lilck wat wils Ü8 kosten van liet lager- Oridei wijs voor de Oemeenten en de Schoolbesturen. Wat de Pers zegt BI IN NB.N HA NU. ZATERDAG 30 OCTOBER 1820. MÊDISCHt PRAATJES. TiitKliS ÜLXII. X hUEDc.il VAii HET ScOOTc GEZIN Wij zagen in ons vorig artikel, dat de Ge meenteraad op liet verzoek van een School bestuur om medewerking tot stichting eener school, behoudens in zeer enkele in de wet omschreven gevallen, gehouden is gunstig te beschikken. Wil uit nu zeggen, dat het School bestuur geneel vrij is in zijne plannen, zoodat zelfs het meest kostDare ontwerp door de ge meente moet worden geaccepteerd Neen, zoover gaat de bevoegdheid der schoolbe sturen niet en uit is maar goed, gedachtig het bekende spreekwoord „Het is gemakkelijk riemen snijden van eens andermans leer." Wenscht een schoolbestuur oprichting eener school, dan kan het zooals wij gezien hebben aan den Gemeenteraad vragen, om van Gemeentewege een schud te stienten, oi het kan vragen om üe noociige gelden be schikbaar te stellen, opuat het schoolbe stuur zelve tot stichting van een schoolge bouw kan overgaan. Hoe ook de aanvrage luiüt, de Gemeenteraad kan een bestaand ge bouw, al uan niet veroouwd, aan het school bestuur ter beschikking stellen, doch uaartoe is nuouig, nat ue inspecteur van het onder- wijs heelt verklaard, uat tegen ueze beschik baarstelling geen bezwaar bestaat. Wenscht het schuoluestuur met het door uen Gemeente raad bescnikoaar gestelde gebouw geen ge noegen te nemen, uan kan ue beslissing van den Minister van Onderwijs wuruen ingeroe pen, uie beslist, na den inspecteur en den Onderwijsraad te hebben gehoord. He .e bepaling is vooral uaaroni van veel belang, oniuat het tt voorzien is, dat door ut finanueele gelijkstelling het bijzonuer oneer wijs zeei m bloei zal toenemen en mogelijk systematische leegpomping (men vergevt ons deze uitdrukking, zij is niet van ons maai aikomsug uit het Nederlaudsche Far- lemen der openbare school daarvan het ge volg kan zijn. He ieegkomenue openbare scholen kunnen in voorkomende gevallen zeer goed voor het bijzonder onderwijs wor den gebruikt en het zoude in de tegenwoordi ge tijdsomstandigheden nu en de onjzen der bouwmaterialen en üe loonen in de bouwvak ken een ongekende hoogte hebben bereikt, onverantwooruelijk zijn om zonder noodzaak tot oprichting van nieuwe scholen over te gaan. He gemeentelijk belastingschroef is waarlijk al genoeg aangedraaid. is evenwel geen gebouw beschikbaar, dan bouwt, muien liet soh lbestuur dit vraagr, de gemeente eene school. Wenscht het Schooi bestuur *elt te Douwen en vraagt het de nooui ge geiuen, om uaaruit den bouw te bekostigen, uan kunnen Burgemeester en Wethouders, in dien zij liet wenschelijker achten, uat de Gemeente zelve den bouw ter hand neemt, ter zake overleg plegen met net schoolbe stuur. heiJt dit overleg tot geen resultaat, m. a. W. Kunnen Gemeente en Schoolbestuur het niet eens worden, hetzij ten aanzien van de keuze van net t.rrem, hetzij oetreffenoe het bestek van den bouw, dan kan het Schoolbe stuur zelve tut den bouw overgaan en stelt de uemeente de noodige miüucien beschik baar. in zoodanig geval zendt het schoolbe stuur het bestek van den bouw, vergezeld van een beschrijving van liet terrein en een omschrijving van ae eerste inrichting, aan den inspecteur, die daaromtrent binnen een maand auvies uitbrengt. Terloops mer ken Wij op, uat in