TWEEDE BLAD
DE ERFENIS.
Treurig en onwaardig.
Wat de Pers zegt
BUITENLAND
FEUILLETON.
WOENSDAG 27 OCTOBER 1920.
.VERLANGENS,
De „Maasbode" bespreekt in een artikel
„Desiderata" (verlangens) het einde van
den schoolstrijd zonder, naar zij zegt,
voorbij te zien, dat deze strijd weer kan
herleven. Intnsischien komt titans voor de
E. K. partij de tijd „om haar volle aan
dacht to schlenken aan groote vraagstuk
ken, die in het Boomschj) leven aan de
orde zijn gesteld." Bedoeld worden eco
nomische problemen, zoowel als een zui
ver geestelijk belang: de missiën,
„Wij meenen nu reeds te mogen vast
stellen, dat door de belangstelling in de
missie ons Koomsche volk ook meer de
aandacht zal gaan schlenken aan de
koloniën, en dan moeilijk een andere
conclusie zal kunnen aanvaarden dan
dezedat wij tegenover onze koloniën
een plichtsverzuim hebben gepleegd,
dat met voortvarendheid moet .worden
vereffend. r
Zoo zal de missie-actie, als een zijde-
iingsch maar hleiizaam gevolg, bij ons
volk de noodzakelijkheid eener Kathjj-
.liek-kolouiale staatkunde bepleiten, ter
wijl binnen korter of langer tijd bij onze
partij zal worden aangeklopt, om scher
pe eu afdoende formuieering onzer kolo
niale desiderata." i„ i t t i
I "t
.Tenslotte uit het blad nog een verlan
gen van eenigszins anderen aard. Over
taL van ernstige vragen van gemeentepoli
tiek 'heersch|i binnen de partij veel ver
schil van meening (sociale taak der ge
meente; verhouding tusschiea particuliere
en gemeentelijke liefdadigheid; geme entte-
telijke bedrijven en diensten^, j
„Nu zouden wij niet gaarne wenschen,
dat betreffende deze problemen een wet
,van Meden en Perzen zou worden afge
kondigd, maar toch sch(ijnen de thans
bestaande programs niet voldoende als
leiddraad te kunnen dienen. Wij vreezen
,wel, dat dergelijke vraagstukken niet
Zóó de aandacht trekken van ons Hoom-
Bche volk dan de twee eerstgenoemde,
doch de politieke omstandigheden dwin
gen ons, ze onder Üe oogen te zien.
De evenredige vertegenwoordiging deed
ook daar, waar onze plaatselijke politieke
invloed van weinig beteekenis was, on
ze getalsterkte en onze macht, doch daar
door tevens de verantwoordelijkheid on
zer Eaadsfracties toenemen. En die poli
tieke macht kunnen wij niet ten volle
ten bate van het algemeen aanwenden,
zoolang wij aarzelend en weifelend de
schreden zetten op den weg der commu
nale politiek. i j
Wij willen ons-natuurlijk met deze op
merkingen niet stellen in de plaats Üer
politieke leiding van onze partij, doch
wij hebben voorat de aandacht willen
vestigen op belangrijke vraagstukken
die door deze leiding binnen korter of
iangter tijd aan de orde zullen moeten
wordlen gesteld.
DE MIJNWERKERSSTAKMG.
GEMENGDE BU1TENL BERICHTEN,
y.
Men kan van een socialist niet ver-vachten,
dat hij over minister Aalberse met wsvvdeering
spreekt naar aanleiding van het tot ..tand ko
men van den achturen-werkdag; noch veel min
der, dat hij hem daarvoor ruiterlijk hulde
brengt.
Onder al de politieke partijen is er geen, die
zoo is ingenomen met hetgeen zij zelf heeft ge
wrocht of heeft meenen te wrochten, dan de
Socialistische.
t Geen enkele partij in 't land ie er, die er
Zich zóó op toelegt om verdiens'tit uitstekende
[Verdiensten zelfs, van niet-pai-tijgenooien op
maatschappelijk gebied, te negeeren, te kieinee-
ton en als 't maar eventjes kan weg to moffe
len of te cijferen, dan de sociadst'sche.
