Tweede Blad,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VET GEHEIMZiNNIfiE BANKBILJET
WOENSDAG 11 MEI 1921
BRIEYEN UIT FRANKRIJK.
COMMISSIE van onderzoek
VOOR DE BOUWBEDRJVEN.
Het ultimatum aan Duitschland.
De crisis in de Engelsche Mijn
industrie.
De opstand in Opper-Silezië.
OUIEMOC BUITEML. BERIWTSJI
JOURNALISTIEKE MANIEREN.
Een van de vraagstukken, die ons,
katholieken van het hoogste belang
voorkomt, is de betrekking die tusschen
de verschillende landen met het Vati-
caan wordt onderhouden. Immers meer
dan van welke wereldlijke macht ook,
verwachten wij van ons hoogste kerke
lijk gezag, de oplossing van vele vraag
stukken. Daarom valt het zoozeer te
oetreuren dat dezer dagen met een
kleine meerderheid van achttien tegen
zestien stemmen, de commissie van
buitenlandsche zaken zich heeft uit
gesproken voor een verdaging van on
derzoek inzake de hervatting van de
betrekkingen met het Vaticaan. Ray
mond Poincare was voorzitter van deze
Commissie, waarin voor en tegen
standers zich over dit onderwerp heb
ben uitgesproken. Gandin de Villain
die met Lamarzille op deze bijeenkomst
had aangedrongen, verdedigde het on-
niddellijk herstel van de diplomatieke
betrekkingen met het Vaticaan.
Gaston Doumerque, die hem van ant
woord diende, pleitte voor verdaging
van het onderzoek in deze questie.
Hij bracht de dagen van Juli 1920 in
herinnering toen men eveneens het
debat hierover had uitgesteld, omdat
men stond aan den vooravond van de
belangrijke dagen te Spa.
Een tweede verdaging had plaats
gevonden in December 1920, met het
oog op de toen belangrijke tijdsom
standigheden. Hij was van meening
dat de toestand op dit oogenblik echter
nog veel kritieker is en dat meer dan
ooit het noodig is de eenheid onder het
Fransche volk te bewaren. Dit wets
ontwerp zou volgens hem opnieuw den
strijd ontketenen die zich thans gelegd
had en zoowel in het parlement als
bij het Fransche volk, zou twist over
dit ontwerp bij de behandeling ont
staan. Op deze gronden diende hij een
motie in de behandeling van het wets
ontwerp te verdagen En gelijk ik
boven reeds schreef werd met een kleine
meerderheid, een voorstander had tele
graphisch zijn afwezig-zijn bericht,
deze motie aangenomen. Zeer zeker is
bet te betreuren dat dit besluit van ver-
daging opnieuw is gevallen. Wij hadden
zoo gehoopt dat nu werkelijk eens spoe
dig
van hervatting der diplomatieke
betrekkingen met het Vaticaan sprake
£0u zijn Ver boven alle wereldlijke
gezag staat voor ons katholieken, het
kerkelijk gezag te Rome. Het Roma
locuta, causa finita geldt wel alleen
voor kerkelijke zaken, maar in hoeveel
andere opzichten zou ook het Pauselijk
woord veel ten goede kunnen doen
keeren.
Nog heerscht er verwarring over
een groot deel van de wereld en is de
eenheid tusschen de verschillende vol
ken, ondanks de volkerenbond, verre
te zoeken, maar eenheid heerscht er
wel onder allen die vol vertrouwen
opzien naar den Paus van Rome als
oppersten bestuurder van de katho
lieke Kerk over geheel de wereld.
