Tweede Blad.
binnenland.
Handel en Nijverheid
Binnenlandsch Nieuws,
Kerk en School.
WOENSDAG 4 MEI 1921
bloeimaand.
Mgr. Roberto Vicentinl.
De grijns der gezonken volksziel.
Het gemengde huwelijk en de
verkiezingen.
Bij een gedenkdag.
Si
Alles is dit jaar vroeg, te vroeg mag
men wel zeggen. Voor een groot clool was
April al bloeimaand.
Nu hebben alle in 't wild lovende
zoogdieren in deze maand kleintjes.
Vogels. De laatste trekvogels arrivee-
ren, zoo zij al niet in April zijn aange
komen de heksluiters zijn de kwartel
en de spriet, „maar die leggen in de
Meimaand niet".
Alle vogels zijn nu aan den nest-
boftw of broeden. Jonge musschen vlie
gen al uit. Jongen hebben in deze maand
ooievaar, kraai, lijster, spreeuw, musch,
winterkoninkje, roodstaart je, nachtegaal,
kievit. In de parken en bosschen gaat
het heerlijk gezang der mannetjes; trou
wens al in de vorige maand.
Amphïbieën. Bruine en groone kik-
,'orschen komen in grooten getale. Er
zijn heel wat „dondorpadjes" te schep
pen. Ook watersalamanders.
Reptielen. (Kruipende dieren). De
slangen, hagedissen en hazelwarmen
koestoren zich in het zonnetje. Vooral
als zo pas verveld zijn, schitteren ze
wondermooi.
Insecten. April heeft al heel wat op
geleverd: op enkele mooie ui en zagen we
koolwitjes en kleine vossen en hommels.
Vliegen en muggen waren al van de
partij. Als 't wat warmer wordt, vlie
gen de volgende vlinders: kleine vos,
citroentje, koolwitje, groote vos, atalanta
(schoenlapper). Tegen boomstammen en
schuttingen zitten overdag de volgende
nachtvlinderspijlstaartvlinders, groote
hermeljjnvlinders en wapendragers. Do
vlinder van 't appelrupsje (wormstekig)
kamt voor den dag. Do kleormot en
de tapijtmot vliegen. Men vange in huis
alle kleine motjes, want ze gaan nu
tieren leggen, waaruit de rupsjes komen,
die de kleeren vernielen. Allerlei rupsen
vernielen de bladaren. Wie nu de rup
sen vangt verzorgt zijn oogst. Meike
vers vliegen. Op witte doovenetel gou
den torretjes. Dennensnuittor op den
nen, de iepenspinkever graaft gangen
en legt eieren. De wilgenhaantjes ver
nielen de wilgenblaaderen en de elzen
haantjes peuzelen aan de elzenbladeren.
Op de zuring zitten zuringhaantjes. Bet
nu op de bladluizen. Wie geregeld zijn
planten inspecteert, houdt ze den hee-
len zomer vrij van luis. Na vliegen over
al de wespenkoninginnen en snoepen ho
nig uit de bloemen. Tracht ze te van
een en te dooden, want deze wespen
zijn de stichters van nieuwe kolonies,
idio ons in de groote vacantie zoo de
dampen aandoen als wij buiten rijn.
In de vrije natuur en de parken.
Omdat alles zoo vroeg is, zagen we veel
in April bloeien, dat anders eerst in
Mei bloeit. Denk eens aan de appels en
roren.
Nu bloeien o.m. kleine esehdoorn,
ptardenkastapje, moerbei, okkernoot, eik,
nwe den, spar, plataan en beuk. Van
lo li oesters bloeien: Berberis, mahonia,
iardinaatmuts, hulst, gouden regen, fram
boos, meidoorn, sneeuwbal, rhododendron
wring, azalea, mollis. De voornaamste
>loeiendo kruiden zijn: boterbloem, pa
paver, stinkende gouwe, muurbloem, le-
iclblad, hondsviooltje, koekoeksbloem,
wievaarsbek, witte klaver, vogelpootje,
aardbei, haarstrong, wilde kervel, lieve-
vrouwobodstroo, kamille, paardenbloem,
vorgeet-me-niet, smeerwortel, vetblad,
waterviolier, aronskelk, slangenkruid,
nardorchideeën, lisch en lelietje van da
len; veel stond half April al te bloeien.
Het aquarium, terrarium, insectarium
Nu er overal overvloed van opgewekt
v.iorjaarsleven komt, kost het weinig
r'(voito, ons aquarium of terrarium te
vullen. Maar men moet dan voortma
ken; spoedig zijn alle waterplanten te
groot en is do sloot te vol. Insecten
zjn te vangen; wij kunnen gemakkelijk
ons insectarium vullen en daarin het
leven van deze „zespooters" waarnemen.
