Uit den Omtrek De Erfgename van den Goudzoeker. Wat de Pers zegt BUITENLAND Gemengd iNieuws hLUILLETON Parlementaire Kroniek DINSDAG 14 DECEMBER 1920. DE VOLKENBOHO. DE TOESTAND IN IERLAND &EMEN6DE BUITENL. BERICHTEN, Onze legerorganisatie. Bij de beraadslagingen over de wetsontwerpen lot tijdelijke afwijkingen van de militicwet en de Landstormvoorzieningen, hebben een vijftal Ka merleden van onderscheiden richting: de hecren Oud, K. ter Laan, A. P. Staalman en Duymaer van Twist zich als tegenstanders doen kennen van de plannen der regeering. Wij zullen aan hetgeen deze liecren ter be strijding dier plannen in 't midden brachten, een korte beschouwing wijden. De vrijzinnig-democratische heer Oud, of schoon een leek op militair gebied, trad tegen den Minister van Oonog in 't krijt met een eigen stelsel van landsverdediging. Laten wij hier aan stonds .aan toevoegen, dat zijn stelsel getuigde van ernstige studie dezer zoo moeilijke materie. In vele opzichteo wijkt het van dat van Minister Pop af. be grondslag van het stelsel van den beer Oud is desugemeene oefenplicht. De Minister wil deze in theorie ook wel, maar hij bereikt die slechts gedeeltelijk door de vorming van reserve- formaties naast een arnleger. Volgens den heer Oud verdeelt de Minister de persoonlijke lasten ongelijk. De 13000 man, welke het kcrnleger vormen, worden veel zwaarder belast dan de overige manschappen. Dc diensttijd wordt boven dien tot 20 jaar verlengd. In geval van oorlog zullen daardoor een groot aantal ouderen mee de spits moeten afbijten terwijL tal van jongeren thuis blijven. De heer Oud wcnscht den algcmcenen oefen plicht, bestaande in een wekelijkscbe oefening van een halven dag van 18 en 19-jarigen gedu rende de maanden October tot en met Mei. De oefenpliehtigen, die twee-jaars-cursussen hebben meegemaakt, komen in dc zomermaanden weken onder dc wapenen. Er komen volgens zijn stelsel 0 lichtingen van 40 duizend man in plaats van, zooals de Minister wil, 20 lichtingen van 13 duizend man. Verder gat hij een uiteenzetting van de indec. ling van het leger, n.l. in vier divisies, waarvoor het Rijk wordt verdeeld in vier districten. De oefenplicht wordt aangevuld met een opkomst van zes.weken in dc zomermaanden en in kam pen, waarin telkens een divisie wordt onderge bracht. Op een geheel andere leest waren dc wenschen geschoeid van den socialistischen afgevaardigde en woordvoerder over militaire aangelegenheden, den heer K. ter Laan. Het is een publiek geheim, dat de S. D. A. P, op 't oogenblik een tijd van malaise doorleeft. Daarom heeft zij ten overslaan der „bewuste" arbeiders een leus noodig die „pakt". Eertijds was die leuze: „bestrijding van het militarisme, bevordering van volksweerbaarheid, in plaats van het staande leger, onder voor waarde van belangrijke verlichting van persoon lijke en financieele lasten, beslissing van irtter- nalionale geschillen langs scheidsrechtelijken weg." Dit alles „pakt" nu niet meer en daarom heeft de S. D. A. P. het tijdelijk opgeboigene: „Geen man en geen cent," maar meer voor den dag gehaald. Dat klinkt kort en bondig en laat aan duidelijkheid niels te wenschen over. Die leus werd door den heer ter Laan verdedigd met de uitspraak, dat een in werkelijkheid, in alle op zichten volgens de moderne techniek goed uit gerust leger van een half millioen man, om finan cieele redenen voor ons absoluut onbereikbaar is, b een uitspraak die geen verstandig man als on waar zal schimpen. Hij verklaarde zich dus voor nlgcheele ontwapening. Ons land behoeft z.i. niet bang tc zijn om daartoe over te gaan, daar de siciaal-democratie zich nationaal en internatio naal op het standpunt van ontwapening heeft ge.