TWEEDE BLAD DE ERFENIS. Treurig en onwaardig. Wat de Pers zegt BUITENLAND FEUILLETON. WOENSDAG 27 OCTOBER 1920. .VERLANGENS, De „Maasbode" bespreekt in een artikel „Desiderata" (verlangens) het einde van den schoolstrijd zonder, naar zij zegt, voorbij te zien, dat deze strijd weer kan herleven. Intnsischien komt titans voor de E. K. partij de tijd „om haar volle aan dacht to schlenken aan groote vraagstuk ken, die in het Boomschj) leven aan de orde zijn gesteld." Bedoeld worden eco nomische problemen, zoowel als een zui ver geestelijk belang: de missiën, „Wij meenen nu reeds te mogen vast stellen, dat door de belangstelling in de missie ons Koomsche volk ook meer de aandacht zal gaan schlenken aan de koloniën, en dan moeilijk een andere conclusie zal kunnen aanvaarden dan dezedat wij tegenover onze koloniën een plichtsverzuim hebben gepleegd, dat met voortvarendheid moet .worden vereffend. r Zoo zal de missie-actie, als een zijde- iingsch maar hleiizaam gevolg, bij ons volk de noodzakelijkheid eener Kathjj- .liek-kolouiale staatkunde bepleiten, ter wijl binnen korter of langer tijd bij onze partij zal worden aangeklopt, om scher pe eu afdoende formuieering onzer kolo niale desiderata." i„ i t t i I "t .Tenslotte uit het blad nog een verlan gen van eenigszins anderen aard. Over taL van ernstige vragen van gemeentepoli tiek 'heersch|i binnen de partij veel ver schil van meening (sociale taak der ge meente; verhouding tusschiea particuliere en gemeentelijke liefdadigheid; geme entte- telijke bedrijven en diensten^, j „Nu zouden wij niet gaarne wenschen, dat betreffende deze problemen een wet ,van Meden en Perzen zou worden afge kondigd, maar toch sch(ijnen de thans bestaande programs niet voldoende als leiddraad te kunnen dienen. Wij vreezen ,wel, dat dergelijke vraagstukken niet Zóó de aandacht trekken van ons Hoom- Bche volk dan de twee eerstgenoemde, doch de politieke omstandigheden dwin gen ons, ze onder Üe oogen te zien. De evenredige vertegenwoordiging deed ook daar, waar onze plaatselijke politieke invloed van weinig beteekenis was, on ze getalsterkte en onze macht, doch daar door tevens de verantwoordelijkheid on zer Eaadsfracties toenemen. En die poli tieke macht kunnen wij niet ten volle ten bate van het algemeen aanwenden, zoolang wij aarzelend en weifelend de schreden zetten op den weg der commu nale politiek. i j Wij willen ons-natuurlijk met deze op merkingen niet stellen in de plaats Üer politieke leiding van onze partij, doch wij hebben voorat de aandacht willen vestigen op belangrijke vraagstukken die door deze leiding binnen korter of iangter tijd aan de orde zullen moeten wordlen gesteld. DE MIJNWERKERSSTAKMG. GEMENGDE BU1TENL BERICHTEN, y. Men kan van een socialist niet ver-vachten, dat hij over minister Aalberse met wsvvdeering spreekt naar aanleiding van het tot ..tand ko men van den achturen-werkdag; noch veel min der, dat hij hem daarvoor ruiterlijk hulde brengt. Onder al de politieke partijen is er geen, die zoo is ingenomen met hetgeen zij zelf heeft ge wrocht of heeft meenen te wrochten, dan de Socialistische. t Geen enkele partij in 't land ie er, die er Zich zóó op toelegt om verdiens'tit uitstekende [Verdiensten zelfs, van niet-pai-tijgenooien op maatschappelijk gebied, te negeeren, te kieinee- ton en als 't maar eventjes kan weg to moffe len of te cijferen, dan de sociadst'sche. Het zal dan ook niemand, die den aard van het socialistische beestje kent, verwonderen, dat noch „Het Volk", noch een der socialistische hoplieden, ook maar één woord van erkentelijk