binnenland. DE ERFENIS. De R, Leergangen. De Nederlandsche Pauselijke Zouaven. Tuit onze oost Handel en Nijverheid FEUILLETON. VRIJDAG 22 OCTOBER 1920. F Vi Het curatorium de R. K. Leergangen .endt ons een brochure toe over de beteeke- Vis van deze instelling voor het R. K, Middel baar onderwijs en verzoekt ons hiervan een. ©enigszins uitvoerige bespreking te geven, Wij billijken dat verzoek na de gewek.ige inspanning, welke de stichters zich voor deze zaak hebben gegeven en gezien het buitenge woon groote nut, hetwelk de R. K. Leergan gen voor het R. K. Middelbaar onderwijs af werpen. Te recht wordt er in de brochure op gewe zen, dat een der vele en groote moeilijkheden om te komen, tot de s lichting van R. K. Koogere Burgerscholen en gijmnasia is, het vinden van goede leerkrachten. Lr wordt geen Katholiekendag gehouden geen onderwijs-debat in de Kamers gevoerd, geen hoofdartikel over het onderwijs geschre ven, of men stelt den docent eischen van vol maaktheid, zooals deze van bijna niemand anders gevorderd worden, men geeft hoog op van de groote waardeering voor degenen, die hun geestkracht hun talenten, lmn moreele toewijding aan het onderwijs geven. Dat alles is volkomen gemotiveerd, het is alleen maar jammer, dat er in de praktijk veel minder van deze waardeering terecht komt; clan alles zins billijk behoorde te zijn. De maatschappij waardeert den leeraar ten slotte niet. Hoe eer der dit verandert hoe beter, VoorLoopig past te grooter hulde aan degenen van het ont wikkeld en het bestudeerd Nederland, die des ondanks de voorkeur geven aan een leeraars- functie op een Hoogere Burgerschool of Dyia..asiu.n. Voor net onderwijs zelf is het een ernstig nadeel, dat het ambt van leeraar niet aantrekkelijker gemaakt werd dat het be- lef van de onafwijsbare noodzakelijkheid van „en corps goed geschoolde en moreel hoog staande docenten veel te weinig is doorge drongen. Dok bij de Katholieken ontbreekt dit te veel. Het is slechts een kleine groep deskundi gen, die er van doordrongen zijn. Uit hun midden is de stichting van de R. K. Leergan gen voortgekomen. Kaar doei is de opleiding van docenten, het daardoor bevorderen van de organisatie van het Middelbaar en Voorbe reidend Universitair Onderwijs. Er is behoefte te, nijpenue behoefte aan Roomsch Katho lieke Koogere Burgerscholen en Gymnasia daarmee in onverbrekelijke evenredigheid staat de vraag hoe de Leeraren- kunnen ge vonden worden. Een Roomsche Universiteit is Nederland nog niet rijk. De Openbare Uni versiteit is nooit bij machte geweest een vol doend aantal docenten af te Leveren voor de Gymnasia en de Iloogere Burgerscholen, dat was niet haar schuld, dat lag daaraan, dat het leeraarsambt te weinig aantrekkelijk w rd gemaakt en de docenten zich verplicht zagen een te groot aantal lesuren voor hun rekening te nemen, om in hun bestaan naar stand en ontwikkelingspeil te kunnen voor- zien. Hiernaast staat nog dit, dat de ervaring leert, dat niet-katholieken, met name niet- katiiolieke onderwijzers, veelvuldiger en ge makkelijker er toe over gaan urn de studie voor de een of andere middelbare akte ter hand te nemen. Dc omstandigheden, dat men voor opleiding aangewezen was op dure en uit een oogpunt van methode minder te preferee- reeren privaatlessen, heeft daartoe stellig bij gedragen, afgezien van het feit, dat aan de onderwijzers bij het Lager Onderwijs heel vaakgeenof ternauwernood faciliteiten toege staan worden in het belang van hoogere stu dies. Dit vraagstuk verdient de