TWEEDE BLAD buitenland De kleine Pilatus Hef wonderdadige kruis beeld fe Limpias. Wat de Pers zegt FEUILLETON. üNS VRQOUJK HOEKJE VRIJDAG 8 OCTOBER 1920. Wij, kalme Hollanders, zijn nu juist niet geneigd heel spoedig wonderen aan te nemen. En dat is zeer goed. Toch hebben de opmerke lijke verschijnselen, die de kranten ons sinds het vorig jaar uit Limpias in Noord-Spanje berichten, ook hier de belangstelling gewekt en menigeen doen verlangen naar betrouw bare getuigenissen. Een hem onlangs toegezonden Duitsche brochure met den titel: „Auffallende Ereignis- se an dem Christusbilde von Limpias in jahre 1919" von Prof. Dr. Freiherr von Kleist .'fVerlag der Waisenanstalt, Kirchnach, Vil lingen, Baden), brengt zulke getuigenissen, naar de meening van den Eerw. Pater Speek- man in grooten overvloed. Een der sprekend ste laat ik hier volgen schrijft Pater Sp. in de „Tijd." Het staat in genoemde brochure pagina 42 v. Het is van den Coadjutor des bisschops van La Baneza in Leon. Na eenige oogenblikken zie ik plotseling hoe de oogen van het beeld, waarvan ik tot dan toe slechts het witte gezien had, beginnen te leven, zich beu egen, nu eens naar rechts, dan naar links, dan ten hemel zien. Als zij nu verder in een kring rondkijken, verman ik mij, on? niet het offer van een zinsbegoo cheling te worden. Ik sta op, verander van plaats, wrijf mijn oogen uit en vraag aan de menschen naast mijof zij iets zien. Ze zeggen van neen. Ik kijk er weer heen en zie dat het beeld, zooals daar juist, de oogen beweegt, alsof het leeft. Om mij van ieder zelfbedrog te vrijwaren, vraag ik hun, die naast me staan, om een verrekijker, gebruik dien herhaaldelijk laat er mij nog drie andere geven en zie altijd hetzelfde. Zoo kom ik tot de overtuiging, dat wat ik zie, geen illusie, maar werkelijkheid is. Volmaakt kalm neem ik verder waar, dat de Heiland nu eens hierheen dan weer daarheen kijkt, een langen tijd naar links en dan weer ten hemel. Het waren treurige blikken, als van iemand, die overal iets zoekt, om de smart te verlichten, die zwaar op zijn hart drukt. Het Waren van tijd tot tijd ook strenge blikken, waarin zich tegelijk ingehouden toom, ernstige vermaning, afschuw, schaam te en diepe smart uitspraken. In 't bijonder keek Hij drie maal verschrikkelijk ernstig naar den linkerkant. Den eersten keer ver volgde Hij met Zijn blik iets, dat Hem scheen te naderen en tot onder het kruis kwam, zoo dat Zijn oog bijna loodrecht naar beneden keek, waarbij ik Zijn gelaat bijna in profiel zag, zonder dat ik wist hoe Hij het zoo kon bewegen, daar ik er recht tegenover stond. Toen het voorwerp onder Hem kwam, zag Hij er op neer met een blik als wilde Hij zeg gen Gij, snoodaards, tot onder het kruis komt gij, om mij te beleedigen. Daarbij toon de Hij den sterksten afkeer, en nu maakte Christus plotseling een beweging, alsof Hij Zich van het kruis wilde losmaken of, als wilde Hij zeggen Ik kan niet meer.Ik hoorde eenige woorden op een toon van bitter klagen, die het me op het oogenblik nog niet tijdig dunkt bekend te maken. Hoe ik die woorden hoorde en verstond, kan ik niet zeg gen. hierop richtte Hij Zijn oogen ten hemel met een uitdrukking van vurige bede Slechts eens zag ik Hem een blik slaan vol troost of liever van inwendige verlichting. Eenmaal keek Hij recht vooruit over mij heen naar een bepaald punt. Ik had daarbij den indruk, alsof iemand mij in het oor fluis terde „de berg der engelen" (naam van den heuvel bij Madrid waarop het kolossale stand beeld van het H. Hart geplaatst is, en waar de koning heel zijn volk en zijn land plechtig aan het H. Hart heeft toegewijd, Sp.). Deze aanblik scheen voor korten tijd alle smart en al de bitterheid van Hem weg te nemen, die Hem anders verteerde.Mij zag Hij geen enkele maal aan, althans voor zoover