Wat de Pers zegt
BUITENLAND
Handel en Nijverheid
PLU ILLbTUJN
De weneryevunuen dochter
MAANDAG 20 DECEMBER 1920.
Men zal van zekere zyde wellicht op-
merKen: hier in die overeenkomst is geen
sprake van vestiging enkel en alleen van
reizen naar bedoelde plaatsen.
Leze opmerking beantwoordt het Ro-t-
teiöamsche orgaan als volgt::
„Wel degelijk is bedoeld vrijheid .van
vestiging te verleenen. Zulks blijkt
overduidelijk uit het einde van de eerste
alinea van No. II. Daarin gaat het over
de vrijheid om zich te „kunnen bege-
.ven naar Borneo." Loch daar is dan
ide beperking bijgevoegd: „maar zich
niet vestigen langs de rivieren enz."
Het woord begeven omsluit dus ,voor
al het overige gedeelte volledige vrij
heid van vestigen; dit blijkt de be
doeling der contractanten te zijn. Wel
nu, diezelfde term wordt gebruikt om
de reenten oer Katholieke Priesters ten
opzich,te van „Amboina en de andere
houl dp laats en der Molukken" te om
schrijven, Maar hier wordt dan geen
enkele beperkende bepaling omtrent de
vestiging toegevoegd."
Haar betoog samenvattend, komt de
„Maasb." tot de volgende sio-tsom:
„Ge Katholieke priester is wettelijk ge
heel en al vrij zich op Ambon en de
overige hoofdplaatsen der Molukken te
resügen, en wil de Regeering zich niet
schuldig maken aan contractbreuk, dan
zy mrmr te wnSfe». Haf Se eeramaal'
toegestane vrijheid van beweging en .ves
tiging gehandhaafd blijve.
Wellicht zal een der Kamerleden wel
de gelegenheid vinden om in de eerst
volgende dagen dit onder de aandacht
van den Minister van Koloniën te bren
gen en van hem de toezegging verkrij
gen, dat deze punten der overeenkomst
oyaal zullen worden uitgevoerd.
DE TOESTAND IN IERLAND
ÜTVERGADERING VAN OEN VOLKENBOND
De mandaten.
Eat plaTmfc vent TfuItscTdanl.
GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN,
J (Wfiitft qpTOlgd.}
MET WELK RECHT?
Ei- is in den la-atsten tijd nog al eens
geselu-cveri en gesproken over de kren
kende behandeling der Katholieken in
Oostrlndië. En nog onlangs is geh.eel in
het bijzonder ter sprake gekomen de ty
ra unieke uitoefening van li;et Staatsgezag
op de buitenbezittingen, waardoor een
Prelaat, een Kerkvorst van Indië, ge
dwongen wordt, ver van de hoofdplaats
van zijn Vicariaat verwijderd, op een af
gelegen eiland zich te vestigen.
We konden onze cogen niet geloovcn
toen we dit lazen, zegt de „Maasb."
„Wie zou het ook durven denken,
dat nu nog in 1920 zulke draconische
bepalingen van tyrannieke willekeur
mogelijk zijn tegenover Éederlandschp
ónuera^nen, die door den Opperherder
van Rome gezonden werden!
.a.ile ivainuiieJcen zijn er van over
tuigd, dat de Staat feitelijk geheel en
ai onbevoegd is en onmachtig om den
Katholieken Priester dergelijke ver
bodsbepalingen op te leggen.
Maar de vraag is in ons opgekomen
is de indische negeering wel wettelijk
bevoegd een dergelijk verbod uit te
vaardigen? is speciaal wat Borneo en
de hoofdplaatsen der Moiukke-n betreft,
niet sinds lang door de Rederlandsche
Rcgeeriug vryneid van beweging toege
staan aan den Katholieken Priester?'
Leze vraag meent de „Maasb." met de
meeste beslistheid bevestigend te kun
nen beantwoorden.
