EERSTE BLAD
BINNENLAND.
Indrukken van den dag
W0EHSDA6 27 ÖSY0BEÜ 1920
44ste JAARSAHG No 15273
BE ABONNEMENTSPRIJS BEDÜAA3T VÖQiï HAMLEMENAaeNTSCÜ&PPEÜi
PER KWARTAAL T 3.25
FRANCO PER PSST PER KWART. Bl'l VOORUiTBETALlMG f 3.57'/,
HASSAULAAH 49, HAARLESS. TELEFQ0S4 1426, 2741 EM 1748.
ADVERTENTIÊN 35 CENTS PER REGEE
BI} CONTRACT BELANGRIJKE KORTING-
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Wi-ET IK VEEL.
BEKROMPEN LEiDIHG?
Nederland en België
Binnenlandsch Nieuws.
BE AJtBE IDS WET 1S19 IN WERKING
Uit 'den aard der zaak is titans nog
niet te zeggen welken invloed do vaststel
ling van den verplichten arbeidstijd in
fabrieken of werkpLaataen op het indus
trieels leven zal hebben.
Voorzoo ver men in de Hoofdstad kan
nagaan, meldt V.D., brengt de uitvoering
der Arbeidswet geen groote wijzigingen
mede, omdat op vele fabrieken en werk
plaatsen de achturige werkdag reeds was
ingevoerd of de 45-urige werkweek bijna
was benaderd.
Zoo wordt in de diamantindustrie ge
durende tal van jaren 47 uur per week
gearbeid. In dezen werktijd is nu een be
langrijke verandering gekomen door den
tijdelijkea maatregel tot inkrimping van
den arbeidsduur tot 32 uur per week
in verband met de iieerschfeiide crisis in
üo briLantindustris. In de roosjesbranche
wordt thans acht uur per dag en op Za
terdag vijf uur gewerkt.
I>e persoaeolen in het dames- en hlee-
renkleedingbedrijf werkten volgens een
bestaande cotlectievo arbeidsovereen
komst 48 uur per- week en deze arbeids
duur wordt thans teruggebracht op 45
uur. Het gevolg is dat de thans van kracht
zijnde uurioenen v;oor de kleermakers,
kleermaaksters en naaisters met een vijf-
en veertigste (dat is twee-derde pUt.)
verhoogd worden, omdat de weeklooneu
door de verkorting van den arbeidstijd
niet verminaerd mogen worden.
In het sigarenmakerabeariji is de 45
urige arbeiusweek reeds in het op 22
Maart j.L afgesloten collectieve contract
vastgesteld.
Ook in het bouwbedrijf bestaat een col
lectieve arbeidsovereenkomst, waarin de
werkweek op 4o uur is bepaald.
Voor de slagers bestond voorheen geen
bepaalde arbeidsduur. He slagersgezellen
zuilen nu acirt uur per dag werken en
in plaats van een vrijen Zaterdagmiddag
op Dinsdagmiddag vrijaf krijgen. JJe sla
gerswinkels zuilen in het vervolg op Dins-
uagmiddag gesloten zijn.
He speciale bepalingen, die in de Ar
beidswet voor den aroeid in do broodbak -
kerijen zijn vastgesteld, wareu tevoren
ook te Amsterdam reeds geldend, inge
volge do beslaande gemeentelijke verorde
ning, die nu is komen te vervallen. Het
buiten werking sietien dezer verordening
brengt voor de Amsterüauiscke burgerij
mede dat wee» versolt brood vóór li
uur 's morgeus te verkrijgen is.
In hoeverre vervolgens voLaan is aan
de overige bepalingen der Arbeidswet in
zake het vernod van uen kinderarbeid,
ue voorschriften betrelienie gezondheid
en veiligheid \aa jeugdige personen en
vrouwen, het aanwezig zijn van arbeids
lij.steu en arueidsregisiers alsmede van
arbeidskaarten voor jeugdige personen en
gehuwde vrouweu, zal later blijken.
