Tweede Blad. BUITENLAND. BINNENLAND. FEUILLETON Parlementaire kroniek DINSDAG 12 APRIL 1921 J De mijnwerkersstaking in Enge land. De toestand in Ierland. GEMENGDE BUITENL. BE RICHTEN. Ze deugden niet voor hun ambt. Eerbiediging der huwelijkswet. De wedergevonden dochter mevrouw de Flessigny" ^evrouw de Fleshy ifdaod, dat J&j vergist u, Genélos, mevrouw Fleshy leeft. Ik begrjjp uw Mg8t die gedachte; dat is een tegen- «andster, die meer te vreeaen ilT<fan Ettul Avène, dien kan men opnieuw de BastUle doen opsluiten. Waar Ms mevrouw de Flessigny een klacht «dient, zjjt gij verloren." .Een klacht Indienen... Ik zeg u, T6* gestorven is bij de ramp van °e TerribleEn ril had zij de ramp °verleefd, dan zon zjj in graaf Cane- onmogelijk herkennen." w&i al u herkennen, zooels ik u - Wy rijn beiden poote eUen- ^in8en geweest; onz» misdaad beeft vreeselijker gevolgen gehad, dan wij eerst konden nieenciiGraaf Humbert, wanhopig zijn vrouw en kind verloren te hebben, verliet het Koningseiland en men heeft nooit meer van hem ge hoord... Zijne vrouw, door een won der van de schipbreuk gered, heeft het verstand verloren, toen zij Dolores niet meer bij zich vond. Tien jaren is zij krankzinnig geweest, zooals ik tien ja ren gevangen was. De misdaad drukt met gelijk gewicht op ons beiden, gij hebt gezorgd, dat ik de mijne heb uit geboet Laten wij thans het overige regelenTerwijl gij genot had van nw afschuwelijken diefstal, werd ïfc door wroeging en lijden getroffen Als ongeloovige en booswicht de Bas tille ingebracht, ben ik er als boet vaardige uitgekomen. Gij moet herstel len Cabarou, ik eisch zulks. Ik doe dal, omdat de eerste die mij een aal- 01088 gsf, gravin Flavienen de Fles- Mgay waa." en liet zich een kamer geven. Een uur later opende Avène de oogen. De Successie-belasting Herziening der Leerplichtwet. Dc voortgezette beraadslagingen over de wijziging der Successiewet, kenmerkten zich door een zekere matheid en weinig animo. Dit laatste openbaarde zich ook in de omstandigheid, dat Donderdag, reeds even na 4 uur, weer de helft der heeren niet in de vergaderzaal der Tweede Kamer aanwezig was, een omstandigheid, waar door een stemming ongeldig moest worden verklaard. Bij de Linkerzijde was de op komst weer 't slechtst. In schrille tegen stelling met het afkeurens- en betreurens waardig absentheisme, is de interpellatie zucht der leden, waar tegenover staat, dat de gewone wetgevende werkzaamheden in 't gedrang geraken. Het absentheisme schijnt intusschen zoo'n ingekankerd kwaad in de Tweede Kamer te zijn ge worden, dat zonder drastische maatregelen dit euvel wel niet zal kunnen worden be dwangen. De beraadslaging over de successie-belas ting werd dan voortgezet en de lieer De Wyckerslooth, achtte het regeeringsont- werp in zijn voortgezette rede, ook op zich zelf, dus zonder vergelijking met andere vormen van kapitaal-heffing, onaanneme lijk. Spr. wees er op, dat het eenige mo tief voor het ontwerp gelegen is in den wenscli, om den vermogensaanwas te treffen. Doch, zoo vroeg hij, waarom is dit ontwerp dan gehandhaafd, terwijl het eigenlijk ontwerp- vermogensaanwasbelas- ting door den minister is ingetrokken? De nood van de schatkist ten slotte, hoe hoog deze ook gestegen mag zijn, kan wel, zoo meende de heer Wyckersloot, een reden lot het zoeken van middelen zijn, doch kan op zichzelve geen rechtsgrond opleveren voor het voorstellen van een willekeurig belastingontwerp. Een geheel anderen toon dan zijn par tijgenoot, sloeg de oud-minister van Financiën, de heer Kolkman, tegen het ontwerp aan. Deze was over het wetsont werp weliswaar evenmin opgetogen als de heer De Wijkerslooth, doch hij aan vaardde het met berusting, evenals inder tijd de Tabaksbelasting. Het geld moet cr nu eenmaal zijn, zei hij tot den socialis- tischen heer J. Ter Laan. De heer Kolk man verdedigde het gekozen percentage tegenover den socïaal-democratischen afge vaardigde, die met een vermenigvuldigings- cijfer had willen werken in plaats van een bepaald (voor dezelfde groep uniform) Percentage aan bet reeds bestaande toe te voegen. In het stelsel-J. ter Laan zou wel iswaar proportioneel de druk voor allen in dezelfde mate verzwaard zijn geworden. 