lilck wat wils
Ü8 kosten van liet lager-
Oridei wijs voor de Oemeenten
en de Schoolbesturen.
Wat de Pers zegt
BI IN NB.N HA NU.
ZATERDAG 30 OCTOBER 1820.
MÊDISCHt PRAATJES.
TiitKliS ÜLXII.
X hUEDc.il VAii HET ScOOTc GEZIN
Wij zagen in ons vorig artikel, dat de Ge
meenteraad op liet verzoek van een School
bestuur om medewerking tot stichting eener
school, behoudens in zeer enkele in de wet
omschreven gevallen, gehouden is gunstig te
beschikken. Wil uit nu zeggen, dat het School
bestuur geneel vrij is in zijne plannen, zoodat
zelfs het meest kostDare ontwerp door de ge
meente moet worden geaccepteerd Neen,
zoover gaat de bevoegdheid der schoolbe
sturen niet en uit is maar goed, gedachtig het
bekende spreekwoord „Het is gemakkelijk
riemen snijden van eens andermans leer."
Wenscht een schoolbestuur oprichting
eener school, dan kan het zooals wij gezien
hebben aan den Gemeenteraad vragen, om
van Gemeentewege een schud te stienten, oi
het kan vragen om üe noociige gelden be
schikbaar te stellen, opuat het schoolbe
stuur zelve tot stichting van een schoolge
bouw kan overgaan. Hoe ook de aanvrage
luiüt, de Gemeenteraad kan een bestaand ge
bouw, al uan niet veroouwd, aan het school
bestuur ter beschikking stellen, doch uaartoe
is nuouig, nat ue inspecteur van het onder-
wijs heelt verklaard, uat tegen ueze beschik
baarstelling geen bezwaar bestaat. Wenscht
het schuoluestuur met het door uen Gemeente
raad bescnikoaar gestelde gebouw geen ge
noegen te nemen, uan kan ue beslissing van
den Minister van Onderwijs wuruen ingeroe
pen, uie beslist, na den inspecteur en den
Onderwijsraad te hebben gehoord.
He .e bepaling is vooral uaaroni van veel
belang, oniuat het tt voorzien is, dat door ut
finanueele gelijkstelling het bijzonuer oneer
wijs zeei m bloei zal toenemen en mogelijk
systematische leegpomping (men vergevt
ons deze uitdrukking, zij is niet van ons
maai aikomsug uit het Nederlaudsche Far-
lemen der openbare school daarvan het ge
volg kan zijn. He ieegkomenue openbare
scholen kunnen in voorkomende gevallen
zeer goed voor het bijzonder onderwijs wor
den gebruikt en het zoude in de tegenwoordi
ge tijdsomstandigheden nu en de onjzen der
bouwmaterialen en üe loonen in de bouwvak
ken een ongekende hoogte hebben bereikt,
onverantwooruelijk zijn om zonder noodzaak
tot oprichting van nieuwe scholen over te
gaan. He gemeentelijk belastingschroef is
waarlijk al genoeg aangedraaid.
is evenwel geen gebouw beschikbaar, dan
bouwt, muien liet soh lbestuur dit vraagr,
de gemeente eene school. Wenscht het Schooi
bestuur *elt te Douwen en vraagt het de nooui
ge geiuen, om uaaruit den bouw te bekostigen,
uan kunnen Burgemeester en Wethouders, in
dien zij liet wenschelijker achten, uat de
Gemeente zelve den bouw ter hand neemt,
ter zake overleg plegen met net schoolbe
stuur.
heiJt dit overleg tot geen resultaat, m. a.