ik kon waarnemen. „Nadat ik dit alles gezien en om ieder zelf bedrog te vermijden, meermalen den blik afgewend had.bemerkte ik, hoe de Heer de lippen bewoog en tweemaal den mond opende. Hij maakte daarbij een beweging, alsof Hij wilde zeggenIk kan niet meer Hij werd doodsbleek, Zijn gelaat veranderde geheel en al, waarbij iets, ik weet niet wat, uit Zijn mond kwam en aan beide zijden daarvan naar beneden liep tot op de kin dan ademde Hij tweemaal gelijk een stervende, langzaam, met moeite, richtte de oogen ten hemel en stierf. Ja, ik zag Hem sterven, ik zag Hem dood, met een zachte lijkkleur over- togen. „Het visioen had mij niet gevangen geno men, verminderde ook niet mijn in- en uit wendige vrijheid, waarvan ik herhaaldelijk gebruik maakte, door van plaats te veran deren, de oogen te sluiten, wanneer ik wilde, naar verschillende kanten van de kerk te kijken, met verschillende personen te spreken, o. a. om mij te overtuigen, dat ik niet het slachtoffer van een illusie Was." Tot hiertoe het onder eede gegeven getui genis van dezen bisschop. Van deze verschijning van het sterven voert het genoemde boekje p. 48 een tweede getuigenis aan en wel van een geneesheer Dr. A. Gvtierrez ce ossio, consul van Honduras Uit de periode van den doodsstrijd, waarin het Christusbeeld voorgesteld is, gaat het in den doodsstrijd zelf over, n et alle typische verschijnselen van het hippokratische ge zicht: de neus wordt spitser, de lippen trekken san:en en worden blauw, gaan dan langzamer hand open, de wangen lijken bleeker, cie juk beenderen treden meer uit en worden blau wer.", De verschijningen, zijn wat men pleegt te noemenobjektief-subjektieve verschijn selen, d. w. z. zij gebeuren alleen bij het kruis beeld, dus niet waar het kruisbeeld niet is, maar in het beeld zelf grijpt geen werkelijke verandering plaats, doch alles geschiedt door Gods almacht in het oog van den toeschou wer. Dit blijkt uit het feit, dat verschillende waarnemers, gelijktijdig iets verschillends zien en dat zeer vele aanwezigen niets zien. Slechts betrekkelijk weinig priesters schijnen tot de bevoorrechten tebehooren en van de aanwezigen ziet slechts ongeveer een vijfde gedeelte 't een of ander. In heel de brochure staat slechts één objelitieve verschijning, n. 1. waar een Kapucijner pater het overvloe dige zweet met zijn vinger kon konstateeren. Zooals nlen weet is geheel de zaak in onder zoeking bij de kerkelijke overheid. 'Lenin tot Trotzki: Verduiveld 1 de machine valt hoe langer hoe meer in elkaarAlleen de trompet doet nog wat. De boljewistische regeerignswagen in nood- de toestand in rusland GOED GETELD. Toen laatst Hagenbeek er Was, stond 'n troep kinderen voor den ingang der tent, al maar pogend naar binnen te gluren. Een heef keek er eenige oogenblikken naar, zei toe» tegen de cassa „Laat ze er maar in en zeg mij dan een# hoeveel 't er waren." De jongens mochten naar binnen. De man in de cassa scheurde kaartjes af, en zei tegen den heer :„Acht en twintig." „Zoo," zei de heer, „dan heb ik precies goed geteld, en liep door. ONFEILBAAR TEEKEN. Fransje :„Ik ben gisteren toch lekker jarig geweest l" Jansje:„En je hebt lekker geen prettigen 9 Jaardag gehad Fransje :„Wèl waar Jansje :„Niet waar, anders zou je vandaag Wel ziek zijn TOEN SLIEP HIJ I Mevr. Durf :„Lijdt je man nog zoo aan slapeloosheid Mevr. TurfNee daar heb ik hem totaal van genezen." Mevr. D.Hoe heb je dat gedaan Mevr. T. Ik hield me ziek en liet me een drankje voorschrijven dat mijn man me 's nachts ieder half uur moest ingeven MAATREGELEN TEGEN DE DUURTE. fiEMENBDE BÜJTEKL. BERICHTEN, EEN EPIDEMIE. In da voornaamste plaatsen der Mexi,- caarLSche kust is een epidemie uitgebro ken (er wordt niet gemeLd van welke ziekte) Ten einde te verhinderen dat de. epidemie naar de Ver. Staten