Let blad licht zijn meening nader toe
„Laar bestaat immers nog altijd de
overeenkomst gesloten in 1847 tusschpn
het Lof van no me en de Nederland-
sche itegeeriug. En in den ofiicieelen
tekst vau de „Nota der punten betref
fende de itoomsch-Katholieke kerkaan
ge.egeniieden in Nederlandsen Indië,
waaromtrent de Minister van Koloniën
met uen zaa-Kgeiastigde van den Hei
ligen stoei is overeengekomen," lezen
wij onuer no. H:
„m zuilen naar nederlandsch Indië zoo
veie R. K. Geestelijken kunnen worden
uitgezonden, als door het Geestelijk ge
zag zal worden noodig ge ach,t. deze
geestelijken zullen zich kunnen bege
ven naar Borneoj maar zich niet ves
tigen langs de rivieren, alwaar reeds
andere zendelingen gevestigd zijn.
Gok zai het hun onverlet blijven zich
naar Amooina en de andere hoofdplaat
sen der Molukken, als ook naar M ai-tas sar
te begeven, om er hunnen dienst te
Vemcnfcen."
r^eze overeenkomst is ook nu nog in
192U van kracht. En krachtens deze
bepalingen is de Koomsch Katholieke
Priester geheel en al vrij zich te ves
tigen op „Amooina en de andere iwold-
pktateen der AlolukUen." Het zou dus
eenvoudig woordbreuk zijn der Regee-
ring, inuien een barer ambtenaren in
haar naam zich tegen dergelijke vesti
ging durfde te verzetten."
De hinderlagen.
Officieel wordl bekend gemaakt, dat twee mili
taire vrachtauto's in een hinderlaag zijn gevallen
tusschen Mitehelstown (graafschap Cork) «nGal-
bally. Twee soldaten zijn gedood en twee ge
wond. De auto's zijn verbrand.
Een politiepatrouille is in een hinderlaag ge
vallen bij Swanlinbar (graafschap Cavanc), op
den avond van 17 December. Een polilie-agen
is dood geschoten, en twee zijn gewond.
Een niet ontplofte bom van de zelfde soort
als die, welke zijn ontdekt in de bommenfa-
briek te Dublin, waar den llden een raki op
werd uitgevoerd, werd gisteren opgeraapt op
Merrion Square, dc meest gedistingeerde woon
wijk van Dublin.
Een strijdkracht uit militairen en politie be
staande heeft den voorraad van een munitie-
bergplaats der opstandelingen te Teniplemore in
beslag genomen. De voorraad bestond uit revol
vers, kruit, geligniet en 1500 schoten munitie.
Dc militaire enquête naar de branden en
plunderingen te Cork is iu dc kazerne aldaar ge
opend. De handelingen zijn strikt geheim. De gc
meeuteraad van Cork beeft zijn leden opgedra
gen om niet deel te nemen aan dc militaire
enquête.
Het wekclijksch communiqué over den toe
stand in Ierland deelt mede, dat in de week,
die op }1 December geëindigd is, 27 misdaden
van Sinn Fein zijn vermeld. De vermeerde
ring van 20, vergeleken bij de vorige week, is
hoofdzakelijk te wijten aan plunderingen van de
post. Het aantal misdrijven tegen de politic is
gedaald van 17 dooden en 3 gewonden tot 1
doode en 12 gewonden, terwijl die tegen dc mili
tairen zijn 1 doode en 4 gewonden. Er zijn thans
meer dan 500 personen in kampen geïnterneerd.
Het volgende is de statistiek van dc misdrijven
over het tijdperk van 1 Januari tot 11 December:
rechtbanken vernield: 69, politic-kazernes ver
nield 531, beschadigd: 170, aanvallen op 'dc post:
905, polilieinannen gedood: 169, gewond: 245,
militairen gedood: 52, gewond: 108.
Dc bedreiging met den ban van den bisschop
van Cork tegen hen, die deelnemen aan de
wandaden, werd uilgesproken op 11 December
zoodat de invloed daarvau nog niet blijkt in de
bovenstaande cijfers.
Tegen de wraaknemingen,
Mac Ready, de opperbevelhebber der troepen
in Ierland, heeft een proclamatie uitgevaardigd,
waarbij straf bedreigd wordt tegen Engelsche
troepen in streken, waar de krijgswet is afge
kondigd, als zij zich vergrijpen tegen den per
soon of den eigendom van leren, behalve wan
neer dit redelijk of noodig is om de orde te
herstellen.
Een antwoord van den Bisschop
van Cork.