de wet onder de kosten van den bouw eener school, steeds mede worden verstaan de kosten van eerste inrichting, waaronder mede is te begrijpen meubileering en leer- en hulpmiddelen. Heelt de inspec teur advies uitgebracht dan wordt een exem plaar van uezelfue stukken, die zooals wij uaareven vermeldden aan den Inspecteur moeten worden ingezonden aan Burge meester en Wetli. gestuurd. Daarbij wordt tevens gevoegd liet auvies van den inspecteur en een uitgewerkte raming van kosten, met het verzoek om het bedrag der geraamde kosten beschikbaar te stellen. Burgemeester en Wethouders zijn hiertoe echter niet zonder meer verplicht. Immers het is zeer goed mogelijk, dat zij bezwaar heb ben, hetzij tegen Let bestek, hetzij tegen de keuze van het terrein, hetzij tegen de voorge nomen eerste inrichting, of dat zij de kostenraming te hoog achten. In dit geval f plegen zij Bader overleg met het Schoolbe stuur en heeft dit geen succes dan roepen zij de beslissing vaa den Minister van onderwijs in. Het vorenstaande is met de noodige wijzi gingen ook van toepassing bij verandering in ue inrichting of bij uitbreiding aan schoolge bouwen. Resumeerende komen wij tot de conclusie, dat over het feit zeil of een school zal worden opgericht de beslissing vrijwel uitsluitend ligt bij het schoolbestuur, immers de Gem een- teraad is nagenoeg steeds verplicht ter zake zijne medewerking te verleenen, doch heeft bij de uitvoeri g der plannen ook nog een woordje mede te spreken. De nieuwe wet op het Lager onderwijs treedt zooals wij reeds vroeger vermeldden, op i Januari 1921 in werking, en bij oprich- ing of uitbreiding van scholen na dien datum zal dus op bovenstaande wijze worden ge handeld. Br zijn echter reeds thans zeer veel bijzondere scholen, als zoovele stomme getui gen van de offervaardigheid der christenen, uie ondanks het feit, dat zij de openbare school mede moesten bekostigen, toch hunne ij dragen aan de bijzondere school niet wil den onthouden. Ook hieromtrent is door den wetgever voorzien. Immers art. 205 der wet bepaalt, dat, voor de terreinen en gebouwen van bijzondere lagere scholen, die eigendom van de schoolbesturen zijn en op 1 Januari 1921 in gebruik of in aanbouw waren, de ge meenten te rekenen van 1 Januari 1922 aan de schoolbesturen een jaarlijkscke vergoeding betalen, welke vergoeding wordt berekenu naar de geschatte waarde dier terreinen en gebouwen met inbegrip van de schoolmeu- oelen. Als grondslag voor deze schatting wordt genomen de waarde der terreinen, ge bouwen en schoohneubeien op x Juli 1914- v'v'aar die grondslag tengevolge van bet tijd stip van de opening der school ontbreekt, geschiedt de schatting naar de waarde ten tijde van de open ng van de school „De schattingen, waarvan hier en in het, vervolg, dezer artikelen sprake is geschieden op kos ten van liet schoolbestuur uoor urie deskundi gen, van wie een door den onderwijsraad, een door liet gemeentebestuur en een door net schoolbestuur wordt benoemd. De vergoeding bedraagt zooveel ten hon derd van ue geschatte waarde als de urie ten uonderd rente gevende nationale schuld op den eersten beursdag van Let jaar uer schat ting voor den verkrijger afwerpt, vermeerderu met een hall ten honderd. Naar uen tegen- woordigen koers der Nationale schuld komt dit, zooals we vroeger reeds zagen, neer op circa 6 j/2 procent. Verscilillende schoolbesturen hebben 1 