Wat de Pers zegt BUITENLAND Handel en Nijverheid PLU ILLbTUJN De weneryevunuen dochter MAANDAG 20 DECEMBER 1920. Men zal van zekere zyde wellicht op- merKen: hier in die overeenkomst is geen sprake van vestiging enkel en alleen van reizen naar bedoelde plaatsen. Leze opmerking beantwoordt het Ro-t- teiöamsche orgaan als volgt:: „Wel degelijk is bedoeld vrijheid .van vestiging te verleenen. Zulks blijkt overduidelijk uit het einde van de eerste alinea van No. II. Daarin gaat het over de vrijheid om zich te „kunnen bege- .ven naar Borneo." Loch daar is dan ide beperking bijgevoegd: „maar zich niet vestigen langs de rivieren enz." Het woord begeven omsluit dus ,voor al het overige gedeelte volledige vrij heid van vestigen; dit blijkt de be doeling der contractanten te zijn. Wel nu, diezelfde term wordt gebruikt om de reenten oer Katholieke Priesters ten opzich,te van „Amboina en de andere houl dp laats en der Molukken" te om schrijven, Maar hier wordt dan geen enkele beperkende bepaling omtrent de vestiging toegevoegd." Haar betoog samenvattend, komt de „Maasb." tot de volgende sio-tsom: „Ge Katholieke priester is wettelijk ge heel en al vrij zich op Ambon en de overige hoofdplaatsen der Molukken te resügen, en wil de Regeering zich niet schuldig maken aan contractbreuk, dan zy mrmr te wnSfe». Haf Se eeramaal' toegestane vrijheid van beweging en .ves tiging gehandhaafd blijve. Wellicht zal een der Kamerleden wel de gelegenheid vinden om in de eerst volgende dagen dit onder de aandacht van den Minister van Koloniën te bren gen en van hem de toezegging verkrij gen, dat deze punten der overeenkomst oyaal zullen worden uitgevoerd. DE TOESTAND IN IERLAND ÜTVERGADERING VAN OEN VOLKENBOND De mandaten. Eat plaTmfc vent TfuItscTdanl. GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN, J (Wfiitft qpTOlgd.} MET WELK RECHT? Ei- is in den la-atsten tijd nog al eens geselu-cveri en gesproken over de kren kende behandeling der Katholieken in Oostrlndië. En nog onlangs is geh.eel in het bijzonder ter sprake gekomen de ty ra unieke uitoefening van li;et Staatsgezag op de buitenbezittingen, waardoor een Prelaat, een Kerkvorst van Indië, ge dwongen wordt, ver van de hoofdplaats van zijn Vicariaat verwijderd, op een af gelegen eiland zich te vestigen. We konden onze cogen niet geloovcn toen we dit lazen, zegt de „Maasb." „Wie zou het ook durven denken, dat nu nog in 1920 zulke draconische bepalingen van tyrannieke willekeur mogelijk zijn tegenover Éederlandschp ónuera^nen, die door den Opperherder van Rome gezonden werden! .a.ile ivainuiieJcen zijn er van over tuigd, dat de Staat feitelijk geheel en ai onbevoegd is en onmachtig om den Katholieken Priester dergelijke ver bodsbepalingen op te leggen. Maar de vraag is in ons opgekomen is de indische negeering wel wettelijk bevoegd een dergelijk verbod uit te vaardigen? is speciaal wat Borneo en de hoofdplaatsen der Moiukke-n betreft, niet sinds lang door de Rederlandsche Rcgeeriug vryneid van beweging toege staan aan den Katholieken Priester?' Leze vraag meent de „Maasb." met de meeste beslistheid bevestigend te kun nen beantwoorden. Let blad licht zijn meening nader toe „Laar bestaat immers nog altijd de overeenkomst gesloten in 1847 tusschpn het Lof van no me en de Nederland- sche itegeeriug. En in den ofiicieelen tekst vau de „Nota der punten betref fende de itoomsch-Katholieke kerkaan ge.egeniieden in Nederlandsen Indië, waaromtrent de Minister van Koloniën met uen zaa-Kgeiastigde van den Hei ligen stoei is overeengekomen," lezen wij onuer no. H: „m zuilen naar