1 egenover dit theoretische voordeel zou echter volgens den minister en mr. Kolk man, een zóó zware belasting van groole Erfenissen hebben gestaan, dat hieraan Verbonden nadeelen wel den doorslag moesten geven. Van een heffing in eens bleek mr. Kolk man thans minder gediend dan zijn partij genoot De Wijkerslooth. Zeker mocht zij volgens hem niet dienen om de verhoogde «uccesiebelasting van de baan te werken. -1 rouwens, hij gaf het voorstel-Marchant niet de minste kans en wenschte zijn oogen niet te sluiten voor het feit, dat in ver hand met de achtereenvolgende staats leningen en den vermaarden „stok achter de deur" feitelijk reeds een heffing' in pens had plaats gehad. De tijdelijke vermeerdering van draag kracht volgens velen de rechtsgrond bij uitnemendheid voor het beginsel der sueccsiebelasting heeft bij een erfenis wel plaats, indien de kinderen van den erflater volwassen zijn en een gevestigde Positie hebben, doch blijft ten eenenmale indien een gezinshoofd met achterla ag van minderjarige kinderen in de gracht van zijn leven sterft. In de Succes siewet wordt aan deze wanverhouding ,cnemoet gekomen, door een bepaling, Waarbij de heffing in een dergelijk geval ketemperd wordt. De heer De Geer had nu ten amendement voorgesteld om, naast het ontwerp, ook het desbetreffend artikel •Her wet te wijzigen, opdat deze gunstige bepaling haar waarde blijft behouden. <^ok de heer Oud kwam met een be zwaar voor den dag. Volgens het ontwerp, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de •weduwe van den erflater minder erft dan de echtgenoote bij diens overleden zoon. Ten einde deze mogelijkheid uit te sluiten, **eWe de heer Oud voor, om in de eer ste, laagst belaste categorie van erfgena men, n.l. „3e kinderen of de echtgenoot, terwijl kind of kinderen uit het huwelijk verwekt of afstammelingen daarvan aan wezig zijn", de laatste op „terwijl" vol gende toevoeging te doen vervallen. Tegen alle drie de amendementen trad Minister De Vries in 't krijt. Tegen het amendement-De Wijckerslooth stelde hij het bezwaar, dat de wet al aftrek kent, als er kinderen van den erflater zijn. Na eenige discussie, liet hij het amendement- De Geer aan de beslissing der Kamer over. Tegenover het amendement-Oud, voerde hij aan, dat de opbrengst der belasting bij aanneming ervan, belangrijk zou verminde ren. De oppositie van den Minister mocht echter niet baten. De drie amendementen werden aangenomen. Het amendement- De Geer had slechts trvvee stemmen tegen. Bij de behandeling van de herziening der Leerplichtwet, hield de anti-revolution- naire afgevaardigde Van der Molen, een belangrijke rede. Hij ontkende het recht der Overheid om het volk wettelijk te dwingen tot het volgen van onderwijs en critiseerde scherp de toenemende staatsin menging in alles eil nog wat, waarbij.den burgers op allerlei wijze dwang word op gelegd. Van Vrijzinnige zijde, n.l. door den heer De Kanter, mede namens de heeren Dres- selhuys, Treub, Otto, ter Hall, Rink en De Muralt, werd een motie ingediend, waarbij zie Kamer, op grond dat de leêr- plicht logisch meebrengt, dat de ouders en verzorgers niet door onvermogen om hun kinderen en pupillen voldoende te kleeden en te voeden, belet worden dien plicht na te komen, de regcering wondt uit- genoodigd een subsidiestelsel te bevorde ren, waardoor aan het particulier initia tief de gelegenheid wordt gegeven hier aan tegemoet te komen. Nog spraken de christelijk-historische afgevaardigde Bakker en de Katholiek Bulten. Over de beginselvraag maakte de eerste zich niet druk. Hij constateerde dat leerplicht nu eenmaal een