Het zal dan ook niemand, die den aard van
het socialistische beestje kent, verwonderen, dat
noch „Het Volk", noch een der socialistische
hoplieden, ook maar één woord van erkentelijk
heid over heeft voor Minister Aalberse, den
man, aan wien de arbeiders den acht-uren-werk
dag te danken hebben.
Maar heigeen de heer Schaper over dien Vlag
aan het adres van den Minister schrijft, loopt
toch de spuigaten uit, is in hooge male ergerlijk.
Deze man, die verdiensten te boeken heeft
Voor het tot stand komen van den achtur/,a-dag
schijnt het niet la kunnen verkroppen, dat niet
i ij algemeen als d e man geprezen en gevierd
Wordt, aan wien de arbeiders den werkdag van
acht uur te dank'en hebben.
In „Het Volk" geeft hij schamper op de Re
geering af, omdat zij voor enkele bedrijfstak
ken een overgangstijdperk van twee jaar toe-
Stond.
En een open deur trapt hij in, wanneer hij
in het zelfde blad opkomt voor de winkelbedien-
den, de „kantoorslaven" en anderen, opdat dezen
Pok ten spoedigste deelachtig worden aan de
voordeden der wettelijke bepalingen.
De heer Schaper weet heel goed, dat hij Vaar
voor niel behoeft op te komen. Hij kan dit
gerust aan den Minister van Arbeid overlaten,
die naarstig doende is om in een en ander te
voorzien.
Als een demagoog ontpopt zich de heer Scha
per, wanneer hij in „Het Volk" de „bourgeoisie'
ten tooneele voert en haar verwijt dat zij met
woede haar weerzin tegen den achturen-werk
dag verkropt en niets liever zou wenschen dan
een krachtproef voor verlenging Van den ar
beidsduur.
Dat zijn onbewezen beschuldigingen den heer
Schaper onwaardig.
Maar het verfoeilijk beginsel van den klassen
strijd, het beginsel van den haat tegen allen,
die niet tot den arbeidersstand behooren, is oor
zaak, dat iemand van wien men het niet zou
verwachten, zich zoo treurig en onwaardig aan
stelt als de heer Schaper het bij deze gelegen
heid doet.
WERKVERNIETIGING.
Ook in ons blad is men in den laatsten tijd
meermalen gestuit op berichten vanigeheele of
gedeeltelijke sluiting van fabrieken of werkplaat
sen hier te lande.
Het kan niet anders of dit bedenkelijk ver
schijnsel doet menigeen, op de eerste plaats de
er bij betrokkenen, den a.s. winter donker in
zien.
De „Nieuwe Crt." wijst in dit verband er op,
dat het nu pas October is en de Arbeidswet
nog moet worden ingevoerd.
Daarna vervolgt het blad;
„Het was begrijpelijk, dat de stelselmali-
ge bemoeilijking der bedrijven door het op-
drijven van loonen en het voorschrijven
|van maatregelen, die de kosten van het pro
duct zeer belangrijk verhoogen, woest ..den
tot vernietiging van werkgelegenheid, mede
door de omstandigheid dat het werk zoo
veel duurder wordt, maar de stem dergenen
die dat betoogden was als die van een die
roept in de woestijn.
.Wat de arbeidsvernietiglng betreft, men
heeft daarvan staaltjes gehoord uit de druk
kerswereld, waar de sterk gerezen prijzen
van het drukwerk ten deele het gevolg van
de collectieve arbeidsovereenkomst tal van
firma's er toe brengt, veel minder werk
van dien aard te laten doen en zich met
allerlei mechanische middelen tot reproduc
tie van machineschrift te doen .behelpen.
In de textielindustrie bespeurt men reeds
sedert eenige maanden weer sterk de mede
dinging van Duitschland.
In een hedrijf, dat zijn eigen garen spint,
verhaalde men ons, dat men reeds weer
.voor een groot deel Duitsche garens bezig
de omdat die van 10 tot 20 pCt. goedkoo-
per waren in prijs, dan de zelf vervaardig
de, hoewel deze fabriek, wat bedrijfsorga
nisatie en technische inrichting betreft, de
vergelijking met geen enkele fabriek behoeft
te schuwen.