J uist om dat vertrouwen in dien mach
tigen vredevorst hadden wij zoo graag
jezien dat ook Frankrijk reeds ten
«poedigste de betrekkingen opnieuw
tou aanknoopen, die het indertijd zoo
iroevig had verbroken. Laten wij ho-
>en dat deze verdaging er een van kor
en duur moge zijn en dat binnenkort
ïpnieuw ter sprake gebracht, een meer-
ierheid worde gevonden om het wets-
mtwerp in b"' teling te nemen.*)
Hetzichtbaa t M nen v. «godsdienst
ijver, de mee, .öespro*en katholici
teit van de daad, die men hier aller-
bespeurt, geven het volle ver
duwen deze verwachting te koesteren
Wie heeft meer recht, ja, wien is het
eer tot plicht de betrekkingen met
«ome te onderhouden dan Frankrijk,
van H» ir «o." rr!eest geliefde dochter
oq a Kathoheke Kerk
28 April 1921.
Mr. P. v. S.
Maandag werd inmiddels uit Parijs ge
meld, dat zonder aanneming van het
wetsontwerp door den Senaat af te wach
ten de regeering plan heeft Jonnart in
tijdelijke missie van zes maanden naar
Rome Ie zenden. Op gelijke wijze zou dan
eveneens voor slechts zes maanden deu
monseigneur Ceretti naar Parijs komen.
(Red.)
Dezer dagen is verschenen het eerste deel
van het verslag van de Commissie van On
derzoek naar de toestanden in het bouw
bedrijf, het vorige jaar tij
dens de groote uitsluiting in de bouwvak
ken, ingesteld door den Minister van Ar
beid.
In het thans verschenen deel worden be
handeld: bouwterrein, arbeidsvoorwaarden
en bedrijfsleiding tijdens den bouw; het
tweede deel, waarin de technisch-economi-
sche opzet van den bouw en kwesties be
treffende bouw-materialen worden behan
deld, hoopt de commissie spoedig te kun
nen laten volgen.
Bouwterrein.
Ten aanzien van het bouwterrein wordt
een overzicht gegeven van de beschikbare
hoeveelheden bouwrijpen grond, en van
de prijzen van ruwen bouwgrond, nu en
vóór den oorlog, in verschillende gemeen
ten van ons land en van de kosten van
het bouwrijp maken (ophooging, bestra
ting, rioleering, rentebijschrijving) der
terreinen onder verschillende omstandig
heden. In de conclusies van dit deel wordt
er op gewezen, dat het wenschelijk is de
onteigeningsprocedure te verkorten en den
maatstaf voor schadeloosstelling bij de ont
eigening te herzien in dien geest, dat het
mogelijk wordt te onteigenen tegen vergoe
ding van de gebruikswaarde van den grond
van den oorspronkelijken eigenaar; en dat
het verder wenschelijk is de grondkosten
per woning te drukken door meer dan tot
nu toe bij de bebouwing daarmede reke
ning te houden. De invloed van de bc-
bouwingsdichtheid op de grondkosten per
woning wordt met een paar tabellen en
een grafische voorstelling toegelicht.
Arbeidsvoorwaarden.
Het hoofdstuk arbeidsvoorwaarden be
handelt het loon en de overige op loon
herleidbare arbeidsvoorwaarden, zooals
vacanlie, ziekte-uitkeering enz. en voorts
de omstandigheden van veiligheid en
hygiëne in het bouwbedrijf.
In zake het loon worden gegevens mede
gedeeld over het loonpeil in Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag. Utrecht en enkele
andere gemeenten; de invloed van de loo-
nen van de bouwvakarbeiders op den kost
prijs van den woning wordt voor verschil
lende gevallen nagegaan en ten slotte wordt
het loon en andere arbeidsvoorwaarden
van de bouwarbeiders vergeleken met die
van andere arbeidersgroepen, zooals typo
grafen, metaalbewerkers, bakkersgezellen,
gemeentewerklieden, e.a.
Ook wordt aan de hand van Amsterdam-
sche gegevens, toegelicht met 2 grafische
voorstellingen, een vergelijking getrokken
tusschen de stijging in loon en in welstand
gedurende de jaren 1915 tot 1921 van tim
merlieden en metselaars en de bovenge
noemde andere arbeidersgroepen.
Loonen.