noodzakelijk kwaad was en ging daarna over tot een bespreking van ondergeschikte punten in 't ontwerp. De heer Bulten meende, dat het bij dit ontwerp niet over een principiëele vraag ging, immers over het beginsel was reeds in 1900 beslist maar over een gra- dueele vraag. Op dezen grond verklaarde hij zich tegen het ontwerp te zullen ver zetten. Vandaag moet beslist worden, of de groote staking van den driebond (mijn werkers, spoorweg- en transportarbei ders) zal doorgezet worden, wat voor En geland gelijk kan staan met een nationale ramp. Ofschoon men nog niet kan zeggen, meldde Reuter gisteren, dat een oplossing van het conflict in de steenkool-industrie in zicht is, meent men toch wel dat het feit, dat de pompers Zondag in alle dis tricten, met uitzondering van Fifeshire, het werk hebben hervat, een spoedige op lossing in het vooruitzicht stelt. De toe stand was buitengewoon ernstig in enkele mijnen in Zuid-Waïes, welke thans aan groote beschadiging ontsnappen. Het is thans vrij zeker, dat in de meeste mijnen het werk weer onmiddellijk zal kunnen worden hervat. De „Daily Herald" meldt, dat de spoor wegarbeiders en transportarbeiders hebben besloten aan de staking der mijnwerkers mede te doen, „op voorwaarde, dat o«k hunne grieven tot inzet van den strijd worden gemaakt". Het blad verneemt, dat de beteekenis van deze voorwaarde is, „dat de strijd der mijnwerkers de strijd der spoorwegarbeiders en transportarbei ders en de strijd van laatstgenoemden de strijd der mijnwerkers moet zijn." Zoodat zegt het blad, geen schikking kan tot stand komen, welke, al voldoet zij de mijnwer kers, niet tevens ook de belangen van de spoorwegarbeiders en transportarbeiders in soortgelijke moeilijkheden, welke drei gen of waarmede zij thans te kampen heb ben, beschermt. De strijd zal d<us gericht zijn op het belangrijke punt van: nationa le regeling tegenover districtsregeling, en een algemeen verzet tegen loonsverlagingen beteek enen. De „Manchester Guardian" vult dit be richt, dat zij op grond van een verklaring van een vooraanstaand arbeidsleider als juist erkent, aldus aan, dat dc spoorwegar beiders zouden eischen, dat men hun pre cies verklaart, welke hun positie zal zijn, wanneer in Augustus de financieele con trole wordt opgeheven; terwijl verscheide ne tot de Trausportarbeidersfederatie be- hoorende vakorganisaties in de transport bedrijven op het oogenblik leven onder de vrees van loonsverlaging, en de bedienaren van handelsauto's reeds spreken over een staking op eigen gelegenheid ten gevolge van een dreigende loonsverlaging. De correspondent - van de „Times" te Glasgow meldt, dat de schade aan de Scbotsche mijnen toegebracht, op vijf mil- lioen pond wordt geschat. De „Daily Express" rekent uit, dat de mijnwerkers in de afgeloopen week vijf millioen pond aan loon hebben gederfd, dat het verlies wegens te weinig gedolven kool zeven millioen pond bedraagt, het ver lies voor de spoorwegen, ten gevolge van het stopzetten van het steenkoolvervoer, één millioen en het verlies geleden door de verschillende getroffen industrieën, eveneens één millioen. Verder kosten dë re- geeringsmaatregelen, waaronder de mobi lisatie der reserve, 1,700.000 pond per week. De ochtendbladen bevestigen bet be richt, dat de regeering voornemens is een leening op korten termijn toe te staan ten behoeve van het koolbedrijf in de anne streken. De heer Charles Aldington, algemeen be drijfsleider van de Great Western Rail way, heeft aan den staf der maatschappij, naar aanleiding van de berichten dat in Augustus a.s., bij het opheffen van de controle over de spoorwegen, een poging zal worden gedaan om de vóór den oor log geldende loonen weer in te voeren, een schrijven gericht, waarin verzekerd wordt, dat de Great Western een derge lijke poging niet zal ondernemen en dat, zoo zij voornemens moebt zijn maatrege len te treffen, die noodig mochten blijken