Onder de arbeiders in Twenthe zijn er
dan ook zeer velen bij wie het besef begint
te ontwaken dat de limiet van hetgeen zij
kunnen eischen is bereikt, voor zoover niet
reeds overschreden, maar dat besef is el
ders nog allerminst.
Nog een dezer dagen zagen w(j in een der
sociaal-democratische dagbladen een stuk
je, waarin het meer eischen als iets van
zelfsprekends werd behandeld.
De grens van het economisch-mogelijke
.wenscht men niet te zien.
Ja, de catastrophe, die daaruit voort
vloeien moet, schijnt niets afschrikwek
kends te hebben voor deze blinde leidslieden.
Zal men elders een sterker besef toonen
van de noodzakelijkheid om coute que cou-
te vernietiging van arbeidsgelegenheid te
voorkomen en bij de uilvoering van de wet-
Aalberse begrip toonen voor de buitenge
wone moeilijkheden waarin tal van bedrijven
door dezen maatregel geraken?
De uiteenzellingen door den minister ge
geven ter verdediging van het toestaan van
een overgangstijd voor bepaalde takken van
nijverheid, geeft hoop, dat de arbeidsin
spectie van de zijde van het departement
zeer zeker niet gedreven wordt in de rich
ting van een kleven aan de letter der wet
bij, de uitvoering daarvan."
DE GROEI VAN DE ZELFZUCHT,
We lezen in de „Nederlander";
„Iemand, dia in het algemeen van oordeel
is, dat de loonen van het postpersoneel her
ziening naar boven behoeven, die bovendien
den dienst van het bedrijf der Posterijen en
Telegrafie uit eigen ervaring kent, bleek ge
troffen door het feit, dat de roerigste ele
menten onder degenen, die in d« laatste da
gen het land dupeerden, werden gerecruteerd
uit de jongeren. Dezen, voegde hij er aan toe,
hebben het beter dan zy het ooit hebben ge
had; hun verdiensten zijn zeer veel booger
geworden, maar hun uitgaven, althans van
de jongelui, die in het ouderlijk huis kunnen
blijven, zijn lang niet in diezelfde male geste
gen. Op kantoren waar cantines zijn voor het
personeel, ervaart men het best hoe royaal de
ze jonge lieden het voor zich zelf nemen.
Onze zegsman zal zeker niet zonder ver
wondering tenzij hij het blad kent uit
„Het Voik" van gisterenavond vernomen heb
ben, dat het personeel uit puren honger het
werk heeft neergelegd. .Wanneer wij zeiden,
dat er niemand onder deze stakers is ge
weest, die uit honger liccft gestaakt, zouden
wij meer zeggen dan wij verantwoorden kun
nen, maar „Het Volk" neemt het zoo nauw
niet en gebruikt de woorden die zijn klanten
het liefst hooren. Intusschen, hetgeen hier ge
zegd werd, is ons slechts aanleiding om iets
anders te zeggen, dat ook alweer geen nieuws
is, maar niet genoeg kan worden herhaald.
Dit namelijk, dat met het toenemen der loo
nen ook de zelfzucht groeit. Wij hebben ge
legenheid gehad om in den laatsten tijd her
haaldelijk te ervaren, dat jonge menschen
die loonen hadden van, laag genomen, der
tig gulden p. w., die dan soms nog van eenig
Armbestuur afhankelijk waren, uiet meer. dan
een-derde van hun loon afdroegen, een be
drag, waarvoor ze nergens onderkomen en
verzorging zouden vinden, gelijk ze die thuis
hebben. Vraagt men dan waar de menschen
de rest van hun geld laten, dan is het ant
woord in de meeste gevallen: de bioscoop
voor jonge meisjes vooral, de opschik. Het
gevoel dat de kinderen in de eerste plaats
geroepen zijn om voor de ouders te zorgen,
althans mee te zorgen, schijnt gaandeweg af
te slijten; de gemeenschap moet het maar
doen. En zoo is er in menig opzicht al geen
verandering van onze Staatsorde in de socia
listische meer nóodig, om te komen tot een
toestand, waarbij een staatsburger van de
wieg tot het graf aan de vaderlijke zorgen
van den staat (of van de gemeente) en zijn
ambtenaren overgelaten wordt. Al wat ideëel
is, al wat aan het karakter bouwt, al wat
zelfverloochening eischt, wordt meer en
meer als onnoodige ballast beschouwd; zor
gen wil men niet meer: de ouders wenschen
geen kinderen vanwege de zorg, en de kin
deren verwijzen hun ouders liever naar „de
bedeeling" dan dat ze zelf meezorgenen
bovenal moet de Staat zorgen dat de loonen
stijgen om aan de zorgen voor vermaak en
kleedij bet hoofd te bieden."