nederlandsch Indië zoo veie R. K. Geestelijken kunnen worden uitgezonden, als door het Geestelijk ge zag zal worden noodig ge ach,t. deze geestelijken zullen zich kunnen bege ven naar Borneoj maar zich niet ves tigen langs de rivieren, alwaar reeds andere zendelingen gevestigd zijn. Gok zai het hun onverlet blijven zich naar Amooina en de andere hoofdplaat sen der Molukken, als ook naar M ai-tas sar te begeven, om er hunnen dienst te Vemcnfcen." r^eze overeenkomst is ook nu nog in 192U van kracht. En krachtens deze bepalingen is de Koomsch Katholieke Priester geheel en al vrij zich te ves tigen op „Amooina en de andere iwold- pktateen der AlolukUen." Het zou dus eenvoudig woordbreuk zijn der Regee- ring, inuien een barer ambtenaren in haar naam zich tegen dergelijke vesti ging durfde te verzetten." De hinderlagen. Officieel wordl bekend gemaakt, dat twee mili taire vrachtauto's in een hinderlaag zijn gevallen tusschen Mitehelstown (graafschap Cork) «nGal- bally. Twee soldaten zijn gedood en twee ge wond. De auto's zijn verbrand. Een politiepatrouille is in een hinderlaag ge vallen bij Swanlinbar (graafschap Cavanc), op den avond van 17 December. Een polilie-agen is dood geschoten, en twee zijn gewond. Een niet ontplofte bom van de zelfde soort als die, welke zijn ontdekt in de bommenfa- briek te Dublin, waar den llden een raki op werd uitgevoerd, werd gisteren opgeraapt op Merrion Square, dc meest gedistingeerde woon wijk van Dublin. Een strijdkracht uit militairen en politie be staande heeft den voorraad van een munitie- bergplaats der opstandelingen te Teniplemore in beslag genomen. De voorraad bestond uit revol vers, kruit, geligniet en 1500 schoten munitie. Dc militaire enquête naar de branden en plunderingen te Cork is iu dc kazerne aldaar ge opend. De handelingen zijn strikt geheim. De gc meeuteraad van Cork beeft zijn leden opgedra gen om niet deel te nemen aan dc militaire enquête. Het wekclijksch communiqué over den toe stand in Ierland deelt mede, dat in de week, die op }1 December geëindigd is, 27 misdaden van Sinn Fein zijn vermeld. De vermeerde ring van 20, vergeleken bij de vorige week, is hoofdzakelijk te wijten aan plunderingen van de post. Het aantal misdrijven tegen de politic is gedaald van 17 dooden en 3 gewonden tot 1 doode en 12 gewonden, terwijl die tegen dc mili tairen zijn 1 doode en 4 gewonden. Er zijn thans meer dan 500 personen in kampen geïnterneerd. Het volgende is de statistiek van dc misdrijven over het tijdperk van 1 Januari tot 11 December: rechtbanken vernield: 69, politic-kazernes ver nield 531, beschadigd: 170, aanvallen op 'dc post: 905, polilieinannen gedood: 169, gewond: 245, militairen gedood: 52, gewond: 108. Dc bedreiging met den ban van den bisschop van Cork tegen hen, die deelnemen aan de wandaden, werd uilgesproken op 11 December zoodat de invloed daarvau nog niet blijkt in de bovenstaande cijfers. Tegen de wraaknemingen, Mac Ready, de opperbevelhebber der troepen in Ierland, heeft een proclamatie uitgevaardigd, waarbij straf bedreigd wordt tegen Engelsche troepen in streken, waar de krijgswet is afge kondigd, als zij zich vergrijpen tegen den per soon of den eigendom van leren, behalve wan neer dit redelijk of noodig is om de orde te herstellen. Een antwoord van den Bisschop van Cork. Als antwoord op een telegram van hèt Ameri- kaansch Verbond voor de erkenning van de Ier? sche republiek, waarin werd verklaard, dat bij het recht niet had „om Ieren in den ban tc doen, Wegens het verdedigen van hun vaderland", heeft de Katholieke bisschop van Cork geseind: