J. TH. KORT
EEN VLIEGMACHINE
A msterdamsch Con ponmagazijn
Vleeschhouwerij „De Tijdgeest'
Seen henrcren
S
Sportflanel
Vyella
Zuiver Wo!!en
Cheviot
p#~ boven ons huis "98 "VB
De parel van Compari.
Naar de kazerne.
Prima kwaliteit
VELVET
HAARLEM
LEIDEN
trekt niet zooveel bekijks als onze etalages van de fijnste
en H@@s®enst©f1fen 2£ijd@n en Finweeien
welke tegen spotkoopjes uitverkocht zullen worden.
SSBÈfi** Ziet daarom niet op hei dak, doch ^HBfjï
alieera in de etalage van hef solide
ZIJLSTRAAT 87 tegenover het STADHUIS
Gen. Bothastraat 37, Tel. 3280
„De Tijdgeest"
P.S. Wij iiefeben in Haarlem geen filialen.
over Juans lang wegblijven, bezorgd ge-1scheiding gekregen en keerde nu met groot
maakt, en toen zij hem met bloed bevlek
te kleeren zag schrok zij hevig.
Maar Juan zag er zoo gelukkig, zoo
stralend uit, en toen hij grootmoeder het
avontuur had meegedeeld, en niet moede
werd over Marguerite te spreken toen
glimlachte de oude vrouw; zij wist, wat
komen zou en verheugde zich daarover,
want reeds dikwijls had zij peinzend over
Marguerite liooren spreken.
En grootmoeder liad gelijk gehad, het
duurde niet lang of Marguerite en Juan
waren verloofd en spoedig daarop werd
do bruiloft bepaald.
Op een dag, dat zij den eei'sten „roep"
kregen, klonk tromgeroffel door het stille
dal. De jongelieden van Campau werden
tot uen militairen dienst opgeroepen. Den
armen Juan trof het lot en hij moest mee!
Kort voor het afscheid nam h,ij dc
hand van zijne bruid en zei:
Luister kalm naar mij. Marguerite, gij
hebt mij je woord gegeven, en nu ga-
ik voor jaren weg, ik wil niet, dat gij
gebonden zijn... Ik geef je je vrijheid
terug.
Op een mcoien herfstdag ging ik met
den pastoor, bij wien ik te gast was,
door het lange da! van Campau, midden
in de Pyreneeën gelegen, wandelen.
Een knappe man van 25 tot 26 jaar
kwam op ons toe. Ik bemerkte de regel
matige door de lucht gebruinde gelaats
trekken en den. militairen knevel; dc
oogen kon ik niet zien, iwant de breede
;and van den hoed scheen opzettelijk, be
schermend tegen het scherpe licht naar
beneden getrokken te zijn.
De man begroette den pastoor eerbie
dig en ging ons voorbij. 'Een groote hond
volgde hem.
„Ziet ge," zei de geestelijke, ;1)daar hebt
go twee helden, wier geschiedenis ik u
wil vertellen."
„Juan .Tricorau is een kind van het
lanu, en als zoodanig kon hij slechts
tusschen twee beroepen kiezen: herder
of jager. De jacht is hier geen kinderspel
Dagelijks en elk uur loert het gevaar,
behalve de wolven en de beren, dreigt
de natuur door lawinen, rots-stortingen en
stortvloeden. Juans vader is door een la
wine om het leven gekomen en als eenig
erfdeel liet hij den zoon den hond, het
geweer en.... de oude grootmoeder na,
die bij Juan de plaats ha-d ingenomen
der .vroeg gestorven moeder. Juan was
toen een Ilinke jongen van achttien jaar
en met wilskracht ondernam hij het,
voor zich en de oude vrouw, die hij kin
derlijk liefhad, het levensonderhoud te
yerdienen.
i Twee jaren waren vervlogen.
Juan kwam op een kouden winteravond
bij snijdenden, wind uit Bagnéres terug,
waar hij zijn jachtbuit verkochjt had.
De jonge jager stapte stevig door, toep
plotseling hulpgeroep zijn oor trof.
„Zoek .Oesar", riep hij zijn hond toe,
en deze stormde vooruit, naar een den-
nenboseh.
Zijn meester volgde hem en kwam ten
slotte op een plaats in het bosch. Daar
zag hij zijn liond in gevecht met een wolf,
en op de sneeuw bewusteloos liggend
een vrouwengestalte.