De wereld verwacht misschien iets, voor ver
betering van den eceonomischen toestand, van
conferenties en geleerde vertoogen, door staats
lieden en economen met groote kennis en toe
wijding opgesteld. Maar zoolang er niet een
krachtig verzet komt tegen het groeien, en het
aankweeken vooral van oe zeltzucht, waarvan
de kiemen liggen in elk menschenhart, en die
we dan ook niet alleen bij de arbeiders aan
treffen, zoolang zal de wereld zien dat zij in
al hare verwachtingen bedrogen uitkomt
Het Engelsche Ministerie van Arbeid heeft
eenige cijfers gepubliceerd omtrent de werkloos
heid, ontstaan tengevolge van de staking der
mijnwerkers. Tot en met 21 October j.l. werden
in verschillende fabrieken ontslagen 60.803 werk
lieden, Van deze waren 28.535 betrokken bij de
ijzer- en staalindustrie, 6295 bij machine- en
scheepsbouw, 8473 bij de textielnijverheid en
7500 in andere bedrijven. Het aantal werklieden
ontslagen door vermindering van personeel be
droeg 102.062, waarvan 67.056 van de ijzer- en
staalindustrie, 22.141 bij machine- en scheeps
bouw, 2115 bij de textielnijverheid en 10.350 in
andere bedrijven. Het aantal werklieden, arbei
dende gedurende minder uren bedroeg 89.366.
Sedert zijn die cijfers uitteraard nog belangrijk
gestegen.
Een "oed teelten bij de onderhandelingen
tusschen "regeering en mijnwerkers-leiders is, dat
laatstgenoemden erkennen, dat de productie
vermeerderd dient te worden, Volgens den parle
mentairen medewerker der „Times" wordt de
inhoud der regcerings-voorslellen geheim gehou
den, doch algemeen wordt blijkbaar aangenomen,
dat beide partijen in hun eischen ietwat heb
ben toegegeven. De regeering, dus heet het, is
bereid dadelijk loonsverhooging toe te staan in
een of anderen vorm, in verhouding tot de
steenkool-productie. De mijnwerkers-leiders van
hun kant schijnen bereid hun eisch om beslist
twee shillings te krijgen te laten vallen en te
zullen toestemmen dat een loonsverhooging, nu
gegeven, binnen korten tijd herzien zal worden
in verband met de productie en de kosten voor
levensonderhoud. Ook wordt beweerd, dat de
mijneigenaars nieuwe machinerieën zullen moe
ten geven, waar die noodig blijken; dat mijn-
comité's zullen worden gevormd uit de mijneige
naren en mijnwerkers om uit den weg te rui
men datgene wat vermeerdering der productie
ifa den weg staat en dat een nieuw stelsel om de
loonen te regelen zal worden in het leven ge
roepen. Bovendien zou overwogen worden In
verband met de winsten uit de industrie ge
maakt en de kosten van levensonderhoud in te
stellen een nationalen loonraad.
Terwijl beide partijen blijkbaar niets liever
wenschen dan tot een schikking te komen, be
slaat er onder de leiders der mijnwerkers zeiven
eenige twijfel of de mijnwerkers zullen willen
aanvaarden eenige regeling, die geen dadelijke
loonsverhooging insluit.
Het federatie-bestuur der mijnwerkers besprak
Maandagavond de resultaten van het onderhoud
dat de leiders met Lloyd George hadden gehad
en gingen uiteen tot gisterenochtend negen uur.
Hodges heeft verklaard, dat tot heden niets is
geschied, hetwelk aan de voortzetting der be
sprekingen met de regeering in den weg zou kun
nen staan.
Het uitvoerend bestuur van de mijnwerkers
heeft toegestemd in het heropenen van de offi-
cieele onderhandelingen met de regeering.