aan dacht van onze onderwijzers-organisaties, want voor hen geldt hier ook een standsbelang, Nu hebben de R. K. Leergangen van den beginne af aan de in alle opzichten betere methode van colle giaal onderwijs gevolgd, zij kónden ook daar door de studiekosten aanmerkelijk lager vast stellen, dan bij privaatlessen mogelijk is. Voor de religeuze Congregaties zijn de Leer gangen gewoonlijk de eenige gelegenheid gebleken voor hoogere studies Zeer duidelijk geldt dit voor de Zusters, maar ook de Oversten der Broeders en Fra ters gaan er niet dan met tegenzin toe over, de opleiding van hun leden toe te vertrouwen aan niet-katholieken, Tocli is dit herhaalde lijk moeten gebeuren, de nood drong, het kon niet anders,.totdat de R. K. Leergangen zich begonnen te ontplooien. Het is ons be kend, dat in sommige centra niet-katholieke leeraren de opleiding voor Franseh, Duitsch en Engelscli met verder uitstrekken dan de A- akte, welke slechts een gedeeltelijke onderwijs bevoegdheid verleent, niettegenstaande de hocge eischen, welke bij dit examen gesteld wurden religeiuzen, die zich aanmelden voor de studie der B-vakken, kregen stelselmatig niet thuis. Deze onduldbare wanverhouding kon grootendeels opgeheven worden door het werk van R. K. Leergangen. Te resultaten nu reeds door de li. K. Leer gangen behaald en uitvoerig in de brochure opgesomd, wettigen volkomen de conclusie, waartoe liet Curatorium aan het slot komt Uit de geschiedenis der R. K. Leergangen is overduidelijk gebleken hun recht van bestaan hun levensvatbaarheid, hun 'stuwkracht. Het merkwaardigst is, dat het begin der Stichting is aangepakt met hoogst beperkte, middelen, zonder cenige subsidie, met enkele particulie re bijdragen de belangstelling van Roomsch Nederland bleef beneden vriespunt. Er zou een bock te schrijven zijn over die eerste jaren zooals de stichtingsgeschiedenis van zoo meni ge Roomsche instelling, Orde, Klooster, Con- PTPPatie. St. VincentiuB gewoonlijk meest be- 0St. Vincentiu» gewoonlijk langwekkend is. De beproeving van het begin is de proefsteen bij uitnemendheid. Thans staat de Stichting op den tweesprong De ervaring bewees afdoend, dat haar eerste en belangrijkste taak behoort te zijn de vor ming van goede Roomsche docenten voor het Roomsch Katholiek Middelbaar en Gymna siaal Onderwijs. De daartoe vereisehte opleiding wordt ge deeling Handelswetenschappen. Art', a; der Statuten is daarop gericht „Het doel der Stichting is aan studeerenden een grondige studie.vorining te geven volgens den geest der R. IC. Kerk, meer bijzonder als voorbereiding tot de Middelbare-Akte-exa- mens in de verschillende vakken. Vermeldde het Programmaboek der R. K. Leergangen tot nu tóe verschillende andeie cursussen, wier kans op levcns-vatbaarhciu gedurende een achtjarig bestaan in het geheel niet gebleken is, deze zijn thans opgeheven. De periode van groei en uitbouw is voorloopig afgesloten, concentratie en verdieping is nu het streven van het Curatorium. De Rijksrcgeering heeft het belang en de verdiensten van de R. K. Leergangen reeds erkend door een waardevolle subsidie, daarin het voorbeeld volgend van de Provinciale Staten van Noord-Brabant en van de Gemeen te Tilburg. Wij vragen nu de daadwerkelijke belang stelling van Katholiek Nederland. Ket móge ongelooflijk lijken, toch is het waar, dat de Stichting tot nu toe heeft moeten werken met onvoldoende, nu en dan haast armelijke ge d- middelen, zoodat zélfs de herziening van de vanzelf ontoereikend geworden salarieering