Tweede Blad. BINNENLAND. Ons vroolijk hoekje. I ^Medische Praatjes. Binnenlandsch Nieuws, Kunst en Kennis, ELCK WAT WILS Sport en Spel Uit oude tijden. ZATERDAG 26 FEBRUARMO?» de kanker. VI. Uit het vorengaande zult gij dus ongetwijfeld tot de conclusie gekomen ziin, dat een maagbloeding op zich zelf niets zegt en geen recht geeft te denken aan maagkanker. Hierbij wil ik er op attent maken, dat wanneer de patiënt niet braakt of wanneer, als hij dit wel doet, hierin geen bloed gevonden wordt, terwijl dit wel in de ontlasting aanwezig is, de mogelijkheid ook nog open staat, dat hier of daar de darm bcleeJigd is. Ik behoef u niet te zeggen, dat derge;ijke voor ons bloote oog soms onzichtbare bloedinkjes den patiënt op den duur zeer verzwakken, zoodat deze zeer bloedarm wordt ten slotre, terwijl tal van nerveuse verschijnselen zich van hem meester maken. Ten slotte wil ik nog vermelden, de hulp die de Röntgenstralen ons bieden. Zonder twijfel is de röntgenfoto m staat ons de hand te reiken, doch in t algemeen moeten ook wij hiervan met te veel verwachten. Is de aandoening zichtbaar hierop, dan is reeds meestal het proces te ver voortgeschreden om nog afdoende hulp te kunnen brengen. Reeds bij de algemeenbe espreking van den kanker, wees ik u er op dat het gewenscht is zoo vroeg mogelijk in te grijpen. Eiken dag uitstel is verlies. Helaas is de medicus met al de kennis en al de hulpmiddelen, die hem heden ten dage ten dienste staan, niet altijd jn staat, bijtijds hulp te kunnen bieden, daar de maagkanker soms zeer ver- radeilijk begint, weinig verschijnselen geeft, zoodat wij niet bij machte zijn haar te constateeren. Bovendien stelt zich menigeen niet onder deskundige behandeling,omdat hij de verschijnse len te gering acht. Al zijn dus, zooals u uit het boven staande kunt opmaken, de resultaten niet bijzonder rooskleurig, toch gaan wij gelukkig bergopwaarts en kan ik mededeelen dat ongeveer 20 procent der lijders die zich onderworpen heb ben aan een operatie grooten kans heb ben niet het slachtofter te worden van deze ziekte. Vooral in de gevallen, waarin men niet met volle zekerheid de diagnose kon stellen en de patiënt zich toch aan den chirurgovergafwaren de resultaten werkelijk bevredigend. Dit geeft dan ook moed om zich vroeg naar de operatietafel te begeven, ja beter te vroeg dan te laat. Het spreekt vanzelf, dat men op deze wijze een enkelen keer een patiënt te vergeefs onder het mes brengt. Waar het een- ier hier zoo'n kwaadaardige ziekte geldt, meen ik, dat de persoon in kwestie deze geringe kans op den koop toe moet nemen. Het behoeft boven dien geen nader betoog, dat ingeval een operatie overbodig blijkt te zijn de ingieep W betrekkelijk kleine is.. Ik wil dit belangrijke onderwerp niet eindigen, zonder u iets te hebben medegedeeld over de erfelijkheid dezer ziekte. Wanneer wij de statistieken nagaan, dan zien wij, dat in een zeker percentage kanker in de familie voor komt en in geringe mate bij de ouders van het betrokken individu. Het is nu buitengewoon verleidelijk maar aan stonds^ e erfelijkheid hiervoor aan te spreken, daar de kanker in t algemeen en ook de maagkanker in 't bijzonder, een zeer veelvuldig voorkomende ziek- te is en het dus geenszins te verwon deren is als men eens een familielid heeft die aan deze ziekte lijdt of ge- leden'heeft. Niettegenstaande dit alles, dat w ij niet over het hootd mogen zien, beschikken wij overfamiliestatistieken, die ons zonder twij.el een weinig in het nauw brengen. Ais in een paar gene rates van een niet al te uitgebreide familie 12 15 gevallen van kanker geconstateerd worden, dan zijn wij eenigszins angstig