TWEEDE MB Kick wat wils De kosten van het lager- Onderwijs voor de Gemeenten en de Schoolbesturen. Medische Praatjes, BINNENLAND Gemengd Nieuws ZATERDAG 6 NOVEMBER 1820. VI (Slot.) Wij hebben thans nog nader de vraag te beantwoorden, op welke wijze de schoolbestu ren de gelden gerestitueerd krijgen, die zij be steden aan het onderhoud van scholen en schoJmeubelen, voor schoolboeken, leer middelen en schoolbehoeften en voor de ver lichting, verwarming en 't schoonhouden der schoollokalen. De hiervot r benoadigde gelden worden door de Gemeente betaald, en wel in dier voege, dat de gemeente aan het schoolbestuur per leerling hetzelfde bedrag uitkeert, dat een leerling eener in de gemeente aanwezige gelijksoortige openbare school, aan de ge meente kost. Is in de gemeente geen gelijk soortige openbare school, dan wordt de ver goeding per leerling der bijzondere school bepaald op het gemiddeld bedrag per leerling van de kosten over hetzelfde dienstjaar der overeenkomstige openbare lagere scholen in eene gelijksoortige gemeen te." De zooeven besproken vergoeding wordt door de gemeenten aan de schoolbesturen voor het eerst uitbetaald over het jaar 1922 Dit het nevenstaande blijkt, dat een gemeen te nimmer, door bevoorrechting der openbare school, het bezoek dezer school kan beverde ren. Voert de gemeente b. v. aan de openbare sih -u) s hoi l.iiblLtheken in, geeft zij aan de leerlingen belooningen en eereblijken, ver strekt zij voeding en kleeding of schoolbadeii aan de scho Ikinderen, clan wordt de kost prijs per leerling der openbare scho >1 zooveel ho ger en zal ae jaarlijksche uitkeering aan ue bijzondere school ook evenredig stijgen. De invoering der nieuwe wet zal begrijpe lijkerwijze vele i penbare scholen in bijzondere omzetten, daardoor zal het meer dan tot dus verre voorkomen, dat iemand woont op eene plaats, in de nabijheid waarvan wel eene school is, doch eene school, waarvan hij het onderwijs cour zijne kinderen niet wenscht te doen volgen, terw'. 1 eene andere school slechts op zèer grooten afstand is gelegen. Men kan b.v. van een katholiek kwalijk vórderen, dat hij zijne kinderen naar eene nabijgelegen protestantsche school zendt. Om hieraan tege moet te komen bepaalt de wet, dat ten behoe ve van ouders, voogden cf verzorgers van in den leerplichtigen leeftijd vallende kin deren, die deze kinderen openbaar onder wijs can wel bijzonder onderwijs van een be paalde richting wenschen te doen genieten terwijl de woning aier kinderen meer dan vier kilometer is verwijderd van een voor hen toegankelijke school, waar het door hen ge wenschte onderwijs wordt gegeven, des ver laogd uit de gemeentekas steun wordt ver leend ter tegemoetkoming in de kosten, ver banden aan het bezo eken van eene op groute; ren afstand van dé woning gelegen school, waar het gewenschte onderwijs werdt gege ven, zoo nóodig, worden deze kosten geheel uit de gemeentekas vergóed. In bepaalde ge vallen, kan zelfs huis onderwijs voor de kin deren worden gevorderd. Op soortgelijke aanvragen moet door den Gemeenteraad worden beschikt. Bij weigering van den Gemeenteraad bestaat beroep bij Gedeputeerde Staten, die' beslissen, na den Onderwijsraad te hebben gehoofd. Ket is wel overbodig hierbij op te merken, dat déze bepaling met de uiterste voorzichtig heid zal moeten worden toegepast, wil zij de Gemeenten niet voor onoverkomelijke lasten brengen. Verwacht mag intusschen worden dat de