W. Kunnen Gemeente en Schoolbestuur het
niet eens worden, hetzij ten aanzien van de
keuze van net t.rrem, hetzij oetreffenoe het
bestek van den bouw, dan kan het Schoolbe
stuur zelve tut den bouw overgaan en stelt
de uemeente de noodige miüucien beschik
baar. in zoodanig geval zendt het schoolbe
stuur het bestek van den bouw, vergezeld
van een beschrijving van liet terrein en een
omschrijving van ae eerste inrichting, aan
den inspecteur, die daaromtrent binnen
een maand auvies uitbrengt. Terloops mer
ken Wij op, uat in de wet onder de kosten van
den bouw eener school, steeds mede worden
verstaan de kosten van eerste inrichting,
waaronder mede is te begrijpen meubileering
en leer- en hulpmiddelen. Heelt de inspec
teur advies uitgebracht dan wordt een exem
plaar van uezelfue stukken, die zooals
wij uaareven vermeldden aan den Inspecteur
moeten worden ingezonden aan Burge
meester en Wetli. gestuurd. Daarbij wordt
tevens gevoegd liet auvies van den inspecteur
en een uitgewerkte raming van kosten, met
het verzoek om het bedrag der geraamde
kosten beschikbaar te stellen.
Burgemeester en Wethouders zijn hiertoe
echter niet zonder meer verplicht. Immers
het is zeer goed mogelijk, dat zij bezwaar heb
ben, hetzij tegen Let bestek, hetzij tegen de
keuze van het terrein, hetzij tegen de voorge
nomen eerste inrichting, of dat zij de
kostenraming te hoog achten. In dit geval
f plegen zij Bader overleg met het Schoolbe
stuur en heeft dit geen succes dan roepen zij
de beslissing vaa den Minister van onderwijs
in.
Het vorenstaande is met de noodige wijzi
gingen ook van toepassing bij verandering in
ue inrichting of bij uitbreiding aan schoolge
bouwen.
Resumeerende komen wij tot de conclusie,
dat over het feit zeil of een school zal worden
opgericht de beslissing vrijwel uitsluitend
ligt bij het schoolbestuur, immers de Gem een-
teraad is nagenoeg steeds verplicht ter zake
zijne medewerking te verleenen, doch heeft bij
de uitvoeri g der plannen ook nog een woordje
mede te spreken.
De nieuwe wet op het Lager onderwijs
treedt zooals wij reeds vroeger vermeldden,
op i Januari 1921 in werking, en bij oprich-
ing of uitbreiding van scholen na dien datum
zal dus op bovenstaande wijze worden ge
handeld. Br zijn echter reeds thans zeer veel
bijzondere scholen, als zoovele stomme getui
gen van de offervaardigheid der christenen,
uie ondanks het feit, dat zij de openbare
school mede moesten bekostigen, toch hunne
ij dragen aan de bijzondere school niet wil
den onthouden. Ook hieromtrent is door den
wetgever voorzien. Immers art. 205 der wet
bepaalt, dat, voor de terreinen en gebouwen
van bijzondere lagere scholen, die eigendom
van de schoolbesturen zijn en op 1 Januari
1921 in gebruik of in aanbouw waren, de ge
meenten te rekenen van 1 Januari 1922 aan
de schoolbesturen een jaarlijkscke vergoeding
betalen, welke vergoeding wordt berekenu
naar de geschatte waarde dier terreinen
en gebouwen met inbegrip van de schoolmeu-
oelen. Als grondslag voor deze schatting
wordt genomen de waarde der terreinen, ge
bouwen en schoohneubeien op x Juli 1914-
v'v'aar die grondslag tengevolge van bet tijd
stip van de opening der school ontbreekt,
geschiedt de schatting naar de waarde ten
tijde van de open ng van de school „De
schattingen, waarvan hier en in het, vervolg,
dezer artikelen sprake is geschieden op kos
ten van liet schoolbestuur uoor urie deskundi
gen, van wie een door den onderwijsraad,
een door liet gemeentebestuur en een door
net schoolbestuur wordt benoemd.
De vergoeding bedraagt zooveel ten hon
derd van ue geschatte waarde als de urie ten
uonderd rente gevende nationale schuld op
den eersten beursdag van Let jaar uer schat
ting voor den verkrijger afwerpt, vermeerderu
met een hall ten honderd. Naar uen tegen-
woordigen koers der Nationale schuld komt
dit, zooals we vroeger reeds zagen, neer op
circa 6 j/2 procent.
Verscilillende schoolbesturen hebben 1
laatste jaren groote leeningen moeten aan
gaan om ue kosten van sclioulOouw te bestrij
den, al zuilen zij over 't algemeen wel met
eene miüuere rente dan 6J/2% Lebben kun
nen volstaan. Anuere scholen zijn vrij, ue
schoolbesturen hebben hunne schulden afge
lost. De wetgever maakt echter ten deze geen
verschil. Vaa de gescnatte waarde van aiu
scholen wordt jaarlijks het evenvermelue
percentage door ue gemeente uitgekeerd.