En alleen door zelf waarnemen, doet
men bruikbare kennis op, die ons veel
genoegen schenkt. Hagedissen, slangen
en hazel wormen zijn in- deze maand voor
het terrarium te verschalken.
Het werlo in Mei. Voel wat anders
eerst in Mei werd gezaaid en gepoot,
is nu allang aan don groei. Dit neenKt
niet weg, dat Mei Mei blijft en dat
we daarin, als van ouds, nog niet kun
nen doen, alsof we niet zoo'n „voor
spoedig" voorjaar hadden gehad.
Laten we een3 zien wat er nog kan
godaan worden als 't nog niet is uitge
voerd.
In den moestuin. De bakken worden
's nachts nog gedokt. Alleen bij zacht
weer kan het nagelaten worden. Nu
wordt zoowat alios gezaaid en gespeend
in den volleu grond. Mei Ï3 eigenlijk
de zaaimaand voor den kouden grond.
Boonen wor-len gelegd. Augurken het
eerst en inn komkommers. Als het nat
en koud w<:e>- mocht worden, dekt men
de jonge plantjes met oen bloempot.
Koolplantjes worden uitgezet. Alle kool
plantjes vragen in deze maand 'n her
haalde bcgieting van den grond met een
zwakke oplossing van Ohili en kali: an
ders verdund» gier.
Men zaaio wortelen, andijvie koolrapen
en kropsla. Asperges worden in deze
maand gestok-n. Vooral wieden en schof
felen. 't Onkruid moet men meester blij
ven. Let op de aardbeien; bij droogte
gioteu. Op zandstrand moet men de aar
de nu niet te veel bewerken, anders
droogt zij te veel uit.
In den bloementuin. Nu worden tal
van bloemen gezaaid: Adonis, lievevrou-
wobedstxoo, asters, goudsbloemen, koren
bloemen, riddersporen, gamardia, gode-
tia, zonnobloem, lathyrus (pronkerwt),
vlas, lupinen, vergeet-mij-niet, tabak, pa
paver, phlox, reseda, oostindische kers,
strpobloamen, siorkalabas en, enz. Dahlia's
canna's, begonia's zet men niet voor de
tweede helft buiten. Het is goed de pas
beplante bedden met wat turfmolm te
bestrooien; dat houdt de uitdroging te
gen. Als ribes, gouden regen en serin
gen uitgebloeid zijn, worden ze ge
snoeid. Snoeit men in 't voorjaar, vóór
den bloei, dan snijdt men de bloemen
uit. Azalea indica, de gewone kamer
azalea, wordt nu buiten geplant; men
geeft de plant wat ouden koemest en
bosch- of heidegrond.
In den boomgaard. Perziken en abri
kozen worden gedund. Vroege .vruchten
worden togen vogels beschermd door net
ten. Tegen de krulziekte zwavelen.
Op den akker. Boekweit wordt gezaaid,
maar niet voor half Mei. Als de sui-
kerbioten slecht zijn opgekomen wordt
er opnieuw gezaaid. Koolzaad bloeit. Dat
deed 't al in April. De rogge schiet ge
woonlijk in aren; thans is het hier en
daar al zoo ver. Er moet nu veel ge
schoffeld en geharkt worden; de bodem
moet los zijn. Tabak wordt uitgeplant.
In huis. De planten, die 's zomers bui
ten bohooren, brengt men niet voor IS
Mei uit huis. Berst moeten zij wat af
gehard worden.
De nieuw benoemde Internuntius bij
liet Nedertandsdhe Hof als opvolger van
Mgr. Sebastien Nicotra, Mgr. Roberto
Vicenlioi weed JO Juni 1878 te Aquila
in de Abruzzen geboren, waar zijn va dier
vele jaren burgemeester was en zijn oom
mgr. Aug. Antonimi Vioentind een vijf en
twdnitig jaar geleden den aa-rtsbissahoppe-
1 ij ken zetel bekleedde.
Naar de „Md»." uit Rome verneemt,
gaat Mgr. Vioenlini zeeir gaarne naar
Nederland. Wat hij te Rome hoorde om
trent den bloei van het Katholieke leven,
de krachtige Katholieke organisaties,
de Katholieke pers, enz., in Nederland
vervulde hem mat toenemende sympa
thie voor ons land.
Mgr. Vicentini, die o.a. uitstekend
Fransch en EtigeLdh spreekt, beeft zich'
vast voorgenomen, zich ook op de Ne
derland,sohe laai toe te leggen.