laatste jaren groote leeningen moeten aan gaan om ue kosten van sclioulOouw te bestrij den, al zuilen zij over 't algemeen wel met eene miüuere rente dan 6J/2% Lebben kun nen volstaan. Anuere scholen zijn vrij, ue schoolbesturen hebben hunne schulden afge lost. De wetgever maakt echter ten deze geen verschil. Vaa de gescnatte waarde van aiu scholen wordt jaarlijks het evenvermelue percentage door ue gemeente uitgekeerd. Voor veie schoolbesturen beteekent uit een jaarlijksche ontvangst, waar geen uitgaat, althans geene evenreuige uitgave, meer te genover staat. Laten Wij kopen, uat ue vrij- Komende geiden nuttig zuuen worden be steed tot veroeteruig en vervolmaking van het bijzonder onderwijs en niet tot nevenooeiein- deu zuilen worden geuruixt. Dat van gebouwen enz; op 1 Juii i<jri4 be staande, die datum worut aangenomen Voor ue waardeschatting, in met meer uan biihjii, uaar het met zoude aangaan, om van ue schoolbesturen ten koste uer Gemeenten, O. W.ers te maken. HOOFDPIJN. Onder de meest veelvuldig voorko mende aandoeningen, waaronder ue menschheid te lijden heeft en u aartegen zij alom bescherming zoekt, mag zeer ze- xer wel bovengenoemde in ue allereerste plaats genoemd worueu. Reeds uit uit oog punt al is dan ook ae hoofdpijn zonder twijfel een nadere beschouwing waard. Alvorens nu onze bespreking van ueze aandoening aan te vangen, wil ik U er op opmerkzaam maken dat wij als het ware t.iee soorten hoofdpijn kunnen onder scheiden, 11I. allereerst uie hoofdpijn, uie in velband met tal van ziekten voor- Verstopping. 't Is koud. 't ls mistig. 't Is kaan0ag. 't ls zes uur 's avonds. 't ls uruk in ue hoofustraten. Op ce Maandagsche rnarkt wordt de rumoerig heiu ailer.gs minuer. He Kooplieden, die neg niet geheel los zijn, ver schreeuwen het geluid wat hen nog rest ue en scnorrig zwoegen de stemmen door Ni keuryvigheiu heen. Maar de felle kooplust van geld-maandag is verzaKtsieents n enkeling laat zich nog ver lokken door verlaagden pnjs van negoife-res- tant, dat a.s veraent m 'n kraam-hoekje lig, bijeengeiioopt. He meeste kooplui hebben hun waren in doo- zen en bunuels aaneengesjord en sleepen hun vracht moeizaam naar ue eerste de beste tram- hade, waar ze hun geld natelien of den handel van den üag bereaeneeren. Dan komt, voorz.chtig om mist en drukte, de tram aangiijrien, ae geriuierae lichtbol waar schuwend voorop He negotie-menschen dringen zich met handi ge berekening naar voren, uuwen hun bagage weg banend voor zich uit ce tram in, bekomme ren zich nauwelijks om vers.oorde gezichten van conducteur en passagiers e.. doen oenken aan 't spreeswoord van brutale men chen en de halve wereld. Ds wagenvoerder bevinnigt ongeduldig z'n jyoetbel en werpt gloeiende blikken op de stere- otiep-kalme jouen-figuresu, uie rustig nauerbij- sloffen met hun.vrachtje en zich caarmee een plaats in de tram veroveren,drie maal zoo groot als van 'n gewonen reiziger. Eindelijk snerpt '11 korte fluit-stoot door de straat-beroeriug en met 'n ruk gaat de tram er haastig van door. Ze is tjok-vol en bij e-ke>ieuwe halte beleven Je passagiers nieuwe aaem-belemmering, klee ding en ledematen geknoei 'n Dikke dochter israeis met plat, vet kapsel, zit naast 'n mageren heer, d.e doodsangsten uit' staat, omdat genoemde julfrouw bij else bocht of schok tegen zijn ribbekast opveert en hem zoodoende in allengs zwaardere benauwing tegen het