DE TOESTAND IN IERLAND.
Financiecle moeilijkheden.
Volgens den Dublin-correspondent van de
„Times" wordt van Dublin Caslle gemeld, dat
door liet krachtdadig optreden van politie en
militairen een aantal Iersche republikeinsclie lei
ders in ernstige financieele moeilijkheden ver
keert en hun gezinnen afhankelijk zijn van de
republikeinsclie fondsen. De financieele nood
der Sinn Feiners schijnt groot te zijn. In een,
eenige weken geleden, in het huis van John
O'Connell, kapitein der Queenslown-compagnie,
gevonden schrijven, dat gericht was aan den nu
overleden lord-mayor van Cork, wordt vermeld
dat de kas der Sinn Feiners er door den nood
zakelijken onderstand van velen, berooid begint
uit te zien. Uit Amerika werd zéér weinig geld
ontvangen en men tracht geld bijeen te brengen,
door concerten, whistwedstrijden e.d.
De dood van Mc. Siviney.
Het overlijden van den Lord-mayor van Cork,
na precies 73 dagen, 12 uren en 40 minuten van
hongerstaking, heeft in Cork groote verslagen
heid gewekt. Tal van personen zijn van Dublin
en Cork naar Engeland overgestoken om den
'uitvaartdienst bij le wonen, die in de St. George-
kathedraal te Southwark (Londen) zal worden
gehouden. Het is vrijwel zeker dat het stoffelijk
overschot van Mc. Swiney naar Ierland zal wor
den overgebracht om daar te worden begraven.
Volgens een door Dublin Castle bekend gemaak
te verklaring zullen er bij de begrafenis geen
beperkende maatregelen worden getroffen. De
stoet zal evenwel door een krachtige troepen
macht worden vergezeld.
Aangaande de laatste oogenblikken van den
Lord-mayor wordt nog gemeld, dat de broeder
van Mc. Swiney en vader Dominicus, de geeste
lijke, den geheelen Zondagnacht in de gevangenis
zijn gebleven. Om vijf uur 's ochtends verzocht
de gevangenisdokter den geestelijks aan het
sterfbed te verschijnen. Mc. Swiney lag roerloos
op zijn bed, volkomen buiten bewustzijn, doch
de oogen open. De dokter gaf hem een inspuiting
die echter geen uitwerking had.
Eenige oogenblikken later stierf de Lord-
mayor, terwijl de geestelijke en de broeder van
Mc. Swiney in het Iersch den rozenkrans baden.
De moordaanslagen.
Bij de bespreking der Iersche toestanden in
het Lagerhuis heeft de minister voor Iriand,
Sir Hamar Greenwood, verklaard dat, niettegen
staande de jongste gewelddaden, de politiek der
regeering succes had. Het aantal gewelddaden
nam belangrijk af. Het gaat nu tusschen de
moordenaars van het republikeinsclie leger en
de Britsche regeering.
Drie Iersche politiebeambten zijn gisteren in
Galway doodgeschoten, toen een patrouille van
een sergeant en negen manschappen door gewa
pende mannen in een hinderlaag werd gelokt.
DE DUITSCHE HOOGESCHOOL VOOR
POLITIEK.
Te Berlijn is de universiteit voor politiek dus
met eenige plechtigheid geopend, zooals door
ons reeds is vermeld.
De president van het bestuur, de gewezen
minister Drews, heeft in zijn openingsrede ge
zegd, dat deze universiteit een Duitsche school
moet zijn, niet in de chauvinistische betee
kenis van het woord, doch in dezen zin, dat alle
politieke problemen behandeld moeten worden
van het standpunt: wat heeft het Duitsche volk
noodig om te leven? Hierdoor zal ontstaan een
sterk volksbewustzijn. Politiek willen is niet te
leeren, dat is een quaestie van karakter. Doch
het politieke intellect kan vergroot .worden. Hoe
grooter het politieke weten, des te grooter de
waarschijnlijkheid dat de wil van hen, die zich
met politiek bezig houden, het juiste nastreeft.
De universiteit moet en kan de beweegkrachten
der massa leeren kennen, haar richting en
sterkte. Zij wil een school zijn, waarin geen
systemen, doch levende dingen geleerd worden,
die nog vorm moeten aannemen.