om de maatschappij zich te doen bedrui pen, daarover de meest uitgebreide bespre kingen zullen plaats hebben met geaccre diteerde vertegenwoordigers der beambten. De heer Aldington herinnert er den spoor wegarbeiders aan, dat zoo zij aan de sta king mochten deelnemen, hun dienstvoor- waarden hun voorschrijven, dat zij een op zegtermijn van zeven of 28 dagen in acht te nemen hebben, alvorens bet werk te staken. DE DUITSCHE TEGENVOORSTELLEN. Met zeer groote belangstelling worden te Parijs de nieuwe voorstellen tegemoet gezien, die volgens de verklaringen van gisteren door ons gemeld, door von Si mons te Bern afgelegd, inzake de Fransclie schadevergoedingen, binnenkort te voor zien zijn. Volgens den correspondent van het .Journal" te Berlijn zouden deze nieu we voorstellen omvatten een voorstel tot wederopbouw met behulp van Duitsche arbeidskrachten, een voorstel tot herstel met behulp van nader te specificeeren in- dustrieele leveringen, een financieel plan tot betaling van de schadeloosstelling, <fie een integreerend deel uitmaakt van het herstel, en een ontwerp voor een interna- tionale leening. Ook spreekt men van een plan tot deelneming van geallieerd kapitaal in de Duitsche industrie. Maar dit is door de deskundigen afgekeurd en zal dus wel geen deel van de voorstellen uitmaken. De wijze waarop de groote meerderheid der Fransohe bladen over de te wachten nieuwe Duitsche voorstellen spreekt be wijst wel dat het er in Frankrijk volstrekt niet om te doen is militaire maatregelen tegen DuitsdMand te nemen, maar dat men zijn geld hebben wil, aldus meent de Pa- rijsche correspondent van het „Hbid." te Parijs. Terwijl enkele bladen toch van de rechterzijde, zooals de „Figaro", den ouden hooghartigen toon aanslaan en ge noemd blad bijv. beweert, dat de nieu we voorstellen eerst na de bezetting van het Ruhrgebied in overweging genomen zullen kunnen worden, uiten andere zich veel verstandiger. Wel wantrouwt men overal, zelfs in de uiterste linkschc pers, nog altijd de Duitsche politiek en verwacht men, dat de nieuwe voorstellen te ver on der de resultaten van de Parijsche confe rentie zullen blijven om voor onmiddellijke aanneming in aanmerking te kunnen ko men. Maar men verwaéht, dat ze de basis zullen kunnen vormen voor nieuwe be sprekingen. „l'Oeuvre" bevat een uiteenzetting van een plan tot wederopbouw, dat Loucheur zou gereed hebben. De hoofdlijnen daar van zijn de volgende: gebruik van Duitsche werkkrachten, levering van Duitsche ma terialen en betaling door Dnitsehland met zijn kapitaal en niet slechts uit zijn in komsten. Ten aanzien van het laatste punt oordeelt Loucheur niet, dat men gewoon weg Duitsch particulier eigendom zou kun nen inpikken, maar meent hij, dat men Duitsohland zekere industrieele servituten zou kunnen opleggen. Dit laatste bestrijdt „l'Oenvre". terwijl liet zich met de twee eerste punten kan vereenigen. Hoi is op merkelijk, dat deze trouwens geheel over eenkomen met de nieuwe vooratellen, die aan von Simons worden toegeschreven. Of deze aannemelijk zullen zjjn, zal echter natuurlijk geheel van de modaliteiten af hangen. Voor het geval, dat toepassing van nieu we sancties na 1 Mei toch noodig' zou moeien zijn, verwacht men hier, dat belas ting zal worden gelegd op de productie van het Ruhrgebied. Gisteren zou een onderhoud plaats heb ben tusschen Doumer, Loucheur en Du bois, den voorzitter van de commission des réparatioris, over den juisten datum, waar op de commissie het vastgestelde totaal van de Duitsche schuld zal bekendmaken en waarop zij zal verklaren hoeveel er van de voor 1 Mei te betalen 20 milliard goud- marken nog te betalen overblijft. DE PRUISISCHE REGEERINGSCRISIS. De nieuwe Pruisische minister-presi dent Stegerwald heeft gisteren zijn po gingen tot vorming van een regeering voortgezet. Eenig Vooruitzicht, dat de moeilijkheden overwonnen zullen wor den, bestaat er echter