HULPVERLEEN ING AAN DE GEES LELIJK
HEID VAN O. EN H.
DE STAKETS VAN 8 JUNI JL VOOR
HET SCHEI! SGEiiECHT.'
R. K. HANDELAREN IN KOLONIALE-
WAREN.
Te Utrecht is een algemeen® vergade
ring gehouden van den R. K. Bond van
Handelaren in Ko loni ale - w aren en a«jv
verwante Artikelen. Slechts enkele van
de 60 uitgenoodirde plaatselijke vereent
gingen waren vertegenwoordigd. Door den
voorzitter, den heer R. Wirtz, vertegen
woordiger van 't Nat. Hanzebureau, werd
verwondering uitgesproken over 1 feit,
dat van de 28 vereenigingen in t Bis
dom Haarlem, geen enkele vertegenwoor
digd was.
Foreiitr -n treinen AmsterdamHet Goot
De heer Otto, lid der Tweede Kamer,
heeft aan den Minister van Waterstaat
de volgende vragen gericht:
Zijn dien Minister reeds de ernstige be
zwaren gebleken, die de regeling van de
z.g. forensentreinen uit Amsterdam naar
het Gooi des n.m. oplevert, met name
dat de vier treinen, die gedurende den
winterdienst 19191920 tusschen 4.50 en
5.35 en gedurende den zomerdienst 1920
tusschen 4.50 en 6.07 liepen, thiana toé
één trein te 4.56 zijn ingekrompen?
Zoo ja, is de Minister dan bereid zijn
invLoed aan te wenden teneinde in dez»
regeling verbetering te verkrijgen?
Invoer van gouden en zilveren voor
werpen uit Dnil&chland. De heer Haa-
zevoet heeft aan den Minister van Finan
ciën gevraagd:
Wil d|e Minister een onderzoek doen in
stellen en aan de Kamer mededee-
ling doen van het resultaat van dit on
derzoek omtrent de juistheid van hpt
volgende
dat herhtaaldelijk met ontduiking van
invoerrechten, uit Duitech'land gouden en
zilveren voorwerpen in ha If -af ge werk tea
staat worden ingevoerd;
dat de invoer van deze voorwerpen ge
schiedt om nadat zij h[ier te lande,
vooral te Rotterdam, voorzien zijn van
het in art. 13 der Waarborgwet bedoeU&e
meeeterteeken door hot Rijkskeurmierfc
gewaarborgd te worden;
dat zij daarna weer naar Duitschland
teruggezonden worden om aldaar cLe ver
dere afwerking te ondergaan, teneinde
als Nederlandsch fabrikaat en door da
Nederlandsche wet gewaarborgd gehalte
in den handel te worden gebracht, om
dat de Nederlandnche Waarborgstempel
in den handel veelal op prijs wordt ge
steld.
Is de Minister bereid, indien het hier
boven medegedeelde juist is gebleken,
maatregelen te nemen os. door het
aanstellen van vakkundig bekwame con
troleurs teneinde de Nederlandjscha
goudl- en zilver-industrie, die na het slui
ten van den vrede een kwijnend bestaan
lijdt, tegen deze oneerlijke concurrentie
te beschermen?
DE AFKONDIGING DER WET OP HET
LAGER ONDERWIJS.
De Staatscourant van Dinsdag 26 Oct houdt
de Wet in van 9 Oct. 1920, tot regeling van hst
Algemeen vormend lager onderwijs. Zij kan
worden aangehaald onder den titel van „Lager-
onderwijswet 1920" en treedt in werking op 1
Januari 1921.
DE HOEDANIGHEID VAN HET REGBE-
RINGSMEEL.
Het lid der Tweede Kamer, de heer
A. P. Staalman, had critiek uitgeoefend
op de slechte kwaliteit van het regee-
ringsbrood, daarbij do schuld op de bak
kers leggende.
Naai- aanleiding hiervan deelt nu
COURANT
f»FR WEEK 5 f (1
BUREAUXt
114.
