TWEEDE MB
Kick wat wils
De kosten van het lager-
Onderwijs voor de Gemeenten
en de Schoolbesturen.
Medische Praatjes,
BINNENLAND
Gemengd Nieuws
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1820.
VI
(Slot.)
Wij hebben thans nog nader de vraag te
beantwoorden, op welke wijze de schoolbestu
ren de gelden gerestitueerd krijgen, die zij be
steden aan het onderhoud van scholen en
schoJmeubelen, voor schoolboeken, leer
middelen en schoolbehoeften en voor de ver
lichting, verwarming en 't schoonhouden der
schoollokalen.
De hiervot r benoadigde gelden worden door
de Gemeente betaald, en wel in dier voege,
dat de gemeente aan het schoolbestuur per
leerling hetzelfde bedrag uitkeert, dat een
leerling eener in de gemeente aanwezige
gelijksoortige openbare school, aan de ge
meente kost. Is in de gemeente geen gelijk
soortige openbare school, dan wordt de ver
goeding per leerling der bijzondere school
bepaald op het gemiddeld bedrag per leerling
van de kosten over hetzelfde dienstjaar der
overeenkomstige openbare lagere scholen in
eene gelijksoortige gemeen te."
De zooeven besproken vergoeding wordt
door de gemeenten aan de schoolbesturen
voor het eerst uitbetaald over het jaar 1922
Dit het nevenstaande blijkt, dat een gemeen
te nimmer, door bevoorrechting der openbare
school, het bezoek dezer school kan beverde
ren.
Voert de gemeente b. v. aan de openbare
sih -u) s hoi l.iiblLtheken in, geeft zij aan de
leerlingen belooningen en eereblijken, ver
strekt zij voeding en kleeding of schoolbadeii
aan de scho Ikinderen, clan wordt de kost
prijs per leerling der openbare scho >1 zooveel
ho ger en zal ae jaarlijksche uitkeering aan
ue bijzondere school ook evenredig stijgen.
De invoering der nieuwe wet zal begrijpe
lijkerwijze vele i penbare scholen in bijzondere
omzetten, daardoor zal het meer dan tot dus
verre voorkomen, dat iemand woont op eene
plaats, in de nabijheid waarvan wel eene
school is, doch eene school, waarvan hij het
onderwijs cour zijne kinderen niet wenscht te
doen volgen, terw'. 1 eene andere school slechts
op zèer grooten afstand is gelegen. Men kan
b.v. van een katholiek kwalijk vórderen, dat
hij zijne kinderen naar eene nabijgelegen
protestantsche school zendt. Om hieraan tege
moet te komen bepaalt de wet, dat ten behoe
ve van ouders, voogden cf verzorgers van
in den leerplichtigen leeftijd vallende kin
deren, die deze kinderen openbaar onder
wijs can wel bijzonder onderwijs van een be
paalde richting wenschen te doen genieten
terwijl de woning aier kinderen meer dan
vier kilometer is verwijderd van een voor hen
toegankelijke school, waar het door hen ge
wenschte onderwijs wordt gegeven, des ver
laogd uit de gemeentekas steun wordt ver
leend ter tegemoetkoming in de kosten, ver
banden aan het bezo eken van eene op groute;
ren afstand van dé woning gelegen school,
waar het gewenschte onderwijs werdt gege
ven, zoo nóodig, worden deze kosten geheel
uit de gemeentekas vergóed. In bepaalde ge
vallen, kan zelfs huis onderwijs voor de kin
deren worden gevorderd.
Op soortgelijke aanvragen moet door den
Gemeenteraad worden beschikt. Bij weigering
van den Gemeenteraad bestaat beroep bij
Gedeputeerde Staten, die' beslissen, na den
Onderwijsraad te hebben gehoofd.