Voor veie schoolbesturen beteekent uit een
jaarlijksche ontvangst, waar geen uitgaat,
althans geene evenreuige uitgave, meer te
genover staat. Laten Wij kopen, uat ue vrij-
Komende geiden nuttig zuuen worden be
steed tot veroeteruig en vervolmaking van het
bijzonder onderwijs en niet tot nevenooeiein-
deu zuilen worden geuruixt.
Dat van gebouwen enz; op 1 Juii i<jri4 be
staande, die datum worut aangenomen Voor
ue waardeschatting, in met meer uan biihjii,
uaar het met zoude aangaan, om van ue
schoolbesturen ten koste uer Gemeenten,
O. W.ers te maken.
HOOFDPIJN.
Onder de meest veelvuldig voorko
mende aandoeningen, waaronder ue
menschheid te lijden heeft en u aartegen
zij alom bescherming zoekt, mag zeer ze-
xer wel bovengenoemde in ue allereerste
plaats genoemd worueu. Reeds uit uit oog
punt al is dan ook ae hoofdpijn zonder
twijfel een nadere beschouwing waard.
Alvorens nu onze bespreking van ueze
aandoening aan te vangen, wil ik U er op
opmerkzaam maken dat wij als het ware
t.iee soorten hoofdpijn kunnen onder
scheiden, 11I. allereerst uie hoofdpijn, uie
in velband met tal van ziekten voor-
Verstopping.
't Is koud.
't ls mistig.
't Is kaan0ag.
't ls zes uur 's avonds.
't ls uruk in ue hoofustraten.
Op ce Maandagsche rnarkt wordt de rumoerig
heiu ailer.gs minuer.
He Kooplieden, die neg niet geheel los zijn, ver
schreeuwen het geluid wat hen nog rest
ue en scnorrig zwoegen de stemmen door
Ni keuryvigheiu heen.
Maar de felle kooplust van geld-maandag is
verzaKtsieents n enkeling laat zich nog ver
lokken door verlaagden pnjs van negoife-res-
tant, dat a.s veraent m 'n kraam-hoekje lig,
bijeengeiioopt.
He meeste kooplui hebben hun waren in doo-
zen en bunuels aaneengesjord en sleepen hun
vracht moeizaam naar ue eerste de beste tram-
hade, waar ze hun geld natelien of den handel
van den üag bereaeneeren.
Dan komt, voorz.chtig om mist en drukte, de
tram aangiijrien, ae geriuierae lichtbol waar
schuwend voorop
He negotie-menschen dringen zich met handi
ge berekening naar voren, uuwen hun bagage
weg banend voor zich uit ce tram in, bekomme
ren zich nauwelijks om vers.oorde gezichten van
conducteur en passagiers e.. doen oenken aan 't
spreeswoord van brutale men chen en de halve
wereld.
Ds wagenvoerder bevinnigt ongeduldig z'n
jyoetbel en werpt gloeiende blikken op de stere-
otiep-kalme jouen-figuresu, uie rustig nauerbij-
sloffen met hun.vrachtje en zich caarmee een
plaats in de tram veroveren,drie maal zoo groot
als van 'n gewonen reiziger.
Eindelijk snerpt '11 korte fluit-stoot door de
straat-beroeriug en met 'n ruk gaat de tram er
haastig van door.
Ze is tjok-vol en bij e-ke>ieuwe halte beleven
Je passagiers nieuwe aaem-belemmering, klee
ding en ledematen geknoei
'n Dikke dochter israeis met plat, vet kapsel,
zit naast 'n mageren heer, d.e doodsangsten uit'
staat, omdat genoemde julfrouw bij else bocht
of schok tegen zijn ribbekast opveert en hem
zoodoende in allengs zwaardere benauwing
tegen het ruitje perst.
Daar vlak achter zit een jong jodinnetje zich
cm hst geval te pret-verkneukelen en stoot haar
buurman-negotie-broeuer aan, aie vuiie ziiver
bons sorteert en opbergt.