heid over heeft voor Minister Aalberse, den man, aan wien de arbeiders den acht-uren-werk dag te danken hebben. Maar heigeen de heer Schaper over dien Vlag aan het adres van den Minister schrijft, loopt toch de spuigaten uit, is in hooge male ergerlijk. Deze man, die verdiensten te boeken heeft Voor het tot stand komen van den achtur/,a-dag schijnt het niet la kunnen verkroppen, dat niet i ij algemeen als d e man geprezen en gevierd Wordt, aan wien de arbeiders den werkdag van acht uur te dank'en hebben. In „Het Volk" geeft hij schamper op de Re geering af, omdat zij voor enkele bedrijfstak ken een overgangstijdperk van twee jaar toe- Stond. En een open deur trapt hij in, wanneer hij in het zelfde blad opkomt voor de winkelbedien- den, de „kantoorslaven" en anderen, opdat dezen Pok ten spoedigste deelachtig worden aan de voordeden der wettelijke bepalingen. De heer Schaper weet heel goed, dat hij Vaar voor niel behoeft op te komen. Hij kan dit gerust aan den Minister van Arbeid overlaten, die naarstig doende is om in een en ander te voorzien. Als een demagoog ontpopt zich de heer Scha per, wanneer hij in „Het Volk" de „bourgeoisie' ten tooneele voert en haar verwijt dat zij met woede haar weerzin tegen den achturen-werk dag verkropt en niets liever zou wenschen dan een krachtproef voor verlenging Van den ar beidsduur. Dat zijn onbewezen beschuldigingen den heer Schaper onwaardig. Maar het verfoeilijk beginsel van den klassen strijd, het beginsel van den haat tegen allen, die niet tot den arbeidersstand behooren, is oor zaak, dat iemand van wien men het niet zou verwachten, zich zoo treurig en onwaardig aan stelt als de heer Schaper het bij deze gelegen heid doet. WERKVERNIETIGING. Ook in ons blad is men in den laatsten tijd meermalen gestuit op berichten vanigeheele of gedeeltelijke sluiting van fabrieken of werkplaat sen hier te lande. Het kan niet anders of dit bedenkelijk ver schijnsel doet menigeen, op de eerste plaats de er bij betrokkenen, den a.s. winter donker in zien. De „Nieuwe Crt." wijst in dit verband er op, dat het nu pas October is en de Arbeidswet nog moet worden ingevoerd. Daarna vervolgt het blad; „Het was begrijpelijk, dat de stelselmali- ge bemoeilijking der bedrijven door het op- drijven van loonen en het voorschrijven |van maatregelen, die de kosten van het pro duct zeer belangrijk verhoogen, woest ..den tot vernietiging van werkgelegenheid, mede door de omstandigheid dat het werk zoo veel duurder wordt, maar de stem dergenen die dat betoogden was als die van een die roept in de woestijn. .Wat de arbeidsvernietiglng betreft, men heeft daarvan staaltjes gehoord uit de druk kerswereld, waar de sterk gerezen prijzen van het drukwerk ten deele het gevolg van de collectieve arbeidsovereenkomst tal van firma's er toe brengt, veel minder werk van dien aard te laten doen en zich met allerlei mechanische middelen tot reproduc tie van machineschrift te doen .behelpen. In de textielindustrie bespeurt men reeds sedert eenige maanden weer sterk de mede dinging van Duitschland. In een hedrijf, dat zijn eigen garen spint, verhaalde men ons, dat men reeds weer .voor een groot deel Duitsche garens bezig de omdat die van 10 tot 20 pCt. goedkoo- per waren in prijs, dan de zelf vervaardig de, hoewel deze fabriek, wat bedrijfsorga nisatie en technische inrichting betreft, de vergelijking met geen enkele fabriek behoeft te schuwen. Onder de arbeiders in Twenthe zijn er dan ook zeer velen bij wie het besef begint te ontwaken dat de limiet van hetgeen zij kunnen eischen is