In de conclusie wordt er op gewezen,
dat het te vreezen staat dat, indien men de
bepalingen van het loon in het bouwbe
drijf aan het spel van vraag en aanbod
overlaat, dit in de gemeenten waar groote
woningnood heerscht, een zoodanige hoog
te zal aannemen, dat het ais een onredelijke
en antimaatschappelijke druk op andere
arbeidersgroepen, voor welke de conjuc-
tuur minder gunstig is, moet worden ge
kwalificeerd. Daarom wordt voorgesteld
de aanbestedingsprijzen van allen bouw
met overheidssteun te baseeren op be
paalde loonnormen, welke door gemengde
commissies, bestaande uit vertegenwoordi
gers van de patroons, van de arbeiders en
van de rijks- en de gemeentelijke overheid
zullen worden vastgesteld. Er wordt op
gewezen, dat de woningbouw technisch
geschikt is voor een zeer ver doorgevoerde
tarifieering (verschillende, thans of vroe
ger geldend, uitgewerkte stukloontarieven
worden als bijlage afgedrukt), zoodat men
aan de hand van deze tarieven, het loonbe
drag in de aanbestedingssom met vrij groo
te nauwkeurigheid moet kunnen bepalen.
Wat de hoogte van het loon betreft,
stelt de commissie voor, het gemiddeld uur-
inkomen (aan de tarifieering ten grondslag
te leggen) voor geschoolde, geoefende en
ongeschoolde arbeiders in gemeenten der
hoogste klassen te bepalen op f 1.15,
f 1.05 en f 1.—.
De minimum uurloonen (garantieloonen)
welke thans bedragen 94 en 87 cent, stelt
zij voor ongewijzigd te handhaven. Alleen
voor gemeenten der laagste klasse, waar
het minimum uurloon van geschoolde
bouwarbeiders thans 57 cent bedraagt,
wordt een verhooging voorgesteld tot 64
cent per uur.
Verder wordt betoogd, dat het wensche
lijk is de bouwarbeiders aanspraak te
geven op 6 vacantiedagen per jaar met be
houd van loon, waaraan een regeling wordt
vastgeknoopt om het afkoopen van arbei
ders door de patroons tegen te gaan. Ver
breking van dienstbetrekking 'door Sea ar
beider op ongeoorloofde gronden zou
namelijk het recht op vacantieuitkeering
verloren doen gaan.
Ten aanzien van de veiligheid en hygiëne
in het bouwbedrijf wordt aangedrongen op
invoering van een spetiale bouwveiligheids-
wet en enkele bijzondere voorzieningen,
o.a. wettelijk verbod van loodwit met uit
zondering voor bepaalde categorieën van
werk.
Bedrijfsleiding.
In het hoofdstuk over de bedrijfsleiding
tijdens den bouw wordt allereerst behan
deld het stelsel van aanneming. Eenige
feiten worden meegedeeld over daarbij
voorkomende misbruiken. Waarborgen
daartegen moeten gezocht worden in een
scherp berekende begrooting.
Daarom wordt de wenschelijkheid be
toogd:
te. in alle bestekken een volledig uit
getrokken materiaalstaat op te nemen;
2e. de inschrijving te doen plaats heb
ben volgens een in formulier vastgestelde
gedetailleerde begrooling, welke aan de
hand van den materialer-staat de boven
bedoelde stukloontarieven enz. door den
aanbesteder kan worden gecontroleerd.
In zake eigen beheer en overgangsvor
men tusschen eigen beheer en vrije aanbe
steding worden eenige mededeclingen ge
daan, o.a. over de gunstige werking van
het 5 pCt.-stelsel in Den Haag.
De aanbesteding van den arbeid aan
associaties van arbeiders, welke den laat-
sten tijd meer en meer in zwang komt.
wordt aan een beknopt historisch over
zicht onderworpen, waarbij wordt gewezen
op enkele principieele zwakheden, welke
dezen bedrijfsvorm aankleven. Toch heeft
zij onder de gegeven omstandigheden het
voordeel de kans om arbeidsconflicten te
verminderen.