dit louter aan hei toeval toe te schrijven en wanneer wij dan in sommige families een aantal fevallen waarnemen, waarbij de kan- er in hetzelfde orgaan, ja soms op denzelfden leeftijd, zich piecgt ic nes telen, dan wordt het ons nog meer beklemd om het hart. Ook heeft inen getracht door middel van dierproeven licht te werpen op deze zaak, doch men is er niet in geslaagd, bij hen veel van wat met de erfelijkheid zou samen hangen te ontdekken. Al waren echter deze proeven ten gunste hiervan uit gevallen, öan zou men toch de groot ste voorzichtigheid hebben te betrach ten, om de uitkomsten maar zoo zon der meer op den mensch over te bren gen. Hiermede ben ik aan het einde ge komen van mijn bespreking. Zoo u rag, bleven vele vragen helaas nog onbe antwoord, doch wij zullen hopen dat de med sche wereld spoedig in staat is, ook teger. dezen beruchten vijand gestreng en geheel afdoende onder alle omstandigheden, op te treden. MEDICUS. Een gewichtige ontdekking. Uit boek en blad. Dr. H. M. R. Leopold vertelt in „Onze Eeuw" over duurte en andere crisisverschijnselen in de nadagen van het Romeinsche rijk uit het z.g.n. Uienboek van Cobet, het later door, prof. Hartman verbeterde schoolboek een collecte min of meer geestige anec- doten, door Hierokles en Philagrios waarschijnlijk omstreeks 400 n. Chr. bijeengebracht onder den titel „De Lachebek". De daar genoemde prijzen en getallen doen denken aan die waarmede tegenwoordig een goed deel van Europa te worstelen heeft. Een, doodkist b.v. kostte 22.000, een big 22004400. Schr. vermeldt dan de door West bestudeerde Egyptische papyrus-fragmenten, waarin geen ver halen voorkomen om de menschen te vermaken, maar cijfers uit authentie ke kasboeken, rekeningen e. d. Zij vermelden dezelfde groote prijsver schillen voor onderscheidene tijden „Terwijl in 78 n. Chr. een schepel graan 10 drachmen kostte, moest men er in het jaar 350 vijftig talenten, d.i. 300.000 drachmen voor betalen. Met andere woorden het geld daalde in minder dan 300 jaar tot een dertig- duizendste van zijn vroegere waarde. Wie in 78 n. Chr. zeggen we van dui zend gulden leven kon, had in 350 dertig millioen noodlg. Deze duurte, die, zooais we zullen zien omstreeks 300 begint in te tr e den, blijft tientallen jaren lang de ge wone toestand. Dat konden we trou wens ook wel opmaken uit de cijfers- van het „Uienboek", dat toch geen krant was en heeie menschengesiach- ten wilde amuseeren. Productenruil werd in de vierde eeuw na Christus de gebruikelijke transactie, waarschijnlijk in het ge- heele Romeinsche rijk, zeker in Egyp te, waar de ontwikkeling van dit procédé van stap tot stap te volgen is. Ik wil alleen op een document van 360 wijzen, dat nog een tusschenstad urn aangeeft. Het zegt namelijk, dat 40 artabae graan een artaba mat onge veer 40 kop gelijk staan met 500 pond vleesch en 72 millioen danari. Die geldsom is er blijkbaar alleen bij gezet, omdat de wet een prijsopga ve in rijksmunt voorschreef. Wie kon er 144.000 denarii 72000 gulden ga n neertellen voor e® pond vleesch. De regeering zag neei goed en ai vroeg in, dat deze depreciatie van de munt verderfelijk was. Dit blijkt dui delijk uit de tarieven van maximum prijzen, dat Diocletianus even na 300 n. Chr. invoerde en trachtte te handhaven. Dit tarief, waarvan een van de kopieën op steen ons bewaard is, is heel uitvoerig en precies m lo gischer doordacht dan eenige *ror- dening van nu. Het stelt n.m. niet alleen de verkoopprijzen vast, maar ook de arbeidsloonen en daarmee dus de productiekosten. GEEN GESCHIKT GEZELSCHAP. De keize r zag blijkbaar heel wel in, dat men niet dadelijk terug kon gaan tot de