bereikt, voor zoover niet reeds overschreden, maar dat besef is el ders nog allerminst. Nog een dezer dagen zagen w(j in een der sociaal-democratische dagbladen een stuk je, waarin het meer eischen als iets van zelfsprekends werd behandeld. De grens van het economisch-mogelijke .wenscht men niet te zien. Ja, de catastrophe, die daaruit voort vloeien moet, schijnt niets afschrikwek kends te hebben voor deze blinde leidslieden. Zal men elders een sterker besef toonen van de noodzakelijkheid om coute que cou- te vernietiging van arbeidsgelegenheid te voorkomen en bij de uilvoering van de wet- Aalberse begrip toonen voor de buitenge wone moeilijkheden waarin tal van bedrijven door dezen maatregel geraken? De uiteenzellingen door den minister ge geven ter verdediging van het toestaan van een overgangstijd voor bepaalde takken van nijverheid, geeft hoop, dat de arbeidsin spectie van de zijde van het departement zeer zeker niet gedreven wordt in de rich ting van een kleven aan de letter der wet bij, de uitvoering daarvan." DE GROEI VAN DE ZELFZUCHT, We lezen in de „Nederlander"; „Iemand, dia in het algemeen van oordeel is, dat de loonen van het postpersoneel her ziening naar boven behoeven, die bovendien den dienst van het bedrijf der Posterijen en Telegrafie uit eigen ervaring kent, bleek ge troffen door het feit, dat de roerigste ele menten onder degenen, die in d« laatste da gen het land dupeerden, werden gerecruteerd uit de jongeren. Dezen, voegde hij er aan toe, hebben het beter dan zy het ooit hebben ge had; hun verdiensten zijn zeer veel booger geworden, maar hun uitgaven, althans van de jongelui, die in het ouderlijk huis kunnen blijven, zijn lang niet in diezelfde male geste gen. Op kantoren waar cantines zijn voor het personeel, ervaart men het best hoe royaal de ze jonge lieden het voor zich zelf nemen. Onze zegsman zal zeker niet zonder ver wondering tenzij hij het blad kent uit „Het Voik" van gisterenavond vernomen heb ben, dat het personeel uit puren honger het werk heeft neergelegd. .Wanneer wij zeiden, dat er niemand onder deze stakers is ge weest, die uit honger liccft gestaakt, zouden wij meer zeggen dan wij verantwoorden kun nen, maar „Het Volk" neemt het zoo nauw niet en gebruikt de woorden die zijn klanten het liefst hooren. Intusschen, hetgeen hier ge zegd werd, is ons slechts aanleiding om iets anders te zeggen, dat ook alweer geen nieuws is, maar niet genoeg kan worden herhaald. Dit namelijk, dat met het toenemen der loo nen ook de zelfzucht groeit. Wij hebben ge legenheid gehad om in den laatsten tijd her haaldelijk te ervaren, dat jonge menschen die loonen hadden van, laag genomen, der tig gulden p. w., die dan soms nog van eenig Armbestuur afhankelijk waren, uiet meer. dan een-derde van hun loon afdroegen, een be drag, waarvoor ze nergens onderkomen en verzorging zouden vinden, gelijk ze die thuis hebben. Vraagt men dan waar de menschen de rest van hun geld laten, dan is het ant woord in de meeste gevallen: de bioscoop voor jonge meisjes vooral, de opschik. Het gevoel dat de kinderen in de eerste plaats geroepen zijn om voor de ouders te zorgen, althans mee te zorgen, schijnt gaandeweg af te slijten; de gemeenschap moet het maar doen. En zoo is er in menig opzicht al geen verandering van onze Staatsorde in de socia listische meer nóodig, om te komen tot een toestand, waarbij een staatsburger van de wieg tot het graf aan de vaderlijke zorgen van den staat (of van de gemeente) en zijn ambtenaren overgelaten wordt. Al wat ideëel is, al wat aan het karakter bouwt, al wat