De Middenstandsraad en vliegende win
kels. Indertijd heeft de Middenstands-
raad den Minister van Financiën ver
zocht het lot stand komen van wettelijke
bepalingen te bevorderen die aan de ge
meentebesturen de bevoegdheid zouden
geven de vliegende winkels in do plaat
selijke belasting aan te slaan, ook wan
neer hun verblijf in oene gemeente kor
ter duurt dan 90 dagen. -
Op grond van de verkregen inlichtin
gen achtte de Raad liet niet mogelijk de
vliegende winkels te betrekken in de ge
meentelijke inkomstenbelasting. Er zou
evenwel een nieuwe wijziging in de Ge
meentewet kunnen worden aangebracht,
waardoor de gemeenten bevoegdheid krij
gen tot 't heffen van een bedrijfsbelas
ting speciaal van vliegende winkels. Daar
bij zou dan allereerst onderscheid zijn
te maken tussohen buitenlanders en in
gezetenen des lands, die vliegende win
kets drijven.
In geval de houder van een vliegenden
winkel zijn bedrijf in hotels e. d. uitoe
fent, zou men aan de gemeenten zooveel
mogelijk vrijheid moeten laten zelf de
criteria vast te stelten, ,nnax welke de be
lasting kon worden 'geregeld.
De Raad besloot in dezen geest tot den
minister van financiën een schrijven te
richten.
Vertegenwoordigers voor de Jaarbeurs.
De Rijksdienst der Werkloosheidsverze
kering en Arbeidsbemiddeling heeft zich,
op verzoek van den raad van beheer der
Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht be
reid verklaard, in behandeling te nemen
de aanvragen van buitenlandsche firma's,
die voor haar ieelneming aan de eerst
komende Jaarbeurs vertegenwoordigers
zoeken. Nadere inlichtingen verstrekt de
directeur van genoemden dienst.
Eieren en Suiker. Het „Ned. WcekW.
voor den handel in Kruidenierswaren"
meldt dat in de week van 2128 April
naar Londen zijn verscheept 919 kisten, in
houdende 1,102,800 eeieren.
Het blad meldt verder een verlaging van
den suikerprijs met 2 per 100 K.G. voor
de eerste kwaliteit en 1 voor de andere
soorten.
Brandstichting. De maréefhausees
hebben te .Vlaohtrwedde (Gron.) aangehou
den B.' Borgers, arbeider te Harp©], ver
dacht van brandstichting in de behuizing
van A. Ndeks aldaar.
Als zoodanig betitelt de „Nieuwe Apel-
doornsche Courant" den uitslag der ge
meenteraadsverkiezing van de vermaarde
trotscho stad der trotsehe patrieiers, de
„burgorkeuningen" van vroegeron tijd van
glorie. Het blad acht het begrijpelijk,
dat een aantal onwillige anti-politiekers
hun stem ridiculiseeron, maar
dat het aantal kiezers in de hoofdstad
des lands, die de onsmakelijke vlakheid
zoover drijven om naast den zwerver
een tweede man van zulk gehalte naar
het Prinsenhof af te vaardigen zoo groot
is, dat is een ontroerend verschijnsel.
Dat is een blijk van zoodanige verwor
ding en verwildering der massa, dat het
wel zeer ernstig onder de oogon gezien
mag worden.
We staan hier voor een verschijnsel,
dat een zeer ernstige moreele inzinking
bij ons volk toont.
De „N. Ap. Crt." acht, dat men met oen
verwijzing naar het zinkend peil der ver
tegenwoordigende lichamen in het alge
meen er niet af is; ook al erkent men,
dat de vertegenwoordiging volgens het
algemeene kiesrecht een zoo getrouw'mo
gelijke afspiegeling moet zijn van wat
in het volk zelf leeft.
„In het zinkend peil van de vertegen
woordigende lichamen, registreert zich het,
zinken van het moreele en intellectueele
peil des volks.
En dit nu is de verschrikkelijkste be-
teekenis van deze vunze volksleuze m
Amsterdam, dat zich daarin fel-ontroe-
rend afteekent het ontzettend diep gees
telijk verval van ons volk. Want dit is
toch het verschijnsel, dat ieder, die ons
volk lief heeft en vooral dengenen, die
hun leven bestoden met aan de verheffing
van het volk te arbeiden, met ontzetting
slaat, dat straks een gemeenteraad met
Had-je-me-maar en Zuurbier als leden
de spiegel zal zijn, waarin de ziel van het
volk der hoofdstad zich weerkaatst.
De grijns der volksziel, spotlachend om
eigen ellende, grinnikt in deze kiezers
keuze."
