binnenland.
DE ERFENIS.
De R, Leergangen.
De Nederlandsche Pauselijke
Zouaven.
Tuit onze oost
Handel en Nijverheid
FEUILLETON.
VRIJDAG 22 OCTOBER 1920.
F
Vi
Het curatorium de R. K. Leergangen
.endt ons een brochure toe over de beteeke-
Vis van deze instelling voor het R. K, Middel
baar onderwijs en verzoekt ons hiervan een.
©enigszins uitvoerige bespreking te geven,
Wij billijken dat verzoek na de gewek.ige
inspanning, welke de stichters zich voor deze
zaak hebben gegeven en gezien het buitenge
woon groote nut, hetwelk de R. K. Leergan
gen voor het R. K. Middelbaar onderwijs af
werpen.
Te recht wordt er in de brochure op gewe
zen, dat een der vele en groote moeilijkheden
om te komen, tot de s lichting van R. K.
Koogere Burgerscholen en gijmnasia is, het
vinden van goede leerkrachten.
Lr wordt geen Katholiekendag gehouden
geen onderwijs-debat in de Kamers gevoerd,
geen hoofdartikel over het onderwijs geschre
ven, of men stelt den docent eischen van vol
maaktheid, zooals deze van bijna niemand
anders gevorderd worden, men geeft hoog op
van de groote waardeering voor degenen, die
hun geestkracht hun talenten, lmn moreele
toewijding aan het onderwijs geven. Dat alles
is volkomen gemotiveerd, het is alleen maar
jammer, dat er in de praktijk veel minder van
deze waardeering terecht komt; clan alles
zins billijk behoorde te zijn. De maatschappij
waardeert den leeraar ten slotte niet. Hoe eer
der dit verandert hoe beter, VoorLoopig past
te grooter hulde aan degenen van het ont
wikkeld en het bestudeerd Nederland, die des
ondanks de voorkeur geven aan een leeraars-
functie op een Hoogere Burgerschool of
Dyia..asiu.n. Voor net onderwijs zelf is het
een ernstig nadeel, dat het ambt van leeraar
niet aantrekkelijker gemaakt werd dat het be-
lef van de onafwijsbare noodzakelijkheid van
„en corps goed geschoolde en moreel hoog
staande docenten veel te weinig is doorge
drongen.
Dok bij de Katholieken ontbreekt dit te
veel. Het is slechts een kleine groep deskundi
gen, die er van doordrongen zijn. Uit hun
midden is de stichting van de R. K. Leergan
gen voortgekomen. Kaar doei is de opleiding
van docenten, het daardoor bevorderen van
de organisatie van het Middelbaar en Voorbe
reidend Universitair Onderwijs. Er is behoefte
te, nijpenue behoefte aan Roomsch Katho
lieke Koogere Burgerscholen en Gymnasia
daarmee in onverbrekelijke evenredigheid
staat de vraag hoe de Leeraren- kunnen ge
vonden worden. Een Roomsche Universiteit
is Nederland nog niet rijk. De Openbare Uni
versiteit is nooit bij machte geweest een vol
doend aantal docenten af te Leveren voor de
Gymnasia en de Iloogere Burgerscholen, dat
was niet haar schuld, dat lag daaraan, dat
het leeraarsambt te weinig aantrekkelijk
w rd gemaakt en de docenten zich verplicht
zagen een te groot aantal lesuren voor hun
rekening te nemen, om in hun bestaan naar
stand en ontwikkelingspeil te kunnen voor-
zien.
Hiernaast staat nog dit, dat de ervaring
leert, dat niet-katholieken, met name niet-
katiiolieke onderwijzers, veelvuldiger en ge
makkelijker er toe over gaan urn de studie
voor de een of andere middelbare akte ter
hand te nemen. Dc omstandigheden, dat men
voor opleiding aangewezen was op dure en uit
een oogpunt van methode minder te preferee-
reeren privaatlessen, heeft daartoe stellig bij
gedragen, afgezien van het feit, dat aan de
onderwijzers bij het Lager Onderwijs heel
vaakgeenof ternauwernood faciliteiten toege
staan worden in het belang van hoogere stu
dies. Dit vraagstuk verdient de aan dacht van
onze onderwijzers-organisaties, want voor hen
geldt hier ook een standsbelang, Nu hebben
de R. K. Leergangen van den beginne af aan
de in alle opzichten betere methode van colle
giaal onderwijs gevolgd, zij kónden ook daar
door de studiekosten aanmerkelijk lager vast
stellen, dan bij privaatlessen mogelijk is.
