EERSTE BLAD BI INNEN LAND Indrukken van den dag 8TATEN-6ENERAAL DONDERDAG 1 DECEMBER 1939 44ste JAARGANG No ISSCj PER KWARTAAL I 3.25 PER WEEKf 0.25 FRANCO PER POST PER KWART. Bil VOORUITBETALIMQ f 3.57»/, a— NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1743. ADVERTENTIÊN 35 CENTS PER REGEL BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING. 'Dit nummer bestaat uit 2 bladen JE REOR8AMISAT1E ONZER WEERMACHT binnenlanasch Nieuws. PREMIES VOOR WÜNINUBOUtf. VAARDIGHEIDS-DIPLOMA VOOR MQTQR- WJELRiJOERS. DE SALARISRE6ELINGDER ONDERWIJZERS NEDERLANDSCHE SOLDATEN NAAR WILNA. D© Min ia ter van Buitenlandsche Zaken heeft in de Tweede Kamer een afschrift overgelegd van den brief van den Raad van td'en Volkenbond, met verzoek betreffende het zenden van Nederland sche krijgslieden naar Wilna. De regee ring zal eerstdaags aan de Tweede Ka mer volledige mededeeling omtrent deze aangelegenheid doen. DE MELKPRIJS. Naar aanleiding van het besluit van be langhebbenden bij den Amsterdamschen Melkhandel om den melkprijs van 23 op 24 cent te brengen, met ingang van he den, lezen we in de „N. R. Ct." dat op het gerucht, als zou de Minister van L. N. en H. geen bezwaar hebben tegen die verhooging, twaalf van de grootste zuivelfabrieken en melkinrichtingen in Zuid-Holland zich tot den minister gewend hebben met een telegram,-waarin zij hun bazing uitspreken over een plan tot prijs- verhooging op dit oogenblik, „nu een sterke tendenz voor prijsverlaging, ook in den melkhandel, naar voren treedt en de ontwikkeling van de ülver- op wijst, dat het oogenblik om P^qsver hooging te overwegen, wel zeer ongeluk WETSO^WEitP VOOR DE REGELING VAN HET LEVENëSVERZEKERINGS BEDRIJF. Uit 's-Gravenhage wordt gemeld, dait 't ligt in de bedoeling van den minister van binnonlandsche zaken, om het on langs hem aangeboden wetsontwerp der commissie-Niemeyer betreffende de* rege ling van het levensverzekering3bedrijf, vrijwel onveranderd over te nemen en de indiening zoo spoedig mogelijk te bevor- doroD DE ELLENDE IN DEN TFEINEN-LOOP. ^nst.riiotio ia dmc de di rectie .van de Nederlandsche spoorwegen, uitgevaardigd. De aandacht van het stations- en trein personeel wordt gevestigd op de nood zakelijkheid de tremen met bekwamen spoed .te bedienen. Vertraging moet zoo veel mogelijk worden ingehaald. Het te genover den zomer beperkte vervoer van reizigers en bagage, werkt hiertoe mede. Wel hebben verscheidene treinen een grootere lengte dan voorheen, doch daar tegenover is het oponthoud op verschil lende stationsv erdu bbeld. Onder handhaving van de eischen der veiligheid, moet het personeel, belast met de trein/bediening, het zijn eersten plicht achten vertragingen in te halen. De dienstdoende chef en de hooidconducteur hebben zorg te dragen, dat hun goede voorbeeld dooi- het personeel wordt op gevolgd. De reizigers zuilen zich dan daarnaar wel richten. Iedere minuut on- noodige vertraging en iedere verzuimde gelegenheid om vertraging in te halen zijn fouten, door den treindienst in het algemeen en door de betreffende beamb ten in het bijzonder begaan. De ambte naren en beambten zijn aan hun eer en plicht verschuldigd de tegenwoordig opduikende klachten over laksche trein- ediening onwaar te maken. Uit onze Oost Nederland en België l WEEDS KAHEB LEMSCHE BE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN I BUREAUX* 134. GOED ONDERSCHEIDEN. Onder het hoofd „Vooruitgang" schrijft De ^landaard in een driestar: „Meer dan eens is er op gewezen, dat de prac- tijk van het R.