DE VOLKSTELLING.
In de dagbladen komen thans oproepingen
voor naar beambten, die eenigen tijd dienst
willen doen als volkstellers. Ondanks het aan
vankelijk verzet van den Minister van finan
ciën zal immers de 10-jaarlijkschc volkstelling
vóór 1 Januari 1921 doorgaan. Dat de regee
ring er een oogenblik over heeft gedacht, om
de telling van alle ingezetenen op Nederland's
bodem maar een keertje over te slaan, is te be
grijpen. De kosten aan papier en verder ma
teriaal, aan salarissen vooral, worlen te samen
op zeventien Ion gouds geraamd. En over zulke
bedragen denkt zelfs een beheerder van een
schatkist van honderden millioenen nog wel
eens na, alvorens ze uit te geven. De vraag was
nu maar of het nut der volkstelling tegen een
dergelijk belangrijk financieel offer op
woog. Van de noodzakelijkheid om een nauw
keurig volksregiser te hebben, was de Lands-
regeering wel overtuigd.
Maar men redeneerde in den Haag aldus:
door de distributie-maatregelen der laatste ja
ren vooral de broodkaartenregeling heeft
elke gemeente haar bevolkingsregisters zóó
nauwkeurig in orde gemaakt, dat heet een over
bodigheid is om nu weer opnieuuw een ont
zaggelijke administratie in elkaar te zetten.
Maar de voorstanders van de volkstelling wis
ten de Regeering van het tegendeel te overtuiu-
gen. Men zeide, dat juist door de distributie-
maairegelen de registers in de war waren ge
raakt.
Had men vroeger absoluut geen persoonlijk
belang om zijn vestiging of vertrek in of uit
een gemeente op te geven, aangifte van geboorte
en overlijden te doen, in de oorlogsjaren was
men liever tweemaal dan eens ingeschreven. De
Directeur van het Amslerdamsche bevolkings
bureau deelde indertijd een hem bekend geval
meue van iemand, die in zes gemeenten stond
ingeschreven. Daarbij komt de overstrooming
met vreemdelingen, waaraan ons land de laat
ste zes jaren onderhevig was, waardoor mede
vele registers hopeloos in wanorde moeten zijn
geraakt. De voorstanders van de doorzetting der
nieuwe tien-jaarlijksche volkstelling verwachten
dan ook, dat de uitkomst ditmaal in tegen
stelling met vroegere tellingen een kleiner
getal inwoners zal opleveren, dan thans wordt
aangenomen. En tegenover de regeering ge
bruikten zij dit als een argument. Gelijk be
kend is de veel gewraakte financieele verhou
ding tusschen Rijk en gemeenten thans zóó ge
regeld, dat het Rijk aan de gemeente uitkeerin-
gen doet per hoofd der bevolking. Blijkt dus
het aantal inwoners eeneer gemeente kleiner te
zijn, dan nu wordt aangenomen, dan is dat
een voordeeltje voor de schatkist
Of dit laatste argument den doorslag gegeven
heeft, weten wij niet. De volkstelling gaat in
leder geval door.
Nu zal menigeen dit motief al weinig krach
tig vinden en vragen: is er geen grooter nut bij
de volkstelling betrokken dan alleen de weten
schap hoeveel Nederlanders er nu precies op
31 December bestaan?
En dit is inderdaad de kern der kwestie.
Een volkstelling om de tien jaar is voor de
statistiek van overwegend belang; en het mag
als bekend worden verondersteld van hoe groo-
te waarde de statistische wetenschap tegenwoor
dig is.
Bij de volkstelling gaat het niet uitsluitend
om het getal der inwoners, maar ook om hun
leeftijd, burgerlijken staat enz. Herhaaldelijk
zien wij de wetgever, de man der wetenschap,
de socioloog enz., naar de statistiek grijpen.