Onzin. Als gij komt met een leger, dat in staat is om den vijand tc bevechten en de zwak ken en onbeschermden tc verdedigen, zal ik als geestelijke dienst doen. Het it schandelijk van u om hinderlagen te leggen, die politiek geen goed doen en de levens van weerloozen bloot stellen aan het gevaar van moord en weerwraak, en dc huizen van stad en lan d aan verwoesting De vernieling van Cork is het gevolg van uw politiek." Nieuwe leden. De vergadering heeft thans de toelatinsverzoe- ken behandeld. Portugal, Italië, Perzië, Colom bia en Paraguay waren de staten die iedere aan vraag gunstig beantwoordden. Lord Robert Cecil en Nansen namen een tusschenstandpunt in en bepleitten bijvoorbeeld de toelating van Georgië, ofschoon zij tegen toelating der Oostzee-landen waren. Nederland sloot zich b\j de afwijzende meerderheid aan. Toegelaten zijn Oostenrijk, Bulgarije, Luxem burg, Finland, Costa Rica en Albanië, alle an dere aanvragen zijn afgewezen. Dc Volkenbondsraad heeft een onderzoek in gesteld naar de ontwerp-mandaten, welke enkele bondsleden aan den Raad hebben voorgelegd, betreffende Samoa (toegewezen aan Nieuw-Zce- land), Nieuw-Guinea en andere eilanden ten Zuiden van den evenaar (toegewezen aan Aus tralië), Nauroe (toegewezen aan Engeland), het vroeger Duitsch-West Afrika (toegewezen aan Zuid-Afrika) en de eilanden in de Stille Zuidzee (toegewezen aan Japan). Motte, de Zwitsersclie president heeft in een onderhoud met den vertegenwoordiger van de D. Allgem. Ztg. te Genève zijn waardeering be tuigd over Duitschland's gereserveerde houding jegens den Volkenbond. Het heeft daarmee den wereldvrede een dienst bewezen, omdat een on verwijlde aanvraag om toelating tot den Bond stellig tot groote spanning zou hebben geleid. Zwitserland is overigens een groot voorstander van een alle. souvereine staten omvattenden Vol kenbond, i Slotzitting. In de slotzitting van de vergadering van den Volkenbond te Genève heeft Wellington Koo (China) zich Zaterdag hel roMtf voorbehouden om later bij den Volkenbond verschillende vraag stukken aanhangig te maken, die roor China van levensbelang zijn en betrekking hebben op de in ternationale verhoudingen in den raad, de man daten-commissie en de voorwaarden voor de mandaten. Daarop bracht de commissie voor Armenië verslag uit over het Vrijdag naar haar verwezen voorstel De vergadering nam een voorstel aan van Viviani (Frankrijk), dat luidde: De vergade ring, onder verwijzing naar haar besluit van 22 November, blijft in samenwerking met den raad, die belast is met het toezicht op het lot van Ar menië, zich dit aantrekken en zal zoo noodig een beroep doen op haar leden; ten --oordcele van Armenië, met welk land verschcidenen op ver zoek van den bond reeds hun sympathie hebben betuigd, zooals president Wilson, Spanje en Bra zilië. De raad zal ook het voorstel van Roemenië, nopens militaire tusscheakomst tn Armenië in studie nemen. Hiermee was het werk van de eerste volken bondsbijeenkomst geëindigd. Hymans, de voor zitter, verklaarde in zyn antwoord, dat de verga dering zoo verstandig was geweest om niet dade lijk wijziging in het bondsverdrag te brengen. Zes nieuwe staten werden toegelaten. Er zqn technische lichamen ingesteld om een eind tc maken aan den economisehen warboel, evenals een raadgevende commissie en een verkeerseom- missie. De vergadering bereidde den strijd tegen de typhus voor. Uit alle hoeken der wereld kwa men afgevaardigden op de vergadering finan- cieclen steun daarvoor aanbieden en gaven zoo een prachtig voorbeeld van menschlievcnde eens gezindheid. Om den