Tweede Blad.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON
Parlementaire kroniek
DINSDAG 12 APRIL 1921 J
De mijnwerkersstaking in Enge
land.
De toestand in Ierland.
GEMENGDE BUITENL. BE
RICHTEN.
Ze deugden niet voor hun ambt.
Eerbiediging der huwelijkswet.
De wedergevonden dochter
mevrouw de Flessigny"
^evrouw de Fleshy ifdaod, dat
J&j vergist u, Genélos, mevrouw
Fleshy leeft. Ik begrjjp uw Mg8t
die gedachte; dat is een tegen-
«andster, die meer te vreeaen ilT<fan
Ettul Avène, dien kan men opnieuw
de BastUle doen opsluiten. Waar
Ms mevrouw de Flessigny een klacht
«dient, zjjt gij verloren."
.Een klacht Indienen... Ik zeg u,
T6* gestorven is bij de ramp van
°e TerribleEn ril had zij de ramp
°verleefd, dan zon zjj in graaf Cane-
onmogelijk herkennen."
w&i al u herkennen, zooels ik u
- Wy rijn beiden poote eUen-
^in8en geweest; onz» misdaad beeft
vreeselijker gevolgen gehad, dan wij
eerst konden nieenciiGraaf Humbert,
wanhopig zijn vrouw en kind verloren
te hebben, verliet het Koningseiland
en men heeft nooit meer van hem ge
hoord... Zijne vrouw, door een won
der van de schipbreuk gered, heeft het
verstand verloren, toen zij Dolores niet
meer bij zich vond. Tien jaren is zij
krankzinnig geweest, zooals ik tien ja
ren gevangen was. De misdaad drukt
met gelijk gewicht op ons beiden, gij
hebt gezorgd, dat ik de mijne heb uit
geboet Laten wij thans het overige
regelenTerwijl gij genot had van
nw afschuwelijken diefstal, werd ïfc
door wroeging en lijden getroffen
Als ongeloovige en booswicht de Bas
tille ingebracht, ben ik er als boet
vaardige uitgekomen. Gij moet herstel
len Cabarou, ik eisch zulks. Ik doe
dal, omdat de eerste die mij een aal-
01088 gsf, gravin Flavienen de Fles-
Mgay waa."
en liet zich een kamer geven. Een uur
later opende Avène de oogen.
De Successie-belasting Herziening der
Leerplichtwet.
Dc voortgezette beraadslagingen over
de wijziging der Successiewet, kenmerkten
zich door een zekere matheid en weinig
animo. Dit laatste openbaarde zich ook
in de omstandigheid, dat Donderdag, reeds
even na 4 uur, weer de helft der heeren
niet in de vergaderzaal der Tweede Kamer
aanwezig was, een omstandigheid, waar
door een stemming ongeldig moest worden
verklaard. Bij de Linkerzijde was de op
komst weer 't slechtst. In schrille tegen
stelling met het afkeurens- en betreurens
waardig absentheisme, is de interpellatie
zucht der leden, waar tegenover staat, dat
de gewone wetgevende werkzaamheden in
't gedrang geraken. Het absentheisme
schijnt intusschen zoo'n ingekankerd
kwaad in de Tweede Kamer te zijn ge
worden, dat zonder drastische maatregelen
dit euvel wel niet zal kunnen worden be
dwangen.
De beraadslaging over de successie-belas
ting werd dan voortgezet en de lieer De
Wyckerslooth, achtte het regeeringsont-
werp in zijn voortgezette rede, ook op zich
zelf, dus zonder vergelijking met andere
vormen van kapitaal-heffing, onaanneme
lijk. Spr. wees er op, dat het eenige mo
tief voor het ontwerp gelegen is in den
wenscli, om den vermogensaanwas te
treffen. Doch, zoo vroeg hij, waarom is dit
ontwerp dan gehandhaafd, terwijl het
eigenlijk ontwerp- vermogensaanwasbelas-
ting door den minister is ingetrokken? De
nood van de schatkist ten slotte, hoe hoog
deze ook gestegen mag zijn, kan wel, zoo
meende de heer Wyckersloot, een reden lot
het zoeken van middelen zijn, doch kan
op zichzelve geen rechtsgrond opleveren
voor het voorstellen van een willekeurig
belastingontwerp.