ruitje perst. Daar vlak achter zit een jong jodinnetje zich cm hst geval te pret-verkneukelen en stoot haar buurman-negotie-broeuer aan, aie vuiie ziiver bons sorteert en opbergt. Klein, oud en kucnend Israelietje zit naast dame in bont, die, zijn gezelseuap aherminst op prijs stellend,, ernstige pogingen aanwendt om door het beslagen glas naar de winkels te kij'ken waarvan echter weinig meer te zien is can dé mist-omfloerste lichtpiekKen, aie niet vrij hun majesteit kunnen uitstralen. De dikke joodsche vrouw houdt, zonder om te zien, tegen haar acnterouur beschouwingen over het verloop van oen markt-oag en hoopt luidop, dat ze den trein van haif zeven nog naait, ornaat anders de kinderen niet op tijd hun warme eten zullen hebren en haar Benjamin tevergeefs aan 't station zal wacnten met 't karretje, dat 'n kwartje per uur van huur kost. Met 'n beschermend knikje verklaart de con ducteur, dat ze zich niet bezorgd hoeft te maken en krijgt daarvoor drie centen boven het beutag der tramrife- komtj dtts als een symptoon en ken merk van die ziekte moet worden be schouwd. Daarnaast hebben wij te memoreren die groote groep van personen, die niet ziek zijnde, toch dag in dag uit aan hoofdpijn lijden en bij wie dus deze aan doening als een zelfstandige aandoening voorkomt en 't leven van die menschen in hooge mate vergalt. Bij de eerstgenoemde groep pleegt met de ziekte ook de hoofdpijn geheel en al te verdwijnen. Wilde ik dus deze soort met U behandelen, dan zon ik genood zaakt zijn elke ziekte, die gepaard gaat met hoofdpijn, aan te stippen. Van meer beteekenis is 't, dunkt me. Uw aandacht te vragen voor de tweeden groep. Men beeft langen tijd gezocht naar de oorzaak van dit zoo vaak voorkomend lij- de-, doch de resultaten dienaangaande zijn helaas nog zeor bedroevend. Niette- genstaandèaldeze nasporingen heeft men slechts gevonden, dat de pijn naar alle waarschijnlijkheid samenhangt met een stoornis ia de voeding en den bloedsom loop. Een belangrijke vraag die zich in verband met deze onderzoekingen weldra voordeed, was deze „Waar is de pijn bij dit lijden gezeteld Het meest voor de hand liggend was te denken, dat de hersenen de zetel er van waren. Nam men dit echter aan, naar dan kwam men voor een bijzonder groote moeielijkixeid te staan, waarvoor nieu niet in staat was een afdoende oplossing te vinden. Van onze hersenen loopen nl. tal van zenuwbanen naai de oppervlakte van ons lichaam. Was nu dit orgaan de zetel, dan was het onverklaarbaar waar om men via deze zenuwgeleiding geen pijn gevoelde bv. in armen, beenen etc en was 't totaal onbegrijpelijk, waarom deze zich uitsluitend bepaalde tot het hoofd. Deze zeer duidelijke tegen, erpin- gen gaven nu weldra den prikkel tot een nog nauwkeuriger onderzoek en zoo ves- tigd men de aandacht op onze hersenvlie zen. De measch bezit hiervan enkele soor ten. Allereerst wi] ik U dan noemen het z.gn. „vveeke" hersenvlies. Zooals U mogelijk uit afbeeldingen, die U wel eens gezien lieeft, weet, vertoonen onze herse nen tal van groeven, hier meer, daar min der diep. Over deze oneffen massa heen bevindt zicli nu het z.g n. vveeke hersen vlies de hersenmassa volgend in al deze heuvels en dalen. Behalve het vveeke her senvlies hebben wij nog eeu „hard" her senvlies, dat als het ware de gelieele bin nenvlakte van cien schedel bekleedt. Tusschen deze beide in ligt in het z.g.n. „Spinnenweb," 