Uit den Omtrek
De Erfgename van den
Goudzoeker.
Wat de Pers zegt
BUITENLAND
Gemengd iNieuws
hLUILLETON
Parlementaire Kroniek
DINSDAG 14 DECEMBER 1920.
DE VOLKENBOHO.
DE TOESTAND IN IERLAND
&EMEN6DE BUITENL. BERICHTEN,
Onze legerorganisatie.
Bij de beraadslagingen over de wetsontwerpen
lot tijdelijke afwijkingen van de militicwet en de
Landstormvoorzieningen, hebben een vijftal Ka
merleden van onderscheiden richting: de hecren
Oud, K. ter Laan, A. P. Staalman en Duymaer
van Twist zich als tegenstanders doen kennen
van de plannen der regeering.
Wij zullen aan hetgeen deze liecren ter be
strijding dier plannen in 't midden brachten, een
korte beschouwing wijden.
De vrijzinnig-democratische heer Oud, of
schoon een leek op militair gebied, trad tegen
den Minister van Oonog in 't krijt met een eigen
stelsel van landsverdediging. Laten wij hier aan
stonds .aan toevoegen, dat zijn stelsel getuigde
van ernstige studie dezer zoo moeilijke materie.
In vele opzichteo wijkt het van dat van Minister
Pop af. be grondslag van het stelsel van den
beer Oud is desugemeene oefenplicht. De Minister
wil deze in theorie ook wel, maar hij bereikt die
slechts gedeeltelijk door de vorming van reserve-
formaties naast een arnleger. Volgens den heer
Oud verdeelt de Minister de persoonlijke lasten
ongelijk. De 13000 man, welke het kcrnleger
vormen, worden veel zwaarder belast dan de
overige manschappen. Dc diensttijd wordt boven
dien tot 20 jaar verlengd. In geval van oorlog
zullen daardoor een groot aantal ouderen mee de
spits moeten afbijten terwijL tal van jongeren
thuis blijven.
De heer Oud wcnscht den algcmcenen oefen
plicht, bestaande in een wekelijkscbe oefening
van een halven dag van 18 en 19-jarigen gedu
rende de maanden October tot en met Mei. De
oefenpliehtigen, die twee-jaars-cursussen hebben
meegemaakt, komen in dc zomermaanden
weken onder dc wapenen. Er komen volgens zijn
stelsel 0 lichtingen van 40 duizend man in plaats
van, zooals de Minister wil, 20 lichtingen van 13
duizend man.
Verder gat hij een uiteenzetting van de indec.
ling van het leger, n.l. in vier divisies, waarvoor
het Rijk wordt verdeeld in vier districten. De
oefenplicht wordt aangevuld met een opkomst
van zes.weken in dc zomermaanden en in kam
pen, waarin telkens een divisie wordt onderge
bracht.
Op een geheel andere leest waren dc wenschen
geschoeid van den socialistischen afgevaardigde
en woordvoerder over militaire aangelegenheden,
den heer K. ter Laan. Het is een publiek geheim,
dat de S. D. A. P, op 't oogenblik een tijd van
malaise doorleeft. Daarom heeft zij ten overslaan
der „bewuste" arbeiders een leus noodig die
„pakt".
Eertijds was die leuze: „bestrijding van het
militarisme, bevordering van volksweerbaarheid,
in plaats van het staande leger, onder voor
waarde van belangrijke verlichting van persoon
lijke en financieele lasten, beslissing van irtter-
nalionale geschillen langs scheidsrechtelijken
weg." Dit alles „pakt" nu niet meer en daarom
heeft de S. D. A. P. het tijdelijk opgeboigene:
„Geen man en geen cent," maar meer voor den
dag gehaald. Dat klinkt kort en bondig en laat
aan duidelijkheid niels te wenschen over. Die
leus werd door den heer ter Laan verdedigd met
de uitspraak, dat een in werkelijkheid, in alle op
zichten volgens de moderne techniek goed uit
gerust leger van een half millioen man, om finan
cieele redenen voor ons absoluut onbereikbaar is,
b
een uitspraak die geen verstandig man als on
waar zal schimpen. Hij verklaarde zich dus voor
nlgcheele ontwapening. Ons land behoeft z.i. niet
bang tc zijn om daartoe over te gaan, daar de
siciaal-democratie zich nationaal en internatio
naal op het standpunt van ontwapening heeft ge.-
plaatst. Hoe de heer ter Laan dit laatste durft te
beweren, begrijpen we niet. Hij weet toch even
goed als iedereen, dat zijn partijgenooten in Bel
gië zich als volbloed-militaristen hebben ontpopt.