Een geheel anderen toon dan zijn par
tijgenoot, sloeg de oud-minister van
Financiën, de heer Kolkman, tegen het
ontwerp aan. Deze was over het wetsont
werp weliswaar evenmin opgetogen als
de heer De Wijkerslooth, doch hij aan
vaardde het met berusting, evenals inder
tijd de Tabaksbelasting. Het geld moet
cr nu eenmaal zijn, zei hij tot den socialis-
tischen heer J. Ter Laan. De heer Kolk
man verdedigde het gekozen percentage
tegenover den socïaal-democratischen afge
vaardigde, die met een vermenigvuldigings-
cijfer had willen werken in plaats van een
bepaald (voor dezelfde groep uniform)
Percentage aan bet reeds bestaande toe te
voegen. In het stelsel-J. ter Laan zou wel
iswaar proportioneel de druk voor allen
in dezelfde mate verzwaard zijn geworden.
1 egenover dit theoretische voordeel zou
echter volgens den minister en mr. Kolk
man, een zóó zware belasting van groole
Erfenissen hebben gestaan, dat hieraan
Verbonden nadeelen wel den doorslag
moesten geven.
Van een heffing in eens bleek mr. Kolk
man thans minder gediend dan zijn partij
genoot De Wijkerslooth. Zeker mocht zij
volgens hem niet dienen om de verhoogde
«uccesiebelasting van de baan te werken.
-1 rouwens, hij gaf het voorstel-Marchant
niet de minste kans en wenschte zijn oogen
niet te sluiten voor het feit, dat in ver
hand met de achtereenvolgende staats
leningen en den vermaarden „stok achter
de deur" feitelijk reeds een heffing' in
pens had plaats gehad.
De tijdelijke vermeerdering van draag
kracht volgens velen de rechtsgrond bij
uitnemendheid voor het beginsel der
sueccsiebelasting heeft bij een erfenis
wel plaats, indien de kinderen van den
erflater volwassen zijn en een gevestigde
Positie hebben, doch blijft ten eenenmale
indien een gezinshoofd met achterla
ag van minderjarige kinderen in de
gracht van zijn leven sterft. In de Succes
siewet wordt aan deze wanverhouding
,cnemoet gekomen, door een bepaling,
Waarbij de heffing in een dergelijk geval
ketemperd wordt. De heer De Geer had nu
ten amendement voorgesteld om, naast
het ontwerp, ook het desbetreffend artikel
•Her wet te wijzigen, opdat deze gunstige
bepaling haar waarde blijft behouden.
<^ok de heer Oud kwam met een be
zwaar voor den dag. Volgens het ontwerp,
is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de
•weduwe van den erflater minder erft dan
de echtgenoote bij diens overleden zoon.
Ten einde deze mogelijkheid uit te sluiten,
**eWe de heer Oud voor, om in de eer
ste, laagst belaste categorie van erfgena
men, n.l. „3e kinderen of de echtgenoot,
terwijl kind of kinderen uit het huwelijk
verwekt of afstammelingen daarvan aan
wezig zijn", de laatste op „terwijl" vol
gende toevoeging te doen vervallen.
Tegen alle drie de amendementen trad
Minister De Vries in 't krijt. Tegen het
amendement-De Wijckerslooth stelde hij
het bezwaar, dat de wet al aftrek kent,
als er kinderen van den erflater zijn. Na
eenige discussie, liet hij het amendement-
De Geer aan de beslissing der Kamer over.
Tegenover het amendement-Oud, voerde
hij aan, dat de opbrengst der belasting bij
aanneming ervan, belangrijk zou verminde
ren.
De oppositie van den Minister mocht
echter niet baten. De drie amendementen
werden aangenomen. Het amendement-
De Geer had slechts trvvee stemmen tegen.
Bij de behandeling van de herziening
der Leerplichtwet, hield de anti-revolution-
naire afgevaardigde Van der Molen, een
belangrijke rede. Hij ontkende het recht
der Overheid om het volk wettelijk te
dwingen tot het volgen van onderwijs en
critiseerde scherp de toenemende staatsin
menging in alles eil nog wat, waarbij.den
burgers op allerlei wijze dwang word op
gelegd.
Van Vrijzinnige zijde, n.l. door den heer
De Kanter, mede namens de heeren Dres-
selhuys, Treub, Otto, ter Hall, Rink en
De Muralt, werd een motie ingediend,
waarbij zie Kamer, op grond dat de leêr-
plicht logisch meebrengt, dat de ouders
en verzorgers niet door onvermogen om
hun kinderen en pupillen voldoende te
kleeden en te voeden, belet worden dien
plicht na te komen, de regcering wondt uit-
genoodigd een subsidiestelsel te bevorde
ren, waardoor aan het particulier initia
tief de gelegenheid wordt gegeven hier
aan tegemoet te komen.