Eigenbouw met premie.
Voorts wordt in het kort nagegaan, wel
ken invloed de eigenbouw met premie op
de toestanden in het bouwbedrijf zal uit
oefenen en aangedrongen op verlaging van
premie voor de meer luxueuse woningen
en op nadere vaststelling van de huur voor
de meer eenvoudige. Hierbij wordt o.a. ver
wezen naar de Rotterdamsche regeling
voor den premiebouw.
Aan het verslag zijn toegevoegd een groot
aantal bijlagen, nevattende de uittreksels
uit de officieele stukken, tarieven voor met
selwerk, stucadoorwerk, enz., een overzicht
van den omvang van organisaties van pa
troons en arbeiders in het bouwbedrijf,
een overzicht van de bestaande associaties
Aannemen
Minister Simons heeft Maandag de
rijksdaggroepen meegedeeld, dat het ulti
matum Woensdagnacht om liwaalf uur
afloopt. Vandaag moet mitsdien de be
slissing vallen en wordt de kabinetsvor
ming en de aanneming van het ultimatum
verwacht.
De beraadslagingen van de partijen
hebben alliums bewezen, dat eeiT meer
derheid voor aanneming van het ultima
tum is, maar tevens een uiteenvallen van
de regeeringscoali tie en een lei-ugkeer lot
de vroegere coalitie (van cenLrum, in eer
derheid.ssoein listen en demooraten) waar
schijnlijk gemaakt, daar deze groepen,
met den onafhankelijken minister voor
onderteekening zijn.
Loebe, de voorzitter van den Rijksdag,
wordt als eerste candidaat voor het rijks
kanselierschap genoemd.
De raadgevingen van Engelsche en neu
trale zijde om hel ultimatum aan te ne
men hebben de hoop verlevendigd, dat de
bezetting van het Roergebied kan worden
afgewend. De Engelsche gezant te Berlijn
moet zelfs als zijn meening te kennen
hebben gegeven dat aanvaarding der
eischen zou kunnen leiden tot intrekking
van de thans reeds opgelegde sancties.
In de besprekingen over de ontwape
ning hebben de Beiersche leiders ver
klaard, dat de ontwapening van de Beier
sche burgerwachten slechts een onderge
schikte rol zal spelen, indien het er op
aankomt, Duitschland's toekomst te ver
zekeren.
Zie verder Telegrammen Eerste Blad.
Een onverwachte stem.
De bekende groot-industrieel Robert
Friedlander schrijft in de „Vossische
Z!g.": De Entente-eischen gaan lot de
grens der toekomstige draagkracht van
het Duitsche volk. De tegenwoordige
draagkracht gaan zij zelfs ver te boven.
Niettemin zijn ze aannemelijk en te ver
vullen, onder voorwaarde dat geen voor
de productie belangrijke streken van
Duitschland worden losgescheurd of be
zet en Duitschland in tiet eeonomiscfïe
wereldverkeer sint wordt belemmerd,
maar wordit gesteund.
Na aanneming van het ultimatum zui
len de besprekingen, naar Friedlander
hoopt, uit de verhitte atmosfeer der par
lementen, in de rustige heldere atmosfeer
van zakelijke overweging komen, waar
een oplossing in het wederzijdsche belang
mogetijk is.
Na aanneming zal er een ontspanning
in de wereld komen, vooral wanneer
Duitschland het als een eereplicht be
schouwt, de aanvaarde schadevergoe-
dingsvoorwaarden na te komen.
Angst voor een „fa" in Frankrijk.
„En gesteld eens, dat de Duitschers zoo
handig zijn om onze voorwaarden aan te
nemen, wat heeft Frankrijk dan in han
den. in de plaats van een reëelen slevigen
waarborg? Een belofte van Duitschland
en wat papieren méér".