Dat Amsterdam in de oogon van heel
wereld geblameerd is, acht hot blad het
ergste niet, wel het diepe verval, waarvan
dit verkiezingsschattdaal getuigt.
Het is, besluit de „N. Ap. Crt..",
„een symptoom van de zedelijke ver
wording en verwildering van hot volk.
Wanneer dit schreeuwend feit de oogen
opent en tot bezinning brengt en doet
grijpen naar de juiste middelen om dit
proces van inzinking niet alleoon te stui
ten, maar het zedelijk peil van het volk
omhoog te doen voeren, dan zal or winst
uit gewonnen wordon.
Zoo niet, dan glijden we langs de be
denkelijke helling verder omlaag naar den
afgrond van publieke immoraliteit, waar
heen we al aardig op weg zijn.."
Het blad onderzoekt de oorzaken van
deze verwildering niet. Dat is te begrijpen
van een blad van vrijzinnigen kleur. Maar
men mag ook daar toch wol eens naden
ken, niet alleen over de gevolgen, maar
ook over de oorzaak, die voor het christe
lijk inzicht zoo duidelijk is. Liberalisme,
socialisme, anarchisme, bolsjewisme, ha<l-
je-me-marisiné, (zegt do „Rsb. t is
telkens een stapje verder, oen geleidelijk
afschuiven, dat nu in zijn uiterste oon-
sequentie ieder fatsoenlijk man gruwt,
maar dat reeds in zijn begin to voor
spollen was en voorspeld is. Als vroe
ger de ellendige gevolgen ven het Li
beralisme werden aangegeven, werden de
christelijke leiders bespot. Thans zullen
de oogen opengaan, nu liberale bladen
als de „Nieuwe Crt." zich gaan verweren
tegen het „geestelijk tuig"...»
De Haagsohe briefschrijver van de
„Tijd" zegt over de Amslerciamsö'ie raads
verkiezing o.m. hel vogemle, dat onze aan
dacht ten volle verdient:
,;De overwinning der Katholieken had
den wij grooter verwacht. Men had ons
zelfs vanuit Amsterdam verzekerd, dat
misschien wel 12 zetels werden gehaald.
Als gevolg van het vrouwenkiesrecht
moesten zij natuurlijk tweemaal meer
stemmen uitbrengen. Wij rokenden daarbij
op de verandering der bevolking en op de
annexatie van de plattelandsbevolking, dlie
zoo oordeelden wij uit de verte eer
zwart dan rood zou zijn. Vooral echter
hadden wij zeer ivooge verwachtingen van
den invloed van het vrouwenkiesrecht.
Amsterdam is bekend om het groot getal
gemengde huwelijken, dat er gesloten
wordt. Wij hadden beter moeten weten,
maar wij hebben zoo'n beetje gehoopt, dat
de vrouwen uit die huwelijken, als zij daar
alleen waren in 'net stemhokje, zich nog
eens hadden herinnerd Rooansch te zijn.
Het is met cijfers niet te bewijzen, maar
toch, de uitslag geeft nieuwe kracht aan
hetgeen ons zoo dikwijls is voorgdliouden
tegen de gevaren van het gemengd huwe
lijk is geen geloofsovertuiging opgewas-
SEiRlKv,.--STRIJDEN LEIDUIN.
Droste's ElftalWto..elmilna 2, 30;
GraficusLeiduin 21.
HET KAMERLID KRUYT.
De „Tribune" meldt, dat Ds. Kruyt toe
getreden is lot de Communistische Partij.
De communistische kamerfractie beslaat
thans uit 3 leden.
LICHAMELIJKE ONT WIK KELING.
Het wetsontwerp tot regeling van de li
chamelijke ontwikkeling van de rijpere
mannelijke jeugd en de daarop gegeven
toelichting hadden blijkens het voorloopig
verslag van het afdeelingsonderzoek, op
het meerendeel der leden een weinig gun-
stigen indruk gemaakt. Het ontwerp zelfs
is. naar deze leden opmerkten, op vele
pnnten vaag en weinig zeggend; en wAór
het voorschriften bevat, welke volkomen
duidelijk zijn en welke geen twijfel om
trent de bedoeling der Regeering laten,
wekken deze allerminst de overtuiging dat
de Regeering bij de samenstelLing van bet
ontwerp door wijs beleid en juist inzicht
geleid is geworden.
Was men algemeen overtuigd van de
groote beteekenis der lichamelijke ontwik
keling en achtte men het in verband
daarmede in beginsel toe te juichen, dat
deze meer en boer de belangstelling der Re
geering krijgt, voor de wijze, waarop dit
in dit wetsontwerp tot uiting komt, ver
klaarden slechts weinig leden iets te ge
voelen.