praktijk hier de juiste grenzen zal we ten te trekken Meermalen komt het voor dat kinderen uit de eene gemeente, de scholen eener andere gemeente bezoeken. Zijn dit openbare scholen, dan is in den regel althans in dien net aantal kinderen van eenigebeteeke nis is, door de gemeentebesturen eene rege ling i nf den on Trent dg toelating van kinde ren uit de eene g meente op de scholen der anoeiu. Mok de nieuwe wet handhaaft ten aanzien der openbare scholen dit beginsel. i-oor .gel' ke regelingen kwamen voorheen ten aanzien v an het bijzonder onderwijs niet Vu» r. daar de gemeenten met het tijzonder onuerwijs geen bemoeienis hadden. Ook thans zijn evenwel gemeenschappelijke regelingen ter zake overbodig, omdat cie vrijze van ver zekering in de wet is vastgelegd. Wij vinden in art. 86 bepaald, dat wanneer een schoo; welke overeenkomstig de nieuwe wel is tot stand gekonu'n, bezocht wordt door kinderen, aie niet wonen in de gemeente, waar die school is gevestigd, deze laatste gemeente aanspraak I eeft op eene uitkeering van de gemeente, V .arin die kinderen woonachtig zijn. Deze uitkeering wordt berekend naar zes ten honderd van de kosten van stichting of verbouwing en wordt voor elke gemeente be paald op zoodanig gedeelte van deze zes procent, als wordt uitgedrukt door eene breuk waarvan de teller is het getal, dat aanwijst het gemiddeld aantal leerlingen, hetwelk m het voorafgaande jaar de school heeft bezocht en in die gemeente woonachtig was en ae noe mer het getal, dat aanwijst het gemiddelde van het geheele aantal leerlingen, dat ui dat jaar de school heeft bezocht. Wij zullen dit met een voorbeeld verduide lijken. In de gemeente X is, hetzij door de ge meente, hetzij door het schoolbestuur ten be hoeve van het bijzonder onderwijs een school gebouwd, die f40000.heeft gekóst. Deze school wordt bezocht in 1922 door 97 leerlin gen,waarvan 80 van de gemeente X en 17 van de gemeente Z. In 1923 wordt de school be zocht door 100 leerlingen, waarvan 79 van de gemeente X en 21 van de gemeente Z. Zes procent vairf40000.-— is f2400.Over 1923 zal dan door de gemeente Z. aan de gemeente X moeten worden betaald 17 (aantal leerlingen van Z in 1922), .00 (totaal aantal leerlingen in 1923}, van f2400.- öf f408.- Op gelijke wijze worden de kosten van onderhoud aan de school, leermiddelen enz. tusschen de betrokken Gemeentebesturen verrekend. Wij vestigden er boven door cursieyen druk de aandacht op, dat alleen voor stichtings- kosten van bijzondere scholen, die onder de nieuwe wet worden opgericht en alwaar kin deren uit andere gemeenten schoolgaan, van deze laatsten bijdragen kunnen wordenge vor- derd, want hoe ongerijmd 'took moge klin ken voor de op 1 Januari 1921 bestaande bijzondere scholen geldt dit niet; b. v. inde gemeente X staat een bijzondere school, waarvan de waarde overeenkomstig den door de wet aangelegden maatstaf is gescnat op ióo.opo,- Naar den tegen woord igen koers tier Nationale schuld, zal te beginnen in 1923 jaarlijks daarvan by2 procent of f3900. door de gemeente X aan het schoolbestuur aldaar me eten worden uitgekeerd. Eén demo echter der kinderen, die cic bijzondere school X be zoeken, zijn woonachtig te Z. Dit neemt niet weg, dat ae gemeente. X ter zake geen enkele uijoragé van de gemeente Z. kan vorderen, omdat de school vóór 1 Januari 1921 is opge richt. Wel kan de gemeente X van de ge meente Z. eene bijdrage vorderen in de jaar lijksche