Een korte hevige strijd en het ondier
lag .dood ter neer.
De jager wendde zich nu tot de onge
lukkige vrouw.
Langzamerhand keerde het bewustzijn
terug, de bezwijmde sloeg de oogen op.
Zij dankte hem met een blik, die meer
zei dan woorden en daarna leidde Juan
haar yau de. plaats van het ongeluk weg.
Zij yertelde hem, dat zij uit de stad ge
komen was, waar zij melk gebracht had
en op den terugweg door een wolf was
overvallen.
Door vragen vernam Juan, dat zij Mar
guerite heette, wees was en aan het
andere eind van het lange dal van Cam
pau woonde. Een klein huisje, twee koeien
en eenige kippen maakten haar bezit
ting uit, genoeg, om in haar levenson
derhoud te voorzien. 4
Toen Juan voor Marguerite's hut van
haar afscheid nam, vroeg hjj, of hij mocht
terugkomen, en Marguerite reikte hem
de hand en zei eenvoudig: „Waarom zou
ik niet verheugd zijn mijn redder te
zien?'"
De oude Gertrude had zich intusscli.en
verlof huiswaarts,
Marguerite werd door een diepe zwaar
moedigheid overvallen.
„Ach, mijnheer pastoor," zei zij eindelijk,
„het is niet ter wille van mij, dat verzeker ik
u, maar Juan.hij kan mij niet meer
liefhebbenindien hij mij zoo misvormd
terugziet."
Den volgenden dag verwijderde de dokter
het verband en Marguerite verlangde aan
stonds een spiegel.
„Nog niet, mijn kindVandaag nog
niet," zei de dokter.
Negen dagen verliepen onder de zorgvul
digste verpleging hadden de wonden zich
langzamerhand gesloter.- -3
Op den tienden dag v;erd Juan's terugkeer
verwacht.
Marguerite stond vroeger op dan anders
kleedde zich aan en zei, dat zij een Wandeling
Wilde doen.
Marguerite kuste de oude vrouw en fluis
terde opgewonden :„Vaarwel, moeder 1"
„Wat moet dat beteekenen Wat hebt
gij voor, kind
„Ik moet weg," zei Marguerite, „groet hem.
„Maar ik wil ze niet meer hebben, j „Hoe zou ik mijn kommer en de ontzetting
zei het jonge meisje, en haar stem beef- (pe mjjn aanblik hem moeten veroorzaken,
de. „Wij beboeren elkaar .voor eeuwig kunnen verdragen
toe." I Een oogenblik van stilte volgde op Mar-
De jonge man drukte voor eenig ant-1 guerite's woorden, en opeens klonk een wei
woord Marguerite de hand. Daarna zei bekend blaffen aan onze deur, en aanstonds
pysprong een groote, witte hond over den drem-
„Maar mijn moeder is oud, niet in staat;pel. m
voor zich te zorgen en...." „Besar, nep Gertruda, „waar is uw mees-
„Juan, is jouw moeder niet van nu ter?"
af ook de mijne," zei Marguerite, „zoo
lang God mij de kracht tot werken geeft,
zoolang zal het de oude vrouw aan niets
ontbreken."
En zij namen afscheid.
Cesar ging met zijn meester mee en nog
dienzelfden dag trok de oude Gertrude in de
kleine liut van Marguerite.
De oude zorgde voor het huishouden, en
het jonge meisje droeg boter en eieren naar de
markt.
Op zekeren dag kwam een brief waarm
Juan meedeelde, dat zijn regiment op de
Afrikaansche kust geland was en op Zaatclia
marcheerde, om de Arabieren van daar te
verdrijven.
Ongeduldig wachtten de vrouwen op ver
dere berichten.
Op zekeren dag werd Marguerite op denecht verbonden.'
terugweg naar huis verrast door een geweldig j pe boeren hielden een inzameling en bouw-
onweer. Bliksem, donder en stroomende regen (jeil huisje van Marguerite weer op. Haar
„Hier," antwoordde een diepe mannen
stem.
Juan was het die het einde van een lang
koord in de hand hield, dat aan Cesar's hals
band bevestigd Was.
„Moeder," vervolgde hij, „waar zijt gij,
waar is Marguerite Waarom sluit gij uw
armen blinde niet als welkomstgroet in uw
armen
„Blind 1" kreet Marguerite.