Ket is wel overbodig hierbij op te merken,
dat déze bepaling met de uiterste voorzichtig
heid zal moeten worden toegepast, wil zij de
Gemeenten niet voor onoverkomelijke lasten
brengen. Verwacht mag intusschen worden
dat de praktijk hier de juiste grenzen zal we
ten te trekken Meermalen komt het voor dat
kinderen uit de eene gemeente, de scholen
eener andere gemeente bezoeken. Zijn dit
openbare scholen, dan is in den regel althans
in dien net aantal kinderen van eenigebeteeke
nis is, door de gemeentebesturen eene rege
ling i nf den on Trent dg toelating van kinde
ren uit de eene g meente op de scholen der
anoeiu. Mok de nieuwe wet handhaaft ten
aanzien der openbare scholen dit beginsel.
i-oor .gel' ke regelingen kwamen voorheen
ten aanzien v an het bijzonder onderwijs niet
Vu» r. daar de gemeenten met het tijzonder
onuerwijs geen bemoeienis hadden. Ook thans
zijn evenwel gemeenschappelijke regelingen
ter zake overbodig, omdat cie vrijze van ver
zekering in de wet is vastgelegd. Wij vinden
in art. 86 bepaald, dat wanneer een schoo;
welke overeenkomstig de nieuwe wel is tot stand
gekonu'n, bezocht wordt door kinderen, aie
niet wonen in de gemeente, waar die school
is gevestigd, deze laatste gemeente aanspraak
I eeft op eene uitkeering van de gemeente,
V .arin die kinderen woonachtig zijn.
Deze uitkeering wordt berekend naar zes
ten honderd van de kosten van stichting of
verbouwing en wordt voor elke gemeente be
paald op zoodanig gedeelte van deze zes
procent, als wordt uitgedrukt door eene breuk
waarvan de teller is het getal, dat aanwijst
het gemiddeld aantal leerlingen, hetwelk m
het voorafgaande jaar de school heeft bezocht
en in die gemeente woonachtig was en ae noe
mer het getal, dat aanwijst het gemiddelde
van het geheele aantal leerlingen, dat ui dat
jaar de school heeft bezocht.
Wij zullen dit met een voorbeeld verduide
lijken.
In de gemeente X is, hetzij door de ge
meente, hetzij door het schoolbestuur ten be
hoeve van het bijzonder onderwijs een school
gebouwd, die f40000.heeft gekóst. Deze
school wordt bezocht in 1922 door 97 leerlin
gen,waarvan 80 van de gemeente X en 17 van
de gemeente Z. In 1923 wordt de school be
zocht door 100 leerlingen, waarvan 79 van de
gemeente X en 21 van de gemeente Z. Zes
procent vairf40000.-— is f2400.Over 1923
zal dan door de gemeente Z. aan de gemeente
X moeten worden betaald
17 (aantal leerlingen van Z in 1922),
.00 (totaal aantal leerlingen in 1923},
van f2400.- öf f408.-
Op gelijke wijze worden de kosten van
onderhoud aan de school, leermiddelen enz.
tusschen de betrokken Gemeentebesturen
verrekend.
Wij vestigden er boven door cursieyen druk
de aandacht op, dat alleen voor stichtings-
kosten van bijzondere scholen, die onder de
nieuwe wet worden opgericht en alwaar kin
deren uit andere gemeenten schoolgaan, van
deze laatsten bijdragen kunnen wordenge vor-
derd, want hoe ongerijmd 'took moge klin
ken voor de op 1 Januari 1921 bestaande
bijzondere scholen geldt dit niet; b. v. inde
gemeente X staat een bijzondere school,
waarvan de waarde overeenkomstig den door
de wet aangelegden maatstaf is gescnat op
ióo.opo,- Naar den tegen woord igen koers
tier Nationale schuld, zal te beginnen in 1923
jaarlijks daarvan by2 procent of f3900. door
de gemeente X aan het schoolbestuur aldaar
me eten worden uitgekeerd. Eén demo echter
der kinderen, die cic bijzondere school X be
zoeken, zijn woonachtig te Z. Dit neemt niet
weg, dat ae gemeente. X ter zake geen enkele
uijoragé van de gemeente Z. kan vorderen,
omdat de school vóór 1 Januari 1921 is opge
richt. Wel kan de gemeente X van de ge
meente Z. eene bijdrage vorderen in de jaar
lijksche kusten van onderhoud der school,
van leermiddelen enz doch voor de stich-
tingskosten, kan de gemeente X alleen cp-
uraaien. Dat ait een ongewenschte met elk
gevoel van recht en billijkheid spottende toe
stand is, behoeft wel geen nader betoog. Wi,
zijn dan ook overtuigd, Gat de wetgever deze
aangelegenheid over het hoofd heeft gezien,
docli clan ware het wel gewènsclit, Gat dooi
een wijzigingswet, aan dezen onbillijken toe
stand zoo spoeaig mogelijk een einde were.
gemaakt.