Nog spraken de christelijk-historische
afgevaardigde Bakker en de Katholiek
Bulten. Over de beginselvraag maakte de
eerste zich niet druk. Hij constateerde
dat leerplicht nu eenmaal een noodzakelijk
kwaad was en ging daarna over tot een
bespreking van ondergeschikte punten in 't
ontwerp.
De heer Bulten meende, dat het bij dit
ontwerp niet over een principiëele vraag
ging, immers over het beginsel was
reeds in 1900 beslist maar over een gra-
dueele vraag. Op dezen grond verklaarde
hij zich tegen het ontwerp te zullen ver
zetten.
Vandaag moet beslist worden, of de
groote staking van den driebond (mijn
werkers, spoorweg- en transportarbei
ders) zal doorgezet worden, wat voor En
geland gelijk kan staan met een nationale
ramp.
Ofschoon men nog niet kan zeggen,
meldde Reuter gisteren, dat een oplossing
van het conflict in de steenkool-industrie
in zicht is, meent men toch wel dat het
feit, dat de pompers Zondag in alle dis
tricten, met uitzondering van Fifeshire,
het werk hebben hervat, een spoedige op
lossing in het vooruitzicht stelt. De toe
stand was buitengewoon ernstig in enkele
mijnen in Zuid-Waïes, welke thans aan
groote beschadiging ontsnappen. Het is
thans vrij zeker, dat in de meeste mijnen
het werk weer onmiddellijk zal kunnen
worden hervat.
De „Daily Herald" meldt, dat de spoor
wegarbeiders en transportarbeiders hebben
besloten aan de staking der mijnwerkers
mede te doen, „op voorwaarde, dat o«k
hunne grieven tot inzet van den strijd
worden gemaakt". Het blad verneemt,
dat de beteekenis van deze voorwaarde is,
„dat de strijd der mijnwerkers de strijd
der spoorwegarbeiders en transportarbei
ders en de strijd van laatstgenoemden de
strijd der mijnwerkers moet zijn." Zoodat
zegt het blad, geen schikking kan tot stand
komen, welke, al voldoet zij de mijnwer
kers, niet tevens ook de belangen van de
spoorwegarbeiders en transportarbeiders
in soortgelijke moeilijkheden, welke drei
gen of waarmede zij thans te kampen heb
ben, beschermt. De strijd zal d<us gericht
zijn op het belangrijke punt van: nationa
le regeling tegenover districtsregeling, en
een algemeen verzet tegen loonsverlagingen
beteek enen.
De „Manchester Guardian" vult dit be
richt, dat zij op grond van een verklaring
van een vooraanstaand arbeidsleider als
juist erkent, aldus aan, dat dc spoorwegar
beiders zouden eischen, dat men hun pre
cies verklaart, welke hun positie zal zijn,
wanneer in Augustus de financieele con
trole wordt opgeheven; terwijl verscheide
ne tot de Trausportarbeidersfederatie be-
hoorende vakorganisaties in de transport
bedrijven op het oogenblik leven onder de
vrees van loonsverlaging, en de bedienaren
van handelsauto's reeds spreken over een
staking op eigen gelegenheid ten gevolge
van een dreigende loonsverlaging.
De correspondent - van de „Times" te
Glasgow meldt, dat de schade aan de
Scbotsche mijnen toegebracht, op vijf mil-
lioen pond wordt geschat.
De „Daily Express" rekent uit, dat de
mijnwerkers in de afgeloopen week vijf
millioen pond aan loon hebben gederfd,
dat het verlies wegens te weinig gedolven
kool zeven millioen pond bedraagt, het ver
lies voor de spoorwegen, ten gevolge van
het stopzetten van het steenkoolvervoer,
één millioen en het verlies geleden door
de verschillende getroffen industrieën,
eveneens één millioen. Verder kosten dë re-
geeringsmaatregelen, waaronder de mobi
lisatie der reserve, 1,700.000 pond per
week.
De ochtendbladen bevestigen bet be
richt, dat de regeering voornemens is een
leening op korten termijn toe te staan ten
behoeve van het koolbedrijf in de anne
streken.
De heer Charles Aldington, algemeen be
drijfsleider van de Great Western Rail
way, heeft aan den staf der maatschappij,
naar aanleiding van de berichten dat in
Augustus a.s., bij het opheffen van de
controle over de spoorwegen, een poging
zal worden gedaan om de vóór den oor
log geldende loonen weer in te voeren,
een schrijven gericht, waarin verzekerd
wordt, dat de Great Western een derge
lijke poging niet zal ondernemen en dat,
zoo zij voornemens moebt zijn maatrege
len te treffen, die noodig mochten blijken
om de maatschappij zich te doen bedrui
pen, daarover de meest uitgebreide bespre
kingen zullen plaats hebben met geaccre
diteerde vertegenwoordigers der beambten.