Ze hebben daarvoor reusachtig hooge oorlogs-
credieten gestemd. En van een protest daartegen
door de S. D. A. P. hebben we nooit iets ge
hoord.
Neen, dan koos de partijgenoot van den heer
ter Laan, de heer Van Zadelhaff, beter eieren
voor zijn geld. Hij verloochende zijn Belgische
broeders en verwees naar de oorlogspsychose
die in België nog altijd nawerkt, een verklaring,
maar geen argument dat hout snijdt.
Dat de heeren A. P. Staalman' en Van de Laar
felle critiek op de aanhangige ontwerpen uitoe
fenden, spreekt vanzelf. Die zijn voortdurend in
de contramine en als ze ophielden het te wezen,
'zouden ze ook opgehouden hebben A. P. Staal
man en Van de Laar te zijn. Aan groole woor
den en krachttermen heeft de Christen-democra
tische afgevaardigde nooit gebrek. Ook nu
plaatste de heer Van de Laar weer opmerkin
gen, als, ons leger zal zijn een „militaire schijn-
vertooping in vredestijd en een ontzaglijk bloed
bad in oorlogstijd". Hij sprak van „onze be
roemde generaals, die zich in hun graf zullen
omdraaien", van „Neurenberger speelgoed", al
lemaal argumenten(7), waarmee hij in zijn on-
noozelheid meende, een deskundig Minister van
Oorlog te kunnen overbluffen, misschien zelfs te
overtuigen.
In tegenstelling met de efifïéfc fan den heer
Van de Laar, was die van den deskundigen heer
Duymaer van Twist goed gedocumenteerd. Deze
verschilde met den Minister in de richting waar
in de reorganisatie onzer weermacht moet ge
zocht worden. Terwijl Minister Pop naar een
versterking der weermacht in de diepte blijkt te
streven (door vermindering van het contingent
een klein kernlegcr vormen, met een reserve uit
den landstorm), is de heer Duymaer van Twist
van meening, dat een krachtige weermacht in de
breedte moet worden gevonden, niet dus door
vermindering van het contingent, doch door be
perking van het verblijf onder de wapènen.
Heden, Dinsdag, is de Minister aan het woord,
die niet zal nalaten zijn ontwerpen zoowel tegen
over zijn deskundige als ondeskundige critici met
klem te verdedigen.
EEN PLEIDOOI VOOR BEZUINIGING.
In de „Maasb." bepleit; het lid der Twee
de Kamer, Baron Van Wijnbergen, de be:
noeming eener commissie, die tot taak
heeft een algeheele herziening van den
ganschen opzet der- huishouding van ons
onderwijs.
Be commissie zou, volgens pleiter, voor
al uit een niet groot aantal personen
moeten bestaan en haar rapport zou, uit
den aard der zaak, vrij radicaal moeten
wezen.
„Dat daarbij de eischen, te stellen
door de deugdelijkheid van ons onder
wijs niet mogen worden uit het oog
verloren, spreekt wel van zelf. Van
den anderen kant worde echter niet
vergeten, dat we nu eenmaal niet leven
in een luxen tijd, terwijl ook vermoede
lijk de ervaring, zal leeren, dat som
mige zaken, die men voor goed onder
wijs beslist noodzakelijk achtte, zeer
wel kunnen worden gemist en wel
zonder eenig nadeel, soms zelfs tot
voordeel.
Men bedenke maar eens, dat' vóór
den oorlog verscheidene personen, zoo
dra Asch-Woensdag naderde den dokter
ontboden om te overleggen, boe ze ban
delen zouden, overtuigd, dat, onderhiel
den zij de Vasten, ze vermoedelijk Pa-
sche-n niet zouden halen. En wat heb
ben wij zien gebeuren? Busdanigen heb
ben de tijdens de oorlogsjaren opge
legde veel talrijker Staarsvastendagen,
waarvoor nu eenmaal geen dispensatie
te bekomen was, wèl moeten onderhou
den, met de voor verscheidenen ver
rassende uitkomst, dat het niet alleen
geen schade toebracht, maar zelfs voor
een goede gezondheid bevorderlijk was.
