beuilerton
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
N1EUWJAARSWENSCH
VIJF EN DERTIG GULDEN,
EERSTE BLAD
InuruKken van ueiiuag
Wat de Pers zegt
BUNNEN LANL)
Brandstoffendistributie.
De weüergevonden dochter
DINSDAG 21 DECEMBER 1920
44ste JAARGANG No 15319
DE AB0NNEMENÏ5PKUS BE0KAAÜT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN
PER KWARTAAL T 3-25
PER WEEKf O 25
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.577,
BUREAUX»
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1428, 2741 EN 1748.
ADVERTENTIÊN 35 CENTS PER REGEL-
BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING-
bureaux NASSAULAAN No.49, ot aan onze TIJDINGZAAL, GROOTE
hUUTSÏRAAT No 15, te HAARLEM, te doen bezorgen.
v. p. duidelijk met potlood invullen.
lieden keerden wij uit, aan den heer A, F, GOEBERT Dijk 129a
Spaarntiavn, de somma van
weaens het aan hem overkomen ongeval aan zijn linkerbeen.
DE DIRECTIE.
Dit
bestaat uit 2 bladen
marinisme.
DE VAKBëüVEGiNG LM uE SLAPTE IN
'T BtUrtiJFSLEVtN
AMB1ENAAR ZIJN.
Het Brardstoffenbureau zal op Vrijdag
24 en 31 December, 's middags I uur
gesloten zijn.
'Directeur Brandstoffen-B ureau,
R. 0. J. WILLINK.
Binnenlandsch Nieuws.
pik ben graal de Flessigny," antwoordde
(Wordt vervolgd.)
EUWE HAARLEMSCHE COURANT
NIEUWJAARSWENSCHEN
Wij maken onzen lezers bekend, dat ook dit jaar we deromde
gelegenheid wordt aangeboden tegen vergoeding van slechts
t 0-60 een NIEUWJAARSGROET »n onze
te plaatsen, welke echter niet meer dan 4 regels plaatsruimte
mag beslaan.
Dubbele grootte f 1.20. 1 Weedubbele grootte f 2.40.
De abonné's welke van deze meer en meer gebruikelijke wijze
van „wenschen aanbieden" gebruik willen maken, worden be
leefd verzocht onderstaande bon uiterlijk DINSDAG 28 DECEMBER
duidelijk ingevuld inet toevoeging van 1 aan onze
Ook onzen courantenbezorgers en agenten kan de ingevulde
bon ter hand worden gesteld-
Ondergeieekende verzoekt plaatsing van ondeistaanden
NIEUWJAARSGROET in het nummer van 31 December. (Het
bedrag ad fgaat 'hierbij).
stander in al het andere, de nieuwe president
Harding.
De befaamde Senator Borah heeft getracht
de meer vredelievende elementen in de Ameri
kaansche republiek aan een middel te helpen
om het nieuwe oorlogsgevaar, steeds dreigender
een zich sterk uitzettende Amerikaansche
zeemacht, te gemoet te komen, door het denk
beeld op te werpen, dat de drie groote zee
machten, Engeland, Amerika en Japan, hun
vioolbouw vijf jaren lang tot de helft- zouden
terugbrengen. Maar de ziel van het Amerikaan
sche marinisme, Minister Daniels, wees er op,
dat dit niet zou gaan, zoolang Amerika geen
lid was van een Verbond van Volkeren. Zoodat
alles nu 'neerkomt op de vraag: wat wil Har-
ling met zijn reorganisatie van den Volken-
oond?
Was het hem ernst, toen hij voorstelde, een
anderen Volkenbond te maken, waartoe de Ver
enigde Staten zouden kunnen toetreden? Is de
Amerikaansche politiek, die Argentinië aanzet
te om de eerste scheur in den Volkenbond te
maken en straks wellicht dit nog zoo zwakke
.nstituut gaat ondermijnen, door ook andere
'uid-Amerikaansche Staten op te zetten om hun
.idmaatschap op te zeggen is die politiek er
mkel op aangelegd om gemakkelijker een
betereu of in het geheel geen Volkenbond te
..rijgen? Dat dus Amerika voor de voortzetting
van zijn vioolbouw geen enkel moreel noch ma-
.erieel beletsel zou hebben.