En de banden van het gelaat trekkend,
dat zij bedekt had, zag Marguerite, dat over
Juan's oogen een doek bevestigd was.
De geestelijke zweeg.
„Dc blinde soldaat heeft toch zeker zijn
Marguerite spoedig daarop getrouwd vroeg
ik.
„Ja," zei mijn geleider, „ik heb zc in den
joegen haar angstig voort, en> toen ze thuis
kwam, sloegen haar uit vensters en deur de
vlammen tegemoet.De bliksem Was in deliut
geslagen en cle ontstelde boeren stonden er
radeloos rondom.
„Moeder", riep Marguerite, toesnellende,
„moeder, waar zijt gij
Toen zij de oogen opsloeg, lag zij in een
kamer van mijn huis, waarheen ik haar had
laten brengen.
Het eerste gevoel, dat zij zich bewust werd,
was een hevige pijn in het gezicht. Onwille
keurig streek zij met de hand over het gelaat
en bemerkte thans, dat haar hecle gezicht in
doeken gewikkeld Was.
Een diepe zucht ontviel haar lippen.
„O, ik herinner het mij" fluisterde zij, „het
onweer, de bliksem, ik zie de laaiende vlam
men.... niet waar, ik ben vreeselijk mis
vormd en zal mijn leven lang brandwonden
behouden
Geen van ons waagde het, te antwoorden.
Wat zij zei, was maar al te Waar. De kleeren,
die van den regen doornat waren, hadden
haar lichaam beschermd, maar haar gezicht
Was vreeselijk geschonden. Haar schoonheid,
de zachte tint, waaraan zij dien bijnaam „de
parel van Campau" dankte, was voor altijd
weg.
Een oogenblik lag zij onbeweeglijk,daarna
zagen Wij, hoe zij de handen vouwde, en het
was mij, alsof zij fluisterde :„God heeft mij
de beproeving opgelegd, ik moet ze dragen
Geef echter, dat Juan mij niet zoo ziet 1"
„Juan," herhaalde Gertrude, „dien kunnen
wij spoedig omhelzen."
„Komt hij terug
„Ja, binnen tien dagen zult gij hem zien,
kind."
En Gertrude reikte Marguerite een brief,
dien zij haastig greep.
Een kameraad van Juan schreef en deelde
in opdracht van dezen mee, dat Juan bij de
belegering van Zaatcha zwaar gewond Was.
Hij had voor zijn dapperheid een onder-
toestand Was niet zoo behoeftig en Juan droeg
zijn gebreken zonder te klagen. Toch was het,
also! Marguerite niet gelukkig Was.
Een stille zwaarmoedigheid lag op haar
geheele wezen en haar gezondheid verzwakte.
Ja hoe zou ik dc arme helpen, die angstig
de onrust van haar hart voor mij verborg
Op een avond deelde de dokter ons mee,
dat alleen door een krachtige reactie de zwak
ke levenSvonlcweer aangewakkerd kon wor
den.
De arme Juan hield krampachtig de hand
van zijn vrouw. Ik bezwoer Marguerite ons
te zeggen, wat haar kwelde, doch toen ik haar
van Gods alles vergevende goedheid sprak,
riep zij luide
„O ja, ik lieb Zijn vergiffenis nooaig.
luister!" vervolgde zij heftig „en zeg mij,
of ik op vergeving kan rekenen."
De haren vielen haar yerward over het
bleeke gelaatde diep ingezonken oogen
schitterden op zonderlinge wijze.
Zij greep de hand van haar man, omknelde
die krampachtig met haar vingers en fluis
terde
„Juan, weet gij nog, wat wij elkaar toen
maals hij het afscheid nemen beloofd hebben
De trouw tot elkaar te bewaren voor eeuwig.
Ziet ge, de vrees je tc verliezen, heeft mij een
groot oprecht doen bedrijven. Ik geloofde,
dat gij mij zooals ik benniet meer zoudt lief
hebben, en in een oogenblik van wanhoop
bad ik tot God, mij mijn schoonheid terug te
geven óf je van het licht der oogen te beroo-
ven Spoedig, toen ik tot bezinning
kwam, had ik spijt over mijn bede, ik had ze
ongedaan willen makenmaar ach Het
was te laat, Juan, mijn bede was ver
hoord. Sedert dien heb ik geen oogenblik van
rust meer gehad
„Hoe rieP Juan ontroerd uit, „en dat
geheim verteerde je leven
„Ja."