Noemen wij eens het trefffen van maatregelen
in het belang der volkshuisvesting. Geen maat
regel tol bestrijding van den woningnood is mo
gelijk, wanneer niet bekenl is, hoe groot het
aantal gehuwden is hoeveel gezinnen er zijn
van bepaalde grootte enz.
Bij de bestudeering van de gevolgen van ver
woestende ziekten, tuberculose, griep enz. is het
van bet grootste belang te weten, hoeveel sterf
gevallen er op rekening van een bepaalde ziek
te geschreven moeten worden, hoe oud de ge
storvene was enz.
Zoo zijn vete voorbeelden te noemen.
Men neemt b.v. aan, dat het gemiddelde ge
zin in Nederland bestaat uit man, vrouw en
drie kinderen en maakt aan de hand van dien
maatstaf berekeningen over noodzakelijk ge-
zinsloon, betrekt dat getal in belastingverorde
ningen, neem! het als punt aan bij maa'regelen
van duurlebestrijding enz. Tocli is het noodig
van tijd lol lijd de juistheid van zulke getallen
te controleeren.
De oorlog heeft bovendien grooten invloed op
het leven uitgeoefend, waarvan de gevolgen in
een goede statistiek zullen uitkomen en waar
van de wetenschap belangrijk kan zijn. Aan een
goede volkstelling zitten groote voordeelen vast.
Liggen de cijfers eenmaal voor ons, dan kun
nen wij er uit lezen den voor- en achteruitgang
der kerkgenootschappen in vergelijking met 10
jaar geleden. Al geeft het lidmaatschap van een
kerkgenootschap nu niet direct een aanwijzing
voor ieders persoonlijke godsdienstigheid, over
het geheel genomen kan eer toch de toe- of
afname der godsdienstloosheid en de voor- en
achteruitgang van bepaalde kerkelijke richtin
gen uit worden afgeleid.
Wij denken verder aan een huwelijksstatistiek,
aan een overzicht der echtscheidingen en der
gelijke, die wij door een nieuwe volkstelling rij
ker worden. Het aantal gedetineerden in de ge
vangenissen kan een beeld geven der criminali-
teit en zoo hangt er met het bevolkingsvraag
stuk zeer veel samen.
V 'o dus binnenkort zijn verplichte opgave
foot de
nieuwe tien-i.aarlijksehe volkstelling
doet, kan er zich van overtuigd houden, dat
hij geen nutteloos werk verricht, maar mee
werkt aan een goede zaak.
Dezer dagen heb ik een beetje gelachen,
schrijft „Criticaster" in de „Resb." met het
iVolk", dat drie, viermaal spotte met het vor
stelijk maal, door de Holland-Amerikalijn ta Rot
terdam aan de persmenschen aangeboden, ter
wijl de directeur van dat blad zelf meesmulde
van de kapitalistische gaven der „scheepvaart
baronnen".
't Is blijkbaar nog erger geweest dan ik
schreef. In het onbenullig bijblaadje van het
„Volk", de „Notenkraker", dat week-in-week-uit
willens en wetens scbeeve voorstellingen geeft
en de arbeiders tracht te verneuriën, komt nu
cok een schitterend vaer3 voor over het maal
ie Rotterdam, welke vaers erg persoonlijk is
en dies blijkbaar van dien directeur zelf afkom
stig. Of hebben er soms meer lieden van het
„Volk" gegastreerd?
De directeur vertelt daar, dat hij niet alléén
naar 't congres (en da rest) geweest is, maar
met vrouw en dochters, ja 't heele gezin en dan
rijmelt hij o.a.:
's Middags zijn we wezen eten
Bij een groote Stoomvaartlijn)
't Was een kost'lijke traktatie,
Heer! Wat was dat eten fijn!
Waarom ik me liet trakteeren,
Door het Scheepvaartkapitaal?
Weet ik v 11 Ken i k die heeren?
't Was een zalig middagmaal."