Het antwoord op die vragen is voor de we
reld thans van het hoogste belang. Waarom de
eerste vergadering van den Volkenbond zoo
weinig aandacht aan de zeemacht heeft gewijd,
is nu wel duidelijk: tegenover den grooten bui-
.enstaander, Amerika, stond zij toch machte
loos.
Maar dat het veldwinnende internationale
■treven naar een duurzamen vrede alle aan
lacht op de ontwapening.... ter zee zal moe-
en richten, staat nu wel vast. De kolossus van
vet militarisme is aan den Rijn begraven, maar
voven Stille Zuidzee en Atlantische Oceaan
waart thans het spook van het marinisme.
nummer
140.
Toen gedurende de oorlogsjaren de afkeer
van het bloedig krijgsbedrijf voornamelijk zich
uitte in een groeienden haat tegen het militaris
me. het in alle onderdeden geperfectioneerde,
jaren lang vervolmaakte, wreede Duilsche mili
tarisme, toen werd er van Duitschen kant
voortdurend heengewezen naar die andere
macht, welke de wereld evenzeer bekneld hield,
n.m. het marinisme. Maar die Engelsche zee
macht was niet zichtbaar, trad niet op met dik
ke Bertha's en vergiftigde gassen, maaide niet
tienduizenden jonge menschenlevens in weini
ge uren weg, sprak dus niet zoo sterk tot de
Verbeelding der massa.
Niettemin was zij de ziel van den oorlog;
heeft zij de blokkade van midden-Europa moge
lijk gemaakt, de zee veilig gehouden voor troe
pentransporten en was wellicht de voornaamste
factor in de overwinning der Geallieerden.
Ook na den oorlog is over de.zeemacht wei
nig gesproken. De algemeene ontwapeningsge
dachte richt zich voornamelijk op vermindering
en afschaffing van de staande legers. Over de
marine hoort men weinig.
De eerste vergadering van den Volkenbond is
nu gesloten. De bijeenkomst heeft zooals wij
verwachtten geen directe resultaten opgele
verd om de wereld in een zoeten vredesslaap
te wiegen. Tot vermindering van bewapening,
laat staan ontwapening, is men niet kunnen ko
men; de één wacht op dei» ander en niemand
der groote heeren wil beginnen. Toch is er iets
bereikt: men heeft er druk over .bezuiniging op
de budgets van oorlog gesproken en elkaar be
loofd het volgend jaar een stap verder te gaan.
Ook de financieele moeilijkheden, waarmee de
oorlogvoerende staten van 1914-1918 thans te
kampen hebben, dwingen tot bezuiniging op le-
geruitgaven, zóó zeer, dat het meest militaris
tische land van het oogenblik. Frankrijk, de
vorige week zijn Minister van Oorlog deed
heengaan, die niet aan inkrimping van het leger
wilde meewerken.
Onder toejuichingen van heel het parlement,
verklaarde de Fransche Minister-president, dat
het land thans handen noodig had voor de
ploegschaar en anderen vredesarbeid, minder
dan voor het oorlogswerk.
Wij zouden dus eenige hoop op een duurza
men vrede in de naaste toekomst mogen koeste
ren, was er naast het landleger geen zeemacht,
naast het militarisme geen marinisme, dat de
wereld erger bedreigt, dan hel den? de Duit-
sche legers deden.
Herhaaldelijk heeft men den laatsten tijd be
richten kunnen lezen over de uitbreiding van
het Engelsche en Japansche, maar voornamelijk
van het Amerikaansche vlootplan.