Als antwoord op een telegram van hèt Ameri-
kaansch Verbond voor de erkenning van de Ier?
sche republiek, waarin werd verklaard, dat bij
het recht niet had „om Ieren in den ban tc doen,
Wegens het verdedigen van hun vaderland",
heeft de Katholieke bisschop van Cork geseind:
Onzin. Als gij komt met een leger, dat in
staat is om den vijand tc bevechten en de zwak
ken en onbeschermden tc verdedigen, zal ik als
geestelijke dienst doen. Het it schandelijk van
u om hinderlagen te leggen, die politiek geen
goed doen en de levens van weerloozen bloot
stellen aan het gevaar van moord en weerwraak,
en dc huizen van stad en lan d aan verwoesting
De vernieling van Cork is het gevolg van uw
politiek."
Nieuwe leden.
De vergadering heeft thans de toelatinsverzoe-
ken behandeld. Portugal, Italië, Perzië, Colom
bia en Paraguay waren de staten die iedere aan
vraag gunstig beantwoordden. Lord Robert Cecil
en Nansen namen een tusschenstandpunt in en
bepleitten bijvoorbeeld de toelating van Georgië,
ofschoon zij tegen toelating der Oostzee-landen
waren. Nederland sloot zich b\j de afwijzende
meerderheid aan.
Toegelaten zijn Oostenrijk, Bulgarije, Luxem
burg, Finland, Costa Rica en Albanië, alle an
dere aanvragen zijn afgewezen.
Dc Volkenbondsraad heeft een onderzoek in
gesteld naar de ontwerp-mandaten, welke enkele
bondsleden aan den Raad hebben voorgelegd,
betreffende Samoa (toegewezen aan Nieuw-Zce-
land), Nieuw-Guinea en andere eilanden ten
Zuiden van den evenaar (toegewezen aan Aus
tralië), Nauroe (toegewezen aan Engeland), het
vroeger Duitsch-West Afrika (toegewezen aan
Zuid-Afrika) en de eilanden in de Stille Zuidzee
(toegewezen aan Japan).
Motte, de Zwitsersclie president heeft in een
onderhoud met den vertegenwoordiger van de
D. Allgem. Ztg. te Genève zijn waardeering be
tuigd over Duitschland's gereserveerde houding
jegens den Volkenbond. Het heeft daarmee den
wereldvrede een dienst bewezen, omdat een on
verwijlde aanvraag om toelating tot den Bond
stellig tot groote spanning zou hebben geleid.
Zwitserland is overigens een groot voorstander
van een alle. souvereine staten omvattenden Vol
kenbond, i
Slotzitting.
In de slotzitting van de vergadering van den
Volkenbond te Genève heeft Wellington Koo
(China) zich Zaterdag hel roMtf voorbehouden
om later bij den Volkenbond verschillende vraag
stukken aanhangig te maken, die roor China van
levensbelang zijn en betrekking hebben op de in
ternationale verhoudingen in den raad, de man
daten-commissie en de voorwaarden voor de
mandaten.
Daarop bracht de commissie voor Armenië
verslag uit over het Vrijdag naar haar verwezen
voorstel De vergadering nam een voorstel aan
van Viviani (Frankrijk), dat luidde: De vergade
ring, onder verwijzing naar haar besluit van 22
November, blijft in samenwerking met den raad,
die belast is met het toezicht op het lot van Ar
menië, zich dit aantrekken en zal zoo noodig een
beroep doen op haar leden; ten --oordcele van
Armenië, met welk land verschcidenen op ver
zoek van den bond reeds hun sympathie hebben
betuigd, zooals president Wilson, Spanje en Bra
zilië. De raad zal ook het voorstel van Roemenië,
nopens militaire tusscheakomst tn Armenië in
studie nemen.
Hiermee was het werk van de eerste volken
bondsbijeenkomst geëindigd. Hymans, de voor
zitter, verklaarde in zyn antwoord, dat de verga
dering zoo verstandig was geweest om niet dade
lijk wijziging in het bondsverdrag te brengen.
Zes nieuwe staten werden toegelaten. Er zqn
technische lichamen ingesteld om een eind tc
maken aan den economisehen warboel, evenals
een raadgevende commissie en een verkeerseom-
missie. De vergadering bereidde den strijd tegen
de typhus voor. Uit alle hoeken der wereld kwa
men afgevaardigden op de vergadering finan-
cieclen steun daarvoor aanbieden en gaven zoo
een prachtig voorbeeld van menschlievcnde eens
gezindheid.