- plaatst. Hoe de heer ter Laan dit laatste durft te beweren, begrijpen we niet. Hij weet toch even goed als iedereen, dat zijn partijgenooten in Bel gië zich als volbloed-militaristen hebben ontpopt. Ze hebben daarvoor reusachtig hooge oorlogs- credieten gestemd. En van een protest daartegen door de S. D. A. P. hebben we nooit iets ge hoord. Neen, dan koos de partijgenoot van den heer ter Laan, de heer Van Zadelhaff, beter eieren voor zijn geld. Hij verloochende zijn Belgische broeders en verwees naar de oorlogspsychose die in België nog altijd nawerkt, een verklaring, maar geen argument dat hout snijdt. Dat de heeren A. P. Staalman' en Van de Laar felle critiek op de aanhangige ontwerpen uitoe fenden, spreekt vanzelf. Die zijn voortdurend in de contramine en als ze ophielden het te wezen, 'zouden ze ook opgehouden hebben A. P. Staal man en Van de Laar te zijn. Aan groole woor den en krachttermen heeft de Christen-democra tische afgevaardigde nooit gebrek. Ook nu plaatste de heer Van de Laar weer opmerkin gen, als, ons leger zal zijn een „militaire schijn- vertooping in vredestijd en een ontzaglijk bloed bad in oorlogstijd". Hij sprak van „onze be roemde generaals, die zich in hun graf zullen omdraaien", van „Neurenberger speelgoed", al lemaal argumenten(7), waarmee hij in zijn on- noozelheid meende, een deskundig Minister van Oorlog te kunnen overbluffen, misschien zelfs te overtuigen. In tegenstelling met de efifïéfc fan den heer Van de Laar, was die van den deskundigen heer Duymaer van Twist goed gedocumenteerd. Deze verschilde met den Minister in de richting waar in de reorganisatie onzer weermacht moet ge zocht worden. Terwijl Minister Pop naar een versterking der weermacht in de diepte blijkt te streven (door vermindering van het contingent een klein kernlegcr vormen, met een reserve uit den landstorm), is de heer Duymaer van Twist van meening, dat een krachtige weermacht in de breedte moet worden gevonden, niet dus door vermindering van het contingent, doch door be perking van het verblijf onder de wapènen. Heden, Dinsdag, is de Minister aan het woord, die niet zal nalaten zijn ontwerpen zoowel tegen over zijn deskundige als ondeskundige critici met klem te verdedigen. EEN PLEIDOOI VOOR BEZUINIGING. In de „Maasb." bepleit; het lid der Twee de Kamer, Baron Van Wijnbergen, de be: noeming eener commissie, die tot taak heeft een algeheele herziening van den ganschen opzet der- huishouding van ons onderwijs. Be commissie zou, volgens pleiter, voor al uit een niet groot aantal personen moeten bestaan en haar rapport zou, uit den aard der zaak, vrij radicaal moeten wezen. „Dat daarbij de eischen, te stellen door de deugdelijkheid van ons onder wijs niet mogen worden uit het oog verloren, spreekt wel van zelf. Van den anderen kant worde echter niet vergeten, dat we nu eenmaal niet leven in een luxen tijd, terwijl ook vermoede lijk de ervaring, zal leeren, dat som mige zaken, die men voor goed onder wijs beslist noodzakelijk achtte, zeer wel kunnen worden gemist en wel zonder eenig nadeel, soms zelfs tot voordeel. Men bedenke maar eens, dat' vóór den oorlog verscheidene personen, zoo dra Asch-Woensdag naderde den dokter ontboden om te overleggen, boe ze ban delen zouden, overtuigd, dat, onderhiel den zij de Vasten, ze vermoedelijk Pa- sche-n niet zouden halen. En wat heb ben wij zien gebeuren? Busdanigen heb ben de tijdens de oorlogsjaren opge legde veel talrijker Staarsvastendagen, waarvoor nu eenmaal geen dispensatie te bekomen was, wèl moeten onderhou den, met de voor verscheidenen ver rassende