Wat de Pers zegt
BUITENLAND.
FEUILLETON
De wedergevonden dochter.
WOENSDAG 16 FEBRUARI 1921
Onze Lieve Vrouw ter Nood
1905-1920.
In het jaar 1913 hadden de plannen
voor een Bedevaartskerk vaste vor
men aangenomen en tot den bouw
werd in dat jaar besloten. Ook deze
fraaie kerk is naar het ontwerp van
Jan Stuijt gemaakthet is wel het
meest sprekende type, hoe men een
waardig Godshuis kan bouwen, zelfs
dan wanneer men niet over groote
middelen beschiktde Heiloër Bede
vaartkerk treft ieder door haar stich
tende schoonheid.
Het jaar 1914 was voor de Devotie
een zeer merkwaardig jaar. In dat
jaar n. m. had het B.-Comité het voor
recht aan Zijne Eminentie Kardinaal
van Rossuin, Holland's eerste Kar
dinaal na de Reformatie, bij gelegen
heid van diens bezoek een gouden
afslag aan te bieden van de Heiloër
medaille.
In zijne dankbetuiging voor dit
geschenk, dat van een passende oor
konde was vergezeld geworden, lag
de Kardinaal op bijzondere wijze
den nadruk op iets, dat het Comité
reeds had gevoeld, toen het de aan
dacht vestigde op de Devotie tot den
H. Willibrord in vereeniging met die
tot O. L. Vrouw ter Nood, n. m. dat
men te Heilo veel moest bidden voor
de bekeering van Nederland.
Z. Eminentie nu, dankbaar wijzend
op het feit, dat het herstel van de
kapel van O. Lv Vrouw ter Nood,
het eerste der vele Heiligdommen
van de H. Maagd door de hervor
ming verwoest, schreef, dat Hij in
dat herstel het voorteeken zag van
het begin der geheele terugkeer van
ons Vaderland tot Haar, die eens voor
dat Vaderland zulk een teedere Moe
der was.
Door deze woorden werd aan de
Devotie tot O. L. Vr. ter Nood een
bijzonder doel aangewezen, en dit
werd door het Comité begrepen. Het
zorgde eT voor, dat voor dat bijzonder
doel een gebed werd samengesteld
door den H. Vader dit jaar met af
Iaat verrijkt, en dat nu door duizen
den wordt gekend als het Heiloër
gebed voor de bekeering van Neder
land. In de kapel vindt men in iedere
bank twee exemplaren van dit gebed,
dat daar door talrijke pelgrims wordt
gebeden, gelijk dit ook, met toestem
ming van Monseigneur, na iedere
H. Mis op „kapel" gelezen, door den
priester met de geloovigen geschiedt.
Inmiddels was de vreeselijke Euro-
pecsche oorlog uitgebroken en het
scheen wel dat een zeer nadeeligen
invloed op het bezoek aan „Kapel"
zou hebbenhet getal pelgrims was
door de moeilijkheden van het ver
keer, in dat jaar veel geringer dan
anders.
In het jaar 1915 nam het echter
weder toe tal van geloovigen hadden
behoefte om bij de Troosteresse der
Bedrukten in die dagen hulp te vra>
genmeerdere Bedevaarten ter ver-
•Krijging van den Vrede werden ge
houden.
Het Comité liet zich dus niet weer
houden, zijn werk door te zetten.
In dit jaar ging het door met de be-
bossching van het terrein volgens
het in 1912 vastgestelde plan en zorg
de voor de aanschaffing van een orgel
in de Bedevaartkerk. Bij de herden
king in dat jaar van zijn tweede
lustrum had het weder alle reden tot
groote dankbaarheid.
Het jaar 1916, het eerste van het
derde vijfjarig tijdvak, was het jaar
waarin het Comité voor de eerste maal
het voorrecht zou hebben, Zijn Door-
luchtigen Lastgever op de Bêevaart-
plaats te ontvangen. Op den 12en
Juli, bij gelegenheid eener vormreis,
kwam Monseigneur zich zelf overtui
gen van hetgeen op „Kapel" geschied
was, en hetgeen Z. D. H. daar mocht
zien ghf hem zulk een groote voldoe
ning, dat hij zijn erkentelijkheid toon
de, door het schenken van een bijdrage
voor de Bedevaartkerk en van twee
Kruiswegstaties, welke tot in lengte
van dagen dit blijde bezoek in herin
nering mogen bewaren.