kusten van onderhoud der school, van leermiddelen enz doch voor de stich- tingskosten, kan de gemeente X alleen cp- uraaien. Dat ait een ongewenschte met elk gevoel van recht en billijkheid spottende toe stand is, behoeft wel geen nader betoog. Wi, zijn dan ook overtuigd, Gat de wetgever deze aangelegenheid over het hoofd heeft gezien, docli clan ware het wel gewènsclit, Gat dooi een wijzigingswet, aan dezen onbillijken toe stand zoo spoeaig mogelijk een einde were. gemaakt. De nieuwe wet brengt voor de gemeenten zeer groote uitgaven mede, daartegenover staat ook eene hoewel in verhouding tol de uitgaven zeer kleine vermeerdering van inkomsten en wel deze, dat voortaan alle schoolgelden, dus ook der bijzondere scholen, koraon ten voordeelt der gemeenten. In de meeste gemeenten—vooral ten platteiande— is dit schoolgeld op het oogenblik proportion- neel, d. w. z. ieder betaalt per kind evenveel, behoudens dat minvermogenden wat minder betalen en onvermogenden niets betalen. Uit zal in de toekomst anders wuruen. De nieuwe wet eisc-bt een progressief schoolgeld, d. w. z. dat iemand die in eene hocgere klasse door den Koofdelijkcn Omslag is aangeslagen,voor zijne kinderen ook evenredig meer sctioulgeid moet betalen. Ket minimum schoolgeld be- uraagt fu.05 per leerling en per week, het maximum schoolgeld voor een leerling mag nooit meer bedragen dan hetgeen die leerling aan de gemeente kost. Overigens vvordt het oedrag van het schoolgeld bij plaatselijke be lasting verordening geregeld, in welke veror dening tevens het bedrag van het inkomen wordt vermeld, beneden hetwelk geen school geld verschuldigd is. SUIKERZIEKTE I. i, Zooals U wellicht bekend is, mag men in de normale omstandigheden geen suiker in de urine aantreffen, niettegenstaande deze in ons bloed wei voorbannen is, zij 't dan ook on de geringe hoeveelheid Van nog niet 1 pro mille. Deze suiker is. afkomstig van onze voedingsproducten, dié wij óp- nemen en wel hoofdzakelijk van de kool-hy- draten en eiwitten, terwijl de vetten hiertoe zeer weinig bijdragen. Alsz. g. n. „glycogeen" een bepaalde scheikundige stof, vinden wij 't in de lever en in onze nieren en van deze voorraad wordt zooveel aan het bloed af gestaan, dat een goede functie van onze organen gewaarborgd blijft. Gebruikt nu echter een normaal persoon een groote hoe-1 veelheid suiker in eens en hiertoe is een half pond noodig, dan zien wij plotseling zijn oorzaak hierin, dat zoo'n groote hoe veelheid met zoo snel door de spieren en lever kan worden vastgelegd en zonder meer direct in den bloedstroom overgaat en van daar in de urine wordt afgescheiden. Wij spreken dan in dergelijke gevallen een vreemd woord van „alimentaire gluccsurie" d. w. z. ec suiker-afscheiding in de urine, die haar oorzaak vindt in fouten in het dieet. Behalve op deze wijze, hetgeen natuurlijk betrekkelijk zelden voorkomt, treft men ook bij verschillende ziekte-toestanden af en toe suiker in de urine aan en zoo wil ik aller eerst Uw aandacht vragen voor onze acute infectieziekten. Vooral bij de Typhus, de Roodvonk, de Diphtheric en de Malaria zien wij nogal eens een enkele maal suiker in de urine optreden/Hoewel cok dit alles onder de rubriek voor de uitzonderingsgc- vallen moet gerangschikt worden, zjpn wij veel vaker dan bij deze categorie van ziek ten, suiker in de urine optreden bij aandoe ningen van het centrale zemisstelsel. ondere welke laatste benaming wij