Zóó zal h,et, naar wij meenen, ook
gaan met verschillende zaken, die men
vast geloofde wijl de een den an
der napraatte dat niét zouden.kun
nen worden gemist zonder de deugde
lijkheid van ons onderwijs te schaden."
Wordt niet gestreefd naar vérgaande
bezuiniging door min kostbaren opzet van
ganseh, ons onderwijsstelsel, dan vree zen-
wij, dat allerLei kleinere bezuinigingen
worden aangebracht, waardoor wél de ont
wikkeling van ons onderwijs zal worden
geschaad,
Be heer Van Wijnbergen zegt aan het
slot van zijn betoog:
„Indien wij toch, in de pas verschenen
Memorie van Antwoord op Hoofdstuk
Va der Staatsbegrooting lezen, dat aan
verschillende nijverheids-, teeken- of
huishoudscholen het aangevraagd, zoo
noodige subsidie blijft onthouden, wijl
toestand van lands financiën niet toe
laat het te verleenen dan is dat 'n be
zuiniging die ons, minder aanbevelens
waardig lijkt.
En waar wij vreezen, dat, blijft die
bezuinigingsmebhode gevolgd, op tal van
plaatsen zal worden ischade geleden, her
halen wij met aandrang ons verzoek
tot de Üegeering; dat zij, na degelijk
ingesteld onderzoek, bevordere, dat op
terrein van het onderwijs alle onnutte
overtollige uitgaven worden vermeden,
Overtuigd houden wij ons, dat bij een
alsdan verkregen zuinigen opzet van
ons onderwijsstelsel het werkelijk noo-
dige ook overal zal kunnen beschikbaar
gesteld, en niet meer gelijk tli,ans
vaak zal behoeven te worden gewei
gerd."
De houding van Argentinië.
Nadat een Ministerraad was gehouden, is aan
den heer Pueyredon (eerste gedelegeerde van
Argentinië bij de Vergadering van den Volken
bond), een telegram gezonden, waarin zijn hou
ding in de Volkenbondsvergadering wordt goed
gekeurd.
Een Pan-Amerikaansche beweging?
De „Evening Stand." weet uit diplomatieke neerde gisterenmorgen, dat de directeuren van
bron mede te deeleD, dat Argentinië's uittreden
uit den Volkenbond slechts de eerste stap is van
een plan om alle Amerikaansche staten buiten
dcii Bond te krijgen. Er is een beweging gaande
van een Pan-Amerikaansche combinatie, waar
in de Vereenigde Staten de „oudste broeder" is.
Washington doet pogingen om de betrekkingen
met de Zuid-Amerikaansche republieken te verbe
teren, allereerst op politiek terrein en dan ook
ten opzichte van economische betrekkingen en
wederzijdsclie prcferentieele rechten.
Gisteren werd door Madsk (democraat) in den
Senaat te Washington een motie ingediend om
president Wilson te verzoeken, Amerikaansche
vertegenwoordigers te benoemen, om te vergade
ren met de Volkenbond-commissie voor de ont
wapening. Na eenige discussie werd de motie ver
wezen naar de commissie voor de builenlandsche
betrekkingen.
Het was voor het eerst in deze zitting, dat in
den Senaat de Volkenbond genoemd werd.
HET ANTWOORD VAN DUITSCIILAND OP DE
ENTENTE-NOTA OVER HET PLEBIS
CIET IN OPPER SILEZIE.
De Berlijnschc pers publiceerde gisterenavond
het antwoord van de Duitsche regeering op de
nota der geallieerden inzake de volksstemming
in Opper-Silczië. De Duitsche nota werd Zater
dag den Engelschen premier overhandigd. Ze is
in zeer beleefde termen gesteld en er wordt o.a.
in beloogd, dat het vredesverdrag Duitschland
het recht geeft te eischen, dat de volksstemming
in Opper-Silezië vrij, geheim én onbeinvioed zal
geschieden, en dat elk verschil in behandeling
van inwoners van Opper-Silezië en buiten Opper-
Siiezië wonende stemgerechtigden reeds van tc
voren is uitgesloten. Dit kan slechts worden be
reikt als de stemming een geheel vormt, waar
voor trouwens ook de Raad van Gezanten bij de
volksstemming in Sleeswijk en Oost- en West-
Pruisen, evenals de geallieerde regeeringen in
haar nota van 30 November zijn opgekomen.