prijzen van voor den oorlog zoo zouden wij zeggen en bewijst dit bijvoorbeeld bij het vaststellen van de vergoeding bij arbeidspraestatie. Terwijl tijdens Cicero (Pro Q RosciolO 28) een daglooner 12 as 36 cent verdient, stelt Diocletianus zijn bezol diging op 25 denarii 12 gid., drie en dertig maal hooger, wat natuurlijk ook de prijzen van de afgewerkte pro ducten evenredig verhoogde. De rijksbestuurder bedoelde het ze ker goed en het ontbrak hem werke lijk niet aan energie het heele systeem zat prachtig in elkaar en scheen afdoen de genezing te moeten brengen, maar het brak stuk tegen de realiteit, 't Ging net als nu. De maximumprijzen deden de waren aan de markt verdwij nen en sluikhandel ontstaan. Het eeni ge bericht over de lotgevallen van de prachtige constructie staat bij Lactan- tius (in zijn „de mortibus persecuto- rum" c. 7). Deze zegt„Nadat Diocle tianus door allerlei onrechtvaardige maatregelen een kolossale duurt® veroorzaakt had, probeerde hij tij. de wet warenprijzen vast te'stelle-n" Toen werd om kleinigheden, voor een paar centen, veel bloed vergoten en verdween alle koopwaar uit vrees van de markt. Tengevolge daarvan ontstond een nog veel ergere duurte, totdat eindelijk de keizer de wet, waarvan zoo veien het slachtoffer waren, afschaffen moest." Terwijl Diocletianus in 304 voor een schepel graan een maximumprijs van honderd denarii (f48) vastgesteld had, kostte die tien jaar later in het graan- land bijna zes maal meer. Hoe zwak de economische positie van het rijk op de wereldmatkt was blijkt bijvoorbeeld uit de omstandig heid, dat de prijs van uit Babyion ge- I nporteerde huiden 2400 maal hooger was dan Diocletianus opgegeven had Het volgende nog over arbeiders- verhoudingen in een tijd, dat de vak verenigingen een grooter macht had den dan tijdens Cicero. Het voorbeeld is uit den Godex Theodosianus „In 364 gaven Valentinianus en Va- leus een verordening uit over de„zak< kendragers (wij zouden zeggenboot» werkers) van de haven van Rome" Dit bevelschrift (XVI 22.1) vind ik merkwaardig genoeg om het heelemaal te vertalen: „Uwe Hoogheid (d.i. dt praefect van Rome Symmachus) mogo bevelen, dat alle goederen.die particu lieren zullen aanbrengen in de haven van de Eeuwige Stad, door de georga niseerde bootwerkers of door hen die als leerlingen bij dat vak in dienst zijn, worden vervoerd en u gelieve daarvoor naarmate van de tijdsomstandigheden de loonen op billijke wijze te doen schat ten met dien verstande, dat als het blij ken mocht dat een particulier met ei gen v U de aangevoerde waren ver voer- e .1 vijfde deei van die goedecn ais winstaandeel voor den fiscus wor de opgeëischt" De zielsbedroefde weduwe wordt fn huis genomen bij Betsy en haar man, dit h-t dringend daartoe uitnoodigden. 1 dit gelukkige gezin is de vrouw reeds de zeventig gepasseerd.... en helpt nog mee aan de opvoeding van 'n klein Betsy, het evenbeeld van haar moedr. j I;! V' a n. (Vrij naar Albert van Venrode, Nadruk verboden.) AFSCHUWELIJKE, ONHOUDBARE TOESTANDEN IN STIERMARKEN (OOSTENRIJK) De universiteitsprofessor dr. Johann Ude uit Graz, in Holland geen onbekende meer, heeft den 2isten Februari voor de studen ten van Rolduc eene toespraak gehouden over de in Stiermarken thans bestaande af schuwelijke. onhou-dlbare toestanden. Wij ontleenen daaraan de volgende bijzonder heden: 97 pCt. der kinderen in de stad Graz zijn ondervoed; kinderen van zeven bot acht jaar welke slechts 12 kilogram aan lichaamsgewicht hebben, zijn geen zeld zaamheid. Voor eemge weken zakte een universiteitsstudent van uitputting en hon ger midden op de straat ineen; dood moest men hem wegdragen. Studenten, die