Zeer vele leden daarentegen konden zich
om meer dan één reden met den inhoud
van dit ontwerp niet vereenigen.
In het overwegend militair karakter van
het ontwerp lag voor vele leden een zóó
enstig bezwaar, dat zij alleen daarom reeds
hunne stem daaraan niet zouden kunnen
geven. De ervaring lieefl geleerd zoo
voerden sommige dezer leden aan dat
de Regeering zich in heb algemeen met de
lichamelijke opvoeding der schoolvrije
jeugd alleen dan bemoeit, wanneer zij dit
in het belang van het leger noodig acht.
Tegen deze houding der Regecring
wenschten deze leden een ernstig protest
te doen hooren. Zij betreurden het zeer
dat zij ook thans weer genoodzaakt wer
den zich tegen een regeling te verklaren,
welke zij in zich zelf zeer gewcnscht acht
ten, doch welke zoodanig is doortrokken
van den militairistisohen geest, waarlegen
zij sedert lang den meest feilen strijd had
den gevoerd, dat zij geen kans zagen door
amendeering van het wetsontwerp, waarin
deze regeling is vervat, daarin de door
hen gewenschbe verbetering te bengen.
Andere van deze leden, die niet gekant
waren tegen al wat militair is, doch inte
gendeel van oordeel waren, dat de in
standhouding van een leger voor ons land
als een noodaakelijk'heid tnoeb worden be
schouwd, waren intusschen met de even-
bedoelde leden van meening dat het zeer
te betreuren is, dat de bevordering der li
chamelijke ontwikkeling welke de Regec
ring zich met dit ontwerp voorstelt te be
reiken, in de voornaamste plaats ten doel
heef het vormen van goede soldaten. Ook
deze leden voelden voel voor de bevorde
ring der lichamelijke ontwikkeling van
Staatswege. En zij waren niet blind voor
de voordeelen, welke hieruit ook voor de
landsverdediging kunnen voortvloeien.
Doch hetgeen thans wordt voorgesteld, is
een zuivere voorbereiding voor den mili
tairen dienst. In de lichamelijke oefening
zal op deze wijze een militair element ko
men, dat niet anders dan tot nadeel van
die oefening zal kunnen strekken. Aan een
regeling der lichamelijke ontwikkeling,
welke zulk een karakter draagt, verklaar
den ook zij hunne stem niet te kunnen
geven.
Verschillende leden konden het niet af
keuren, dat bij de wettelijke regeling der
lichamelijke ontwikkeling vooral met de
belangen der landsverdediging wordt reke
ning gehouden, ook in verband mol den
aandrang óp vermindering van persoonlij
ke en financieele lasten.
Van andere zijde werd opgemerkt, dat
zij, die steeds inkrimping der militaire las
ten hebben bepleit, toch zonder twijfel
geenszins de bedoeling hebben gehad, deze
door een regeling als de thans voorgestel
de zou worden gecompenseerd.
Vele leden hadden ernstig bezwaar er
tegen dat, waar de met de uitvoering dezer,
wet belaste minister het recht zou hebben
hem die de in artikel 1 opgelegde ver
plichting niet of niet behoorlijk nakomt,
ter beschikking van de Regeering te stel
len, wordt volstaan met de verklaring dat
de nalatige van Rijkswege zal worden ge«
oefend. De vraag, hoe en waar deze oefe
ning zal plaats hebben, wat buiten den
oefentijd met den ter beschikking gestelde
zal geschieden, en zoovele andere belang
rijke vragen, vinden in het ontwerp hare
beantwoording niet. Het wordt der Re-
gcering geheel vrij gelaten, met de jongens
te doen wat zij wil. Aan het verkenen van
eeoe zoodanige discretionaire macht aan
de Regeering, verklaarden de hier bedoekte
leden onder geen beding te kunnen mede
werken.
DE DJAMBI-OL1EVELDEN.
De correspondentie mei Amerika beëindigd
In verband met de telegrammen uit
Amerika over het zenden van een nota aan
onze regeering betreffende de Djambi-
kwcslie, kan de „Tel." mededeelcn dal 'n
schrijven van de Amerikaansche regcering
inderdaad in de tweede helft van de vori
ge maand ons ministerie van Buitenland
sche Zaken heeft bereikt. Er is iusscben
Amerika en Nederland inzake Djumbi e>-n
correspondentie gevoerd waaromtrent men
waarschijnlijk binnenkort wel meer zal
hooren. De opvatting in sommige buiten
landsche bladen, als zou men hier le doen
hebben met een nota naar aanleiding van
de beslissing in de Tweede Kamer is on
juist. De correspondentie werd als geëin
digd beschouwd, reeds vóór de Tweede
Kamer baar beslissing had genomen.