Ook Monseigneur wees bij die ge-
legenneld op het reecis Bijzondere
doel der Devotie tot O. L. Vr. de
bekeering van Nederland, door in
het herdenkingsboek, waarin Z. D. H.
Zijn handteekening plaatste, daarbij
als bijschrift te doen plaatsen wat
de H. Kerk in haar liturgisch gebed,
de H. Maagd toevoegt„Cunctas
haereses sola interemisti in universo
mundo". „Gij alleen, hebt over de
geheele aarde alle ketterijen over
wonnen".
Bij gelegenheid van dat bezoek gaf
Monseigneur te kennen, dat hij spoe
dig hoopte te kunnen voldoen aan zijn
reeds lang gekoesterden wensch, om
op „Kapel" te komen pontificeeren.
En reeds het volgend jaar kon Mon
seigneur aan dat verlangen gevolg
geven. De dag van den 17den Juli
1917 zal met gulden letters in de
geschiedenis van O. L. Vr. ter Nood
geschreven blijven.
Meer dan drie duizend pelgrims
waren op dien dag ter Bêewaart ge
komen, om met hun Bisschop ver-
eenigd het H. Misoffer aan God op
te dragen, om met Hein te bidden
voor den vrede en voor de bekeering
van Nederland.
In dit jaar werd op het terrein de
groote waterpartij gegraven, welke
nu een sieraad is van het schoone
natuurpark, dat langzamerhand het
oude kreupelhout heeft vervangen.
In de volgende jaren bleef ondanks de
verkeersmoeilijkheden, het bezoek, dat
in het jaar 1918 minder groot was ge
weest, weder toenemen, en als waar
dig slot van het derde tienjarig tijd
perk, mocht het B.-C. in het jaar
1920 weder de belangstelling van Mon
seigneur ondervinden, door het ver
krijgen van tal van geestelijke gunsten,
welke Rome op Zijn verzoek aan de
herstellende Devotie tot O. L. V. heeft
geschonken.
En nu bij zijn derde Lustrum terug
blikkend, mag de B.-C. met dankbaar
heid zeggen, dat „Hij die machtig is",
voor de Heiloër Bedevaart, „groote
dingen heeft gedaan".
Onbekend bijna in het land, weinig
bloeiend in de eigen plaats, staat nu
in Roomsch Nederland de devotie
tot O. L. Vrouw ter Nood in hooge
eere. Hersteld is zij, en verspreid als
nooit te voren. Het stichtingsboek
der Bêevaartkerk, geeft niet alleen
namen van alle deelen van ons land,
neen, het vermeld ook de namen van
vereerders van O. L. Vr. ter Nood
in België, Duitschland en Engeland
Beter dan woorden spreken cijfers.
In het afgeloopen jaar bezochten we
der 16489 pelgrims Maria's lustoord,
en ware het niet, dat in het seizoen
geen extra treinen beschikbaar zijn
geweest, dat getal zou grooter ge
weest zijn.
In het geheel werden in deze eerste
vijftien jaren van het bestaan van het
B. C. de Bedevaartplaats bezocht
door honderd acht en vijftig duizend
pelgrims, onder geestelijke leiding,
in welk getal dus niet zijn begrepen
de pelgrims, die op eigen gelegenheid
ter Bêevaart kwamen, wier getal
ook vele duizenden bedraagt, want
geen dag gaat er zonder bezoek voor
bij, dat vooral op Maria-feesten zeer
groot is.
En nu een nieuw tijdvak beginnend,
blijft het B. C. den blijvenden steun
vragen van de vereerders der H.
Maagd. Er is veel gedaan, maar er
moet nog veel meer gedaan worden.
Het eerste, waartoe besloten is,
is het maken van een waardig rust-
altaar voor het H. Sacrament, wanneer
dit in processie wordt rondgedragen,
ter vervanging van de bestaande zeer
primitieve gelegenheid.
Nu de kruiswegstaties voltooid zijn,
wenscht 't Comité uitvoering te geven
aan een reeds lang gekoesterd plan,
om n. 1. in den geest der Kruisweg
staties, maar wat rijker opgevat een
Devotiekapelletje te wijden aan het
bezoek van de H. Maagd aan Hare
H. nicht Elisabeth.
Het heeft n. I. Monseigneur be
haagd, tot groote voldoening van het
Comité, het feest van Maria Bezoek
te bestemmen als het Hoogfeest der
Broederschap van O. L. V. ter Nood en
zeker is er geen geëigender dag dan
deze, om ons te herinneren aan het
voorrecht dat O. L. Vr. aan ons heeft
geschonken, door Haar volk weder
op de oude Bêevaartplaats te be
zoeken, om ons hulp te brengen in
onze nooden.