De nieuwe wet brengt voor de gemeenten
zeer groote uitgaven mede, daartegenover
staat ook eene hoewel in verhouding tol
de uitgaven zeer kleine vermeerdering
van inkomsten en wel deze, dat voortaan alle
schoolgelden, dus ook der bijzondere scholen,
koraon ten voordeelt der gemeenten. In de
meeste gemeenten—vooral ten platteiande—
is dit schoolgeld op het oogenblik proportion-
neel, d. w. z. ieder betaalt per kind evenveel,
behoudens dat minvermogenden wat minder
betalen en onvermogenden niets betalen. Uit
zal in de toekomst anders wuruen. De nieuwe
wet eisc-bt een progressief schoolgeld, d. w. z.
dat iemand die in eene hocgere klasse door
den Koofdelijkcn Omslag is aangeslagen,voor
zijne kinderen ook evenredig meer sctioulgeid
moet betalen. Ket minimum schoolgeld be-
uraagt fu.05 per leerling en per week, het
maximum schoolgeld voor een leerling mag
nooit meer bedragen dan hetgeen die leerling
aan de gemeente kost. Overigens vvordt het
oedrag van het schoolgeld bij plaatselijke be
lasting verordening geregeld, in welke veror
dening tevens het bedrag van het inkomen
wordt vermeld, beneden hetwelk geen school
geld verschuldigd is.
SUIKERZIEKTE I. i,
Zooals U wellicht bekend is, mag men in
de normale omstandigheden geen suiker
in de urine aantreffen, niettegenstaande
deze in ons bloed wei voorbannen is, zij
't dan ook on de geringe hoeveelheid Van
nog niet 1 pro mille. Deze suiker is. afkomstig
van onze voedingsproducten, dié wij óp-
nemen en wel hoofdzakelijk van de kool-hy-
draten en eiwitten, terwijl de vetten hiertoe
zeer weinig bijdragen. Alsz. g. n. „glycogeen"
een bepaalde scheikundige stof, vinden wij
't in de lever en in onze nieren en van deze
voorraad wordt zooveel aan het bloed af
gestaan, dat een goede functie van onze
organen gewaarborgd blijft. Gebruikt nu
echter een normaal persoon een groote hoe-1
veelheid suiker in eens en hiertoe is een
half pond noodig, dan zien wij plotseling
zijn oorzaak hierin, dat zoo'n groote hoe
veelheid met zoo snel door de spieren en
lever kan worden vastgelegd en zonder meer
direct in den bloedstroom overgaat en van
daar in de urine wordt afgescheiden. Wij
spreken dan in dergelijke gevallen een vreemd
woord van „alimentaire gluccsurie" d. w. z.
ec suiker-afscheiding in de urine, die haar
oorzaak vindt in fouten in het dieet.
Behalve op deze wijze, hetgeen natuurlijk
betrekkelijk zelden voorkomt, treft men ook
bij verschillende ziekte-toestanden af en
toe suiker in de urine aan en zoo wil ik aller
eerst Uw aandacht vragen voor onze acute
infectieziekten. Vooral bij de Typhus, de
Roodvonk, de Diphtheric en de Malaria
zien wij nogal eens een enkele maal suiker
in de urine optreden/Hoewel cok dit alles
onder de rubriek voor de uitzonderingsgc-
vallen moet gerangschikt worden, zjpn wij
veel vaker dan bij deze categorie van ziek
ten, suiker in de urine optreden bij aandoe
ningen van het centrale zemisstelsel. ondere
welke laatste benaming wij de Hersenen er
het Ruggewerf plegen samen te vatten.
Zoo vinden wij dit Verschijnsel b. v. bij eer
hersenschudding en bij een beroerte om L
slechts twee der voornaamste en meest
veelzuldig voorkomende aandoeningen tc
noemen.