-Katholieke leven geheel zou in gaan tegen het beginsel, dat ten grondslag ligt aan het door dit Kabinet bij de Staten-Generaal Ingediende ontwerp Zondagswet. „Onze Roomschen zouden immers veel op den Zondag vergaderen en over het geheel een veel z.g.n. vrijere opvatting doen zien dan de Gerefor meerden. Ontkend kon niet, dat de feiten aan leiding gaven tot deze opmerking. Het verheugt ons daarom zeer, dat men ook in Roomschen kring meer en meer de groote beteekenis van de .wijding van den Zondag voor heel ons leven na streeft. Gemeld wordt, dat er thans op gewezen is, hoe het tot de taak der geestelijke adviseurs van de vakbeweging behoort om er voor te wa ken, dat de Zondag wordt gevierd als de dag des Heeren en hun vereenigingen de Zondagsrust voor anderen niet onmogelijk maken; waarom zij het houden van vergaderingen op Zondag zooveel mogelijk zullen hebben tegen te gaan en zeker het gebruik maken van publieke ver voermiddelen zooveel zij slechts kunnen moeten verbieden. „Deze aanschrijving is van beteekenis. „Het betreft hier het keeren van een practijk, die met het beginsel in strijd is. „Vooral in een verscheurden tijd als den on zen moet, wie de souvereiniteit van den Drieëeni- gen God belijdt, overal opkomen voor het hoog houden van Zijn geboden." Dit stukje heeft den schijn der juistheid voor zich. Wij willen het echter niet zonder een op merking onzerzijds laten passeeren, omdat er een misverstand in schuilt, 't welk men herhaal delijk aantreft 'en dat wij, Katholieken, niet door zwijgen moeten laten voort bestaan. Wij bedoelen de verkeerde opvatting, dat de Roomschen, levensblij van huis-uit, het met de Zondagsviering zoo nauw niet nemen als de „steile protestanten". Wanneer dit werkelijk waar was, dan zouden onze protestantsche land- genooten ten opzichte van de nakoming van het derde der tien geboden heel wat beter hun christelijken plicht vervullen dan de Katholieken. Maar, hoewel wij hier natuurlijk onmogelijk een wiskundig juist bewijs noch voor het een noch voor het ander kunnen geven, gelooven wij toch wel, dat de eenzijdige beschuldiging aan het adres der Roomschen als luchthartige betrach ten» der Zondagswet, tén deele op een misver stand berust. Het openbare leven heeft de laatste kwart eeuw. veel meer beslag gelegd op den vrijen tijd van den man en in den allerlaatsten tijd ook van de vrouw, dan vroeger. Was het voor onze vaders een 'bijzonderheid en voor onze grootvaders een gebeurtenis in hun leven, wan neer zij naar een vergadering gingen, ons ge slacht is al bijna vergaderingsmoe geworden. Het is geen zeldzaamheid, wanneer zelf» een eenvoudige werkman een oproeping voor twee of drie bijeenkomsten op één dag krijgt. Zoo sloop het euvel in om gewichtige vergaderingen yeclal op Zondag uit te schrijven, wilde men niet met leege zalen zitten. Met zijn beginsel meende men niet in strijd te komen, wijt immers verga deren geen slavelijke arbeid is. Het kan echter niet ontkend worden, dat zulke bijeenkomsten beter op een werkdag kunnen ge houden worden. Maar al te vaak zijn zij gewijd aan besprekin gen van materieelen aard, vakactie, loonsverhoo- ging en dergelijke en trekken den geest dus ge heel in de sfeer der dagelijksche beslommeringen. Bovendien brengen zij werkzaamheden voor zaal bediening en dergelijke meer, terwfjt de grootè landelijke vergaderingen den spoorwegdienst bp Zohdag onnoodig belasten. Nu dan ook door ver korting van den werkdag en invoering van den vrijen Zaterdagmiddag alle aanleiding om op Zondag te vergaderen is weg gevallen, mogen wij verwachten, dat de wijze vermaning onzer Kerkelijke Overheid, om het vergaderen op Zon dag zooveel mogelijk tegen te gaan, algemeen en onmiddellijk zal worden opgevolgd. Nog beter dan tot heden geschiedde, kan dan de Zondags heiliging tot haar recht komen. Wij zeggen „nog beter", want tegenover de boven aangehaalde op- snerking van De Standaard en een veel ver breide meening, willen wij er aan herinneren, hoe van de kansels onzer Roomsche kerken de geloovigen voortdurend op hun plicht van Zon dagsheiliging worden gewezen; hoe de Bisschop pen in Hun Vastenbrieven dit onderwerp her haaldelijk met klem en nadruk hebben behan deld; hoe de Zondagsviering al dikwijls een on derwerp van bespreking op onze Katholiekenda gen heeft uitgemaakt. Dit was noodig, omdat de geest van onzen tijd met zucht naar vermaak buitens-huis verderfe lijk werkt op de heiliging van den dag des Hee ren, niét enkel onder de Katholieken, maar on der alle christenen. Wanneer wij het verloop in de protestantsche Kerkgenootschappen zien, dan meenen wij daaruit de conclusie te mogen trek ken, dat vejen, die het kerkgaan op den Zondag vroeger nog tot lidmaat van een christelijke ge meente stempelde, ook dezen laatsten uiterlijken hand verbraken, nu de tijdgeest met zijn sport en vermaak op Zondag hen geheel opeischte. Wanneer nu het euvel van ontheiliging van den Zondag ook in Katholieke kringen wordt aange troffen, is 't echter verkeerd hiervan den Room schen een speciale grief te maken, te meer, waar .onze Kerkelijke Overheid reeds jaar. m dag met kracht tegen dezen misstand strijdt. Intusschen moge de wijze, waarop ten deze door anderen op ons gelet wordt, voor ons, Ka tholieken, een aansporing zijn, om in zake Zon dagsheiliging geen aanleiding tot misverstand, nog minder tot aanstoot aan onze christelijke landgenooteii te geven, maar integendeel een voorbeeld ten goede. De plannen der Regeering. In de Memorie van Antwoord op de Oor- logsbegrooting lezen we o.m.: De mogelijkheid van vermindering van uit gaven aan het departement is nauwgezet over wogen; wat wordt aangevraagd dient om den goeden en geregelden gang van zaken te waar borgen. Zoolang de tegenwoordige organisatie van kracht is, zou het ook uit een oogpunt van billijkheid tegenover de betrokken, voor bevor dering geschikt geachte officieren, niet wel aangaan vervulling van beslaande vacature achterwege te laten. Bevorderingen boven de formatie hebben echter alleen plaats gehad voor zoover het dienstbelang zulks eischte. De aangekondigde regeling van het georga niseerd overleg heeft eenige vertraging onder vonden, doordat aanvankelijk bij deze regeling bij de Departementen van Oorlog en Marine van een verschillend standpunt werd uitge gaan. De Minister acht een uniforme regeling noodzakelijk; hij meent dat thans een oplos sing is gevonden, zoodat spoedige invoering is te wachten Beter dan een regeling der rechtspositie voor elk der onderdeden van de krijgsmacht (land en zeemacht) afzonderlijk, wordtr nu een De partement van Defensie staal te worden inge voerd, een regeling geacht, welke zooveel mo gelijk voor beide onderdeden zal kunnen gel den. In deze richting, wordt thans een voorbe reiding getroffen. De Regeering is voornemens het beroepska der zeer belangrijk in te krimpen. Zoolang echter nog geen beslissing kan wor den genomen omtrent de reorganisatieplannen, zou elke bevordering van de dienstverlating door het beroepskader voorbarig en aldus on toelaatbaar zijn. De hiervoor noodige maatre gelen zijn echter in voorbereiding. In afwachting daarvan worden voorbereidin gen getroffen om voorioopig die leden van het beroepskader, die door samentrekking van oe- feiuugscenheden geen volle dagtaak ia het le ger meer hebben te vervullen, nuttigen arbeid te versohaffen. De kazernes. In het stelsel der Regeering zal de regeling ia gebouwen van militairen, dia voor hunne militaire opleiding bijeengebracht worden, wel aanmerkelijk