De heer Aldington herinnert er den spoor
wegarbeiders aan, dat zoo zij aan de sta
king mochten deelnemen, hun dienstvoor-
waarden hun voorschrijven, dat zij een op
zegtermijn van zeven of 28 dagen in acht
te nemen hebben, alvorens bet werk te
staken.
DE DUITSCHE TEGENVOORSTELLEN.
Met zeer groote belangstelling worden
te Parijs de nieuwe voorstellen tegemoet
gezien, die volgens de verklaringen van
gisteren door ons gemeld, door von Si
mons te Bern afgelegd, inzake de Fransclie
schadevergoedingen, binnenkort te voor
zien zijn. Volgens den correspondent van
het .Journal" te Berlijn zouden deze nieu
we voorstellen omvatten een voorstel tot
wederopbouw met behulp van Duitsche
arbeidskrachten, een voorstel tot herstel
met behulp van nader te specificeeren in-
dustrieele leveringen, een financieel plan
tot betaling van de schadeloosstelling, <fie
een integreerend deel uitmaakt van het
herstel, en een ontwerp voor een interna-
tionale leening. Ook spreekt men van een
plan tot deelneming van geallieerd kapitaal
in de Duitsche industrie. Maar dit is door
de deskundigen afgekeurd en zal dus wel
geen deel van de voorstellen uitmaken.
De wijze waarop de groote meerderheid
der Fransohe bladen over de te wachten
nieuwe Duitsche voorstellen spreekt be
wijst wel dat het er in Frankrijk volstrekt
niet om te doen is militaire maatregelen
tegen DuitsdMand te nemen, maar dat men
zijn geld hebben wil, aldus meent de Pa-
rijsche correspondent van het „Hbid." te
Parijs. Terwijl enkele bladen toch van de
rechterzijde, zooals de „Figaro", den
ouden hooghartigen toon aanslaan en ge
noemd blad bijv. beweert, dat de nieu
we voorstellen eerst na de bezetting van
het Ruhrgebied in overweging genomen
zullen kunnen worden, uiten andere zich
veel verstandiger. Wel wantrouwt men
overal, zelfs in de uiterste linkschc pers,
nog altijd de Duitsche politiek en verwacht
men, dat de nieuwe voorstellen te ver on
der de resultaten van de Parijsche confe
rentie zullen blijven om voor onmiddellijke
aanneming in aanmerking te kunnen ko
men. Maar men verwaéht, dat ze de basis
zullen kunnen vormen voor nieuwe be
sprekingen.
„l'Oeuvre" bevat een uiteenzetting van
een plan tot wederopbouw, dat Loucheur
zou gereed hebben. De hoofdlijnen daar
van zijn de volgende: gebruik van Duitsche
werkkrachten, levering van Duitsche ma
terialen en betaling door Dnitsehland met
zijn kapitaal en niet slechts uit zijn in
komsten. Ten aanzien van het laatste punt
oordeelt Loucheur niet, dat men gewoon
weg Duitsch particulier eigendom zou kun
nen inpikken, maar meent hij, dat men
Duitsohland zekere industrieele servituten
zou kunnen opleggen. Dit laatste bestrijdt
„l'Oenvre". terwijl liet zich met de twee
eerste punten kan vereenigen. Hoi is op
merkelijk, dat deze trouwens geheel over
eenkomen met de nieuwe vooratellen, die
aan von Simons worden toegeschreven.
Of deze aannemelijk zullen zjjn, zal echter
natuurlijk geheel van de modaliteiten af
hangen.
Voor het geval, dat toepassing van nieu
we sancties na 1 Mei toch noodig' zou
moeien zijn, verwacht men hier, dat belas
ting zal worden gelegd op de productie
van het Ruhrgebied.
Gisteren zou een onderhoud plaats heb
ben tusschen Doumer, Loucheur en Du
bois, den voorzitter van de commission des
réparatioris, over den juisten datum, waar
op de commissie het vastgestelde totaal
van de Duitsche schuld zal bekendmaken
en waarop zij zal verklaren hoeveel er van
de voor 1 Mei te betalen 20 milliard goud-
marken nog te betalen overblijft.
DE PRUISISCHE REGEERINGSCRISIS.