De Vereenigde Staten zetlen met huivering
wekkende volharding den eenen grooten slag
kruiser narden andere op stapel; en de interna
tionale politiek teekent In de verte ook in groo
te lijnen een beeld, waarin dat Amerikaansche
marinisme terdege past.
Met Duitschland heeft de groote militaire
macht te land, heeft ook tevens het oude Euro
pa afgedaan. De strijd om de wereldmacht zal
een volgende maal zonder Duitschland, zonder
het vasie land van Europa worden uitgevoch
ten; de beslissing zal dan liggen op zee.
De Vereenigde Staten van Amerika zullen
meedingen in die worsteling en de leidende fi
guren van de groote republiek mogen in alles
verschillen, daarover zijn zij het eens. Het heet,
dat Amerika'» lange kustlijnen de grootste en
sterkste vloot der wereld noodzakelijk maken.
Dat meende Wilson; dat meent ook zijn tegen-
HET KENTEREND GETIJ.
De plannen van de werkgevers in den Loon-
raad van de Scheepvaart tot practische duurlebe-
strijding, verdienen voile aandacht, omdat met
een regelmatig doorwerken van de prijsverlaging,
zooals die in den groothandel zich doet gelden,
groote belangen worden gediend.
De „Nieuwe QH-" schrijft er over:
„Voor bepaalde groepen van middenstan
ders, die nog met groote voorruden zitten
opgescheept, is deze zaak uiteraard zeer
moeilijk.
Reeds nu is bet publiek geneigd bij be
langrijke prijsverminderingen te vergeten,
dat aitlians op een deel van de aldus ge
prijsde artikelen geld moet worden verloren
en veronderstelt het dat dus vroeger veel te
veel gevraagd is. Dat maakt de prijspolitiek
voor onzen winkelstand zeer moeilijk.
Een zich aanpassen by het nieuwe prijs
niveau is op zich zelf niet onredelijk omdat
inderlyd de voor lagere prijzen ingekochte
voorraden ook de prijsstijging hebben mee
gemaakt. De winkeliers, die deze buitenge
wone winsten destijds hebben gereserveerd
voor het geval, dat thans is ingetreden,
kunnen een stootje velen en desnoods met
vry belangrijk verlies pogen de dure voor
raden te liquideeren.
Niet ieder is evenwel zoo verstandig ge
weest en nu wil het geval, dat door deze
prijsverlaging ten onrechte de indruk geves
tigd wordt van overgroote winstneming in
vroeger dagen, ook door die middenstanders
die zioh daaraan niet hebben schuldig ge
maakt
Toch is het de cenig mogelijke politiek,
wil men de misère niet noodelous verlengen.
De prijsverlaging moet doorzetten ook in
verband met de onuitblijfbare loonsverla
ging, die een verdere daling der prijzen moet
helpen mogelijk maken. De winkeliers die
aarzelen thans verlies te nemen, bestendigen
ten eigen nadeele het kwaad. De meeste
middenstanders en die met het beste inzicht,
handelen overeenkomstig deze opvatting,
maar juist degenen, die het meest in volks
buurten opereeren, zijn over het algemeen
niet de meest kapitaalkrachtige winkeliers
en die met het meeste inzicht. Een maatre
gel als thans in Rotterdam en Amsterdam
door de werknemers in het transportbedrijf
wordt genomen, zal hen nopen tot medewer
king aan de bestrijding der duurte."
De „R.-K. Vakbeweging" publiceert de cijfers
van bet derde kwartaal van dit jaar. Er is nog
een vooruitgang van 3018 leden op het R.-K.
Vakbureau, maar deze zijn verkregen door de
toetreding van den Chr. Mijnwerkersbond. Ai.
ders zou er verlies zijn geweest. De gezameniijae
vakbonden verloren 3763 leden en wonnen
slechts 1391.
Hel totaal leden lier R.-K. arbeidersorganisatie,
is nu 158.222.