De arbeiders zullen de fijnigheid van dit ver
slag naproeven. Want hier wordt in korte woor
den inderdaad heel de socialistische praetijk be
zongen. Als ze maar smullen kunnen, tot mid
dernacht toe, niet waar Kleerekooper en Wijn
koop! dan kan (le rest hen niet bommen. Of
ze erger dan de kapitalisten doen, wat maakt
het? „weet ik veel! 't Was een zalig maal!" Of
ze de arbeiders door hun dolle theorieën ten af
grond leiden, weet ik veel, als ik maar op de
ruggen der zwoegers omhoog klautert Of ze dood
en verderf over 't land brengen, wat maal ik er
om, ais ik maar genieten kan.
Er is tegenwoordig veel voor de arbeiders
te leeren, zegt het „Volk" van Zaterdagavond.
Zeg uwes dat wel, juffrouw. „Als ze maar goed
uit hun doppen kijken." Nu dat doen ze tegen
woordig bepaald, gezien de duizenden die cito
cito de rangen van N. V. V. en Wijnkoop ont
vluchten. Ze beginnen ouderscheid te zien
tusschen de rechtvaardigheid, het solidarisme en
de naastenliefde van het Christendom en het
egoisme van het socialisme, welks voornaamste
ginsel is: het belang van het volk, weet ik
veel!
„Den voorzitter Kooien werd hel verwijt van
bekrompen leiding door Mr. Troelstra toege
voegd", schrijft de anti-rev. „Rotterdammer.'
„Een kwartier mocht hij slechts sprekenl Hij,
evenals ieder ander.
Alleen de interpellant mocht spieken zonder
eenige beperking.
Die interpellant was de sociaal-democraal
Van den Tempel, die twee lange redevoeringen
hield.
En na hem oreerden nog de heeren Van
Stapele, Troelstra, Hermans, Kleerekooper en
mevrouw Groeneweg.
Het sociaal-democratisch gemoed kon zich dus
vrij ontlasten.
Bekrompen leiding zoo men wil, maar dan
toch eene, die het socialistische getuigenis onbe-
krompen tot haar recht deed komen.
Wat wil Mr. Troelstra meer?"
BELGIë EN DE SCHELDE.
De Belgische bladen „La Gazette" en „Het
Laatste Nieuws" vestigen, naar men uit Brussel
aan de „N. R. Ct." seint, de aandacht op een
stuk van Fuss Amore, een Belgisch journalist, in
de „Mercure de France", waarin aan baron
Beyens, gewezen minister van Buitenlandsche
Zaken te Havre, verweten wordt, indertijd niet
in het aanbod van Briand, die aan België had
voorgesteld den linker Schelde oever te an-
nexeeren, te zijn getreden. Tijdens de bewind-
voering van Briand, aldus buss Amore, stak
Frankrijk ons een reddende hand toe. Het kwam
er op aan, ons na de overwinning den linker
oever der Schelde en het beheer van haar uit
monding terug to geven. Briand stelde voor aan
onzen minister van Buitenlandsche Zaken, baron
Beyens, aan den heer Cambon, den Franschen
gezant te Londen, onderrichtingen te geven, er
naar strevend om de Engelsche regeering te win
nen voor die teruggave van onze natuurlijke ver
dedigingsmiddelen. Baron Beyens weigerde, en
het is terecht, dal Briand in een brief aan Cam
bon, onlangs overgedrukt door „L'Eclair", zich
over die weigering verbaasde. Men mocht hem
nochtans niet verzoeken, meer bezorgd te zijn
voor de Belgische nationale belangen, dan de
man, die zeer beneden zijn taak stond en die
opdracht had ze te verdedigen.
„Het Laatste Nieuws," dat steeds tegen alle
annexionisme gekant bleef, commenteert dit stuk
terecht als volgt: Zoo dus, omdat de heer
Beyens geen land wou rooven en ons in geen
oorlog wou meesleepen met Nederland, was hij
voor zijn taak niet berekend. Annexionisten, zoo
als Fuss Amore, houden er inderdaad een zon
derlinge mentaliteit en een bijzonder proza op
na. Zij zouden gansch Nederland annexecren en
met het onnoozelste gezicht van de wereld bewe
ren, dat het Engelscli grondgebied was. Wij wen-
schen integendeel den heer Beyens met zijn
waardige houding geluk, en alle eerlijke lieden
zullen ex dezelfde opvatting op nahouden.