'n zeer losmazig weefsel. Men heeft uit gevonden, dat het harde hersenvlies een buitengemeen gevoelig vlies is, dat bij 'a zelfs zeer lichte prikke ling een vrij hevige pijn te voorschijn roept. Ret is dus niet onwaarschijnlijk, dat dit vlies ecu zeer belangrijk aandeel heelt m onze hoofdpijn. Het spieekt van zelf, dat we geenszins de andere bronnen mogen negeeren als de huid en spieren met verschillende ze- uuwtjes, die uen schedel bekleeden. Meest al zijn wij in ue gelegenheid deze uit te schakelen, daar doorgaans sterke tempe- ratnurs-wisselingen als ooizaak hiervan kunnenworden aangemerkt. Wij spreken tian ook, waaneer wij deze lijueressen en lijders op 't oog liebbeu van „Rheunratische" hoofdpijn." Vervolgens is de voornaamste klacht, zoo niet meestal de eenige bij personen, die min oi meei bloedarm ol volbloedig zijn, ue hooiupijn, hetgeen daar wellicht te verklaren is uit den gestoorden bloeds omloop in bovengenoemd vlies. Eveneens is uit het geval bij onze z.g.n. „Topische" Hoofdpijn, welke op een soort vergifti ging berust. Wij weten allen, hoe wij soms een gezellig avondje, waarop wij veel gerookt of gedjonken hebben, moe ten bezuren uen volgenden morgen met vreeselijke hoofdpijn, aie dan sonis zeifsook nog gepaard gaat met aandoenin gen van het Maaguarm-kanaal, (bra xen, oiarrhee) ais uiting van het vergilti gingsproees, dat het geheel» lichaam Beeft ondergaan. Naast al deze genoemde factoren heb ben wij nu slechts nog één te vermelden, die zeer zeker zeker geenszins de minst belangrijke is. Het is de „Neurastheni sche hoofdpijn, de kwaal van onzen tijd van zenuwzwakte zou ik haast zeg gen. Een ieder mvtr weet uit eigen ervaring hoe men van een doorgemaakten angst oi schrik of van een langen, moeitevollen, zenuwachtigen inspaun enden arbeid vaak hoofdpijn krijgt. Aangaande deze laatste sooit tasten wij nog vrijwel volkomen in 't duister, al is ook hier een stoornis in d en bloedsom loop niet uit te sluiten, daar wij weten, dat ons bloedraatsysteem afhankelijk is van het zenuwstelsel. Waar dus de hoofdpijn een aandoening is, waaronder de menschheid dagelijks gebukt gaat, zoo heb ik getracht U te doen inzien, dat dit lijden buitengewoon gecompliceerd is. zoodat wij met het ge nezen hiervan nog voor tal van moeielijk heden staan, zooals uit bovenstaande duidelijk is geworden. Zonder twijfel zijn wij door de ïesultaten van tal van ondei zoekingeu op het goede spoor en laat het zich aanzien, dat men binnen niet al te langen tijd aan de z.gn. „alledaagsehe" hoofdpijn paal en perk weet te stellen. MEDICUS. BüLójBWTSmE BR feüClALiöME. De overeenkomst tusschen die twee be spreekt de ouvi-minister Treub in de „Vra gen des Tijds." Za zijn, zegt hij, in menig opzioh(t aan elhau1 verwant. Be verwezenlijking vaa beide begrippen in Yvest-Europa, acht huj omnogH-jk zon der vernietiging der beschaving. „Socialisatie, wanneer men oen oogen- blik a.ziet van het ovei stelpend aantal moeilijkheden, waarop z.j ais ulgeu.eenc grondslag voor uitutscuappei.jka orga* insane moet afstuiten, zou mogelijk zijn, als haar beginsel internationaal kou viutmen toegepast; naiionMe socialisatie daarentegen is, afgezien van al.e prae tische bezwaren er tegen, een stajj te rug op den weg der maatschappelijke oulwikkeiing. Vandaar dat naar unju vaste overtuiging de socialisatie niet slechts ais Luie, uiaor ook ais program moet