Tweede Blad. binnenland. Handel en Nijverheid Binnenlandsch Nieuws, Kerk en School. WOENSDAG 4 MEI 1921 bloeimaand. Mgr. Roberto Vicentinl. De grijns der gezonken volksziel. Het gemengde huwelijk en de verkiezingen. Bij een gedenkdag. Si Alles is dit jaar vroeg, te vroeg mag men wel zeggen. Voor een groot clool was April al bloeimaand. Nu hebben alle in 't wild lovende zoogdieren in deze maand kleintjes. Vogels. De laatste trekvogels arrivee- ren, zoo zij al niet in April zijn aange komen de heksluiters zijn de kwartel en de spriet, „maar die leggen in de Meimaand niet". Alle vogels zijn nu aan den nest- boftw of broeden. Jonge musschen vlie gen al uit. Jongen hebben in deze maand ooievaar, kraai, lijster, spreeuw, musch, winterkoninkje, roodstaart je, nachtegaal, kievit. In de parken en bosschen gaat het heerlijk gezang der mannetjes; trou wens al in de vorige maand. Amphïbieën. Bruine en groone kik- ,'orschen komen in grooten getale. Er zijn heel wat „dondorpadjes" te schep pen. Ook watersalamanders. Reptielen. (Kruipende dieren). De slangen, hagedissen en hazelwarmen koestoren zich in het zonnetje. Vooral als zo pas verveld zijn, schitteren ze wondermooi. Insecten. April heeft al heel wat op geleverd: op enkele mooie ui en zagen we koolwitjes en kleine vossen en hommels. Vliegen en muggen waren al van de partij. Als 't wat warmer wordt, vlie gen de volgende vlinders: kleine vos, citroentje, koolwitje, groote vos, atalanta (schoenlapper). Tegen boomstammen en schuttingen zitten overdag de volgende nachtvlinderspijlstaartvlinders, groote hermeljjnvlinders en wapendragers. Do vlinder van 't appelrupsje (wormstekig) kamt voor den dag. Do kleormot en de tapijtmot vliegen. Men vange in huis alle kleine motjes, want ze gaan nu tieren leggen, waaruit de rupsjes komen, die de kleeren vernielen. Allerlei rupsen vernielen de bladaren. Wie nu de rup sen vangt verzorgt zijn oogst. Meike vers vliegen. Op witte doovenetel gou den torretjes. Dennensnuittor op den nen, de iepenspinkever graaft gangen en legt eieren. De wilgenhaantjes ver nielen de wilgenblaaderen en de elzen haantjes peuzelen aan de elzenbladeren. Op de zuring zitten zuringhaantjes. Bet nu op de bladluizen. Wie geregeld zijn planten inspecteert, houdt ze den hee- len zomer vrij van luis. Na vliegen over al de wespenkoninginnen en snoepen ho nig uit de bloemen. Tracht ze te van een en te dooden, want deze wespen zijn de stichters van nieuwe kolonies, idio ons in de groote vacantie zoo de dampen aandoen als wij buiten rijn. In de vrije natuur en de parken. Omdat alles zoo vroeg is, zagen we veel in April bloeien, dat anders eerst in Mei bloeit. Denk eens aan de appels en roren. Nu bloeien o.m. kleine esehdoorn, ptardenkastapje, moerbei, okkernoot, eik, nwe den, spar, plataan en beuk. Van lo li oesters bloeien: Berberis, mahonia, iardinaatmuts, hulst, gouden regen, fram boos, meidoorn, sneeuwbal, rhododendron wring, azalea, mollis. De voornaamste >loeiendo kruiden zijn: boterbloem, pa paver, stinkende gouwe, muurbloem, le- iclblad, hondsviooltje, koekoeksbloem, wievaarsbek, witte klaver, vogelpootje, aardbei, haarstrong, wilde kervel, lieve- vrouwobodstroo, kamille, paardenbloem, vorgeet-me-niet, smeerwortel, vetblad, waterviolier, aronskelk, slangenkruid, nardorchideeën, lisch en lelietje van da len; veel stond half April al te bloeien. Het aquarium, terrarium, insectarium Nu er overal overvloed van opgewekt v.iorjaarsleven komt, kost het weinig r'(voito, ons aquarium of terrarium te vullen. Maar men moet dan voortma ken; spoedig zijn alle waterplanten te groot en is do sloot te vol. Insecten zjn te vangen; wij kunnen gemakkelijk ons insectarium vullen en daarin het leven van deze „zespooters" waarnemen. En alleen door zelf waarnemen, doet men bruikbare kennis op, die ons veel genoegen