Om den grootsten geesel der wereld, den oor
log, te bezweren, zocht dc vergadering langen tijd
naar deugdelijke middelen. Voor het verzekeren
van het economische dwangmiddel besloot zij
een internationale blokkadecommissie in te stel
len. Inzake het ontwapeningsvraagstuk gaf dc
vergadering toe, dat liet thans niet mogelijk Is
dit ideaal te verwezenlijken. Sommige volken
zijn verplicht maatregelen te nemen, maar niette
min leeft het ideaal in alle harten. Niemand ver
langt meer naar vrede, dan zij op wien het roem
rijk noodlot den plicht legde om te strijden voor
hel recht en de vrijheid der wereld.
Uil' DE FRANSCIIE KAMER
De crisis aan Oorlog.
In de Kamer licefl Leygues, de minister-presi
dent, een vraag van de Castelnau omtrent het
ontslag van den minister van oorlog beantwoor
dend, gezegd, dat er in dit verband geen onrust
in het land mocht blijven bestaan. Levèvre, zei-
de dc minister-president, is afgetreden naar aan
leiding van den duur van den dienstplicht. Ley-
gues wilde niet in een beschouwing treden van de
bezwaren van Lefèvre, maar wees er op, dat de
militaire wetsontwerpen 's lands defensie niet in
gevaar kunnen brengen, want zij zijn goedge
keurd door de liooge militaire autoriteiten.
Duitschland is niet geheel en al ontwapend,
maar het is op weg naar de ontwapening. Het
heeft uitgeleverd of vernietigd 58.000 kanonnen;
116.000 machinegeweren; 149.000 loopen van ma
chinegeweren; vijf millioen geweren. Duitschland
moet zijn leger tot op honderdduizend man te
rugbrengen, waardoor het weliswaar niet zonder
weerstand is, wat onze vastbeslotenheid slechts
kan aanmoedigen. Lcygues vervolgde: wij ver
volgen allen slechts èén doel: de uitvoering van
het vredesverdrag toe te passen. Wij zouden dan
niet onbekwaam zijn Duitschland te bedwingen,
zoo het morgen mocht beproeven het hoofd op
Ie steken.
Leygues wees nog op dc strategische zijde der
kwestie. W(j hebben, *0° zcide hij, de geheelc
Rijnlinie in handen, alle brughoofden, kanalen,
wegen en spoorwegen, die eertfjds in de richting
der grens samenkwamen. Kortom, Frankrijk's
veiligheid loopt niet bet minste gevaar. Dc regee
ring heeft haar plicht gedaan het wetsontwerp in
te dienen, hetwelk zonder de nationale verdedi
ging te verzwakken, rekening houdt met den toe
stand in Frankrijk, dat 1.600.000 man heeft ver
loren, en waarvan duizenden burgers in hun le
venskrachten zijn aangetast.
Het is onze plicht, zeide Leygues, de militaire
strijdkrachten zoo spoedig mogelijk te verminde
ren ten einde aan werkplaats en akker de armen
terug te geven, die het leger niet noodig heeft.
Wy hebben tevens aan de uitnoodiging van de
financieels commissie gehoor gegeven om de uit
gaven zooveel mogelijk te beperken. Leygues ver-
zeïerde, Sa! Fel ënlwérp een voöoenle sTrTjd- J Hef Lagerhuis heeft het wetsontwerp
macht handhaaft om de veiligheid der grenzen den invoer van kleurstoffen met III teren
te verzekeren en het vredesverdrag te doen uit
voeren. Wij zijn er ons van bewust, zeide de mi
nister-president ten slotte, dat wij den wensch
van het land beantwoord hebben.
De rede van Leygues werd luide toegejuicht.
Hij werd van alle kanten geluk gewenscht.
Motte van vertrouwen:
De Kamer heeft met 493 tegen 65 stemmen een
motie van De Castelnau aangenomen, waarin zij
haar vertrouwen uitspreekt, dat de regeering, in
overeenstemming met de bondgenoolen, de ont
wapening van Duitschland, de uitvoering van de
vergoedingen, overeenkomstig de bepalingen van
het vredesverdrag zal verwezenlijken. De Kamer,
zoo wordt verder in de motie gezegd, rekent op
de regeering om de nationale veiligheid en de
cischen van de buitenlandsche politiek met de
financieele mógelijkheden in overeenstemming te
brengen.