beperkt, maar niet geheel ont beerd kunnen worden. Beperking wordt verkregen door <le voorge stelde verkorting van den eersten-oefeningstijd, door de mogelijkheid om een gedeelte Van dezen te vervangen door buiten iegferverband te verkrijgen geoefendheid, door inkrimping van dat deel van het contigënt, hetwelk oefening in hét legerverband ontvangt, en tenslotte dcor de geboden gelegenheid om door toetreding tot den vrijwilligën landstorm in plaats van herhalingsoefeningen, daarmede overeenkomen de oefeningen in de plaatselijke landstormver- banden te houden. Daarnevens wordt gelegen heid gegeven aan hen, die een onderdak bij ouders of voogden kunnen vinden, om buiten de kazerne te logeeren. Waar men het kazernesysteem niet geheel zal kunnen verlaten, zullen intusschen de be zwaren, welke hieruit kunnen voortvloeien, zooveel mogelijk zijn te beperken. Bijzondere aandacht in dit opzicht vragen de eisohen der hygiëne, waarnevens het zedelijk en geestelijk leven van de militairen met kracht zal wor den gesteund. Het Huwelijksverbod. De minister zal overwegen, aan de Vergun ning tot het aangaan van een huwelijk zooda nige uitbreiding te geven, dat die vergunning mede kan worden verkregen, door militairen beneden den rang van onderofficier, voor zoo veel zjj die vergunning thans niet kunnen ver krijgen, mits de belangen van den dienst zich daartegen niet verzetten, en voor zooveel hun leeftijd vergeleken met den voor onderofficie ren geldenden minimum-leeftijd van 24 jaar die vergunning billijkt Tot aigeheele opheffing van het verbod tot het houden van vergaderingen van militairen in de kazernes wenscht de minister ^piet over te gaan. Streven naar bezuiniging. De minister verzekert dat hij met den mees- ten ernst naar bezuiniging in de huishouding van het departement streeft. Bij de in het voornemen leggende reorga nisatie zal de provinciale staf worden opgehe ven en de plaatselijke staf worden ingekrompen. De provinciale adjudanten en de plaatselijke commandanten zullen namelijk vervallen; hun werk mag door hoofdofficieren der wapens naast andere functies worden verricht. Met ingang van 1 December van dit jaar berust de toekenning van de kostwinnersver goeding weder bij de hoofden der militaire departementen en niet meer bjj de burgemees ters. Het voornemen bestaat, om met ingang van 1 September 1921 de Adspirantensohool der Marine naar de Cadettenschool over te bren gen. 1 1 De voorbereidingen zijn getroffen om den Marine-kustvaartdienst en de Luchtvaartafdee- ling van de landmacht te verecnigen tot één „Luchtvaartdienst". De Regcering is overigens in het bijzonder bgdgcht om d® samenwerking m het .verband met den burgerlijken vlicgdienst te bevorderen. Onzedelijke tacd en vloeken. De bestrijding van het vloeken en het be zigen van onzedelijke taal in het leger ge schiedt op grond van de daarvoor zeer stel lige verbodsbepalingen. Het is niet alleen een algemeen, maar ook een legerbelang van de eerste orde, dat allen in het leger zioh onthou den van het bezigen van ruwe, onzedelijke en godslasterende taal; daarom wordt aan de na leving der voorschriften steeds streng de hand gehouden. Muziekkorpsen. liet ligt in liet voornemen, van de 8-thans aanwezige harmoniekorpsen er 4 te behouden, en de overige harmoniekorpsen, alsmede de 6 thans aanwezige fanfarekorpsen, op te heffen. LOONREGELING SPOORWEGPERSONEEL. De moiie-Trcub, om het advies van den Loon- raad op te volgen bij do salarisregeling van het spoorwegpersoneel is in de gister gehouden zit ting der Tweede Kamer, met 39 tegen 21 stommen verworpen. De molie-KleerekOper, tot handhaving van de evenredige vertegenwoordiging iri de samenstel ling