worden verworpen." Over interna.ionaie socialisatie, welker functie men nog op zijn best zeer vaag kan bet.jiieu eu welker organen men uoe zou moeten zoeken of kweeken, maak* behalve de communisten, niemand zicij druk. „Cok de sociaal democraten erkennen er voor a.zienoaren tijd de practische 0mnuoeUjK.ncia vaa. ZcUaer erns.ije eu langdurige vourberei-.i.ig ingevoerd, zuu zij zulx 'u cnaos teweeg brengen in 't economische feven eu eeu zoo ongun stige terugslag op üe voortbrenging neu- ben, uat de ellende, weike zy na zou zich slepen, zelis uen door den oorlog teweeg gebi achten jammer, nog in de schaduw zou stellen." Afgezien van deze en andare overwegin gen is de tijd voor soctalise-erende, zoo wel as voor bclsjowioeeiej.de experimen ten al zoo slecht mogelijk gekozen. „Cok zelfs de vooiotaauders dier maatschappel.jke prue.uen.mgea erxen- nen, uat er een schrijnend tekort is aan allerlei zaken, uie, as fundament van hoog er maarSch,appM.jk leven nood- zaxel.jK zijn. ru zulk een iijj proeme- naugen te beginnen, nanvhi men op zijn best kaa nopen, dat zij betere resul taten zulten afwerpen dan de maat schappelijke oruening, die wy kennen, is erger dan dwaasheid, ir'et is een mis daad aan de menschheid, die men hel pen wil." De oud-minister is van meening, dat de revolutionuaire vloedgolf in de landen, waarin zij nog betrekhehjk kort geleden' het hoogst opoloeg, bezig is a lengs weg te deiue.1. Het gevaar voor revolutie wordt voor Europa, lehnj' er nietnre ftöii büb®-" te voorziene oorzaken tot uitbarsting mochten komen, minder dan het kort na het einde van den wereldoorlog was. „Men late zich daardoor evenwel ntefc in slaap sussen,. Allaen door het me# ernst mede te werken aan al die so ciale verbeteringen, die in de lieden* ca og ecu e maatschappij, zonder Laar om* ver te werpen oi in hare gTonaslagen te veranderen, mogelijk zijn, kan men voorkomen, cat er nieuwe gelven van ontevredenheid over de volken van Eu* ropa, en van Europa niet alleen, wor den ontketend on mag men de hoop koestereu, dat men zonuer vcortdurendo woelingen en ernstige botsingen, zoo wel tot een hcogcre productie als tot een betere gooderen verdeeling komen zal. Dit toch is, zooals algemeen wordt ingezien, noodzakelijk, zal de wereld - coi log, diea wij zoo pas achter den rug hebben, niet het eerste getuid blij ken te zijn geweest van den ondergang der moderne beschaving." Hel is al een paar jaar geleden, dal wij er op wezen, tlai ook in Katholieke krinyen niet al- lijd voldoende eerbied geloond wordt voor de vrouw, die er niet legen opziet, de lasten van •;en groot kindertal te dragen. VS e deden dit met veel kracht van overtuiging on onder hel aanhalen van belreurenswaaruige voorneelden tot staving van ons beloog en we herinneren ons, dat meerdere betuigingen van sympathie met «Ie strekking van dal beloog ons loea ten deel vielen. Over dit onderwerp schrijft thans „een moeder vaa een grool gezin" in „L)e katholieke Vrouw", orgaan der lederalie van R.