beuilerton NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT N1EUWJAARSWENSCH VIJF EN DERTIG GULDEN, EERSTE BLAD InuruKken van ueiiuag Wat de Pers zegt BUNNEN LANL) Brandstoffendistributie. De weüergevonden dochter DINSDAG 21 DECEMBER 1920 44ste JAARGANG No 15319 DE AB0NNEMENÏ5PKUS BE0KAAÜT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN PER KWARTAAL T 3-25 PER WEEKf O 25 FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.577, BUREAUX» NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1428, 2741 EN 1748. ADVERTENTIÊN 35 CENTS PER REGEL- BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING- bureaux NASSAULAAN No.49, ot aan onze TIJDINGZAAL, GROOTE hUUTSÏRAAT No 15, te HAARLEM, te doen bezorgen. v. p. duidelijk met potlood invullen. lieden keerden wij uit, aan den heer A, F, GOEBERT Dijk 129a Spaarntiavn, de somma van weaens het aan hem overkomen ongeval aan zijn linkerbeen. DE DIRECTIE. Dit bestaat uit 2 bladen marinisme. DE VAKBëüVEGiNG LM uE SLAPTE IN 'T BtUrtiJFSLEVtN AMB1ENAAR ZIJN. Het Brardstoffenbureau zal op Vrijdag 24 en 31 December, 's middags I uur gesloten zijn. 'Directeur Brandstoffen-B ureau, R. 0. J. WILLINK. Binnenlandsch Nieuws. pik ben graal de Flessigny," antwoordde (Wordt vervolgd.) EUWE HAARLEMSCHE COURANT NIEUWJAARSWENSCHEN Wij maken onzen lezers bekend, dat ook dit jaar we deromde gelegenheid wordt aangeboden tegen vergoeding van slechts t 0-60 een NIEUWJAARSGROET »n onze te plaatsen, welke echter niet meer dan 4 regels plaatsruimte mag beslaan. Dubbele grootte f 1.20. 1 Weedubbele grootte f 2.40. De abonné's welke van deze meer en meer gebruikelijke wijze van „wenschen aanbieden" gebruik willen maken, worden be leefd verzocht onderstaande bon uiterlijk DINSDAG 28 DECEMBER duidelijk ingevuld inet toevoeging van 1 aan onze Ook onzen courantenbezorgers en agenten kan de ingevulde bon ter hand worden gesteld- Ondergeieekende verzoekt plaatsing van ondeistaanden NIEUWJAARSGROET in het nummer van 31 December. (Het bedrag ad fgaat 'hierbij). stander in al het andere, de nieuwe president Harding. De befaamde Senator Borah heeft getracht de meer vredelievende elementen in de Ameri kaansche republiek aan een middel te helpen om het nieuwe oorlogsgevaar, steeds dreigender een zich sterk uitzettende Amerikaansche zeemacht, te gemoet te komen, door het denk beeld op te werpen, dat de drie groote zee machten, Engeland, Amerika en Japan, hun vioolbouw vijf jaren lang tot de helft- zouden terugbrengen. Maar de ziel van het Amerikaan sche marinisme, Minister Daniels, wees er op, dat dit niet zou gaan, zoolang Amerika geen lid was van een Verbond van Volkeren. Zoodat alles nu 'neerkomt op de vraag: wat wil Har- ling met zijn reorganisatie van den Volken- oond? Was het hem ernst, toen hij voorstelde, een anderen Volkenbond te maken, waartoe de Ver enigde Staten zouden kunnen toetreden? Is de Amerikaansche politiek, die Argentinië aanzet te om de eerste scheur in den Volkenbond te maken en straks wellicht dit nog zoo zwakke .nstituut gaat ondermijnen, door ook andere 'uid-Amerikaansche Staten op te zetten om hun .idmaatschap op te zeggen is die politiek er mkel op aangelegd om gemakkelijker een betereu of in het geheel geen Volkenbond te ..rijgen? Dat dus Amerika voor de voortzetting van zijn vioolbouw geen enkel moreel noch ma- .erieel beletsel zou hebben. Het antwoord op die vragen is voor de we reld thans van het hoogste belang. Waarom de eerste vergadering van den Volkenbond zoo weinig aandacht aan de zeemacht heeft gewijd, is nu wel duidelijk: tegenover den grooten bui- .enstaander, Amerika, stond zij toch machte loos. Maar dat het veldwinnende internationale ■treven naar een duurzamen vrede alle aan lacht op de ontwapening.... ter zee zal moe- en richten, staat nu wel vast. De kolossus van vet