grootsten geesel der wereld, den oor log, te bezweren, zocht dc vergadering langen tijd naar deugdelijke middelen. Voor het verzekeren van het economische dwangmiddel besloot zij een internationale blokkadecommissie in te stel len. Inzake het ontwapeningsvraagstuk gaf dc vergadering toe, dat liet thans niet mogelijk Is dit ideaal te verwezenlijken. Sommige volken zijn verplicht maatregelen te nemen, maar niette min leeft het ideaal in alle harten. Niemand ver langt meer naar vrede, dan zij op wien het roem rijk noodlot den plicht legde om te strijden voor hel recht en de vrijheid der wereld. Uil' DE FRANSCIIE KAMER De crisis aan Oorlog. In de Kamer licefl Leygues, de minister-presi dent, een vraag van de Castelnau omtrent het ontslag van den minister van oorlog beantwoor dend, gezegd, dat er in dit verband geen onrust in het land mocht blijven bestaan. Levèvre, zei- de dc minister-president, is afgetreden naar aan leiding van den duur van den dienstplicht. Ley- gues wilde niet in een beschouwing treden van de bezwaren van Lefèvre, maar wees er op, dat de militaire wetsontwerpen 's lands defensie niet in gevaar kunnen brengen, want zij zijn goedge keurd door de liooge militaire autoriteiten. Duitschland is niet geheel en al ontwapend, maar het is op weg naar de ontwapening. Het heeft uitgeleverd of vernietigd 58.000 kanonnen; 116.000 machinegeweren; 149.000 loopen van ma chinegeweren; vijf millioen geweren. Duitschland moet zijn leger tot op honderdduizend man te rugbrengen, waardoor het weliswaar niet zonder weerstand is, wat onze vastbeslotenheid slechts kan aanmoedigen. Lcygues vervolgde: wij ver volgen allen slechts èén doel: de uitvoering van het vredesverdrag toe te passen. Wij zouden dan niet onbekwaam zijn Duitschland te bedwingen, zoo het morgen mocht beproeven het hoofd op Ie steken. Leygues wees nog op dc strategische zijde der kwestie. W(j hebben, *0° zcide hij, de geheelc Rijnlinie in handen, alle brughoofden, kanalen, wegen en spoorwegen, die eertfjds in de richting der grens samenkwamen. Kortom, Frankrijk's veiligheid loopt niet bet minste gevaar. Dc regee ring heeft haar plicht gedaan het wetsontwerp in te dienen, hetwelk zonder de nationale verdedi ging te verzwakken, rekening houdt met den toe stand in Frankrijk, dat 1.600.000 man heeft ver loren, en waarvan duizenden burgers in hun le venskrachten zijn aangetast. Het is onze plicht, zeide Leygues, de militaire strijdkrachten zoo spoedig mogelijk te verminde ren ten einde aan werkplaats en akker de armen terug te geven, die het leger niet noodig heeft. Wy hebben tevens aan de uitnoodiging van de financieels commissie gehoor gegeven om de uit gaven zooveel mogelijk te beperken. Leygues ver- zeïerde, Sa! Fel ënlwérp een voöoenle sTrTjd- J Hef Lagerhuis heeft het wetsontwerp macht handhaaft om de veiligheid der grenzen den invoer van kleurstoffen met III teren te verzekeren en het vredesverdrag te doen uit voeren. Wij zijn er ons van bewust, zeide de mi nister-president ten slotte, dat wij den wensch van het land beantwoord hebben. De rede van Leygues werd luide toegejuicht. Hij werd van alle kanten geluk gewenscht. Motte van vertrouwen: De Kamer heeft met 493 tegen 65 stemmen een motie van De Castelnau aangenomen, waarin zij haar vertrouwen uitspreekt, dat de regeering, in overeenstemming met de bondgenoolen, de ont wapening van Duitschland, de uitvoering van de vergoedingen, overeenkomstig de bepalingen van het vredesverdrag zal verwezenlijken. De Kamer, zoo wordt verder in de motie gezegd, rekent op de regeering om de nationale