Aldus constateerde een burgemeester in
het verwoeste gebied tegenover Poincaré,
die in de „Temps" vertelt van zijn jongste
bezoek aan de verwoeste streken. „Altijd
moeten we maar geduld hebben en altijd
komt men maar weer aan met „si" en
„mais"l Reeds te Spa heeft men Duitsch
land gedreigd met de bezetting van het
Roergebied. De bevolking van het ver
woeste gebied begrijpt niet, dat men altijd
wéér Duitschland ontziet, terwijl ze zelf
geen cent te Parijs los kan krijgen. Telkens
als le gealieerden behoorden te hande
len, wordt er gepraat. Dit is niet bedoeld
tegen onze premiers zij hebben sfeeds
gedaan wat zij konden. Maar hoe vaak
zal men nog te Londen Briand een spaak
in het wiel steken?
„Thans belooft men ons theoretisch
waarborgen en controlecommissies, het
geen beteekent een eindelooze reeks moei
lijkheden met Duitschland. En welke
dwangmiddelen zullen we heben, als het
op een goeden dag weigert te betalen? Zai
dan de mobilisatie van een lichting vol
doende zijn?"
Deze stem uit vele, die Poincaré het
zelfde geluid lieten hooren, doet zien,
welke verbittering er heerscht een ver
bittering, welke ongetwijfeld zal toene
men, ais de Duitschers Donderdag „ja"
zeggen.
Waarop het inderdaad schijnt aan te
gaan.
Bemiddelingsvoorstellen.
Met betrekking tot de bemiddelingsvoor
stellen van Lord Weir, heeft Lloyd George
gisteren nog in het Lagerhuis gezegd, dat
de regeering alle voorstellen, die tot een
oplossing van een crisis zouden kunnen
leiden, gaarne tegemoet ziet. doch dat het
zaak is ze te zamen onder de oogen te
zien. Het zou verkeerd zijn een speciaal
voorstel afzonderlijk te beschouwen.
De meening der leiders.
De „Weslm. Gnz." schrijft, dat de lei
ders der vakvereenigingen in Londen alge
meen van oordeel waren dat de staking in
het mijnbedrijf ten slotte alle leden van
de triple alliantie zal moeten beinvloeden
en beslist zal verhaasten datgene, wat de
leiders wenschen te vermijden. Zij waren
omtrent den geheelen toestand zéér pessi
mistisch gezind.
Duncan Graham, parlementslid en een
der hoofdfiguren onder de mijnwerkers,
heeft in een rede te Hamilton gezegd, dat
de mijnwerkers dezen strijd zullen winnen,
ook al zou de overwinning niet in dit
jaar komen. Ierland wilde zelfbestuur
misschien krijgt het dit niet dit jaar, maar
ook deze strijd is niet hopeloos. „De re
geering", zeide hij, „wacht op het oogen
blik dat men niet langer zal kunnen vol
houden tengevolge van ontberingen, en
alleen door uitputting zullen de mijnwer
kers liet moeten opgeven. De regeering ver
wacht dat zulks het geval zal wezen over
eenige dagen, maar het zal niet gebeuren
in de eerstvolgende weken, misschien zelfs
niet in de eerstvolgende maanden. De re
geering dient te begrijpen dat de mijnwer
kers slechts na langen, bitteren strijd te
rug zullen gaan .aar de condities van '14.
Ik zal niet verbaasd zijn als de regeering
komt met een nieu\x voorstel tot schikking,
maar er zat geen kwestie zijn van schik
king voor zoover het het hoofdbestuur der
federatie betreft Als hoofdbestuur zijn wij
eensgezind en ik spreek met grooter auto
riteit en kennis van zaken dan parlements
leden. Als wij het werk hervatten zonder
te winnen datgene, waarvoor wij staken,
moeten de mijnwerkers trachten door hun
arbeid de steenkoolprijzen te regelen."
HET ANNULEEREN DER EUROPEE-
SCHE SCHULDEN.