militarisme is aan den Rijn begraven, maar voven Stille Zuidzee en Atlantische Oceaan waart thans het spook van het marinisme. nummer 140. Toen gedurende de oorlogsjaren de afkeer van het bloedig krijgsbedrijf voornamelijk zich uitte in een groeienden haat tegen het militaris me. het in alle onderdeden geperfectioneerde, jaren lang vervolmaakte, wreede Duilsche mili tarisme, toen werd er van Duitschen kant voortdurend heengewezen naar die andere macht, welke de wereld evenzeer bekneld hield, n.m. het marinisme. Maar die Engelsche zee macht was niet zichtbaar, trad niet op met dik ke Bertha's en vergiftigde gassen, maaide niet tienduizenden jonge menschenlevens in weini ge uren weg, sprak dus niet zoo sterk tot de Verbeelding der massa. Niettemin was zij de ziel van den oorlog; heeft zij de blokkade van midden-Europa moge lijk gemaakt, de zee veilig gehouden voor troe pentransporten en was wellicht de voornaamste factor in de overwinning der Geallieerden. Ook na den oorlog is over de.zeemacht wei nig gesproken. De algemeene ontwapeningsge dachte richt zich voornamelijk op vermindering en afschaffing van de staande legers. Over de marine hoort men weinig. De eerste vergadering van den Volkenbond is nu gesloten. De bijeenkomst heeft zooals wij verwachtten geen directe resultaten opgele verd om de wereld in een zoeten vredesslaap te wiegen. Tot vermindering van bewapening, laat staan ontwapening, is men niet kunnen ko men; de één wacht op dei» ander en niemand der groote heeren wil beginnen. Toch is er iets bereikt: men heeft er druk over .bezuiniging op de budgets van oorlog gesproken en elkaar be loofd het volgend jaar een stap verder te gaan. Ook de financieele moeilijkheden, waarmee de oorlogvoerende staten van 1914-1918 thans te kampen hebben, dwingen tot bezuiniging op le- geruitgaven, zóó zeer, dat het meest militaris tische land van het oogenblik. Frankrijk, de vorige week zijn Minister van Oorlog deed heengaan, die niet aan inkrimping van het leger wilde meewerken. Onder toejuichingen van heel het parlement, verklaarde de Fransche Minister-president, dat het land thans handen noodig had voor de ploegschaar en anderen vredesarbeid, minder dan voor het oorlogswerk. Wij zouden dus eenige hoop op een duurza men vrede in de naaste toekomst mogen koeste ren, was er naast het landleger geen zeemacht, naast het militarisme geen marinisme, dat de wereld erger bedreigt, dan hel den? de Duit- sche legers deden. Herhaaldelijk heeft men den laatsten tijd be richten kunnen lezen over de uitbreiding van het Engelsche en Japansche, maar voornamelijk van het Amerikaansche vlootplan. De Vereenigde Staten zetlen met huivering wekkende volharding den eenen grooten slag kruiser narden andere op stapel; en de interna tionale politiek teekent In de verte ook in groo te lijnen een beeld, waarin dat Amerikaansche marinisme terdege past. Met Duitschland heeft de groote militaire macht te land, heeft ook tevens het oude Euro pa afgedaan. De strijd om de wereldmacht zal een volgende maal zonder Duitschland, zonder het vasie land van Europa worden uitgevoch ten; de beslissing zal dan liggen op zee. De Vereenigde Staten van Amerika zullen meedingen in die worsteling en de leidende fi guren van de groote republiek mogen in alles verschillen, daarover zijn zij het eens. Het heet, dat Amerika'» lange kustlijnen de grootste en sterkste vloot der wereld noodzakelijk maken. Dat meende Wilson; dat meent ook zijn tegen- HET KENTEREND GETIJ. De plannen van de werkgevers in den Loon- raad van de Scheepvaart tot practische duurlebe- strijding, verdienen voile aandacht, omdat met een regelmatig doorwerken van de prijsverlaging, zooals die in den groothandel zich doet gelden, groote belangen worden gediend. De „Nieuwe QH-" schrijft er over: „Voor bepaalde groepen van