schenkt. Hagedissen, slangen en hazel wormen zijn in- deze maand voor het terrarium te verschalken. Het werlo in Mei. Voel wat anders eerst in Mei werd gezaaid en gepoot, is nu allang aan don groei. Dit neenKt niet weg, dat Mei Mei blijft en dat we daarin, als van ouds, nog niet kun nen doen, alsof we niet zoo'n „voor spoedig" voorjaar hadden gehad. Laten we een3 zien wat er nog kan godaan worden als 't nog niet is uitge voerd. In den moestuin. De bakken worden 's nachts nog gedokt. Alleen bij zacht weer kan het nagelaten worden. Nu wordt zoowat alios gezaaid en gespeend in den volleu grond. Mei Ï3 eigenlijk de zaaimaand voor den kouden grond. Boonen wor-len gelegd. Augurken het eerst en inn komkommers. Als het nat en koud w<:e>- mocht worden, dekt men de jonge plantjes met oen bloempot. Koolplantjes worden uitgezet. Alle kool plantjes vragen in deze maand 'n her haalde bcgieting van den grond met een zwakke oplossing van Ohili en kali: an ders verdund» gier. Men zaaio wortelen, andijvie koolrapen en kropsla. Asperges worden in deze maand gestok-n. Vooral wieden en schof felen. 't Onkruid moet men meester blij ven. Let op de aardbeien; bij droogte gioteu. Op zandstrand moet men de aar de nu niet te veel bewerken, anders droogt zij te veel uit. In den bloementuin. Nu worden tal van bloemen gezaaid: Adonis, lievevrou- wobedstxoo, asters, goudsbloemen, koren bloemen, riddersporen, gamardia, gode- tia, zonnobloem, lathyrus (pronkerwt), vlas, lupinen, vergeet-mij-niet, tabak, pa paver, phlox, reseda, oostindische kers, strpobloamen, siorkalabas en, enz. Dahlia's canna's, begonia's zet men niet voor de tweede helft buiten. Het is goed de pas beplante bedden met wat turfmolm te bestrooien; dat houdt de uitdroging te gen. Als ribes, gouden regen en serin gen uitgebloeid zijn, worden ze ge snoeid. Snoeit men in 't voorjaar, vóór den bloei, dan snijdt men de bloemen uit. Azalea indica, de gewone kamer azalea, wordt nu buiten geplant; men geeft de plant wat ouden koemest en bosch- of heidegrond. In den boomgaard. Perziken en abri kozen worden gedund. Vroege .vruchten worden togen vogels beschermd door net ten. Tegen de krulziekte zwavelen. Op den akker. Boekweit wordt gezaaid, maar niet voor half Mei. Als de sui- kerbioten slecht zijn opgekomen wordt er opnieuw gezaaid. Koolzaad bloeit. Dat deed 't al in April. De rogge schiet ge woonlijk in aren; thans is het hier en daar al zoo ver. Er moet nu veel ge schoffeld en geharkt worden; de bodem moet los zijn. Tabak wordt uitgeplant. In huis. De planten, die 's zomers bui ten bohooren, brengt men niet voor IS Mei uit huis. Berst moeten zij wat af gehard worden. De nieuw benoemde Internuntius bij liet Nedertandsdhe Hof als opvolger van Mgr. Sebastien Nicotra, Mgr. Roberto Vicenlioi weed JO Juni 1878 te Aquila in de Abruzzen geboren, waar zijn va dier vele jaren burgemeester was en zijn oom mgr. Aug. Antonimi Vioentind een vijf en twdnitig jaar geleden den aa-rtsbissahoppe- 1 ij ken zetel bekleedde. Naar de „Md»." uit Rome verneemt, gaat Mgr. Vioenlini zeeir gaarne naar Nederland. Wat hij te Rome hoorde om trent den bloei van het Katholieke leven, de krachtige Katholieke organisaties, de Katholieke pers, enz., in Nederland vervulde hem mat toenemende sympa thie voor ons land. Mgr. Vicentini, die o.a. uitstekend Fransch en EtigeLdh spreekt, beeft zich' vast voorgenomen, zich ook op de Ne derland,sohe laai toe te leggen. De Middenstandsraad en vliegende win kels. Indertijd heeft de Middenstands- raad den Minister van Financiën ver zocht het lot stand komen van wettelijke bepalingen te bevorderen die aan de ge meentebesturen de bevoegdheid zouden geven de vliegende winkels in do plaat selijke belasting aan te slaan, ook wan neer hun verblijf in oene gemeente kor ter duurt dan 90 dagen. - Op grond van de verkregen