Voor de religeuze Congregaties zijn de Leer
gangen gewoonlijk de eenige gelegenheid
gebleken voor hoogere studies
Zeer duidelijk geldt dit voor de Zusters,
maar ook de Oversten der Broeders en Fra
ters gaan er niet dan met tegenzin toe over, de
opleiding van hun leden toe te vertrouwen
aan niet-katholieken, Tocli is dit herhaalde
lijk moeten gebeuren, de nood drong, het kon
niet anders,.totdat de R. K. Leergangen
zich begonnen te ontplooien. Het is ons be
kend, dat in sommige centra niet-katholieke
leeraren de opleiding voor Franseh, Duitsch
en Engelscli met verder uitstrekken dan de A-
akte, welke slechts een gedeeltelijke onderwijs
bevoegdheid verleent, niettegenstaande de
hocge eischen, welke bij dit examen gesteld
wurden religeiuzen, die zich aanmelden voor
de studie der B-vakken, kregen stelselmatig
niet thuis. Deze onduldbare wanverhouding
kon grootendeels opgeheven worden door het
werk van R. K. Leergangen.
Te resultaten nu reeds door de li. K. Leer
gangen behaald en uitvoerig in de brochure
opgesomd, wettigen volkomen de conclusie,
waartoe liet Curatorium aan het slot komt
Uit de geschiedenis der R. K. Leergangen is
overduidelijk gebleken hun recht van bestaan
hun levensvatbaarheid, hun 'stuwkracht. Het
merkwaardigst is, dat het begin der Stichting
is aangepakt met hoogst beperkte, middelen,
zonder cenige subsidie, met enkele particulie
re bijdragen de belangstelling van Roomsch
Nederland bleef beneden vriespunt. Er zou
een bock te schrijven zijn over die eerste jaren
zooals de stichtingsgeschiedenis van zoo meni
ge Roomsche instelling, Orde, Klooster, Con-
PTPPatie. St. VincentiuB gewoonlijk meest be-
0St. Vincentiu» gewoonlijk
langwekkend is. De beproeving van het begin
is de proefsteen bij uitnemendheid.
Thans staat de Stichting op den tweesprong
De ervaring bewees afdoend, dat haar eerste
en belangrijkste taak behoort te zijn de vor
ming van goede Roomsche docenten voor het
Roomsch Katholiek Middelbaar en Gymna
siaal Onderwijs.
De daartoe vereisehte opleiding wordt ge
deeling Handelswetenschappen. Art', a; der
Statuten is daarop gericht
„Het doel der Stichting is aan studeerenden
een grondige studie.vorining te geven volgens
den geest der R. IC. Kerk, meer bijzonder als
voorbereiding tot de Middelbare-Akte-exa-
mens in de verschillende vakken.
Vermeldde het Programmaboek der R. K.
Leergangen tot nu tóe verschillende andeie
cursussen, wier kans op levcns-vatbaarhciu
gedurende een achtjarig bestaan in het geheel
niet gebleken is, deze zijn thans opgeheven.
De periode van groei en uitbouw is voorloopig
afgesloten, concentratie en verdieping is nu
het streven van het Curatorium.
De Rijksrcgeering heeft het belang en de
verdiensten van de R. K. Leergangen reeds
erkend door een waardevolle subsidie, daarin
het voorbeeld volgend van de Provinciale
Staten van Noord-Brabant en van de Gemeen
te Tilburg.
Wij vragen nu de daadwerkelijke belang
stelling van Katholiek Nederland. Ket móge
ongelooflijk lijken, toch is het waar, dat de
Stichting tot nu toe heeft moeten werken met
onvoldoende, nu en dan haast armelijke ge d-
middelen, zoodat zélfs de herziening van de
vanzelf ontoereikend geworden salarieering
der docenten veel langer moest verschoven
worden dan in de bedoeling lag. Ook de on
misbare bibliotheek kou niet naar eiscli ver
zorgd worden. Nog heden staan de R. K. Leer
gangen voor een omvangrijk' tekort op de
exploitatie.