De Duitsche regeering efkent gaarne de goede
bedoeling der geallieerden om ongeregeldheden
tijdens het plebisciet in Opper-Silezië te voorko
men en weet ook de groote verantwoordelijkheid
die de geallieerde regeeriugen op zich hebben
genomen met de taak, een vrije en onbeinvloede
stemming te waarborgen, naar waarde te schat
ten. De Duitsche regcering wordt geleid door hel
slreven, den geallieerden hun taak te verlichten,
als zij voorstelt om de in de nota van 30 No
vember opgeworpen problemen aan een nieuw
zakelijk onderzoek te onderwerpen.
De Duitsche nota wijst daarna op de groote
technische moeilijkheden, die het voorstel der
geallieerden meebrengt en spreekt twijfel uil aan
de mogelijkheid, dat bij een gescheiden stem
ming het principe der geheimhouding niet zal
worden geschonden. De Duitsche regeering ver
klaart ten slotte, dat zij in een mondelinge uit
eenzetting wellicht kans zou zien haar houding
ten aanzien van de in de nota opgeworpen kwes
ties te bepalen, en zij stelt daarom voor, zoo
spoedig mogelijk een bespreking te doen houden
van de vertegenwoordigers der regceringen, van
welke het voorstel is uitgegaan. De Duitselie re
geering verzoekt daarom den Engelschen pre
mier dit verzoek ook aan de Fransche en Itali-
aansche regeeringen over te brengen.
HEEFT FRANKRIJK AFGEZIEN VAN DE
LEVERING DER MELKKOEIEN?
Op den partijdag van het Pruisische cen
trum, die dezer dagen te Berlijn wordt ge
houden, deelde Zondag de afgevaardigde Gro-
nowsky onder groote beweging mede, dat de
Franschen van de verdere levering der Duil-
sche melkkoeien hadden afgezien. Hij zeide:
„Ook de Franschen schijnen thans meer dan
vroeger voor persoonlijke invloeden vatbaar te
zijn. Frankrijk heeft van de levering van het
grootste deel der koeien afgezien, en wellicht
heeft hierop reeds het wereldgeweten invloed
gehad."
Als Gronowsky zich nu maar niet vergistl
TEGEN SLUIKHANDEL EN WOEKER.
Het Openbaar Ministerie te Berlijn pakl de
restaurants en hotels, waarin naar zijn overtui
ging de voorschriften tegen den sluikhandel en
den woeker worden overtreden, heel krachtig
aan. Eerst is het begonen met dc actie tegen de
groote ondernemingen, geëxploiteerd door de
„Hotelbetriebs-Aktiengeselischafl" Central-
Hotel, Bristol-Hotel, Bauer, Kranzler de restau
rants van den dierentuin en den Rjjksdag
djaarna legen liet Eden-hotel, waarvan de ver
oordeelde directeur inmiddels naar Zwitser
land is gevlucht. Thans heeft de officier van
justitie den directeur van het bekende Kranz-
ler-etablissement hoek Friedriclistrasse en
Unter den Linden doen arresteeren, omdat
hij ook hem verdacht van sluikhandel en woe
ker. Hierop heeit de directie van de „Hotel Be-
Irieb-Aktiengeseiiscliaft" meegedeeld, dat zij on
middellijk het restaurantbedrijf in al haar on
dernemingen heeft gesloten. Zij ziet geen kans
controle uit te oefenen of alle voorschriften
door haar personeel nauwgezet worden opge
volgd. De hotelgasten kunnen alleen het ont
bijt krijgen.
Helaas is het hierbij niet gebleven. De Ber-
lijnsche correspondent van
het „Hbl." telefo-
alle groote hotel- ën restauraliebedrijven tc
Berlijn gisteren besloten hebben, alle keuken
en restaurantbedrijven op zijn laatst Woensdag
te sluiten.
Nog krachtiger dan het O. M. te Berlijn
treedt zijn college te Leipzig op, niet tegen de
restauraliebedrijven, doch tegen de eigenaars
van groote graaniirma's.