Bij liet Priestercoaiilé tot hulpverleening aan
de Geestelijkheid van Oostenrijk en Hongarije,
(Zwijsensiraat 5, rilburgj, j3 ingekomen van:
1 tot en met 15 October 3.037.90 Kr. 7.400
R.M. 303.50.
Vorige opgaven bedroegen 20.558.39 Kr.
107.400.70 R.M. 1.276.50 Frs. 15.
Zoodat in totaal is ingekomen 24.190.29 Kr.
114.806.70 R.M. 1.585 Fr. 15.
Levensmiddelen voor Duitschland. Naar
men uit Leipzig aan de „N. R. Crt." meldt, ver
toeft de Saksische minister van volksvoeding
thans in Nederland en heeft hier, door bemid
deling van een Amslerdamsche firma, voor 125
inillioen mark levensmiddelen, leverbaar binnen
een week, gekocht t. *v. 10.000 centenaar eetbare
vetten, 50.000 centenaar reuzel en 50.000 cente
naar Amerikaanscb spek.
Toestand van arrestanlenlokalen. De Minis
ter van Rinnentandsche Zaken heeft aan Gede
puteerde Staten der onderscheidene provinciën
verzocht een onderzoek in te steilen naar de
vraag, ol de gemeentebesturen voh.oen aan de
aanwijzingen, vervat in 's Ministers circulaire
van 17 Januari 1900 betreffende de inrichting
van arrestantenlokalen, waarbij dan tevens zou
zijn na te gaan, welk soort verblijfplaats hel
lokaal zelve is, waarin arrestanten opgesloten
worden.
MISLUKTE LEENING.
Naar de „Tel." - verneemt, heeft het resultaat
van de inschrijving der 7 leaning Amsterdam
'niet aan de verwachtingen voldaan.
Het scheidsgerecht voor de gemeentewerklie
den te Amsterdam heeft een openbare zitlin"
gehouden Ier berechting der demonstratieve
stakers van 8 Juni.
Het scheidsgerecht was voor deze zitting als
volgt samengesteld: prof. Uir. Paul Scholten,
voorzitter, L. Jonker, J. G. Visker, G. J. N. van
Lingen en mr. G. van den Bergh.
Een schrijven was ingekomen van de Gaswer-
kers-Vereeniging Verbetering zij ons Streven,
met verzoek den heer v. Liugen R.-K. niet in
het scheidsgerecht te laten zitten in verband
met zijn houding bij de poststaking aangeno
men.
De voorzitter zeide, dat het scheidsgerecht
niet bevoegd is verandering in het scheidsge
recht te brengen, zoodat aan dit verzoek niet
kon worden voldaan.
De heer Vink kreeg daarop verlof namens
de Gaswcrkersvereenigir.g Verbetering zij ons
Streven bovengenoemd schrijven kort toe te
lichten. Hij betoogde, dat de heer Van Lingen
niet de man is, waaraan de arbeiders hun zaak
willen toevertrouwen. Hij stelde derhalve voor
de zitting van het scheidsgerecht te schorsen
ten einde alsnog een ander lid in plaats van
den heer Van Lingen te benoemen.
De voorzitter antwoordde aan dit verzoek
niet te kunnen voldoen.
Hierop verlieten circa 25 leden der genoemde
Gaswerkersvereeniging de zaal, daar zij niet in
beroep bij een dergelijk samengesteld scheids
gerecht wilden gaan.
Toen de rust was teruggekeerd, conslateerde
de voorzitter, dat de menschen die zijn weg
gegaan, hun beroep op het scheidsgerecht in
trekken.