De Amerikaansche correspondent van
de „Daily News" deelt met absolute zeker
heid mede, dat de schrapping der Europee-
schc schulden door Engeland in Amerika,
zooals door Chamberlain indertijd is voor
gesteld, door de verantwoordelijke minis
ters in Amerika als noodzakelijk wordt be
schouwd. Deze overtuiging is niet het re
sultaat van diplomatieke besprekingen,
maar van feiten, zooals deze zijn medege
deeld door bankiers, fabrikanten, boeren
en exporteurs, die een ontstellende in
krimping der markten hebben vastge
steld en verklaren, dat Amerika een hoo-
gen prijs voor zijn politieke en economi
sche afzondering betaalt.
OOSTENRIJK EN DE AANSLUITING
BIJ DUITSCHLAND.
De Oostenrijksche kanselier heeft zich
in het parlement krachtig uitgesproken te
gen de voorgenomen volksstemming over
de aansluiting bij Duitschland. Dit zou de
heele financieele hulp in gevaar brengen,
waarover de beraadslagingen 20 Mei te
Londen zullen beginnen.
Buzie in de intergeailieerde commissie.
Naar de ,3. Z. a. M." uit betrouwbare
bron verneemt, is het in de intergeailieer
de commissie te Oppeln tot een openlijke
breuk gekomen. De Italiaansche en En
gelsche leden staan vijandig tegenover de
Fransche, daar zij hun, die volkomen het
politiek overwicht hebben, verwijten, dat
zij ten aanzien van den stand van zaken
in Opper-Silezië trachten de oplossing uit
te stellen. De geschillen zijn zelfs van
zuiver persoonlijken aard geworden en
hebben tot heftige botsingen tusschen de
leden der commissie geleid. De tweede
Italiaan sche gevolmachtigde heeft zijn
ambt neergelegd en is vertrokken. Even
eens hebben twee Engelsche en een Ita-
liaansche kreits-controleur wegens onvol
doenden steun om ontheffing van hun
post verzocht.
Uit de berichten, die gisteren in den
loop van den ochtend zijn ontvangen,
kan men opmaken, dat de toestand voor
de Duitschers, met het oog op het werk
loos toezien van de intergealilieerde com
missie, van uur tot uur ernstiger wordt.
Van verschillende plaatsen wordt gemeld,
dat de Polen de grenzen overschreden
hebben. Men vreest bij Kreuzburg voor
een aanval op de spoorlijn naar Breslau,
daar deze op het oogenblik de belang
rijkste verbinding van Opper-Silezië met
Duitschland is. Om het station van
Kandrzin werd hedennacht weer gevoch
ten. De Polen kwamen met een pantser-
trein; de Duitschers werden met zware
verliezen afgeslagen en het station bezet.
Een Dui'lsch-Iladiaansche aanval is aan
den gang.
Met Pless en Rybnick bestaat geen ver
binding. Op verschillende spoorlijnen heb
ben de Polen de rails vernield. Een aan
val op Kosel werd van Poolsche zijde
met lichte artillerie ondersteund. De Ita
lianen sloegen echter den aanval af.
Maandagavond heeft de Poolsche re
geering een officie-el communiqué over
haar stand-punl gepubliceerd.
Het communiqué betoogt, da de Pool
sdhe regeering weliswaar de vrees van
de Opper-Silezische Polen voor een be
slissing, die hun niét naar den zin zou
zijn, kan begrijpen, maar oeh alle maat
regelen getroffen heeft om complicaties
te vermijden.
Daarbij wordt gezegd, dal de beslissing
omtrent het lot van Opper-Silezië zood'a
nig moet zijn. dat zij het volk geruststelt
en in overeenstemming met het vredes
verdrag en den uitslag van de volksstem
ming wordt genomen.
Zoowel in Warschau als in Posen en
Krak au worden voortdurend demonstra
ties gehouden en wordt geld ingezameld
om de opstandelingen te ondersteunen.
De oo/ijke Korfanty.
