TWEEDE BLAD
buitenland
De kleine Pilatus
Hef wonderdadige kruis
beeld fe Limpias.
Wat de Pers zegt
FEUILLETON.
üNS VRQOUJK HOEKJE
VRIJDAG 8 OCTOBER 1920.
Wij, kalme Hollanders, zijn nu juist niet
geneigd heel spoedig wonderen aan te nemen.
En dat is zeer goed. Toch hebben de opmerke
lijke verschijnselen, die de kranten ons sinds
het vorig jaar uit Limpias in Noord-Spanje
berichten, ook hier de belangstelling gewekt
en menigeen doen verlangen naar betrouw
bare getuigenissen.
Een hem onlangs toegezonden Duitsche
brochure met den titel: „Auffallende Ereignis-
se an dem Christusbilde von Limpias in jahre
1919" von Prof. Dr. Freiherr von Kleist
.'fVerlag der Waisenanstalt, Kirchnach, Vil
lingen, Baden), brengt zulke getuigenissen,
naar de meening van den Eerw. Pater Speek-
man in grooten overvloed. Een der sprekend
ste laat ik hier volgen schrijft Pater Sp. in
de „Tijd." Het staat in genoemde brochure
pagina 42 v. Het is van den Coadjutor des
bisschops van La Baneza in Leon.
Na eenige oogenblikken zie ik plotseling
hoe de oogen van het beeld, waarvan ik tot
dan toe slechts het witte gezien had, beginnen
te leven, zich beu egen, nu eens naar rechts,
dan naar links, dan ten hemel zien. Als zij
nu verder in een kring rondkijken, verman
ik mij, on? niet het offer van een zinsbegoo
cheling te worden. Ik sta op, verander van
plaats, wrijf mijn oogen uit en vraag aan de
menschen naast mijof zij iets zien. Ze zeggen
van neen. Ik kijk er weer heen en zie dat het
beeld, zooals daar juist, de oogen beweegt,
alsof het leeft. Om mij van ieder zelfbedrog te
vrijwaren, vraag ik hun, die naast me staan,
om een verrekijker, gebruik dien herhaaldelijk
laat er mij nog drie andere geven en zie altijd
hetzelfde. Zoo kom ik tot de overtuiging, dat
wat ik zie, geen illusie, maar werkelijkheid is.
Volmaakt kalm neem ik verder waar, dat de
Heiland nu eens hierheen dan weer daarheen
kijkt, een langen tijd naar links en dan weer
ten hemel. Het waren treurige blikken, als
van iemand, die overal iets zoekt, om de
smart te verlichten, die zwaar op zijn hart
drukt. Het Waren van tijd tot tijd ook strenge
blikken, waarin zich tegelijk ingehouden
toom, ernstige vermaning, afschuw, schaam
te en diepe smart uitspraken. In 't bijonder
keek Hij drie maal verschrikkelijk ernstig
naar den linkerkant. Den eersten keer ver
volgde Hij met Zijn blik iets, dat Hem scheen
te naderen en tot onder het kruis kwam, zoo
dat Zijn oog bijna loodrecht naar beneden
keek, waarbij ik Zijn gelaat bijna in profiel
zag, zonder dat ik wist hoe Hij het zoo kon
bewegen, daar ik er recht tegenover stond.
Toen het voorwerp onder Hem kwam, zag
Hij er op neer met een blik als wilde Hij zeg
gen Gij, snoodaards, tot onder het kruis
komt gij, om mij te beleedigen. Daarbij toon
de Hij den sterksten afkeer, en nu maakte
Christus plotseling een beweging, alsof Hij
Zich van het kruis wilde losmaken of, als
wilde Hij zeggen Ik kan niet meer.Ik
hoorde eenige woorden op een toon van bitter
klagen, die het me op het oogenblik nog niet
tijdig dunkt bekend te maken. Hoe ik die
woorden hoorde en verstond, kan ik niet zeg
gen. hierop richtte Hij Zijn oogen ten hemel
met een uitdrukking van vurige bede
Slechts eens zag ik Hem een blik slaan vol
troost of liever van inwendige verlichting.