der docenten veel langer moest verschoven worden dan in de bedoeling lag. Ook de on misbare bibliotheek kou niet naar eiscli ver zorgd worden. Nog heden staan de R. K. Leer gangen voor een omvangrijk' tekort op de exploitatie. Een gevolg van al deze moeilijkheden, ook van de nooit geheel overwonnen onbekend heid met de beteekenis der Stichting, werd dat het nationaal karakter van de R. K. Leer gangen niet duidelijk genoeg kon uitkomen. Dc cursussen in Limburg en Holland konden zich niet voldoende ontplooien. De stad Utrecht zal leergangen gaan openen. Nu ook in Gelderland en Utrecht de stich ting van R- K. Middelbare Scholen en Lycea in voorbereiding is, nu in Holland enkele reeds begonnen zijn ch andere de gelegenheid tot opening verkennen, nu mag men het juiste oogenblik gekomen achten om in wijden kring de aandacht te vestigen, op het mooie beginsel c i het groote belang, dat door ce R. IC. Leergangen wordt voorgestaan. De Stichting heeft haar sporen verdiend haar geschiedenis bewijst het. Daarom is deze aanbeveling geen reclame in den gewonen zin van het woord. Ket onderwijs beeft immers altijd een streepje voor gehad bij de F at 10 te ken van Nederland. Dat mocht ook het cura torium weer ondervinden, toen het een beroep d^ed op den steun van particuliere zij.c. Velen gaven aan dit dringend en overtui gend verzoek gehoor, maar meerderen nog hielden zich afzijdig, enkelen misschien uit onjuiste antipathie, zeker echter de meesten, ondat zij niet goed wisten waar het om ging. Deze onwetendheid weg te nemen, dat hopen ondergeteekenden te bereiken door de ver spreiding van dezó brochure. Mogen velen er toe meewerken om aan de R. K. Leergangen te verzekeren de mogelijkheid voor een volle dige verdieping en ontplooiing. Helpt mede de onvermijdelijke, financieele lasten vermin deren in het belang van de Roomsche jeugd, van de Roomsche Middelbare School, van het Roomsch beginsel, geridderd in het Tee- ken des ICruises Ingezondeu. Onlangs, met mooi weer, gezeten op een bank in het Haagsche bosch was ik onge zocht toehoorder van een gesprek tusschen twee oud-strijders van Z. H. den Paus Pius IX, die elkander episoden mededeelden uit de veelbewogen jaren van 68—70. Beiden waren destijds met het Hollandsche contingent uitgetrokken als weleer de kruis vaarders en hadden zich geestdriftig onder hel heilig» vaandel geschaard» Inderdaad, het was een lust deze grijsaards- zoo geest driftig over, voor ons jongeren slechts alge meen bekende voorvallen, in bijzondeiheden te hooren uitwijden o. a. over Montana, waar beiden hadden gestreden. Verschillende staaltjes uit hun krijgsmans leven mocht ik zoo stilzwijgend aanhooren en wat mij vooral trof dat was het eerbiedige enthousiasme en de heilige geestdrift die in hunne gesprekken doorstraalde, hetgeen aan stekelijk op mij werkte, zoodat ik in stilte uitriep„O, mocht die heilige geestdrift ook ons jongeren in ruime mate ten deel vallen Hoe goed deed het een dezer ouden ten laat ste te hooren zeggen (onderwijl den andere daarbij glimlachend op den schouder klop pende) - „En nietwaar, jongen, als de Paus ons nog eens noodig mocht hebben, dan gaan wij weer. Ziet dat waren Ro.omschen, waardig dien naam te dragen. Langzamerhand kwamen de gesprekken op de dagéu i an heden, den grooten wereldoor log, dc dure tijden enz. enz. ik waagde 't, inij in 't gesprek te mengen en informeerde beleefd aan dèti oud-strijderdie 't dichtst bij iöij zat „En gij behoeft U zeker op Uw ouden dag niet bezorgd te