iwordt oven- gebracht, heeft het departement vooï; openbare gezondheid beperkingen opge legd aan alle schepen uit deze havenf komend. Dei voetyeebter® bij hetl stiereT1. gevecht kleme satellieten, die evejl jnin de kleine trawanten missen: straat jongens en landloopers, dfei in het kort 't beeld vervolmaken. ÜToen Gabriel en Garcia Tubladus be reikten, vormde een wal van equipages, ruiters en voetgangers een grooten halven kring, In het midden, pp eerbiedigen af stand omringd door veedrijvers te .voet en te paard, stonden aaven machtige stie ren, zes strijdvaardig en een in reserve De krachtige dieren graasden kalm en zonder te vermoeden, dat hun laatste uur zoo nabij was. Menigmaal hief één trots zjijn vreeselijken kop op, vestigde zijn wilde oogen op de menigte nieuwsgierigen. 1 Het schilderachtig schouwspel verrukte Gabriël; terwijl hij in het rijtuig stond, tnet belde handen op zijn elegante wan- .jleUtjük. steunend, zwgefdeu zijn yerrukfe blikken van de stieren naar de veedrij vers en van dezen naar Ie menigte, en hij' richtte onophoudelijk vragen tot z'n vriend die zich haastte met de vaardigheid van 'n meester hem te beantwoorden. Hij' ver klaarde hem alle helm pog onbekende uit drukkingen; hij toonde hem zonder te aarzelen den stief, die door zijn strijd lustig voorkomen de meeste vooruitzich ten voor een interessant schouwspel bood, en voorspelde, welke in den strijd zou onderdoen. Daarop wees hij' hem eenige op den voorgrond tredendia stierenvech ters aan, die aanwezig waren en met wi© hij', zooals hij zeide, zeer bevriend was en veel in heb 'Kais,er-café en bij1 den Anda- lusier verkeerdei ltoiseling stiet Garcia een van zijd lievelingsvloeken uit en riep, uit het rir- tuig springend: „Sapperloot, daar is Despendicios. ik zeL hem halen pin dan kau hij' met ons naar Se villa gaan". Gabriël maakte een afwerende bewe ging en wilde Garcia tegenhouden; maar deze antwoordde liep, terwiji hij veg- „Sapperlopt, kerel. Ja, biet is toch Fras- quito Mimoz, de banderillero van Gordito, Je zal.wel %©n, wanneei h]jaankomt". De instinctieve tegenzin, dien de naam Despendicios in Gabriel opwekte, werd deels verzwakt door het bericht, dat hij een van die helden was, die hij onder der. jube lenden bijval dier menigte het pléin overschrijden zag. Bij de gedachte, dat hij den held van nabij' zien, hem de hand drukken en met hem spreken zou, sloeg zijh hart sneller. Iets, wat den edelen trots van het Spaan sche adellijke opwekte, iets, dat zich met de herinnering aan zijn moeder veneehig- de en in zijn ziel den klank van het orgel en den geur van de wierook te voorschijn riep, werd zoo machtig in Gabriel dat hij, geheel daardoor overweldigd, een oogen blik er aan dacht, zich te verwijderen. Maar hoe zou hij naar Seviila terugkomen wanneer hij thans het rijtuig verliet on wat zou Bias zeggen, wanneer hij zich op zulke wijze van hom scheidde? Gabriel verzette zich tegen wat hij zijn schuchterheid en twijfel noemde ©u, da bezwaren op zijde zettend, zeidie hij tot zichzelf: Maar misschien is het noch een zware npch een lichte zonde, met een. stié- renvechter te spreken.pf hgm dg hand te drukken. Kjoirt daarop kwam Garia met een klei nen man .van ongeveer dertig jaar terug; deze droeg ©en roodwollen sjerp, gen kort giesneden jasje en een groob&u rpndén hoed. Zijn kin was gLad geschoren. Deze persoonlijkheid was Frasquilo Mimoz, alias Despendiocios, die evengoed 'n zeoroovér een bediende in het sLachthuis of een ré- kruut van het garnizoen had kunnen zijn, want verre een van die stierenvgehtérs van beroep te zijn, waarvoor hem Gar cia uitgaf en die steeds en overat groptsch en vrjj ging optreden, was hij gen hulp van vierden of vijfden' rang. Tn het café en in den kring van bewon deraars van het soort van een Garcia pochte