niet; integendeel kan men uit de commentaren van de pers de conclusie trekken, dat de ver warring en de onzekerheid nog met den dag toenemen. Elke partij geeft voor haar stemmen op Stegerwald een reden op, die er aïs een verontschuldiging uit ziet, en die door de andere partijen wordt gedementeerd. Zoo hebben de so- siaal-democraten Zaterdag geheel in den vorm medegedeeld, dat zij op Steger wald hadden gestemd, nadat het cen trum de verzekering had gegeven, dat Stegerwald onmiddellijk zou aftreden aLs hij geen regeering kon vormen, die de goedkeuring van de sociaal-democra ten wegdroeg. Het Centrum verklaart thans, dat het geweigerd heeft deze of eenige andere belofte te doen en dat de nieuwe minister-president in zijn eerste interview heeft verklaard, dat hij een ministerie zou vormen, waarin niet al leen ambtenaren, maar ook politici zou den zitten Dit wordt weer tegengespro ken door de sociaal-democraten die zeg gen dat Stegerwald zich integendeel ver plicht heeft een regcering te vormen, waarin niet alleen politici, maar ook ambtenaren zitting zouden hebben. Ste gerwald zou dan ook, getrouw aan deze afspraak, een kabinet trachten te vor men. dat hoofdzakelijk uit politici van de drie tegenwoordige regeeringspartijen zou bestaan en slechts versterkt zou worden loor ambtenaren van betrouw bare republikeinsche gezindheid. Wat is nu waarheid? Stegerwald is met den steun van alle partijen, van Hergt tot Heiknann, tot minister-presi dent gekozen. Elke partij heeft daarbij echter een ander doel voor oogen ge had. De Duitsch-outionalen hebben Ste gerwald gekozen om de verkiezing van een sociaal-democraat te verhinderen, de Duitsche Volkspartij in het vertrou wen, dat Stegerwald haar mede in de coalitie zal helpen, bet Centrum omdat hij een Centrum-man is. de democraten omdat «e hopen, dat hij de regeering van de Duitsche Volkspartij tot de sociaal democraten tot stand zal brengen, en de sociaal-democraten omdat hij zich ver plicht heeft, ook do nieiuwo regeering voornamelijk uit de partijen der oude regeering te vormen. Stegerwald is een man in de kracht van zijn leven, 46 jaar. Hij trok nadat hij het meubehnakersvak had geleerd, door het land, naar vroegere Duitsche gewoonte, als ambulant werkman. Tot hij zich in Munchen vestigde deze Pruisische premier is geen geboren Pruis en ook geen lid van den Prui- sisdhen Landdag, wel van den Rijksdag waar hij voorlrachten volgde over economische vraagstukken,, o.a, bij Brentano. Omdat hij van huis uit goed katholiek vaas, sloot hij zich aan bij de christelijke meubelmakersonganisalie, werd al gauw voorzitter, secretaris-gene raal der christelijke vakvereenigingen. En toen. tijdens den oorlog de Pruisische regeering behoefte gevoelde in liet Hce- renhuis ook een arbeider plaats te doen nemen, koos ze daarvoor Stegerwald uit. Een jaaT geleaeD is hij benoemd tot Pruisisch minister vooi de volkswelvaart En dank zij zijn geprononceerde demo cratische neigingen kon hij me» de so cialisten in het kabinet goed overweg. De strijd vu' Sinn Fein. Bij den aanvang van elke nieuwe week wordt de reeks van berichten over gevech ten, brandstichtingen en aanslagen in Ier land hervat. Reuter seint dal Vrijdag Sinn Feiners een politje-deiachemcnt in het graafschap Limerick in een hinderlaag hebben gelokt. Het hoofd der oonstabels werd gedood, terwijl drie politiemannen werden gewond. Aan de zijde der Sinn Feiners werden verscheiden personen gedoo.1 cn gewond. Vijf Skm Feiners, die in Liverj>ct)l te recht stonden in verhand met de jongste branden in boerderijen, zijn veroordeeld tot dwangarbeid voor een termijn, variee- rend tusschen vijf en Ken jaar. HET LOONVRAAGSTUK IN ENGELAND. De medewerker voor arbeidszaken van de „Manchester Guardian" meldt, dat de vakvereenigingen in schier alle indu strieën nog steeds eischen van de werk gevers ontvangen bot loonsverlaging, en dat in vele gevallen de