maken voor wat Uw degelijk scha behoeften betreft, nietwaar en zult waar schijnliik een. pensioen of toelage hebben als omri t rijder De aangesprokene keek eerst zijn .huurman- mectestrijder even aan en sprak toen aarzelend „Ja, mijnheer, ik beu nu tachtig jaar,, woon bij een zoon in, die kleermaker is co. die zelf moeite heeft om rond te komen, zoodat ik, die ook kleermaker ben, om niet "al te veel tot last te ztjtrop m'n ouwe dag en voor zoover de oogen -het toelaten, zooveel mogelijk be hulpzaam' ben, want ziet U, de maandelijk- s he toelage.die ik ontvang bedraagt.... ..„ozers 1 Geloofsgenoten ik durf hier niet neer te schrijven, hét bedrag van die toelage, doch ik schaamde mij voor. dien grijsaard die goed en bloed feil, had voor den Paus.... Tegelijkertijd bekroop mij een vreesachtig gevoel. In mijn verbeelding hoor ik de hetho nend gelach en de demonische stemmen van de machtén der duisternis, van de z g. volks leiders en van al degenen, die met omverwer ping van orde en Gezag alles trachten te ver nielen, wat ons dierbaar en heilig is onder volks-misleidende en ij dele leuzen. Ket roode bloedspook van het Bolsjewisme doemde voor mij óp. Katholieken, jRoor s h-Katholieken t|Zoo als eenmaal die beide ouden gehoor gaven aan het heilige „Té wapen" van den Paus, zoo roep ik U thans toeTe wapen, voor deze ouden van dagen, deze oud "Strijders voor eerbied en Gezag der Kerk." Onze aloude eer verbiedt- ons te gedoogen dat deze braven een kommervol bestaan zou den lijden, wijl deze menschen, hoe kang men hen ook bedeelde, nochtans een voorhee d zijn voor de jongere generatie in trouw aan a Katholieke Kérk. Laat ons tegenover die enkele nooddruftige Zouaven die thans nog in leven zijn toonen, dat wij jongere zonen der Kerk, weten te waardeeren, datgene wat door alle eeuwen heen is gewaardeerd geworden, laat ons, zeg ik, goedmaken aan hen de thans levenden, datgene wat verzuimd is geworden of liever gezegd onvoldoende jegens hen betracht en hetgeen tot heden niet of nagenoeg niet in on ze kringen bekend is geworden, hetgeen dan allicht is te wijten of te danken aan het be scheiden stilzwijgen onzer zouaven. Moge dit schrijven komen onder de aan dacht der hocge kerkelijke waardigheWbe- klceders, opdat H. D. H. den stoot mogen ge ven, leidende tot een beweging, die (en daar twijfel ik niet aan) van zoodanigen aard moge wezen dat een rustige en onbezorgde oude dag het resultaat zij voor deze getrouwen en eventueel voor hunne weduwe, zoo zij die mochten achterlaten. Ik eindig met den oprechten wensch dat hun late levensavond nog verlicht mag wor den door de stoffelijke bewijzen der dankbaar heid van ons nakomelingen en dragers van eenzelfde leer, die ons Katholieken schraagt en die ook ons, evenals die ouden van dagen, paraat moge vinden, zoo dit van ons geëischt mocht worden» 'sGravefthage J- J- van REEKEN Wij willen deze aansporing gaarne plaat sen; ceii stoot voor een bmeging is echter niet meer noodig daar heeft het vorig jaar met goedvinden van Z. D. H. onzen Bisschop reeds Kapelaan van Leeuwen te Amsterdam gezorgd-Redactie. De kost zoo goed als een vrij mcr- fe t een groot gezin moet kunnen bestaan. DE HEER ISARCHANT BEKEERD. Gelijk loon voor gelijken arbeid, lijkt zoo eenvoudig en zoo rechtvaardig mogelijk. Onder de huidige omstandigheden is het intusschen niet te handhaven. Ontvangt dc eerste het loon van den twee den, dan kan hij er niet kernen. En richt men alle ioonen naar de behoeften van den kostwinner voor een greot