hij met verbluffende leugens over zijn heldendaden, dón alleen daarin bq- s t&a.u ixadden. B^ndorill^s <12111 reikte aan dogenen, die zich bij' de ge vechten gestopten hadden; hij betrad zelf nooit het midden van het strijdperk, wan neer. de stier niet vastgekoppeld was.; soms stak hij in de jongste stieren een paar pijlen 'een in da onderkaak, £e ander in de staart. Garcia stelde aan Gabriel plechtig den held voor. Gabriel nam blozend den hoed af, reikte hem, dei hand toe en bletqf mét geopenden mond voor hem staan, 'want hij wist niet, of hij hem Fransquilo of Mimoz of kortweg DespeadiOOiPS miLoheec .van Despendiocios noemen moest. Deze daar* entegen sloeg zijn hand vluchtig naar zijk hoed, stapte vol waardigheid m het rij tuig en zette zich n.eer met de woorden: „Om u te dienen, mijn vriend". Gabriel zette zich aan zijn zijde neer en Garcia zocht, zoo goed het ging, op da smalle bank een plaats. De koetsier sloeg nu den weg naar SeviUa in en De spend i- cios nam het woord, om zijn kntisch oor deel over de stieren en d© stiérénvéchtérs te laten hooren die, naar Zijn meening, een bende landloopers waren, die voor da dieren bang waren en het hoogstens ver staan in het café den held uit te hangen. „Sinds Eueharis dood js", zeide *hq\ „heeft men opgehouden de haarbos ta dragen; dat was een echte stierenvechtér Maar zijn beenen wist hij niet te ge bruiken". Garcia luisterde als hoorde hij een orakelspreuk en stemde met zijn woorden in, en Gabriel hoorde eveneens tag, maar zweeg, want wat zou hij' daarvan zeggen? Het rijtuig hield, toen dg avond reeds gevallen was, aan het begin van de gier- pesstraat stil. De drie staken de hand in den zak, om den koetsier te betalen, maar Garcia haalde, hoe ijverig hij ook zocht, de hand weder Leeg te vporschijn, f Wiit' DE STAKING VAN HET POST- EN TELEGRAAFPERSONEEL. De „Gelderlander" schrijft'. „Men vergele niet, dat het hier niet gaat om een staking in een parliculier be drijf, maar in een dienst, welke door den Staat is ingericht in het algemeen belang van het Nederlandsche volk. De post- en te legraafdienst behoort tot de organisatie van den Staat en '11 rad in de Staatsorganisatie .wordt verbroken, het algemeen belang des volks geschaad, indien de ambtenaren het .werk neerleggen. Een slaking van rijksamb tenaren kan niet worden geduld, hier en nergens. Terecht wijst een der bladen erop, dat in Rusland eeu ambtenaar, die staken zou, eenvoudig voor den kop wordt ge scholen. En ieder kent het optreden van socialistische ministers in Frankrijk tegen de stakingen van het spoorwegpersoneel. De ambtenaren hebben recht op de bizon- dere bescherming van de Regeering en de Regeering behoort ten opzichte van hun verlangens tegemoetkomend op te treden, juist wijl de ambtenaren het recht op sta king missen. In den regel heeft een amb tenarenkorps, dat zijn plicht doet, dan ook de openbare meening mee, want liet pu bliek waardeert de goede funktionneering van een openbaren dienst. Echter keert zich die publieke opinie onmiddellijk tegen amb tenaren, die hun plicht jegens de gemeen schap met voeten treden en den Rijksdienst verlammen. Alles, wat op orde en gezag staat in het Rijk, keert zich tegen de amb- lenaren-stakers en steunt de Regeering. Men onderzoekt de eischen der stakers niet, gaat niet in op hel mceningsverschil tusschen de Regeering en hen, veroordeelt eerst en bo venal en zonder eenige aarzeling de sla king van den ambtenaar. De „Resb." herinnert er aan, dat een oogen blik van onbedachtzaamheid voor de stakers heel wat treurige gevolgen na zich kan siepeu. Plichtverzaking is voor den delinquent steeds het ergste. „Al voelden wij sinds lang veel voor de grieven der Post- en Telegraafbeambten, wat nu gebeurde gaat alle perken te buiten. Het kau alleen geschied zijn, doordat