De minister van buitenlandsche zaken, dr.
Simons, betoogde dat de revolutie uitgebroken
ij, omdat er onzexerneia neersente in net vol*
of het politiek wel goed geleid werd. Nu moet
de nieuwe richting van de politiek ijverig onder
wezen en geleerd worden.
De rector magnificus prof. dr. JSckh herinner
de er aan, dat in 1872 te Parijs werd opgericht
de „Ecole libre des Sciences politiques," met het
doel de nationale wedergeboorte na de neder
laag van 1870/71 te bevorderen. Deze school is
echter een broeinest geworden van het revanche-
imperialisme. Dat wil de Duitsche universiteit
niet zijn. Zij wenscht mee te werken tot de gees
telijke en moreele wedergeboorte van Duitsch
land en van een nieuw Europa in den geest van
den vrede.
Reeds nu hebben zich meer dan honderdvijftig
toehoorders aangemeld.
DE VERKIEZING VAN DEN DU1TSCHEN
RIJKSPRESIDENT.
Op den partijdag der Duitsch-Nationalen werd
een voorstel ingediend, volgens hetwelk de
Rijksdagfractie met alle middelen op de bespoe
diging van de verkiezing van den rijkspresident
moet aansturen. Verder werd een motie inge
diend, waarin tegen de verdeeling van de Duit
sche koloniën onder de Enlenle-mogendheden
wordt geprotesteerd en van de regeering wordt
geëischt, dat zij Duitschlands koloniale belangen
met kracht zal behartigen en tegen elke^schen-
ding van het vredesverdrag zal opkomen.
REGELING DER PASPOORTEN.
De conclusies van de transito-commissie in
zake de paspoortenquaestie, grensformaliteiten
en rechtstreeksche plaatsbewijzen, welke de
Raad van den Volkenbond gisteren behandelde,
leidden tot de vaststelling van een uniform soort
pas, waarvan de tekst en de kosten voor alle
landen dezelfde zullen zijn. De passen zullen in
het Fransch gesteld worden, maar voorzien zijn
van een vertaling in de taal van het land, welke
de passen afgeeft.
Ook is de gelijkmaking van de douaneformali
teiten vastgesteld.
Men verwacht, dat het nieuwe stelsel binnen
drie maanden in werking kan treden.
KRASSIN.
De „Manchester Guardian" verneemt uit Riga
dat Krassin uit Londen is teruggeroepen, en tot
vertegenwoordiger der Sovjet-regeering in Ber
lijn is benoemd.
Litwinof is met een speciale missie naar China
vertrokken.
EEN DIEFSTAL VAN 9.070.000 FRANCS.
Negen millioen zeventig duizends frs. zijn ge
stolen uit een belastrtg- en registratiekantoor t*
St. Denis. De ambtenaar, die in het huis waar
het kantoor gevestigd is, woont, was Zaterdag
middag tegen vier uur even naar Parijs gegaan,
en keerde om negen uur terug in zijn woning.
Een oogenblik later ging hij in de buurt
dineeren.
Thuis gekomen, merkte hij dat het slot van
de voordeur was verbroken. Bij een poging om
de voordeur te forceeren, hoorde hij aan den
binnenkant plotseling meubilair vallen, terwijl
personen liard weg liepen. Toen hij met behulp
van buen het huis was binnengekomen, bleek
het kantoor geplunderd. Verschillende effecten
en andere geldswaardige papieren tot een be
drag van 30.000 frs. waren verdwenen. Verder
was verdwenen een pak zegels van de weelde
belasting tot een waarde van 9.040.000 frs.
MODERNE BLAUWBAARD.
De „Daily Mail"-correspondent te Los Ange
los maakt melding van de arrestatie van Jo
seph Gillam, beter bekend als „blauwbaard
Watson" die bekend heeft 21 vrouwen te heb
ben getrouwd, waarvan hij er negen binnen 2C
maanden tijd vermoord heeft.
Binnen tien maanden huwde hij tien vroiv
wen, daarvan hij er acht om het leven bracht
Er verliepen tien maanden tusschen den acht-
sen en den negenden moord.