gezin in, dan kunnen dc loonen niet betaald worden. Men heeft er derhalve het stelsel der kinder bijslagen op gevonden. Aan de linkerzijde, waar de groote gezinnen voortdurend zeldzamer worden, heeft men met kinderbijslagen weinig op. Men heeft de gewoonte er een loopje mee te nemen, van huwelijksbureaux en fokpre mies te gewagen. Heeft men den goeden smaak dit niet te doen, dan komt men in ieder geval met de opmerking, dat de kinderbijslagen het loon peil drukken en gaat men uitcijferen hoeveel ieder meer zou krijgen, indien het totale be drag der kinderbijslagen tusschen alle be trokkenen van een dienstvak werd verdeeld. Nu moet voorop staan dat de kinderbij slagen het loon niet mogen drukken dat allen van een behoorlijk loon verzekerd moeten zijn, en dat de kinderbijslag een som vormt, die anders niet zou worden uitgekeerd. Als de zaak goed geregeld is, mag niemand reden tot klagen hebbende vrijgezel met, omdat hij het volle loon ontvangt, dat aan de waarde van zijn arbeid beantwoordt de huisvader niet, omdat de bijslag een tege moetkoming vormt in de hoogere kosten, die zijn gezin hem oplegt. -In de Tweede Kamer, de „Volkskrant wijst er met voldoening op, heeft de leider der vrijzinnig-democratische partij, de heer Marchant, dit inzicht onderschreven „Hij erkende, dat voor de groote gezinnen bijslagen thans noodzakelijk zijn, en dat er nu eenmaal een marge is tusschen de behoef ten van gehuwden en ongehuwden. Verder verlangde hij, dat de bezoldiging, afgescheiden van den bijslag redelijk en vol doende zou zijn. Hiermee gaan wij, en gaan alle voorstan ders van een kinderbijslag accoord. En als ec bij de tegenstanders ook maar een greintje goede wil aanwezig was; als zn zich niet blind staarden op de „moderne gezinnen, doch iets voelden voor den nood der groote gezinnen, dan zou het uiterst ge makkelijk vallen tot overeenstemmibg te komen, 'omdat niemand wil dat, ten behoeve van de groote gezinnen, aan de vrijgezelier en de kleine gezinnen worde onthouden wat hun redelijkerwijs toekomt." DE ZUSTERS FRANCISCANESSEN TE SEMARANG. Het is thans 50 jaar geleden, sehirijft de „Java-Post", dat do Zusters Francis canessen der Congregatie van irieitnuy- sen te So mar an g aankwamen Daarmede begon de eerste stichting in Neder- landseh Indië van deze wijd vertakte bloeiende klooster-gemeenschap, die in Nederland in vijf Bisdommen van Duitsch- land in vier Bisdommen van Amerika vooral in Brazilië hare hiuizen telt en duizenden te genieten geeft van den arbeid eeaer godsdienstige aristocratie der Katholieke Kerk. Wie de lange lijst der stichtingen van deze dochters vaii St. Franciscus voor zich Reeft, kan Lezen hoe zy zich wijden aan de verzorging van wee zou en verla ten kinderen, aan de verpleging van zie ken cn ongeneeslijken uit alle standen hoe zij met zeer groot succes onderwijs geven aan het- kind der dorpsschool oven trouw als aan de dochters van ons volk aan de H. B. S. te Amsterdam; hoe zij met fijnen smaak on rijken kunstzin on derricht geven in kerkelijke en andere borduurkunst, even schitterend ais in an dere takken van liet kunstambacht. Wie hare Ruizen op Java kent zal be grijpen wat dc majestueuze inrichting te Larantoeka kan zijn. De scholen to Se- marang met het Instituut te Bangkoeng, de ZustersschooL te Djokja, hbt beken de internaat met scholen te Magelang spreken luide van edele toewijding de zer zusters; Mendoet is haar jongste en grootste gLorie op Java; die kloeke hui- zinge met haar veelzijdig onderricht en