van den Loonraad is verworpen met 45 te gen 17 stemmen. DE TREINVERTRAGINGEN. Zonder hoofdelijke stemming is in de gisteren gehouden zitting der Tweede Kamer aangenomen de molie-wm Rappard, om een onderzoek te doen instellen door een deskundige commissie naar de vertraging der treinen en andere mis standen by de Nederlandsche Spoorwegen. DE TWEE ONTSLAGEN SPOORWEG AMBTENAREN. De motie-oan Ravesteijn om rechtsherstel te vcrlcenen aan twee ontslagen ambtenaren bij de Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht, is met 40 legen 19 stemmen verworpen. Ongegrond verklaard. Het beroep van den gemeenteraad van Amsterdam, tegen het besluit van Ged. Staten van Noord-Holland, waarbij de toelating van den heer Kolthek ais lid van dien raad is bevolen, is ongegrond verklaard. Inzeke den woningbouw is het volgende door den Minister van Arbeid bepaald: De premies voor den bouw van woningen worden slechts verleend voor woningen met een maximum inhoud van 450 M3; zij zullen een be drag van 2000 per woning niet mogen over schrijden (voor Amsterdam zal hierop eene uit zondering worden gemaakt). De premie wordt in het algemeen berekend naar den maatstaf vi_a 20 per M2 woningop- per vlak te. Indien de gesteldheid van deu bodem een kostbaro fundeeringswijze Vereischt (b.v. daar, waar de vastelaag, waarop gefundeerd wordt, op groote diepte gelegen is) kan de premie 22.50 per M2 bedragen. Wenschen industriee- Jen voor hun personeel woningen te bouwen, ■iaa kan een premie worden verleend van 16 per M2. lot een maximum van 1500. Het is niet toegestaan, de met steun gebouw de woningen door buitenlanders te laten bewo nen, behoudens goedkeuring van den Minister van Arbeid, die voorshands de goedkeuring slechts zal verleenen voor bouwvakarbeiders. Voor de berekening der premies wordt de oppervlakte der woningen gemeten met inbegrip der buitenmuren. Balkons, kelders en schuurtjes worden niet medegerekend. Zolder ver trek ken of vertrekken met schuine dakvlakken van meer-gezinshuizen worden met bijbéhoorende kasten en voorporta len voor de helft der oppervlakte medegerekend. Bij een-gezinshuizen, althans indien de slaap vertrekken meerendeel» in de kapverdioping zijn ondergebracht, wordt de helft der gehcele zol deroppervlakte in rekening gebracht. Voor den bouw van winkelwoningen wordt geen steun verleend; voor daarboven gelegen wo ningen geldt de gewon® premie. Degene, die eene premie aanvaardt, moet zich schriftelijk verplichten tot het volgende: Hij zal gedurende H* jaar na de voltooiing van een woning, deze bewonen of ter bewoning doen bezigen. Bij verhuur onthoudt hij zich van heffing van sleutelgelden of andere niet oorbare praktijken. Bij verkoop zal hü het koopcontract doen vastleggen, dat bovengenoemde verplichtingen op den kooper of diens opvolger zullen overgaan. Voor den bouw van woningen, die in aan merking komen voor het beschikbaar stellen van premies, kunnen zoo noodig door het Rijk aan de gemeente hypothecaire credieten worden ver leend, voorshands tot 1 Mei 1921 tegen een ren te van 0 pCt, onder voorwaarde, dat de ge meente zich borg stelt voor de richtige betaling van rente en aflossing der hypotheken. De hypotheken zullen worden verleend voor 15 jaar. De aflossing zal ten minste bedragen pet. voor de eerste 5 jaar en 1 pet. voor de volgende 10 jaren. De hypotheek wordt gevestigd na voltooiing der woningen tot geen hooger bedrag dan 90 van het verschil tusschen de door 8 deskundigen te schatten stichtingskosten en de verleende pre- mie. DE CREDIETOVEREENKOMST MET DUITSCHLAND. f( Blijkens een Wolff-telegram uit Berlijn heeri de Duitsche regeering thans aan de Neder an Sche bericht, dat