Voor dat kapelletje zullen wij dan
dankbaar kunnen nederknielen en de
H. Elisabeth herhalen: „Van waar
geschiedt mij dit, dat de Móéder
des Heeren tot mij komt."
En daar zullen wij bidden dat O.
L. Vr. dat bezoek zal uitstrekken tot
duizenden, die wij in ons geluk wil
len doen deelen.
En met groot vertrouwen zullen
wij de verhooring van dat gebed.Jege-
moet zien? want ziet de tèé^enen
ervoor zijn aanwezig. Onder meer
zien wij die in de herleving der schijn
baar uitgestorven Devotie tot O. L
Vr. ter Nood te Heiloo.
Bijzonder voelt men dat, wanneer
men daar bidt. Dan spreekt de gèheele
omgeving van een blij ontwaken,
van een glorievol opstaan, van een
herleving, die de epistelles van ons
Hoogfeest ons als triumfeerend ver
haalt
reeds is de winter voorbij,
de slagregen is over en verdwenen.
De bloemen zijn in onze streek te
voorschijn gekomen, de tijd van het
snoeien is daarwij hebben bij 6ns
de stem van de tortel gehoord de
vijgeboom brengt zijn jonge vruchten
voortde bloeiende wijngaarden ver
spreiden hunnen geur".
Dat dit zoo moge blijven verleene
ons de almachtige God.
Op het feest van Maria zuivering, 1921
Bisschoppelijk Comité,
v. O. L. V. ter Nood
Het Bisschoppelijk Comité voorn
Mgr. J. J. GRAAF, „Duinrust", Over-
veen, Voorzitter.
J. A. F. KRONENBURG C. s. s. R„
Amsterdam.
B. DE JONG, Pastoor, Heiloo.
C. J. GONNET, Archiv., Haarlem.
JAN STUIJT, Architect, Bezuiden-
hout 195, Den Haag.
G. Th. M. v. d. BOSCH, Kennemer-
singel 12, Alkmaar, secr.-penn.
In het Stichtingsboek der Bêe
vaartkerk worden de namen inge
schreven van hen, die een gift geven
van 25.— of meermogen zich daar
voor meerderen voelen aangespoord
of tot't geven eener kleinere bijdrage.
De toestand in Ierland.
het ontwapeningsvraagstuk in
DE OPENING VAN HET ENGEL-
AEMEN6DE BUITENL BERICHT
De nieuwsgierigheid der gasten van
hel kasteel van Songy, wel verre van
bevredigend te zijn, was nog meer op
gewekt Het was hun niet genoeg het
wilde meisje te hebben zien worstelen
tegen een grooten wolf, of haar te
hebben zien sidderen onder de mazen
van het net, dat haar gevangen hield
zij wilden nog meer van dat ongeluk
kige schepsel genieten en smeekten
Etiennclte haar tot hen te voeren.
Deze gevoelde een onweerstaanbaren
.weerzin om aan dat verzoek te vol
doen. Zoolang het er om ging zich
meester le maken van het vreemde we
zen, waarover sedert meer dan een
maun a even vreemdsoortige als tegen-
atrijdigo geruchten liepen, had zij er
hi toegestemd dat hare gasten getuigen
- waren van de gevangenneming van het
wilde meisje. Maar op dit oogenblik
was het kind der bosschen voor haar
een ongelukkige, die door haar onge
luk tegen de koele nieuwsgierigheid
beschermd werd, die bovendien in den
staat watujn he tkind zich bevond,
noodlottige gevolegn kon hebben. Daar
het medelijden van mevrouw d'Epionoy
zijn oorsprong vond in warme naasten
liefde, sprak zij met haar broeder over
het aandringen der gasten en de zee
officier antwoordde haar met groote
vurigheid: „Ik smeek m voer dit kind
nooit als een schouwspel op, zoolang zij
in dien slaat van vernedering verkeert.
Eenige dagen zullen misschien voldoen
de zijn om haar vrees weg te nemen
en te verzachten wat het afgezonderde
leven aan wreedaardigheid in haai' ont
wikkeld beeft. Wij hebben een schep
sel Gods in onze handen, laten wij
het eerbiedigen."