Van communistische zijde was legen een
graanfirma te Freiburg in Saksen een aan
klacht ingediend, wegens overtreding van dc be
palingen op den graanhandel. Gewezen beamb
ten van deze firma klaagden haar tevens aan
wegens woeker. De eigenaar en de procuratie
houder werden in Augustus gearresteerd en zijn
nog steeds in preventieve hechtenis. Het Open
baar Ministerie ging alle handelsrelaties van
deze firma na en constateerde, dat deze bui
tengewoon groot waren, dat de belrekkingen
zich uitstrekten tot bijna alle graanfirma's van
eenig belang in Duitschland. De officier van
justitie besloot toen ook deze firma's niet met
rust Ie laten. Er werd niet alleen allerwege
huiszoeking gedaan in de bureaux, doch ook
in de particuliere woningen. In Leipzig alleen
werden lien graanhandelaren gevangen geno
men, die later op vrije voeten werden gesteld
tegen borgstelling, wisselende van 300.000 tot
100.000 mark.
De opwinding aan de graanmarkt was bui
tengewoon groot. Er heerschte een doodsche
stilte, omdat geen mensch meer zaken durfde
doen.
Het verbond van groothandelaars in graan in
Saksen zal een beweging tegen dit optreden op
touw zetten, wit eerst zich beklagen bjj het mi
nisterie van justitie en alle andere firma's van
de goederenmarkt in dit protest betrekken.
Het O. M. zegt men, is grootere knoeierijen
op het spoor gekomen in zake de levering van
haver naar het buitenland. En zijn streng- op
treden moet in de eerste plaats toegeschreven
worden aan een poging om te voorkomen dat
belastend materiaal verdonkeremaand wordt.
Ernstige brand in Cork.
Een groot deel van het centrum van Cork is
Zaterdagnacht afgebrand. Het gemeentehuis, de
Carnegie-bibliotheek, een bioscoop, een schouw
burg en talrijke winkels en particuliere woningen
zijn verwoest. Het vuur ging vergezeld van bom
ontploffingen en schieten. Gemeld wordt dat de
bevolking door een paniek is aangegrepen.
Vóór den brand werden buiten de stad mili
tairen overvallen. Er zijn vele dooden.
De schade in Cork wordt ruw gesehat op 2X
millioen pond, hoewel sommige bladen spreken
van vijftig verwoeste gebouwen en 7 millioen p.st
schade.
Gemeld wordt dat bij het nachtelijke schieten
2 menschen gedood en 14 gewond werden.
Reuter meldt, dat Cork Zondag, na den ver-
schrikkelijkcn nacht, een schouwspel opleverde,
dat slechts te vergelijken viel met een stad in
Vlaanderen na een Duitsch bombardement. De
branden woedden den heelen dag voort in de
sousterrains der gioote^nagazijnen, ondanks de
pogingen der brandweer, hoewel die met mannen
uit Dublin versterkt was.
De stilte in de wijk waar de brand woedde,
werd slechts verbroken door rondrijdende motor-
lorries cn het omvallen van muren. Toen de
avond viel, trokken sterke patrouilles door de
straten met orders om na waarschuwing te
schieten op ieder die op roof uit was en om
samenscholingen tegen te gaan.
Verhuizers waren den lieelen dag bezig met
het wegbrengen van huisraad uit de bedreigde
wijk, terwijl houderden vluchtten naar naburige
steden. Volgens de jongste schatting zijn totaal
140 huizen verwoest. Tweeduizend winkelbedien
den zijn werkloos geworden,
De bisschop heelt plechtig in de kathedraal
verklaard, dat iedereen de H. Communie moest
worden geweigerd, die in verband stond met
overvallen op militairen.
DE FRANSCHEN IN SYRlë.
'Onlangs is in Syrië, veertig mijlen ten zuid
oosten van Latakia, een gevecht geleverd tus-
schen een Fransche afdeeling, die over geschut
en mitrailleurs beschikte en een vijandelijke
strijdmacht, komende uit hel door de Turken be
zette gebied ten noorden van de linie Adana-
Ainlab. Het gevecht eindigde ten voordeeic van
de Turken. De Franschen verloren twintig
doodcu en vele gevangenen. Een officieelc be
vestiging is nog niet ontvangen.
TERUGKEER TOT HET NORMALE LEVEN.