Zooals U weet berust een beroerte op liet
springen van een bloedvaatje in de hersenen,
zoodat het bloed zich uitstort in 't omgevenc.
hersenweefsel. Reeds de beroemde Claude
Bernards vestigt den aandacht op het ver
band tusschen onze hersenen eri dé suiker
afscheiding en vond dat bij kwetsing va
een bepaald deel van de Hersenmassa suikei
m de urine tc voorschijn kwam. Men heeft
tangen tijd gezocht naar dc verklaring vai
dit merkwaardig verschijnsel. Dc meest
aannemelijke is nu deze, dat via zenuwge
leiding twee orgaantjes geprikkeld worden,
dte een zeer gewichtige rol schijnen te speler
en vim groote beteekenis zijn voor het be
noud van een goeden gezondheidstoestand,
ik heb hier op> het oog de z. g. n. „Bijnieren.'
Deze wórden nu geprikkeld op de zoo ever
aangehaalde wijze en scheiden dientenge
volge een zeer typische stof af, die men
bestempeld; heeft met den naam van „adre
naline.' Deze adrenaline wordt dan via het
dood naar de lever gevoerd en zou aldaar
iet afstaan van suiker in de hand werken.
Tóen men deze theorie had opgesteld heeft
men door tal van proefnemingen, waarbij
men adrenaline inspoot, inderdaad kunnen
bewijzen, dat suikerafscheiding in de urine
iet gevolg was,
Niet altijd slaagde men cr in, wanneer
men suiker in de. urine aantrof één of anc. re
afwijking in één of meer organen aan u
toonen en bleek 't dat ook een doorgemaakte
angst of schrik suiker in dc urine kan bren-
;en. Ook bij dieren, vooral katten, ziet men
letzelfde verschijnsel.
Wij willen nu den volgenden keer met
elkander nagaan tot welke conclusie nun
gekomen isterwijl wij uan tevens nog en
kele nadere bijzonderheden aangaande de
ze belangrijke aandoening met elkander
zullen bespreken.
Wie geen erediet heeft moet slim
wezèn.
Eén zanger bipöm reizend gezelschap was
slecht bij kas, iets, dat wel anderen dan een
zanger overkomen kan. Naar ue meenmg van
onzen held was dit echter nog beter dan slecht
bij stem tb zijn en zoo zou hij er zich weinig
om bekommerd hebben, ware het niet, dat
hij noodzakelijk een paar laarzen had moeten
hebben, want aan het eenige paar, dat hij
bezat, had de tand des tijds zóó onbarmhartig
geknaagd, dat onze man er niet meer op voort-
kon.
En toch moest hij voort. Hij moest heden
nog met een geucelte van het gezelschap naar
een andere plaats vertrekken, om daar soi-
rées te geven. Zonder nieuwe laarzen kon hij
echter niet vertrekken.
Mijn koninkrijk voor een paard i riep
eens een koning I hooge C voor een paar
laarzen riep onze zanger op zijn beurt.
Een beroemd kunstgenoot, signor Scnefino,
wist zijn schuldeischers tot bedaren te brea-
gen door het wegslepende zijner stem en een
ander, Farinelli. ontzong een kleermaker een
nieuw gekleed pak.
Ach riep onze held, zich deze voorbeel
den herinnerende, waarom voert het lot mij
niet zulk een muzikalen schoenmaker in de
armen
Hij nam een kloek besluithij ging op weg
om te beproeven een paar laarzen op erediet
te krijgen. Waarom zou hij niet Het erediet
was niet uitgevonden, om het ongebruikt te
jaten. Nog heden zou hij vertrekken om mis
schien nooit hier weer te komen hij hep dus
geen gevaar, gemaand te worden.
De eerste schoenmaker echter tot wien hi'
zich wendde, behoorde niet tot de barmhartig-
ste zielen en wilde van geen borgen weten.
Daar stond onze zanger, keek zijn sokken aan,
die door zijn laarzen kwamen heenkijken,
zuchtte diep, ging heen en probeerde het nog
eens bij een anderen schoenmaker. Maar ook
leze was nog niet genoeg Lavater om op
iet eerlijke gezicht van onzen held te vertrou
wen mets kon hem bewegen om erediet te
geven.