„Nu dan, Marguerite, God heeft je bede
niet verhoord
En heftig rukte hij den doek van de oogen,
en terwijl hij zijn vrouw behoedzaam in de
armen nam, fluisterde hij haar toe, dat de
dokter reeds sedert lang beproefd had, de
ieke oogen te genezen, dat het hem ook ge
lukt Was, maar dat Gertrude hem gezegd had,
hoe ontsteld Marguerite zou zijn, indien hij
haar misvormd gelaat zou kunnen zien en
daarom had hij besloten, vooreerst nog te doen
alsof hij blind was.
Toen de pastoor zweeg, vroeg ik :„En Werd
alles goed Was Marguerite werkelijk zoo
misvormd
„Gij kunt u zelf daarvan overtuigen."
Wij gingen verder en kwamen spoedig aan
een door een wijnstok begroeid huisje. Een
oude vrouw zat te spinnen voor de deur,
dicht naast haar zat een jonge vrouw met
een kind op de schoot. Over de trekken der
jonge vrouw lag een eigenaardige bekoorlijk
heid.
Groote vlekken waren wel is waar te zien,
maar de sporen van schoonheid waren nog
niet uitgewischt, en het moedergeluk was op
haar gelaat te lezen.
„Goeden dag, Marguerite."
„Goeden dag, mijnheer pastoor," ant
woordde de jonge moeder.
„Hoe gaat het t"
„O, dank u," riep Marguerite en hief voor
verder antwoord vreugdestralend de zuigeling
in de hoogte.
„Nu," zei de pastoor, „uw klein meisje ge
lijkt zooveel op u dat het mij voorkomt, of ik
u weer als doopeling zag. Waarlijk, het dal
van Campau heeft zijn parel nog niet verloren
in uw dochtertje geeft gij ze ons weer terug."
N. K.
OP DE TRAM.
„Mevrouw, u steekt me aldoor met de veer
van uw hoed in mijn oogriep 4e heer op
't achterbalcon.
De dame keerde zich half om, bekeek den
heer van zool tot hoed en zei„Draag dan
een bril 1"
in liet begin had ie er wel wat tegenop
gezien, maar toen de dag van onder-de-
wapenen-komen aanbrak ging ie toch wel
gemoed op weg.
Vader liep 'n eindje mee en moeder bleef
'm aan de deur na-wuiven.
In 't kleine riefen taschje had ze nog
gauw wat versnaperingen gestopt; 'n zakje
sigaien en 'n pakje tabak ook nog
„Nou, Jan" liad ze bij 't vertrek ge
zegd „je schrijft maar gauw waar je
bent aangeland.... Dat je tro,uw je plich
ten moet blijven waarnemen hoef 'k je
eigenlijk geen eens te zeggen.... kentie we
je it goed voor.... je moet maar direct
lid worden van de Miüta i rem vereen igi ng,
dat verzet nog eris en daar ben je goed
bezorgd."
„Ja, moeder, dat komt in orde hoor."
Toen nog; 'n haastige, extra lianddr.uk eq
'n „nou, tot ziens, hoor!"
'n Half .uurtje later wandelde vader weer
huiswaarts..., 'n buurman liep. met 'm op.
Ze hadden 't er over, dat 't wel jammer
was, om 'n maand of zes achtereen 'n
flinke kracht in je bedrijf te moeten mis
sen..... maar dat 't toch' ook weer niet
slecht was voor den jongen zelf.... Zoo
altijd bij vader en moeder th'uis deugde
niet.... In dienst leerden ze orde, regel en
ontzag.... deden wat meer mensclienkennis
opthuis namen de jongelui 't leven wel
's wat te gemakkelijk'....
Nou. ja, natuurlijk.... aan de „dienst"
waren wel gevaren verbonden.... dat was
no,u eenmaal niet anders.... maar 'u jon
gen met 'n karakter als hij... daar hoefde
je zoo bang! niet voor te zijn.... Die in
dienst slecht werden hadden vroeger ook
al niet vast in hun schoenen gestaan
Kon je gerust van op; an...,
„Nou, gedag-buurman!"
„Eet ze!"
Jan werd ingedeeld bij 't „zooveelste"
regiment in de hoofdstad van 'n provincie
en viel plots van z'n eenvoudige dorps
bedoening in 't woelige kazerne- en stads
leven.