veiligheid en de cischen van de buitenlandsche politiek met de financieele mógelijkheden in overeenstemming te brengen. DE CONFERENTIE TE BRUSSEL. Naar aanleiding van de zeer pessimistische uit eenzetting van den bijzonderen correspondent van Havas over de beraadslagingen te Brussel, verneemt Wolff ter bevoegde plaatse, dat het onvoorwaardelijk noodzakelijk was in de eerste plaats de buitengewone moeilijkheden van den tegenwoordigen economisehen en financieelen toestand van Duitschland duidelijk te maken. Het is niet te verwonderen, dat deze onopge smukte beschrijving op de deskundigen van de geallieerden een misschien niet verwaehten in druk gemaakt heeft Deze toestand maakt het echter, naar de meening van toongevende Duit- schers, niet onmogelijk, dat op den grondslag van het inzicht, dat men door de Duitsche uit eenzetting gekregen heeft, een samenwerking met dc deskundigen van dc geallieerden voor een po sitieve regeling in de kwestie van het herstel ge vonden zal worden. Als raadgevend deskundige voor de Duitsche delegatie is de roijnraad Hilger naar Brussel ver trokken. DE TOESTAND IN GRIEKENLAND." De houding der Geallieerden. Reuter verneemt, dat, met het oog op den aanstaanden terugkeer van Konstantyn te Athene, de Britsche regeering er prijs op stelt om een gezamenlijke actie met de Fransche en Italiaan- sche regeeringen te voeren, en dat de besprekin gen daarover nog voortduren. De Britsche re geering heeft ten slotte besloten om aan haar gezant te Athene last te geven om geen officieele betrekkingen met Konstantijn aan te knoopen. De Britsche marine-commissie zal te Athene blijven. Een muitend generaal. Een officieus bericht meldt, dat generaal Zi- mirakakis, de opperbevelhebber der troepen in Thracië getracht heeft een revolutionaire bewe ging onder de troepen te verspreiden. Nadat hij zich verzekerd had van den steun van den be velhebber van het garnizoen te Xeres, bega 1 hij zich naar Dsjoemoeidsina om het garnizoen van die plaats over te halen. De officieren en soldaten wilden daar echter niet van booren. Enkele raddraaiers zijn aangehouden. De gene raal is met 70 van zijn officieren over Adriano- pel naar Konstantinopel gegaan. De regeering heeft krachtige maatregelen genomen. MERKWAARDIGE REDDING. De uit 7 personen bestaande bemanning van een groote vliegmachine van de Britsche Ko ninklijke Luchtstrijdkrachten, is op merkwaar dige wijze aan verdrinken in de Iersche Zee ontkomen. Zij werd gered door «en stoomboot die langs kwam en een draadloos noodsein had opgevangen. Het vliegtuig viel op een bij zonder onstuimige plaats, 15 mijl van de kust. Een vuurtorenwachter zag dat gelukkig, en deelde het onmiddellijk mede aan de autoritei ten te land, die het draadlooze bericht afzon den. Naar het Berliner Tageblatt uit Cuxhaven verneemt, zit het passagiersschip Augusta Vic toria sinds Maandag j.l. beklemd in het ijs in ondiepe Waddenzee tusschen Sylt «n F5hr. De 40 reizigers, die aan boord zijn, loopen gevaar om van den honger om te komen, daar d« ge ringe diepte voor zeebooten een beletsel is om het schip te bereiken. Er worden evenwel po gingen ondernomen om passagiers en beman ning te redden. De oorzaak van den brand in het hoofd- commissariaat van politie te Berlijn is nog niet opgehelderd. De ontploffingen werden onge twijfeld veroorzaakt doordat het vuur de olie- en benzinevoorraden van de enquete-commissie bereikte. Havas meldt uit Rome, dat in het zuide lijk deel van. de Adriatiscbe Zee een hevige storm gewoed heeft. Op het eiland Saseno is groote schade aangericht. Gebouwen zijn