„Wees gerust," antwoordde mevrouw
d'Epinoy. „Ik zal over haar waken met
Ursula en de vreeemde vrouw, die sedert
eenge dagen Songy bewoont. Door een
raadsel, dat ik mij niet kan verklaren,
heeft die bedelares op den geest van
onze beschermelinge meer invloed dan
ik. Die twee ongelukkigen hebben el
kander gevonden; die twee geesten,
waarvan de eeue half uitgedoofd en de
andere nog niet ontloken is, verstaan en
begrijpen elkander. De moeder, die te
voet al bedelend langs de wegenaan
ieder hare verloren doebter terugvroeg,
schijnt deze ongelukkige, te hebben aan
genomen; misschien lijkt het arme ge
waad der krankzinnige, dat meer over
eenkomt met de dierenhuiden mijner
beschermelinge, haar minder afschrik
wekkend dan het mijne. Maar tfk moet
niet zonder waren spijt erkennen, dat
mijn invloed op haar geest nog bijna
niets is.
„Wat komt het er op aan," antwoord
de Anton in, „langs welken .weg het goe
de verricht wordt! .God alleen weet
het, wij zoeken."
De jonge man drukte innig de hand
zijner zuster. „Mijne tegenwoordigheid
zou dit kind ©en pijnlijk tooneel voor
den geest roepen" zeide hij haar, „en
ik ontzeg mij het genoegen haar te
zien; door aldus te handelen blijf ik
des te meer gerechtigd aan de nieuws
gierigheid onzer gasten volstrekt geen
voldoening te geven." 1
Mevrouw d'Epinoy had besloten dien
eigen dag een proef te nemen met liet
wilde meisje. Ursula had op haar be
vel vlug een kleed gemaakt, overeenko
mend met de gestalte van het meisje
en Etieunetle voegde er eenige sieraden
hij. Beladen met die voorwerpen, kwa
men de gravin en hare dienstmaagd
naar de roode kamer, waar dc bedela
res alleen gebleven was met do jeug
dige gevangene. Een voortreffelijk maal
was hun voorgediend, maar de krank
zinnige had er alleen gebruik van ge
maakt; het wilde meisje, het vleescb
en zelfs het brood versmadend, had al
leen eenige vruchten genomen. Zij
scheen diep terneer geslagen. De zacht
heid, waarvan zij blijken gaf, was min
der een begin van onderwerping dan
wel een wanhopige gevoelloo&neid. Zij
liet de liefkozingen der bedelares toe
en hoorde haar uren lang nu eens in
het Spaansch, dan in het Fransch spre
ken; maar geen straal vnn leven schit
terde in hare groote blauwe pogen en
de glimlach, scheen voor eeuwig van
hare lippen weggevaagd.
Deze bemerkte weldra, dat als zij
(haar in het Spaans oh toesprak, het
wilde meisje haar beter scheen te be
grijpen en gemakkelijker toegaf. Het
zien der bloemtakken in het weefsel
van het kleed, dat men haar aandeed;
ontlokte haar een zachten kreet
vreugde.
t r v
41/W.OTdt vervolgd.)
Tweede Blad.
11 (Slot),
ofkeorfg worden gemaakt, om tot de
sociaal-democraten over te gaan.
Het is niets ongewoons en het ver
schijnsel bepaalt zich geenszins tot
Tsjecho-Slowakije."
Alleen wordt hier weer eens openlijk
en duidelijk gezegd en met de daad be
wezen, dat het socialisme vierkant staat
jenover de Katholieke Kerk
Komc zijn felste aanvallen richt.
op
KEEK EN SOCIAAL-DEMOORATIE.
In de bladen stond dezer dagen het
volgende to lezen:
„De bewoging tot afscheiding van
de Roomsch Katholieke Kerk, waarvan
wij eerder reeds iets meedeelden in
verband met cijfers van de „Cesko
Slowo," neemt in Tjecho-Slowakije
steeds grooter omvang aan. Te Praag
scheidden zich gedurende de laatste
weken 100.000 përsonon van de Ka-
lieke Kerk af; te Pilsen 25.000 per
sonen.
De afscheidinsbewegging is geen reli-
gieuse, doch een politieke beweging,
en wordt hoofdzakelijk door de sociaal
democraten gepropageerd."
Het „Centr." zegt hiervan
„De hier gegeven cijfers zijn onge
twijfeld sterk overdreven en tot veel
beschoidener afmetingen terug te bren
gen.