in den bajerd van socialistische propaganda de grenzen van recht en plicht niet duide lijk meer te onderscheiden vallen, zoodal men in een vlaag van woede alles kan vcr- .wachten. We hadden niet verwacht, dat de onte vredenheid tot zoo iets zou verworden. .Vooral niet, omdat de postmenschen moe ten weten, dat zij door dergelijke middelen niets bereiken zullen, maar er integendeel de sympathie van 't publiek door verspelen. Het publiek kent drommels goed de plich ten van den ambtenaar en als het aan den lijve voelt, dat hij misdoet, is alle sympathie spoedig heen. Wie verbetering van positie wil, moet be ginnen met zijn plichten op buitengewone wijze in acht te nemen. Plichtverzaking is altijd verkeerd, maar dubbel mis als men iels wil veroveren." j - - I VAN EEN RIJKSSUBSIDIE. Zaterdag j.l._ vergaderde te 's-Gravenhage de Ned. Vereeniging voor wettelijke bescherming der Arbeiders. Het jaarverslag dat daar werd uitgebracht, geeft een eigenaardigen kijk op de wijze waarop rijkssubsidies worden besteed, zegt liet „N. v. d. D." „Deze vereeniging had over 1912 een tekort in kas van 566. Het Rijk schonk toen een subsidie over 1913 van 1000. Eind 1913 was het iekorl verdwenen en had plaats gemaakt voor een saldo van 333. Over 1914 weer een rijkssubsidie van ƒ1000, en het saldo steeg tot 1301, heigeen dan bclcekende dat het saldo van het vorig jaar bleef en de 1000 van het Rijk opgepot werden. Dat was al te mal en dus werd bet Rijkssubsidie vooi bet volgend jaar.... t lialveerd. I11 1915 steeg het saldo tot 1570. De vereeniging belegde er 1000 van in 5 pCt. effecten. In 1916 steeg het saldo tot 1750, terwijl het rijkssubsidie 500 bleef. Het effect bracht 50 rente en werd met 17 winst verkocht. Het rijkssubsidie bleef 1917, 18 en 19 telkens 500 en liet saldo steeg successievelijk in die jaren tot I960, 2158 en 2317. De belangstelling voor de Vereeniging ging even diminuendo als het saldo crescendo. In 1914 werd aan con tributie der leden nog ontvangen 28, in 1919 668. Niettegenstaande dat steeg het saldo tot een som van ruim 2300. In de 7 jaren 1913—1919 gaf de Vereeniging in totaal 5000 subsidie aan de Internatio nale Vereeniging, en betaalde zevenmaal 200 uit voor bezoldigde hulp van den secretaris. Over 1919 is het aspect der uitgaven waarlijk prachtig: bureau-kosten 41, in cassokosteu 16, diversen 1,48. Om die uitgaven te besteden heeft de secretaris 200 betaalde hulp noodig. Het Bestuur dezer Vereeniging zit eeniger- mate verlegen met deze balansen. Het was, schrijft het, vrijwel ondoenlijk den achter uitgang van het ledental te stuiten door het werven van nieuwe leden. Vrage: is het ge probeerd. De zeer geringe uitgaven aan bureau-kosten doen vermoeden, dat aan liet maken van propaganda en reclame niet veel is uitgegeven. Hoewel er een groot saldo is, wil men toch weer het rijkssubsidie toucheeren. „Zoodra, aldus lezen wij, zoodra zich ech ter in de Internationale Vereeniging en in onze Vereeniging zelve weder nieuw leven ontwikkelt, zullen wij niettegenstaande de voordeelige saldo's der laatste jaren bedacht moeten zijn op versterking der middelen, ten einde niet weder in den ougunstigen financieelen toestand van vóór 1913 te ge raken." Over het nut dezer vereeniging zal het „N. v. d. D." niet spreken, maar „wel mag de vraag gesteld of, het groote woord van spaarzaamheid uit de Troonrede volgend, het niet gewenscht is, dat de Staat voorloopig zijn subsidie zelf op spaart en niet aan een vereeniging geeft om er een „potje" van te maken? Dit ïs nu maar een klein geval en hier was het mogelijk, eens pre cies na te gaan hoe het geld besteed is. Mis schien zit er ook deze algemcene les is dat ge subsidieerde vereenigingen beter op de vingers gezien moeten worden." De „Prawda" meldt, dat de Sovjet-regeering