haar gezellig internaat is een juweel van de Katholieke Missie we durven zoggen een glanspunt van het Onderwijs aan Ja- vaanscho meisjes voor gehieei Nederland en Indië Wanneer wij daarenboven beschouwen het ingetogen alterstnhtendst leven der Zusters Franciscanessen, de heldbtiftigc zelfverzaking voor zulk groot werk gesta dig aan den dag gelegd dan zeggen wij dank. aan de brave Zusters en dank aan God, die dezen vuurhaard van CtVritas op Java heeft gelegd en steeds wijder verspreidt het verkwikkend aroom dier liefde., Juicht Zusters, wij juichen van ganscher h|irte met U om UI DE TOESTAND IN HANDEL EN NI T- VERHEID IN NEDERLAND. Men schrijft aan het „Hbld": „Zooals in de tijden van voorspoed de on mogelijkste dingen in het buitenland verteld zijn omtrent de ontzaglijke rijkdommen dia zicli in Nederland hebben opgehoopt gedu rende den oorlog, zoo doen op het oogenblik de tegenovergestelde geruchten de rondte, n> wij ons in tijden van reactie bevinden. Het valt niet te ontkennen, dat een stadium van achteruitgang in het zakenleven is inge treden. Dit beteekent echter nog niet, dat zij die hun zaken met voorzichtigheid gedreven hebben en in tijden van voorspoed voor vol doende reserves hebben gezorgd, niet een stootje kunnen verdragen. Tegenover deze voorzichtige kooplui zullen er natuurlijk zijn, die aan de toekomst niet voldoende aandacht geschonken hebben en voor deze categorie zullen de toekomstige tijden wel eenige zorg opleveren. Nu is het eigenaardig, dat een overgroot ge deelte van het publiek gaarne medewerkt, om de moeilijke tijden, die er waarschijnlijk voor menigeen al zijn, of voor anderen nog moeten komen, door overbodige en onvoor zichtige uitlatingen iti de hand te werken. Zonder dat men er belang bij heeft, maar ge deeltelijk uit leedvermaak en gedeeltelijk uit sensatielust, wordt over de financieele moei lijkheden van firma's gesproken, waarvan bij nader informatie blijkt dat het gelukkig slechts laster was. Ket ergste van deze zaken is, dat dergelijke praatjes niet binnen de grenzen van ons land olijven. Zoo werd ons deze week een brief uit Londen getoond, waarbij den te .Amsterdam wonenden agent van een der grootste textiel fabrieken werd medegedeeld, dat in een der Engelsche financieele bladen sprake was van een financieele debacle van den handel te Amsterdam en werd hem gevraagd of het wel raadzaam was de nog in nota zijnde orders der vier firma's, die met name in den brief vermeld stonden uit te voeren. ysf Voor zoover ons bekend, was ieder ie firma's voldoende gefunaeerd om de nooaige informaties naar Londen te verstrekken. Laat toch het Nederlandsche publiek in deze tijden vooral voorzichtig zijn en aan dl „on dits" niet mede doen. Ons is een geval bekend, dat van een zeer vooraanstaande firma hier ter stede, wier soliditeit boven allen twijfel verkevenis,praat jes de ronde doen, die, zoo deze firma niet zeer sterk financieel gefundeerd ware en bui tendien in het gelukkige geval verkeert zoo goed als geen crediteuren te hebben, ernstig/ gevolgen na zich zouden kunnen slepen. De firmant die gedurende de laatste jaren zeer hard gewerkt heeft en zich nauwelijks va- cantie heeft veroorloofd, bevindt zich nu voor een kleine ontspanning in het buitenland en van deze gelegenheid maakt het op sen satie beluste publiek gretig gebruik om de lasterpraatjes te verspreiden. Gelukkig zal het blijken dat onze Neder landsche Handel en Industrie sterk en krach tig genoeg zijn om de tijden die naar normale toestanden