inlichtin gen achtte de Raad liet niet mogelijk de vliegende winkels te betrekken in de ge meentelijke inkomstenbelasting. Er zou evenwel een nieuwe wijziging in de Ge meentewet kunnen worden aangebracht, waardoor de gemeenten bevoegdheid krij gen tot 't heffen van een bedrijfsbelas ting speciaal van vliegende winkels. Daar bij zou dan allereerst onderscheid zijn te maken tussohen buitenlanders en in gezetenen des lands, die vliegende win kets drijven. In geval de houder van een vliegenden winkel zijn bedrijf in hotels e. d. uitoe fent, zou men aan de gemeenten zooveel mogelijk vrijheid moeten laten zelf de criteria vast te stelten, ,nnax welke de be lasting kon worden 'geregeld. De Raad besloot in dezen geest tot den minister van financiën een schrijven te richten. Vertegenwoordigers voor de Jaarbeurs. De Rijksdienst der Werkloosheidsverze kering en Arbeidsbemiddeling heeft zich, op verzoek van den raad van beheer der Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht be reid verklaard, in behandeling te nemen de aanvragen van buitenlandsche firma's, die voor haar ieelneming aan de eerst komende Jaarbeurs vertegenwoordigers zoeken. Nadere inlichtingen verstrekt de directeur van genoemden dienst. Eieren en Suiker. Het „Ned. WcekW. voor den handel in Kruidenierswaren" meldt dat in de week van 2128 April naar Londen zijn verscheept 919 kisten, in houdende 1,102,800 eeieren. Het blad meldt verder een verlaging van den suikerprijs met 2 per 100 K.G. voor de eerste kwaliteit en 1 voor de andere soorten. Brandstichting. De maréefhausees hebben te .Vlaohtrwedde (Gron.) aangehou den B.' Borgers, arbeider te Harp©], ver dacht van brandstichting in de behuizing van A. Ndeks aldaar. Als zoodanig betitelt de „Nieuwe Apel- doornsche Courant" den uitslag der ge meenteraadsverkiezing van de vermaarde trotscho stad der trotsehe patrieiers, de „burgorkeuningen" van vroegeron tijd van glorie. Het blad acht het begrijpelijk, dat een aantal onwillige anti-politiekers hun stem ridiculiseeron, maar dat het aantal kiezers in de hoofdstad des lands, die de onsmakelijke vlakheid zoover drijven om naast den zwerver een tweede man van zulk gehalte naar het Prinsenhof af te vaardigen zoo groot is, dat is een ontroerend verschijnsel. Dat is een blijk van zoodanige verwor ding en verwildering der massa, dat het wel zeer ernstig onder de oogon gezien mag worden. We staan hier voor een verschijnsel, dat een zeer ernstige moreele inzinking bij ons volk toont. De „N. Ap. Crt." acht, dat men met oen verwijzing naar het zinkend peil der ver tegenwoordigende lichamen in het alge meen er niet af is; ook al erkent men, dat de vertegenwoordiging volgens het algemeene kiesrecht een zoo getrouw'mo gelijke afspiegeling moet zijn van wat in het volk zelf leeft. „In het zinkend peil van de vertegen woordigende lichamen, registreert zich het, zinken van het moreele en intellectueele peil des volks. En dit nu is de verschrikkelijkste be- teekenis van deze vunze volksleuze m Amsterdam, dat zich daarin fel-ontroe- rend afteekent het ontzettend diep gees telijk verval van ons volk. Want dit is toch het verschijnsel, dat ieder, die ons volk lief heeft en vooral dengenen, die hun leven bestoden met aan de verheffing van het volk te arbeiden, met ontzetting slaat, dat straks een gemeenteraad met Had-je-me-maar en Zuurbier als leden de spiegel zal zijn, waarin de ziel van het volk der hoofdstad zich weerkaatst. De grijns der volksziel, spotlachend om eigen ellende, grinnikt in deze kiezers keuze." Dat Amsterdam in de oogon van heel wereld geblameerd is, acht hot blad het ergste niet, wel het diepe verval, waarvan dit verkiezingsschattdaal getuigt. Het is, besluit de „N. Ap. Crt..", „een symptoom van de zedelijke ver wording en verwildering van hot volk. Wanneer dit schreeuwend feit de oogen