inge stort. De commandant van den militairen post op het eiland, zijn beide dochtertjes en een verpleegster verdwenen, 17 man en 2 onderof ficieren lijn gedood. kleurstoffen met 111 tegen J5 stemmen aangenomen. - De vertegenwoordigers van de Engelsche werklieden in d« bouwvakken hebben gewei» gerd om «en conferentie met de regeering tg honden over de kwestie van. „verwatering", Verwatering is het stelsel, waarbij de vakver» eeniging goed vindt, dat ongeschoolde werklie» den met de leden van vakvereenigingen, die volleerd sijn, samenwerken. In den oorlog toen men handen te kort kwam, hebben de vakver» cenigingen daar noode hun instemming toe ge» geven, maar nu het vrede is, willen zij er niets van weten, zelfs niet om den oud-soldaten werk te verschaffen en het volk uit den huisvesting» nood te heipen. Men verwacht dat de regeering nu liareri gang zai gaan met het bouwen van huizen, zon* der de vakvereenigingen er nog verder in tn kennen. Natuurlijk schuilt in de zaak de kiem Toor een bedenkelijk conflict. In Saksen zijn de kantwevers van ailn kantfabrieken in staking gegaan. Zjj ei sche» 80 pel, bijslag op liun loon, 't geen de fabri* kanten weigeren. Dc stakers hebben een on* gunstig oogenblik gekozen, daar de magazijnen der fabrieken tocb al vol zitten en 't met den verkoop zeer slecht gaat. De bedrijfsraden der mijnen in het Roer» gebied hebben besloten Zaterdag een uur oven te werken om de bevolking van Keulen die groot gebrek aan huisbrand heeft, uit dc kon te beipen. De opbrengst van liet overuur wordt op 15 A 20.000 ton geschat en zal tegen lage» prijs aan Keulen worden verkocht Op de Rcichskasse te Berlyn ia een 21» jarige arbeider gearresteerd, die een met pot* lood geschreven kwitantie over 35.000 mark op naam van rijkspresident Eberl presenteerde. De bandteekening van den president, die ook met potlood was geschreven, was onbeholpen nagebootst. Britsch Columbië krijgt den eersten vrou we! ij ken minister. Het is mevrouw Ralph Smith lid van de wetgevende vergadering te Vancou ver, die vermoedelijk belast zal worden met do portefeuille van onderwijs. Het Fransche adviesjacht Bar-le-Duc, dat bij ruwe zee in den nacht van 14 op 15 dezer aan de steile kust van Kaap Doro vergaan is, is gezonken onder nog niet geheel bekende om standigheden. Het pantserschip Ernest Rena» is terstond naar de plaats van de ramp gegaan. Uit Sjanghai wordt gemeld, dat vandaar een s.s. is vertrokken met het stoffelijk over schot aan boord van grootvorstin Elisabeth van Rusland, die in 1918 door de Boisjewiki waa vermoord. Het wordt cvergebracht naar Egyp te en van daar naar Palestina om in dat land te worden begraven. Dc grootvorstin, die abdis was bij de Grieksche kerk, had de» wensch ge koesterd, in het Heilige Land te worden be graven. DE NEDERLANDSCHE HANDELSBALANS. Blijkens mededeeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek, bedroeg de waarde van dea invoer in November 1920 271 millioen gulden, die van den uitvoer 157 miUioen gulden en het saldo-invoer derhalve 114 millioen gulden. Vergeleken met October 1920, toen het een record-vijfer van 189 millioen gulden baalde, verminderde het invoer-zaido sterk (met 75 mil* lioen gulden), doch in hoofdzaak door vermin dering van den invoer met 66 millioen gulden. In de eerste elf maanden van 1920 beeft de invoer bedragen 3034 millioen gulden, zijnde eene vermeerdering, in vergelijking met het zelfde tijdvak van 1919, van 497 millioen gul den. De uitvoer bedroeg over JanuariNovem ber 1920: 1645 millioen gulden, zijnde 288 mil lioen gulden meer, vergeleken met 