Bij dergelijke bewegingen spreekt
ook de propaganda een woordje of
een groot woord mee, wat dan in
de berichten tot uiting komt.
Toen indertijd in Duitschland zich
het streven openbaarde naar de stich
ting eener zoogenaamde „nationaal-ka-
tholieke Kerk," zag men hetzelfde ge
beuren.
Die „Kerk" scheen, naar hetgeen
daaromtrent werd medegedeeld on ten
dentieus rondgebazuind, geweldig te
groeien en diep wortel te schieten,
maar een ieder weet, dat de werkelijk
heid een beetje anders was, en dat de
afscheiding van Home erg opgeblazen
werd voorgesteld.
In Bohème, of Tsjecho-Slowakije
wordt nu ook een wilde agitatie tegen
Moederkerk gevoerd.
Eerst heette het, dat men daar, ge
lijk elders, een eigen „kerk" wilde
Btichten, „los van Rome en den Paus,
Maar dat spelletje is al to door
zichtig en ook al te bekend.
Het bete:kent eenvoudig geloofsafval.
En men komt er dan ook maar
rond voor uit, dat de heele afschei
dingsbeweging met den godsdienst niets
uitstaande heeft, maar louter een po
litiek karakter draagt cn hoofdzake
lijk door de sociaal-democraten wordt
gedreven.
Dit is wel liet meest kenmerkende
van bovenstaand bericht en het eemgo,
wat daaraan beteekenis geeft.
De menschen moeten van de Kerk
De onderhandelingen met Engeland.
De Sinn Fein-leiders te Dublin hebben
een rapport gepubliceerd over de besprekin
gen van het Iersche parlement gedurende
de maand Januari. In een rede schetste De
Valera de onderhandelingen met de Bri-t-
sche régeering betreffende het sluiten van
een wapenstilstand voor één maand. De
ze onderhandelingen faalden ten gevolge
van Lloyd George's eisch aangaande de
overgave der wapenen door Sinn Fein.
De arrestatie van Fitzgerald.
Een telegram meldde de arrestatie van
den Sinn Feiner Desmond Fitzgerald, lid
van het Lagerhuis voor Dublin. De autori
teiten zochten hem reeds sedert een jaar
en al dien tijd had liij zich aan haar greep
weten te onttrekken door dan hier, dan
daar zijn intrek te nemendesniettemin
vertoefde hij voortdurend in de eerste ho
tels van Dublin, waar hij optrad als ver
bindingsofficier tusschen Sinn Fein en
de dagbladcorrespondenten uit Engelan 1
en het buitenland.
DE A.S.BIJEENKOMST VAN DEN
RAAD VAN DEN VOLKENBOND.
Het vrij onverwachte besluit, de a.s.
vergadering van den Raad van den Vol
kenbond in Parijs* te doen plaats hebben,
in plaats van te Genève, zooals aanvan
kelijk werd vastgesteld, werd toegeschre
ven aan de weigering van den Zwitscr-
schen Bondsraad om aan de internationale
troepenmacht vaneen Volkenbond op haar
weg naar Wilna, doortocht te vcrleenen.
En men sprak reeds van het eerste con
flict tusschen den Volkenbond en Zwit
serland.
Een politiek medewerker van de „Daily
News" evenwel zegt dat deze bewering
volstrekt onjuist is. Reeds meer dan een
week vóór dat de Zwitsersche Bonds
raad zijn besluit had genomen, was Parijs
als vergaderplaats vastgesteld. De reden
daartoe is de slechte gezondheidstoestand
van Léon Bourgeois, die niet in staat Is
naar Geneve te komen. En daar Bourgeois
in het bijzonder met de te behandelen
vraagstukken (ontwapening, mandaten) op
de hoogte is, wordt zijn aanwezigheid een
strikte noodzakelijkheid geacht.
DE LONDENSCHE CONFERENTIE.
Uit Bombay wordt aan de „Manchester
Guardian" geseind, dat in antwoord op
een uitnoodiging van den premier, de Aga
Khan Zaterdag j.l. naar Engeland zou
vertrekken töt het bijwonen van de Lon-
denschc conferentie in zake het Oostersche
vraagstuk. De uitnoodiging heeft in
Britsch-Indië een. gunstigen indruk' ge
maakt en wordt beschouwd als een aanwij
zing dat de eischen der Mohamedaansche
wereld officieel erkenning vinden.
DREIGENDE TRAMSTAKING IN
HET RIJNGEBIED.