opent en tot bezinning brengt en doet grijpen naar de juiste middelen om dit proces van inzinking niet alleoon te stui ten, maar het zedelijk peil van het volk omhoog te doen voeren, dan zal or winst uit gewonnen wordon. Zoo niet, dan glijden we langs de be denkelijke helling verder omlaag naar den afgrond van publieke immoraliteit, waar heen we al aardig op weg zijn.." Het blad onderzoekt de oorzaken van deze verwildering niet. Dat is te begrijpen van een blad van vrijzinnigen kleur. Maar men mag ook daar toch wol eens naden ken, niet alleen over de gevolgen, maar ook over de oorzaak, die voor het christe lijk inzicht zoo duidelijk is. Liberalisme, socialisme, anarchisme, bolsjewisme, ha<l- je-me-marisiné, (zegt do „Rsb. t is telkens een stapje verder, oen geleidelijk afschuiven, dat nu in zijn uiterste oon- sequentie ieder fatsoenlijk man gruwt, maar dat reeds in zijn begin to voor spollen was en voorspeld is. Als vroe ger de ellendige gevolgen ven het Li beralisme werden aangegeven, werden de christelijke leiders bespot. Thans zullen de oogen opengaan, nu liberale bladen als de „Nieuwe Crt." zich gaan verweren tegen het „geestelijk tuig"...» De Haagsohe briefschrijver van de „Tijd" zegt over de Amslerciamsö'ie raads verkiezing o.m. hel vogemle, dat onze aan dacht ten volle verdient: ,;De overwinning der Katholieken had den wij grooter verwacht. Men had ons zelfs vanuit Amsterdam verzekerd, dat misschien wel 12 zetels werden gehaald. Als gevolg van het vrouwenkiesrecht moesten zij natuurlijk tweemaal meer stemmen uitbrengen. Wij rokenden daarbij op de verandering der bevolking en op de annexatie van de plattelandsbevolking, dlie zoo oordeelden wij uit de verte eer zwart dan rood zou zijn. Vooral echter hadden wij zeer ivooge verwachtingen van den invloed van het vrouwenkiesrecht. Amsterdam is bekend om het groot getal gemengde huwelijken, dat er gesloten wordt. Wij hadden beter moeten weten, maar wij hebben zoo'n beetje gehoopt, dat de vrouwen uit die huwelijken, als zij daar alleen waren in 'net stemhokje, zich nog eens hadden herinnerd Rooansch te zijn. Het is met cijfers niet te bewijzen, maar toch, de uitslag geeft nieuwe kracht aan hetgeen ons zoo dikwijls is voorgdliouden tegen de gevaren van het gemengd huwe lijk is geen geloofsovertuiging opgewas- SEiRlKv,.--STRIJDEN LEIDUIN. Droste's ElftalWto..elmilna 2, 30; GraficusLeiduin 21. HET KAMERLID KRUYT. De „Tribune" meldt, dat Ds. Kruyt toe getreden is lot de Communistische Partij. De communistische kamerfractie beslaat thans uit 3 leden. LICHAMELIJKE ONT WIK KELING. Het wetsontwerp tot regeling van de li chamelijke ontwikkeling van de rijpere mannelijke jeugd en de daarop gegeven toelichting hadden blijkens het voorloopig verslag van het afdeelingsonderzoek, op het meerendeel der leden een weinig gun- stigen indruk gemaakt. Het ontwerp zelfs is. naar deze leden opmerkten, op vele pnnten vaag en weinig zeggend; en wAór het voorschriften bevat, welke volkomen duidelijk zijn en welke geen twijfel om trent de bedoeling der Regeering laten, wekken deze allerminst de overtuiging dat de Regeering bij de samenstelLing van bet ontwerp door wijs beleid en juist inzicht geleid is geworden. Was men algemeen overtuigd van de groote beteekenis der lichamelijke ontwik keling en achtte men het in verband daarmede in beginsel toe te juichen, dat deze meer en boer de belangstelling der Re geering krijgt, voor de wijze, waarop dit in dit wetsontwerp tot uiting komt, ver klaarden slechts weinig leden iets te ge voelen. Zeer vele leden daarentegen konden zich om meer dan één reden met den inhoud van dit ontwerp niet vereenigen. In het overwegend militair karakter van het ontwerp lag voor vele leden een zóó enstig bezwaar, dat zij alleen daarom reeds hunne stem daaraan niet zouden kunnen geven. De ervaring