uitkomst, dat het niet alleen geen schade toebracht, maar zelfs voor een goede gezondheid bevorderlijk was. Zóó zal h,et, naar wij meenen, ook gaan met verschillende zaken, die men vast geloofde wijl de een den an der napraatte dat niét zouden.kun nen worden gemist zonder de deugde lijkheid van ons onderwijs te schaden." Wordt niet gestreefd naar vérgaande bezuiniging door min kostbaren opzet van ganseh, ons onderwijsstelsel, dan vree zen- wij, dat allerLei kleinere bezuinigingen worden aangebracht, waardoor wél de ont wikkeling van ons onderwijs zal worden geschaad, Be heer Van Wijnbergen zegt aan het slot van zijn betoog: „Indien wij toch, in de pas verschenen Memorie van Antwoord op Hoofdstuk Va der Staatsbegrooting lezen, dat aan verschillende nijverheids-, teeken- of huishoudscholen het aangevraagd, zoo noodige subsidie blijft onthouden, wijl toestand van lands financiën niet toe laat het te verleenen dan is dat 'n be zuiniging die ons, minder aanbevelens waardig lijkt. En waar wij vreezen, dat, blijft die bezuinigingsmebhode gevolgd, op tal van plaatsen zal worden ischade geleden, her halen wij met aandrang ons verzoek tot de Üegeering; dat zij, na degelijk ingesteld onderzoek, bevordere, dat op terrein van het onderwijs alle onnutte overtollige uitgaven worden vermeden, Overtuigd houden wij ons, dat bij een alsdan verkregen zuinigen opzet van ons onderwijsstelsel het werkelijk noo- dige ook overal zal kunnen beschikbaar gesteld, en niet meer gelijk tli,ans vaak zal behoeven te worden gewei gerd." De houding van Argentinië. Nadat een Ministerraad was gehouden, is aan den heer Pueyredon (eerste gedelegeerde van Argentinië bij de Vergadering van den Volken bond), een telegram gezonden, waarin zijn hou ding in de Volkenbondsvergadering wordt goed gekeurd. Een Pan-Amerikaansche beweging? De „Evening Stand." weet uit diplomatieke neerde gisterenmorgen, dat de directeuren van bron mede te deeleD, dat Argentinië's uittreden uit den Volkenbond slechts de eerste stap is van een plan om alle Amerikaansche staten buiten dcii Bond te krijgen. Er is een beweging gaande van een Pan-Amerikaansche combinatie, waar in de Vereenigde Staten de „oudste broeder" is. Washington doet pogingen om de betrekkingen met de Zuid-Amerikaansche republieken te verbe teren, allereerst op politiek terrein en dan ook ten opzichte van economische betrekkingen en wederzijdsclie prcferentieele rechten. Gisteren werd door Madsk (democraat) in den Senaat te Washington een motie ingediend om president Wilson te verzoeken, Amerikaansche vertegenwoordigers te benoemen, om te vergade ren met de Volkenbond-commissie voor de ont wapening. Na eenige discussie werd de motie ver wezen naar de commissie voor de builenlandsche betrekkingen. Het was voor het eerst in deze zitting, dat in den Senaat de Volkenbond genoemd werd. HET ANTWOORD VAN DUITSCIILAND OP DE ENTENTE-NOTA OVER HET PLEBIS CIET IN OPPER SILEZIE. De Berlijnschc pers publiceerde gisterenavond het antwoord van de Duitsche regeering op de nota der geallieerden inzake de volksstemming in Opper-Silczië. De Duitsche nota werd Zater dag den Engelschen premier overhandigd. Ze is in zeer beleefde termen gesteld en er wordt o.a. in beloogd, dat het vredesverdrag Duitschland het recht geeft te eischen, dat de volksstemming in Opper-Silezië vrij, geheim én onbeinvioed zal geschieden, en dat elk verschil in behandeling van inwoners van Opper-Silezië en buiten Opper- Siiezië wonende stemgerechtigden reeds van tc voren is uitgesloten. Dit kan slechts worden be reikt als de stemming een geheel vormt, waar voor trouwens ook de Raad van Gezanten