middenstan ders, die nog met groote voorruden zitten opgescheept, is deze zaak uiteraard zeer moeilijk. Reeds nu is bet publiek geneigd bij be langrijke prijsverminderingen te vergeten, dat aitlians op een deel van de aldus ge prijsde artikelen geld moet worden verloren en veronderstelt het dat dus vroeger veel te veel gevraagd is. Dat maakt de prijspolitiek voor onzen winkelstand zeer moeilijk. Een zich aanpassen by het nieuwe prijs niveau is op zich zelf niet onredelijk omdat inderlyd de voor lagere prijzen ingekochte voorraden ook de prijsstijging hebben mee gemaakt. De winkeliers, die deze buitenge wone winsten destijds hebben gereserveerd voor het geval, dat thans is ingetreden, kunnen een stootje velen en desnoods met vry belangrijk verlies pogen de dure voor raden te liquideeren. Niet ieder is evenwel zoo verstandig ge weest en nu wil het geval, dat door deze prijsverlaging ten onrechte de indruk geves tigd wordt van overgroote winstneming in vroeger dagen, ook door die middenstanders die zioh daaraan niet hebben schuldig ge maakt Toch is het de cenig mogelijke politiek, wil men de misère niet noodelous verlengen. De prijsverlaging moet doorzetten ook in verband met de onuitblijfbare loonsverla ging, die een verdere daling der prijzen moet helpen mogelijk maken. De winkeliers die aarzelen thans verlies te nemen, bestendigen ten eigen nadeele het kwaad. De meeste middenstanders en die met het beste inzicht, handelen overeenkomstig deze opvatting, maar juist degenen, die het meest in volks buurten opereeren, zijn over het algemeen niet de meest kapitaalkrachtige winkeliers en die met het meeste inzicht. Een maatre gel als thans in Rotterdam en Amsterdam door de werknemers in het transportbedrijf wordt genomen, zal hen nopen tot medewer king aan de bestrijding der duurte." De „R.-K. Vakbeweging" publiceert de cijfers van bet derde kwartaal van dit jaar. Er is nog een vooruitgang van 3018 leden op het R.-K. Vakbureau, maar deze zijn verkregen door de toetreding van den Chr. Mijnwerkersbond. Ai. ders zou er verlies zijn geweest. De gezameniijae vakbonden verloren 3763 leden en wonnen slechts 1391. Hel totaal leden lier R.-K. arbeidersorganisatie, is nu 158.222. Bij de roode vakcentrales heeft de slapte in 't bedrijfsleven en hebben andere oorzaken diep gaande verwoestingen aangericht. Het N.V.V. is in 't derde kwartaal gedaald van 248.068, op 231.842, dus met 17.126 leden. Dat overtreft nog bet voorgaande kwartaal, toen de teruggang 12,228 leden was. In het laatste halt jaar uus een verlies van 30.354 leden, ot ruim 11 proeent. Nog erger was het bij het N. A. S. Daar liep het ledental in het derde kwartaal- terug van 46.980 op 38.573, dus met 8407 leden, tegen 3171 leden in het voorgaande kwartaal. Het N. A. S. liep dus in hel laatste half jaar terug met 11.578 leden, ot met ruim 23 procent. Te zamen verloren de socialistische vakcen trale» dus 41.932 leden. Inderdaad een geduchte aftakeling. De verliezen bij het N. A. S. komen grooteu- deels voor rekening van de Transportarbeiders, de Bouwvakarbeiders, de Fabrieksarbeiders en de Metaalbewerkers. Bij het N. V. V. heeft ook de Transportarbei dersbond de grootste aderlating ondergaan. Die ging met 10.700 leden achteruit. Vervolgens vei- loren het Overheiuspersoueel 2562, de Landar beiders 2506, üe Fabrieksarbeiders 2102, de Me taalbewerkers 1899, de Textielarbeiders 1050, de Kleermakers 980 leden enz. Alleen de Typograleu en de Opzichters en Teekeuaars gingen met enkele leden vooruiL Als we nu bij de Socialisten, Communisten en Anarchisten, den stand der rekening opmaken, dan zien We daaruit, dat, vergelijkende wijze ge sproken, de R.-K. Vakbeweging er uitmuntend voorstaat. Waaruit echter allerminst het besluit te trek ken valt, dat er voor onze Vakbeweging geen gevaar dreigt. Het tegendeel is waar. Nu een diep-ingrijpende maatschappelijke crisis is in aantocht is, moet de R.