Welaan, riep thans de verontwaardigde
kunstenaar, als niemand mij een paar laarzei
»P erediet wil geven, dan moet ik ze op eei
andere wijze zien te krijgen. Nood kent geei
verbod het lot moet zijn loop hebben.
Toen kwam hij langs een winkel, waar dooi
le hooge vensters een geheel museum var
laarzen en schoenen te aanschouwen was;
- Ha, riep onze held, hier heb ik mijn mar
jevonden die zal mij op de been helpen.
Als ik wist dat hij een liefhebber van muziek
was, dan zong ik hem een groote bravour-aria,
ja, desnoods een heele opera voor. Maar ik
waag het er niet op; ik moet mij op een ande
re wijze helpen.
Hij vatte moed, hief het hoofd trotsch in
Je hoogte en stapte den winkel binnen.
Goeden morgenriep hij op een voor
namen toon ik wou een paar nette laarzen
van je hebben.
Dit zeggende rammelde hij met 'n beetje-
reisgeld, dat hij in den zak had.
Asjeblieft, mijnheer zei de schoenma
ker op heel onderdanigen toon, haalde eer
naif dozijn laarzen voor den dag en vroeg of
mijnheer zoo goed wilde zijn een paar aan te
>assen.
Aanpassen hier Dat ben ik niet ge
woon in een winkel te doen. Laat maar evei
een knecht meegaan naar mijn hotel, dan zai
ik ze daar passen ;.ik logeer in de Roode Valk.
Zooals meneer verkiestdan zal ik zelf
even meegaan want er is op 't oogenblik geer
enkele knecht hier.
Zij gingen naar 't logement, waar de zanger
terstond een paar aanpaste.
Passen ze vroeg de schoenmaker.
Uitmuntend, maar de linker knelt een
beetje. Kunt gc die niet een paar uren op de
leest zetten
Wel zeker, mijnheer ik zal de linker
laars even meenemen. Wanneer moet u die
uiterlijk terughebben
Vanmiddag, precies om vijl uur anders
ben ik niet thuis. Zoodra gij de laars brengt,
kunt gij uw geld krijgen, of wilt giji
-- Wel zeker niet, mijnheer dat zal wel
terecht komen.
De schoenmaker ging en de zanger stopte
Jadeiijk de rechterlaars in zijn keffer. Terwijl
nij even nauaoht over de beste wiize om ae
onderneming tot een goed einde te brengen,
kwam ae trommelslager van het gezelschap
uem zeggen, dat de afreis op 3 uur bepaald
w&s.
Zeg, Pokjij moest me het genoegen
doen om eens even naar den schoenmaker
daarginds op het plein te loopen en hem ie
zeggen, dat hij met laarzen bij mij stuurt.
- Goed
Pok ging om tc doen wat hem gevraagd
was. Onze zanger was uitgelaten van blijd
schap 'over den gelukkigen inval, dien hij ge-
naa nad en zong het hoogste lied uit.
Bravo riep hij, de rechtervoet is gebor
gen, mi moét de linker nog een onderkomen
nebben. -
Na verloop van-tien minuten kwam-de
schoenmakersknecht met een aantal pare
De zanger past ze-en vindt een paar d*t
hem bevalt.-Maar terwijl hij even heen en
weer loopt met de nieuwe laarzen aan de voe
ten, trekt hij een bedenkelijk gezicht en hinkt
op een voet.
't Heeft alles een oorzaak, wat het moge
zijn, luidt het lied zoo ook dat bedenkelijke
eziclit en dat hinken van aen zanger.
Knellen ze u vroeg de knecht.
De linker is heel goed, maar de rechter
knelt erg.
Daar is verhelpen aan.
Ik zal je een goede fooi geven als je me
die rechterlaars meeneemt en precies om vijf
uur vanmiddag terugbrengt.
Asjeblieft meneer
- Laat je baas er een kwitantie bij doen,
hoor
Best, mijnheer
De schóenmakersknecht ging en liet den
zanger de linkerlaars. Onze held vergeleek
terstond deze bij de rechterlaars die hij in zijn
koffer had.