bij de volksstemming in Sleeswijk en Oost- en West- Pruisen, evenals de geallieerde regeeringen in haar nota van 30 November zijn opgekomen. De Duitsche regeering efkent gaarne de goede bedoeling der geallieerden om ongeregeldheden tijdens het plebisciet in Opper-Silezië te voorko men en weet ook de groote verantwoordelijkheid die de geallieerde regeeriugen op zich hebben genomen met de taak, een vrije en onbeinvloede stemming te waarborgen, naar waarde te schat ten. De Duitsche regcering wordt geleid door hel slreven, den geallieerden hun taak te verlichten, als zij voorstelt om de in de nota van 30 No vember opgeworpen problemen aan een nieuw zakelijk onderzoek te onderwerpen. De Duitsche nota wijst daarna op de groote technische moeilijkheden, die het voorstel der geallieerden meebrengt en spreekt twijfel uil aan de mogelijkheid, dat bij een gescheiden stem ming het principe der geheimhouding niet zal worden geschonden. De Duitsche regeering ver klaart ten slotte, dat zij in een mondelinge uit eenzetting wellicht kans zou zien haar houding ten aanzien van de in de nota opgeworpen kwes ties te bepalen, en zij stelt daarom voor, zoo spoedig mogelijk een bespreking te doen houden van de vertegenwoordigers der regceringen, van welke het voorstel is uitgegaan. De Duitselie re geering verzoekt daarom den Engelschen pre mier dit verzoek ook aan de Fransche en Itali- aansche regeeringen over te brengen. HEEFT FRANKRIJK AFGEZIEN VAN DE LEVERING DER MELKKOEIEN? Op den partijdag van het Pruisische cen trum, die dezer dagen te Berlijn wordt ge houden, deelde Zondag de afgevaardigde Gro- nowsky onder groote beweging mede, dat de Franschen van de verdere levering der Duil- sche melkkoeien hadden afgezien. Hij zeide: „Ook de Franschen schijnen thans meer dan vroeger voor persoonlijke invloeden vatbaar te zijn. Frankrijk heeft van de levering van het grootste deel der koeien afgezien, en wellicht heeft hierop reeds het wereldgeweten invloed gehad." Als Gronowsky zich nu maar niet vergistl TEGEN SLUIKHANDEL EN WOEKER. Het Openbaar Ministerie te Berlijn pakl de restaurants en hotels, waarin naar zijn overtui ging de voorschriften tegen den sluikhandel en den woeker worden overtreden, heel krachtig aan. Eerst is het begonen met dc actie tegen de groote ondernemingen, geëxploiteerd door de „Hotelbetriebs-Aktiengeselischafl" Central- Hotel, Bristol-Hotel, Bauer, Kranzler de restau rants van den dierentuin en den Rjjksdag djaarna legen liet Eden-hotel, waarvan de ver oordeelde directeur inmiddels naar Zwitser land is gevlucht. Thans heeft de officier van justitie den directeur van het bekende Kranz- ler-etablissement hoek Friedriclistrasse en Unter den Linden doen arresteeren, omdat hij ook hem verdacht van sluikhandel en woe ker. Hierop heeit de directie van de „Hotel Be- Irieb-Aktiengeseiiscliaft" meegedeeld, dat zij on middellijk het restaurantbedrijf in al haar on dernemingen heeft gesloten. Zij ziet geen kans controle uit te oefenen of alle voorschriften door haar personeel nauwgezet worden opge volgd. De hotelgasten kunnen alleen het ont bijt krijgen. Helaas is het hierbij niet gebleven. De Ber- lijnsche correspondent van het „Hbl." telefo- alle groote hotel- ën restauraliebedrijven tc Berlijn gisteren besloten hebben, alle keuken en restaurantbedrijven op zijn laatst Woensdag te sluiten. Nog krachtiger dan het O. M. te Berlijn treedt zijn college te Leipzig op, niet tegen de restauraliebedrijven, doch tegen de eigenaars van groote graaniirma's. Van communistische zijde was legen een graanfirma te Freiburg in Saksen een aan klacht ingediend, wegens overtreding