lieefl geleerd zoo voerden sommige dezer leden aan dat de Regeering zich in heb algemeen met de lichamelijke opvoeding der schoolvrije jeugd alleen dan bemoeit, wanneer zij dit in het belang van het leger noodig acht. Tegen deze houding der Regecring wenschten deze leden een ernstig protest te doen hooren. Zij betreurden het zeer dat zij ook thans weer genoodzaakt wer den zich tegen een regeling te verklaren, welke zij in zich zelf zeer gewcnscht acht ten, doch welke zoodanig is doortrokken van den militairistisohen geest, waarlegen zij sedert lang den meest feilen strijd had den gevoerd, dat zij geen kans zagen door amendeering van het wetsontwerp, waarin deze regeling is vervat, daarin de door hen gewenschbe verbetering te bengen. Andere van deze leden, die niet gekant waren tegen al wat militair is, doch inte gendeel van oordeel waren, dat de in standhouding van een leger voor ons land als een noodaakelijk'heid tnoeb worden be schouwd, waren intusschen met de even- bedoelde leden van meening dat het zeer te betreuren is, dat de bevordering der li chamelijke ontwikkeling welke de Regec ring zich met dit ontwerp voorstelt te be reiken, in de voornaamste plaats ten doel heef het vormen van goede soldaten. Ook deze leden voelden voel voor de bevorde ring der lichamelijke ontwikkeling van Staatswege. En zij waren niet blind voor de voordeelen, welke hieruit ook voor de landsverdediging kunnen voortvloeien. Doch hetgeen thans wordt voorgesteld, is een zuivere voorbereiding voor den mili tairen dienst. In de lichamelijke oefening zal op deze wijze een militair element ko men, dat niet anders dan tot nadeel van die oefening zal kunnen strekken. Aan een regeling der lichamelijke ontwikkeling, welke zulk een karakter draagt, verklaar den ook zij hunne stem niet te kunnen geven. Verschillende leden konden het niet af keuren, dat bij de wettelijke regeling der lichamelijke ontwikkeling vooral met de belangen der landsverdediging wordt reke ning gehouden, ook in verband mol den aandrang óp vermindering van persoonlij ke en financieele lasten. Van andere zijde werd opgemerkt, dat zij, die steeds inkrimping der militaire las ten hebben bepleit, toch zonder twijfel geenszins de bedoeling hebben gehad, deze door een regeling als de thans voorgestel de zou worden gecompenseerd. Vele leden hadden ernstig bezwaar er tegen dat, waar de met de uitvoering dezer, wet belaste minister het recht zou hebben hem die de in artikel 1 opgelegde ver plichting niet of niet behoorlijk nakomt, ter beschikking van de Regeering te stel len, wordt volstaan met de verklaring dat de nalatige van Rijkswege zal worden ge« oefend. De vraag, hoe en waar deze oefe ning zal plaats hebben, wat buiten den oefentijd met den ter beschikking gestelde zal geschieden, en zoovele andere belang rijke vragen, vinden in het ontwerp hare beantwoording niet. Het wordt der Re- gcering geheel vrij gelaten, met de jongens te doen wat zij wil. Aan het verkenen van eeoe zoodanige discretionaire macht aan de Regeering, verklaarden de hier bedoekte leden onder geen beding te kunnen mede werken. DE DJAMBI-OL1EVELDEN. De correspondentie mei Amerika beëindigd In verband met de telegrammen uit Amerika over het zenden van een nota aan onze regeering betreffende de Djambi- kwcslie, kan de „Tel." mededeelcn dal 'n schrijven van de Amerikaansche regcering inderdaad in de tweede helft van de vori ge maand ons ministerie van Buitenland sche Zaken heeft bereikt. Er is iusscben Amerika en Nederland inzake Djumbi e>-n correspondentie gevoerd waaromtrent men waarschijnlijk binnenkort wel meer zal hooren. De opvatting in sommige buiten landsche bladen, als zou men hier le doen hebben met een nota naar aanleiding van de beslissing in de Tweede Kamer is on juist. De correspondentie werd als geëin digd beschouwd, reeds vóór de Tweede Kamer baar beslissing had genomen. MOBILISATIE VAN DEN ROOMSCHEN MIDDENSTAND. Maandagavond had, als begin der cam pagne, welke de R.