De nieuwe Pruisische minister-presi
dent Stegerwald heeft gisteren zijn po
gingen tot vorming van een regeering
voortgezet. Eenig Vooruitzicht, dat de
moeilijkheden overwonnen zullen wor
den, bestaat er echter niet; integendeel
kan men uit de commentaren van de
pers de conclusie trekken, dat de ver
warring en de onzekerheid nog met den
dag toenemen. Elke partij geeft voor
haar stemmen op Stegerwald een reden
op, die er aïs een verontschuldiging uit
ziet, en die door de andere partijen
wordt gedementeerd. Zoo hebben de so-
siaal-democraten Zaterdag geheel in den
vorm medegedeeld, dat zij op Steger
wald hadden gestemd, nadat het cen
trum de verzekering had gegeven, dat
Stegerwald onmiddellijk zou aftreden
aLs hij geen regeering kon vormen, die
de goedkeuring van de sociaal-democra
ten wegdroeg. Het Centrum verklaart
thans, dat het geweigerd heeft deze of
eenige andere belofte te doen en dat de
nieuwe minister-president in zijn eerste
interview heeft verklaard, dat hij een
ministerie zou vormen, waarin niet al
leen ambtenaren, maar ook politici zou
den zitten Dit wordt weer tegengespro
ken door de sociaal-democraten die zeg
gen dat Stegerwald zich integendeel ver
plicht heeft een regcering te vormen,
waarin niet alleen politici, maar ook
ambtenaren zitting zouden hebben. Ste
gerwald zou dan ook, getrouw aan deze
afspraak, een kabinet trachten te vor
men. dat hoofdzakelijk uit politici van
de drie tegenwoordige regeeringspartijen
zou bestaan en slechts versterkt zou
worden loor ambtenaren van betrouw
bare republikeinsche gezindheid.
Wat is nu waarheid? Stegerwald is
met den steun van alle partijen, van
Hergt tot Heiknann, tot minister-presi
dent gekozen. Elke partij heeft daarbij
echter een ander doel voor oogen ge
had. De Duitsch-outionalen hebben Ste
gerwald gekozen om de verkiezing van
een sociaal-democraat te verhinderen,
de Duitsche Volkspartij in het vertrou
wen, dat Stegerwald haar mede in de
coalitie zal helpen, bet Centrum omdat
hij een Centrum-man is. de democraten
omdat «e hopen, dat hij de regeering van
de Duitsche Volkspartij tot de sociaal
democraten tot stand zal brengen, en de
sociaal-democraten omdat hij zich ver
plicht heeft, ook do nieiuwo regeering
voornamelijk uit de partijen der oude
regeering te vormen.
Stegerwald is een man in de kracht
van zijn leven, 46 jaar. Hij trok nadat
hij het meubehnakersvak had geleerd,
door het land, naar vroegere Duitsche
gewoonte, als ambulant werkman. Tot
hij zich in Munchen vestigde deze
Pruisische premier is geen geboren
Pruis en ook geen lid van den Prui-
sisdhen Landdag, wel van den Rijksdag
waar hij voorlrachten volgde over
economische vraagstukken,, o.a, bij
Brentano. Omdat hij van huis uit goed
katholiek vaas, sloot hij zich aan bij de
christelijke meubelmakersonganisalie,
werd al gauw voorzitter, secretaris-gene
raal der christelijke vakvereenigingen.
En toen. tijdens den oorlog de Pruisische
regeering behoefte gevoelde in liet Hce-
renhuis ook een arbeider plaats te doen
nemen, koos ze daarvoor Stegerwald uit.
Een jaaT geleaeD is hij benoemd tot
Pruisisch minister vooi de volkswelvaart
En dank zij zijn geprononceerde demo
cratische neigingen kon hij me» de so
cialisten in het kabinet goed overweg.
De strijd vu' Sinn Fein.
Bij den aanvang van elke nieuwe week
wordt de reeks van berichten over gevech
ten, brandstichtingen en aanslagen in Ier
land hervat. Reuter seint dal Vrijdag Sinn
Feiners een politje-deiachemcnt in het
graafschap Limerick in een hinderlaag
hebben gelokt. Het hoofd der oonstabels
werd gedood, terwijl drie politiemannen
werden gewond.
Aan de zijde der Sinn Feiners werden
verscheiden personen gedoo.1 cn gewond.
Vijf Skm Feiners, die in Liverj>ct)l te
recht stonden in verhand met de jongste
branden in boerderijen, zijn veroordeeld
tot dwangarbeid voor een termijn, variee-
rend tusschen vijf en Ken jaar.
HET LOONVRAAGSTUK IN ENGELAND.
De medewerker voor arbeidszaken van
de „Manchester Guardian" meldt, dat de
vakvereenigingen in schier alle indu
strieën nog steeds eischen van de werk
gevers ontvangen bot loonsverlaging, en
dat in vele gevallen de werkgevers rich
rechtstreeks tot hun werkvolk wenden met
de médedeeiing, dat de loonen met in
gang van een bepaalder datum zullen
worden verlaagd, zander van te voren
daarover in onderhandelingen te treden.