Verder stelde hij vast, dat thans alle aanwe
zigen stakers waren en hij vroeg of er onder
hen nog personen zijn, die hun houding als
stakers wenschen toe te lichten.
Een der wdiklieden verklaarde daarop, dat
hij op 8 Juni j.l. in staking was gegaan, omdat
door zijn organisatie besloten was tot een sta
king als protest tegen de anti-revolutiewet.
Hierop was het woord aan de verdedigers,
die door de diverse gemeentewerklieden-orga-
nisaties waren aangewezen.
De heer B. Lansink Jr., die als verdediger
der federalisten optrad, betoogde dat de ge
meentewerklieden niet alleen het recht, maar
ook den plicht hadden, om als protest tegen de
reactie te staken.
Spr. concludeerde, dat de gemeentewerklie
den, die aan de staking van 8 Juni hebben
deelgenomen, niet gestraft mogen worden, doch
integendeel een eeresaluut diende te worden
gebracht, omdat zij den geest van Thorbecke
hebben opgehouden.
De heer N. van Hinte verdedigde daarop de
modern-georganiseerde gemeentewerklieden. Hij
zeide, dat de modernen ook in de toekomst
hun stakingsrecht niet zullen prijs geven, voor
namelijk wanneer het gaat tegen de reactie.
Vervolgens betoogde spr., dat alleen de direc
teuren, die onder de wethouders Wierdels R.K.
en De Vlugt A.R. werken, hun werklieden voor
straf hebben voorgedragen. De directeuren on
der den soeiaal-democratischen wethouder De
Miranda stellen echter geen straf voor, zoodat
zich hier z.i. een groole moeilijkheid voordoet.
Spr. concludeerde, dat er niet gestraft mag
worden: le. omdat niet tegen de gemeente is
gestaakt; 2e. omdat de staking was een daad
van noodweer; 3e. omdat een deel der direc
teuren geen straffen heeft voorgesteld en er
dus niet met twee malen gemeten mag worden;
4e. omdat niet gehouden is aan art. 42 van hel
Werklieden reglement, in zake het hooren der
beklaagden; en 5e. omdat het Werkliedenregle-
m.ent in deze kwestie niet voorziet
De heer Ratté voerde daarop de verdediging
voor het neutraal georganiseerd overheidsper
soneel.
De heer Bakker sloot zich namens de typo
grafen ter Stadsdrukkerij aan b(j de verdedi
ging der vorige sprekers.
De heer Siebelink trad ten slotte als verde
diger van de Jeugdorganisatie Verbetering zij
ons doel op en vroeg eveneens de stakers niet
te straffen.
Een andere gemeentewerkman, die herhaal
delijk sprak over de samenstelling van hel
scheidsgerecht werd door den voorziter tot de
orde geroepen.
Hij vroeg geen clementie, doch zou de even
tueel opgelegde straf met fierheid dragen.
De volgende spreker ried het scheidsgerecht
aan zoo zwaar mogelijk te straffen, want dien
tengevolge zou hij gesterkt worden in den
strijd voor de communistische gemeenschap.
Straf zooveel mogelijk besloot spr. want
dan zal de tijd nog spoediger komen, dat wij
tot u kunnen zeggen: Heeren, opdonderen.
De uitspraak volgt later.
NEDERLAND EN BELGIë.
In het voorloopig verslag op de Staatsbegroo-
ting wordt medegedeeld, dat uit de desbetref
fende zinsnede in de Troonrede opgemaakt is.
dat de Regeering de verhouding met België niet
als van hartelijken aard beschouwt. Met de door
de Regeering tegenover België gevoerde politiek
kon men zich zeer goed vereenigen, doch men
zou gaarne daaromtrent iets naders vernemen.
In het bijzonder wcnschte men te weten, wat de
inhoud is van het niet afgesloten tractaat met
België. Dal de Regeering niet treedt in een mili
tair verbond met Frankrijk en België, werd al
gemeen instemmend begroet; men had echter
met eenige verwondering kennis genomen van
de uitlatingen van den heer Palijn, te Brussel,
dal „de atmosfeer" voor zulk een verbond er
„nog niet" is. Gaarne ontving men van de Re-
ggeering de pertinente verklaring, dat zij in een
dergelijk verbond niet zal treden.