-K. Middenstand in do hoofdstad gedurende de maand Mei gaai voeren, een goed bozochte vergaderinj plaats in het Hnnzegebouw aan den Niou- wendijk, welke vergadering de Hoogeerw. heer Mgr. J. Th. A. Bosman, deken der stad, met zijn tegenwoordigheid opluis terde. Als sprekers traden op de heer Chris. Jansen, daie tot onderwerp zyner rede ge kozen had: de strijd van den Middenstand, en de heer P. A. Leibens, die sprak over: de juiste wapens in dien strijd. Beide sprekers oogsten oen welverdiend applaus in. Alleen plaatselijke actie. Naar aanleiding van verzoeken van plaatselijke mAdden- standisvereenighiigen aan hel dageiijkscfli beslrjur van den Nodenlandschen Midden standsbond am een landelijk actie te voe ren tegen de invoering van een zakelijke belasting op het bedrijf in verschillende gemeenten, heeft het bestuur besloten aan deze verzoeken geen gevolg te geven. Na at zijn meaning is hier alleen aanleiding vooi plaatselijke actie. - DRANKBESTRIJDING. Het hoofdbestuur van liet Diocesaan Kruisverbond in het bisdom Haarlem houdt den 2den Pinksterdag. a.s. in sa-, menwerking met zijn propaganda-cormnis- sie m Noord-Holland en die van den Haar lem sdhen Maria bond te Voiendam, een grooten drankbeslrijdvrsdiag. Van verschil lende richtingen zuilen naar Voiendam extra-trams toopen. Van Edam uil wordt in optocht met muziek naar Voiendam getrokken, waar te 10 uur de hoogmis wordt opgedragen lot intentie van den „dag". Des namiddags le half twee vindt in het Vereenagingsgebouw St. Jozef een groote prapogan da -meeting plaats. Daar op zullen het woord voeren mej. F. Haid uit Amsterdam en de heer G. P. Bon, 's-Gravenihage, alsmede de ZccrEcrw. pa ter Pancratius van het klooster der H.H. Harten te Ginneken. Deze groote verga dering zal door het Vok-ndomsclie fan farekorps worden opgeluisterd. DE ZIEKTE-VERZEKERING. Uit het overleg tussohen de georgani seerde patroons cn arbeiders is een „Proe ve van een ontwerp-Ziektewet" ontstaan, dat aan de regeering ter overweging zaf worden aangeboden. 1821—5 Mei 1921. Bij de herdenking van den sterfdag van Napoleon, nu een eeuw geleden, vellen de prachtige verzen in onze herinnering op, die Victor Hugo, in zijn schier afgodische helden vereering voor den Franschen keizer, naar het trotsehe Engeland slingerde „Albion, Albion, nation assassine, Tu te voudrais envain blanchir de son trépas Toute Peau de ces mers que ton orgueii domine, Pour laver ton forfait ne suffirait pas." j) Was de dichter der,,Chatiments",toen hij dit ontzettend verwijt neerschreef, in zijn recht Kan de ernstige beoefenaar der Histo rie, wiens doel vóór alles het kennen en verspreiden der waarheid moet, wezen, zich Victor Hugo's beschuldi ging, de Engelsche natie voor de voeten geworpen, tot de zijne maken Ziedaar vragen, die wij niet beves tigend kunnen beantwoorden. Victor Hugo, koning in het Rijk 1er lyrische Dichtkuns, maar als geschiedkenner en -schrijver, de min dere van zijn land- en tijdgenooten C-uizot, Thiers en Taine, was te veel een troetelkind van zijn tijd, zijn liefde «n zijn haat waren te zeer uitvloeisels van zijn sanguinisch, impulsief tempe 1) Engeland, gij volk van moordenaars, vruchteloos zult ge u van de schuld aan zijn dood trachten te reinigen. Ai het wa ter der zeeën, waarover gij heerscht, zou naartoe niet toereikend zijn- rament, dan dat wij ons, bij de beoor deeling van Engeland's schuld aan den dood van den banneling van St. Helena, zonder voorbehoud, aan zijn zijde mo gen scharen. Dit dunkt ons als vaststaande wanneer de overwonnen keizer, die, op weg naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, zijn degen aan den Engelschen vice-admiraal overreikte, op een