Bepaalde machinefabrieken bijvoorbeeld,
hebben bekend gemaakt, dat de oorlogs-
loonen niet langer wettige sanctie bezitten
en daarom elk willekeurig oogenblik kun
nen worden verlaagd, terwijl andere
firma's aan haar personeel hebben doen
weten, dat rij voornemem zijn de oorlogs
premies en ioonsverhoogingen op een be
paald tijdstip in te trekken. Ook bij het
eindigen van de collectieve contracten be
gin Mei zullen ét werkgevers in de katoen
industrie zoowel aan de spinners als aan
de wevers aanzegging doen van groote
loonsverlagingen.
Verwacht wordt, dat de verschillende
vakorganisaties zich zullen verzetten.
DE MOORD OP DE NEGERS IN
GEORGIA.
Het proces tegen John Williams, den
kaloen-planter in Georgia, die naar men
weet wordt beschuldigd een g.oot aantal
in zijn dienst zijnde negers ie hebben ver
moord ten einde niet wegens het over
treden der wet ter bescherming legen
slavernij met het gerecht in aanraking te
komen, heeft een dramatische hoogte be
reikt door de getuigenis van Clyde Man
ning, de opzichter der negers, die ver
klaarde dat hij z.g. op last van rijn mees
ter in Februari elf negers heeft vvunonrd,
wier lijken eerstt in Maart zijn gevonden.
Op kalme wijze vertelde getuige hoe hij
de negers ter dood had gebracht Twee
had liij aan handen en nek samengebon
den, ze in een zak met steenen gebon
den, en in de rivier geworpen Een andere
neger, die getuige was van het verdrinken
van zijn kameraden, wierp zich »e!f in de
rivier.
Maiming gaf een verdag van het ver
moorden van elk der negers afzonderlijk,
en verklaarde dat zijn meester lot hem
had gezegd: „Hun nek mort er af, anders
de jouwe", zoodat Maiming uit zelfbehoud
zou hebben gehandeld.
Draadloos wordl uit Annapolis gemeld
dat John Williams door de jury schuldig
is bevonden, cn tot levenslange gevange
nisstraf is veroordeeld.
Er is een verzoek ingediend 'Je zaak op
nieuw te berechten.
DE FRANSCHE ..DRAADLOOZE" IN
PARTICULIERE HANDEN?
De Fransche senador Guillanme PouBe
heeft onrust m den Senaat gewekt, <toor
zijn modedeehng. dat een conventie van
29 Oct. 1920 de draadiooze verbindingen
met Spanje. Engeland en Amerika in han
den sitelt van een particuliere maatschappij,
zonder dal het parlement daarvan in ken
nis is gesteld. Volgens die conventie zal
de organisatie en exploitatie van de draad
iooze verbindingen m»t die landen voor 30
jaren berusten bij die maatschappij, zij
bel dan onder technische, administratieve
en financieele controle van den straat. De
bedoelde particuliere maatschappij staat
in betrekking tot een Engelsohe maat
schappij
Senator Poulle zag in dezen toestand
gevaar zoowel voor den Franschen han-
dei als voor de nationale verdediging.
De spreker werd op alle banken toege
juicht
De P. T T. zoo zette hij uiteen, is een
staatsmonopolie, hetwelk niet vervreemd
kan worden, zelfs niet gedeeltelijk, zonder
toestemming van het parlement.
Hij diende ten slotte een resolutie h>
waarbij de regeering wordt uit genood igd
de conventie van Oct. *20 aan het parle
ment voor te leggen.
De onderminister Laffont, die nog niet
in de regeering was, toen de 00 inent ie
werd gesloten, en dus uiet kon antwoor
den, beloofde de "conventie over te zullen
leggen aan de bevoegde parlementaire
commissies.
Hayes, directeur der posterijen te
Washington heeft ter kennis gebracht dat
alle postbeambten, die mails van waarde
by aien nebben, zullen worden gewa
pend.
Er is tevens een prijs van Ó000 .lolla.
uitgeloofd voor degenen, die mail-dwveg
weten in te pikken.
Er schijnen plannen bij de Fransche
regeering in de maak te zijn voor een
dagelijksche stoombootverbinding tu,schei
Calais en London Bridge voor het vervoer
van passagiers en mails.
De overtocht zal zes tot zeven uur curen.
Tot dusver had alleen de Batavier-lijn een
passagiersdienst op London Bridge.