werkgevers rich rechtstreeks tot hun werkvolk wenden met de médedeeiing, dat de loonen met in gang van een bepaalder datum zullen worden verlaagd, zander van te voren daarover in onderhandelingen te treden. Bepaalde machinefabrieken bijvoorbeeld, hebben bekend gemaakt, dat de oorlogs- loonen niet langer wettige sanctie bezitten en daarom elk willekeurig oogenblik kun nen worden verlaagd, terwijl andere firma's aan haar personeel hebben doen weten, dat rij voornemem zijn de oorlogs premies en ioonsverhoogingen op een be paald tijdstip in te trekken. Ook bij het eindigen van de collectieve contracten be gin Mei zullen ét werkgevers in de katoen industrie zoowel aan de spinners als aan de wevers aanzegging doen van groote loonsverlagingen. Verwacht wordt, dat de verschillende vakorganisaties zich zullen verzetten. DE MOORD OP DE NEGERS IN GEORGIA. Het proces tegen John Williams, den kaloen-planter in Georgia, die naar men weet wordt beschuldigd een g.oot aantal in zijn dienst zijnde negers ie hebben ver moord ten einde niet wegens het over treden der wet ter bescherming legen slavernij met het gerecht in aanraking te komen, heeft een dramatische hoogte be reikt door de getuigenis van Clyde Man ning, de opzichter der negers, die ver klaarde dat hij z.g. op last van rijn mees ter in Februari elf negers heeft vvunonrd, wier lijken eerstt in Maart zijn gevonden. Op kalme wijze vertelde getuige hoe hij de negers ter dood had gebracht Twee had liij aan handen en nek samengebon den, ze in een zak met steenen gebon den, en in de rivier geworpen Een andere neger, die getuige was van het verdrinken van zijn kameraden, wierp zich »e!f in de rivier. Maiming gaf een verdag van het ver moorden van elk der negers afzonderlijk, en verklaarde dat zijn meester lot hem had gezegd: „Hun nek mort er af, anders de jouwe", zoodat Maiming uit zelfbehoud zou hebben gehandeld. Draadloos wordl uit Annapolis gemeld dat John Williams door de jury schuldig is bevonden, cn tot levenslange gevange nisstraf is veroordeeld. Er is een verzoek ingediend 'Je zaak op nieuw te berechten. DE FRANSCHE ..DRAADLOOZE" IN PARTICULIERE HANDEN? De Fransche senador Guillanme PouBe heeft onrust m den Senaat gewekt, <toor zijn modedeehng. dat een conventie van 29 Oct. 1920 de draadiooze verbindingen met Spanje. Engeland en Amerika in han den sitelt van een particuliere maatschappij, zonder dal het parlement daarvan in ken nis is gesteld. Volgens die conventie zal de organisatie en exploitatie van de draad iooze verbindingen m»t die landen voor 30 jaren berusten bij die maatschappij, zij bel dan onder technische, administratieve en financieele controle van den straat. De bedoelde particuliere maatschappij staat in betrekking tot een Engelsohe maat schappij Senator Poulle zag in dezen toestand gevaar zoowel voor den Franschen han- dei als voor de nationale verdediging. De spreker werd op alle banken toege juicht De P. T T. zoo zette hij uiteen, is een staatsmonopolie, hetwelk niet vervreemd kan worden, zelfs niet gedeeltelijk, zonder toestemming van het parlement. Hij diende ten slotte een resolutie h> waarbij de regeering wordt uit genood igd de conventie van Oct. *20 aan het parle ment voor te leggen. De onderminister Laffont, die nog niet in de regeering was, toen de 00 inent ie werd gesloten, en dus uiet kon antwoor den, beloofde de "conventie over te zullen leggen aan de bevoegde parlementaire commissies. Hayes, directeur der posterijen te Washington heeft ter kennis gebracht dat alle postbeambten, die mails van waarde by aien nebben, zullen worden gewa pend. Er is tevens een prijs van Ó000 .lolla. uitgeloofd voor degenen, die mail-dwveg weten in te pikken. Er schijnen plannen bij de Fransche regeering in de maak te zijn voor een dagelijksche stoombootverbinding tu,schei Calais en London Bridge voor het vervoer van passagiers en mails. De overtocht zal zes tot