Een gevolg van al deze moeilijkheden, ook
van de nooit geheel overwonnen onbekend
heid met de beteekenis der Stichting, werd
dat het nationaal karakter van de R. K. Leer
gangen niet duidelijk genoeg kon uitkomen.
Dc cursussen in Limburg en Holland konden
zich niet voldoende ontplooien. De stad
Utrecht zal leergangen gaan openen.
Nu ook in Gelderland en Utrecht de stich
ting van R- K. Middelbare Scholen en Lycea
in voorbereiding is, nu in Holland enkele reeds
begonnen zijn ch andere de gelegenheid tot
opening verkennen, nu mag men het juiste
oogenblik gekomen achten om in wijden
kring de aandacht te vestigen, op het mooie
beginsel c i het groote belang, dat door ce R.
IC. Leergangen wordt voorgestaan.
De Stichting heeft haar sporen verdiend
haar geschiedenis bewijst het. Daarom is deze
aanbeveling geen reclame in den gewonen zin
van het woord. Ket onderwijs beeft immers
altijd een streepje voor gehad bij de F at 10 te
ken van Nederland. Dat mocht ook het cura
torium weer ondervinden, toen het een beroep
d^ed op den steun van particuliere zij.c.
Velen gaven aan dit dringend en overtui
gend verzoek gehoor, maar meerderen nog
hielden zich afzijdig, enkelen misschien uit
onjuiste antipathie, zeker echter de meesten,
ondat zij niet goed wisten waar het om ging.
Deze onwetendheid weg te nemen, dat hopen
ondergeteekenden te bereiken door de ver
spreiding van dezó brochure. Mogen velen er
toe meewerken om aan de R. K. Leergangen
te verzekeren de mogelijkheid voor een volle
dige verdieping en ontplooiing. Helpt mede
de onvermijdelijke, financieele lasten vermin
deren in het belang van de Roomsche jeugd,
van de Roomsche Middelbare School, van
het Roomsch beginsel, geridderd in het Tee-
ken des ICruises
Ingezondeu.
Onlangs, met mooi weer, gezeten op een
bank in het Haagsche bosch was ik onge
zocht toehoorder van een gesprek tusschen
twee oud-strijders van Z. H. den Paus Pius
IX, die elkander episoden mededeelden uit
de veelbewogen jaren van 68—70.
Beiden waren destijds met het Hollandsche
contingent uitgetrokken als weleer de kruis
vaarders en hadden zich geestdriftig onder
hel heilig» vaandel geschaard» Inderdaad,
het was een lust deze grijsaards- zoo geest
driftig over, voor ons jongeren slechts alge
meen bekende voorvallen, in bijzondeiheden
te hooren uitwijden o. a. over Montana,
waar beiden hadden gestreden.
Verschillende staaltjes uit hun krijgsmans
leven mocht ik zoo stilzwijgend aanhooren en
wat mij vooral trof dat was het eerbiedige
enthousiasme en de heilige geestdrift die in
hunne gesprekken doorstraalde, hetgeen aan
stekelijk op mij werkte, zoodat ik in stilte
uitriep„O, mocht die heilige geestdrift ook
ons jongeren in ruime mate ten deel vallen
Hoe goed deed het een dezer ouden ten laat
ste te hooren zeggen (onderwijl den andere
daarbij glimlachend op den schouder klop
pende)
- „En nietwaar, jongen, als de Paus ons nog
eens noodig mocht hebben, dan gaan wij weer.
Ziet dat waren Ro.omschen, waardig dien
naam te dragen.