In geheel Rijnland-Westfalen dreigt een
algemeene staking van het trampersoneel,
naar aanleiding van loonsgeschillen. Naar
de transportarbeidersbond thans mededeelt,
hebben in het district Rijnland-Westfalen
97 pet. der beambten zich vóór de staking
verklaard. Het rijksoninisterie van arbeid
heeft de partijen uitgenoodigd tot een be
spreking op 2i dezer. Het bestuur van het
district EIberfeld van den transportarbei
dersbond wil echter deze nieuwe bespre
kingen niet afwachten en de staking op
!7 dezer beginnen. Bij deze staking, die
eiken dag kan uitbreken, zijn 34 tramweg
maatschappijen in Rijnland-Westfalen be
trokken.
DE VER. STATEN.
Brooks diende bij het Huis van Afge
vaardigden een motie in, behelzende dat
niets van de negentig millioen dollar, toe
gewezen voor den vlootbouw in 1921 zou
Worden uitgegeven tot de president de in
ternationale ontwapeningsconferentie zou
hebben bijeengeroepen. De motie werd na
heftige discussie verworpen.
SCHEURT CANADA VAN HET BRIT-
SCHE WERELDRIJK AF?
Canada's dagen als Dominion der Brit-
sche kroon zijn geteld, volgens dr. Ar
chibald Mac Mehan» professor aan de
universiteit van Dalbousie, die deze waar
schuwende woorden schrijft in een artikel
in de „Canadian Historical Review". De
geestelijke afhankelijkheid van Canada ten
opzichte van zijn grooten buurman is reeds
te ver gegaan, en „Canada is een vazal
staat."
De schrijver betoogt, dat slechts een
kunstmatige landgrens van 3000 mijl tus
schen twee volken loopt, welke dezelfde
taal gebruiken, dezelfde wetten en den
zelfden godsdienst hebben; dat de onder
linge verbinding gemakkelijk is, evenals
de immigratie. De politieke fusie is dan
ook nog slechts een kwestie van tijd. Hij
.wijst op tal van bijzonderheden uit het
dagelijksch leven, die er op zouden wijzen,
dat Canada rechtstreekse!» onder Ameri-
kaanschen invloed staat; de Canadeesche
bladen zien er als Amerikaar.vche bladen
ui». Amerikaansche „magazines" over
stroomen de Canadeesche boekwinkels,
Amerikaansche films zijn in de Cana
deesche bioscopen overwegend, en len
slotte.... de Teddy-beren maakten in
Canada opgang, en de Canadeezen heb
ben den smaak van de „kauwgom" te pak
ken."
Maar de hoogleeraar komt ook met
degelijker bewijzen. Hij vertelt dat ook
de taal den Amerikaanschcn invloed on
dergaat. Nieuwe woorde* in de spreektaal
z^jn uit Amerika overgebracht. De com-
mercieele penetratie doet zich evenzeer
gelden; de Canadeesche staalprijzen wer
den in New-York vastgesteld. Tal van
Amerikaansche firma's hebben filialen in
Canada, terwijl de Canadeesche arbeiders
veelal bij Amerikaansche vakvereenigingen
zijn aangesloten.
De „Daily Telegraph" wijdt een be
schouwing aan het verontrustende artikel
van den hooglceraar, en sleekt voorname
lijk den draak met diens min of meer
oppervlakkige argumenten. Het blad zegt
niet te gelooven, dat een politieke unie van
het Engelsch-sprekende Noord-Amerika
ooit zal worden bevestigd door „kauw
gom" of dat de Teddy-beren destijds agen
ten der Amerikaansche expansie zijn ge
weest!
De feiten aangaande den commercj-
eelen invloed cn de arbeidersorganisatie
gaan ongetwijfeld dieper, doch zij doen
volgens het blad niets af aan de patriotti
sche gevoelens en den zin voor politieke
onafhankelijkheid. Canada zal zijn eigen
lot regelen en de invloed van zijn buur
man zal het niet berooven van zijn zelf
standigheid.
SCHE PARLEMENT.
Gisterenmiddag heeft dc koning, in ge
zelschap van dc koningin de nieuwe zit
ting van het parlement geopend, na een
reces van slechts weinig meer dan zeven
weken. De plechtigheid in het Hoogerhuis
had met den gewonen luister plaats.
De stoet, waarin zij zich van Bucking
ham Palace naar Westminster begaven,
bood een schilderachtig schouwspel. Een
groote menigte die langs den weg ge
schaard stond, juichte hen warm toe.