de Hersenen er het Ruggewerf plegen samen te vatten. Zoo vinden wij dit Verschijnsel b. v. bij eer hersenschudding en bij een beroerte om L slechts twee der voornaamste en meest veelzuldig voorkomende aandoeningen tc noemen. Zooals U weet berust een beroerte op liet springen van een bloedvaatje in de hersenen, zoodat het bloed zich uitstort in 't omgevenc. hersenweefsel. Reeds de beroemde Claude Bernards vestigt den aandacht op het ver band tusschen onze hersenen eri dé suiker afscheiding en vond dat bij kwetsing va een bepaald deel van de Hersenmassa suikei m de urine tc voorschijn kwam. Men heeft tangen tijd gezocht naar dc verklaring vai dit merkwaardig verschijnsel. Dc meest aannemelijke is nu deze, dat via zenuwge leiding twee orgaantjes geprikkeld worden, dte een zeer gewichtige rol schijnen te speler en vim groote beteekenis zijn voor het be noud van een goeden gezondheidstoestand, ik heb hier op> het oog de z. g. n. „Bijnieren.' Deze wórden nu geprikkeld op de zoo ever aangehaalde wijze en scheiden dientenge volge een zeer typische stof af, die men bestempeld; heeft met den naam van „adre naline.' Deze adrenaline wordt dan via het dood naar de lever gevoerd en zou aldaar iet afstaan van suiker in de hand werken. Tóen men deze theorie had opgesteld heeft men door tal van proefnemingen, waarbij men adrenaline inspoot, inderdaad kunnen bewijzen, dat suikerafscheiding in de urine iet gevolg was, Niet altijd slaagde men cr in, wanneer men suiker in de. urine aantrof één of anc. re afwijking in één of meer organen aan u toonen en bleek 't dat ook een doorgemaakte angst of schrik suiker in dc urine kan bren- ;en. Ook bij dieren, vooral katten, ziet men letzelfde verschijnsel. Wij willen nu den volgenden keer met elkander nagaan tot welke conclusie nun gekomen isterwijl wij uan tevens nog en kele nadere bijzonderheden aangaande de ze belangrijke aandoening met elkander zullen bespreken. Wie geen erediet heeft moet slim wezèn. Eén zanger bipöm reizend gezelschap was slecht bij kas, iets, dat wel anderen dan een zanger overkomen kan. Naar ue meenmg van onzen held was dit echter nog beter dan slecht bij stem tb zijn en zoo zou hij er zich weinig om bekommerd hebben, ware het niet, dat hij noodzakelijk een paar laarzen had moeten hebben, want aan het eenige paar, dat hij bezat, had de tand des tijds zóó onbarmhartig geknaagd, dat onze man er niet meer op voort- kon. En toch moest hij voort. Hij moest heden nog met een geucelte van het gezelschap naar een andere plaats vertrekken, om daar soi- rées te geven. Zonder nieuwe laarzen kon hij echter niet vertrekken. Mijn koninkrijk voor een paard i riep eens een koning I hooge C voor een paar laarzen riep onze zanger op zijn beurt. Een beroemd kunstgenoot, signor Scnefino, wist zijn schuldeischers tot bedaren te brea- gen door het wegslepende zijner stem en een ander, Farinelli. ontzong een kleermaker een nieuw gekleed pak. Ach riep onze held, zich deze voorbeel den herinnerende, waarom voert het lot mij niet zulk een muzikalen schoenmaker in de armen Hij nam een kloek besluithij ging op weg om te beproeven een paar laarzen op erediet te krijgen. Waarom zou hij niet Het erediet was niet uitgevonden, om het ongebruikt te jaten. Nog heden zou hij vertrekken om mis schien nooit hier weer te komen hij hep dus geen gevaar, gemaand te worden. De eerste schoenmaker echter tot wien hi' zich wendde, behoorde niet tot