zelfverloochening eischt, wordt meer en meer als onnoodige ballast beschouwd; zor gen wil men niet meer: de ouders wenschen geen kinderen vanwege de zorg, en de kin deren verwijzen hun ouders liever naar „de bedeeling" dan dat ze zelf meezorgenen bovenal moet de Staat zorgen dat de loonen stijgen om aan de zorgen voor vermaak en kleedij bet hoofd te bieden." De wereld verwacht misschien iets, voor ver betering van den eceonomischen toestand, van conferenties en geleerde vertoogen, door staats lieden en economen met groote kennis en toe wijding opgesteld. Maar zoolang er niet een krachtig verzet komt tegen het groeien, en het aankweeken vooral van oe zeltzucht, waarvan de kiemen liggen in elk menschenhart, en die we dan ook niet alleen bij de arbeiders aan treffen, zoolang zal de wereld zien dat zij in al hare verwachtingen bedrogen uitkomt Het Engelsche Ministerie van Arbeid heeft eenige cijfers gepubliceerd omtrent de werkloos heid, ontstaan tengevolge van de staking der mijnwerkers. Tot en met 21 October j.l. werden in verschillende fabrieken ontslagen 60.803 werk lieden, Van deze waren 28.535 betrokken bij de ijzer- en staalindustrie, 6295 bij machine- en scheepsbouw, 8473 bij de textielnijverheid en 7500 in andere bedrijven. Het aantal werklieden ontslagen door vermindering van personeel be droeg 102.062, waarvan 67.056 van de ijzer- en staalindustrie, 22.141 bij machine- en scheeps bouw, 2115 bij de textielnijverheid en 10.350 in andere bedrijven. Het aantal werklieden, arbei dende gedurende minder uren bedroeg 89.366. Sedert zijn die cijfers uitteraard nog belangrijk gestegen. Een "oed teelten bij de onderhandelingen tusschen "regeering en mijnwerkers-leiders is, dat laatstgenoemden erkennen, dat de productie vermeerderd dient te worden, Volgens den parle mentairen medewerker der „Times" wordt de inhoud der regcerings-voorslellen geheim gehou den, doch algemeen wordt blijkbaar aangenomen, dat beide partijen in hun eischen ietwat heb ben toegegeven. De regeering, dus heet het, is bereid dadelijk loonsverhooging toe te staan in een of anderen vorm, in verhouding tot de steenkool-productie. De mijnwerkers-leiders van hun kant schijnen bereid hun eisch om beslist twee shillings te krijgen te laten vallen en te zullen toestemmen dat een loonsverhooging, nu gegeven, binnen korten tijd herzien zal worden in verband met de productie en de kosten voor levensonderhoud. Ook wordt beweerd, dat de mijneigenaars nieuwe machinerieën zullen moe ten geven, waar die noodig blijken; dat mijn- comité's zullen worden gevormd uit de mijneige naren en mijnwerkers om uit den weg te rui men datgene wat vermeerdering der productie ifa den weg staat en dat een nieuw stelsel om de loonen te regelen zal worden in het leven ge roepen. Bovendien zou overwogen worden In verband met de winsten uit de industrie ge maakt en de kosten van levensonderhoud in te stellen een nationalen loonraad. Terwijl beide partijen blijkbaar niets liever wenschen dan tot een schikking te komen, be slaat er onder de leiders der mijnwerkers zeiven eenige twijfel of de mijnwerkers zullen willen aanvaarden eenige regeling, die geen dadelijke loonsverhooging insluit. Het federatie-bestuur der mijnwerkers besprak Maandagavond de resultaten van het onderhoud dat de leiders met Lloyd George hadden gehad en gingen uiteen tot gisterenochtend negen uur. Hodges heeft verklaard, dat tot heden niets is geschied, hetwelk aan de voortzetting der be sprekingen met de regeering in den weg zou kun nen staan. Het uitvoerend bestuur van de