DE CONFERENTIE TE BRUSSEL.
Naar aanleiding van de zeer pessimistische uit
eenzetting van den bijzonderen correspondent
van Havas over de beraadslagingen te Brussel,
verneemt Wolff ter bevoegde plaatse, dat het
onvoorwaardelijk noodzakelijk was in de eerste
plaats de buitengewone moeilijkheden van den
tegenwoordigen economisehen en financieelen
toestand van Duitschland duidelijk te maken.
Het is niet te verwonderen, dat deze onopge
smukte beschrijving op de deskundigen van de
geallieerden een misschien niet verwaehten in
druk gemaakt heeft Deze toestand maakt het
echter, naar de meening van toongevende Duit-
schers, niet onmogelijk, dat op den grondslag
van het inzicht, dat men door de Duitsche uit
eenzetting gekregen heeft, een samenwerking met
dc deskundigen van dc geallieerden voor een po
sitieve regeling in de kwestie van het herstel ge
vonden zal worden.
Als raadgevend deskundige voor de Duitsche
delegatie is de roijnraad Hilger naar Brussel ver
trokken.
DE TOESTAND IN GRIEKENLAND."
De houding der Geallieerden.
Reuter verneemt, dat, met het oog op den
aanstaanden terugkeer van Konstantyn te Athene,
de Britsche regeering er prijs op stelt om een
gezamenlijke actie met de Fransche en Italiaan-
sche regeeringen te voeren, en dat de besprekin
gen daarover nog voortduren. De Britsche re
geering heeft ten slotte besloten om aan haar
gezant te Athene last te geven om geen officieele
betrekkingen met Konstantijn aan te knoopen.
De Britsche marine-commissie zal te Athene
blijven.
Een muitend generaal.
Een officieus bericht meldt, dat generaal Zi-
mirakakis, de opperbevelhebber der troepen in
Thracië getracht heeft een revolutionaire bewe
ging onder de troepen te verspreiden. Nadat hij
zich verzekerd had van den steun van den be
velhebber van het garnizoen te Xeres, bega 1 hij
zich naar Dsjoemoeidsina om het garnizoen van
die plaats over te halen. De officieren en soldaten
wilden daar echter niet van booren.
Enkele raddraaiers zijn aangehouden. De gene
raal is met 70 van zijn officieren over Adriano-
pel naar Konstantinopel gegaan. De regeering
heeft krachtige maatregelen genomen.
MERKWAARDIGE REDDING.
De uit 7 personen bestaande bemanning van
een groote vliegmachine van de Britsche Ko
ninklijke Luchtstrijdkrachten, is op merkwaar
dige wijze aan verdrinken in de Iersche Zee
ontkomen. Zij werd gered door «en stoomboot
die langs kwam en een draadloos noodsein
had opgevangen. Het vliegtuig viel op een bij
zonder onstuimige plaats, 15 mijl van de kust.
Een vuurtorenwachter zag dat gelukkig, en
deelde het onmiddellijk mede aan de autoritei
ten te land, die het draadlooze bericht afzon
den.
Naar het Berliner Tageblatt uit Cuxhaven
verneemt, zit het passagiersschip Augusta Vic
toria sinds Maandag j.l. beklemd in het ijs in
ondiepe Waddenzee tusschen Sylt «n F5hr. De
40 reizigers, die aan boord zijn, loopen gevaar
om van den honger om te komen, daar d« ge
ringe diepte voor zeebooten een beletsel is om
het schip te bereiken. Er worden evenwel po
gingen ondernomen om passagiers en beman
ning te redden.
De oorzaak van den brand in het hoofd-
commissariaat van politie te Berlijn is nog niet
opgehelderd. De ontploffingen werden onge
twijfeld veroorzaakt doordat het vuur de olie-
en benzinevoorraden van de enquete-commissie
bereikte.
Havas meldt uit Rome, dat in het zuide
lijk deel van. de Adriatiscbe Zee een hevige
storm gewoed heeft. Op het eiland Saseno is
groote schade aangericht. Gebouwen zijn inge
stort. De commandant van den militairen post
op het eiland, zijn beide dochtertjes en een
verpleegster verdwenen, 17 man en 2 onderof
ficieren lijn gedood.
kleurstoffen met 111 tegen J5
stemmen aangenomen.