slechts 4 of 5 maal in de week een warm eten hebben, terwij] zij bovendien gedurende ge heel den winter in ijskoude kamers ver kleumen, komen regelmatig onder dè 3400 universiteitsstudenten van Graz voor. Een generaal-majoor met reeds wit haar rekt er zijn leven met.... schoenen te repareeren, andere officieren met schrijf arbeid op kantoren. Vele gepensionneer- den hebben slechts een pensioen van 150 tot 250 kronen per maand. Het hart krimpt ineen, als men hoort, dat een in eere ver grijsd beambte op straat een stukje brood opraapte en opat. Vele leden van den mid denstand en vele intellectueele werkers ver knopen hun laatste huisraad. Een familie van 4 personen, die b.v. in 1913 voor een behoorlijk bestaan 3600 kronen uitgegeven heeft, moest nu voor die geenszins over dreven levensbehoeften minstens 240.000 kronen gerven. Een boordje b.v. kost n-u 50 A 60 kronen, een pak 25000 tot -30000 kro- l ui, een paar schoenen 1500 tot 2000 kro ten (in vredestijd was een kroon pijn. 50 centl) Graz alleen moet in den vacantietijd minstens 17000 kinderen en studenten die dringend versterking behoeven, een vacan- tie-tehuis bezorgen. Daartoe echter ont breekt het geld. Had Stiermarken 10000 gulden te zijner beschikking, dan konden minstens eenige duizenden der armste kin deren en studenten de weldaad ecner echte vacan-tie-versterking en - verkwikking fn vacantie-tahuizen genieten. De eenige hoop daarop is het neutrale buitenland. Profes sor dr. Ude. dóe op verlangen van den Bisschop van Graz en dier regeering van Stiermarken thans eene reis door Hofland maakt, verzoekt daarom dringend, welwil lende giften tot leniging van den hongers nood in Stiermarken te zenden aan den zeereerw. zeengel. heer professor dr. Nagant, Rolduc (Limburg). Het buitenland weet jammer genoeg slechts van de ellende in de stad Weenen, terwül de nood in de tweede Qostenrijk- scne stad Graz onder menig opzicht groo- ter is, daar het buitenland tot nu toe bijna uitsluitend voor Weenen zijn liefdegaven gezonden heeft Vijf jaar heeft hij 'r over gepeinsd. ZwAétr-wetenschappelijk er naar ge zocht: Henri Bergson, 'n Fransch psycho loog, om antwoord te vinden op de vraag, of de mensch al of niet 'n ziel heeft, die denkt en oordeelt en wil en besluit, die doet en laat.... dftn wei of dit alles maar iets zuiver lichamelijks is, dat in onze hersenen plaats heeft En waarlijk, hij verkreeg resultaat Langs welken weg hij het resultaat ver kreeg, doet er nu niet loe. En als vrucht van zijn jongste en zeer moeizame onder zoekingen, Keeft hfj 't lefnd van onzen tijd geleerd, dat de mensch 'n lichaam heeft, maar óók 'n ziel. Dat die ziel zelfstandig werkzaam is. Dat het zieleleven in zijn wezen Onaf hankelijk is van het lichamelijke leven en liet lichaam slechts gebruikt ais een or gaan, om zich te uiten. Ja. zèlfsl Allernieuwste ontdekking: Dat het zeer waarschijnlijk is, dat de ziel zal blijven voortbestaan als het lichaam wegsterft Dit alles wordt in tal van vreemde, go- leerde woorden en gewichtige termen den volke als nieuwste wetenschap opgedischt en de moderne mensoh luistert met ver bazing toe.... Naar wat? Naar hetgeen de geloovige armen van geest, al eeuwen lang weten. En waarvan de kinderen meer weten dan de grootste .geleerde".... BOYCOT VAN HET COMMUNISME. Naar de „Tel." verneemt wordt sedert eenigen t(jd van alle personen, welke zich voor den Indischen staatsdienst aanmel den, aan den betrokken burgemeester een verklaring gevraagd, naast het gewone af te geven bewijs van goed gedrag, - dal de naar Oost-lndië uit te zenden persoon zich niet bezig houdt met revolutiounaire propaganda of aanhanger is van het communisme. Deze verklaring wordt gevraagd namens .het departement van Koloniën, op grond van de omstandigheid, dat de Indische re geering zich op bet standpunt heeft ge steld, dat voor dergelijke personen geen plaats is ia den Indisdhen staatsdienst Leven van den Eerbiedwaar- digen Don Bosco, door J. B. Francesia, Salesioan. Uit het Fransch vertaald door G. van den Hoven, R.