Klein, oud en kucnend Israelietje zit naast
dame in bont, die, zijn gezelseuap aherminst op
prijs stellend,, ernstige pogingen aanwendt om
door het beslagen glas naar de winkels te kij'ken
waarvan echter weinig meer te zien is can dé
mist-omfloerste lichtpiekKen, aie niet vrij hun
majesteit kunnen uitstralen.
De dikke joodsche vrouw houdt, zonder om
te zien, tegen haar acnterouur beschouwingen
over het verloop van oen markt-oag en hoopt
luidop, dat ze den trein van haif zeven nog
naait, ornaat anders de kinderen niet op tijd hun
warme eten zullen hebren en haar Benjamin
tevergeefs aan 't station zal wacnten met 't
karretje, dat 'n kwartje per uur van huur kost.
Met 'n beschermend knikje verklaart de con
ducteur, dat ze zich niet bezorgd hoeft te maken
en krijgt daarvoor drie centen boven het beutag
der tramrife-
komtj dtts als een symptoon en ken
merk van die ziekte moet worden be
schouwd.
Daarnaast hebben wij te memoreren
die groote groep van personen, die niet
ziek zijnde, toch dag in dag uit aan
hoofdpijn lijden en bij wie dus deze aan
doening als een zelfstandige aandoening
voorkomt en 't leven van die menschen
in hooge mate vergalt.
Bij de eerstgenoemde groep pleegt
met de ziekte ook de hoofdpijn geheel en
al te verdwijnen. Wilde ik dus deze soort
met U behandelen, dan zon ik genood
zaakt zijn elke ziekte, die gepaard gaat
met hoofdpijn, aan te stippen. Van meer
beteekenis is 't, dunkt me. Uw aandacht
te vragen voor de tweeden groep.
Men beeft langen tijd gezocht naar de
oorzaak van dit zoo vaak voorkomend lij-
de-, doch de resultaten dienaangaande
zijn helaas nog zeor bedroevend. Niette-
genstaandèaldeze nasporingen heeft men
slechts gevonden, dat de pijn naar alle
waarschijnlijkheid samenhangt met een
stoornis ia de voeding en den bloedsom
loop. Een belangrijke vraag die zich in
verband met deze onderzoekingen weldra
voordeed, was deze „Waar is de pijn bij
dit lijden gezeteld
Het meest voor de hand liggend was te
denken, dat de hersenen de zetel er van
waren. Nam men dit echter aan, naar
dan kwam men voor een bijzonder groote
moeielijkixeid te staan, waarvoor nieu
niet in staat was een afdoende oplossing
te vinden. Van onze hersenen loopen nl.
tal van zenuwbanen naai de oppervlakte
van ons lichaam. Was nu dit orgaan de
zetel, dan was het onverklaarbaar waar
om men via deze zenuwgeleiding geen
pijn gevoelde bv. in armen, beenen etc
en was 't totaal onbegrijpelijk, waarom
deze zich uitsluitend bepaalde tot het
hoofd. Deze zeer duidelijke tegen, erpin-
gen gaven nu weldra den prikkel tot een
nog nauwkeuriger onderzoek en zoo ves-
tigd men de aandacht op onze hersenvlie
zen. De measch bezit hiervan enkele soor
ten. Allereerst wi] ik U dan noemen het
z.gn. „vveeke" hersenvlies. Zooals U
mogelijk uit afbeeldingen, die U wel eens
gezien lieeft, weet, vertoonen onze herse
nen tal van groeven, hier meer, daar min
der diep. Over deze oneffen massa heen
bevindt zicli nu het z.g n. vveeke hersen
vlies de hersenmassa volgend in al deze
heuvels en dalen. Behalve het vveeke her
senvlies hebben wij nog eeu „hard" her
senvlies, dat als het ware de gelieele bin
nenvlakte van cien schedel bekleedt.
Tusschen deze beide in ligt in het z.g.n.
„Spinnenweb," 'n zeer losmazig weefsel.