van dc be palingen op den graanhandel. Gewezen beamb ten van deze firma klaagden haar tevens aan wegens woeker. De eigenaar en de procuratie houder werden in Augustus gearresteerd en zijn nog steeds in preventieve hechtenis. Het Open baar Ministerie ging alle handelsrelaties van deze firma na en constateerde, dat deze bui tengewoon groot waren, dat de belrekkingen zich uitstrekten tot bijna alle graanfirma's van eenig belang in Duitschland. De officier van justitie besloot toen ook deze firma's niet met rust Ie laten. Er werd niet alleen allerwege huiszoeking gedaan in de bureaux, doch ook in de particuliere woningen. In Leipzig alleen werden lien graanhandelaren gevangen geno men, die later op vrije voeten werden gesteld tegen borgstelling, wisselende van 300.000 tot 100.000 mark. De opwinding aan de graanmarkt was bui tengewoon groot. Er heerschte een doodsche stilte, omdat geen mensch meer zaken durfde doen. Het verbond van groothandelaars in graan in Saksen zal een beweging tegen dit optreden op touw zetten, wit eerst zich beklagen bjj het mi nisterie van justitie en alle andere firma's van de goederenmarkt in dit protest betrekken. Het O. M. zegt men, is grootere knoeierijen op het spoor gekomen in zake de levering van haver naar het buitenland. En zijn streng- op treden moet in de eerste plaats toegeschreven worden aan een poging om te voorkomen dat belastend materiaal verdonkeremaand wordt. Ernstige brand in Cork. Een groot deel van het centrum van Cork is Zaterdagnacht afgebrand. Het gemeentehuis, de Carnegie-bibliotheek, een bioscoop, een schouw burg en talrijke winkels en particuliere woningen zijn verwoest. Het vuur ging vergezeld van bom ontploffingen en schieten. Gemeld wordt dat de bevolking door een paniek is aangegrepen. Vóór den brand werden buiten de stad mili tairen overvallen. Er zijn vele dooden. De schade in Cork wordt ruw gesehat op 2X millioen pond, hoewel sommige bladen spreken van vijftig verwoeste gebouwen en 7 millioen p.st schade. Gemeld wordt dat bij het nachtelijke schieten 2 menschen gedood en 14 gewond werden. Reuter meldt, dat Cork Zondag, na den ver- schrikkelijkcn nacht, een schouwspel opleverde, dat slechts te vergelijken viel met een stad in Vlaanderen na een Duitsch bombardement. De branden woedden den heelen dag voort in de sousterrains der gioote^nagazijnen, ondanks de pogingen der brandweer, hoewel die met mannen uit Dublin versterkt was. De stilte in de wijk waar de brand woedde, werd slechts verbroken door rondrijdende motor- lorries cn het omvallen van muren. Toen de avond viel, trokken sterke patrouilles door de straten met orders om na waarschuwing te schieten op ieder die op roof uit was en om samenscholingen tegen te gaan. Verhuizers waren den lieelen dag bezig met het wegbrengen van huisraad uit de bedreigde wijk, terwijl houderden vluchtten naar naburige steden. Volgens de jongste schatting zijn totaal 140 huizen verwoest. Tweeduizend winkelbedien den zijn werkloos geworden, De bisschop heelt plechtig in de kathedraal verklaard, dat iedereen de H. Communie moest worden geweigerd, die in verband stond met overvallen op militairen. DE FRANSCHEN IN SYRlë. 