moeten leiden en die niet zonaa schokken zullen zijn, te kunnen doorstaan, maar dan moet ook ieder daaraan medewer- ken. Medewerking in dien zin dat er met werde „gepraat" maar „gewerkt". Onze handel met Mexico. Op het oogen blik wordt ia het consulaat van Mexico te Am sterdam een expositie gehouden van monster/ van Mexicaansche producten en artikelen, mei het doel den handel tusschen Mexico en Ne derland te bevorderen. Invoer van versche haring in Duitschland. De „Vissch. Get" ontvangt verschillende brieven om informaties, hoe het staat met den invoer van versche haring in Duitschland, welke kos ten daarop komen, of er rechten te betalen zijn, enz. In antwoord hierop meldt het blad, dat de invoer van versche haring ten eenenmale vrif is, en dat geen Invoerrechten behoeven betaald te worden. Alleen worden in de Ouitsche visscherij-ha- vens de gebruikelijke havengelden geheven. De ze bedragen te Geestemünde per 1000 K.G. slechts 5 pfennig zoo de visch niet door den af slag gaat De verkoop kan geschieden uit df vrije hand of door den Afslag. DE VIJFDE NEDERL. JAARBEURS. De Vijfde Nederlandsche Jaarbeurs word gehouden te Utrecht; ie. in het nieuw gebouwden Jaarbeursgebouw aan het Vredenburg. 2e. in tijdelijke gebouwtje» en paviljoens o| twee, in elkanders onmiddellijke nabijheid lig gende, openbare pleinen binnen de stad Het gebouw vormt een afgesloten geheel waarin nagenoeg alle groepen van Industrie ei landbouw benevens ook de koloniën vertegen woordigd Kuiten eijn. De tijdelijke monsterkamers cn paviljoens op het Vredenburg en op een tweede, in de oo middellijke nabijheid liggend jaarbeursterreua. s. Zijn heer daarentegen was aanhoudend ver vuld van gedachten aait zijn armen vader jn hoe deze misschien in dit zelfde bosch. a wellicht door deze zelfde roovers, was jedocd. Hoe gemakkelijk konden zulke kogels els ook liun langs da oorea hadden gefloten, iemand doodelijk treffen. En in do stilte van zijn hart ging oen dankgebed op tot God, die hem tot nu toe had gespaard en hem misschien wel juist daarom in lmn handen had doen vallen, om op het spoor te komen, dat hij zocht. Nadat zij een kwartier aldus voortgegaan waren, begon in de verte door de stammen Oen roode gloed zichtbaar te worden, stem men werden gehoord en na korten tijd kon mi-n een groot vuur zien, dat knetterend opvlamde en dikke rookwolken afwalmde, dia tusschen de bladeren verdwenen. Om hei vuur zaten or lagen in allerlei houdingen leen aantal mannen van hetzelfde soort als ar vier, die in do herberg hadden geze'en én roovers, dia hen begeleidde: ruwe jMtrek, moereiideols o.n^esftljreii éa Wét groo ts hoeden op. Alleen één zat daar, die blijk baar niet tot het gezelschap behoorde, het was gen jonge ina.tu met een vriendelijk gezicht, nu door een droeve ntrek verdonkerd. Hij sprong met de onderen op, toen de nieuw- aankomenden naderden, maar een gebaar van een der roevers gebood hein te blijxen liggen, waaruit bleek, dat hij ook een gevangene was. Nadat de roovers nan hun nieuwgekomen con fraters in een onverstaanbare boeventaal eeni- ga vragen hadden gericht en anlwoord ge- kregeu. hielpen zij de helde Duitschers af stappen, waarbij zij volstrekt niet ruw of hard te werk gingen, maar zelfs ceaige be'cél'd- heid loonden, die men niet van zulke men schen zou hebben verwacht. Zij waren edi tor blijkbaar gexvoon met personen van hooc.eti stand om te gaan en le.dden de Duitscfi'ers naar bet vuur, waar een hunner hun. een beker rooden wijn aanbood en een ander da