Men heeft uit gevonden, dat het harde
hersenvlies een buitengemeen gevoelig
vlies is, dat bij 'a zelfs zeer lichte prikke
ling een vrij hevige pijn te voorschijn
roept. Ret is dus niet onwaarschijnlijk,
dat dit vlies ecu zeer belangrijk aandeel
heelt m onze hoofdpijn.
Het spieekt van zelf, dat we geenszins
de andere bronnen mogen negeeren als
de huid en spieren met verschillende ze-
uuwtjes, die uen schedel bekleeden. Meest
al zijn wij in ue gelegenheid deze uit te
schakelen, daar doorgaans sterke tempe-
ratnurs-wisselingen als ooizaak hiervan
kunnenworden aangemerkt.
Wij spreken tian ook, waaneer wij deze
lijueressen en lijders op 't oog liebbeu
van „Rheunratische" hoofdpijn."
Vervolgens is de voornaamste klacht,
zoo niet meestal de eenige bij personen,
die min oi meei bloedarm ol volbloedig
zijn, ue hooiupijn, hetgeen daar wellicht
te verklaren is uit den gestoorden bloeds
omloop in bovengenoemd vlies. Eveneens
is uit het geval bij onze z.g.n. „Topische"
Hoofdpijn, welke op een soort vergifti
ging berust. Wij weten allen, hoe wij
soms een gezellig avondje, waarop wij
veel gerookt of gedjonken hebben, moe
ten bezuren uen volgenden morgen met
vreeselijke hoofdpijn, aie dan sonis
zeifsook nog gepaard gaat met aandoenin
gen van het Maaguarm-kanaal, (bra
xen, oiarrhee) ais uiting van het vergilti
gingsproees, dat het geheel» lichaam Beeft
ondergaan.
Naast al deze genoemde factoren heb
ben wij nu slechts nog één te vermelden,
die zeer zeker zeker geenszins de minst
belangrijke is. Het is de „Neurastheni
sche hoofdpijn, de kwaal van onzen
tijd van zenuwzwakte zou ik haast zeg
gen.
Een ieder mvtr weet uit eigen ervaring
hoe men van een doorgemaakten angst oi
schrik of van een langen, moeitevollen,
zenuwachtigen inspaun enden arbeid vaak
hoofdpijn krijgt.
Aangaande deze laatste sooit tasten
wij nog vrijwel volkomen in 't duister, al
is ook hier een stoornis in d en bloedsom
loop niet uit te sluiten, daar wij weten,
dat ons bloedraatsysteem afhankelijk is
van het zenuwstelsel.
Waar dus de hoofdpijn een aandoening
is, waaronder de menschheid dagelijks
gebukt gaat, zoo heb ik getracht U te
doen inzien, dat dit lijden buitengewoon
gecompliceerd is. zoodat wij met het ge
nezen hiervan nog voor tal van moeielijk
heden staan, zooals uit bovenstaande
duidelijk is geworden. Zonder twijfel zijn
wij door de ïesultaten van tal van ondei
zoekingeu op het goede spoor en laat het
zich aanzien, dat men binnen niet al te
langen tijd aan de z.gn. „alledaagsehe"
hoofdpijn paal en perk weet te stellen.
MEDICUS.
BüLójBWTSmE BR feüClALiöME.
De overeenkomst tusschen die twee be
spreekt de ouvi-minister Treub in de „Vra
gen des Tijds."
Za zijn, zegt hij, in menig opzioh(t aan
elhau1 verwant.
Be verwezenlijking vaa beide begrippen
in Yvest-Europa, acht huj omnogH-jk zon
der vernietiging der beschaving.
„Socialisatie, wanneer men oen oogen-
blik a.ziet van het ovei stelpend aantal
moeilijkheden, waarop z.j ais ulgeu.eenc
grondslag voor uitutscuappei.jka orga*
insane moet afstuiten, zou mogelijk zijn,
als haar beginsel internationaal kou
viutmen toegepast; naiionMe socialisatie
daarentegen is, afgezien van al.e prae
tische bezwaren er tegen, een stajj te
rug op den weg der maatschappelijke
oulwikkeiing. Vandaar dat naar unju
vaste overtuiging de socialisatie niet
slechts ais Luie, uiaor ook ais program
moet worden verworpen."