Langzamerhand kwamen de gesprekken op
de dagéu i an heden, den grooten wereldoor
log, dc dure tijden enz. enz.
ik waagde 't, inij in 't gesprek te mengen en
informeerde beleefd aan dèti oud-strijderdie
't dichtst bij iöij zat
„En gij behoeft U zeker op Uw ouden dag
niet bezorgd te maken voor wat Uw degelijk
scha behoeften betreft, nietwaar en zult waar
schijnliik een. pensioen of toelage hebben als
omri t rijder
De aangesprokene keek eerst zijn .huurman-
mectestrijder even aan en sprak toen aarzelend
„Ja, mijnheer, ik beu nu tachtig jaar,, woon bij
een zoon in, die kleermaker is co. die zelf
moeite heeft om rond te komen, zoodat ik,
die ook kleermaker ben, om niet "al te veel tot
last te ztjtrop m'n ouwe dag en voor zoover
de oogen -het toelaten, zooveel mogelijk be
hulpzaam' ben, want ziet U, de maandelijk-
s he toelage.die ik ontvang bedraagt....
..„ozers 1 Geloofsgenoten ik durf hier niet
neer te schrijven, hét bedrag van die toelage,
doch ik schaamde mij voor. dien grijsaard die
goed en bloed feil, had voor den Paus....
Tegelijkertijd bekroop mij een vreesachtig
gevoel. In mijn verbeelding hoor ik de hetho
nend gelach en de demonische stemmen van
de machtén der duisternis, van de z g. volks
leiders en van al degenen, die met omverwer
ping van orde en Gezag alles trachten te ver
nielen, wat ons dierbaar en heilig is onder
volks-misleidende en ij dele leuzen.
Ket roode bloedspook van het Bolsjewisme
doemde voor mij óp.
Katholieken, jRoor s h-Katholieken t|Zoo
als eenmaal die beide ouden gehoor gaven
aan het heilige „Té wapen" van den Paus,
zoo roep ik U thans toeTe wapen, voor
deze ouden van dagen, deze oud "Strijders
voor eerbied en Gezag der Kerk."
Onze aloude eer verbiedt- ons te gedoogen
dat deze braven een kommervol bestaan zou
den lijden, wijl deze menschen, hoe kang men
hen ook bedeelde, nochtans een voorhee d
zijn voor de jongere generatie in trouw aan a
Katholieke Kérk.
Laat ons tegenover die enkele nooddruftige
Zouaven die thans nog in leven zijn toonen,
dat wij jongere zonen der Kerk, weten te
waardeeren, datgene wat door alle eeuwen
heen is gewaardeerd geworden, laat ons, zeg
ik, goedmaken aan hen de thans levenden,
datgene wat verzuimd is geworden of liever
gezegd onvoldoende jegens hen betracht en
hetgeen tot heden niet of nagenoeg niet in on
ze kringen bekend is geworden, hetgeen dan
allicht is te wijten of te danken aan het be
scheiden stilzwijgen onzer zouaven.
Moge dit schrijven komen onder de aan
dacht der hocge kerkelijke waardigheWbe-
klceders, opdat H. D. H. den stoot mogen ge
ven, leidende tot een beweging, die (en daar
twijfel ik niet aan) van zoodanigen aard moge
wezen dat een rustige en onbezorgde oude
dag het resultaat zij voor deze getrouwen en
eventueel voor hunne weduwe, zoo zij die
mochten achterlaten.
Ik eindig met den oprechten wensch dat
hun late levensavond nog verlicht mag wor
den door de stoffelijke bewijzen der dankbaar
heid van ons nakomelingen en dragers van
eenzelfde leer, die ons Katholieken schraagt
en die ook ons, evenals die ouden van dagen,
paraat moge vinden, zoo dit van ons geëischt
mocht worden»
'sGravefthage J- J- van REEKEN
Wij willen deze aansporing gaarne plaat
sen; ceii stoot voor een bmeging is echter niet
meer noodig daar heeft het vorig jaar met
goedvinden van Z. D. H. onzen Bisschop
reeds Kapelaan van Leeuwen te Amsterdam
gezorgd-Redactie.
De kost
zoo goed als een vrij
mcr- fe t een groot gezin moet
kunnen bestaan.
DE HEER ISARCHANT BEKEERD.
Gelijk loon voor gelijken arbeid, lijkt zoo
eenvoudig en zoo rechtvaardig mogelijk.
Onder de huidige omstandigheden is het
intusschen niet te handhaven.
Ontvangt dc eerste het loon van den twee
den, dan kan hij er niet kernen.
En richt men alle ioonen naar de behoeften
van den kostwinner voor een greot gezin in,
dan kunnen dc loonen niet betaald worden.