de barmhartig- ste zielen en wilde van geen borgen weten. Daar stond onze zanger, keek zijn sokken aan, die door zijn laarzen kwamen heenkijken, zuchtte diep, ging heen en probeerde het nog eens bij een anderen schoenmaker. Maar ook leze was nog niet genoeg Lavater om op iet eerlijke gezicht van onzen held te vertrou wen mets kon hem bewegen om erediet te geven. Welaan, riep thans de verontwaardigde kunstenaar, als niemand mij een paar laarzei »P erediet wil geven, dan moet ik ze op eei andere wijze zien te krijgen. Nood kent geei verbod het lot moet zijn loop hebben. Toen kwam hij langs een winkel, waar dooi le hooge vensters een geheel museum var laarzen en schoenen te aanschouwen was; - Ha, riep onze held, hier heb ik mijn mar jevonden die zal mij op de been helpen. Als ik wist dat hij een liefhebber van muziek was, dan zong ik hem een groote bravour-aria, ja, desnoods een heele opera voor. Maar ik waag het er niet op; ik moet mij op een ande re wijze helpen. Hij vatte moed, hief het hoofd trotsch in Je hoogte en stapte den winkel binnen. Goeden morgenriep hij op een voor namen toon ik wou een paar nette laarzen van je hebben. Dit zeggende rammelde hij met 'n beetje- reisgeld, dat hij in den zak had. Asjeblieft, mijnheer zei de schoenma ker op heel onderdanigen toon, haalde eer naif dozijn laarzen voor den dag en vroeg of mijnheer zoo goed wilde zijn een paar aan te >assen. Aanpassen hier Dat ben ik niet ge woon in een winkel te doen. Laat maar evei een knecht meegaan naar mijn hotel, dan zai ik ze daar passen ;.ik logeer in de Roode Valk. Zooals meneer verkiestdan zal ik zelf even meegaan want er is op 't oogenblik geer enkele knecht hier. Zij gingen naar 't logement, waar de zanger terstond een paar aanpaste. Passen ze vroeg de schoenmaker. Uitmuntend, maar de linker knelt een beetje. Kunt gc die niet een paar uren op de leest zetten Wel zeker, mijnheer ik zal de linker laars even meenemen. Wanneer moet u die uiterlijk terughebben Vanmiddag, precies om vijl uur anders ben ik niet thuis. Zoodra gij de laars brengt, kunt gij uw geld krijgen, of wilt giji -- Wel zeker niet, mijnheer dat zal wel terecht komen. De schoenmaker ging en de zanger stopte Jadeiijk de rechterlaars in zijn keffer. Terwijl nij even nauaoht over de beste wiize om ae onderneming tot een goed einde te brengen, kwam ae trommelslager van het gezelschap uem zeggen, dat de afreis op 3 uur bepaald w&s. Zeg, Pokjij moest me het genoegen doen om eens even naar den schoenmaker daarginds op het plein te loopen en hem ie zeggen, dat hij met laarzen bij mij stuurt. - Goed Pok ging om tc doen wat hem gevraagd was. Onze zanger was uitgelaten van blijd schap 'over den gelukkigen inval, dien hij ge- naa nad en zong het hoogste lied uit. Bravo riep hij, de rechtervoet is gebor gen, mi moét de linker nog een onderkomen nebben. - Na verloop van-tien minuten kwam-de schoenmakersknecht met een aantal pare De zanger past ze-en vindt een paar d*t hem bevalt.-Maar terwijl hij even heen en weer loopt met de nieuwe laarzen aan de voe ten, trekt hij een bedenkelijk gezicht en hinkt op een voet. 