Bekwame detectives bespeurden hem en wis
ten genoeg bewijzen tegen hem bij te brengen,
totdat Gillam hun de plaats aanwees, waar hij
zijn laatste slachtoffer had begraven, nadat
hem was toegezegd dat hij, indien hij bekende,
niet met doodstraf doch met levenslange ge
vangenisstraf zou worden gestraft
Hij had door mooi klinkende huvvelijks-adver-
tenliën zijn slachtoffers tot huwelijk bewogen.
Zijn laatste vrouw kreeg verdenking omdat
Gillam altijd met een geheimzinnige zwarto
tasch reisde en nam een detective in den arm,
die den man begon na te gaan met het boven
beschreven resultaat.
AANVAL OP EEN SLAAPWAGEN.
Toen Donderdag j.l. een trein van Chicago
naar New York, bestaande uit een aantal slaap
wagens, vaart verminderde om het station Buf
falo le bereiken, sprongen, dus wordt aan de
„Daily Mail" geseind, drie met revolvers ge
wapende bandieten op den trein. Een treinbe*
ambte, die hen poogde af te weren, werd ern
stig door een revolverschot gewond. De ban
dieten drongen een der slaapwagens binnen en
dwongen de passagiers op te staan en zicli te
begeven naar het achtergedeelte van den wa
gen. Terwijl een der roovers de passagiers in
bedwang hield, roofden de anderen uit de slaap-
„Stil nu eens, ik wil je een voorsiel doen,
verkoop mij die enveloppe niet de snippers
Voor honderd daalders, dan zijn iwij quitte,
is dat goed?"
„Honderd daalders voor dio enveloppe? .0
ja, zeker vind ik dat goed, als moeder 't
wil, maar zij zal 't ook wel willen, daarvan
ben xk overtuigd. Dank u wel, signoro,
„En nu," zei de graaf, nadat de opge
wonden jonkman zijn hand had gegrepen en
die aan de lippen gebracht, „nu moet je me
nog eens nadere bijzonderheden vertelléo
over dien Duitschen heer, die veel bij j«
vader, kwam."
„Ja, wat zal ik u zeggen: hij was uit
Duitschland hier gekomen om geld te halen
o signer^, kijk eens, wie daar aan komt..."
,,ïk zie niets dan die twoe vrouwen."
„Die. twee vrouwen, dat is mijn moeder
£n.... en... do jongeman bloosde
Marietta."
„Mijn arme, beste jongen, klonk het al
uit da verte. „Mijn eenige zoon, honderd
jAYeesgegroetjes zal ik bidden lol dankbaarheid
voor je redding en een kaars otteren aan
O. L. Vrouw van Loreto. Mijn hart staat
stil, als ik ter, aan denk, wat ik heb go-
leden dezer dagen, nu je in handen der
roovers waart. We waren juist op weg om
te zien of we niets van je konden ont
dekken, al was 't maar, dat we wisten, dat
je niet dood was, want o, wij hebben zoo'n
angst .uitgestaan, Mariette en ik."
Zoo zou da gelukkige moeder wellicht nog
lang gebabbeld hebben, als niet haar, zoon
haar in da rede was gevallen en haar had
gezegd, den üuitscher te begroeten, aan wien
nij zijn redding te danken had.
„Maar modder, ;er is een voorwaarde, voor
dio honderd daalders wil mijnheer die enve
loppe hebben met dat zegel en d e snippers
er in, die we in vaticrs kkeren hebben gé-
vonden."
„O zeker kan mijnheer die krijgen, wat
hebben wij er aan, o mijnheer, wat ben
ik u dankbaar." De oude vrouw greep de
hand van don gnaar en wilde die aan haar
lippen brengen, toen zij op tens met nauw.
keurige blikken den ring bekeek, dien hij
droeg.
„Alle heiligen in don hemel, dat is het
zelfde, dat is nat zoo'n zegel als op den nnef
staat, dat is hetzelfde wapen, precies hetr
zalfde, dig krpisgn en baken, precies. Bel
is of h.et met uw ring is gemaakt, signore,;
o zeker het is zoo en dan kunt u mis-
seliien ook zeggen, .waai: ons geld is ge
bleven."