Hij kon z'n oogen en ooren Haast niet
gelooven, zooveel gemeenheid en liederlijk
heid als hij te zien en te hooren kreeg: op
eens.
O, ja.... er waren wel jongens bij zooals
hij zelf, fatsoenlijk en correct in alles....
Za dachten er niet aan, dat het wel eens
verkeerd zou kunnen loopen met Jan...,
zo hadden 'm noodt anders gekend; dan
goed, degelijk en godsdienstig.
Dachten er ook niet aan, dat zij, verant
woordelijke ouders, ook nu nog..., neen,
zelfs nu nog veel meer voor hun zoon
moesten waken. Dat veel jonge mannen,
die groen in dienst gingen, er beschim
meld uitkwamen.... Dat ook in de militaire
samenleving bet vreeseliJE verband
echen alcohol en eexueele losbandigheid
niet ontbrak..
Dachten er ook niet aAn, om in huln
brieven nog eens 'n hartig woordje tO
schrijven 'over iets anders, dan de gewone
nieuwtjes.
Het bleef bij de gebruikelijke mede-
deelingen dat allen gezond waren..., en
van gen der koeien, die ziek was ge.
weest.."., en van kleine Mientje, die d't
maar, ach zoo'n klein gedeelte....
Verbeel je, als ie dat 's allemaal naar
huis schreef.... moeder zou d'r eigen 'q
ongeluk schrikken.
Op den eersten ochtend was ie al wakker
geworden in 'n geratel van vloeken eq
vuile taal
En zoo was 't bijna den geheelen 'dag
door geweest.
Maar spoedig was 't gegaan zooals met
vele dingen.... h"ij wendde er aan.
'n Paar weken later begon ie 't al niet
meer zoo erg te vinden en deed er al zoo'q
beetje aan mee.... eerst nog wat aarze
lend later meer vrij en brutaal...
Direct was ie volgens afspraak van thuis
lid geworden van de Roomsche Militairen-
vereeniging en had daar al verscheidene
prettige avonden doorgebracht.
Maar toen de kameraads er lucht vaq
kregen begonnen ze 'm er op allerlei manie
ren mee te treiteren.... en vaak was hij,
met nog 'n paar anderen, 't mikpunt van
gemeene kwinkslagen en schunnige toespe
lingen op 't heilzame yereenigingslevendei
Katholieke militairen.
Met hun klein troepje waren ze niet op
gewassen tegen die groote bende van y uil»
praters..., en maar al te dikwijls bleken
ze de eigenschap van goed te antwoorden
te missen..,.
Zoo kwam dat hij op ziekeren avond
om 't vervelende gesar en het lange aan
houden der „kameraads" de militairen*
vereeniging verzuimde en met hen mee
ging. Br werden verschillende drankgele
genheden bezocht.
De ouders waren geen kwaad-meenende
christanmenscken. Maar... die suffe slof
heid.... die onnoozele onnadenkendheid
eigen 'n bult had gevallen.... en dat va
der 'n bril moest gaan dragen.... en dat
moeder weer nieuwe sokken voor 'm aan
't breien was
Als ie met de verlofdagen naar liui9
kwam werd 'r zoo wel 's terloops gevraagd
hoe *t ging in de militairen-vereenigingi
en zoo....Dat ie z'n plichten niet ver
zuimde sprak natuurlijk vanzelf.
Luchtig-vrcolijk praatte hij er dan over
heen..dat ze heuscü niet bang voor m
behoefden te zijn.... dat ie wel wist
wat het soldaten-leven was, enzpovoorts.,
enzg<>vp<»rts.,„
Dat eerste avondje van „gewoon uit
gaan" was 'm toch wel bevallen..., 'n
leuk clubje had ie getroffen.
Nou, ja..,, bepaald „fijn" was 't efl
wel niet naar 'toegegaan, maar 't miliciens
leven was nou eenmaal zoo... kon je niks
an doen! Zoo ging 't met Jan al. „ver
der en verder",
Er kwamen avonden, waarop ie be
schonken de wacht „voorbij-geloodsd"
moest worden.
Het bezoeken der kroegen, werd ge
volgd door het bezoeken van andere bui
zen, waarin de mekten niet nuchter
binnentreden.
.Veel valt er niet meer te vertellen..