't Heeft alles een oorzaak, wat het moge zijn, luidt het lied zoo ook dat bedenkelijke eziclit en dat hinken van aen zanger. Knellen ze u vroeg de knecht. De linker is heel goed, maar de rechter knelt erg. Daar is verhelpen aan. Ik zal je een goede fooi geven als je me die rechterlaars meeneemt en precies om vijf uur vanmiddag terugbrengt. Asjeblieft meneer - Laat je baas er een kwitantie bij doen, hoor Best, mijnheer De schóenmakersknecht ging en liet den zanger de linkerlaars. Onze held vergeleek terstond deze bij de rechterlaars die hij in zijn koffer had. Uitmuntend 1 zij gelijken elkander ais tweelingzusters. Twee zielen en een gedachte! Nieuwe laarzen aan en mooi weerzoo zou men voor zijn plezier op reis gaan! Om klokslag vijf kwamen twee scnoen- makersknechts tegelijk aan het lcgement beiden hadden in de eene hand een laars, in de andere een kwitantie. Maar de een had een rechter-, de ander een linkerlaars. Zij kregen tot bescheid, dat de heer voot wien die laarzen-bestemd waren, vertrókken was, zonder dat de logementhouder wist waarheen De schoenmakersknechts keken eerst raar op hun neus, maar ze moesten toch weldra om de zaak lachen. Of hun patroons ok gelachen hebben „R.N." NOG EENS DE ONVINDBARE JANSEN. 3innen'andsch Nieuws. TilEKJES CLXII. Nog 'n andere plicht 'Ehn.iwatmmen 200 moeilijk, Max?" - - nee ma, waarom vraagt u dat „Je zit telkens zoo lam» j •chrijftje lijkt me wat va 1enken' eer 3° wat niet goed 1 verst«>oidOf ben je „Hoe komt u daar bij. ma? it heusch niets hoor." mankeer „Nou, kind, dan is 't goed. Ik was 'n bee' i bang, dat die studie voor jou misschien wei wat zwaar zou zijn." „O, nee, ma, dat gaat best hoor." „Maar de cijfers van je rapport waren de laat ste keer toch wat minder/hè?" „Ja., ja., iets minder wel., dat wisselt na tuurlijk wel eens afik denk dat de cijfers den volgenden keer wel weer hooger zullen zijn." 4". p Jonf>en-- vader rekent er vast op, «at je naar de volgende klasse overgaat M't Zou wel erg moeten tegenloopen „Mooi., doe je best maar, kind.. Maar laat je niet van je huiswerk afhouden ging weer door met zijn handelsrekenen Mevrouw Sanaerveld keek echter nu en dan steelsgewijze naar haar zoon en bemerkte, dat het rekenen hem niet ai te handig afging. Tel kens keek Max verstrooid over z'n boeken heen en scheen over iets bijzonders te denkenhet duurde soms eenige minuten voor hij weer een pe i op het papier zette. Mevrouw Sanderveld wilde haar jongen nu niet verder meer met vragen lastig vallen, doch maakte zich bezorgd over haar Max en besloot, niet te zullen rusten, voor ze ue oorzaak van zijh telkens terugkeerende verstrooidheid wist'. Ze had dit al eerder bemerkt. De laatste dagen scheen hij ook minder smake lijk te eten, ging gauw van tafel eri vroeger dan gewoonlijk naar school. 't Kon niet anders of er moest iets met Max niet in orde zijn. Doortje, het tweede meisje, kwam binnen met de thee, juist op het oogenblik, dat Max weer met wijd-geopende oogen zat te staren. Mevrouw Sanderveld bemerkte niet, dat haar zoon en de dienstbode beiden een kleur kregen en_ineens ijverig hun werk deden. Toen Max naar bed was en mijnheer en me vrouw Sanderveld nog wat zaten te lezen bij den gezellig sulzenden haard, sprak ze haar man over haar bezorgdheid jegens Max. De heer Sanderveld vond ook, dat hun zoon den laatsten tijd niet meer zoo vroolijk en levens lustig was. Het leex hem zelfs, aat het frissche jongens achtige bij Max ging verdwijnenen hij kon soms een kwartier lang met hem wandelen, zonder dat de jongen een woord zeien vroeger Stónd zijn mond niet stil. Hij zou het hem morgen op den man af vra- De vader vreesde, dat de omgang met de ou- deire hoogere feurger-scnoheren zijn jongen geen voordeel aeed. Wat