Men heeft er derhalve het stelsel der kinder
bijslagen op gevonden.
Aan de linkerzijde, waar de groote gezinnen
voortdurend zeldzamer worden, heeft men
met kinderbijslagen weinig op.
Men heeft de gewoonte er een loopje mee
te nemen, van huwelijksbureaux en fokpre
mies te gewagen.
Heeft men den goeden smaak dit niet te
doen, dan komt men in ieder geval met de
opmerking, dat de kinderbijslagen het loon
peil drukken en gaat men uitcijferen hoeveel
ieder meer zou krijgen, indien het totale be
drag der kinderbijslagen tusschen alle be
trokkenen van een dienstvak werd verdeeld.
Nu moet voorop staan dat de kinderbij
slagen het loon niet mogen drukken dat allen
van een behoorlijk loon verzekerd moeten
zijn, en dat de kinderbijslag een som vormt,
die anders niet zou worden uitgekeerd.
Als de zaak goed geregeld is, mag niemand
reden tot klagen hebbende vrijgezel met,
omdat hij het volle loon ontvangt, dat aan
de waarde van zijn arbeid beantwoordt
de huisvader niet, omdat de bijslag een tege
moetkoming vormt in de hoogere kosten,
die zijn gezin hem oplegt.
-In de Tweede Kamer, de „Volkskrant
wijst er met voldoening op, heeft de leider
der vrijzinnig-democratische partij, de heer
Marchant, dit inzicht onderschreven
„Hij erkende, dat voor de groote gezinnen
bijslagen thans noodzakelijk zijn, en dat er
nu eenmaal een marge is tusschen de behoef
ten van gehuwden en ongehuwden.
Verder verlangde hij, dat de bezoldiging,
afgescheiden van den bijslag redelijk en vol
doende zou zijn.
Hiermee gaan wij, en gaan alle voorstan
ders van een kinderbijslag accoord.
En als ec bij de tegenstanders ook maar
een greintje goede wil aanwezig was; als zn
zich niet blind staarden op de „moderne
gezinnen, doch iets voelden voor den nood
der groote gezinnen, dan zou het uiterst ge
makkelijk vallen tot overeenstemmibg te
komen, 'omdat niemand wil dat, ten behoeve
van de groote gezinnen, aan de vrijgezelier
en de kleine gezinnen worde onthouden wat
hun redelijkerwijs toekomt."
DE ZUSTERS FRANCISCANESSEN TE
SEMARANG.
Het is thans 50 jaar geleden, sehirijft
de „Java-Post", dat do Zusters Francis
canessen der Congregatie van irieitnuy-
sen te So mar an g aankwamen Daarmede
begon de eerste stichting in Neder-
landseh Indië van deze wijd vertakte
bloeiende klooster-gemeenschap, die in
Nederland in vijf Bisdommen van Duitsch-
land in vier Bisdommen van Amerika
vooral in Brazilië hare hiuizen telt
en duizenden te genieten geeft van den
arbeid eeaer godsdienstige aristocratie
der Katholieke Kerk.
Wie de lange lijst der stichtingen van
deze dochters vaii St. Franciscus voor
zich Reeft, kan Lezen hoe zy zich wijden
aan de verzorging van wee zou en verla
ten kinderen, aan de verpleging van zie
ken cn ongeneeslijken uit alle standen
hoe zij met zeer groot succes onderwijs
geven aan het- kind der dorpsschool oven
trouw als aan de dochters van ons volk
aan de H. B. S. te Amsterdam; hoe zij
met fijnen smaak on rijken kunstzin on
derricht geven in kerkelijke en andere
borduurkunst, even schitterend ais in an
dere takken van liet kunstambacht.