Eenmaal keek Hij recht vooruit over mij
heen naar een bepaald punt. Ik had daarbij
den indruk, alsof iemand mij in het oor fluis
terde „de berg der engelen" (naam van den
heuvel bij Madrid waarop het kolossale stand
beeld van het H. Hart geplaatst is, en waar
de koning heel zijn volk en zijn land plechtig
aan het H. Hart heeft toegewijd, Sp.). Deze
aanblik scheen voor korten tijd alle smart en
al de bitterheid van Hem weg te nemen, die
Hem anders verteerde.Mij zag Hij geen
enkele maal aan, althans voor zoover ik kon
waarnemen.
„Nadat ik dit alles gezien en om ieder zelf
bedrog te vermijden, meermalen den blik
afgewend had.bemerkte ik, hoe de Heer
de lippen bewoog en tweemaal den mond
opende. Hij maakte daarbij een beweging,
alsof Hij wilde zeggenIk kan niet meer
Hij werd doodsbleek, Zijn gelaat veranderde
geheel en al, waarbij iets, ik weet niet wat,
uit Zijn mond kwam en aan beide zijden
daarvan naar beneden liep tot op de kin dan
ademde Hij tweemaal gelijk een stervende,
langzaam, met moeite, richtte de oogen ten
hemel en stierf. Ja, ik zag Hem sterven, ik
zag Hem dood, met een zachte lijkkleur over-
togen.
„Het visioen had mij niet gevangen geno
men, verminderde ook niet mijn in- en uit
wendige vrijheid, waarvan ik herhaaldelijk
gebruik maakte, door van plaats te veran
deren, de oogen te sluiten, wanneer ik wilde,
naar verschillende kanten van de kerk te
kijken, met verschillende personen te spreken,
o. a. om mij te overtuigen, dat ik niet het
slachtoffer van een illusie Was."
Tot hiertoe het onder eede gegeven getui
genis van dezen bisschop.
Van deze verschijning van het sterven
voert het genoemde boekje p. 48 een tweede
getuigenis aan en wel van een geneesheer Dr.
A. Gvtierrez ce ossio, consul van Honduras
Uit de periode van den doodsstrijd, waarin
het Christusbeeld voorgesteld is, gaat het in
den doodsstrijd zelf over, n et alle typische
verschijnselen van het hippokratische ge
zicht: de neus wordt spitser, de lippen trekken
san:en en worden blauw, gaan dan langzamer
hand open, de wangen lijken bleeker, cie juk
beenderen treden meer uit en worden blau
wer.",
De verschijningen, zijn wat men pleegt te
noemenobjektief-subjektieve verschijn
selen, d. w. z. zij gebeuren alleen bij het kruis
beeld, dus niet waar het kruisbeeld niet is,
maar in het beeld zelf grijpt geen werkelijke
verandering plaats, doch alles geschiedt door
Gods almacht in het oog van den toeschou
wer. Dit blijkt uit het feit, dat verschillende
waarnemers, gelijktijdig iets verschillends
zien en dat zeer vele aanwezigen niets zien.
Slechts betrekkelijk weinig priesters schijnen
tot de bevoorrechten tebehooren en van de
aanwezigen ziet slechts ongeveer een vijfde
gedeelte 't een of ander. In heel de brochure
staat slechts één objelitieve verschijning,
n. 1. waar een Kapucijner pater het overvloe
dige zweet met zijn vinger kon konstateeren.
Zooals nlen weet is geheel de zaak in onder
zoeking bij de kerkelijke overheid.
'Lenin tot Trotzki: Verduiveld 1 de machine
valt hoe langer hoe meer in elkaarAlleen
de trompet doet nog wat.
De boljewistische regeerignswagen in nood-
de toestand in rusland
GOED GETELD.
Toen laatst Hagenbeek er Was, stond 'n
troep kinderen voor den ingang der tent, al
maar pogend naar binnen te gluren. Een heef
keek er eenige oogenblikken naar, zei toe»
tegen de cassa
„Laat ze er maar in en zeg mij dan een#
hoeveel 't er waren."