Uitmuntend 1 zij gelijken elkander ais
tweelingzusters. Twee zielen en een gedachte!
Nieuwe laarzen aan en mooi weerzoo zou
men voor zijn plezier op reis gaan!
Om klokslag vijf kwamen twee scnoen-
makersknechts tegelijk aan het lcgement
beiden hadden in de eene hand een laars, in
de andere een kwitantie. Maar de een had een
rechter-, de ander een linkerlaars.
Zij kregen tot bescheid, dat de heer voot
wien die laarzen-bestemd waren, vertrókken
was, zonder dat de logementhouder wist
waarheen De schoenmakersknechts keken
eerst raar op hun neus, maar ze moesten toch
weldra om de zaak lachen. Of hun patroons
ok gelachen hebben „R.N."
NOG EENS DE ONVINDBARE JANSEN.
3innen'andsch Nieuws.
TilEKJES CLXII.
Nog 'n andere plicht
'Ehn.iwatmmen 200 moeilijk, Max?"
- - nee ma, waarom vraagt u dat
„Je zit telkens zoo lam» j
•chrijftje lijkt me wat va 1enken' eer 3° wat
niet goed 1 verst«>oidOf ben je
„Hoe komt u daar bij. ma? it
heusch niets hoor." mankeer
„Nou, kind, dan is 't goed. Ik was 'n bee' i
bang, dat die studie voor jou misschien wei
wat zwaar zou zijn."
„O, nee, ma, dat gaat best hoor."
„Maar de cijfers van je rapport waren de laat
ste keer toch wat minder/hè?"
„Ja., ja., iets minder wel., dat wisselt na
tuurlijk wel eens afik denk dat de cijfers den
volgenden keer wel weer hooger zullen zijn."
4". p Jonf>en-- vader rekent er vast op,
«at je naar de volgende klasse overgaat
M't Zou wel erg moeten tegenloopen
„Mooi., doe je best maar, kind.. Maar laat
je niet van je huiswerk afhouden
ging weer door met zijn handelsrekenen
Mevrouw Sanaerveld keek echter nu en dan
steelsgewijze naar haar zoon en bemerkte, dat
het rekenen hem niet ai te handig afging. Tel
kens keek Max verstrooid over z'n boeken heen
en scheen over iets bijzonders te denkenhet
duurde soms eenige minuten voor hij weer een
pe i op het papier zette.
Mevrouw Sanderveld wilde haar jongen nu
niet verder meer met vragen lastig vallen, doch
maakte zich bezorgd over haar Max en besloot,
niet te zullen rusten, voor ze ue oorzaak van zijh
telkens terugkeerende verstrooidheid wist'.
Ze had dit al eerder bemerkt.
De laatste dagen scheen hij ook minder smake
lijk te eten, ging gauw van tafel eri vroeger dan
gewoonlijk naar school.
't Kon niet anders of er moest iets met Max
niet in orde zijn.
Doortje, het tweede meisje, kwam binnen
met de thee, juist op het oogenblik, dat Max
weer met wijd-geopende oogen zat te staren.
Mevrouw Sanderveld bemerkte niet, dat haar
zoon en de dienstbode beiden een kleur kregen
en_ineens ijverig hun werk deden.
Toen Max naar bed was en mijnheer en me
vrouw Sanderveld nog wat zaten te lezen bij
den gezellig sulzenden haard, sprak ze haar man
over haar bezorgdheid jegens Max.
De heer Sanderveld vond ook, dat hun zoon
den laatsten tijd niet meer zoo vroolijk en levens
lustig was.
Het leex hem zelfs, aat het frissche jongens
achtige bij Max ging verdwijnenen hij kon
soms een kwartier lang met hem wandelen,
zonder dat de jongen een woord zeien vroeger
Stónd zijn mond niet stil.
Hij zou het hem morgen op den man af vra-
De vader vreesde, dat de omgang met de ou-
deire hoogere feurger-scnoheren zijn jongen geen
voordeel aeed.
Wat trouwens geen wonder zou zijn.