Wie hare Ruizen op Java kent zal be
grijpen wat dc majestueuze inrichting te
Larantoeka kan zijn. De scholen to Se-
marang met het Instituut te Bangkoeng,
de ZustersschooL te Djokja, hbt beken
de internaat met scholen te Magelang
spreken luide van edele toewijding de
zer zusters; Mendoet is haar jongste en
grootste gLorie op Java; die kloeke hui-
zinge met haar veelzijdig onderricht en
haar gezellig internaat is een juweel van
de Katholieke Missie we durven zoggen
een glanspunt van het Onderwijs aan Ja-
vaanscho meisjes voor gehieei Nederland
en Indië
Wanneer wij daarenboven beschouwen
het ingetogen alterstnhtendst leven der
Zusters Franciscanessen, de heldbtiftigc
zelfverzaking voor zulk groot werk gesta
dig aan den dag gelegd dan zeggen wij
dank. aan de brave Zusters en dank aan
God, die dezen vuurhaard van CtVritas
op Java heeft gelegd en steeds wijder
verspreidt het verkwikkend aroom dier
liefde., Juicht Zusters, wij juichen van
ganscher h|irte met U om UI
DE TOESTAND IN HANDEL EN NI T-
VERHEID IN NEDERLAND.
Men schrijft aan het „Hbld":
„Zooals in de tijden van voorspoed de on
mogelijkste dingen in het buitenland verteld
zijn omtrent de ontzaglijke rijkdommen dia
zicli in Nederland hebben opgehoopt gedu
rende den oorlog, zoo doen op het oogenblik
de tegenovergestelde geruchten de rondte, n>
wij ons in tijden van reactie bevinden.
Het valt niet te ontkennen, dat een stadium
van achteruitgang in het zakenleven is inge
treden. Dit beteekent echter nog niet, dat zij
die hun zaken met voorzichtigheid gedreven
hebben en in tijden van voorspoed voor vol
doende reserves hebben gezorgd, niet een
stootje kunnen verdragen. Tegenover deze
voorzichtige kooplui zullen er natuurlijk zijn,
die aan de toekomst niet voldoende aandacht
geschonken hebben en voor deze categorie
zullen de toekomstige tijden wel eenige zorg
opleveren.
Nu is het eigenaardig, dat een overgroot ge
deelte van het publiek gaarne medewerkt,
om de moeilijke tijden, die er waarschijnlijk
voor menigeen al zijn, of voor anderen nog
moeten komen, door overbodige en onvoor
zichtige uitlatingen iti de hand te werken.
Zonder dat men er belang bij heeft, maar ge
deeltelijk uit leedvermaak en gedeeltelijk uit
sensatielust, wordt over de financieele moei
lijkheden van firma's gesproken, waarvan bij
nader informatie blijkt dat het gelukkig
slechts laster was.
Ket ergste van deze zaken is, dat dergelijke
praatjes niet binnen de grenzen van ons land
olijven. Zoo werd ons deze week een brief uit
Londen getoond, waarbij den te .Amsterdam
wonenden agent van een der grootste textiel
fabrieken werd medegedeeld, dat in een der
Engelsche financieele bladen sprake was van
een financieele debacle van den handel te
Amsterdam en werd hem gevraagd of het wel
raadzaam was de nog in nota zijnde orders
der vier firma's, die met name in den brief
vermeld stonden uit te voeren. ysf
Voor zoover ons bekend, was ieder ie
firma's voldoende gefunaeerd om de nooaige
informaties naar Londen te verstrekken.
Laat toch het Nederlandsche publiek in
deze tijden vooral voorzichtig zijn en aan dl
„on dits" niet mede doen.
Ons is een geval bekend, dat van een zeer
vooraanstaande firma hier ter stede, wier
soliditeit boven allen twijfel verkevenis,praat
jes de ronde doen, die, zoo deze firma niet
zeer sterk financieel gefundeerd ware en bui
tendien in het gelukkige geval verkeert zoo
goed als geen crediteuren te hebben, ernstig/
gevolgen na zich zouden kunnen slepen.
De firmant die gedurende de laatste jaren
zeer hard gewerkt heeft en zich nauwelijks va-
cantie heeft veroorloofd, bevindt zich nu
voor een kleine ontspanning in het buitenland
en van deze gelegenheid maakt het op sen
satie beluste publiek gretig gebruik om de
lasterpraatjes te verspreiden.
Gelukkig zal het blijken dat onze Neder
landsche Handel en Industrie sterk en krach
tig genoeg zijn om de tijden die naar normale
toestanden moeten leiden en die niet zonaa
schokken zullen zijn, te kunnen doorstaan,
maar dan moet ook ieder daaraan medewer-
ken.