De jongens mochten naar binnen. De man
in de cassa scheurde kaartjes af, en zei tegen
den heer :„Acht en twintig."
„Zoo," zei de heer, „dan heb ik precies
goed geteld, en liep door.
ONFEILBAAR TEEKEN.
Fransje :„Ik ben gisteren toch lekker jarig
geweest l"
Jansje:„En je hebt lekker geen prettigen
9 Jaardag gehad
Fransje :„Wèl waar
Jansje :„Niet waar, anders zou je vandaag
Wel ziek zijn
TOEN SLIEP HIJ I
Mevr. Durf :„Lijdt je man nog zoo aan
slapeloosheid
Mevr. TurfNee daar heb ik hem totaal
van genezen."
Mevr. D.Hoe heb je dat gedaan
Mevr. T. Ik hield me ziek en liet me een
drankje voorschrijven dat mijn man me 's
nachts ieder half uur moest ingeven
MAATREGELEN TEGEN DE DUURTE.
fiEMENBDE BÜJTEKL. BERICHTEN,
EEN EPIDEMIE.
In da voornaamste plaatsen der Mexi,-
caarLSche kust is een epidemie uitgebro
ken (er wordt niet gemeLd van welke
ziekte) Ten einde te verhinderen dat de.
epidemie naar de Ver. Staten iwordt oven-
gebracht, heeft het departement vooï;
openbare gezondheid beperkingen opge
legd aan alle schepen uit deze havenf
komend.
Dei voetyeebter® bij hetl stiereT1.
gevecht kleme satellieten, die evejl
jnin de kleine trawanten missen: straat
jongens en landloopers, dfei in het kort 't
beeld vervolmaken.
ÜToen Gabriel en Garcia Tubladus be
reikten, vormde een wal van equipages,
ruiters en voetgangers een grooten halven
kring, In het midden, pp eerbiedigen af
stand omringd door veedrijvers te .voet
en te paard, stonden aaven machtige stie
ren, zes strijdvaardig en een in reserve
De krachtige dieren graasden kalm en
zonder te vermoeden, dat hun laatste uur
zoo nabij was. Menigmaal hief één trots
zjijn vreeselijken kop op, vestigde zijn
wilde oogen op de menigte nieuwsgierigen.
1 Het schilderachtig schouwspel verrukte
Gabriël; terwijl hij in het rijtuig stond,
tnet belde handen op zijn elegante wan-
.jleUtjük. steunend, zwgefdeu zijn yerrukfe
blikken van de stieren naar de veedrij
vers en van dezen naar Ie menigte, en hij'
richtte onophoudelijk vragen tot z'n vriend
die zich haastte met de vaardigheid van
'n meester hem te beantwoorden. Hij' ver
klaarde hem alle helm pog onbekende uit
drukkingen; hij toonde hem zonder te
aarzelen den stief, die door zijn strijd
lustig voorkomen de meeste vooruitzich
ten voor een interessant schouwspel bood,
en voorspelde, welke in den strijd zou
onderdoen. Daarop wees hij' hem eenige
op den voorgrond tredendia stierenvech
ters aan, die aanwezig waren en met wi©
hij', zooals hij zeide, zeer bevriend was en
veel in heb 'Kais,er-café en bij1 den Anda-
lusier verkeerdei
ltoiseling stiet Garcia een van zijd
lievelingsvloeken uit en riep, uit het rir-
tuig springend:
„Sapperloot, daar is Despendicios. ik
zeL hem halen pin dan kau hij' met ons
naar Se villa gaan".
Gabriël maakte een afwerende bewe
ging en wilde Garcia tegenhouden; maar
deze antwoordde liep, terwiji hij veg-
„Sapperlopt, kerel. Ja, biet is toch Fras-
quito Mimoz, de banderillero van Gordito,
Je zal.wel %©n, wanneei h]jaankomt".