Bij de roode vakcentrales heeft de slapte in
't bedrijfsleven en hebben andere oorzaken diep
gaande verwoestingen aangericht.
Het N.V.V. is in 't derde kwartaal gedaald van
248.068, op 231.842, dus met 17.126 leden.
Dat overtreft nog bet voorgaande kwartaal,
toen de teruggang 12,228 leden was.
In het laatste halt jaar uus een verlies van
30.354 leden, ot ruim 11 proeent.
Nog erger was het bij het N. A. S. Daar liep
het ledental in het derde kwartaal- terug van
46.980 op 38.573, dus met 8407 leden, tegen 3171
leden in het voorgaande kwartaal.
Het N. A. S. liep dus in hel laatste half jaar
terug met 11.578 leden, ot met ruim 23 procent.
Te zamen verloren de socialistische vakcen
trale» dus 41.932 leden.
Inderdaad een geduchte aftakeling.
De verliezen bij het N. A. S. komen grooteu-
deels voor rekening van de Transportarbeiders,
de Bouwvakarbeiders, de Fabrieksarbeiders en
de Metaalbewerkers.
Bij het N. V. V. heeft ook de Transportarbei
dersbond de grootste aderlating ondergaan. Die
ging met 10.700 leden achteruit. Vervolgens vei-
loren het Overheiuspersoueel 2562, de Landar
beiders 2506, üe Fabrieksarbeiders 2102, de Me
taalbewerkers 1899, de Textielarbeiders 1050, de
Kleermakers 980 leden enz.
Alleen de Typograleu en de Opzichters en
Teekeuaars gingen met enkele leden vooruiL
Als we nu bij de Socialisten, Communisten en
Anarchisten, den stand der rekening opmaken,
dan zien We daaruit, dat, vergelijkende wijze ge
sproken, de R.-K. Vakbeweging er uitmuntend
voorstaat.
Waaruit echter allerminst het besluit te trek
ken valt, dat er voor onze Vakbeweging geen
gevaar dreigt.
Het tegendeel is waar.
Nu een diep-ingrijpende maatschappelijke
crisis is in aantocht is, moet de R.-K. Vakbewe
ging daartegen bestand gemaakt worden.
Dit kan alleen door een eenheid als van gra
niet op den grondslag der Katholieke beginselen.
Slechts dan kunnen de dingen die komen zul
len, onvervaard ouder de oogen worden gezien.
In de „Residentiebode" treffen we, naar aan
leiding van de afstraffing der ambtenaren in de
Tweede Kamer, bij monde van Mr. Marchant
toegediend, een beschouwing aan over de ambte
naren, waarin deze in 3 categoriën verdeeld wor
den.
„De eerstecategorie bestaat uit de dienstdoe
ners, dat zyn zij, die aan stiptheid en correct
heid by hun werk niets te wen
schen overlaten, d.w.z, zy trachten hun plicht
zoo goed mogelijk te vervullen. Eiken morgen
zijn zij op tijd, zij hebben geen last van bureau-
ziek zijn en vervullen als de getrouwen dienst
knecht uit het Evangelie hun plicht.
Jammer genoeg zijn er onder de ambtenaren
personen, die men geen dienstdoeners noemt,
ofwel betitelt als lijntrekkers. Zij weten zich al
les zoo gemakkelijk mogelijk te maken, komen
geregeld te laat en dan nog met een pretentie,
alsof het zoo hoorde, het moeilijkste werk schui
ven zij op een ander, commandeeren kunnen zij
uitstekend, net alsof hun collega's hun knechtjes
waren. Alleen tegen het einde van de maand wor
den eenigen van hen vriendelijker, want dan
moet er geld geleend worden. Op een handige
manier weten zulke personen nog hun chefs
zand in de oogen te strooien en doen zich in
hun tegenwoordigheid uiterst geschikt voor, al
gaat het soms ten koste van een ander. Zij krij
gen onverdiend het predicaat „n ambtenaar,
uiterst geschikt."