-hb Vrouwenbonden in Nederland. Het doei dezer „moeder" is hetzelfde als het geen wij ons indertijd voor oogcu stelden: het lespeet voor de vrouw in hare hoedanigheid van moeder van veie kinderen te doen stijgen. Zij schrijft 0.111.: „lioe vaak gebeurt het niet, dat men eene getrouwde vrouw vraagt: „hoeveel kinderljes uee.t lil en als er dan u gcUii genoemd v.ordt, dal de vruagstcr wat boog voorkomt, .looit men soms uitroepen: „zooveel kinderen, mensch, l.oe speel je dal klaar? Ik heb er twee en de handen vol eu zou er heuscii geen hij kunnen hebben" hen ander zegt: „Hoeveel? Ze ven kinderen, balill ik zou er lekker voor bedan ken de slaaf van mijn huishouden le zynl" Zelf moeder van een grool gezin, dal mijn ge luk en Irois uitmaakt, ben ik vaak zeer pijnlijk ge trol feu door zoodanige uildrukkingeu en an dere, weike ik liever niet neerschrijf. Waren ze uog gesproken door minder ontwikkelde vrou wen. uien zou haar dat nog kunnen vergeven uoor gebrek aan intellect, doch heel vauk kwa men ze uil den mond van dames uil beschaafde ..ringen. Ook de miskenning van de vrouw van het gruole gezin komt weer uau bet licht bij onze te genwoordige vrouwenbonden. Hoe vaas gebeurt net nieL dal bij de oprichting vair een dergehj- ken bond, de vrouweu uit grouie gezinnen uil de besturen geweerd worden, 0md.1t, zoo redeneert men, ze loch geen lijd hebben om voor eeu der- gelijken boud te wei ten. Wordt er door zóó te üaudclcn met vergelen, wette onschatbare dien sten de moeder van liet groote gezin in tiet be stuur kun bewijzen, door de ondervinding welke ze dagelijks ia hare omgeving opdoet. Nu zal menigeen misschien zeggen: wat hebben de vrou wenbonden mei een groot gezin te maken, doch mijne meening was. dal 't doel Voor tie oprich ting van deze houden zich uitstrekte over aiie aangelegenheden, welke zich in onze kaUiolieke samenleving voordoen en dan dunkt mij. dat de verbet ting van, en de eerbied voor de moeder van bet groote gezin eene eerste plaats moei in- oemen." In verband met de vraag: wat moet er gedaan worden voor de moeder van hel groote gezin? meent de schrijfster op de eersie ptuals le moeten wijzen op het teil, dat die moeders te weiuig af leiding hebben. Zij richt zicil tot de ongehuwde dames en tot de getrouwde vrouwen zonder oi met weinig kin deren en zegt: „Op u rust de plicht te zorgen, dat bet groote gezin met de vveretd mee blijlt leven en niet zich als liet ware voelt afgesloten van onze samenle ving, omdat zij den geheelen dag druk is met nare kleintjes. Op u rust de dure plicht die vrou wen afleiding te bezorgen, door haar te gaan be Da.i, inee.iS, als ue tram juist se.iet-gillend 'n scherpe bocht heeft genomen, die 't magere heertje ais 'n viscn op t droge naar asem deed snakken, knarst de rem en ue plotselinge stil stand gooit de staande passagiers op 'n klont en doet de zittenden n „schrikKende val-dreiging" maken De dikke jodin roept 'n profeet uit 't oude testament aan. 't Belletje van den wagenvoer der nijöigt „ping-pn'ë'P'pg-" Maar ae train ohjft als 'n blok op haar plaats. Men tracht door ue raampjes naar de versper ring te turen. 'n Paar achter-en vocrbalcon-menschen ko men ai gauw vertellen, tiat er 'n vrachtauto 1 'et ae achterwielen ui ue opgeoroken straat is ge zakt en awars over de rails staat „Wat shai me nou overKnomme"- angstigt de dikke koopvrouw.... „Bathe se dat ding weg- rije Mot shoo'n trem uaar op wacnte „Wou jij d r than overneen schreeuwt van het acnterbaicon een collega van haar „Shoo, Moos, stna jij daar ook Wat is that met thie tnrem „De threm is soo gesond as 'n vischie die wil wel fneruer, maar ie Khan nie „En mag tnat nou snoo maar „Magg,,e iviaggne? J a, that shal thie autho 'n zoug weeze.... 