De instinctieve tegenzin, dien de naam
Despendicios in Gabriel opwekte, werd
deels verzwakt door het bericht, dat hij
een van die helden was, die hij onder
der. jube lenden bijval dier menigte het pléin
overschrijden zag. Bij de gedachte, dat hij
den held van nabij' zien, hem de hand
drukken en met hem spreken zou, sloeg
zijh hart sneller.
Iets, wat den edelen trots van het Spaan
sche adellijke opwekte, iets, dat zich met
de herinnering aan zijn moeder veneehig-
de en in zijn ziel den klank van het orgel
en den geur van de wierook te voorschijn
riep, werd zoo machtig in Gabriel dat hij,
geheel daardoor overweldigd, een oogen
blik er aan dacht, zich te verwijderen.
Maar hoe zou hij naar Seviila terugkomen
wanneer hij thans het rijtuig verliet on
wat zou Bias zeggen, wanneer hij zich op
zulke wijze van hom scheidde?
Gabriel verzette zich tegen wat hij zijn
schuchterheid en twijfel noemde ©u, da
bezwaren op zijde zettend, zeidie hij tot
zichzelf: Maar misschien is het noch een
zware npch een lichte zonde, met een. stié-
renvechter te spreken.pf hgm dg
hand te drukken.
Kjoirt daarop kwam Garia met een klei
nen man .van ongeveer dertig jaar terug;
deze droeg ©en roodwollen sjerp, gen kort
giesneden jasje en een groob&u rpndén
hoed. Zijn kin was gLad geschoren. Deze
persoonlijkheid was Frasquilo Mimoz, alias
Despendiocios, die evengoed 'n zeoroovér
een bediende in het sLachthuis of een ré-
kruut van het garnizoen had kunnen zijn,
want verre een van die stierenvgehtérs
van beroep te zijn, waarvoor hem Gar
cia uitgaf en die steeds en overat groptsch
en vrjj ging optreden, was hij gen hulp
van vierden of vijfden' rang.
Tn het café en in den kring van bewon
deraars van het soort van een Garcia
pochte hij met verbluffende leugens over
zijn heldendaden, dón alleen daarin bq-
s t&a.u ixadden. B^ndorill^s <12111
reikte aan dogenen, die zich bij' de ge
vechten gestopten hadden; hij betrad zelf
nooit het midden van het strijdperk, wan
neer. de stier niet vastgekoppeld was.;
soms stak hij in de jongste stieren een
paar pijlen 'een in da onderkaak, £e
ander in de staart.
Garcia stelde aan Gabriel plechtig den
held voor. Gabriel nam blozend den hoed
af, reikte hem, dei hand toe en bletqf mét
geopenden mond voor hem staan, 'want hij
wist niet, of hij hem Fransquilo of Mimoz
of kortweg DespeadiOOiPS miLoheec .van
Despendiocios noemen moest. Deze daar*
entegen sloeg zijn hand vluchtig naar zijk
hoed, stapte vol waardigheid m het rij
tuig en zette zich n.eer met de woorden:
„Om u te dienen, mijn vriend".
Gabriel zette zich aan zijn zijde neer en
Garcia zocht, zoo goed het ging, op da
smalle bank een plaats. De koetsier sloeg
nu den weg naar SeviUa in en De spend i-
cios nam het woord, om zijn kntisch oor
deel over de stieren en d© stiérénvéchtérs
te laten hooren die, naar Zijn meening,
een bende landloopers waren, die voor da
dieren bang waren en het hoogstens ver
staan in het café den held uit te hangen.
„Sinds Eueharis dood js", zeide *hq\
„heeft men opgehouden de haarbos ta
dragen; dat was een echte stierenvechtér
Maar zijn beenen wist hij niet te ge
bruiken".
Garcia luisterde als hoorde hij een
orakelspreuk en stemde met zijn woorden
in, en Gabriel hoorde eveneens tag, maar
zweeg, want wat zou hij' daarvan zeggen?