- De vertegenwoordigers van de Engelsche
werklieden in d« bouwvakken hebben gewei»
gerd om «en conferentie met de regeering tg
honden over de kwestie van. „verwatering",
Verwatering is het stelsel, waarbij de vakver»
eeniging goed vindt, dat ongeschoolde werklie»
den met de leden van vakvereenigingen, die
volleerd sijn, samenwerken. In den oorlog toen
men handen te kort kwam, hebben de vakver»
cenigingen daar noode hun instemming toe ge»
geven, maar nu het vrede is, willen zij er niets
van weten, zelfs niet om den oud-soldaten werk
te verschaffen en het volk uit den huisvesting»
nood te heipen.
Men verwacht dat de regeering nu liareri
gang zai gaan met het bouwen van huizen, zon*
der de vakvereenigingen er nog verder in tn
kennen. Natuurlijk schuilt in de zaak de kiem
Toor een bedenkelijk conflict.
In Saksen zijn de kantwevers van ailn
kantfabrieken in staking gegaan. Zjj ei sche»
80 pel, bijslag op liun loon, 't geen de fabri*
kanten weigeren. Dc stakers hebben een on*
gunstig oogenblik gekozen, daar de magazijnen
der fabrieken tocb al vol zitten en 't met den
verkoop zeer slecht gaat.
De bedrijfsraden der mijnen in het Roer»
gebied hebben besloten Zaterdag een uur oven
te werken om de bevolking van Keulen die
groot gebrek aan huisbrand heeft, uit dc kon
te beipen. De opbrengst van liet overuur wordt
op 15 A 20.000 ton geschat en zal tegen lage»
prijs aan Keulen worden verkocht
Op de Rcichskasse te Berlyn ia een 21»
jarige arbeider gearresteerd, die een met pot*
lood geschreven kwitantie over 35.000 mark op
naam van rijkspresident Eberl presenteerde.
De bandteekening van den president, die ook
met potlood was geschreven, was onbeholpen
nagebootst.
Britsch Columbië krijgt den eersten vrou
we! ij ken minister. Het is mevrouw Ralph Smith
lid van de wetgevende vergadering te Vancou
ver, die vermoedelijk belast zal worden met do
portefeuille van onderwijs.
Het Fransche adviesjacht Bar-le-Duc, dat
bij ruwe zee in den nacht van 14 op 15 dezer
aan de steile kust van Kaap Doro vergaan is,
is gezonken onder nog niet geheel bekende om
standigheden. Het pantserschip Ernest Rena»
is terstond naar de plaats van de ramp gegaan.
Uit Sjanghai wordt gemeld, dat vandaar
een s.s. is vertrokken met het stoffelijk over
schot aan boord van grootvorstin Elisabeth van
Rusland, die in 1918 door de Boisjewiki waa
vermoord. Het wordt cvergebracht naar Egyp
te en van daar naar Palestina om in dat land
te worden begraven. Dc grootvorstin, die abdis
was bij de Grieksche kerk, had de» wensch ge
koesterd, in het Heilige Land te worden be
graven.
DE NEDERLANDSCHE HANDELSBALANS.
Blijkens mededeeling van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, bedroeg de waarde van dea
invoer in November 1920 271 millioen gulden,
die van den uitvoer 157 miUioen gulden en
het saldo-invoer derhalve 114 millioen gulden.
Vergeleken met October 1920, toen het een
record-vijfer van 189 millioen gulden baalde,
verminderde het invoer-zaido sterk (met 75 mil*
lioen gulden), doch in hoofdzaak door vermin
dering van den invoer met 66 millioen gulden.
In de eerste elf maanden van 1920 beeft de
invoer bedragen 3034 millioen gulden, zijnde
eene vermeerdering, in vergelijking met het
zelfde tijdvak van 1919, van 497 millioen gul
den. De uitvoer bedroeg over JanuariNovem
ber 1920: 1645 millioen gulden, zijnde 288 mil
lioen gulden meer, vergeleken met 1919.
De invoer op entrepot en de wederuitvoer uit
entrepot is in 1920 niet meer onder de gewonen
invoer en uitvoer begrepen, zoodat de gunstige
verschillen voor 1920, vergeleken met 1919, in
derdaad grooter zijn.