trouwens geen wonder zou zijn. Eh me.een dacht hij weer met voldoening, aan het feit, dat een katholieke H. B. S. nu niet meer zoo zeer tot de vrome wenschen behoorde Toen het echtpaar zich naar de slaapkamer begaf bleven beiden tegelijk stilstaan en luiste- ren. Ze hoorden geluid op Max zijn kamertje. De jongen sprak hardop. De vader ging voor-ichtig aan de slaapkamer deur luisteren., en de moeder kwam op haar teenen naderbij. Ze hoorden hun jongen allerlei verwarde din gen zeggen., onsamenhangende zinnen., en eériige malen zei hij woorden, die hen van schrik den adem benamen. Zacht deed de heer Sanderveld de deur open en daar zagen zij, dat Max hardop lag te droo- men. Hij sloeg de dekens weg en woelde wild heen en weer. De ouders stonden eenige oogenblikken be sluiteloos. Toen zag de heer Sanderveld, dat er een klein stukje papier uit het nachtkastje stak. Geruischloos deed hij het deurtje open. En de oplossing was er. Ze vonden een boek, waarvan titel en schrij ver hen het bloed naar de wangen deed vliegen. Daarnaast nog 'n klein hompje van de nieuwe kaars, die Max dien avond mee naar boven had geWRde jongen den volgenden morgen ze nuwachtig beneden kwam riep de vader hem op z'n kantoortje. Er volgde een gesprek, dat eindigde met een luid gesnik van Max. En ongeveer de volgende bekentenis. Op 'n Zaterdagmiddag was Max in z'n jon gensachtige nieuwsgierigheid op 't kamertje van Doortje, de dienstbode, gaan snuffelen. In 'n lade vond hij het boek. Direct was hij er gretig n gaan lezen, gejaagd en met gloeiende wangen. Hij was zóó in de lectuur verdiept geraakt, dat hij niet eens bemerkte, dat Doortie binnen kwam- Het meisje was geweldig geschrokken en had hem het boek willen afnemen. Maar Max had gezegd dat hij het aan zijn va der zou vertellen als zij hem he; boek niet heele- maal liet uitlezen. Uit angst voor de ontdekking had Doortje hierin toegestemd, doch hem gesmeekt, het boek zoo stilletjes mogelijk uit te lezen en het haar dan weer stikum terug te geven Na deze bekenten/3 moest van zelf die van Doortje volgen. Onder bittere tranen beloofde het meisje, dat zé nooit meer zulke boeken uit „die particuliere bibliotheek" zou nemen., en dat ze eerst aan mevrouw zou vragen, welke lectuur goed was. De heer en mevrouw Sanderveld hadden nu meteen eerst goed begrepen, dat ze nog 'n ande re plicht hadden, dan de goede opvoeding van hun kind. Namelijk die van het nauwkeurig nagaan van de aan hun zorg toevertrouwde onderge schikten. O- Ni Degenen nu, die. 't eerst opmerkten, dat nog een ander orgaan in 't spel was bij de suiker-afscheiding in de urine, waren vor. .viering en Minkowsky. Zij ontdekten, dat ie alvieeschklier of pancreas het belangrijke •rgaan was, clc spil als het ware, waarom alles draaide. Verwijdert men n. 1. dit or gaan bij een dier en was dit noodig bij den mensch tijdens een operatie, dan zag men de duikerziekte weldra in haar volle geaaante optreden. Laat men het echter ongemoeid, doch onderbindt men eenvoudig den uit- voergang van dit orgaan, waarlangs het s. g. n pancreassap in onzen darm te land komt, dan krijgt de mensch of het dier geen sui kerziekte. Men zal zich het geval herinneren van den on- vindbaren Jansen, die, al was hij onzichtbaar, veel opzien op het Communistisch Congres te .'