Het rijtuig hield, toen dg avond reeds
gevallen was, aan het begin van de gier-
pesstraat stil. De drie staken de hand in
den zak, om den koetsier te betalen, maar
Garcia haalde, hoe ijverig hij ook zocht,
de hand weder Leeg te vporschijn, f
Wiit'
DE STAKING VAN HET POST- EN
TELEGRAAFPERSONEEL.
De „Gelderlander" schrijft'.
„Men vergele niet, dat het hier niet
gaat om een staking in een parliculier be
drijf, maar in een dienst, welke door den
Staat is ingericht in het algemeen belang
van het Nederlandsche volk. De post- en te
legraafdienst behoort tot de organisatie van
den Staat en '11 rad in de Staatsorganisatie
.wordt verbroken, het algemeen belang des
volks geschaad, indien de ambtenaren het
.werk neerleggen. Een slaking van rijksamb
tenaren kan niet worden geduld, hier en
nergens. Terecht wijst een der bladen erop,
dat in Rusland eeu ambtenaar, die staken
zou, eenvoudig voor den kop wordt ge
scholen. En ieder kent het optreden van
socialistische ministers in Frankrijk tegen
de stakingen van het spoorwegpersoneel.
De ambtenaren hebben recht op de bizon-
dere bescherming van de Regeering en de
Regeering behoort ten opzichte van hun
verlangens tegemoetkomend op te treden,
juist wijl de ambtenaren het recht op sta
king missen. In den regel heeft een amb
tenarenkorps, dat zijn plicht doet, dan ook
de openbare meening mee, want liet pu
bliek waardeert de goede funktionneering
van een openbaren dienst. Echter keert zich
die publieke opinie onmiddellijk tegen amb
tenaren, die hun plicht jegens de gemeen
schap met voeten treden en den Rijksdienst
verlammen. Alles, wat op orde en gezag
staat in het Rijk, keert zich tegen de amb-
lenaren-stakers en steunt de Regeering. Men
onderzoekt de eischen der stakers niet, gaat
niet in op hel mceningsverschil tusschen de
Regeering en hen, veroordeelt eerst en bo
venal en zonder eenige aarzeling de sla
king van den ambtenaar.
De „Resb." herinnert er aan, dat een oogen
blik van onbedachtzaamheid voor de stakers
heel wat treurige gevolgen na zich kan siepeu.
Plichtverzaking is voor den delinquent steeds het
ergste.
„Al voelden wij sinds lang veel voor de
grieven der Post- en Telegraafbeambten,
wat nu gebeurde gaat alle perken te buiten.
Het kau alleen geschied zijn, doordat in
den bajerd van socialistische propaganda
de grenzen van recht en plicht niet duide
lijk meer te onderscheiden vallen, zoodal
men in een vlaag van woede alles kan vcr-
.wachten.
We hadden niet verwacht, dat de onte
vredenheid tot zoo iets zou verworden.
.Vooral niet, omdat de postmenschen moe
ten weten, dat zij door dergelijke middelen
niets bereiken zullen, maar er integendeel de
sympathie van 't publiek door verspelen.
Het publiek kent drommels goed de plich
ten van den ambtenaar en als het aan den
lijve voelt, dat hij misdoet, is alle sympathie
spoedig heen.
Wie verbetering van positie wil, moet be
ginnen met zijn plichten op buitengewone
wijze in acht te nemen. Plichtverzaking is
altijd verkeerd, maar dubbel mis als men iels
wil veroveren."
j - -
I VAN EEN RIJKSSUBSIDIE.
Zaterdag j.l._ vergaderde te 's-Gravenhage de
Ned. Vereeniging voor wettelijke bescherming
der Arbeiders. Het jaarverslag dat daar werd
uitgebracht, geeft een eigenaardigen kijk op de
wijze waarop rijkssubsidies worden besteed, zegt
liet „N. v. d. D."
„Deze vereeniging had over 1912 een
tekort in kas van 566. Het Rijk schonk
toen een subsidie over 1913 van 1000.
Eind 1913 was het iekorl verdwenen en had
plaats gemaakt voor een saldo van 333.