In den Amsterdamschen Raad heeft de
heer Wibaut, toen hij als plaatsvervan
gend burgemeester fungeerde, aan de com
munisten het recht ontzegd om zelf uit
te maken, of zij al dan niet tot staking
zullen overgaan. Di recht echter erkent
hij wel voor de sociaal-democraten, zijn
partijgenoóten. Fraaie consequentie, inder
daad.
Hiervoor wordt hem in de .Amsterdam
mer" duchtig de les gelezen door prof.
Kernkamp, die voorop stelt, dat, a! zou
ook de heer Wibrift op zijn theorie geen
enkele uitzondering toelaten, deze nog
verwerpelijk zou zijn.
„Naar onze meening missen arbeiders
in overheidsdienst ten allen tijde het recht
een politieke staking, om ons nu maar bij
deze laatste te bepalen. Wij zouden daar
aan, volledigheidshalve, moeten toevoe
gen: zoolang althans, de overheid binnen
de perken van recht en wet blijft; maar
voor zulk een voorbehoud bestaat hier te
lande te weinig aanleiding.
Daarmede wordt aan de bedoelde cate
gorie van arbeiders geen enkel politiek
recht ontnomen, maar alleen een dwang
middel om de overtuiging van een minder
heid aan een meerderheid op te leggen;
hun wordt slechts belet misbruik te makets
van de omstandigheid, dat zij werkzaam
zijn in een overheidsbedrijf, d.w.z. in een
bedrijf, dat het algemeen belang dient en
dat niet tot stilstand kan worden gebracht,
zonder ontreddering van het maatschap
pelijk leven."
Volkomen terecht stelt, naar prot.
Kernkamp's meening, de overheid straf
op het willekeurig verzuimen van den ar
beid in haar bedrijven.
„Het kan haar niet geheel onverschillig
zijn, om welke reden dit verzuim werd ge
pleegd, of de man wegbleef, omdat hij
daarmede uiting wilde geven aan zijn poli
tieke gevoelens dan wel omdat hij met zijn
hengelclub uit visschen wou gaan; het niet
op het werlc verschijnen zonder een door
het reglement, als wettig erkende reden is
een willekeurig verzuim en behoort als
zoodanig te worden gestraft.
Wie nu, met volle instemming of half
tegen zijn zin, het besluit van zijn vak-
vereeniging opvcigt om op een gegeven
dag, wegens politieke redenen, het werk
neer te leggen, die weet wat er op staat;
schorsing voor één of meer dagen, met in
trekking van het loon. Hij kan zich daar
over niet beklagen, en, zoo hij een kerel
is, zal hij dit ook niet doen; hij heeft zich
dc weelde gegund de verzenen tegen de
prikkels te slaan en zal daarvoor moeten
betalen. Wat een kunststuk om te staken,
als je er niets mee inboet en nog een vrijen
dag op den koop toe hebt gehad I
Ook na de beslissing, die de vorige week
te Amsterdam werd genomen, is het nog
geen heldenfeit geworden, voor één dag
te gaan staken."
De schrijver verklaart ten slotte, dat
de beide socialistische, afgetreden wethou
ders, ofschoon niet onbekwaam, toch niet
voor hun ambt deugden.
Immers,
„Dit gebood hun de wet te houden en
straf op te leggen aan werklieden, die het
reglement hadden overtreden. Ook bij hen
heeft de ambtsplicht minder zwaar gewo
gen dan de klasseplicht juister gezegd:
dan de partijplicht, want al hebben zij de
staking van den 8sten Juni geprezen als
een daad van politieke overtuiging, men
mag betwijfelen of het besluit daartoe
zou zijn genomen, als hun raad ingewonnen
en gevolgd ware.
Wie het wethoudersambt aanvaardt,
heeft den ambsplicht Ie stellen boven het
partijbelang. Is dit voor een sociaaldemo
craat onmogelijk dan onthoude hü rich
van de uitoefening van overheidsgezag.
De inspecteur van den Centralen Bond
van Philantropische inrichtingen in Ne
derland, mr. de Graaf, schrijft een belang
rijk artikel over „Zorg voor de ongehuwde
Naar bet Fransch
Tan RAOUL DE NA VERY,
bewerkt door
»2«rier aan u?"
„Neen, niet aan mSf."
Tvie danr
.Aan
»pua hebt gjj mty alleen hier doen
komen om restitutie van mij te ei
schen r
«Mevrouw de Flessigny Is arm, gij
zult hear hare twee millioen terug
geven."
„Paul Avène, bij dat alles is slechts
één ding jammer
„Wat dan?"