mijnwerkers heeft toegestemd in het heropenen van de offi- cieele onderhandelingen met de regeering. DE TOESTAND IN IERLAND. Financiecle moeilijkheden. Volgens den Dublin-correspondent van de „Times" wordt van Dublin Caslle gemeld, dat door liet krachtdadig optreden van politie en militairen een aantal Iersche republikeinsclie lei ders in ernstige financieele moeilijkheden ver keert en hun gezinnen afhankelijk zijn van de republikeinsclie fondsen. De financieele nood der Sinn Feiners schijnt groot te zijn. In een, eenige weken geleden, in het huis van John O'Connell, kapitein der Queenslown-compagnie, gevonden schrijven, dat gericht was aan den nu overleden lord-mayor van Cork, wordt vermeld dat de kas der Sinn Feiners er door den nood zakelijken onderstand van velen, berooid begint uit te zien. Uit Amerika werd zéér weinig geld ontvangen en men tracht geld bijeen te brengen, door concerten, whistwedstrijden e.d. De dood van Mc. Siviney. Het overlijden van den Lord-mayor van Cork, na precies 73 dagen, 12 uren en 40 minuten van hongerstaking, heeft in Cork groote verslagen heid gewekt. Tal van personen zijn van Dublin en Cork naar Engeland overgestoken om den 'uitvaartdienst bij le wonen, die in de St. George- kathedraal te Southwark (Londen) zal worden gehouden. Het is vrijwel zeker dat het stoffelijk overschot van Mc. Swiney naar Ierland zal wor den overgebracht om daar te worden begraven. Volgens een door Dublin Castle bekend gemaak te verklaring zullen er bij de begrafenis geen beperkende maatregelen worden getroffen. De stoet zal evenwel door een krachtige troepen macht worden vergezeld. Aangaande de laatste oogenblikken van den Lord-mayor wordt nog gemeld, dat de broeder van Mc. Swiney en vader Dominicus, de geeste lijke, den geheelen Zondagnacht in de gevangenis zijn gebleven. Om vijf uur 's ochtends verzocht de gevangenisdokter den geestelijks aan het sterfbed te verschijnen. Mc. Swiney lag roerloos op zijn bed, volkomen buiten bewustzijn, doch de oogen open. De dokter gaf hem een inspuiting die echter geen uitwerking had. Eenige oogenblikken later stierf de Lord- mayor, terwijl de geestelijke en de broeder van Mc. Swiney in het Iersch den rozenkrans baden. De moordaanslagen. Bij de bespreking der Iersche toestanden in het Lagerhuis heeft de minister voor Iriand, Sir Hamar Greenwood, verklaard dat, niettegen staande de jongste gewelddaden, de politiek der regeering succes had. Het aantal gewelddaden nam belangrijk af. Het gaat nu tusschen de moordenaars van het republikeinsclie leger en de Britsche regeering. Drie Iersche politiebeambten zijn gisteren in Galway doodgeschoten, toen een patrouille van een sergeant en negen manschappen door gewa pende mannen in een hinderlaag werd gelokt. DE DUITSCHE HOOGESCHOOL VOOR POLITIEK. Te Berlijn is de universiteit voor politiek dus met eenige plechtigheid geopend, zooals door ons reeds is vermeld. De president van het bestuur, de gewezen minister Drews, heeft in zijn openingsrede ge zegd, dat deze universiteit een Duitsche school moet zijn, niet in de chauvinistische betee kenis van het woord, doch in dezen zin, dat alle politieke problemen behandeld moeten worden van het standpunt: wat heeft het Duitsche volk noodig om te leven? Hierdoor zal ontstaan een sterk volksbewustzijn. Politiek willen is niet te leeren, dat is een quaestie van karakter. Doch het politieke intellect kan vergroot .worden. Hoe grooter het politieke weten, des te grooter de waarschijnlijkheid dat de wil van hen, die zich met politiek bezig houden, het juiste nastreeft. De