't ining snit vass.... we haale ons threintje niet, 5aar I" „We mó.tne, we motthekhan ik Benja min fhoor niKs an 't stazion iathe wachthe. in d.e khou En me eecne, me-goeie eethe waar de jonghes nah snnakke ,;Pj whii aUuijd fhoorspoed hebbe, Saar- ghaat niet." „Paraat me niet fhan fhoorspoed, niks as heÜènae mhaak ik mee." Sthil. baar. tbr komp beweghing in „Whaarin In de iracn-autho "j a, hij shak nog diepher in 't shand I Gha je mee Ihoope „Lhoope Lhoope Met 'n fhijftig khilo phaKkaziewhou jij me lathe beswhijke 't His 'n schandaal, om 'n tnrem shoo te lathe verthrage.thr mos gefnaagenis op sthaan ,,'k Zhie thie fracn-autho de bhajes ai inrije I" „Sphot maar, Moos; sphot maar..,, ik khan thr wel om sjomphe 1" „Niet thoen, Saar, tnan bè je nóg lheelijker Verschillende passagiers, aie reeds van plan waren uit te stappen, om hun weg te voet te ver volgen, hebben met aandacht en heimelijk ge noegen het gesprek gevolgd,. Den meesten duurt het nu echter wat lang en spoedig zitten de dikKe en üe jonge jodin, benevens net kleine, oude israelietje alleen in den tramwagen, terwijl Moos vanaf het achter- balcon de nieuwste berichten omtrent de versper ring naar binnen ratelt. bij den scheef-wegBezakten auto-vrachtwa gen is het intusschen 'n heeie drukte geworden Moos had gelijk gehad bij n poging om het zware ding van de rads te krijgen hadden de aciuerwieien zich nog wat degelijker in 't zand gewerkt- Toen werd besloten tot afladen. Waarmede volgens berekening van den eigenaar-expediteur n half uur zou heengaan. Deze tijding werd door Moos met eenig leedvermaak naar binnen gedraadioosd." Het bericht bracht Saar in 'n soort zenuw agitatie, waarbij ze jammerde over den onheils dag, echold op oen conducteur, wien ze nog wel drie centen had gegeven, omdat ze d'r lieve treintje nog zou halen, en het jonge jodinnetje, dat haar dochter bleek te zijn, een serie standjes »af uTiiiji *j» wira hieei en heeiei&aM niet measci old. 't Oude joodje kreeg ook 'n lik uit de pan, ornaat ie maar stilletje- voor zich heen zat te grinneken over haar' opwinding. De onhanaeibare vrachtauto is eindelijk hali ieeggemaaxt en wordt opnieuw aangezet. 'n Luid ejuich stijgt op ais het vo.rmig zich met kleine schokjes loswerkt.. Maar net vroo- .ijke „hoera" ploft weer neer, tegelijk met den ;olossus, die z'n ouden stand inneemt. Intusschen zijn eenige volgende trams d« stilstaande achteropgekomen en blijven „vraag- pingelend" staan, meenemend een nieuwe sliert nieuwsgierigen en verbaasde reizigers. Moos toept oen nieuwen wagen voerder too, dat ie op hem meet wachten en dus niet zoo a „stampaai" behceft te maken. Saar is in haar hoekje weggezakt 111 gistend» be.usting. Oud joodje grinnikt nog. Dochter glimlacht en gaapt. „Hoe lhaat ist nou ai huilt Saar. ,Khwart foor sheefë, geeuwt de dochter „Khanne me tot hactit uur wachthe." jammert Saaren zacht klaagt ze voort ovei haar pechover Benjamin met zijn wagen tje in de kou.over 't eten.dat niet klaar kom Eindelijk dringt 'n triumph-geschreeuw b tram binnen en Moos kondigt trompetteren aan. dat de rails vrij is. De menscnen gaan uiteen. Cond-Cteur e wagenv eraer ga n op hun post.... Voorzichtig gaat de tram langs de grond-om- woelde plek. Opeens springt Saar op, loopt naar 't achter- baicon en brult in felle opwinding naar den ei. je- naar-expediteur,,'k Whou^that that shmeri^e khreng fhan jou fherrekte I" O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5