grootmoedige behandeling van zijn doodsvijand Engeland, meende te kunnen rekenen,dan was de adelaars blik, waarmee hij in de harten der vol keren van Europa plag door te dringen, niet weinig verduisterd. Maar ook de benoeming, de handhaving vooral van Sir Hudson Lowe als gouverneur van St. Helena en cipier van Napoleon, rust als een vlek op het staatkundig geweten der toenmalige Britsche re geering. Het mag als bekend ondersteld wor den, dat aan Napo'eon in gezelschap van eenige getrouwen, waarvan Ber- trand. L,as Casas en de Montholon als de vo-:rnaamsten gelden het kleine, rotsigo eiland Sint Helena in den At- lantiijhgn Oceaan, als ballingsoord was aangewezen Daar, op Longwood een complex gebouwen, klein van om, vang, kwijnde de gevallen veroveraar weg, totdat de dood op 5 Met 1821 aan zijn lichamelijk en ziele-lijden een einde maakte De zorgvuldig bijgehouden dagboe ken van mannen als Las Casas en de Montholon, generaals en vertrouwe lingen van den keizerlijken banneling, mogen door de microscoop der ge- schiedvorsching beschouwd, niet on bevooroordeeld blijken, ij waren man nen van eer en in 't algemeen kunnen wij als waarheid aannemen, hetgeen zij over de laatste dagen .van hun ster-; venden meester te boek stelden En dan klinkt hun aanklacht van wreedheid en enghartige plagerij, van machtsmisbruik door Sir Hudson Lo we tegenover den gekluisterden we reldveroveraar, niet als een ongerecht verwijt. Op 20 Maart 1821, 45 dagen voor den sterfdag van Napoleon, had de graaf de Montholon, na het vertrek van Bertrand diens opvolger in het volle vertrouwen van zijn meester, een on derhoud met den Britschen gouver neur De graaf, die diep onder den indruk verkeerde van dqn zorgwekkenden toe stand des keizers, deelde Sir Hudson mede, dat de zieke ondanks de dringen de vertoogen zijner getrouwen, geen geneesmiddelen wilde innemen Zijn gelaat, zoo vervolgde de Montholon, is doodsbleek Hij is niet in staat om drie passen van zijn veldbed naar zijn zetel te doen De nachten brengt hij slapeloos door „De machine is versle ten. het loopt met mij af," zoo luiden de woorden van mijn meester zelf Met wijd geopende, verwonderde oogen, waarin al ras een straal van wantrouwen en ongeloof flikkerde, zag de Engelschman op naar de slanke gestalte van den generaal en gaf als zijn meening ten beste, dat men hier waarschijnlijk met een kwijnende ziek te had te doen, die nog lang kon duren maar wellicht nog geneeselijk was „Zeer zeker," luidde het antwoord, waar leven is, is ook nog hoop, maar ik voor mij vrees voor een spoedig einde. Tien dagen waren na dit onderhoud verstreken, toen beide mannen op nieuw bij elkander kwamen. Gedurende dien tijd had Sir Hudson Lowe nagedacht en Was de verdenking in zijn brein' geboren, dat de ziekte van generaal Bonaparte, zooals liij don Keizer hardnekkig bleef noemen, gesi muleerd en slechts een listig voorwend sel moest zijn tot een of ander plan, wie weet tot ontvluchting van het onherbergzame Sint Helena. In de lijn dezer verdenking, be sloot Sir Hudson, een Engelsch geneesheer aan het ziekbed van den banneling te zenden, met opdracht, hem. den gouverneur, van alles op de hoogte te stellen, wat er in de omgeving van den Keizer voorviel. Daarom wees hij er de Montholon op, dat Antomarchi, een Italiaan, die op Longwood als Napoleon's lijfarts fun geerde, nog jong was en als geneesheer niet veel presteerde. Maar de graaf, die voorzag, dat Napoleon het hem opdringen van een ongewenschten Es culaap, vooral van een Engelschman, als een grievende beleediging zou op vatten, verzette zich met klem tegen het doorzichtig voornemen van den gou verneur. En op de herhaalde bewering van dezen, dat het hem met de zending van een door hem gekozen geneesheer ernst was en hij zijn voornemen des noods met geweld zou door zetten, verwijderde zich