Volkomen onjuist. Het „Berl. Tgblt." had
medegedeeld, dat er onderhandelingen gaande
zouden zijn tot hel sluiten van een Nederland-
sche valutaleening in Amerika tot een bedrag
van f 250 millioen. Naar het „Hbld." van zeer
bevoegde zijde verneemt, is dit bericht volko
men onjuist. Vermoedelijk berust het op aan
biedingen, die reeds verschillende keeren van
Amerikaansche zijde zijn gedaan, maar die van
zoodanigen aard waren, dat men hier te lande
geen termen heeft kunnen vinden, om ernstige
besprekingen over deze aanbieding te openen.
DE UITVOER VAN KAAS.
De „Tel." meldt, dat een hoeveelheid van drie
en een half millioen kilo kaas ten uitvoer zal
worden toegelaten, welke hoeveelheid be
schouwd moei worden als een voorschot op de
hoeveelheid die het eerstvolgend half jaar In
tolaal uitgevoerd zal mogen worden. De regee
ring is hiertoe overgegaan om de fabrikanten
in staat te stellen aan de vraag van 't oogen
blik in Duitschland le kunnen voldoen.
DE GEMEENTEFINANCIëN.
In de Tweede Kamer heeft de voorzitter na
mens de Regeering medegedeeld, dat een Wets
ontwerp tot verhoogiug van de uitkeering aan
de Gemeenten heet Departement v. Binnenland-
sche zaken heeft .verlaten. Verder deelde de
voorzitter mede, dat een Wetsontwerp ten aan
zien van een belasting op de waardevermeer
dering van bouwterreinen ten behoeve van d*
Gemeenten in voorbereiding is.
De drooglegging der Zuiderzee. De voor-
loopige werkzaamheden lot drouglegging der
Zuiderzee zullen
voor zoover zij dit jaar
zouden worden uitgevoerd binnenkort wor
den beëindigd. Dezer dagen is het laatste zink-
sluk in het Amsteldiep naar beneden gegaan.
De arbeiders aan deze werkzaamheden zijn
reeds vertrokken. Ook de baggermolens zullen
spoedig vertrekken.
DE VERPLICHTE LICHAMELIJKE ONT
WIKKELING.
De „Tel." is in staat gesteld, het volgende te
onlleenen aan de Memorie van Toelichting van
den Minister van O. K. en W. op het te ver
wachten ontwerp van wet tot regeling van de
üchameelijke ontwikkeling van de rijpere man
nelijke jeugd.
De minister herinnert er aan, dat de over
tuiging steeds meer veld wint, dateen behoor
lijke lichamelijke ontwikkeling op geheel het
organisme van de jeugd een zoo gunstigen in
vloed kan uitoefenen, dal daardoor alle ver
standelijke, zedelijke en lichamelijke krachten
worden gediend. Daarom is in de jongste wijzi
gingswetten op het middelbaar en voorberei
dend booger onderwijs de lichamelijke oefe
ning als verplicht leervak opgenomen en is da
nieuwe lager onderwijswet is hetzelfde het go-
val.
Tot versterking van de persoonlijke, moreels
en nationale kracht is de minister van oordeel,
dat het gewenscht is in deze richting nog een
belangrijke schrede vei der te gaan, want de ge
noemde voordeelen zullen in nog veel grooter*
mate worden verkregen wanneer hetgeen op dit
gebied In de school is geleerd onmiddellijk daar
na in 't leven wordt hijgehouden en ontwikkeld.
De 8-urige arbeidsdag en de vrije Zaterdagmid
dag bieden thans bovendien voldoende gelegen
heid tot nuttige in- en ontspanning.
Minister De Visser ontving gisteren tal van
telegrammen van hulde.