-K. Vakbewe ging daartegen bestand gemaakt worden. Dit kan alleen door een eenheid als van gra niet op den grondslag der Katholieke beginselen. Slechts dan kunnen de dingen die komen zul len, onvervaard ouder de oogen worden gezien. In de „Residentiebode" treffen we, naar aan leiding van de afstraffing der ambtenaren in de Tweede Kamer, bij monde van Mr. Marchant toegediend, een beschouwing aan over de ambte naren, waarin deze in 3 categoriën verdeeld wor den. „De eerstecategorie bestaat uit de dienstdoe ners, dat zyn zij, die aan stiptheid en correct heid by hun werk niets te wen schen overlaten, d.w.z, zy trachten hun plicht zoo goed mogelijk te vervullen. Eiken morgen zijn zij op tijd, zij hebben geen last van bureau- ziek zijn en vervullen als de getrouwen dienst knecht uit het Evangelie hun plicht. Jammer genoeg zijn er onder de ambtenaren personen, die men geen dienstdoeners noemt, ofwel betitelt als lijntrekkers. Zij weten zich al les zoo gemakkelijk mogelijk te maken, komen geregeld te laat en dan nog met een pretentie, alsof het zoo hoorde, het moeilijkste werk schui ven zij op een ander, commandeeren kunnen zij uitstekend, net alsof hun collega's hun knechtjes waren. Alleen tegen het einde van de maand wor den eenigen van hen vriendelijker, want dan moet er geld geleend worden. Op een handige manier weten zulke personen nog hun chefs zand in de oogen te strooien en doen zich in hun tegenwoordigheid uiterst geschikt voor, al gaat het soms ten koste van een ander. Zij krij gen onverdiend het predicaat „n ambtenaar, uiterst geschikt." De ainbtenaars-uit-protectie zijn een bijzonder soort mensehen ouder de ambtenaren, zij verdie nen het zout in de soep niet en gaan met de bes te baantjes strijken. Het zijn degenen, die door protectie zich hebben weten in te dringen. Deze personen treft men het meest onder de vrouwe lijke ambtenaren (de goede vrouwelijke ambtena ren duiden mij dit niet ten kwadej. Zij maken van 'n Ministerie een Tea-room of een Leesbi bliotheek. Zij komen er wel, wetende, dat zij gesteund worden, door, zooals men dat noemt in den volksmond, de „Kruiwagen". Treurig is 't, dat een getrouwd amblenaar bij zulke personen wordt ten achter gesteld. Het Mi nisterie is toch geen instituut voor weldadigheid, geen onderdak voor vrouwelijke of mannelijke niets-doeners? Zulke personen zijn mislukte amb tenaren en als men over personen in de twee laatste categoriën heeft hooren spreken of zelf heeft meegemaakt, ja dan kan men denken, dat een oud-Minister, Sam van Houten er toe kwam te zeggen: „als je met je jongen in den weg zit, laat hem dan klerk of kellner worden." Maar zulke ambtenaren zijn een bureau-stoel niet waard, ze zijn de pest voor de Maatschap pij en een ergernis voor hun collega's. Voor den tijdelijken, getrouwden amblenaar met kinderen zijn zij een rcchtmatigen doorn in 't oog, wijl die ambtenaren-uit-protectie een sta in den weg zijn voor zijn carrière. Wanneer men de Departementale boomen wil besnoeien om het argument van bezuiniging door te voeren, is dat 'goed, doch men zorge met de kwade takken niet de goede takken af Ie snij den en niet menschen, die als ambtenaar hun beste krachten gaven, gelijk brandhout dat men weggooit, te behandelen." PROF. VERAART OVER DEN MIDDENSTAND In de R.