De vermindering van den invoer ad 66 mil
lioen gutden, valt voor 16 millioen op voeding»-
middelen voor mensch en dier en dranken, voor
29 millioen op grondstoffen van minerale her
komst (o. a. brandstoffen) en voor 13 millioen
op fabrikaten. Dc vermeerdering van den uit
voer bedraagt slechts 4 millioen gulden en valt
voornamelijk op voedingsmiddelen voor mensch
en dier en dranken.
De totale handelsbeweging van November,
428 millioen gulden bi(jft niet onbelangrijk ach
ter b(j die van October, toen deze 492 millioen
gulden bedroeg.
Onze iout-industrie. De directeur der Kon.
Nederl. Zoutindustrie te Boeklo. schrijft
naar aanleiding van het bericht, overgenomen
uit bet „Nederl. Weekblad voor den handel in
Kruidenierswaren", aan de „N. R. Crt", dat er
geen zeden is om te veronderstellen, dat de
Kon. Nederl. Zouutindustrie niet tegen de in
dat bericht genoemde concurrentie (bedoeld is
concurrentie .van Duitsche zijde) zou zijn opge
wassen.
Gedurende de maand November werd 1792
ton zout afgeleverd (in October 2514 ton).
Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY,
bewerkt door
L. M. VAN PINXTEREN, R.-K. Pr.
„Het zij zoo, maar toch.... onze ongehoor
zaamheid is een zonde. Tracht uwe droefheid te
overwinnen, laat mij in het diepst uwer ziel le
zen. Wat ik u thans zeg, heb ik reeds lang in
mijn hart gevoeld. Ik weet niet hoe ik er toe
Kom u daar dezen avond over te spreken. Ik ge-
.Voei, dat gij gebukt gaat onder uwe wroeging."
„Gij overdrijft, Flaviana. Ik zou wroeging ge
voelen, als ik anders gehanSeld had en als ik
Weer in dezelfde omstandigheden kwam, zou ik
Juist zoo handelen."
„Ik zou het niet meer toestaan," zeide zij met
gebroken stem.
„Hebt gij er dan spijt van?"
„Ik heb spijt, dat ik u je fortuin heb doen
Verliezen."
„Wal geeft dat, daar ik een nieuwe heb te
ruggevonden?"
„Dat ik uw familiebanden heb .verbroken,"
„Hebt gij mij geen andere familie geschon
ken?"
„De rechten van een vader zijn heilig.'
„Mijn vader overdrijft de zijne",
„Spreek zoo niet; God zou u straffen in uw
doel) ter."
„Maar wat heb ik dan gedaan," riep hij uit,
terwijl hij opstond en met rassche schreden het
salon op en neer liep; „ik heb gehoorzaamd aan
dc stem van mijn hart, in plaats van toe te ge
ven aan den wil van een mensch. Neen, ik vind
mij zeiven niet schuldig, als ik aan het verle-
dene terugdenk. Ik had Flessigny verlaten met
toestemming van mijn vader en mij naar een
bevriende familie begeven; ik wist, dat mjjn va
der verlangde, dat ik eene echtgenoote zou kie
zen. Ik ontmoette u bij mevrouw de Ligueries,
en een vurige genegenheid trok ons tot elkaar.
Ik schreef aan mijn vader, die een geregelde
briefwisseling met de Ligueriez aanving, en zijn
toestemming gaf. Gij waart een wees, en ik had
uwe genegenheid weten te winnen. Onze verlo
ving werd in de kapel gesloten en mijn vader
begaf zich op reis om naar Ligueries te komen.
Gij werd mejuffrouw de Langrose genoemd, naar
de oude abdis, die u had opgevoed en onder
dien naam had ik u ten huwelijk gevraagd en
had mijn vader zijn toestemming gegeven. Maar
uten de Botarifse» jnst bus perkamenten yoor
den dag kwamen, bleek het, dat b(j den naam
van Longrose die van d'Urselles moest gevoegd
worden en die laatste naam herinnerde hem aan
den man, wien hij een onverzoenlijken haat had
gezworen. Wat dat uwe schuld? Of de mijne?