'Onlangs is in Syrië, veertig mijlen ten zuid oosten van Latakia, een gevecht geleverd tus- schen een Fransche afdeeling, die over geschut en mitrailleurs beschikte en een vijandelijke strijdmacht, komende uit hel door de Turken be zette gebied ten noorden van de linie Adana- Ainlab. Het gevecht eindigde ten voordeeic van de Turken. De Franschen verloren twintig doodcu en vele gevangenen. Een officieelc be vestiging is nog niet ontvangen. TERUGKEER TOT HET NORMALE LEVEN. Dezer dagen moet de Parijsche gemeenteraad beslissen over de ai of niet handhaving van de gemeente winkels-Vilgrafn. Naar aanleiding daar van lioudt het „Journal des Débats" een krach tig beloog voor den terugkeer tot het normale economische leven: het oogenblik is gekomen, meent het blad, om handel en industrie de vol ledige vrijheid terug te geven. Eindelijk moeten al die staatslichamen, welke de laatste zes jaar in het leven zijn geroepen, hun kunstmatig bestaan eindigen. Zij hebben hun plicht gedaan. Staat zoowel als gemeente moeien terugkeeren tot hun gewone taak en de wet van vraag en aanbod nu verder aan het woord laten. Een Reuter-telegram uit Tokio d.d. 9 Dec. marine-station van Kure, terwijl negen en twintig schepen, geladen met ijzer en steenkool, gezonken zijn. Door een aardverschuiving zijn verscheiden 12 inch-kanonnen uit een kanonnenloods in zee terecht gekomen. De schade wordt op een half- millioen yen geraamd. Uit het telegram is niet op te maken, wat de eigenlijke oorzaak was. „L'Oeuvre" deelt mede, dat voor een vaca ture in een Fransche rechtbank, zich slechts 18 candidaten opgaven. Reden: het lage honorarium. Er zijn ambtena ren bij het Openbare Ministerie die minder ver dienen dan een hoofdcipier bij de gevangenis. De „Tribuna" verklaart, dat van de 4000 man marinepersoneel, hetwelk Frame blokkeert, slechts een honderdtal is gedeserteerd. Koning Konslantijn zal, naar uit Luzern wordt gemeld, heden, Dinsdag met den gewonen trein naar Venetië Zwitserland verlaten. Van Venetië zal hij dadelijk met een Grieksch stoom schip naar Athene vertrekken. De door het Duitsche rijksministerie van financiën aangestelde zuinigheids-comnussarU, dr. Karl, wil zijn ontslag nemen. Als reden wordt opgegeven, dat Karl niet eens in het ministerie van financiën dot steun ondervindt, dien hij voor het slagen van zijn opdracht onvoorwaardelijk noodig heeft. DE SPOORWEG-MiSèRE EN DE PERS. Zaterdagmorgen moesten de Noordelijke pro vincies het doen zonder de Holiandsche Ochtend bladen. Wèl kwam de trein met de noodige ver traging, maar ochtendbladen ontbraken. Op na vraag werd geantwoord, dat men te Utrecht de aansluiting gemist had. DE BRAND IN HET PERSBUREAU VAZ DIAS. Omtrent dezen ernstigen brand te Amsterdam, vernemen we nog de volgende bijzonderheden: Om half twaalf Zaterdagavond zagen de buren van het Persbureau Vaz Dias, gevestigd op het Singel 91, op de derde verdieping van dit perceel vlammen. Dadelijk werd de brandweer gewaar schuwd, doch juist toen de wagens aanreden, sloegen de vlammen naar buiten, en even later ook het dak uit. Op de derde verdieping is de financieele redactie cn hel archief gevestigd. Het vele papier daar aanwezig, gaf het vuur veel voedsel, zoodat spoedig ook de zolderverdieping, waar de kamer is voor de draadlooze telegrafie het bureau krijgt zijn berichten ook door mid del der radio-telegrafie in vlam stond. Tot op grooten afstand was de roode gloed boven dit stadsdeel zichtbaar en aanvankelijk liep het ge rucht, dat de groote sigarenfabriek van Justus van Maurik in de Spuistraat er vlak achter gele gen, in brand stond. Dc brandweer was met veel materieel uitge rukt, en behalve eenige vechtkranen. is water gegeven door een stoomspuit, die op het Singel stond te werken, terwijl de brandweermannen van den hoogen Magirus-Jadder ook massa's water in het brandende perceel wierpen. Zoo kon de brand beperkt blijven tot de financieele afdee ling en de kamer der dradlooze telegrafie, waar van de mast ook in vlammen opging. De andere verdiepingen, waar de directie en redactie haar kamers heeft en de afdeeling