-K. Studentenvereeniging te Delft, heeft prof. Mr. Veraart een belangrijke redt over den Middenstand gehouden, waaraan w. een en ander ontleenen: In den handeldrijvende» en industriëelca Middenstand, aldus Mr. Veraart, zit iets, dat aantrekt En. ook zijn er eigenschappen en hoedanigheden aanwezig, die onsympathiek aandoen. Wat is 't sympathieke? De zelfstan dige arbeid en wel van den morgen tot den avond, met het uitzicht in de maatschappij iets te worden of Ie blijven, zooals andere eco nomische groepen niet kennen. Dat zij zelf standig wenschen te blijven, en door altijd bij hun zaak te zijn, vooruit te komen. Doch dan weten we ook meteen de onsympathieke zijde, n.1. dat zij juist door dat werken en zwoegen zoó'n materieelen indruk maken, vooral de handeldrijvende groep. In hun zucht naar winstbejag zoeken zij naar allerlei wegen om financieele resultaten te bereiken, 't Schijnt dat de handelsman daar nog meer op uitgaat dan de industrieele. De industrie schijnt daan niet zoo ontvankelijk voor te zijn. Daar staat mede in verband het bijzondere lage cultuur, peil, dat veel lager is» dan dat der arbeiders* klasse. Groote groepen uit de arbeidersklasse houden zich bezig met onstoffelijke dingen, bel geen bij den middenstanders niet het geval Cultureel staan (Jeze dan ook niet hoog. In' het organisatieleven lijden zij aan voosheid en holheid. Men krijgt de middenstanders nog eer«' der in de standsorganisatie dan in de de rak. organisatie. Zoowel Katholieke als Christelijk* en neutrale middenstanders beschouwen hun •contributie als een cadeautje aan de vereeni* ging. Of ze betalen niet, of beweren niets tfl maken te hebben met de organisatie. Dal ver* schijnsel doet zich voor in elke organisatie, doch bij den middenstand in erge mate. E« dan is men steeds voor lage contributie. D* arbeiderscontributie beloopt soms wel een gul* den per week; bij een arbeidsorganisatie bp. draagt de begrooting wei zes Ion; men werkl met 60 vrijgestelden en 30 ambtenaren en 30 bedienden. Bij de patroons betaalt men 10 A 15 gulden per jaar contributie, en men heeft groole moeite dat tot 20 gulden te verhoogen hun vrijgestelden krijgen slechU de helft va* 't salaris van dat der arbeiders De middenstanders staan nog pas nitmn be* JJaar het Fransch van RAOUL DE NAVERY. bewerkt door L. M. VAN PINXTEREN, R.-K. Pr,' Mevrouw de Flassigny boog het hoofd in de handen en haar echtgenoot hoorde haar snik ken. „Ach," zeide hij, „ik heb u niet gelukkig kun nen maken." „Ja, het is waar," antwoordde zy, „ik ben bang. En gij zelf...." „Ik heb heden een schip gezien onder de Fransche vlag en daarom ben ik onrustig. Met ieder schip verwacht ik tijdingen omtrent mijn vader. Als hij aileen te Parijs was, zou ik mis schien gewanhoopt hebben, lieve vrouw; maar ik heb abbé Régis, miju ouden leermeester en twee den vader, bij hem gelaten met de opdracht mij tnet mijn vader te verzoenen." „liet is reeds zeven jaar geleden, dat wij heen gingen, Humbert." „Al dien tijd bespiedt hij het gunstig doge ib.tk om onze" zaak te bepleiten. Bij de geboorte vau, Dolores kwam de gedachte ja hein cp, dat ons kind een onderpand van verzoening zou zijn; maar helaas, het hart van mijn vader bleef tot nog toe geslolen. Maar eens zal het woord van vergiffenis over zijne lippen komen; dan zullen wij de parei- visscherij verknopen; ik zal een groot for tuin bezitten en wij zullen naar Frankrijk lerugkeereu, waar ik u een vaderland en een familie zal schenken." Het vertrouwen van haar echtgenoot be daarde haar een weinig, zonder echter hare onrust geheel weg te nemen. Den volgenden morgen beloofde een zoo schoonen dag, dat de graaf zijne echtgenooie er toe overliaalde een tochtje langs de kust te maken. Zij waren op eenigeu afstand van het strand, toen een böolje het schip, dat de graaf den vorigen avond gezien had. veiTie' en zich naar hunne woning ridilte. Hij beval aan zijne roeiers zich naar het bootje, dal een met leliën bezaaiden wimpel droeg, te wenden en toen hij ztch ouder de kust be vond riep hij den man, die het bcstuurJe, aan en vroeg hem of hij met een boodschap belast was. „Ja, mijnheer!" antwoordde de zeeman, „ik moet een brief overhandigen aan graaf de Hessigny, en hem vragen wanneer myu meester, kaitein