universiteit moet en kan de beweegkrachten der massa leeren kennen, haar richting en sterkte. Zij wil een school zijn, waarin geen systemen, doch levende dingen geleerd worden, die nog vorm moeten aannemen. De minister van buitenlandsche zaken, dr. Simons, betoogde dat de revolutie uitgebroken ij, omdat er onzexerneia neersente in net vol* of het politiek wel goed geleid werd. Nu moet de nieuwe richting van de politiek ijverig onder wezen en geleerd worden. De rector magnificus prof. dr. JSckh herinner de er aan, dat in 1872 te Parijs werd opgericht de „Ecole libre des Sciences politiques," met het doel de nationale wedergeboorte na de neder laag van 1870/71 te bevorderen. Deze school is echter een broeinest geworden van het revanche- imperialisme. Dat wil de Duitsche universiteit niet zijn. Zij wenscht mee te werken tot de gees telijke en moreele wedergeboorte van Duitsch land en van een nieuw Europa in den geest van den vrede. Reeds nu hebben zich meer dan honderdvijftig toehoorders aangemeld. DE VERKIEZING VAN DEN DU1TSCHEN RIJKSPRESIDENT. Op den partijdag der Duitsch-Nationalen werd een voorstel ingediend, volgens hetwelk de Rijksdagfractie met alle middelen op de bespoe diging van de verkiezing van den rijkspresident moet aansturen. Verder werd een motie inge diend, waarin tegen de verdeeling van de Duit sche koloniën onder de Enlenle-mogendheden wordt geprotesteerd en van de regeering wordt geëischt, dat zij Duitschlands koloniale belangen met kracht zal behartigen en tegen elke^schen- ding van het vredesverdrag zal opkomen. REGELING DER PASPOORTEN. De conclusies van de transito-commissie in zake de paspoortenquaestie, grensformaliteiten en rechtstreeksche plaatsbewijzen, welke de Raad van den Volkenbond gisteren behandelde, leidden tot de vaststelling van een uniform soort pas, waarvan de tekst en de kosten voor alle landen dezelfde zullen zijn. De passen zullen in het Fransch gesteld worden, maar voorzien zijn van een vertaling in de taal van het land, welke de passen afgeeft. Ook is de gelijkmaking van de douaneformali teiten vastgesteld. Men verwacht, dat het nieuwe stelsel binnen drie maanden in werking kan treden. KRASSIN. De „Manchester Guardian" verneemt uit Riga dat Krassin uit Londen is teruggeroepen, en tot vertegenwoordiger der Sovjet-regeering in Ber lijn is benoemd. Litwinof is met een speciale missie naar China vertrokken. EEN DIEFSTAL VAN 9.070.000 FRANCS. Negen millioen zeventig duizends frs. zijn ge stolen uit een belastrtg- en registratiekantoor t* St. Denis. De ambtenaar, die in het huis waar het kantoor gevestigd is, woont, was Zaterdag middag tegen vier uur even naar Parijs gegaan, en keerde om negen uur terug in zijn woning. Een oogenblik later ging hij in de buurt dineeren. Thuis gekomen, merkte hij dat het slot van de voordeur was verbroken. Bij een poging om de voordeur te forceeren, hoorde hij aan den binnenkant plotseling meubilair vallen, terwijl personen liard weg liepen. Toen hij met behulp van buen het huis was binnengekomen, bleek het kantoor geplunderd. Verschillende effecten en andere geldswaardige papieren tot een be drag van 30.000 frs. waren verdwenen. Verder was verdwenen een pak zegels van de weelde belasting tot een waarde van 9.040.000 frs. MODERNE BLAUWBAARD. De „Daily Mail"-correspondent te Los Ange los maakt melding van de arrestatie van Jo seph Gillam, beter bekend als „blauwbaard Watson" die bekend heeft 21 vrouwen te heb ben getrouwd, waarvan hij er negen binnen 2C maanden tijd vermoord heeft. Binnen tien maanden huwde hij