De ainbtenaars-uit-protectie zijn een bijzonder
soort mensehen ouder de ambtenaren, zij verdie
nen het zout in de soep niet en gaan met de bes
te baantjes strijken. Het zijn degenen, die door
protectie zich hebben weten in te dringen. Deze
personen treft men het meest onder de vrouwe
lijke ambtenaren (de goede vrouwelijke ambtena
ren duiden mij dit niet ten kwadej. Zij maken
van 'n Ministerie een Tea-room of een Leesbi
bliotheek. Zij komen er wel, wetende, dat zij
gesteund worden, door, zooals men dat noemt
in den volksmond, de „Kruiwagen".
Treurig is 't, dat een getrouwd amblenaar bij
zulke personen wordt ten achter gesteld. Het Mi
nisterie is toch geen instituut voor weldadigheid,
geen onderdak voor vrouwelijke of mannelijke
niets-doeners? Zulke personen zijn mislukte amb
tenaren en als men over personen in de twee
laatste categoriën heeft hooren spreken of zelf
heeft meegemaakt, ja dan kan men denken, dat
een oud-Minister, Sam van Houten er toe kwam
te zeggen: „als je met je jongen in den weg zit,
laat hem dan klerk of kellner worden."
Maar zulke ambtenaren zijn een bureau-stoel
niet waard, ze zijn de pest voor de Maatschap
pij en een ergernis voor hun collega's. Voor den
tijdelijken, getrouwden amblenaar met kinderen
zijn zij een rcchtmatigen doorn in 't oog, wijl die
ambtenaren-uit-protectie een sta in den weg zijn
voor zijn carrière.
Wanneer men de Departementale boomen wil
besnoeien om het argument van bezuiniging door
te voeren, is dat 'goed, doch men zorge met de
kwade takken niet de goede takken af Ie snij
den en niet menschen, die als ambtenaar hun
beste krachten gaven, gelijk brandhout dat men
weggooit, te behandelen."
PROF. VERAART OVER DEN MIDDENSTAND
In de R.-K. Studentenvereeniging te Delft,
heeft prof. Mr. Veraart een belangrijke redt
over den Middenstand gehouden, waaraan w.
een en ander ontleenen:
In den handeldrijvende» en industriëelca
Middenstand, aldus Mr. Veraart, zit iets, dat
aantrekt En. ook zijn er eigenschappen en
hoedanigheden aanwezig, die onsympathiek
aandoen. Wat is 't sympathieke? De zelfstan
dige arbeid en wel van den morgen tot den
avond, met het uitzicht in de maatschappij
iets te worden of Ie blijven, zooals andere eco
nomische groepen niet kennen. Dat zij zelf
standig wenschen te blijven, en door altijd bij
hun zaak te zijn, vooruit te komen. Doch dan
weten we ook meteen de onsympathieke
zijde, n.1. dat zij juist door dat werken en
zwoegen zoó'n materieelen indruk maken,
vooral de handeldrijvende groep. In hun zucht
naar winstbejag zoeken zij naar allerlei wegen
om financieele resultaten te bereiken, 't Schijnt
dat de handelsman daar nog meer op uitgaat
dan de industrieele. De industrie schijnt daan
niet zoo ontvankelijk voor te zijn. Daar staat
mede in verband het bijzondere lage cultuur,
peil, dat veel lager is» dan dat der arbeiders*
klasse. Groote groepen uit de arbeidersklasse
houden zich bezig met onstoffelijke dingen, bel
geen bij den middenstanders niet het geval
Cultureel staan (Jeze dan ook niet hoog. In'
het organisatieleven lijden zij aan voosheid en
holheid. Men krijgt de middenstanders nog eer«'
der in de standsorganisatie dan in de de rak.