1919. De invoer op entrepot en de wederuitvoer uit entrepot is in 1920 niet meer onder de gewonen invoer en uitvoer begrepen, zoodat de gunstige verschillen voor 1920, vergeleken met 1919, in derdaad grooter zijn. De vermindering van den invoer ad 66 mil lioen gutden, valt voor 16 millioen op voeding»- middelen voor mensch en dier en dranken, voor 29 millioen op grondstoffen van minerale her komst (o. a. brandstoffen) en voor 13 millioen op fabrikaten. Dc vermeerdering van den uit voer bedraagt slechts 4 millioen gulden en valt voornamelijk op voedingsmiddelen voor mensch en dier en dranken. De totale handelsbeweging van November, 428 millioen gulden bi(jft niet onbelangrijk ach ter b(j die van October, toen deze 492 millioen gulden bedroeg. Onze iout-industrie. De directeur der Kon. Nederl. Zoutindustrie te Boeklo. schrijft naar aanleiding van het bericht, overgenomen uit bet „Nederl. Weekblad voor den handel in Kruidenierswaren", aan de „N. R. Crt", dat er geen zeden is om te veronderstellen, dat de Kon. Nederl. Zouutindustrie niet tegen de in dat bericht genoemde concurrentie (bedoeld is concurrentie .van Duitsche zijde) zou zijn opge wassen. Gedurende de maand November werd 1792 ton zout afgeleverd (in October 2514 ton). Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY, bewerkt door L. M. VAN PINXTEREN, R.-K. Pr. „Het zij zoo, maar toch.... onze ongehoor zaamheid is een zonde. Tracht uwe droefheid te overwinnen, laat mij in het diepst uwer ziel le zen. Wat ik u thans zeg, heb ik reeds lang in mijn hart gevoeld. Ik weet niet hoe ik er toe Kom u daar dezen avond over te spreken. Ik ge- .Voei, dat gij gebukt gaat onder uwe wroeging." „Gij overdrijft, Flaviana. Ik zou wroeging ge voelen, als ik anders gehanSeld had en als ik Weer in dezelfde omstandigheden kwam, zou ik Juist zoo handelen." „Ik zou het niet meer toestaan," zeide zij met gebroken stem. „Hebt gij er dan spijt van?" „Ik heb spijt, dat ik u je fortuin heb doen Verliezen." „Wal geeft dat, daar ik een nieuwe heb te ruggevonden?" „Dat ik uw familiebanden heb .verbroken," „Hebt gij mij geen andere familie geschon ken?" „De rechten van een vader zijn heilig.' „Mijn vader overdrijft de zijne", „Spreek zoo niet; God zou u straffen in uw doel) ter." „Maar wat heb ik dan gedaan," riep hij uit, terwijl hij opstond en met rassche schreden het salon op en neer liep; „ik heb gehoorzaamd aan dc stem van mijn hart, in plaats van toe te ge ven aan den wil van een mensch. Neen, ik vind mij zeiven niet schuldig, als ik aan het verle- dene terugdenk. Ik had Flessigny verlaten met toestemming van mijn vader en mij naar een bevriende familie begeven; ik wist, dat mjjn va der verlangde, dat ik eene echtgenoote zou kie zen. Ik ontmoette u bij mevrouw de Ligueries, en een vurige genegenheid trok ons tot elkaar. Ik schreef aan mijn vader, die een geregelde briefwisseling met de Ligueriez aanving, en zijn toestemming gaf. Gij waart een wees, en ik had uwe genegenheid weten te winnen. Onze verlo ving werd in de kapel gesloten en mijn vader begaf zich op reis om naar Ligueries te komen. Gij werd mejuffrouw de Langrose genoemd, naar de oude abdis, die u had opgevoed en onder dien naam had ik u ten huwelijk gevraagd en had mijn vader zijn toestemming gegeven. Maar uten de Botarifse» jnst bus perkamenten yoor den dag kwamen, bleek het, dat b(j den naam van Longrose die van d'Urselles moest gevoegd worden en die laatste naam herinnerde hem aan den man, wien hij een onverzoenlijken haat had gezworen. Wat dat uwe schuld? Of de mijne? Moesten wij den haat erven, die