Dezer dagen moet de Parijsche gemeenteraad
beslissen over de ai of niet handhaving van de
gemeente winkels-Vilgrafn. Naar aanleiding daar
van lioudt het „Journal des Débats" een krach
tig beloog voor den terugkeer tot het normale
economische leven: het oogenblik is gekomen,
meent het blad, om handel en industrie de vol
ledige vrijheid terug te geven. Eindelijk moeten
al die staatslichamen, welke de laatste zes jaar in
het leven zijn geroepen, hun kunstmatig bestaan
eindigen. Zij hebben hun plicht gedaan. Staat
zoowel als gemeente moeien terugkeeren tot hun
gewone taak en de wet van vraag en aanbod nu
verder aan het woord laten.
Een Reuter-telegram uit Tokio d.d. 9 Dec.
marine-station van Kure, terwijl negen en twintig
schepen, geladen met ijzer en steenkool, gezonken
zijn. Door een aardverschuiving zijn verscheiden
12 inch-kanonnen uit een kanonnenloods in zee
terecht gekomen. De schade wordt op een half-
millioen yen geraamd. Uit het telegram is niet
op te maken, wat de eigenlijke oorzaak was.
„L'Oeuvre" deelt mede, dat voor een vaca
ture in een Fransche rechtbank, zich slechts 18
candidaten opgaven.
Reden: het lage honorarium. Er zijn ambtena
ren bij het Openbare Ministerie die minder ver
dienen dan een hoofdcipier bij de gevangenis.
De „Tribuna" verklaart, dat van de 4000
man marinepersoneel, hetwelk Frame blokkeert,
slechts een honderdtal is gedeserteerd.
Koning Konslantijn zal, naar uit Luzern
wordt gemeld, heden, Dinsdag met den gewonen
trein naar Venetië Zwitserland verlaten. Van
Venetië zal hij dadelijk met een Grieksch stoom
schip naar Athene vertrekken.
De door het Duitsche rijksministerie van
financiën aangestelde zuinigheids-comnussarU,
dr. Karl, wil zijn ontslag nemen. Als reden wordt
opgegeven, dat Karl niet eens in het ministerie
van financiën dot steun ondervindt, dien hij voor
het slagen van zijn opdracht onvoorwaardelijk
noodig heeft.
DE SPOORWEG-MiSèRE EN DE PERS.
Zaterdagmorgen moesten de Noordelijke pro
vincies het doen zonder de Holiandsche Ochtend
bladen. Wèl kwam de trein met de noodige ver
traging, maar ochtendbladen ontbraken. Op na
vraag werd geantwoord, dat men te Utrecht de
aansluiting gemist had.
DE BRAND IN HET PERSBUREAU VAZ DIAS.
Omtrent dezen ernstigen brand te Amsterdam,
vernemen we nog de volgende bijzonderheden:
Om half twaalf Zaterdagavond zagen de buren
van het Persbureau Vaz Dias, gevestigd op het
Singel 91, op de derde verdieping van dit perceel
vlammen. Dadelijk werd de brandweer gewaar
schuwd, doch juist toen de wagens aanreden,
sloegen de vlammen naar buiten, en even later
ook het dak uit. Op de derde verdieping is de
financieele redactie cn hel archief gevestigd. Het
vele papier daar aanwezig, gaf het vuur veel
voedsel, zoodat spoedig ook de zolderverdieping,
waar de kamer is voor de draadlooze telegrafie
het bureau krijgt zijn berichten ook door mid
del der radio-telegrafie in vlam stond. Tot op
grooten afstand was de roode gloed boven dit
stadsdeel zichtbaar en aanvankelijk liep het ge
rucht, dat de groote sigarenfabriek van Justus
van Maurik in de Spuistraat er vlak achter gele
gen, in brand stond.
Dc brandweer was met veel materieel uitge
rukt, en behalve eenige vechtkranen. is water
gegeven door een stoomspuit, die op het Singel
stond te werken, terwijl de brandweermannen
van den hoogen Magirus-Jadder ook massa's
water in het brandende perceel wierpen. Zoo kon
de brand beperkt blijven tot de financieele afdee
ling en de kamer der dradlooze telegrafie, waar
van de mast ook in vlammen opging. De andere
verdiepingen, waar de directie en redactie haar
kamers heeft en de afdeeling pers-uitknipsels,
kregen veel waterschade.