Medewerking in dien zin dat er met werde
„gepraat" maar „gewerkt".
Onze handel met Mexico. Op het oogen
blik wordt ia het consulaat van Mexico te Am
sterdam een expositie gehouden van monster/
van Mexicaansche producten en artikelen, mei
het doel den handel tusschen Mexico en Ne
derland te bevorderen.
Invoer van versche haring in Duitschland.
De „Vissch. Get" ontvangt verschillende brieven
om informaties, hoe het staat met den invoer
van versche haring in Duitschland, welke kos
ten daarop komen, of er rechten te betalen zijn,
enz.
In antwoord hierop meldt het blad, dat de
invoer van versche haring ten eenenmale vrif
is, en dat geen Invoerrechten behoeven betaald
te worden.
Alleen worden in de Ouitsche visscherij-ha-
vens de gebruikelijke havengelden geheven. De
ze bedragen te Geestemünde per 1000 K.G.
slechts 5 pfennig zoo de visch niet door den af
slag gaat De verkoop kan geschieden uit df
vrije hand of door den Afslag.
DE VIJFDE NEDERL. JAARBEURS.
De Vijfde Nederlandsche Jaarbeurs word
gehouden te Utrecht;
ie. in het nieuw gebouwden Jaarbeursgebouw
aan het Vredenburg.
2e. in tijdelijke gebouwtje» en paviljoens o|
twee, in elkanders onmiddellijke nabijheid lig
gende, openbare pleinen binnen de stad
Het gebouw vormt een afgesloten geheel
waarin nagenoeg alle groepen van Industrie ei
landbouw benevens ook de koloniën vertegen
woordigd Kuiten eijn.
De tijdelijke monsterkamers cn paviljoens op
het Vredenburg en op een tweede, in de oo
middellijke nabijheid liggend jaarbeursterreua.
s.
Zijn heer daarentegen was aanhoudend ver
vuld van gedachten aait zijn armen vader
jn hoe deze misschien in dit zelfde bosch.
a wellicht door deze zelfde roovers, was
jedocd. Hoe gemakkelijk konden zulke kogels
els ook liun langs da oorea hadden gefloten,
iemand doodelijk treffen.
En in do stilte van zijn hart ging oen
dankgebed op tot God, die hem tot nu toe
had gespaard en hem misschien wel juist
daarom in lmn handen had doen vallen, om
op het spoor te komen, dat hij zocht.
Nadat zij een kwartier aldus voortgegaan
waren, begon in de verte door de stammen
Oen roode gloed zichtbaar te worden, stem
men werden gehoord en na korten tijd kon
mi-n een groot vuur zien, dat knetterend
opvlamde en dikke rookwolken afwalmde,
dia tusschen de bladeren verdwenen. Om hei
vuur zaten or lagen in allerlei houdingen
leen aantal mannen van hetzelfde soort als ar
vier, die in do herberg hadden geze'en én
roovers, dia hen begeleidde: ruwe
jMtrek, moereiideols o.n^esftljreii éa Wét groo
ts hoeden op. Alleen één zat daar, die blijk
baar niet tot het gezelschap behoorde, het
was gen jonge ina.tu met een vriendelijk gezicht,
nu door een droeve ntrek verdonkerd. Hij
sprong met de onderen op, toen de nieuw-
aankomenden naderden, maar een gebaar van
een der roevers gebood hein te blijxen liggen,
waaruit bleek, dat hij ook een gevangene was.
Nadat de roovers nan hun nieuwgekomen con
fraters in een onverstaanbare boeventaal eeni-
ga vragen hadden gericht en anlwoord ge-
kregeu. hielpen zij de helde Duitschers af
stappen, waarbij zij volstrekt niet ruw of hard
te werk gingen, maar zelfs ceaige be'cél'd-
heid loonden, die men niet van zulke men
schen zou hebben verwacht. Zij waren edi
tor blijkbaar gexvoon met personen van hooc.eti
stand om te gaan en le.dden de Duitscfi'ers
naar bet vuur, waar een hunner hun. een
beker rooden wijn aanbood en een ander
da reisdeken op den grond uitspredde, (er-
wijl de roovers, die de zorg voor de paarden
op zich hadden genomen, deze die.en yan
allo zij den bekeken en grooie te wondering
toonden voor hun schoonheid pil zuiverheid
van ras.