-K Pr. en Rec tor. Uitg. der Abdij-Drukkerij te Averbode. Een H. Vincentius A Paaulo der 19e eeuw, zoo zeiden we tot ons zelf, toen wij het leven van Don Bosco, uilgelezen ter zijde legden. Met den grooten Fran- sehen heilige heeft de eerbiedwaardige Italiaan dit gemeen, dat ook bij een arme, eenvoudige boerenjongens was. Hij stu deerde, toen bij het vee zijner ouders hoedde. Als student was hij gedwongen, om, ten einde in zijn onderhoud te voor zien. het kleermakersvak uit te oefenen. Later moest hij zijn kostgeld verdienen met lessen te geven, maar hij wend de op voeder van duizenden weezen, de opleider van honderden priesters en missionarissen, die nu nog over de heele wereld zijn zegenrijken arbeid voortzetten. De een voudige boerenjongen werd de stichter eener geestelijke orde, hij onderhandelde met ministers, bisschoppen en kardinalen, genoot zelfs het vertrouwen van Paus Pius IX. Met ingenomenheid deel en we hier me de. dat don Bosco zoo prachtig begreep, welk een machtig middel ter volksont wikkeling gelegen is in die Katholieke pers. De vrome, maar ook scherpzinnige pries ter van Turijn riep zijn tijdschriften „De vriend der Jeugd" en „Katholieke Lec tuur" in het leven en schreef zelf verschei den boeiken tot ontspanning en leering voor het Katholieke volk. Zoo is Don Bosco in menig opzicht een navolgenswaar dig toonbeeld, wiens leven en daden alge meen verdienen gekend en bewonderd te worden. Het door de Abdij te Averbode uitgege ven leven van don Bosco is een lijvig boekdeel van meer dan 500 bladzijden, waarin de bonderden feiten, episoden en verhalen van dit zoo veel bewogen leven, boeiend en in afwisselenden verhaaltrant worden meegedeeld. Men treft er por tretten en platen aan. In onze Katholieke gezinnen verdient het een eereplaats in de handen en onder de oogen der huisgenooten. MULTATULI'S VOORNAAMSTE IDEEËN TEGEN GOD, GODS DIENST EN ZEDELIJKHEID, door ff. Padberg S. J. Studiën voor onzen tijd. Serie XIV no. 112. Uitg. L. G. G. Malmtoerg, Nijmegen. Deze studie over Multatuli kan be schouwd worden als een vervolg op de lijvige brochure, in 1920 van den zelfden schrijver versohenen, waarin Multatuli ais TREKJES CLXXIX Levensloop. De zwakke, witte zon deed haar best wat vrootijklieid te brengen in de natuur van winter-grijs. Wat haar lukte. Ze kon echter niet helpen, dat haar licht niet elk plekje mooier maakte. Ook niet, dat haar stralen soms een heel andere uitwerking hadden. Die stralen deden bijvoorbeeld In een bekrompen slaapkamer, door welker kleine vensters zij traagzaam binnen kropen, de lijdende trekken in het ivoor witte gelaat der jonge vrouw angstig- scherp uitkomen. 't Vermagerde gezichtje verzonk haast In de witte kussens, die 'n maand geleden hetzelfde hoofd frisch en blozend droegen. Er zat een man naast het bed, die 't kleef-klamme handje in de zijne liet rus ten en met veel wilskracht 'n glimlach zond naar de matte oogen der zieke, als deze 'n moeilijke poging deed het hoofd te wenden. Hij vroeg naar den helaas maar ai te bekenden weg toen hij, om toch eens Wat te zeggen, naar haar toestand infor meerde. Ze beduidde met schorre fl-ister-stem, dat ze niet lang meer bij eikaar zouden blijven.... en schouwde met innigheid "aar het kruisbeeld tegenover