■otterdam gewekt heeft. De nieuwsgierige volge- .ingen van David, die met alle geweld wilden we len, wie en wat die Jansen was, werden met een kluitje in het riet gestuurd. Jansen is Jansen, zei David en wijzer werden de lieeren niet. Ze mochten niet eens weten, w i e hen op dc derde Internationale te Moskou vertegenwoordigd had. Thans is er echter een weinig licht over dat ge heimzinnig wezen uitgegoten. Een correspondent van „tiet Volk" die op het congres der Duitjche onafhankelijken te Halle aanwezig was, werd door een leidend figuur der derde internationale gevraagd, wie Jansen eigen lijk is en gaf het volgende ten antwoord, hetgeen hij nu vertelt: „Toen hij den naam eel, zicht ik eerst in mijn iierinnering.en toen schoot ik in een luiden lach. Waarom lacht u? vroeg mijn tafelgenoot. Wei ik heb dien man in vroeger jaren vel eens ontmoet, luidde mijn antwoord. Maar hij heeft in de Hollandsche arbeidersbeweging nooit iets gedaan of beteekend. Ik ben er zeker van, dat zelfs 90 pet. der leden van de kommu- nistische partij zijn naam niet kennen. Hij is geen .rbeider, is het nooit geweest Hij is een misluk te artist, van wien ik nooit gedacht heb, dat het mogelijk kan zijn, dat hij te Moskou nog eens zou opduiken als vertegenwoordiger der Holland sche arbeidersklasse. De sovjet-man trok een verbaasd gezicht, maar ik kon hem nu eenmaal niet anders inlichten. Ik zal den waren naam van „Jansen" hier niet herhalen. Maar ik begrijp nu, waarom Wijnkoop verleden week fe Rolterdam met deze geschie denis zoo geheimzinnig deed. Hij zal met het ge val een beetje verlegen zitten." HULPVERLEENING GEESTELIJKHEID OOSTENRIJK—HONGARIJE. Rij het Priestercomité tot hulpverlecning aan da Geestelijkheid van Oostenrijk en Hongarije, (Zwijsenstraat o, Tilburg), is ingekomen van 15 tot en met 81 October 2,750,18 Kr. 4,716, R.M, 400; Vorigè opgaven bedroegen 24,196,29, Kr. 114.806.70, R.M. 1.585, Frs. 15; Zoodat in to taal is ingekomen 26.946.47, Kr. 119-522.70, R.M. 1.985, Frs. 15. I)e A. N. D. B. en de jongste leening. Het „Hbld." verneemt, dat op de jongsle Amslerdam- sche zeven procentsleening door den Algemeen Ncderlandschen Diamanlbewerkersbond is inge schreven voor een bedrag van vijftigduizend gulden. TWEE INBREKERS GEARRESTEERD. Tusschen de perceelen 348 en 850 op den N.2 Voorburgwal te Amsterdam is een deur, die toe gang geeft lot een gang. Deze gang correspon deerde vroeger op een huis in de Spuistraat, maar geeft thans toegang tot den boekhandel van de firma Langenhuysen. In die gang zagen voor bijgangers gisternacht, ongeveer te twee uur. licht branden. Zij vertrouwden de zaak niet, en waarschuwden de politie. Deze heeft toen den omtrek afgezet Zij -wist toen reeds dat er onge- r.oode gasten binnen waren, want ook dc heet Mensing, chef van de firma Langenhuysen had onraad ontdekt De politie verbrak toeu de deur, die dc boven genoemde gang afsluit Zij vond daar een jas. De inbrekers intusschen, die ook reeds be speurd hadden, dat zij nntdekt waren, deden toen 'u poging om weg te komen. Een wilde den Voorburgwal op. Een agent loste 'n schot in de lucht, terwijl een andere zijn sabel trok en den man een slag toebracht tegen den schouder, die hein noodzaakte zich over te geven. Dij het voortgezet onderzoek bleek, dat er nog 'n tweede inbreker was, die de vlucht had geno men om te trachten over de daken weg le ko men. Hij verbrak daarvoor een paar ruiten. Ten slotte werd hij ontdekt op den zolder bij de fir ma Langenhuysen. Hij lag daar met opgetrokken COo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5