pers-uitknipsels, kregen veel waterschade. De oorzaak van den brand is tot dusver on bekend. Zaterdagavond bevindt zich na half elf niemand meer op dit bureau. f De schade aan het Persbureau Vaz Dias toe gebracht is belangrijk. Plotselinge dood. Toen Vrijdagnamiddag de bakker R. Blommers te Roosendaal (N. B.) aan bet SL Jozefs-Missiehuis aldaar een bestel ling boodschappen had afgegeven en van de Eerw. zusterw een nieuwe bestelling ha„d opge kregen, bukte hij om zijn mandje op te nemen teneinde zijn weg te vervolgen. Bij het bukken echter zakte hij plotseling ineen, waarom hij naar binnen werd gedragen. Door den directeur van het Missiehuis, father v. d. Deysel werd hem nog het H. Oliesel toegediend, waarop kort daarna de dood intrad. 2/. Dat was eeue beslissing, die blijkbaar wei nig bijval vond: er moest echter aan gehoor zaamd worden. „Een strop, waaraan men den kerel kan laten beugelen zoodra men naar Colura opgebroken i,s, draagt ieder aan den zadelknop, bromde O'Rourke oproerig, ter wijl hij en de overige mijnwerkers, die den schat tot bedekking verstrekt hadden, zien als hulp-constaneis met mij naar het hotel begaven. Men kon dan eene of andere ge schiedenis van „een overval door vermomde lynchers of iets dergelijks opdisschen, welker Vinding nij aan schranderder koppen dan het Zijne moest overlaten qp niet alleen zouden alle eerlijke lieden er zich over verheugen dat een schurk gehangen was; neen, ook het graai schap zouden daardoor niet onaanzien lijke kosten bespaard blijven. Wy waren bij het hotel aangekomen. De deuren van de gelijkvloers gelegen balzaal Monden wagenwjid open, om de zachte, koele nachtlucht binnen te laten. Bij twee der deu ren plaatste ik een dubbele wacht met last Gregory neder te schieten, indien hij poogde te ontvluchten. Door de derde deur trak ik met Jones, O'Rourke ,en Moore binnen; de beide laatsten bleven bij de deur de wacht houden. Door Jones gevolgd, trad ik o.p Gregory toe, dien ik terstond bemerkt had. Hij was blijk baar in een druk onderhoud met miss Roth- blond verdiept en had geen vermoeden van het boven zijn hootd zwevend verderf. De zoekende oogen zijner geenszins opmerkzame toehoorders hadden my bemerkt, toen ik met Jones door de hier en daar staande groepjes vernitte dansers op het paar toe- irad. Miss Rothblond was opgesprongen en kwam mij met zulk een onverholen vreugde te gemoel, dat ouder gewone omstandigheden de door de nicht van mijn patroon mij zoo openlijk betoonde onderscheiding mij mis schien zeer gestreeld zo»i hebben. Thans ech ter schoof ik haar vriendelijk maar haastig op zijde met de woorden: „Vergeef mijIk heb met dien heer daar een woord te spre ken 1" Met over elkander geslagen armen eu vuur schietende oogen monsterde hij mij en vroeg: „Wat verlangt gij, mijnheer? Maak het kort, als ik u verzyekeu fijpgl"; „Gij moet mij terstond uit deze zaal vol gen, mynheer Gregory!" „Zoo.... Moet ik dat?.... Wees dan zoo goed te wachten tot dit bal afgelopen is. Dan ben ik bereid u niet alleen te volgen, maar o zelfs den hals te breken. Bedenk het wel. gij zijt hier niet op het plaveisel van een Duitsch academie-stadje, maai'....' „Op Californischeu bodem en in de hoe danigheid van coustabel," v'el ik hem in de rede. „Arniand Gregory, g'J mijn gevan gene." Aanvankelijk bleef Gregory stokstijf staan. Terwijl op zijn door gloeieiideu haat ver wrongen gelaat zich ecu Rovige woede lee- keeude, toen ik mijne hand ter uitvoering van mijn ambtelijken plicht op zijn arm legde, veranderde als door een tooverslag de uit drukking van zijne trekken op zulk een ake lige wijze, dat zelfs Jones aarzelde den ge vangene, gelijk