van zijn groot vader op mijn vader was overgegaan? Hij had uwe brieven gelezen, kende uw karakter, wist dat zijne weigering mijn leven zou breken en zonder er zich aan te storen dat hij mij tot wan hoop zou brengen, zonder zich af te vragen, hoeveel tranen hij u zou doen storten, trok hij zijn beloofde toestemming in en beval mij mjjn woord te breken. Dat was zeer wreed, Flaviana en mijner onwaardig. Wat zou de wereld van 2ulk een verbreken van mijn woord gedacht heb ben? Zou zijn geen smet op uwen naam hebben geworpen? Moest ik u opofferen aan een haat, waarvan ik de oorzaak niet eens kende? Ik meende van niet. Ik smeekte mjjn vader tever geefs zijn tegenstand op te geven. Daar hij mjjn wilskracht kende en een schandaal vreesde, zei de hjj mij op zekeren dag, na een tooneel, dat mij zeer bedroefde: ik zal je niet in de noodzake lijkheid brengen gebruik te maken van de rech ten, die je leeftijd je geeft Als gij mejuffrouw d'Urselles huwt, zijn alle banden tusscben ons verbroken; het erfdeel van uwe moeder bedraagt «enige duizenden postde», die ik je ter bend zal itellen en na het huwelijk zullen wij elkander niet weer zien; onthoudt dat. Gij werd mijn vrouw en mijn vader verliet den dag na ons hu welijk het kasteel van Lingueries. Zijn laatste woord was een hard woord, een woord, dat h(j eenmaal zal terugnemen, en dat God in Zijn rechtvaardigheid niet zal bekrachtigen." „Ach, ik herinner het mij," zeide zijne echt genoote. „Hij riep ons als vaarwel toe: Gjj zult gestraft worden in uwe kinderen." „Mijn fortuin, als men 15000 pond een for tuin kan noemen, diende om onze overtocht naar Panama te betalen. Ik wilde u rijk en ge lukkig zien en het scheen mij toe, dat de in het goudland verborgen aderen, onbekende mijnen bevatte. Na vruchtelooze pogingen stond ik op het punt den moed te verliezen, toen Avarez m(j voorstelde zijn kleine parelvLscherij te koopen. Ik besloot ze uit te breiden en anders in te rich ten; ik had nu den hefboom in banden, en kon de fortuin dwingen. Wij hebben elkander teeder bemind en God schijnt de wonden, door de hard nekkigheid van onzen vader geslagen, te willen genezen. Het spijt mij, dat ik je iets heb laten raden van de droefheid, die mijn hart vervuld, omdat ik alle pogingen tot toenadering Me af geslagen. Maar ik verlies daarom den moed nog niet; de haat zal uit het hart van mijn vader ver dwijnen; hij zal er eenmaal behoeft* gevoe len een zoon terug te zien, die hem toch altijd is blijven eeren; h(j zal my terugroepen en dan zal ik u met Dolores, ons dierbaar kind, in zijn ar men voeren." „Ik weet," zeide Flaviana, een teederen blik op Humbert werpend, „dat gij steeds die hoop zijt blijven koesteren. Maar op gevaar af u diep te bedroeven, moet ik u zeggen, dat ik ze nooit gedeeld heb. Wat gij ook moogt zeggen om ons te verontschuldigen, wy hebben beiden ongelijk gehad. Over het gezag van een vader mag niet geredeneerd worden. De geboden van God leg gen ons op, hem onvoorwaardelijk te gehoorza men. Hjj alleen droeg de verantwoordelijkheid van zijn haat, toen hy ons scheiden wilde. Gjj hebt tegen zijn wenscb en wü gehandeld, ik heb n op dien weg gevolgd en daar wy beiden ge hoorzaamheid geweigerd hebben aan een onbe» twistharen plicht, zullen wij beiden gestraft wor den. Wat die straf zal zijn weet ik niet, maar ik sidder bij de voorspelling van uw vader: gij zult in uwe kinderen gestraft worden." „Houdt op, Flaviana. Als wij gezondigd heb ben, moge de Heer ons vergeven; «naar «ns en* geitje, ons dierbaar kind...."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 13