haar.... ®n zei, dat 't zoo goed was. De man antwoordde met een onder drukten «nik. dal ze dit niet kon meenen. Dat God hem zóó niet zou willen treffen. De vrouw lispelde toen weer, dat hi. dit evenmin kon meenen, omdat hij wel wist, dat God niets deed zonder bedoe ling. Ze was volkomen overgegeven, verzekerde ze kalm-berustend, al had ze graag nog wat blijven leven, voor hem en kleine Betsy. De haast uitgeleefde oogen zochten 't blozende gezichtje en de blonde krullen van 't kindje, dat niet ver van 't ziekbed op den vloer speelde, onbewust van den naderenden slag. Lachend keek 't kleine ding op, nu ze haar --ara hoorde noemen en iiep kraai end naar het bed. Fleemend legde ze 't kopje op de dekens, bedelend om 'n zoen van moesje. De stervende moeder zei, dat Lieve Heertje voor haar zou zorgen. Toen ging 't hoofd naar den muurkant, omdat 't kind niet mocht zien haar laat ste tranen. De kleine ging huilen, omdat vader 't deed en haar daarbij zoo stijf tegen zich aandrukte. Met 't zwakke zonlicht doofde dien middag ook het levenslicht der jonge, teerbeminde vrouw en moeder. De weduwnaar was een man van levend geloof; daarmee torste hij reeds 'n jaar z'n groote smart, die echter eenigszins werd verlicht door het bezit van het klei ne, blonde engeltje. Maar hij had een betrekking die hem veel buiten de woning hield, waar dan het kind was toevertrouwd aan zorg van vreemden. Z'n vrienden zeiden, dat z'n huishou ding verkeerd liep en dat de kleine Betsy 'n goede opvoeding ontbeerde. „De leege plaats moet weer worden in genomen" zei een van de vrienden „anders loopt 't mis met je boeltje en jo kind groeit op zonder behoorlijk toezicht.' De weduwnaar zuchtte, dat 'n goeie tweede moeder voor zijn kind 'n prijs uit de loterij zou zijn en dat anderen er gemakkelijker over konden denken dan hij zelf. De vriend gaf dit toe, doch bleef bij z'n raadgeving, die sinds dat gesprek meermalen ernstig werd overwogen door den weduwnaar. Eer de helft van het t'weede jaar voorbij was had Betsy 'n nieuwe moeder.. Het kleine ding bemerkte gauw, dat er iemand in huis was gekomen, tegen wie ze wel moeder moest zeggen, maar die toch niet echt van haar hield. Het meisje snapte dit des te beter, doordat de vader zoo dol op haar was. Deze zag met veel droefheid, dat z'n kind er niet op vooruit ging. 'n Jaar later kreeg Betsy 'n nieuw zusje; toen werd 't er voor haar niet beter op. 't Eigen kindje werd vertroeteld en ver wend en't stiefkind moest er aan wennen dat het niet in tel wasdat het kleine zusje werd overladen met liefkozingen en lekkers, waarvan Betsy niet 'n klein partje mee-genoot. De vader droeg nu 'n andere smart, die schrijnender werd b(j de herinnering aan vroeger dagen. Hij deed alles om zijn kind zoo weinig mogelijk het gemis der ware moederliefde mensch denker en literator onusch wora: besproken. JONG LEVEN. Verzen van Felix Rutten en Marie Koenen. Hij was reeds geruimen lijd geleden aangekondigd, deze verzenbundel, en nu hij bij den uitgever Louis Winkler te Am sterdam verschenen is, valt hij tegen en mee. Tegen, in zoo ver we op de namen van het schrijverspaar afgaande, hier we! iets voortreffelijker verwacht hadden. Mee, omdat Felix Rutten en Marie Koenen de volgende waarschuwing op de eerste blad zijde schreven: „Voor al wie in eenvoudigheid Van vers en vorm hun vreugde vinden Wie 't simpel rythme en rijm verblijdt: Voor onze jonge vrinden." Wanneer men deze waarschuwing voor op stelt en er den nadruk op legt, dat de versjes op vogels, bloemen, zon en slerren, goed, zeer goed zelfs geslaagd mogen hee- ten, dan meenen wij dezen verzenbundel volgaarne in de harten onzer jeugd te mo gen wenschen. V OETBALO VERLKiir. Zondag wordt gespeeld Westelijke Aio. Ie KJutsse. Blauw- WitSpartaan Mr. E. G. v. Bisseliok. D. V. 0—U. V. V. li. A. Tromp. HaarlemSparta aanv. 1.45 J. Hazeu. EL V. V.el -B. S. W, Eijaiora jr. V. O. 0.Ajax. J, Mutters. O vergaagsklasse. Overgangsklasse ju.