Over 1914 weer een rijkssubsidie van ƒ1000,
en het saldo steeg tot 1301, heigeen dan
bclcekende dat het saldo van het vorig jaar
bleef en de 1000 van het Rijk opgepot
werden. Dat was al te mal en dus werd bet
Rijkssubsidie vooi bet volgend jaar.... t
lialveerd.
I11 1915 steeg het saldo tot 1570. De
vereeniging belegde er 1000 van in 5 pCt.
effecten. In 1916 steeg het saldo tot 1750,
terwijl het rijkssubsidie 500 bleef. Het
effect bracht 50 rente en werd met 17
winst verkocht. Het rijkssubsidie bleef 1917,
18 en 19 telkens 500 en liet saldo steeg
successievelijk in die jaren tot I960,
2158 en 2317. De belangstelling voor
de Vereeniging ging even diminuendo als
het saldo crescendo. In 1914 werd aan con
tributie der leden nog ontvangen 28, in
1919 668. Niettegenstaande dat steeg het
saldo tot een som van ruim 2300. In de
7 jaren 1913—1919 gaf de Vereeniging in
totaal 5000 subsidie aan de Internatio
nale Vereeniging, en betaalde zevenmaal
200 uit voor bezoldigde hulp van den
secretaris.
Over 1919 is het aspect der uitgaven
waarlijk prachtig: bureau-kosten 41, in
cassokosteu 16, diversen 1,48. Om die
uitgaven te besteden heeft de secretaris
200 betaalde hulp noodig.
Het Bestuur dezer Vereeniging zit eeniger-
mate verlegen met deze balansen. Het was,
schrijft het, vrijwel ondoenlijk den achter
uitgang van het ledental te stuiten door het
werven van nieuwe leden. Vrage: is het ge
probeerd. De zeer geringe uitgaven aan
bureau-kosten doen vermoeden, dat aan liet
maken van propaganda en reclame niet
veel is uitgegeven.
Hoewel er een groot saldo is, wil men
toch weer het rijkssubsidie toucheeren.
„Zoodra, aldus lezen wij, zoodra zich ech
ter in de Internationale Vereeniging en in
onze Vereeniging zelve weder nieuw leven
ontwikkelt, zullen wij niettegenstaande de
voordeelige saldo's der laatste jaren bedacht
moeten zijn op versterking der middelen,
ten einde niet weder in den ougunstigen
financieelen toestand van vóór 1913 te ge
raken."
Over het nut dezer vereeniging zal het „N. v.
d. D." niet spreken, maar „wel mag de vraag
gesteld of, het groote woord van spaarzaamheid
uit de Troonrede volgend, het niet gewenscht
is, dat de Staat voorloopig zijn subsidie zelf op
spaart en niet aan een vereeniging geeft om er
een „potje" van te maken? Dit ïs nu maar een
klein geval en hier was het mogelijk, eens pre
cies na te gaan hoe het geld besteed is. Mis
schien zit er ook deze algemcene les is dat ge
subsidieerde vereenigingen beter op de vingers
gezien moeten worden."
De „Prawda" meldt, dat de Sovjet-regeering
den generaal Boedjeny, wegens de nederlaag in
Galicië, voor den krijgsraad wil brengen.
Boedjeny is evenwel met een gedeelte van zijn
troepen gevlucht en heelt zich geschaard aan de
zijde van de troepen van Petloera om zich met
hem in den strijd tegen de Sovjetregeering te ver
eenigen.
Generaal Wrangel heeft een order uitgevaar
digd, volgens hetwelk alle VVit-Russische offi
cieren, artsen en soldaten in Europa zich uiter
lijk 1 December bij bet Russische Zuiderleger
moeien aanmelden. Zij, die daaraan geen gehoor
geven zullen als deserteurs beschouwd worden!
Aan den Oekrajienschen aanvoerder Machnof
is het gelukt, de spoorwegverbinding Kief-Polla-
wa te verbreken. De volksraad te Charkof be
richtte aan de raden-regeering, dat de roode sol
daten bij massa's naar Machnof overloopen en
de landbevolking den vijandelijken opmarsch op
elke wijze ondersteunt.