Eh me.een dacht hij weer met voldoening,
aan het feit, dat een katholieke H. B. S. nu niet
meer zoo zeer tot de vrome wenschen behoorde
Toen het echtpaar zich naar de slaapkamer
begaf bleven beiden tegelijk stilstaan en luiste-
ren.
Ze hoorden geluid op Max zijn kamertje.
De jongen sprak hardop.
De vader ging voor-ichtig aan de slaapkamer
deur luisteren., en de moeder kwam op haar
teenen naderbij.
Ze hoorden hun jongen allerlei verwarde din
gen zeggen., onsamenhangende zinnen., en
eériige malen zei hij woorden, die hen van schrik
den adem benamen.
Zacht deed de heer Sanderveld de deur open
en daar zagen zij, dat Max hardop lag te droo-
men. Hij sloeg de dekens weg en woelde wild
heen en weer.
De ouders stonden eenige oogenblikken be
sluiteloos.
Toen zag de heer Sanderveld, dat er een klein
stukje papier uit het nachtkastje stak.
Geruischloos deed hij het deurtje open.
En de oplossing was er.
Ze vonden een boek, waarvan titel en schrij
ver hen het bloed naar de wangen deed vliegen.
Daarnaast nog 'n klein hompje van de nieuwe
kaars, die Max dien avond mee naar boven had
geWRde jongen den volgenden morgen ze
nuwachtig beneden kwam riep de vader hem op
z'n kantoortje.
Er volgde een gesprek, dat eindigde met een
luid gesnik van Max.
En ongeveer de volgende bekentenis.
Op 'n Zaterdagmiddag was Max in z'n jon
gensachtige nieuwsgierigheid op 't kamertje
van Doortje, de dienstbode, gaan snuffelen.
In 'n lade vond hij het boek.
Direct was hij er gretig n gaan lezen, gejaagd
en met gloeiende wangen.
Hij was zóó in de lectuur verdiept geraakt,
dat hij niet eens bemerkte, dat Doortie binnen
kwam-
Het meisje was geweldig geschrokken en had
hem het boek willen afnemen.
Maar Max had gezegd dat hij het aan zijn va
der zou vertellen als zij hem he; boek niet heele-
maal liet uitlezen.
Uit angst voor de ontdekking had Doortje
hierin toegestemd, doch hem gesmeekt, het
boek zoo stilletjes mogelijk uit te lezen en het
haar dan weer stikum terug te geven
Na deze bekenten/3 moest van zelf die van
Doortje volgen.
Onder bittere tranen beloofde het meisje, dat
zé nooit meer zulke boeken uit „die particuliere
bibliotheek" zou nemen., en dat ze eerst aan
mevrouw zou vragen, welke lectuur goed was.
De heer en mevrouw Sanderveld hadden nu
meteen eerst goed begrepen, dat ze nog 'n ande
re plicht hadden, dan de goede opvoeding van
hun kind.
Namelijk die van het nauwkeurig nagaan
van de aan hun zorg toevertrouwde onderge
schikten.
O- Ni
Degenen nu, die. 't eerst opmerkten, dat
nog een ander orgaan in 't spel was bij de
suiker-afscheiding in de urine, waren vor.
.viering en Minkowsky. Zij ontdekten, dat
ie alvieeschklier of pancreas het belangrijke
•rgaan was, clc spil als het ware, waarom
alles draaide. Verwijdert men n. 1. dit or
gaan bij een dier en was dit noodig bij den
mensch tijdens een operatie, dan zag men de
duikerziekte weldra in haar volle geaaante
optreden. Laat men het echter ongemoeid,
doch onderbindt men eenvoudig den uit-
voergang van dit orgaan, waarlangs het s. g. n
pancreassap in onzen darm te land komt,
dan krijgt de mensch of het dier geen sui
kerziekte.
Men zal zich het geval herinneren van den on-
vindbaren Jansen, die, al was hij onzichtbaar,
veel opzien op het Communistisch Congres te
.'■otterdam gewekt heeft. De nieuwsgierige volge-
.ingen van David, die met alle geweld wilden we
len, wie en wat die Jansen was, werden met een
kluitje in het riet gestuurd.
