar uur slaoer.morgen zal 'knéé nééik kan nietik kan nietO, God I Waarom roep 'k telkens om God Dee 'k vroeger toch nooit Ik geloofde niksmaar nou Nou Willem, zeg me, of je gelukkig bent.... 't moet wel, want je gezicht is zoo mooi, zoo kalmJij kon zoo heerlijk berustend zijn.ik nietik nietach, wat ben 'k moewat moe De oogen in 't gloeiende hoofd vallen knipperend toe. Boven op 't dek slaapt ieonrustig woelend .de armen nu en dan afwerend voor 't gelaat. Maar in z'n slaap begint ie te kreunen en wordt met 'n gil wakker. „Nee, Willem, néé, waarom martel je me zoo. ik heb 't nou toch eerlijk gezegdof moet ik 't rondbazuinen? Door de heele scad?jo .iw onschuld aan 't licht brengen GoedGoed 1 Alles zal 'k doenga dan nou weg met je oogen weg met je groote, witte oogenze kijken weer net als toen je 't tekort ontdekteen ik, smeerlap, me mond hieldje weg liet sturen Wat hoor ik? Daar beneden Ja, gestommel in de kamer. Ze hebben me gehoord. V/at praat 'k ook hard. Jouw schuld, Willem.Waarom laat je me niet met rust Mot dat me heele leven zoo blijven Me heele leven dat krijtwitte gezicht voor me, met die glazige oogen? Nee, dat verg je niet van me datstil, o God, daar komt iemand naar me kamertje.. Ik moet me slapend houden.... Nie mand, niemand mag weteni Bevend, klappertandend ligt ie nu onder deu sluit met moeite de verwilderde oogen. Zacht gaat z'n deur open.even blijft 't stil.dan wordt fluisterend z'n naam gezegd.hij geeft geen a t- woord de deur gaat weer dicht. „Gelukkig.ze denken, dat k aan 't droomen was.Nou moet 'k stil blijven.anders ver raai 'k.... Verrajen? Jaja, maar dat wil Willem juist. Daar heeft ie recht op. En z'n ouwers en al z'n familie en bekenden. Als ik 't niet doe blijft ie me zoo plagen, me heele leven. O, néé, dat nooitgeen dag langer dat gezicht. Ach, kon 'k toch maar 'n half uur, 'n half uurtje slapen. Heb toch medelijden Doch de slaap kwam niet en langzaam, ijzig lang zaam kwam de nieuwe dag.... Maar met dien nieuwen dag tevens nieuwe angsten en verschrik kingen. Angst, om z'n huisgenooten te zien, om de collega's op 't kantoor onder de oogen te komea. Met ontzetting dacht ie aan de mededeelingen over Willem's dood.... de mededeelingen, die zouden neerbonken, als hamers, op zijn afgetobd hoofd op z'n verwarde hersens. Ineens zag ie twintig paai oogen op hem gerichtvurige, verwijtend» oogen, van z'n patroon, z'n kameraads, het minde rs personeelen daar tusschen weer die vree- selijke oogen van Willem.... Als 'n slaapwandelaar liep ie door z'n kamertje. Kleedde zich werktuigelijk en ging stil de straat opdaar liep ie te dolen als 'n verdwaalde ia 'n vreemde stad. 't Was maar 'n heel kort krantenberichtje. Dat hst lijk was opgehaald van den 28-jarigen kantoorbediende IJ. Z„ die Woensdagmorgen zijn woning had verlaten om naar z'n betrekking te gaan en sindsdien spoorloos was verdwenen. De oorzaak bleef 'n eeuwige menschen-gissing. Eén was er, die 't begreep. Maar die hield de geverfde lippen gesloten.. 'n Week later zat ze in de schouwburg-loge te flirten met 'n ander. Die zich óók reeds om haar in de schuld begon te steken G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5