Vervolgens namen allen een teug wijn en
begonnen te overleggen ox'cr een blijkbaar
gewichtige zaak. De knecht van den Duit-
sohgjU hejjr, dje goed fg daardoor
ook iels van deze dieventaal verstond,' be
greep, dat hot hoofd, of liever de hoofden,
er niet waren en dat dezen rnceston wor
den gezocht.
Er xverd er «en op uitgestuurd, die zicb
verwijderd^ en goruimeu tijd weg blééf
zoadat de anderen inmiddels tijd had
den brood cn gsdnoogd vleesch te halen
en te snijden en het den gevaijgonén
voor ta zetten, die echter, deels omdat zij
nog niet. lang te voren hadden gegeten,
anderdeels, omdat zij zich niet op hun
gemak gevoelden, in deze omgeving, wei
nig daarvan gebruiken.
Eindelijk kwam de af gezondene terug:
hij1 kon blijkbaar de hoofdlieden niet
vinden, en sprak toien oen der roovers aan
du uzelf-K-, die» in de herberg was gewéést.
Date scheen oerst onwillig het hom gé"
vraagde te volbrengen, maar eindelijk stonu
hij' - op en ging naar de Duitschers toe, die
me t o ben gedaan liaddon.
„Hoe is uw naam?" klonk het barsch.
„Dat zal ik u zeggen, als het mij
wat beleefder wordt gevraagd, anders
nbt", antwoordde da graaf,
„Hoe is uw naam?" herhaalde de rop-
yer iets vriendelijker.
BS DMitsdiejc jyjyzglde vpg ovek,.y
St/tuffen", Zijn
„Mijn naam is Von
titel liet hij' achterwege.
„Hoo heet uw bediende?"
„FrLedrich Kennemann", antwoordde der
sa# zelf.
„Waar komt u van daan?"
„Uit Zuid-DuitsehLaJid."
„Hebt u geld bij u?"
„Niet veel".
„Hebt u cr edict?"
„Bij da grootere banken in Parma wel
licht oen weinig".
De ondervragende roover ging eeni#?
passen op zij, riep een hij
u ons duizend
do met dezen een poos.
Sirs" vemc^Wn,^n laten wy u vrij"
Don graaf was even oen blijde trek om
don mond te lezen; zijn list- was blijk
baar gaiukt; zij hadden hem voor niet
meer dan een gewonen reiziger of koop
man aangazien: hij had vjenvaclit, dat min
stens een tienmaal grooter losgeld zou zijn
gevraagd; maar hij liet niets merken en zei
„Het zal wellicht wel gaan, maar is
het dan ook zeker, dat wij los gelat cm .wor
dpn?"
Thans scheien de roover een oogenblik
vefontxvaardigd, „Weet u dan niet, dat
wij IWj,staan, op niets niggr geateid zijn
dan op onze eer?"
De graaf gevoelde grooten lust, met de
eer van bandieten fee spotben, maar be
greep, dat h&t beter was te zwijgen. „Dus
ik kan daarvan aeiker zijn, dat ik wordt
vrijgelaten zoodra do duizend daalder/
hier zijn?"
„Wij zweren heb u", sprak
üww vingars zijner rechterioand opstek0P
d^ welk voorbeeld door allo anderen
xvwrd aevolgd.
„üoed, geef dan papier en stuur een
noda naar Panna."
Terwijl de bandiet, die het woord had
gevoerd, acht&r een groot rotsblok ver
dween, om uit de grot, die zich daar bo-
vond, papier en inkt J» halen, namen de
beide Duitschers nu iets meer gerust, hun
omgeving eens op. Het vuur begon te ver
minderen en niemand legde daarop nieuxv,
hout. Sommigen der roovers sliepen reeds,
zoo languit liggend op het gras en nUon
in een deken gewikkeld: een paar keken
telkens in het bosch; zij' verxvachtten blijk!
baar dun hoofdman nog; een paar anderen
zaten te eten en te drinken en hielden,
het oog op den jongen man, <ho met
aandacht naar het gesprek tussoh^i d?
vreemden en den flopver had geluisteid^
- v- rWordt vervoigd.1