zeven uur curen. Tot dusver had alleen de Batavier-lijn een passagiersdienst op London Bridge. In den Amsterdamschen Raad heeft de heer Wibaut, toen hij als plaatsvervan gend burgemeester fungeerde, aan de com munisten het recht ontzegd om zelf uit te maken, of zij al dan niet tot staking zullen overgaan. Di recht echter erkent hij wel voor de sociaal-democraten, zijn partijgenoóten. Fraaie consequentie, inder daad. Hiervoor wordt hem in de .Amsterdam mer" duchtig de les gelezen door prof. Kernkamp, die voorop stelt, dat, a! zou ook de heer Wibrift op zijn theorie geen enkele uitzondering toelaten, deze nog verwerpelijk zou zijn. „Naar onze meening missen arbeiders in overheidsdienst ten allen tijde het recht een politieke staking, om ons nu maar bij deze laatste te bepalen. Wij zouden daar aan, volledigheidshalve, moeten toevoe gen: zoolang althans, de overheid binnen de perken van recht en wet blijft; maar voor zulk een voorbehoud bestaat hier te lande te weinig aanleiding. Daarmede wordt aan de bedoelde cate gorie van arbeiders geen enkel politiek recht ontnomen, maar alleen een dwang middel om de overtuiging van een minder heid aan een meerderheid op te leggen; hun wordt slechts belet misbruik te makets van de omstandigheid, dat zij werkzaam zijn in een overheidsbedrijf, d.w.z. in een bedrijf, dat het algemeen belang dient en dat niet tot stilstand kan worden gebracht, zonder ontreddering van het maatschap pelijk leven." Volkomen terecht stelt, naar prot. Kernkamp's meening, de overheid straf op het willekeurig verzuimen van den ar beid in haar bedrijven. „Het kan haar niet geheel onverschillig zijn, om welke reden dit verzuim werd ge pleegd, of de man wegbleef, omdat hij daarmede uiting wilde geven aan zijn poli tieke gevoelens dan wel omdat hij met zijn hengelclub uit visschen wou gaan; het niet op het werlc verschijnen zonder een door het reglement, als wettig erkende reden is een willekeurig verzuim en behoort als zoodanig te worden gestraft. Wie nu, met volle instemming of half tegen zijn zin, het besluit van zijn vak- vereeniging opvcigt om op een gegeven dag, wegens politieke redenen, het werk neer te leggen, die weet wat er op staat; schorsing voor één of meer dagen, met in trekking van het loon. Hij kan zich daar over niet beklagen, en, zoo hij een kerel is, zal hij dit ook niet doen; hij heeft zich dc weelde gegund de verzenen tegen de prikkels te slaan en zal daarvoor moeten betalen. Wat een kunststuk om te staken, als je er niets mee inboet en nog een vrijen dag op den koop toe hebt gehad I Ook na de beslissing, die de vorige week te Amsterdam werd genomen, is het nog geen heldenfeit geworden, voor één dag te gaan staken." De schrijver verklaart ten slotte, dat de beide socialistische, afgetreden wethou ders, ofschoon niet onbekwaam, toch niet voor hun ambt deugden. Immers, „Dit gebood hun de wet te houden en straf op te leggen aan werklieden, die het reglement hadden overtreden. Ook bij hen heeft de ambtsplicht minder zwaar gewo gen dan de klasseplicht juister gezegd: dan de partijplicht, want al hebben zij de staking van den 8sten Juni geprezen als een daad van politieke overtuiging, men mag betwijfelen of het besluit daartoe zou zijn genomen, als hun raad ingewonnen en gevolgd ware. Wie het wethoudersambt aanvaardt, heeft den ambsplicht Ie stellen boven het partijbelang. Is dit voor een sociaaldemo craat onmogelijk dan onthoude hü rich van de uitoefening van overheidsgezag. De inspecteur van den Centralen Bond van Philantropische inrichtingen in Ne derland, mr. de Graaf, schrijft een belang rijk artikel over „Zorg voor de ongehuwde Naar bet Fransch Tan RAOUL DE NA VERY, bewerkt door »2«rier aan u?" „Neen, niet aan mSf." Tvie danr .Aan »pua hebt gjj mty alleen hier doen komen om restitutie van mij te ei schen r «Mevrouw de Flessigny Is arm, gij zult hear hare twee millioen terug geven." „Paul