tien vroiv wen, daarvan hij er acht om het leven bracht Er verliepen tien maanden tusschen den acht- sen en den negenden moord. Bekwame detectives bespeurden hem en wis ten genoeg bewijzen tegen hem bij te brengen, totdat Gillam hun de plaats aanwees, waar hij zijn laatste slachtoffer had begraven, nadat hem was toegezegd dat hij, indien hij bekende, niet met doodstraf doch met levenslange ge vangenisstraf zou worden gestraft Hij had door mooi klinkende huvvelijks-adver- tenliën zijn slachtoffers tot huwelijk bewogen. Zijn laatste vrouw kreeg verdenking omdat Gillam altijd met een geheimzinnige zwarto tasch reisde en nam een detective in den arm, die den man begon na te gaan met het boven beschreven resultaat. AANVAL OP EEN SLAAPWAGEN. Toen Donderdag j.l. een trein van Chicago naar New York, bestaande uit een aantal slaap wagens, vaart verminderde om het station Buf falo le bereiken, sprongen, dus wordt aan de „Daily Mail" geseind, drie met revolvers ge wapende bandieten op den trein. Een treinbe* ambte, die hen poogde af te weren, werd ern stig door een revolverschot gewond. De ban dieten drongen een der slaapwagens binnen en dwongen de passagiers op te staan en zicli te begeven naar het achtergedeelte van den wa gen. Terwijl een der roovers de passagiers in bedwang hield, roofden de anderen uit de slaap- „Stil nu eens, ik wil je een voorsiel doen, verkoop mij die enveloppe niet de snippers Voor honderd daalders, dan zijn iwij quitte, is dat goed?" „Honderd daalders voor dio enveloppe? .0 ja, zeker vind ik dat goed, als moeder 't wil, maar zij zal 't ook wel willen, daarvan ben xk overtuigd. Dank u wel, signoro, „En nu," zei de graaf, nadat de opge wonden jonkman zijn hand had gegrepen en die aan de lippen gebracht, „nu moet je me nog eens nadere bijzonderheden vertelléo over dien Duitschen heer, die veel bij j« vader, kwam." „Ja, wat zal ik u zeggen: hij was uit Duitschland hier gekomen om geld te halen o signer^, kijk eens, wie daar aan komt..." ,,ïk zie niets dan die twoe vrouwen." „Die. twee vrouwen, dat is mijn moeder £n.... en... do jongeman bloosde Marietta." „Mijn arme, beste jongen, klonk het al uit da verte. „Mijn eenige zoon, honderd jAYeesgegroetjes zal ik bidden lol dankbaarheid voor je redding en een kaars otteren aan O. L. Vrouw van Loreto. Mijn hart staat stil, als ik ter, aan denk, wat ik heb go- leden dezer dagen, nu je in handen der roovers waart. We waren juist op weg om te zien of we niets van je konden ont dekken, al was 't maar, dat we wisten, dat je niet dood was, want o, wij hebben zoo'n angst .uitgestaan, Mariette en ik." Zoo zou da gelukkige moeder wellicht nog lang gebabbeld hebben, als niet haar, zoon haar in da rede was gevallen en haar had gezegd, den üuitscher te begroeten, aan wien nij zijn redding te danken had. „Maar modder, ;er is een voorwaarde, voor dio honderd daalders wil mijnheer die enve loppe hebben met dat zegel en d e snippers er in, die we in vaticrs kkeren hebben gé- vonden." „O zeker kan mijnheer die krijgen, wat hebben wij er aan, o mijnheer, wat ben ik u dankbaar." De oude vrouw greep de hand van don gnaar en wilde die aan haar lippen brengen, toen zij op tens met nauw. keurige blikken den ring bekeek, dien hij droeg. „Alle heiligen in don hemel, dat is het zelfde, dat is nat zoo'n zegel als op den nnef staat, dat is hetzelfde wapen, precies hetr zalfde, dig krpisgn en baken, precies. Bel is of h.et met uw ring is gemaakt, signore,; o zeker het is zoo en dan kunt u mis- seliien ook zeggen, .waai: ons geld is ge bleven." „Zeggen kan