reisdeken op den grond uitspredde, (er- wijl de roovers, die de zorg voor de paarden op zich hadden genomen, deze die.en yan allo zij den bekeken en grooie te wondering toonden voor hun schoonheid pil zuiverheid van ras. Vervolgens namen allen een teug wijn en begonnen te overleggen ox'cr een blijkbaar gewichtige zaak. De knecht van den Duit- sohgjU hejjr, dje goed fg daardoor ook iels van deze dieventaal verstond,' be greep, dat hot hoofd, of liever de hoofden, er niet waren en dat dezen rnceston wor den gezocht. Er xverd er «en op uitgestuurd, die zicb verwijderd^ en goruimeu tijd weg blééf zoadat de anderen inmiddels tijd had den brood cn gsdnoogd vleesch te halen en te snijden en het den gevaijgonén voor ta zetten, die echter, deels omdat zij nog niet. lang te voren hadden gegeten, anderdeels, omdat zij zich niet op hun gemak gevoelden, in deze omgeving, wei nig daarvan gebruiken. Eindelijk kwam de af gezondene terug: hij1 kon blijkbaar de hoofdlieden niet vinden, en sprak toien oen der roovers aan du uzelf-K-, die» in de herberg was gewéést. Date scheen oerst onwillig het hom gé" vraagde te volbrengen, maar eindelijk stonu hij' - op en ging naar de Duitschers toe, die me t o ben gedaan liaddon. „Hoe is uw naam?" klonk het barsch. „Dat zal ik u zeggen, als het mij wat beleefder wordt gevraagd, anders nbt", antwoordde da graaf, „Hoe is uw naam?" herhaalde de rop- yer iets vriendelijker. BS DMitsdiejc jyjyzglde vpg ovek,.y St/tuffen", Zijn „Mijn naam is Von titel liet hij' achterwege. „Hoo heet uw bediende?" „FrLedrich Kennemann", antwoordde der sa# zelf. „Waar komt u van daan?" „Uit Zuid-DuitsehLaJid." „Hebt u geld bij u?" „Niet veel". „Hebt u cr edict?" „Bij da grootere banken in Parma wel licht oen weinig". De ondervragende roover ging eeni#? passen op zij, riep een hij u ons duizend do met dezen een poos. Sirs" vemc^Wn,^n laten wy u vrij" Don graaf was even oen blijde trek om don mond te lezen; zijn list- was blijk baar gaiukt; zij hadden hem voor niet meer dan een gewonen reiziger of koop man aangazien: hij had vjenvaclit, dat min stens een tienmaal grooter losgeld zou zijn gevraagd; maar hij liet niets merken en zei „Het zal wellicht wel gaan, maar is het dan ook zeker, dat wij los gelat cm .wor dpn?" Thans scheien de roover een oogenblik vefontxvaardigd, „Weet u dan niet, dat wij IWj,staan, op niets niggr geateid zijn dan op onze eer?" De graaf gevoelde grooten lust, met de eer van bandieten fee spotben, maar be greep, dat h&t beter was te zwijgen. „Dus ik kan daarvan aeiker zijn, dat ik wordt vrijgelaten zoodra do duizend daalder/ hier zijn?" „Wij zweren heb u", sprak üww vingars zijner rechterioand opstek0P d^ welk voorbeeld door allo anderen xvwrd aevolgd. „üoed, geef dan papier en stuur een noda naar Panna." Terwijl de bandiet, die het woord had gevoerd, acht&r een groot rotsblok ver dween, om uit de grot, die zich daar bo- vond, papier en inkt J» halen, namen de beide Duitschers nu iets meer gerust, hun omgeving eens op. Het vuur begon te ver minderen en niemand legde daarop nieuxv, hout. Sommigen der roovers sliepen reeds, zoo languit liggend op het gras en nUon in een deken gewikkeld: een paar keken telkens in het bosch; zij' verxvachtten blijk! baar dun hoofdman nog; een paar anderen zaten te eten en te drinken en hielden, het oog op den jongen man, <ho met aandacht naar het gesprek tussoh^i d? vreemden en den flopver had geluisteid^ - v- rWordt vervoigd.1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5