De staatsiekoets werd getrokken door
zés zwarte paarden en begeleid door de
garde in haar scharlaken uniform; daar
achter reden vijf volgkoetsen. In één er
van zat de hertog van York, de tweede
zoon van den koning, die de plechtigheid
voor het eerst bijwoonde als lid van het
Lagerhuis.
De Prins van Wales reed van zijn ver
blijf (St. James' Palace) rechtstreeks
naar Westminster en nam in het Hooger-
huir zijn zetel in, rechts van den troon.
In zijn rede bij de opening van hét par
lement, gewaagde de koning van de aan
staande conferentie te Londen. Hij ver
trouwde, dat het resultaat daarvan herstel
zou zijn van de eendracht in Europa en
van de rust in het nabije Oosten en hij
hoopte dat dc onderhandelingen over het
handelsverdrag met Rusland inet succes
bekroond zouden worden.
Na hrinnerd te hebben aan de instelling
van nieuwe Indische Raden en aan dc aan
staande Egyptische politiek, besprak de ko
ning de aanstaande rijksconferentie en
sprak hij de hoop uit dat de premiers van
de dominions en de vertegenwoordigers
van Indië in staat zouden zijn aanstaanden
zomer naar Engeland te kornen.
In de rede werd verder aangekondigd
dat de begrootingen het besluit der re
geering zouden weerspiegelen om de uit
gaven te verminderen tot het laagste ni
veau dat vereenigbaar was met het wel
zijn van het rijk. De belastingdruk dien
de tot het uiterste gereduceerd te wordeu.
De toestand in Ierland baarde nog
zorg; het misleide deel van het Iersche
volk volhardde bij misdadig geweld, met
het doel een onafhankelijke repub
vestigen, doch noch de Iersahe
noch Iersch zelfbestuur konden
worden verkregen. De koning ve
de ernstig, dat de meerderheid des
zich in de naaste toekomst vastb
zou toonen om de „Government of
land Act" te aanvaarden, waardoor
antwoordelijkheid en zelfbestuur wi
gebracht en die voorzag in een re~
waarbij de Iersche eenheid zou w
verkregen met grondwettelijke midc
Het probleem der werkloosheid ha
voortdurende zorgvuldige aandacht'
ministers. Met het doel om te kome:
herleving van den handel en de
vaart, tegelijk met steun aan de t
lukkig-e werkloozen, zouden wette
maatregelen in dien zin aan het p'
ment worden voorgelegd. Een wet'
werp zou voorts bij het Lagerhuis 1
den ingediend.
Ter beveiliging van de voornaa
sleutel industrieën zal worden voorge
dat de aanstaande opheffing der con
op den binnenlandschen prijs en oj
hoeveelheden voor uitvoer, zoo spc'
mogelijk gevolgd zou worden door
stel van de vrije industrie.
Blijkens een nader telegram bevond
onder de buitenlandsche diplomaten
de Duitsche gezant, in avóndcostuurn'
EEN OORLOGS-M1LL1ARDA1R.
De oorrespondent van het „Hbl.1
Weenen schrijft d.d. 10 dezer:
In de café's van de Ringstrasse v<
op het oogenblik de dood van een f'
genlheidskoopman, of, zooals de Wee;
'het noemen, een „Schieber," het gesj'
van den dag. In minder dan drie jaar
hij het van armen drommel tot mil
doir gebracht. Men schat hem op vi<<
vijf milliard kronen, en al zijn de kro'
op het oogenblik ook weinig waard,
Oostenrijk is dit toch nog een respect
vermogen. De wijze, waarop het vervl
ven werd, is zeer interessant, want d
kan daaruit zien, hoe men tegenwooi-
in deze door den oorlog getcisk
streken fortuin pleegt te maken. j
Bij het einde van den oorlog
Brueck nog een arm man. Maar hij
een goed, overigens zeer voor de hand
gend idee, n.l. dit, dat Oostenrijk
wapens en munitie was, die liet niet m(
kon gebruiken, en dat de nieuwe na,,
nalc staten, iu hun wantrouwen tegeno,
hun buren, deze zeker graag zouden k(
pen. Hier waren de wapens goedkoop,
krijgen, daar kon men er fantasieprij
voor vragen. Zoo gedacht, zoo gedaai^
Brueck begon in het klein wapens
te koopen; de zaak ging goed en w-
steeds meer uitgebreid. Spoedig waren"
eerste millioentjes verdiend, en loen te^,
lijk met de snelle daling der Oostenn
solie kroon de muntstandaard der om)
gende landen de hoogte inging, steeg c
de winst in het oneindige. De millioen'
werden mil'liarden.