Jan kwam terecht in 't hospitaal...,,
in 'n zaal waar „da gevallen" werden
behandeld. Na 'n week of drie hadden
ze 'm weer zoowat „opgeknapt".
Maar 'n paar andere dingen bleven er
nog over. Die niet „opgeknapt' konden
worden.
'n Aan flarden getrokken kleed.
De gewetenswroeging van 'n vader.
En 'n gebroken moederhart.
PUUR VERBEELDING.
„Pardon meneer, u vergist u," zei de koet
sier tegen Jansen, „u geeft 'n biljet van fio in
plaats van een zilverbon
Jansen viel in zwijm.
Diep ontroerd knielde de koetsier bij het
roerlooze lichaam neer. Terwijl hij bezig was
het tientje in Jansens zak te stoppen kwam
er een politie-agent aan, ende recht
schapen koetsier werd gearresteerd wegens
geweldpleging en poging tot roof.
Moraalheb geen jnedclijdey niet uen
koetsier, want 't is natuurlijk nooit gebeurd.
R.
ZIJN LEZING VAN 't GEVAL 1
Kwik„Zoo, terug uit Parijs Hoe beviel
t je
Kwak„O best, 'n aardige stad en aardige
luimaar ze verstaan hun eigen taal niet
27-29 Lange Veerstraat
Telef. 278.
Groote sorteering
in diverse kleuren
BLAÜW ZWART
Zijlstraat 87
Demise;-steeg 13-15
maar prima kwal. versch HoUandschRuiuïvïeesc
levert U de van ouds bekende Vleeschhouwerij
tegen onderstaande prijzen
LAPPEN
POULET
ROSBIEF
ROLLADE
RIB
BAKLAPPEN
BIEFSTUK
HAAS
GEHAKT
per 5 ons
f 1
f 1.—
f 1.10
f 1.15
f 1.10
f 1.20
f 1-30
f 1.40
f 0,75
P. S. Al ons vleesch wordt door de Heeren Keurmeester tl
Haarlem gekeurd.
Beleefd aanbevelend, M. J. DELEMARRE
maakt, dat (wee overheidspersonen, Moore cn
Hyde, gisteren per au'oinibiel uit Muliingor naar
Caslle Pollard vertrokken, om daar de zittingen
van liet politic-gerechtshof bij te wonen, en dat
Alen sindsdien niets meer van hen beeft gehoord.
LONDEN, 15 Oct. Door een telegram uit Mul-
lingar wordt de geheimzinnige verdwijning van
de twee tcrschc magistraatspersonen Moore en
Hyde opgehelderd. Ilnn auto werd vier mijlen
ran Caslle Pollard door een troep gemaskerde
mannen opgehouden, waarna de inzittenden met
revolvers werden bedreigd, cn geblinddoekt weg
gevoerd.
Tol dusver is er nog geen spoor van hen ont
dekt.
INVAL Bl.T EEN ANARCHISTISCH BLAD.
MILAAN, 15 Oct. De politie heeft een inval
gedaan in de bureaux van het anarchistisch blad
de „Humaniié Nouvelle". Alle redacteuren wer
den gearresteerd.
BOM ONTPLOFT.
BIO DE JANEIBO, 15 Oct. In een eerste klas-
te wagon van den centraal spoorweg is een
bom ontploft. Een persoon werd gedood, twintig
gewond. Men gelooft aan een anarcliistischen
aanslag.
GENERAAL LEMAN f
BRUSSEL, IT Oct. Hedenmorgen is na een kor
te ziekte, op 69-jarigen leeftijd te Luik over
leden generaal Gérard Mathicu Leman, de held
baftige verdediger van Luik.
En eer de omstanders haar nog konden
terughouden, was Marguerite liet brandende
huis binnengevlogen en verscheen aanstonds
daarop met de oude vrouw, die zij thans met
haar eigen lichaam voor den vuurgloed dek
te. Nauwelijks hadden zich reddende handen
uitgestrekt, om Juan's grootmoeder op te
vangen, of Marguerite viel bewusteloos neer.
Mijn oude vriend, de dokter, ging dikwijls
naar haar, maar zei ten slotte .-„Mijn kunst
is ten einde, zij lijdt lichamelijk maar de oor
zaak van haar kwaal is een zieleleed tracht
gij haar te genezen."
j. v>
A-re it. -
jmjM frof