Taveuec, hem zijne cpwnen ting kan maken." Humbert, „geef mij deu brief en zeg aan uw meester, dat hij mij eene eer en genoegen zal doen, ais hij mijue gastvrijheid wil aan vaarden zoolang zijn sch.p in lading is." Twee riemslagen Wachten de booten bij elkander, de graaf strekte de hand uit, ont ving den brief en gat een goede fooi aan den matroos, daarna gingen de beide booten in verschillende richting, de eeue naar het schip, dat in de baai van Panama geaökerd lag, ac andere naar ae parelvisscherij. Bij den eersten blik l»ad de Flessigny het schrift herkend, en zeide tot zijne eclitge- noote: „Ik zeide het u gisteren wel, ik ver wachtte lijding van mijn goeden leermeester." De brief brandde hem ia de handen, maar hij had geen moed hem in tegeuwooruignei-1 va a getuigen, hoe gering zij dan ook waren, te lezen; daarom wachtte- hij lot hij thu:s was om mei bevende hand de zejcls te ver breken. Ma via na stortte een stil ^ebed. Plot seling deed hij een luiden kreet hooren. „Wal is er?" vroeg zijne echtgenooie. „Mijn vader is zeer ziek. Zonder direct in gevaar le verkeeren, is hij toch gelrotteu door 'een van die aauvahen, die ons de maclit van bewegen en van denken ontnemen. Men vreest een geilede vei latummg. Aooe Kegts is Ue man met om zich zonder reden ongerust ie maken, en om te spreken zooals hij nu doet» $C .veelt» de4 ttts&land van taijn vader te vreezeu Zijn. Maar hoor het einde van zyn brief, en daarna zult gjj beslissen." „Laat mij spoedig hooren," zeide Flavians angstig. t pik zou meenen aan niyn genegenheid je- seus u te kort te komen als ik u de waar heid verborgen hield; maar hoe droevig die ook zij, heeit zij in mij eenige hoop doen ontkiemen. Uw vader mag niet met haal m het hart sterven, dan zou God hem van ile eeuwige zaligheid "uitsluiten. Het lijden van het lichaam zal de ziel vermurwen, d.e in sommige opzichten zoo hard, maar in andere zoo mateloos goed is. Wat komt hel middel u op aan, waarvan de Heer zich be dient, indien dat middel slaagt? Ik heb dus een plan gevormd, dat ik u voorleg. Wij leven hier in een algezonderdlieid, aie, at valt zij"" niet zwaar aan my, die sieclils voor deu goeden God en de wêienschap leef, toch voor den markies drukkend moet zijn. Zoo- hi jgezond was, hebben de bewegingen van jacht en roeien neut met geweid al- geleid van een gedachie, die een wroeging moet zijn; maar thans is hij gekluisterd aan zijn zetel, berooid van zijn vrienden, en zal de verveling der dagen en de soberheid der avonden ondervinden. Het gezelschap van een ouden priester, zooals ik beu, is niet vroolijk, ik kan hem slechts spreken over mijn God, die een üod jaü Maftühajiügheid js, maar Wiens Naam hem Oa.ua maakt, en over (1* armen, die ik tracht bij te slaan. Ziehier dus, C «««MJV» j wol ik droom. De zeven jaren» die sinds uvnJ het) huwelijk verloopeu zijn, hebben zeker gelaal van Mevrouw de Flessigny een weinig veranderd, en Dolores heeft hij nog nooit t*e- - zien. Als gij zeit naar Parijs kwaamt oat vergiffenis voor uw ongehoorzaamheid te vra<« gen, zoudt gij zonder twytel worden wegge» iaagd; maar als uwe vrouw en dochter doo* een kleine list een middel vonden om m a« omgeving van den markies te komen en dat middel zal ik wel vjnden en de zieke* die ons niets vaji zijne droetheid zegt. maai*' die toch door een geheime smart verteer^ wordt, pau de tegenwoordigheid van uw* vrouw en dochter gewend is, dan zai ik hun, naam bekend maken. Zou hij duu den mowj hebben ze te verjagen? ik geloot het niet. Het is de moeite waard zulks le beproeven. Bovendien» mijn wetbemiude leening en vriend, gij hebt het aoel bereikt, dat gij u zeiven gesteld had, uw torluin is gemaakt* maak uwe bezittingen ten gelde eu kom u Le Parijs wede»; bjj uwe vrouw ca dochter voegen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 1