Maar de zaak had één groot nade'
ze bracht voortdurend groote opwindi
mee en was soms zeer gevaarlijk. Specit
indien men, zooals de heer Brueck,
niet voor terugdeinsde, kronkelpaden
te slaan, die zeer moeilijk begaanba
waren. Langer dan twee jaar en een pa
maanden hield het hart van den ht
Brueek het niet uit en eergisteren maal
een beroerte een eind aan zijn lev*
Eeltige bladen wijden zelfs artikelen a
zijn nagedachtenis, maar die zijn niet l
paald vleiend.
Volgens officieele gegevens bedro
toet aantal werkloozen in Denemarken gi
teren 70,911, d.w.z. een toeneming vi
5539 in een week en ongeveer het du
bele van het vorige jaar op dien da tui
Deze toeneming is voornamelijk toe
schrijven aan de tijdelijke sluiting vj
sigarenfabrieken en het ontslag van arbt
ders, werkzaam in de schoenfabrieken
weverijen.
Van deze 70,911 werkloozen zijn
28.958 uit Kopenhagen (tegen 25,980ine
vorige week) en 41,953 uit de provinc
(tegen 39,654).
De natuurlijke neiging van knapt-
om in boomen en palen te klimmen
dezer dagen officieel door de reditban
in New-York erkend I
Een achtjarige jongen was in een tk
pijlers van een spoorwegbrug geklommc
om een vogelnestje te bemachtigen, waaj
bij hij in aanraking kwam met een ster
geladen draad der eleclricitei-t, en zid
dusdanig' verwondde dat zijn arm moe:
worden afgezet.
De rechtbank veroordeelde de spoor
wegmaatschappij tot het betalen van 96
dollar schadevergoeding aan den kiuia;
daar „er tegen elke samenstelling vai
Naar het Fransch
van RAOUL DE NAVERY,
bewerkt door
L. M. VAN P1NXTEREN, R. K.
Pr.
39.
De binnenkomst van de gravin ont
rukte haar aan hare slaperigheid. Een
beweging van angst deed haar wijken
naar den hoek van de groote kamer;
maar Etieunetle had zich slechts ten
halve vergist door le rekenen op den
invloed, dien de weelde op de ongeluk
kige zou hebben; zij keek eerst met
nieuwsgierigheid naar de stoffen, daar
na naar de sieraden. Aangemoedigd
door de uitnoodigende gebaren van me
vrouw d'Epinoy, naderde zij langzaam,
het hoofd vooruit, met bevende han
den. Eindelijk, toen zij zag, dat de
bedelares de stoffen met voldoening
betastte, durfde ook zij de vingers er
over heen doen gaan.
„Ik zal mij optooien dezen avond,"
zgide de bedelares. „Er zal veel volk
in' mijn salon zijn. O, ziedaar parelen,
schoone parelen. Een geschenk van
mijn echtgenootKom," voegde zij er
bij, zich tot het wilde meisje wendend,
„kom, querida vina, mijn schat, ik al
leen voor uw tooi zorgen." De geest
van de ongelukkige had een nieuwe
gedachte aangegrepen; zij zocht niet
meer naar hare dochter en meende ze
teruggevonden le hebben. De gevangene
leende zich gewillig voor die inbeel
ding en mevrouw d'Epinoy, die op de
Voorzienigheid rekende om een dubbel
geheim op te lossen, bleef eenvoudig
het tooneel, dat zich afspeelde, aa-
zien. Haar hart dreef haar wel aan ej
een. werkzame rol in te spelen, maar
vreezend den uitslag dien zij verhoopte
togen te houden, verzaakte zij aan rille
persoonlijke vreugde in het belang ha-
rer beschermelinge. Deze liet zich door
de bedelares wassehen en het liaar in
orde brengen. Toen zij echter de kleine
knots, die zij nog niet had afgelegd,
van hare zijde wilde wegnemen, ge
voelde zij een zichtbare ontroering. Na
een korten strijd besloot zij toch er
van te scheiden. Bij het verlaten van
haar armzalige kleeding van dierenhui
den, toonde zij opnieuw haar weerzin.
Zij verdedigde hare arme huiden als
een kostbare schat, en gaf slechts met
hloeite toe aan de uitnoodiging der
bedelares.
y v