Over interna.ionaie socialisatie, welker
functie men nog op zijn best zeer vaag
kan bet.jiieu eu welker organen men uoe
zou moeten zoeken of kweeken, maak*
behalve de communisten, niemand zicij
druk.
„Cok de sociaal democraten erkennen
er voor a.zienoaren tijd de practische
0mnuoeUjK.ncia vaa. ZcUaer erns.ije eu
langdurige vourberei-.i.ig ingevoerd, zuu
zij zulx 'u cnaos teweeg brengen in 't
economische feven eu eeu zoo ongun
stige terugslag op üe voortbrenging neu-
ben, uat de ellende, weike zy na zou
zich slepen, zelis uen door den oorlog
teweeg gebi achten jammer, nog in de
schaduw zou stellen."
Afgezien van deze en andare overwegin
gen is de tijd voor soctalise-erende, zoo
wel as voor bclsjowioeeiej.de experimen
ten al zoo slecht mogelijk gekozen.
„Cok zelfs de vooiotaauders dier
maatschappel.jke prue.uen.mgea erxen-
nen, uat er een schrijnend tekort is
aan allerlei zaken, uie, as fundament
van hoog er maarSch,appM.jk leven nood-
zaxel.jK zijn. ru zulk een iijj proeme-
naugen te beginnen, nanvhi men op
zijn best kaa nopen, dat zij betere resul
taten zulten afwerpen dan de maat
schappelijke oruening, die wy kennen,
is erger dan dwaasheid, ir'et is een mis
daad aan de menschheid, die men hel
pen wil."
De oud-minister is van meening, dat
de revolutionuaire vloedgolf in de landen,
waarin zij nog betrekhehjk kort geleden'
het hoogst opoloeg, bezig is a lengs weg
te deiue.1. Het gevaar voor revolutie wordt
voor Europa, lehnj' er nietnre ftöii büb®-"
te voorziene oorzaken tot uitbarsting
mochten komen, minder dan het kort na
het einde van den wereldoorlog was.
„Men late zich daardoor evenwel ntefc
in slaap sussen,. Allaen door het me#
ernst mede te werken aan al die so
ciale verbeteringen, die in de lieden*
ca og ecu e maatschappij, zonder Laar om*
ver te werpen oi in hare gTonaslagen
te veranderen, mogelijk zijn, kan men
voorkomen, cat er nieuwe gelven van
ontevredenheid over de volken van Eu*
ropa, en van Europa niet alleen, wor
den ontketend on mag men de hoop
koestereu, dat men zonuer vcortdurendo
woelingen en ernstige botsingen, zoo
wel tot een hcogcre productie als tot
een betere gooderen verdeeling komen
zal. Dit toch is, zooals algemeen wordt
ingezien, noodzakelijk, zal de wereld -
coi log, diea wij zoo pas achter den
rug hebben, niet het eerste getuid blij
ken te zijn geweest van den ondergang
der moderne beschaving."
Hel is al een paar jaar geleden, dal wij er op
wezen, tlai ook in Katholieke krinyen niet al-
lijd voldoende eerbied geloond wordt voor de
vrouw, die er niet legen opziet, de lasten van
•;en groot kindertal te dragen.
VS e deden dit met veel kracht van overtuiging
on onder hel aanhalen van belreurenswaaruige
voorneelden tot staving van ons beloog en we
herinneren ons, dat meerdere betuigingen van
sympathie met «Ie strekking van dal beloog ons
loea ten deel vielen.
Over dit onderwerp schrijft thans „een moeder
vaa een grool gezin" in „L)e katholieke Vrouw",
orgaan der lederalie van R.-hb Vrouwenbonden
in Nederland.
Het doei dezer „moeder" is hetzelfde als het
geen wij ons indertijd voor oogcu stelden: het
lespeet voor de vrouw in hare hoedanigheid van
moeder van veie kinderen te doen stijgen.