Maeknof rukt op langs de landwegen, terwijl
het radenleger, dat aan voortdurende aanvallen
is blootgesteld, zich aan den spoorweg verzamelt.
Een draadloos bericht uit Horsea meldt dat er
in officieele kringen groot gewicht wordt gehecht
aan het rapport over den toestand in- Rusland,
dat gisteren in Londen ontvangen is. Tot dusver
waren de mededeelingen omtrent Rusland niet-
officieel, doch dit rapport is van een ten zeerste
bevoegd opmerker afkomstig, en draagt een de
finitief karakter.
De conclusies van het rapport zijn, dat d
hongersnood en de chaos waarschijnlijk dezen
winter hun intrede in Rusland zullen doen. In
dien de oorlog met Polen thans een einde
neemt, zou de Sovjel-regeering juist in staat
zijn den winter door te komen, doch indien er
een poging wordt gedaan den veldtocht voort te
zetten is de ineenstorting onvermijdelijk.
DE TOESTAND IN IERLAND.
Gewapende mannen hielden bij Ferbane tien
soldaten aan en ontwapenden hen. Een troep
jonge mannen, die terugkeerde van de begrafe
nis van een slachtoffer van Tuam, werd tien
minuten lang blootgesteld aan liet geweervuur
van soldaten, die zich bevonden op twee motor
lorries. De politie-agent Roddy, die zijn ontslag
nam na de gebeurtenissen te Tuam, kreeg tot
tweemaal toe bezoek van gewapende mannen, die
hem zeiden, dal hij de stad binnen vier dagen
moest verlaten. Hij zeide, aan dat bevel te zul
len gehoorzamen. Te Belfast zijn op uitgebreide
schaal militaire invallen gedaan; een bekend Sinn
Feiuer werd gearresteerd.
De „Globe" meent te weten, dat de premier in
zijn morgen in Wales te houden redevoering, een
vredes-aanbod aan de Sinn Feiners zal doen.
Ammunitie in een stoel.
Het zoeken naar verborgen wapenen en ammu
nitie in Ierland heeft ergens er toe geleid dat
ammunitie is gevonden, verborgen in de zitting
van een leuningstoel. Dit herinnert, zegt de
„Weslrn. Gaz." aan een incident dat jaren geleden
plaats had. Lord Norbury, die toen opperste rech
ter in het hooge hof was in Ierland 1800
1827 legde een brief, ontvangen van William
Saurin, toen advocaat-generaal voor Ierland, on
der de zitting van zijn stoel en vergat dien brief
ten eenenmale. De stoel werd lang daarna naar
een stoffeerder gezonden, om te worden nagezien
en de brief werd gevonden. De heer Saurin drong
daarin bij den rechter er op aan dat hij, rond
reizende om recht te doen, de juries zou bewer
ken om de beweging voor gelijkstelling van de
Katholieken, die toen aan de orde was, tegen
te gaan.
DE ONTWAPENING IN' DUITSCHLAND.
In de Donderdag te Berlijn gehouden zitting
van de parlementaire sub-commissie van den
commissaris voor de ontwapening, bracht dr.
Peters uitvoerig verslag uit omtrent den tegen-
woordigen stand der ontwapenings-actie. Hij
zeide o.a., dat over het algemeen de actie veel
succes heeft. Alle kringen der bevolking hebben
wapens ingeleverd. In de streken waar aanvanke
lijk een sterk wantrouwen heerschte is dat thans
van de baan. Ook zijn reeds heele wapendepots
ingeleverd. De burgerwachten hebben hun
wapens langs wettelijken weg gekregen en ont
vangen dus, zooals van zelf spreekt, geen premie
voor de inlevering. Het resultaat van de ontwa
penings-actie was op 27 Sept. het volgende:
Ingeleverd zijn: 17 kanonnen, 11 mijnenwer-
pers, 13 vlammenwerpers, 14 granaatwerpers,
913 machinegeweren, 239 machinepistolen,
122.449 geweren en karabijnen, 13.517 leger-
rcvolvers en -pistolen, 14.931 handgranaten.