den generaal Boedjeny, wegens de nederlaag in Galicië, voor den krijgsraad wil brengen. Boedjeny is evenwel met een gedeelte van zijn troepen gevlucht en heelt zich geschaard aan de zijde van de troepen van Petloera om zich met hem in den strijd tegen de Sovjetregeering te ver eenigen. Generaal Wrangel heeft een order uitgevaar digd, volgens hetwelk alle VVit-Russische offi cieren, artsen en soldaten in Europa zich uiter lijk 1 December bij bet Russische Zuiderleger moeien aanmelden. Zij, die daaraan geen gehoor geven zullen als deserteurs beschouwd worden! Aan den Oekrajienschen aanvoerder Machnof is het gelukt, de spoorwegverbinding Kief-Polla- wa te verbreken. De volksraad te Charkof be richtte aan de raden-regeering, dat de roode sol daten bij massa's naar Machnof overloopen en de landbevolking den vijandelijken opmarsch op elke wijze ondersteunt. Maeknof rukt op langs de landwegen, terwijl het radenleger, dat aan voortdurende aanvallen is blootgesteld, zich aan den spoorweg verzamelt. Een draadloos bericht uit Horsea meldt dat er in officieele kringen groot gewicht wordt gehecht aan het rapport over den toestand in- Rusland, dat gisteren in Londen ontvangen is. Tot dusver waren de mededeelingen omtrent Rusland niet- officieel, doch dit rapport is van een ten zeerste bevoegd opmerker afkomstig, en draagt een de finitief karakter. De conclusies van het rapport zijn, dat d hongersnood en de chaos waarschijnlijk dezen winter hun intrede in Rusland zullen doen. In dien de oorlog met Polen thans een einde neemt, zou de Sovjel-regeering juist in staat zijn den winter door te komen, doch indien er een poging wordt gedaan den veldtocht voort te zetten is de ineenstorting onvermijdelijk. DE TOESTAND IN IERLAND. Gewapende mannen hielden bij Ferbane tien soldaten aan en ontwapenden hen. Een troep jonge mannen, die terugkeerde van de begrafe nis van een slachtoffer van Tuam, werd tien minuten lang blootgesteld aan liet geweervuur van soldaten, die zich bevonden op twee motor lorries. De politie-agent Roddy, die zijn ontslag nam na de gebeurtenissen te Tuam, kreeg tot tweemaal toe bezoek van gewapende mannen, die hem zeiden, dal hij de stad binnen vier dagen moest verlaten. Hij zeide, aan dat bevel te zul len gehoorzamen. Te Belfast zijn op uitgebreide schaal militaire invallen gedaan; een bekend Sinn Feiuer werd gearresteerd. De „Globe" meent te weten, dat de premier in zijn morgen in Wales te houden redevoering, een vredes-aanbod aan de Sinn Feiners zal doen. Ammunitie in een stoel. Het zoeken naar verborgen wapenen en ammu nitie in Ierland heeft ergens er toe geleid dat ammunitie is gevonden, verborgen in de zitting van een leuningstoel. Dit herinnert, zegt de „Weslrn. Gaz." aan een incident dat jaren geleden plaats had. Lord Norbury, die toen opperste rech ter in het hooge hof was in Ierland 1800 1827 legde een brief, ontvangen van William Saurin, toen advocaat-generaal voor Ierland, on der de zitting van zijn stoel en vergat dien brief ten eenenmale. De stoel werd lang daarna naar een stoffeerder gezonden, om te worden nagezien en de brief werd gevonden. De heer Saurin drong daarin bij den rechter er op aan dat hij, rond reizende om recht te doen, de juries zou bewer ken om de beweging voor gelijkstelling van de Katholieken, die toen aan de orde was, tegen te gaan. DE ONTWAPENING IN' DUITSCHLAND. In de Donderdag te Berlijn gehouden zitting van de parlementaire sub-commissie van den commissaris voor de ontwapening, bracht dr. Peters uitvoerig verslag uit omtrent den tegen- woordigen stand der ontwapenings-actie. Hij zeide o.a., dat over het algemeen de actie veel succes heeft. Alle kringen der bevolking hebben wapens ingeleverd. In de streken waar aanvanke lijk een sterk wantrouwen heerschte is dat thans van de