MOBILISATIE VAN DEN ROOMSCHEN
MIDDENSTAND.
Maandagavond had, als begin der cam
pagne, welke de R.-K. Middenstand in do
hoofdstad gedurende de maand Mei gaai
voeren, een goed bozochte vergaderinj
plaats in het Hnnzegebouw aan den Niou-
wendijk, welke vergadering de Hoogeerw.
heer Mgr. J. Th. A. Bosman, deken der
stad, met zijn tegenwoordigheid opluis
terde.
Als sprekers traden op de heer Chris.
Jansen, daie tot onderwerp zyner rede ge
kozen had: de strijd van den Middenstand,
en de heer P. A. Leibens, die sprak over:
de juiste wapens in dien strijd.
Beide sprekers oogsten oen welverdiend
applaus in.
Alleen plaatselijke actie. Naar aanleiding
van verzoeken van plaatselijke mAdden-
standisvereenighiigen aan hel dageiijkscfli
beslrjur van den Nodenlandschen Midden
standsbond am een landelijk actie te voe
ren tegen de invoering van een zakelijke
belasting op het bedrijf in verschillende
gemeenten, heeft het bestuur besloten aan
deze verzoeken geen gevolg te geven. Na at
zijn meaning is hier alleen aanleiding vooi
plaatselijke actie.
- DRANKBESTRIJDING.
Het hoofdbestuur van liet Diocesaan
Kruisverbond in het bisdom Haarlem
houdt den 2den Pinksterdag. a.s. in sa-,
menwerking met zijn propaganda-cormnis-
sie m Noord-Holland en die van den Haar
lem sdhen Maria bond te Voiendam, een
grooten drankbeslrijdvrsdiag. Van verschil
lende richtingen zuilen naar Voiendam
extra-trams toopen. Van Edam uil wordt
in optocht met muziek naar Voiendam
getrokken, waar te 10 uur de hoogmis
wordt opgedragen lot intentie van den
„dag". Des namiddags le half twee vindt
in het Vereenagingsgebouw St. Jozef een
groote prapogan da -meeting plaats. Daar
op zullen het woord voeren mej. F.
Haid uit Amsterdam en de heer G. P. Bon,
's-Gravenihage, alsmede de ZccrEcrw. pa
ter Pancratius van het klooster der H.H.
Harten te Ginneken. Deze groote verga
dering zal door het Vok-ndomsclie fan
farekorps worden opgeluisterd.
DE ZIEKTE-VERZEKERING.
Uit het overleg tussohen de georgani
seerde patroons cn arbeiders is een „Proe
ve van een ontwerp-Ziektewet" ontstaan,
dat aan de regeering ter overweging zaf
worden aangeboden.
1821—5 Mei 1921.
Bij de herdenking van den sterfdag
van Napoleon, nu een eeuw geleden,
vellen de prachtige verzen in onze
herinnering op, die Victor Hugo, in
zijn schier afgodische helden vereering
voor den Franschen keizer, naar het
trotsehe Engeland slingerde
„Albion, Albion, nation assassine,
Tu te voudrais envain blanchir de
son trépas
Toute Peau de ces mers que ton
orgueii domine,
Pour laver ton forfait ne suffirait
pas." j)
Was de dichter der,,Chatiments",toen
hij dit ontzettend verwijt neerschreef,
in zijn recht
Kan de ernstige beoefenaar der Histo
rie, wiens doel vóór alles het kennen
en verspreiden der waarheid moet,
wezen, zich Victor Hugo's beschuldi
ging, de Engelsche natie voor de voeten
geworpen, tot de zijne maken
Ziedaar vragen, die wij niet beves
tigend kunnen beantwoorden.
Victor Hugo, koning in het Rijk
1er lyrische Dichtkuns, maar als
geschiedkenner en -schrijver, de min
dere van zijn land- en tijdgenooten
C-uizot, Thiers en Taine, was te veel
een troetelkind van zijn tijd, zijn liefde
«n zijn haat waren te zeer uitvloeisels
van zijn sanguinisch, impulsief tempe
1) Engeland, gij volk van moordenaars,
vruchteloos zult ge u van de schuld aan
zijn dood trachten te reinigen. Ai het wa
ter der zeeën, waarover gij heerscht, zou
naartoe niet toereikend zijn-
rament, dan dat wij ons, bij de beoor
deeling van Engeland's schuld aan den
dood van den banneling van St. Helena,
zonder voorbehoud, aan zijn zijde mo
gen scharen.