zij tot ratificatie van den Duitsch-Nederlandsch kolen- en kredietovereen komst bereid is. Het verdrag, geteekend door president Ebert en Dr. Simons, minister van buitenlandsche zaken is reeds te 's-Gravenhage, zoodat de uitwisseling spoedig geschieden kan. BESCHERMING ONZER NIJVERHEID. - In direct verband met het aan de orde stellen van de vraag, of bescherming onzer nijverheid legen buitenlandsche concurrentie gewenscht is heeft dg Nijvêfhfiidwaad. naax h£t »Hbld." be richt, uit zijn midden een commissie benoemd, om een onderzoek in te stellen naar den toestand in onze industrie. De motie-v. Ravesteyn: verplicht-stelling van een vaardigheidsdiploma voor bestuurders van motorrijwielen, is in de Dinsdagmiddag gehou den zitting der Tweede Kamer aangenomen met 30 tegen 27 stemmen. DE MINISTER VAN LANDBOUW. In de zitting van Dinsdag j.l. van de Tweede Kamer heeft de voorzitter medegedeeld, dat de Minister van Landbouw niet zijn ontslag zal nemen. De burgemeester van Leiden. Ofschoon de toestand van Jhr. De Gijselaar aanmerkelijk ver beterd is, is hij nog steeds verhinderd de raads zittingen te presiueeren. UITVOER VAN GRAAN GEVRAAGD. Het hoofdbestuur van de Groninger maat schappij van Landbouw heeft den minister van Landbouw verzocht den uitvoer van binnen- landscho rogge en tarwe zonder dralen vrij te laten. Teerkleurstoffen. Met ingang van 10 Dec. is het uitvoerverbod van teerkleurstoffen en alle uit teer afgeleide stoffen, die voor de berei ding of toepassing van teerkleurstoffen kunnen dienen, opgeheven. LOONREGELING VAN HET SPOORWEG PERSONEEL. Naar de „Tel." verneemt, is in de Maandag te 's-Gravenhage gehouden conferentie tusschen Minister König en de vertegenwoordigers der Spoorwegdirecties nog geen beslissing gevallen. De directies blijven afwijzend staan tegenover het voorstel van den Loonraad om de pensioenen de eerste drie jaren te betrekken van de bedra gen, zonder aftrek van premievrij pensioen. In verband hiermede is door de directies der Ned. Spoorwegen aan de besturen der verschil lende personeelsorganisaties medegedeeld, dat zij ten opzichte van het gewijzigde compromis voorstel van dén Loonraad een afwijzend stand punt innemen. In de Tweede Kamer, diende de heer Treub oen motie in van den volgenden inhoud: „De Kamer van oordeel, dat het ter bevorde ring van een goeden geest onder het spoorweg personeel wenschelijk is, dat gevolg wordt gege ven aan het advies, uitgebracht door den Loon raad van het spoorwegpersoneel, in zijn verga dering van 4 December j.l., gaat over tot de orde van den dag". DE POST IN RUSTE. Naar de „Ned." verneemt, zullen, met ingang van Zaterdag 8 Januari, de postkantoren voor de behandeling van postzakken des Zaterdags om 8 uur n.m. worden gesloten. Voor de aanbieding van aangeteekende stukken en behandeling van abonnementen op nieuwsbladen zal zelfs een slui tingsuur van 3 uur 's nam. worden ingevoerd voor den Zaterdag. Na de sluiting om 6 uur zal nog wel gelegen heid bestaan tot afhaling van poststukken. Men meldt uit Den Haag aan de „Rott." dat het „ploöiplan" voor de onderwijzerssalarissen reeds zoo goed als gereed is. Het zal geen be vrediging schenken aan hen, die zoo te keer gin gen tegen de voorgestelde regeling, omdat deze geen gelijke bezoldiging voor gehuwden en onge- huwden huldigt. Het is echter wel zoo goed als zeker, dat be halve de door den minister genoemde wijzigingen de beteekenis der hoofdacte veel lager getaxeerd zal worden, dan oorspronkelijk aangegeven is. Het zal waarschijnlijk f 300 f 400 worden en dan over heel de linie. Een belangrijke factor voor ontevredenheid wordt hiermee weggeno men. Het geheele „plooiplan" zal wellicht 