Moesten wij den haat erven, die van zijn groot
vader op mijn vader was overgegaan? Hij had
uwe brieven gelezen, kende uw karakter, wist
dat zijne weigering mijn leven zou breken en
zonder er zich aan te storen dat hij mij tot wan
hoop zou brengen, zonder zich af te vragen,
hoeveel tranen hij u zou doen storten, trok hij
zijn beloofde toestemming in en beval mij mjjn
woord te breken. Dat was zeer wreed, Flaviana
en mijner onwaardig. Wat zou de wereld van
2ulk een verbreken van mijn woord gedacht heb
ben? Zou zijn geen smet op uwen naam hebben
geworpen? Moest ik u opofferen aan een haat,
waarvan ik de oorzaak niet eens kende? Ik
meende van niet. Ik smeekte mjjn vader tever
geefs zijn tegenstand op te geven. Daar hij mjjn
wilskracht kende en een schandaal vreesde, zei
de hjj mij op zekeren dag, na een tooneel, dat
mij zeer bedroefde: ik zal je niet in de noodzake
lijkheid brengen gebruik te maken van de rech
ten, die je leeftijd je geeft Als gij mejuffrouw
d'Urselles huwt, zijn alle banden tusscben ons
verbroken; het erfdeel van uwe moeder bedraagt
«enige duizenden postde», die ik je ter bend zal
itellen en na het huwelijk zullen wij elkander
niet weer zien; onthoudt dat. Gij werd mijn
vrouw en mijn vader verliet den dag na ons hu
welijk het kasteel van Lingueries. Zijn laatste
woord was een hard woord, een woord, dat h(j
eenmaal zal terugnemen, en dat God in Zijn
rechtvaardigheid niet zal bekrachtigen."
„Ach, ik herinner het mij," zeide zijne echt
genoote. „Hij riep ons als vaarwel toe: Gjj zult
gestraft worden in uwe kinderen."
„Mijn fortuin, als men 15000 pond een for
tuin kan noemen, diende om onze overtocht
naar Panama te betalen. Ik wilde u rijk en ge
lukkig zien en het scheen mij toe, dat de in het
goudland verborgen aderen, onbekende mijnen
bevatte. Na vruchtelooze pogingen stond ik op
het punt den moed te verliezen, toen Avarez m(j
voorstelde zijn kleine parelvLscherij te koopen.
Ik besloot ze uit te breiden en anders in te rich
ten; ik had nu den hefboom in banden, en kon
de fortuin dwingen. Wij hebben elkander teeder
bemind en God schijnt de wonden, door de hard
nekkigheid van onzen vader geslagen, te willen
genezen. Het spijt mij, dat ik je iets heb laten
raden van de droefheid, die mijn hart vervuld,
omdat ik alle pogingen tot toenadering Me af
geslagen. Maar ik verlies daarom den moed nog
niet; de haat zal uit het hart van mijn vader ver
dwijnen; hij zal er eenmaal behoeft* gevoe
len een zoon terug te zien, die hem toch altijd is
blijven eeren; h(j zal my terugroepen en dan zal
ik u met Dolores, ons dierbaar kind, in zijn ar
men voeren."
„Ik weet," zeide Flaviana, een teederen blik
op Humbert werpend, „dat gij steeds die hoop
zijt blijven koesteren. Maar op gevaar af u diep
te bedroeven, moet ik u zeggen, dat ik ze nooit
gedeeld heb. Wat gij ook moogt zeggen om ons
te verontschuldigen, wy hebben beiden ongelijk
gehad. Over het gezag van een vader mag niet
geredeneerd worden. De geboden van God leg
gen ons op, hem onvoorwaardelijk te gehoorza
men. Hjj alleen droeg de verantwoordelijkheid
van zijn haat, toen hy ons scheiden wilde. Gjj
hebt tegen zijn wenscb en wü gehandeld, ik heb
n op dien weg gevolgd en daar wy beiden ge
hoorzaamheid geweigerd hebben aan een onbe»
twistharen plicht, zullen wij beiden gestraft wor
den. Wat die straf zal zijn weet ik niet, maar ik
sidder bij de voorspelling van uw vader: gij zult
in uwe kinderen gestraft worden."
„Houdt op, Flaviana. Als wij gezondigd heb
ben, moge de Heer ons vergeven; «naar «ns en*
geitje, ons dierbaar kind...."