Dit dunkt ons als vaststaande
wanneer de overwonnen keizer, die,
op weg naar de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika, zijn degen aan den
Engelschen vice-admiraal overreikte,
op een grootmoedige behandeling van
zijn doodsvijand Engeland, meende
te kunnen rekenen,dan was de adelaars
blik, waarmee hij in de harten der vol
keren van Europa plag door te dringen,
niet weinig verduisterd. Maar ook
de benoeming, de handhaving vooral
van Sir Hudson Lowe als gouverneur
van St. Helena en cipier van Napoleon,
rust als een vlek op het staatkundig
geweten der toenmalige Britsche re
geering.
Het mag als bekend ondersteld wor
den, dat aan Napo'eon in gezelschap
van eenige getrouwen, waarvan Ber-
trand. L,as Casas en de Montholon als
de vo-:rnaamsten gelden het kleine,
rotsigo eiland Sint Helena in den At-
lantiijhgn Oceaan, als ballingsoord
was aangewezen Daar, op Longwood
een complex gebouwen, klein van om,
vang, kwijnde de gevallen veroveraar
weg, totdat de dood op 5 Met 1821 aan
zijn lichamelijk en ziele-lijden een
einde maakte
De zorgvuldig bijgehouden dagboe
ken van mannen als Las Casas en de
Montholon, generaals en vertrouwe
lingen van den keizerlijken banneling,
mogen door de microscoop der ge-
schiedvorsching beschouwd, niet on
bevooroordeeld blijken, ij waren man
nen van eer en in 't algemeen kunnen
wij als waarheid aannemen, hetgeen
zij over de laatste dagen .van hun ster-;
venden meester te boek stelden
En dan klinkt hun aanklacht van
wreedheid en enghartige plagerij, van
machtsmisbruik door Sir Hudson Lo
we tegenover den gekluisterden we
reldveroveraar, niet als een ongerecht
verwijt.
Op 20 Maart 1821, 45 dagen voor den
sterfdag van Napoleon, had de graaf
de Montholon, na het vertrek van
Bertrand diens opvolger in het volle
vertrouwen van zijn meester, een on
derhoud met den Britschen gouver
neur
De graaf, die diep onder den indruk
verkeerde van dqn zorgwekkenden toe
stand des keizers, deelde Sir Hudson
mede, dat de zieke ondanks de dringen
de vertoogen zijner getrouwen, geen
geneesmiddelen wilde innemen Zijn
gelaat, zoo vervolgde de Montholon, is
doodsbleek Hij is niet in staat om
drie passen van zijn veldbed naar zijn
zetel te doen De nachten brengt hij
slapeloos door „De machine is versle
ten. het loopt met mij af," zoo luiden
de woorden van mijn meester zelf
Met wijd geopende, verwonderde
oogen, waarin al ras een straal van
wantrouwen en ongeloof flikkerde, zag
de Engelschman op naar de slanke
gestalte van den generaal en gaf als
zijn meening ten beste, dat men hier
waarschijnlijk met een kwijnende ziek
te had te doen, die nog lang kon duren
maar wellicht nog geneeselijk was
„Zeer zeker," luidde het antwoord,
waar leven is, is ook nog hoop, maar ik
voor mij vrees voor een spoedig einde.
Tien dagen waren na dit onderhoud
verstreken, toen beide mannen op
nieuw bij elkander kwamen.
Gedurende dien tijd had Sir Hudson
Lowe nagedacht en Was de verdenking
in zijn brein' geboren, dat de ziekte van
generaal Bonaparte, zooals liij don
Keizer hardnekkig bleef noemen, gesi
muleerd en slechts een listig voorwend
sel moest zijn tot een of ander plan,
wie weet tot ontvluchting van het
onherbergzame Sint Helena.
In de lijn dezer verdenking, be
sloot Sir Hudson, een Engelsch
geneesheer aan het ziekbed van den
banneling te zenden, met opdracht,
hem. den gouverneur, van alles op de
hoogte te stellen, wat er in de omgeving
van den Keizer voorviel.
Daarom wees hij er de Montholon op,
dat Antomarchi, een Italiaan, die op
Longwood als Napoleon's lijfarts fun
geerde, nog jong was en als geneesheer
niet veel presteerde. Maar de graaf,
die voorzag, dat Napoleon het hem
opdringen van een ongewenschten Es
culaap, vooral van een Engelschman,
als een grievende beleediging zou op
vatten, verzette zich met klem tegen
het doorzichtig voornemen van den gou
verneur. En op de herhaalde bewering
van dezen, dat het hem met de zending
van een door hem gekozen geneesheer
ernst was en hij zijn voornemen des
noods met geweld zou door zetten,
verwijderde zich de trouwe dienaar des
Keizers, met de uitdrukkelijke verzeke
ring, dat op Sir Hudson dan ook de ge
volgen zijner handelwijze zouden neer
komen.