Avène, bij dat alles is slechts één ding jammer „Wat dan?" „Ik geloof niet aan de verschijning van mevrouw de Flessigny. Het is in uw belang na tien jaren een vrouw naar voren te brengen, wier trekken eenigszins gelijken op die van gravin Flavienne en die krankzinnige te over reden een rol te spelen in uw ellendige vertooning, maar ik val zoo gemakke lijk niet in den strik. Gij spreekt er van nfij te verderven? Beproef het; met mijne millioenen bezit ik een in vloed dien niemand kan weerstaan en die door u niet kan gebroken wor den." „Dus gij jveigert terug te geven?" „Ik Weiger de dupe vu een be driegerij te worden." „Ik zal u dus schimmen moeten doen zien om u te doen gelooven T „Ik ben sterk van geest, schimmen maken mij niet bang." „Goed," reide Paul Avène. „Spreken wij dan over Dolores. Hebt gij nooit in nw leven van weelde en pracht gedaciit aan dat schepseltje, dat door ons in het wouö der Ardennen verlaten is?" „Nooit," „"Welnu, ik, in de eenzaamheid mij ner gevangenis, heb altijd dat engel- achtig gelaat voor mij gezien, haar angstkreten hebben altijd in mijn ooren weergalmd." „Een kwestie van zenuwen," zeide Canélos. „"Wilt gij naar Engeland gaan?" „Hoeveel biedt gij mij aan?" „Veertig duizend gulden." „Dat is niets. Een medeplichtige, be- liandeld zooals gij mij behandeld hebt, uit den weg ruimen voor veertuig dui zend gulden. Neen, Canélos, alles of niets. Ik heb mijn prijs genoemd. Twee millioen." „Hebt gij mij nog iets anders te zeggen T „Voor lieden niets." „Gij begint dus den strijdt' „Nog niet. Jk geer u nog acht dagen uitstel" „Gij zult heden sterven," schreeuw de Canélos. En op Avène aanspringend voor hij den tijd Had zich te verdedi gen, gaf hij hem twee dolksteken. „Iluip," riep de getroffene reutelend. Canélos schopte zijn medeplichtige met den voet op zijde en liep weg in de richting, waar hij een oogenblik vroeger zijn paard gelaten had. Op hetzelfde oogenblik verscheen het hoord van Grand-Hunier boven den put. „Drommels," riep hij uit, „de scnurk heeft hem gedood." „Nog niet,antwoordde Avène rtret zwakke stem. „Gij hebt het gehoord en gij zijl getuige. Als ik sterf zal zijn straf niet op zich doen wachten De matroos droeg het lichaam van Paul Avène naar den rand van den pat. „Wat moei ik doen?" vroeg hij zich af; de vlakte is eenzaam, geen hulp is te Wachten „Verbind voorloopig mijne wouden," antwoordde Avène, „en als gij er de kracht toe heb draag mij dan weg." Grand-Hunier volgde dien raad, en na hel bloed, dat uit de twee wonden vloeide, gestelpt te hebben, nam hij het beweginglooze l'chaam op zijne schouders. Hij was sterk en droeg dien last zonder moeite. Toen h»i een der slagboomcn van Parijs doorging, vroeg een soldaat van de wacht: „Wat draagt gij daar?' „Een onverbeterlijke dronkaard." Daar de zeeman den gewonde niet naar zijne woning duride te brengen, ging hij een naburige herberg binnen, verhaalde daar dezelfde geschiedenis „Is het ernstig?" vroeg hij. „Ik moet leven, mevrouw de Flessigny heelt mij noodig... Zoek een geneesheer voor mij, die mij binnen drie dogen op de been helpt. De strijd met Canélos is be gonnen. Ik wd sterven hls zijn -tref maar spoedig op mijn dood volgt." De waard&n liet aanstonds een ge neesheer halen. Na de dubbele wond beschouwd te hebben, maakte deze een weinig bemoedigende beweging en zei- de: „Ik sta voor niets in. het geval is ernstig. Als gij zeer kalm Wijlt en geen enkele beweging maakt, tal tk u misschien kunnen redden. Wees gerust, dokter, antwoordde de'gewonde, „ik wil genezen." Toen de geneesheer vertrokken was, vroeg Grand-Hunier: „Moet ik mijnheer den burggraaf waarschuwen?' „Wacht tot morgen, ik voel mij zeef zwak. Tegen dien tijd za! ik wat meer krachten hebben en overwege.i welke middelen wij moeten aanwenden om dien ellendigea Canélos zeker ten val te brengen." (IVordl uervolg<t)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5