„Ik geloof niet aan de verschijning
van mevrouw de Flessigny. Het is in
uw belang na tien jaren een vrouw
naar voren te brengen, wier trekken
eenigszins gelijken op die van gravin
Flavienne en die krankzinnige te over
reden een rol te spelen in uw ellendige
vertooning, maar ik val zoo gemakke
lijk niet in den strik. Gij spreekt er
van nfij te verderven? Beproef het;
met mijne millioenen bezit ik een in
vloed dien niemand kan weerstaan en
die door u niet kan gebroken wor
den."
„Dus gij jveigert terug te geven?"
„Ik Weiger de dupe vu een be
driegerij te worden."
„Ik zal u dus schimmen moeten
doen zien om u te doen gelooven T
„Ik ben sterk van geest, schimmen
maken mij niet bang."
„Goed," reide Paul Avène. „Spreken
wij dan over Dolores. Hebt gij nooit in
nw leven van weelde en pracht gedaciit
aan dat schepseltje, dat door ons in
het wouö der Ardennen verlaten is?"
„Nooit,"
„"Welnu, ik, in de eenzaamheid mij
ner gevangenis, heb altijd dat engel-
achtig gelaat voor mij gezien, haar
angstkreten hebben altijd in mijn ooren
weergalmd."
„Een kwestie van zenuwen," zeide
Canélos. „"Wilt gij naar Engeland gaan?"
„Hoeveel biedt gij mij aan?"
„Veertig duizend gulden."
„Dat is niets. Een medeplichtige, be-
liandeld zooals gij mij behandeld hebt,
uit den weg ruimen voor veertuig dui
zend gulden. Neen, Canélos, alles of
niets. Ik heb mijn prijs genoemd. Twee
millioen."
„Hebt gij mij nog iets anders te
zeggen T
„Voor lieden niets."
„Gij begint dus den strijdt'
„Nog niet. Jk geer u nog acht dagen
uitstel"
„Gij zult heden sterven," schreeuw
de Canélos. En op Avène aanspringend
voor hij den tijd Had zich te verdedi
gen, gaf hij hem twee dolksteken.
„Iluip," riep de getroffene reutelend.
Canélos schopte zijn medeplichtige
met den voet op zijde en liep weg in de
richting, waar hij een oogenblik vroeger
zijn paard gelaten had. Op hetzelfde
oogenblik verscheen het hoord van
Grand-Hunier boven den put.
„Drommels," riep hij uit, „de scnurk
heeft hem gedood."
„Nog niet,antwoordde Avène rtret
zwakke stem. „Gij hebt het gehoord
en gij zijl getuige. Als ik sterf zal zijn
straf niet op zich doen wachten
De matroos droeg het lichaam van
Paul Avène naar den rand van den pat.
„Wat moei ik doen?" vroeg hij zich
af; de vlakte is eenzaam, geen hulp is
te Wachten
„Verbind voorloopig mijne wouden,"
antwoordde Avène, „en als gij er de
kracht toe heb draag mij dan weg."
Grand-Hunier volgde dien raad, en
na hel bloed, dat uit de twee wonden
vloeide, gestelpt te hebben, nam hij
het beweginglooze l'chaam op zijne
schouders. Hij was sterk en droeg dien
last zonder moeite. Toen h»i een der
slagboomcn van Parijs doorging, vroeg
een soldaat van de wacht:
„Wat draagt gij daar?'
„Een onverbeterlijke dronkaard."
Daar de zeeman den gewonde niet
naar zijne woning duride te brengen,
ging hij een naburige herberg binnen,
verhaalde daar dezelfde geschiedenis
„Is het ernstig?" vroeg hij. „Ik moet
leven, mevrouw de Flessigny heelt mij
noodig... Zoek een geneesheer voor mij,
die mij binnen drie dogen op de been
helpt. De strijd met Canélos is be
gonnen. Ik wd sterven hls zijn -tref
maar spoedig op mijn dood volgt."
De waard&n liet aanstonds een ge
neesheer halen. Na de dubbele wond
beschouwd te hebben, maakte deze een
weinig bemoedigende beweging en zei-
de: „Ik sta voor niets in. het geval
is ernstig. Als gij zeer kalm Wijlt
en geen enkele beweging maakt, tal tk
u misschien kunnen redden.
Wees gerust, dokter, antwoordde
de'gewonde, „ik wil genezen."
Toen de geneesheer vertrokken was,
vroeg Grand-Hunier: „Moet ik mijnheer
den burggraaf waarschuwen?'
„Wacht tot morgen, ik voel mij zeef
zwak. Tegen dien tijd za! ik wat meer
krachten hebben en overwege.i welke
middelen wij moeten aanwenden om
dien ellendigea Canélos zeker ten val
te brengen."
(IVordl uervolg<t)