Van het bezoek van den Engelschen
geneesheer kwam niets Napoleon ver
klaarde, dat hij den eersten, die onge
roepen in zijn vertrekken verscheen,
zou neerschieten
Voor de Engelschen was Napoleon
nooit ziek geweest. In hun oogen mocht
hij het niet zijn. Hij mocht het niet zijn,
omdat de tijding zijner ziekte in Euro
pa, het medelijden zou opwekken en
de openbare meerung wellicht den
wensch zou uiten, den gevallen heer-
scher het ongezonde klimaat van Long
wood met milder en zuiverder lucht
streek te doen verwisselen
Die bensoen vrees doortrilde tot in
de laatste dagen van Napoleon's ziekte
het Engelsche kabinetzelfs tot op het
uur, dat de overwinnaar van Auster-
litz, zieltogend op zijn veldbed lag
In het dagverhaal van Sir Hudson
Lowe straalt die vrees onverbloemd
door. Uit de door den Engelschen
geneesheer Dr. Arnott nagelaten pa
pieren. enkele jaren geleden door den
Franschen geschiedvorscher Paul Fre-
meaux in het Britsch Museum te Lon
den aan 't licht gebracht, blijkt, dat
Napoleon aan twee gelijktijdig ingetre
den ziekten bezweken is. Aan een
leveraandoening en aan den maagkan
ker. Deze laatste nu was doodehjk.
Carlo Bonaparte, 's Keizers vader,
was er door, nauwelijks 35 Jaren oud,
aan zijn talrijk gezin ontrukt.
Noch Antomarchi, noch Arnott was
het bekend, dat kanker de maag van
den lijder verteerde De lijkopening
zou het aan 't licht brengen
Beslist sprak het Engelsche gouver
nement het in Europa loopend gerucht
tegen, dat Napoleon door een lever
ziekte was aangetast. De openbare mee
ning zou die kv/aal aan 't kliiifat van
Sint Helena hebben toegeschreven en
daarom moest dit klimaat gezond zijn
Maar deze, door hst „foreign office"
hardnekkig volgehouden bewering, was
in strijd met de werkelijkheid. Het
klimaat van het in den Oceaan als
verloren eiland, was hoogst ongezond.
Het rapport van den chef van den ge
neeskundigen dienst op Sint Helena,
van Dr Baxter. e:i rapport, toen
alleen oestemd yoor de oogen van sir
Hudson Lowe, gewaagt van buikloop,
leveraandoeningen en kwaadaardige
koortsen, als onafscheidelijk aan hst
verblijf aldaar verbonden. Zoowel de
inboorlingen, als de manschappen der
Engelsche marine-afdeeling, die de
bezetting van het eiland uitmaakten,
waren voor een aanzienlijk deel lijdend
aan leverkwalen
Daags na den dood des Keizers,
den 6den Mei 1921, had de lijkopening
plaats
Van de vier rapporten dienaangaan
de aan de Britsche regeering voorge
legd, dunkt ons het belangrijkste, dat
van den chirurgijn Henry, waarin deze
o m. vertelt
„In tegenstelling met het rustelooze,
veelbewogen leven n het geweldige
karakter van den afgestorvene, ver
toonde het gelaat al de teekenen eener
wonderbare rust. De trekken waren
regelmatig en zelfs schoon te noemen
Het breede voorhoofd was kalm en
effen Ds opening der maag openbaarde
ons de oorzaak van 's Keizer's dood
met schrikwekkende zekerheid. De
binnenwand verkeerde in vergevor
derden staat van verkankering en het
lijden van den Keizer moet, ofschoon
hij weinig klachten daarover uitte ont
zettend geweest zijn
Aan de verschrikkelijke ziekte die
kanker heet, bezweek dus de man, die
jaren lang op de slagvelden van Europt
zich in het strijdgewoel geworpen had
en meer dan Achilles, de rossenbedwin-
gende held van Homerus, onkwetsbaar
scheen. Want door geen kogel, geen
sabelhouw, geen granaatsplinter werd
hij ooit getroffen
De Heer over Leven en Dood had hem
in die jaren als door een wonder ge
spaard, om hetgeen hij misdeed, in een
smartelijke ziekte en in al het grievende,
aan een vernederende gevangenschap
verbonden, maar met Hem verzoend,
uit te boeten.
HAMERS.
i
:i I
f1;|
I
,1»
l
I'
I'; 1
I.