de trouwe dienaar des Keizers, met de uitdrukkelijke verzeke ring, dat op Sir Hudson dan ook de ge volgen zijner handelwijze zouden neer komen. Van het bezoek van den Engelschen geneesheer kwam niets Napoleon ver klaarde, dat hij den eersten, die onge roepen in zijn vertrekken verscheen, zou neerschieten Voor de Engelschen was Napoleon nooit ziek geweest. In hun oogen mocht hij het niet zijn. Hij mocht het niet zijn, omdat de tijding zijner ziekte in Euro pa, het medelijden zou opwekken en de openbare meerung wellicht den wensch zou uiten, den gevallen heer- scher het ongezonde klimaat van Long wood met milder en zuiverder lucht streek te doen verwisselen Die bensoen vrees doortrilde tot in de laatste dagen van Napoleon's ziekte het Engelsche kabinetzelfs tot op het uur, dat de overwinnaar van Auster- litz, zieltogend op zijn veldbed lag In het dagverhaal van Sir Hudson Lowe straalt die vrees onverbloemd door. Uit de door den Engelschen geneesheer Dr. Arnott nagelaten pa pieren. enkele jaren geleden door den Franschen geschiedvorscher Paul Fre- meaux in het Britsch Museum te Lon den aan 't licht gebracht, blijkt, dat Napoleon aan twee gelijktijdig ingetre den ziekten bezweken is. Aan een leveraandoening en aan den maagkan ker. Deze laatste nu was doodehjk. Carlo Bonaparte, 's Keizers vader, was er door, nauwelijks 35 Jaren oud, aan zijn talrijk gezin ontrukt. Noch Antomarchi, noch Arnott was het bekend, dat kanker de maag van den lijder verteerde De lijkopening zou het aan 't licht brengen Beslist sprak het Engelsche gouver nement het in Europa loopend gerucht tegen, dat Napoleon door een lever ziekte was aangetast. De openbare mee ning zou die kv/aal aan 't kliiifat van Sint Helena hebben toegeschreven en daarom moest dit klimaat gezond zijn Maar deze, door hst „foreign office" hardnekkig volgehouden bewering, was in strijd met de werkelijkheid. Het klimaat van het in den Oceaan als verloren eiland, was hoogst ongezond. Het rapport van den chef van den ge neeskundigen dienst op Sint Helena, van Dr Baxter. e:i rapport, toen alleen oestemd yoor de oogen van sir Hudson Lowe, gewaagt van buikloop, leveraandoeningen en kwaadaardige koortsen, als onafscheidelijk aan hst verblijf aldaar verbonden. Zoowel de inboorlingen, als de manschappen der Engelsche marine-afdeeling, die de bezetting van het eiland uitmaakten, waren voor een aanzienlijk deel lijdend aan leverkwalen Daags na den dood des Keizers, den 6den Mei 1921, had de lijkopening plaats Van de vier rapporten dienaangaan de aan de Britsche regeering voorge legd, dunkt ons het belangrijkste, dat van den chirurgijn Henry, waarin deze o m. vertelt „In tegenstelling met het rustelooze, veelbewogen leven n het geweldige karakter van den afgestorvene, ver toonde het gelaat al de teekenen eener wonderbare rust. De trekken waren regelmatig en zelfs schoon te noemen Het breede voorhoofd was kalm en effen Ds opening der maag openbaarde ons de oorzaak van 's Keizer's dood met schrikwekkende zekerheid. De binnenwand verkeerde in vergevor derden staat van verkankering en het lijden van den Keizer moet, ofschoon hij weinig klachten daarover uitte ont zettend geweest zijn Aan de verschrikkelijke ziekte die kanker heet, bezweek dus de man, die jaren lang op de slagvelden van Europt zich in het strijdgewoel geworpen had en meer dan Achilles, de rossenbedwin- gende held van Homerus, onkwetsbaar scheen. Want door geen kogel, geen sabelhouw, geen granaatsplinter werd hij ooit getroffen De Heer over Leven en Dood had hem in die jaren als door een wonder ge spaard, om hetgeen hij misdeed, in een smartelijke ziekte en in al het grievende, aan een vernederende gevangenschap verbonden, maar met Hem verzoend, uit te boeten. HAMERS. i :i I f1;| I ,1» l I' I'; 1 I.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5