De oorzaak van den brand is tot dusver on
bekend. Zaterdagavond bevindt zich na half elf
niemand meer op dit bureau. f
De schade aan het Persbureau Vaz Dias toe
gebracht is belangrijk.
Plotselinge dood. Toen Vrijdagnamiddag
de bakker R. Blommers te Roosendaal (N. B.)
aan bet SL Jozefs-Missiehuis aldaar een bestel
ling boodschappen had afgegeven en van de
Eerw. zusterw een nieuwe bestelling ha„d opge
kregen, bukte hij om zijn mandje op te nemen
teneinde zijn weg te vervolgen. Bij het bukken
echter zakte hij plotseling ineen, waarom hij
naar binnen werd gedragen. Door den directeur
van het Missiehuis, father v. d. Deysel werd
hem nog het H. Oliesel toegediend, waarop kort
daarna de dood intrad.
2/.
Dat was eeue beslissing, die blijkbaar wei
nig bijval vond: er moest echter aan gehoor
zaamd worden. „Een strop, waaraan men den
kerel kan laten beugelen zoodra men naar
Colura opgebroken i,s, draagt ieder aan den
zadelknop, bromde O'Rourke oproerig, ter
wijl hij en de overige mijnwerkers, die den
schat tot bedekking verstrekt hadden, zien
als hulp-constaneis met mij naar het hotel
begaven. Men kon dan eene of andere ge
schiedenis van „een overval door vermomde
lynchers of iets dergelijks opdisschen, welker
Vinding nij aan schranderder koppen dan het
Zijne moest overlaten qp niet alleen zouden
alle eerlijke lieden er zich over verheugen
dat een schurk gehangen was; neen, ook het
graai schap zouden daardoor niet onaanzien
lijke kosten bespaard blijven.
Wy waren bij het hotel aangekomen. De
deuren van de gelijkvloers gelegen balzaal
Monden wagenwjid open, om de zachte, koele
nachtlucht binnen te laten. Bij twee der deu
ren plaatste ik een dubbele wacht met last
Gregory neder te schieten, indien hij poogde
te ontvluchten. Door de derde deur trak ik
met Jones, O'Rourke ,en Moore binnen; de
beide laatsten bleven bij de deur de wacht
houden.
Door Jones gevolgd, trad ik o.p Gregory toe,
dien ik terstond bemerkt had. Hij was blijk
baar in een druk onderhoud met miss Roth-
blond verdiept en had geen vermoeden van
het boven zijn hootd zwevend verderf. De
zoekende oogen zijner geenszins opmerkzame
toehoorders hadden my bemerkt, toen ik
met Jones door de hier en daar staande
groepjes vernitte dansers op het paar toe-
irad. Miss Rothblond was opgesprongen en
kwam mij met zulk een onverholen vreugde
te gemoel, dat ouder gewone omstandigheden
de door de nicht van mijn patroon mij zoo
openlijk betoonde onderscheiding mij mis
schien zeer gestreeld zo»i hebben. Thans ech
ter schoof ik haar vriendelijk maar haastig
op zijde met de woorden: „Vergeef mijIk
heb met dien heer daar een woord te spre
ken 1"
Met over elkander geslagen armen eu vuur
schietende oogen monsterde hij mij en vroeg:
„Wat verlangt gij, mijnheer? Maak het kort,
als ik u verzyekeu fijpgl";
„Gij moet mij terstond uit deze zaal vol
gen, mynheer Gregory!"
„Zoo.... Moet ik dat?.... Wees dan zoo goed
te wachten tot dit bal afgelopen is. Dan ben
ik bereid u niet alleen te volgen, maar o
zelfs den hals te breken. Bedenk het wel.
gij zijt hier niet op het plaveisel van een
Duitsch academie-stadje, maai'....'
„Op Californischeu bodem en in de hoe
danigheid van coustabel," v'el ik hem in de
rede. „Arniand Gregory, g'J mijn gevan
gene."
Aanvankelijk bleef Gregory stokstijf staan.
Terwijl op zijn door gloeieiideu haat ver
wrongen gelaat zich ecu Rovige woede lee-
keeude, toen ik mijne hand ter uitvoering
van mijn ambtelijken plicht op zijn arm legde,
veranderde als door een tooverslag de uit
drukking van zijne trekken op zulk een ake
lige wijze, dat zelfs Jones aarzelde den ge
vangene, gelijk hij juist van plan was, bij dun
arm té grijpen. In plaats van woede teekende
zich ontzetting, in plaats van haat natne-
looze angst in zijne Dekken. Dikke zweet-
druppelen parelden op het hooge voorhoofd.