—EL K F. XL Terrein U. V. V. te Utrecht. JTeserve le klas A. A. F. U. JULBlauw Wit EL Ajax EiSpartaan li Oostelijke aiUecLng. le klasse. HengoioGo zuiead. Zuidelijke aüueeling. Xe klasse. VeiocitaaN. a. O. Widein 2AL V. V. MiaueiourgW iikeloiina. Noorue.ijae af keeling, le klasse. G. V. V.Forward. VeendamAchillea. W. V. V.Be Quick. H. S. O.Aleides. De eerste klasse. Wij hebben Zondag een vrij magere schotel, wat to danken is aan de uitste kende afwerking van het programma van dit seizoen. De roodbroeken spelen hun laats ten thuiswedstrijd n.l. tegea Sparta. Van dezen uits.ag vult niets te zeggen, ofschoon 'tieit dat 't iiaarlem's laaistc thuisinatch is, ons een overwinning van roodblauw zou doen voorspdLen. Haarlem speelt de laatste weken zoo slecht dat 'tons niets zou verwonderen ais Sparta kaar punten aantal weor met twee zou vermeerderen waardoor haar kans voor het behoud van het eerste klasseschap weer wat steeg. Er zijn vele Haarlemmers die Sparta van harte de overwinning toeweusahen. Do belangstelling voor dezen wedstrijd zal groot zijn. Wij vernamen van zeer betrouwbare zijde, dat niet minder dan vijftig vrachtauto's beschikbaar zijn gesteld voor liefhebbers, die gratis naar Haarlem willen reizen om getuige te zijn van de Haarlem-Sparta ontmoeting. Dat hiervan een druk gebruik zalwor- den gemaakt spreekt van zelf. Do ontmeet ng Blauw W.t-Spart :an rl wel 'n overwinning voor de kampioens- candidatea worden. Of zal Spartaan, Blauw Wit buiten kampioensgevecht stellen P Voor de spanning, zouden we wenschen UT ^ax van vorloor en Blauw Wit over de Spartaan zegevierde, dan zal de ontmoeting AjaxBlauw Wit, wel ke 13 Maart gespeeld zal worden des te spannender zijn daar beide partijen dan evenveel punten hebben. Ajax zal echter in de Maasstad wel ze- generen over de gebr. Hórburger e.s. De strijd tussohen Flip Koopman c.s. en Jan Vos en zijn mannen zal wel span nend zijn. Het krachtverschil is hier niet groot en dan Dordt op eigen terrein valt nooit mee. Toch zuilen do Buitenweggetjes wet "a -. puntje naar 't sticht brengen. In de Residentie hebben wc de plaat selijke ontmoeting tusschen Den Was- seuaarseheii Leeuw en de ..Kraaien" Dit belooft ook een spannenden strijd te worden. Wie zal winnen? De machtige leeuw of de vlugge kraaien. Wo co ven <!o thuisclub de beste kanB. Overgangsklasse. 't Compititie-rad staat hier stil in ver band met den wedstrijd tusschen het Overgangs-elftal en het Federatie dito op het U. V. V.-terrein te Utrecht. Van den uitslag valt natuurlijk wei nig te zeggen. De Federatie-mannen boekten Zondag j.l. een goed succes door Willem 2 een 21 nederlaag toe te brengen. De Overgangers vormen echter een goede ploeg. We twijfelen er niet aan of de Fede ratiemannen zuil het roomseae voet bal hoog houdenl De tweede en derde klasse staat stil. Voor de reserve 1ste klasse speelt A. F. O. tegen Blauw Wit, wat een over winning voor de laatste beteekent, ter wijl Ajax 2Spartaan 2 een succes voor de eerste zal worden. Haarlem 2 speelt thuis een friendly game tegen E. D. O. om 12 uur. „Referee". LEEFTIJD VERSCHIL, Oude heen - En hoe oud ben j^ ventje? Jantje: Ik ben vijf jaar thuis, zes ojr school en drie op de tram. ZOO ERG NOG NIET, Ze hadden al een tijdlang getwist Eia, delijk riep zij uit. Je gelooft zeken, dat ik een volmaakte gek ben. Niemand van ons is volmaakt