organisatie. Zoowel Katholieke als Christelijk*
en neutrale middenstanders beschouwen hun
•contributie als een cadeautje aan de vereeni*
ging. Of ze betalen niet, of beweren niets tfl
maken te hebben met de organisatie. Dal ver*
schijnsel doet zich voor in elke organisatie,
doch bij den middenstand in erge mate. E«
dan is men steeds voor lage contributie. D*
arbeiderscontributie beloopt soms wel een gul*
den per week; bij een arbeidsorganisatie bp.
draagt de begrooting wei zes Ion; men werkl
met 60 vrijgestelden en 30 ambtenaren en 30
bedienden. Bij de patroons betaalt men 10 A
15 gulden per jaar contributie, en men heeft
groole moeite dat tot 20 gulden te verhoogen
hun vrijgestelden krijgen slechU de helft va*
't salaris van dat der arbeiders
De middenstanders staan nog pas nitmn be*
JJaar het Fransch van RAOUL DE NAVERY.
bewerkt door
L. M. VAN PINXTEREN, R.-K. Pr,'
Mevrouw de Flassigny boog het hoofd in de
handen en haar echtgenoot hoorde haar snik
ken.
„Ach," zeide hij, „ik heb u niet gelukkig kun
nen maken."
„Ja, het is waar," antwoordde zy, „ik ben
bang. En gij zelf...."
„Ik heb heden een schip gezien onder de
Fransche vlag en daarom ben ik onrustig. Met
ieder schip verwacht ik tijdingen omtrent mijn
vader. Als hij aileen te Parijs was, zou ik mis
schien gewanhoopt hebben, lieve vrouw; maar ik
heb abbé Régis, miju ouden leermeester en twee
den vader, bij hem gelaten met de opdracht mij
tnet mijn vader te verzoenen."
„liet is reeds zeven jaar geleden, dat wij
heen gingen, Humbert."
„Al dien tijd bespiedt hij het gunstig
doge ib.tk om onze" zaak te bepleiten. Bij de
geboorte vau, Dolores kwam de gedachte ja
hein cp, dat ons kind een onderpand van
verzoening zou zijn; maar helaas, het hart
van mijn vader bleef tot nog toe geslolen.
Maar eens zal het woord van vergiffenis over
zijne lippen komen; dan zullen wij de parei-
visscherij verknopen; ik zal een groot for
tuin bezitten en wij zullen naar Frankrijk
lerugkeereu, waar ik u een vaderland en een
familie zal schenken."
Het vertrouwen van haar echtgenoot be
daarde haar een weinig, zonder echter hare
onrust geheel weg te nemen.
Den volgenden morgen beloofde een zoo
schoonen dag, dat de graaf zijne echtgenooie
er toe overliaalde een tochtje langs de kust
te maken. Zij waren op eenigeu afstand van
het strand, toen een böolje het schip, dat de
graaf den vorigen avond gezien had. veiTie'
en zich naar hunne woning ridilte. Hij beval
aan zijne roeiers zich naar het bootje, dal
een met leliën bezaaiden wimpel droeg, te
wenden en toen hij ztch ouder de kust be
vond riep hij den man, die het bcstuurJe,
aan en vroeg hem of hij met een boodschap
belast was.
„Ja, mijnheer!" antwoordde de zeeman, „ik
moet een brief overhandigen aan graaf de
Hessigny, en hem vragen wanneer myu
meester, kaitein Taveuec, hem zijne cpwnen
ting kan maken."
Humbert, „geef mij deu brief en zeg aan uw
meester, dat hij mij eene eer en genoegen
zal doen, ais hij mijue gastvrijheid wil aan
vaarden zoolang zijn sch.p in lading is."
Twee riemslagen Wachten de booten bij
elkander, de graaf strekte de hand uit, ont
ving den brief en gat een goede fooi aan den
matroos, daarna gingen de beide booten in
verschillende richting, de eeue naar het schip,
dat in de baai van Panama geaökerd lag, ac
andere naar ae parelvisscherij.
Bij den eersten blik l»ad de Flessigny het
schrift herkend, en zeide tot zijne eclitge-
noote: „Ik zeide het u gisteren wel, ik ver
wachtte lijding van mijn goeden leermeester."