De oogen schenen uit huune kasseu te zullen
treden.
Onwillekeurig volgde ik de richting van
zijn blik en terstond had ik de verklaring
van zyue ontroering, in eeu der geopende
HEEMSTEDE. Voor de tentoonstelling'
op 11 en 12 December 1920 in het R. K.
Vereenigingsgebouw aan den eHerenwcg]
te eHemstede, uitgaande van de Pluim
vee- en Konijnenvereeniging »De Een
dracht» te Heemstede, zijn niet minder
dan 196 nummers ingeschreven en wel
49 nummers konijnen, 37 nummers hoen
ders en 10 nummers duiven.
Onder de konijnen zijn zeer groote en
prachtige dieren aanwezig voornamelijk
bekende soorten aisLotharingers, Zwarte
Blauwe-Witte en Haaskleurige Vlaamsche
Reuzenkonijnen.
Van de middelsoort grootte zijn aanwe
zig Blauwe- en Witte Weenerkonijnen en
van de kleinere'soorten zeer fraaie Zilver-
konijnen, Blue- en Black and tans, w it
poolsche konijnen en brandneuzen.
De hoenders zijn in de kleinere soorten
sterker vertegenwoordigd dan in de groo-
tere. Kleinere soorten zijn aanwezig in
maakt melding van ernstige beschadiging van het de navolgende Zwart-Holl. kriel, Wit Ja-
Geelt acht, Harryi" nq: OHourke, die bij
de deur staande eike beweging van den vluch-
leling met zijn valkenoog gevolgd had. Blik
semsnel sprong ik ter zijde een schot
knalde een gil weerklonk en in mijne
armen ving ik de wankelende miss Roth
blond op.
Buiten vielen eenige schoten, dan vernam
den boelslag van een «aioppeerend
oaard dat spoedig door een schaar ruiters
na-'ejaagd werd. En dan weergalmde met
snelle slagen de alarmklok en buiten klonk
net herhaalde woest geroep: „Op, mannen!
Hechter Lynch roept u te wapen!"
Billy O'Rourke's stem was er duidelijk uit
te herkennen,
Inlusschen had ik de zieltogende nnss
'Rothblond op een ijlings gebrachte wollen
•deken nedergeiegd, terw.j ik haar hoofd uict
mijn arm ondersteunde. De kogel was haac
m de borst gedrongen en haar einde naderde
met rassche schreden.
Hvenals O'Rourke had ook zij het flikke
rende staal van de revolver in Gregorys
hand bemerkt, had het wapen op mij, die op
dat oogenblik alleen stond, gericht gezicu
en was voor mij gesprongen om my met üaan
lichaam te dekken.
Jtfordt vervoigu
groote ramen der balzaal vertoonde zich
Santa, die men moest hebben vergeten ti
bewaken. Zij stond op het buitenkozijn, boog
het bovenlij L' in de zaal voorover en nield
zich daarbij met de eene hand aan het boven
raam vast, terwijl zij met den vrijen arm
Gregory toewenkte; haar gezicht had hem
vermoedelijk zoo doen ontstellen. Reeds de
verschijning der squaw op het oogenblik der
onverwachte gevangenneming kou hij niet an
ders dan vei derf brengend voor zich zeiven
uitleggen. De laatste twijfel echter moest bij
hem wijken, toen Santa hem met luider stem
me in de Spaansche taal toeriep:
„Vlycht! Zonder u kwaad te willen, heb
^Nauwehjk^tïdie waarschuwing gegeven
of Gregory sprong, eer Jones oi ik het ver- -
üinderen konden^ in een oogwenk op het deken nedergeiegd, terwijl
naaste raam toe.
Geelt aent, mannen! nep ik den buiteD
geposteerdeu goudgravers toe, daar ik het zelf
niet durfde wagen in de balzaal, waarin een
geweldige opschudding heerschte, vuur te
geven, want er bevonden zich meerdere per
sonen tusschen mij en den misdadiger. Deze
had het openstaande raam bereikt zijne
lange gestalte teekende zich in de opening
daarvan tegen de builen heerscbende duis
ternis af zyue baud greep in *Ün zak.