ik niets, omdat ik niets weet," antwoordde de graaf, die met d© groot- sta belangstelling naar deze nieuwe aanwij zing had geluisterd, „maar misschien kom ik wiel spoedig iets te weten en dan zal ik uw belangen evengoed behartigen als de mijne. Maar wij naderen de stad en ik verlang naar eten, .wij zullen dus doorrijden en dan kom jij straks in den „Hertog van Toskan©", daar reken ik op." Meteen gaf hij, gevolgd door zijn knecht, zijn paard do sporen en onder de zegenwen- schen van moeder en zoon reden zij de stad in, waar zij spoedig den „Hertog van Toskane" hadden bereikt. III. Een half uur later, nadat graaf Von Stauf- fen voor zich en zijn knecht een verblijf naa besproken, dat minstens twee a drie weken, maar misschien veel langer zou duren, en na dat hij zich op de Item aangewezen kamer eenigszins had opgefrischf-, trad hij de eet zaal van den „Hertog van Toskane" binnen. In do lengte stond een lange talël, de *cn bediende bezig was te wrijven en bij de ramen slond-m .overal kleine taleitjes, waarvan »f een was gedekt en van brood, vleesch en wijn voorzien. De bediende wees aeu graaf zijn ontbijt aan en ging daarna zwijgend weer aan zijn werk, terwijl de graaf ook zonder iets te zeggen begon te eten. Nadat hij vrij veel had gebruikt en telkens en telkens uit het raam had gekeken, blijkbaar elk oogenblik den jongen man met de zoo ge- wichtige enveloppe verwachtende, stond hij eindelijk ongeduldig op en fiep met haastige passen heen en weer, bij elk venster naar bui ten ziende, rechts en links zijn blikken slaan de, daar hij niet wist van welken kant Piëtra moest komen. Opeens trof een hevig geschreeuw en ge twist zijn oor, een schelle, snijdende vrouwen stem overstemde het soreien en snikken én klagen van een meisje en, hoewel niet géwoon zich mot andermans zaken te bemoeien, deed hij toch onwillekeurig de deur open naar de gang, vanwaar de stemmen kwamen. Daar zag hij een oude rimpelige vrouw met e©n bezem gewapend, die dreigend tegenover een jong meisje stond, dat alwerend den arm voor 't gezicht hield, maar opeens naar hem toeliep: „O, signore, wat ben jk blij, dat .u daar bent, u kunt getuigen.. „Houd je mond," vjel da oude haar sner pend in de rede, „die hooge heer komt niet m? da plaatsen, waar jij loopt te slenteren en te luieren, houd je mond, zeg ik je." „Als ik even een enkel woord mag zeggen," ziei de graaf, tusschenbeide tredend., „dan moet ik verklaren, dat dit meisje van morgen niet heeft geslenterd bf geluierd, maar dat zij oirr een goede rede is uit ge weert, al bad zij beter gedaan toestemming te vragen." „U. kent haar niet, signore,' zei de oude vrouw op bijzonder vleiende wijze, ,,u kent liaar niel, z'j is ren kal," en zonaer ant woord af ta wachten, verdween zij. „Wat .was dat, Marietta," vroeg de graat aan h©t snikkende meisje^ „was je zonder to&slemining uitgagaan?" „O, signor©, ik hoef toch geen toestem ming aan alle knechts en waschvrouwen ta vragen, maar ik ben hier in huis een voetveeg die door ieder wordt gescholden en bij nio mand goed kan doem Ik wou. dat ik hier maar weg was, o, als u eens wist, .wat hier. voorvalt, wat ik soms zie en afluister, ik heb h^t pooit aan iemand durven verteilen, zelf» niet aan mijn Piëtro, o daar is hij," riep üe* meisje, op eens kleurende en na ham eéa vrifiuüelijken blik toegeworpen te hebben, véij dween zij en liet den graaf met Piëlro alleen. Want hij was het, die binnentrad en op een wenk van den graaf achter dezen aan naai bovgfl ging.t - - (Wordt vörvolc<Lv

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5