Levey was 't kalme antwoord. Jantje heeft een paar allesbehalve pais lementaire woorden gebruikt en zijn mow der Onderhoudt hem daarover. Jantje, riep ze hem toe, je mag zulke woorden niet gebruiken; ik kan m« niet begrijpen, waar je die gehoord hebt Maar moeder, het zijn woorden van Jacob Catst antwoordde de zoon. Dan verbied ik je, om nog langer met hem te spelen; dat is geen geschikt gezelschap voor jou. te doen voelen, maar kinderen voelen soms beter dan groote menschen. Betsy werd 'n schuw kind, dat angstig deed en liet wat reeds de oogen der vrouw commandeerden. De vader ging berusten in het nieuwe verdrietverzoende zich met de ge dachte, dat de meeste menschen nu eenmaal voor beproevingen zijn bestemd cn dat klagen de last zwaarder maakte. De man had familie van de zijde zijner eerste vrouw. Deze menschen waren niet zoo zacht moedig als ze hem noemden. En eens op 'n dag kwam het tot heftige woorden tusschen de tweede vrouw en de oudste zusters van de eerste, die opkwam voor de belangen van haar zwager en z'n kind. Ze werd „fatsoenlijk" de deur uitgezet met den raad, dat ze zich met haar eigen zaken moest bemoeiendat ze dan weijk genoeg haddat Betsy 'n bru taal, onhandelbaar nest was, waarmee niets viel te beginnen.... en dat ze de nukken er wel zou uitranselen. Bij de deur keerde de schoonzuster zich om en zei met 'n stem, die hard en koud klonk, dat ze voorzichtig moest zijn, want dat God haar anders nog eens in haar eigen kind zou straffen. Weer 'n paar jaar verder. Weer deed de zwakke, witte zon haar best, de winter-natuur wat op te fleuren. En wéér buiten haar schuld maakten dp stralen niet elk piekje mooier, 't Was dezelfde slaapkamer waar se (schuchter binnenkropen en voor de twee de maal de akelige witheid van 'n gezicht je verangstigden. 't Kleinste kind lag ziek. De dokter had het vonnis reeds eenige dagen geleden uitgesproken. 't Moederhart weende, bad, smeekte, jammerde. Maar 't moest bloeden. En 't vaderhart bloedde mee, want 't was ook zijn kind, dat daar in benauwden doodstrijd lag. 'n Dag later liet de dood in 't slaap kamertje een van z'n wreede, onvermijd bare slagen vallen. Bij 't kleine, eiken kistje met 't blanke lichaampje dacht de moeder opeens aan de harde, koude woorden van die vrouw., nu klonken ze haar duidelijker nog in de ooren.... als 'n vloek En ze was gelukkiger dan ontelbare anderen in zoo'n toestand, want ze be sefte, dat het 'n straf was en 'n waar schuwingSchreiend bukte ze zich over 't gezichtje, dat haar in den dood nog scheen toe te lachen. Maar ze stond op als 'n andere vrouw, die nu wist, welke plicht haar reeds eenige jaren wachtte.... Ze zocht Betsy, die de laatste dagen haar ongenaakbare moeder zooveel moge lijk was ontvlucht en zich in 'n loeke der keuken met oude prenten vermaakte. Toen de vader van de eenvoudige, korte begrafenis terugkeerde, werd z'n thuis komst een van de gelukkigste oogenblik- ken van z'n jjeven. Die eerste, recht-moederlijke kus of dien droeven dag was 'n belofte geweest Die zonder hapering werd houden. Toen Betsy twintig was gewordeo kwam er 'n jongeman om haar hand. Zo hield van hem, maar aarzelde met 't jawoord.... uit groote liefde voor vadet en moeder. Maar de laatste sprak voor haar het beslissende woord en zei, dat ze 't vreese- iïjk zou vinden, als Betsy niet gelukkig werd. Weer drie jaar verder. Op 'n schoonen dag in de Meimaand verliest de man het leven bij 'n poging tot redding van 'n medemensch. Hij was 's morgens te Communie ge weest en had z'n vrouw goeiendag gekust met de gebruikelijke woorden :„Tot van- V nd." t ti

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5