Bovendien een groot aantal onderdeelen van
kanonnen, enz., en 250 K.G. bruikbare munitie.
Te Berlijn werd op 2000 inwoners één wapen in
geleverd, in Wurtemberg reeeds op elke 400 in
woners een. Er zijn gebieden, waar geen wapens
meer zijn, er zijn echter ook gebieden, waar
„Schieber" alle wapens opkoopen. In het geheel
zijn lot nu toe ongeveer 3.4 millioen wapens inge
zameld. Desgevraagd verklaarde de rijkscommis
saris, dat aan premies tot nu toe 30 millioen
mark is betaald. Met de spoorwegbeambten heb
ben zich geen moeilijkheden voorgedaan. Berich
ten omtrent zelfbeschermings-organisaties zijn
niet ontvangen. In Beiereu wordt even streng op
getreden als in andere streken. Omtrent een rood
leger heeft de rijkscommissaris zelfs niet één bq-
richt ontvangen.
DE TOESTAND IN PORTUGAL.
Een Havas-Reu ter-bericht uit Madrid meldt,
dat volgens mededeelingen van de Portugeeschc
grens ontvangen de weinige reizigers, die daar
uit Portugal zijn aangekomen, verklaren, dat
in geheel Portugal de algemeene staking is af
gekondigd met een zuiver revolutionnair doel
einde. De Portugeesche legatie te Madrid heeff
geen officieele berichten ontvangen uit Lissa-
bon. Haar indirecte berichten bevestigen echter
bovenstaande inlichtingen.
VREDE MET FINLAND. J
Reuter meldt uit Helsingfors aan de Engel*
sche bladen, dat een officieel bericht uit Dor*
pat, gedateerd 1 October, meldt, dat Finland en
Sovjet-Rusland op dezen datum een overeen*
komst tot den vrede hebben gesloten. De voor*
stellen van Finland met betrekking tot de neu
traalverklaring van bet grensgebied van Pets-
jenga en inzake HogJanJ werden door. de. Soy-
jet-Regeering aangenomen.
DE ACTIE IN DE ENGELSCHE MIJN
INDUSTRIE.
Het bestuur van de mijnwerkersfederatie in
het graafschap York heeft met een verplette
rende meerderheid besloten aan de leden voor.
te stellen tegen de overeenkomst in zake het
vaststellen van loonen op den grondslag der
productie te stemmen.
Het bestuur van de mijnwerkersfederatie van
Cleveland stelt evenwel voor, alhoewel het da
politiek .van het vaststellen van salarissen, ge
baseerd op de productie, afkeurt, liever een
dergelijke overeenkomst te aanvaarden dan tot
staking over te gaan.
Er worden in Engeland ernstige pogingen in
het werk gesteld om te trachten den hoogen le
vensstandaard te verlagen. Een door het Profi
teering Comittee ingesteld onderzoek heeft de
mogelijkheid doen inzien om groote voorraden
kleeren van gegarandeerde goede kwaliteit te
gen standaardprijzen aan de markt te bren
gen, en levens bouwmateriaal tot vastgestelde,
prijzen te leveren.
Eeu aantal sub-commissies ziju bezig de
door de handelaren voorgelegde schema's te
onderzoeken. Deze schema's zyn er op gericht
een standaard-kwaliteit in te voeren, zoodat het
publiek er zeker van kan zijn artikelen van
goede kwaliteit te koopen, tegen prijzen, die
woeker verhinderen- In de eerste plaats zal
men zich met kleeren, onderkleeren, wollen
goederen, en bouwmateriaal bezighouden. De
standaardprijzen voor kleeren, gereed om te
dragen, zullen vijf pond en voor schoenen 25
sh. tot 50 sh. bedragen.
De commissies van onderzoek bevatten ver
tegenwoordigers van de betrokken bedrijven,
de georganiseerde arbeiders en accountants.
Novelle van JP. Louis Coloma.
t»,