De brief brandde hem ia de handen, maar
hij had geen moed hem in tegeuwooruignei-1
va a getuigen, hoe gering zij dan ook waren,
te lezen; daarom wachtte- hij lot hij thu:s
was om mei bevende hand de zejcls te ver
breken. Ma via na stortte een stil ^ebed. Plot
seling deed hij een luiden kreet hooren.
„Wal is er?" vroeg zijne echtgenooie.
„Mijn vader is zeer ziek. Zonder direct in
gevaar le verkeeren, is hij toch gelrotteu door
'een van die aauvahen, die ons de maclit van
bewegen en van denken ontnemen. Men
vreest een geilede vei latummg. Aooe Kegts
is Ue man met om zich zonder reden ongerust
ie maken, en om te spreken zooals hij nu
doet» $C .veelt» de4 ttts&land van taijn
vader te vreezeu Zijn. Maar hoor het einde van
zyn brief, en daarna zult gjj beslissen."
„Laat mij spoedig hooren," zeide Flavians
angstig. t
pik zou meenen aan niyn genegenheid je-
seus u te kort te komen als ik u de waar
heid verborgen hield; maar hoe droevig die
ook zij, heeit zij in mij eenige hoop doen
ontkiemen. Uw vader mag niet met haal
m het hart sterven, dan zou God hem van
ile eeuwige zaligheid "uitsluiten. Het lijden
van het lichaam zal de ziel vermurwen, d.e
in sommige opzichten zoo hard, maar in
andere zoo mateloos goed is. Wat komt hel
middel u op aan, waarvan de Heer zich be
dient, indien dat middel slaagt? Ik heb dus
een plan gevormd, dat ik u voorleg. Wij
leven hier in een algezonderdlieid, aie, at
valt zij"" niet zwaar aan my, die sieclils voor
deu goeden God en de wêienschap leef, toch
voor den markies drukkend moet zijn. Zoo-
hi jgezond was, hebben de bewegingen
van jacht en roeien neut met geweid al-
geleid van een gedachie, die een wroeging
moet zijn; maar thans is hij gekluisterd aan
zijn zetel, berooid van zijn vrienden, en zal
de verveling der dagen en de soberheid der
avonden ondervinden. Het gezelschap van een
ouden priester, zooals ik beu, is niet vroolijk,
ik kan hem slechts spreken over mijn God,
die een üod jaü Maftühajiügheid js, maar
Wiens Naam hem Oa.ua maakt, en over (1*
armen, die ik tracht bij te slaan. Ziehier dus,
C «««MJV» j
wol ik droom. De zeven jaren» die sinds uvnJ
het)
huwelijk verloopeu zijn, hebben zeker
gelaal van Mevrouw de Flessigny een weinig
veranderd, en Dolores heeft hij nog nooit t*e- -
zien. Als gij zeit naar Parijs kwaamt oat
vergiffenis voor uw ongehoorzaamheid te vra<«
gen, zoudt gij zonder twytel worden wegge»
iaagd; maar als uwe vrouw en dochter doo*
een kleine list een middel vonden om m a«
omgeving van den markies te komen en
dat middel zal ik wel vjnden en de zieke*
die ons niets vaji zijne droetheid zegt. maai*'
die toch door een geheime smart verteer^
wordt, pau de tegenwoordigheid van uw*
vrouw en dochter gewend is, dan zai ik hun,
naam bekend maken. Zou hij duu den mowj
hebben ze te verjagen? ik geloot het niet.
Het is de moeite waard zulks le beproeven.
Bovendien» mijn wetbemiude leening en
vriend, gij hebt het aoel bereikt, dat gij u
zeiven gesteld had, uw torluin is gemaakt*
maak uwe bezittingen ten gelde eu kom u
Le Parijs wede»; bjj uwe vrouw ca dochter
voegen,