Jansen is Jansen, zei David en wijzer werden
de lieeren niet. Ze mochten niet eens weten,
w i e hen op dc derde Internationale te Moskou
vertegenwoordigd had.
Thans is er echter een weinig licht over dat ge
heimzinnig wezen uitgegoten.
Een correspondent van „tiet Volk" die op het
congres der Duitjche onafhankelijken te Halle
aanwezig was, werd door een leidend figuur der
derde internationale gevraagd, wie Jansen eigen
lijk is en gaf het volgende ten antwoord, hetgeen
hij nu vertelt:
„Toen hij den naam eel, zicht ik eerst in mijn
iierinnering.en toen schoot ik in een luiden
lach.
Waarom lacht u? vroeg mijn tafelgenoot.
Wei ik heb dien man in vroeger jaren
vel eens ontmoet, luidde mijn antwoord. Maar
hij heeft in de Hollandsche arbeidersbeweging
nooit iets gedaan of beteekend. Ik ben er zeker
van, dat zelfs 90 pet. der leden van de kommu-
nistische partij zijn naam niet kennen. Hij is geen
.rbeider, is het nooit geweest Hij is een misluk
te artist, van wien ik nooit gedacht heb, dat het
mogelijk kan zijn, dat hij te Moskou nog eens
zou opduiken als vertegenwoordiger der Holland
sche arbeidersklasse. De sovjet-man trok een
verbaasd gezicht, maar ik kon hem nu eenmaal
niet anders inlichten.
Ik zal den waren naam van „Jansen" hier niet
herhalen. Maar ik begrijp nu, waarom Wijnkoop
verleden week fe Rolterdam met deze geschie
denis zoo geheimzinnig deed. Hij zal met het ge
val een beetje verlegen zitten."
HULPVERLEENING GEESTELIJKHEID
OOSTENRIJK—HONGARIJE.
Rij het Priestercomité tot hulpverlecning aan
da Geestelijkheid van Oostenrijk en Hongarije,
(Zwijsenstraat o, Tilburg), is ingekomen van 15
tot en met 81 October 2,750,18 Kr. 4,716,
R.M, 400; Vorigè opgaven bedroegen 24,196,29,
Kr. 114.806.70, R.M. 1.585, Frs. 15; Zoodat in to
taal is ingekomen 26.946.47, Kr. 119-522.70,
R.M. 1.985, Frs. 15.
I)e A. N. D. B. en de jongste leening. Het
„Hbld." verneemt, dat op de jongsle Amslerdam-
sche zeven procentsleening door den Algemeen
Ncderlandschen Diamanlbewerkersbond is inge
schreven voor een bedrag van vijftigduizend
gulden.
TWEE INBREKERS GEARRESTEERD.
Tusschen de perceelen 348 en 850 op den N.2
Voorburgwal te Amsterdam is een deur, die toe
gang geeft lot een gang. Deze gang correspon
deerde vroeger op een huis in de Spuistraat,
maar geeft thans toegang tot den boekhandel van
de firma Langenhuysen. In die gang zagen voor
bijgangers gisternacht, ongeveer te twee uur.
licht branden. Zij vertrouwden de zaak niet, en
waarschuwden de politie. Deze heeft toen den
omtrek afgezet Zij -wist toen reeds dat er onge-
r.oode gasten binnen waren, want ook dc heet
Mensing, chef van de firma Langenhuysen had
onraad ontdekt
De politie verbrak toeu de deur, die dc boven
genoemde gang afsluit
Zij vond daar een jas.
De inbrekers intusschen, die ook reeds be
speurd hadden, dat zij nntdekt waren, deden
toen 'u poging om weg te komen. Een wilde den
Voorburgwal op. Een agent loste 'n schot in de
lucht, terwijl een andere zijn sabel trok en den
man een slag toebracht tegen den schouder, die
hein noodzaakte zich over te geven.
Dij het voortgezet onderzoek bleek, dat er nog
'n tweede inbreker was, die de vlucht had geno
men om te trachten over de daken weg le ko
men. Hij verbrak daarvoor een paar ruiten. Ten
slotte werd hij ontdekt op den zolder bij de fir
ma Langenhuysen. Hij lag daar met opgetrokken
COo