baan. Ook zijn reeds heele wapendepots ingeleverd. De burgerwachten hebben hun wapens langs wettelijken weg gekregen en ont vangen dus, zooals van zelf spreekt, geen premie voor de inlevering. Het resultaat van de ontwa penings-actie was op 27 Sept. het volgende: Ingeleverd zijn: 17 kanonnen, 11 mijnenwer- pers, 13 vlammenwerpers, 14 granaatwerpers, 913 machinegeweren, 239 machinepistolen, 122.449 geweren en karabijnen, 13.517 leger- rcvolvers en -pistolen, 14.931 handgranaten. Bovendien een groot aantal onderdeelen van kanonnen, enz., en 250 K.G. bruikbare munitie. Te Berlijn werd op 2000 inwoners één wapen in geleverd, in Wurtemberg reeeds op elke 400 in woners een. Er zijn gebieden, waar geen wapens meer zijn, er zijn echter ook gebieden, waar „Schieber" alle wapens opkoopen. In het geheel zijn lot nu toe ongeveer 3.4 millioen wapens inge zameld. Desgevraagd verklaarde de rijkscommis saris, dat aan premies tot nu toe 30 millioen mark is betaald. Met de spoorwegbeambten heb ben zich geen moeilijkheden voorgedaan. Berich ten omtrent zelfbeschermings-organisaties zijn niet ontvangen. In Beiereu wordt even streng op getreden als in andere streken. Omtrent een rood leger heeft de rijkscommissaris zelfs niet één bq- richt ontvangen. DE TOESTAND IN PORTUGAL. Een Havas-Reu ter-bericht uit Madrid meldt, dat volgens mededeelingen van de Portugeeschc grens ontvangen de weinige reizigers, die daar uit Portugal zijn aangekomen, verklaren, dat in geheel Portugal de algemeene staking is af gekondigd met een zuiver revolutionnair doel einde. De Portugeesche legatie te Madrid heeff geen officieele berichten ontvangen uit Lissa- bon. Haar indirecte berichten bevestigen echter bovenstaande inlichtingen. VREDE MET FINLAND. J Reuter meldt uit Helsingfors aan de Engel* sche bladen, dat een officieel bericht uit Dor* pat, gedateerd 1 October, meldt, dat Finland en Sovjet-Rusland op dezen datum een overeen* komst tot den vrede hebben gesloten. De voor* stellen van Finland met betrekking tot de neu traalverklaring van bet grensgebied van Pets- jenga en inzake HogJanJ werden door. de. Soy- jet-Regeering aangenomen. DE ACTIE IN DE ENGELSCHE MIJN INDUSTRIE. Het bestuur van de mijnwerkersfederatie in het graafschap York heeft met een verplette rende meerderheid besloten aan de leden voor. te stellen tegen de overeenkomst in zake het vaststellen van loonen op den grondslag der productie te stemmen. Het bestuur van de mijnwerkersfederatie van Cleveland stelt evenwel voor, alhoewel het da politiek .van het vaststellen van salarissen, ge baseerd op de productie, afkeurt, liever een dergelijke overeenkomst te aanvaarden dan tot staking over te gaan. Er worden in Engeland ernstige pogingen in het werk gesteld om te trachten den hoogen le vensstandaard te verlagen. Een door het Profi teering Comittee ingesteld onderzoek heeft de mogelijkheid doen inzien om groote voorraden kleeren van gegarandeerde goede kwaliteit te gen standaardprijzen aan de markt te bren gen, en levens bouwmateriaal tot vastgestelde, prijzen te leveren. Eeu aantal sub-commissies ziju bezig de door de handelaren voorgelegde schema's te onderzoeken. Deze schema's zyn er op gericht een standaard-kwaliteit in te voeren, zoodat het publiek er zeker van kan zijn artikelen van goede kwaliteit te koopen, tegen prijzen, die woeker verhinderen- In de eerste plaats zal men zich met kleeren, onderkleeren, wollen goederen, en bouwmateriaal bezighouden. De standaardprijzen voor kleeren, gereed om te dragen, zullen vijf pond en voor schoenen 25 sh. tot 50 sh. bedragen. De commissies van onderzoek bevatten ver tegenwoordigers van de betrokken bedrijven, de georganiseerde arbeiders en accountants. Novelle van JP. Louis Coloma. t»,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5