hij juist van plan was, bij dun arm té grijpen. In plaats van woede teekende zich ontzetting, in plaats van haat natne- looze angst in zijne Dekken. Dikke zweet- druppelen parelden op het hooge voorhoofd. De oogen schenen uit huune kasseu te zullen treden. Onwillekeurig volgde ik de richting van zijn blik en terstond had ik de verklaring van zyue ontroering, in eeu der geopende HEEMSTEDE. Voor de tentoonstelling' op 11 en 12 December 1920 in het R. K. Vereenigingsgebouw aan den eHerenwcg] te eHemstede, uitgaande van de Pluim vee- en Konijnenvereeniging »De Een dracht» te Heemstede, zijn niet minder dan 196 nummers ingeschreven en wel 49 nummers konijnen, 37 nummers hoen ders en 10 nummers duiven. Onder de konijnen zijn zeer groote en prachtige dieren aanwezig voornamelijk bekende soorten aisLotharingers, Zwarte Blauwe-Witte en Haaskleurige Vlaamsche Reuzenkonijnen. Van de middelsoort grootte zijn aanwe zig Blauwe- en Witte Weenerkonijnen en van de kleinere'soorten zeer fraaie Zilver- konijnen, Blue- en Black and tans, w it poolsche konijnen en brandneuzen. De hoenders zijn in de kleinere soorten sterker vertegenwoordigd dan in de groo- tere. Kleinere soorten zijn aanwezig in maakt melding van ernstige beschadiging van het de navolgende Zwart-Holl. kriel, Wit Ja- Geelt acht, Harryi" nq: OHourke, die bij de deur staande eike beweging van den vluch- leling met zijn valkenoog gevolgd had. Blik semsnel sprong ik ter zijde een schot knalde een gil weerklonk en in mijne armen ving ik de wankelende miss Roth blond op. Buiten vielen eenige schoten, dan vernam den boelslag van een «aioppeerend oaard dat spoedig door een schaar ruiters na-'ejaagd werd. En dan weergalmde met snelle slagen de alarmklok en buiten klonk net herhaalde woest geroep: „Op, mannen! Hechter Lynch roept u te wapen!" Billy O'Rourke's stem was er duidelijk uit te herkennen, Inlusschen had ik de zieltogende nnss 'Rothblond op een ijlings gebrachte wollen •deken nedergeiegd, terw.j ik haar hoofd uict mijn arm ondersteunde. De kogel was haac m de borst gedrongen en haar einde naderde met rassche schreden. Hvenals O'Rourke had ook zij het flikke rende staal van de revolver in Gregorys hand bemerkt, had het wapen op mij, die op dat oogenblik alleen stond, gericht gezicu en was voor mij gesprongen om my met üaan lichaam te dekken. Jtfordt vervoigu groote ramen der balzaal vertoonde zich Santa, die men moest hebben vergeten ti bewaken. Zij stond op het buitenkozijn, boog het bovenlij L' in de zaal voorover en nield zich daarbij met de eene hand aan het boven raam vast, terwijl zij met den vrijen arm Gregory toewenkte; haar gezicht had hem vermoedelijk zoo doen ontstellen. Reeds de verschijning der squaw op het oogenblik der onverwachte gevangenneming kou hij niet an ders dan vei derf brengend voor zich zeiven uitleggen. De laatste twijfel echter moest bij hem wijken, toen Santa hem met luider stem me in de Spaansche taal toeriep: „Vlycht! Zonder u kwaad te willen, heb ^Nauwehjk^tïdie waarschuwing gegeven of Gregory sprong, eer Jones oi ik het ver- - üinderen konden^ in een oogwenk op het deken nedergeiegd, terwijl naaste raam toe. Geelt aent, mannen! nep ik den buiteD geposteerdeu goudgravers toe, daar ik het zelf niet durfde wagen in de balzaal, waarin een geweldige opschudding heerschte, vuur te geven, want er bevonden zich meerdere per sonen tusschen mij en den misdadiger. Deze had het openstaande raam bereikt zijne lange gestalte teekende zich in de opening daarvan tegen de builen heerscbende duis ternis af zyue baud greep in *Ün zak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5