4 4 6 mil- lioen kosten. WIJZIGING DER POSTTARIEVEN. Door de aanneming in de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot wijziging der postwet, zal het maximum voor briefkaarten 71^1, cent be> dragen, voor een brief van niet meer dan 20 gram 12^ ct., voor meer dan 20 gram tot en met 100 gram 171^ ct. Het porto van drukwerk mag uiterlijk be dragen ct. tot en met 50 gram, voor nieuwsbladen 1 ct. tot en met 50 gram. Teven» behelst de nieuwe wijziging een op heffing van den portvrijdom voor dienststukkeu. EPIDEMIE IN DE WEST. Volgens ingekomen berichten is er op Sint Eustatius een hevige epidemie uitgebroken, waardoor gedeelte der bevolking is aangetast Ook de eerw. zuster Vitalis, Dominicanes, be hoort tot de slachtoffers. Volgens laatste berich ten zijn in het geheel reeds 66 personen aan d6 ziekte gestorven. Sommigen vermoeden dat hier van dysenterie sprake is, anderen noemen het cholerine. Het komt ons wel vreemd voor, dat volgens verklaring van den gouvernements-geneeskun- dige deze ziekte niet van besmettelijken aard is, zoodat er door het bestuur aldaar dan ook geen quarantaine-maatregelen zijn voorgeschreyen. ,,Amigoe di Curafao", DE BBEBLGISCHE REGEERINGS- VERKLARING. Bij de behandeling der regeeringverklarinf verklaarde dè minister van buitenlandsche ze ken, Jaspar, over de onderhandelingen tue. sohen Nederland en België: „Dat het de levendigste wensch der Belgi sche regeering was om zoo spoedig mogelijk tot overeenstemming te komen, maar Neder land stelt ten opzichte van de Wielingen bul« tengewone eischen, van welke het moet af- zien, voordat de onderhandelingen hervat kun nen worden. Vergadering van Woensdag 8 Dec. STEMMING OVER DE MOTIES. Aan de orde is stemming over de motie-van Ravesteijn. inhoudende afkeuring van de hou ding der directie der spoorwegen, inzake het ontslag van een tweetal ambtenaren. Deze motie wordt verworpen met 40 tegen 19 stemmen. De motie-Treub, om gevolg te geven aan hel door den Loonraad gegeven advies inzake de regeling voor het personeel der spoorwegen wordt verworpen met 39 tegen 21 stemmen. Een motie-Kleerekoper waarbij de Kamer de wenschel(jkheid uitspreekt het systeem van evenredige vertegenwoordiging ook in de toe komst bij de samenstelling van den Loonraad te handhaven wordt verworpen met 45 tegen 17 stemmen. De motie van Rappard, de wenschelijkheid uit sprekende van een grondig onderzoek door een deskundige commissie naar de oorzaken van de vertraging in den treinenloop en andere mis standen op de Nederlandsche spoorwegen wordt z. h. s. aangenomen. WIJZIGING POSTWET. Aan de orde is de behandeling van het wets ontwerp tot wijziging van de postwet, de pakket- postwet enz. De heer VAN STAPELE (S. D. A P.). wenscht dat de Kamer zich zal uitspreken over de vraag, of het staatsbedrijf der posterijen en telegrafifc ivinst mag maken. Volgens spr. zouden alle ver liezen van het bedrijf door den staat gedragen moeten worden. Hierdoor zou dan een prikkel ontstaan, om de verliezen zoo klein mogelijk te maken. De heer ZIJLSTRA A. R. bepleit het maken van een uitzondering op de verhooging voor da bladen, daar de pers het algemeen geestelijk- en beschavingsbelang dient De heer VAN RAVESTEYN C. P. zal tegen 't ontwerp stemmen omdat z. L de posterijen veilig met verlies mogen werken en de tarief» verhooging strijdig is met de algemeene prijs daling die is te wachten. De MINISTER betoogt, dat de uitgevers ooi, de portverhooging wei op hun abonné s zulle. kunnen verhalen. Het amendement-Teenstra om de tarieven niet te doen vaststellen bij algemeenen maatre gel yao bestuufj binnen wettelijke maxima,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 1