„Zeggen kan ik niets, omdat ik niets
weet," antwoordde de graaf, die met d© groot-
sta belangstelling naar deze nieuwe aanwij
zing had geluisterd, „maar misschien kom ik
wiel spoedig iets te weten en dan zal ik uw
belangen evengoed behartigen als de mijne.
Maar wij naderen de stad en ik verlang naar
eten, .wij zullen dus doorrijden en dan kom
jij straks in den „Hertog van Toskan©", daar
reken ik op."
Meteen gaf hij, gevolgd door zijn knecht,
zijn paard do sporen en onder de zegenwen-
schen van moeder en zoon reden zij de stad
in, waar zij spoedig den „Hertog van Toskane"
hadden bereikt.
III.
Een half uur later, nadat graaf Von Stauf-
fen voor zich en zijn knecht een verblijf naa
besproken, dat minstens twee a drie weken,
maar misschien veel langer zou duren, en na
dat hij zich op de Item aangewezen kamer
eenigszins had opgefrischf-, trad hij de eet
zaal van den „Hertog van Toskane" binnen.
In do lengte stond een lange talël, de *cn
bediende bezig was te wrijven en bij de ramen
slond-m .overal kleine taleitjes, waarvan »f
een was gedekt en van brood, vleesch en
wijn voorzien.
De bediende wees aeu graaf zijn ontbijt aan
en ging daarna zwijgend weer aan zijn werk,
terwijl de graaf ook zonder iets te zeggen
begon te eten.
Nadat hij vrij veel had gebruikt en telkens
en telkens uit het raam had gekeken, blijkbaar
elk oogenblik den jongen man met de zoo ge-
wichtige enveloppe verwachtende, stond hij
eindelijk ongeduldig op en fiep met haastige
passen heen en weer, bij elk venster naar bui
ten ziende, rechts en links zijn blikken slaan
de, daar hij niet wist van welken kant Piëtra
moest komen.
Opeens trof een hevig geschreeuw en ge
twist zijn oor, een schelle, snijdende vrouwen
stem overstemde het soreien en snikken én
klagen van een meisje en, hoewel niet géwoon
zich mot andermans zaken te bemoeien, deed
hij toch onwillekeurig de deur open naar de
gang, vanwaar de stemmen kwamen. Daar
zag hij een oude rimpelige vrouw met e©n
bezem gewapend, die dreigend tegenover een
jong meisje stond, dat alwerend den arm
voor 't gezicht hield, maar opeens naar hem
toeliep: „O, signore, wat ben jk blij, dat .u
daar bent, u kunt getuigen..
„Houd je mond," vjel da oude haar sner
pend in de rede, „die hooge heer komt niet m?
da plaatsen, waar jij loopt te slenteren en
te luieren, houd je mond, zeg ik je."
„Als ik even een enkel woord mag zeggen,"
ziei de graaf, tusschenbeide tredend., „dan moet
ik verklaren, dat dit meisje van morgen niet
heeft geslenterd bf geluierd, maar dat zij oirr
een goede rede is uit ge weert, al bad zij
beter gedaan toestemming te vragen."
„U. kent haar niet, signore,' zei de oude
vrouw op bijzonder vleiende wijze, ,,u kent
liaar niel, z'j is ren kal," en zonaer ant
woord af ta wachten, verdween zij.
„Wat .was dat, Marietta," vroeg de graat
aan h©t snikkende meisje^ „was je zonder
to&slemining uitgagaan?"
„O, signor©, ik hoef toch geen toestem
ming aan alle knechts en waschvrouwen ta
vragen, maar ik ben hier in huis een voetveeg
die door ieder wordt gescholden en bij nio
mand goed kan doem Ik wou. dat ik hier
maar weg was, o, als u eens wist, .wat hier.
voorvalt, wat ik soms zie en afluister, ik heb
h^t pooit aan iemand durven verteilen, zelf»
niet aan mijn Piëtro, o daar is hij," riep üe*
meisje, op eens kleurende en na ham eéa
vrifiuüelijken blik toegeworpen te hebben, véij
dween zij en liet den graaf met Piëlro alleen.
Want hij was het, die binnentrad en op een
wenk van den graaf achter dezen aan naai
bovgfl ging.t
- - (Wordt vörvolc<Lv