Zij schrijft 0.111.:
„lioe vaak gebeurt het niet, dat men eene
getrouwde vrouw vraagt: „hoeveel kinderljes
uee.t lil en als er dan u gcUii genoemd
v.ordt, dal de vruagstcr wat boog voorkomt,
.looit men soms uitroepen: „zooveel kinderen,
mensch, l.oe speel je dal klaar? Ik heb er twee
en de handen vol eu zou er heuscii geen hij
kunnen hebben" hen ander zegt: „Hoeveel? Ze
ven kinderen, balill ik zou er lekker voor bedan
ken de slaaf van mijn huishouden le zynl"
Zelf moeder van een grool gezin, dal mijn ge
luk en Irois uitmaakt, ben ik vaak zeer pijnlijk
ge trol feu door zoodanige uildrukkingeu en an
dere, weike ik liever niet neerschrijf. Waren ze
uog gesproken door minder ontwikkelde vrou
wen. uien zou haar dat nog kunnen vergeven
uoor gebrek aan intellect, doch heel vauk kwa
men ze uil den mond van dames uil beschaafde
..ringen.
Ook de miskenning van de vrouw van het
gruole gezin komt weer uau bet licht bij onze te
genwoordige vrouwenbonden. Hoe vaas gebeurt
net nieL dal bij de oprichting vair een dergehj-
ken bond, de vrouweu uit grouie gezinnen uil de
besturen geweerd worden, 0md.1t, zoo redeneert
men, ze loch geen lijd hebben om voor eeu der-
gelijken boud te wei ten. Wordt er door zóó te
üaudclcn met vergelen, wette onschatbare dien
sten de moeder van liet groote gezin in tiet be
stuur kun bewijzen, door de ondervinding welke
ze dagelijks ia hare omgeving opdoet. Nu zal
menigeen misschien zeggen: wat hebben de vrou
wenbonden mei een groot gezin te maken, doch
mijne meening was. dal 't doel Voor tie oprich
ting van deze houden zich uitstrekte over aiie
aangelegenheden, welke zich in onze kaUiolieke
samenleving voordoen en dan dunkt mij. dat de
verbet ting van, en de eerbied voor de moeder
van bet groote gezin eene eerste plaats moei in-
oemen."
In verband met de vraag: wat moet er gedaan
worden voor de moeder van hel groote gezin?
meent de schrijfster op de eersie ptuals le moeten
wijzen op het teil, dat die moeders te weiuig af
leiding hebben.
Zij richt zicil tot de ongehuwde dames en tot
de getrouwde vrouwen zonder oi met weinig kin
deren en zegt:
„Op u rust de plicht te zorgen, dat bet groote
gezin met de vveretd mee blijlt leven en niet zich
als liet ware voelt afgesloten van onze samenle
ving, omdat zij den geheelen dag druk is met
nare kleintjes. Op u rust de dure plicht die vrou
wen afleiding te bezorgen, door haar te gaan be
Da.i, inee.iS, als ue tram juist se.iet-gillend
'n scherpe bocht heeft genomen, die 't magere
heertje ais 'n viscn op t droge naar asem deed
snakken, knarst de rem en ue plotselinge stil
stand gooit de staande passagiers op 'n klont en
doet de zittenden n „schrikKende val-dreiging"
maken
De dikke jodin roept 'n profeet uit 't oude
testament aan. 't Belletje van den wagenvoer
der nijöigt „ping-pn'ë'P'pg-"
Maar ae train ohjft als 'n blok op haar plaats.
Men tracht door ue raampjes naar de versper
ring te turen.
'n Paar achter-en vocrbalcon-menschen ko
men ai gauw vertellen, tiat er 'n vrachtauto 1 'et
ae achterwielen ui ue opgeoroken straat is ge
zakt en awars over de rails staat
„Wat shai me nou overKnomme"- angstigt de
dikke koopvrouw.... „Bathe se dat ding weg-
rije Mot shoo'n trem uaar op wacnte
„Wou jij d r than overneen schreeuwt
van het acnterbaicon een collega van haar
„Shoo, Moos, stna jij daar ook Wat is that
met thie tnrem
„De threm is soo gesond as 'n vischie die wil
wel fneruer, maar ie Khan nie
„En mag tnat nou snoo maar
„Magg,,e iviaggne? J a, that shal thie autho
'n zoug weeze.... 't ining snit vass.... we
haale ons threintje niet, 5aar I"
„We mó.tne, we motthekhan ik Benja
min fhoor niKs an 't stazion iathe wachthe.
in d.e khou En me eecne, me-goeie eethe
waar de jonghes nah snnakke
,;Pj whii aUuijd fhoorspoed hebbe, Saar-
ghaat niet."
„Paraat me niet fhan fhoorspoed, niks as
heÜènae mhaak ik mee."
Sthil. baar. tbr komp beweghing in
„Whaarin In de iracn-autho
"j a, hij shak nog diepher in 't shand I Gha je
mee Ihoope
„Lhoope Lhoope Met 'n fhijftig
khilo phaKkaziewhou jij me lathe beswhijke
't His 'n schandaal, om 'n tnrem shoo te lathe
verthrage.thr mos gefnaagenis op sthaan
,,'k Zhie thie fracn-autho de bhajes ai inrije I"
„Sphot maar, Moos; sphot maar..,, ik
khan thr wel om sjomphe 1"
„Niet thoen, Saar, tnan bè je nóg lheelijker
Verschillende passagiers, aie reeds van plan
waren uit te stappen, om hun weg te voet te ver
volgen, hebben met aandacht en heimelijk ge
noegen het gesprek gevolgd,.
Den meesten duurt het nu echter wat lang
en spoedig zitten de dikKe en üe jonge jodin,
benevens net kleine, oude israelietje alleen in
den tramwagen, terwijl Moos vanaf het achter-
balcon de nieuwste berichten omtrent de versper
ring naar binnen ratelt.
bij den scheef-wegBezakten auto-vrachtwa
gen is het intusschen 'n heeie drukte geworden
Moos had gelijk gehad bij n poging om het
zware ding van de rads te krijgen hadden de
aciuerwieien zich nog wat degelijker in 't zand
gewerkt-
Toen werd besloten tot afladen. Waarmede
volgens berekening van den eigenaar-expediteur
n half uur zou heengaan. Deze tijding werd
door Moos met eenig leedvermaak naar binnen
gedraadioosd."
Het bericht bracht Saar in 'n soort zenuw
agitatie, waarbij ze jammerde over den onheils
dag, echold op oen conducteur, wien ze nog wel
drie centen had gegeven, omdat ze d'r lieve
treintje nog zou halen, en het jonge jodinnetje,
dat haar dochter bleek te zijn, een serie standjes
»af uTiiiji *j» wira hieei en heeiei&aM
niet measci old. 't Oude joodje kreeg ook 'n
lik uit de pan, ornaat ie maar stilletje- voor zich
heen zat te grinneken over haar' opwinding.
De onhanaeibare vrachtauto is eindelijk hali
ieeggemaaxt en wordt opnieuw aangezet.
'n Luid ejuich stijgt op ais het vo.rmig zich
met kleine schokjes loswerkt.. Maar net vroo-
.ijke „hoera" ploft weer neer, tegelijk met den
;olossus, die z'n ouden stand inneemt.
Intusschen zijn eenige volgende trams d«
stilstaande achteropgekomen en blijven „vraag-
pingelend" staan, meenemend een nieuwe sliert
nieuwsgierigen en verbaasde reizigers.
Moos toept oen nieuwen wagen voerder too,
dat ie op hem meet wachten en dus niet zoo a
„stampaai" behceft te maken.
Saar is in haar hoekje weggezakt 111 gistend»
be.usting.
Oud joodje grinnikt nog.
Dochter glimlacht en gaapt.
„Hoe lhaat ist nou ai huilt Saar.
,Khwart foor sheefë, geeuwt de dochter
„Khanne me tot hactit uur wachthe."
jammert Saaren zacht klaagt ze voort ovei
haar pechover Benjamin met zijn wagen
tje in de kou.over 't eten.dat niet klaar kom
Eindelijk dringt 'n triumph-geschreeuw b
tram binnen en Moos kondigt trompetteren
aan. dat de rails vrij is.
De menscnen gaan uiteen. Cond-Cteur e
wagenv eraer ga n op hun post....
Voorzichtig gaat de tram langs de grond-om-
woelde plek.
Opeens springt Saar op, loopt naar 't achter-
baicon en brult in felle opwinding naar den ei. je-
naar-expediteur,,'k Whou^that that shmeri^e
khreng fhan jou fherrekte I"
O.