Een particulier correspondent van de
Times heeft te Sosnowice een onderhoud
gehad met Korfanty, den Poolschen dic
tator in het opstandige Opper-Silezië. De
correspondent drukte zijn verbazing er
over uit Korfanty op Poolsch gebied te
ontmoeten. Deze antwoordde, dat hij er
altleen maar even kwam eten en dat zijn
pas in orde was. De correspondent ging
hierop door en zei, dat het sluiten van
de grens een klucht was, daar hij zelf
gezien hnd, dat oorlogs- en andere be-
noodigdheden voor de oogen van Fran
sche schildwachten en Poolsche politie
agenten de grens overkwamen. „Dat kan
wel", zei Korfanty. „maar mij weigert de
regeering alles. Zij heeft mij geld en wa
pens geweigerd. Ik kan mij alleen tot het
Poolsche volk wenden. Dat «is op mijn
hand. De regeering kan het geen dag lan
ger uithouden, als zij trachten mocht het
volk te beletten mij te steunen."
EEIN ONGEWOON PROCES.
Een ongewoon proces wordt op het
oogenblik voor het hof van appèl te Tou
louse behandeld. Hel was uvui v5ór den
oorlog begonnen en bij het uitbreken der
vijandelijkheden is hot afgebroken. Hot be
treft een erfenis van ongeveer drie mil-
ld oen, door een gewezen Parijschen druk
ker, Sapène g-eheeten, nagelaten aan den
koning van Spanje. Toen de drukker dit
fortuin gemaakt had, trok hij zich terug
op het kasteel Quiquengrogne te Monhru-
bnnde-Luchon. Door zijn beschikking ten
gunste van den koning van Spanje heeft
Sapène zijn zuster, mevrouw Saoaze, ont
erfd. Doze is nu het proces begonnen,
waarbij zij tracht aam te toonen, dat haar
broeder toen hij zijn testament maakte,
gek was. Inderdaad schijnt de gewezen
drukker bij zijn leven op zijn zachtst uit
gedrukt heei zon dotting geweest te zijn.
Hij had blijkbaar wat grootheidswaanzin,
liet zich denikbecidige titels aanleunen,
riep: leve de koning! bij zijn barbier en in
het publiek en eens op een dog is hij te
paard een winket binnen gereden onder
het luide geroep van: wij zijn de rididerst
Toch heeft de rechtbank van St. Gau-
dens, tot welke mevrouw Sacaze rich eerst
had gewend, het testament geêdiig ver
klaard. ten gunste van den koning van
Spanje. De onterfde ruster is toen in be
roep gegaan bij het hof te Toulouse. Een
Parijsche advokaat verdedigt de belangen
van Aifonis XIII.
EEN CYCLOON.
Zaterdagnacht heeft boven de noord
westelijke voorstad van Huil een cycloon
gewoed, die door een soort zondvloed
werd voorafgegaan. Gaande van het wes
ten naar het noordoosten, heeft hij acht
minuten geduurd en groote schade aange
richt. Hij strekte zich uit over een hreedte
van honderd yards en blies alles, wat niet
vast lag voor zich uit Voetgangers moes
ten zich vastklemmen aan wait zij konden
vin-den om op de been te blijven: velen
worden tegen den grond geslagen. Dak
randen werden afgerukt en ais bladeren
medegevoerd. Jonge hoornen bogen tot
den grond door; oudere boomen en takken
werden eenvoudig doorgoknapt. Ruiten
werden stukgestoolen: de kamers met
modder gevuld. Ernstige persoonlijke on
gelukken kwamen niet voor.
De rechercheurs van Scotland Yard
te Lomdem hebben de hamd gelegd op een
kistje, waarin zich de asch zon bevinden
van wijlen de Duitsche socialist® Rosa
Luxemburg. Het kistje werd Zaterdag
avond bii een huiszoeking door de pol-ine
gevonden in de schrijftafel eener vrouw,
wier kamers doorzocht werd-n.''
Het vinden er van heeft veel sensatie'
verwekt en het kistje werd op verzoek van,
den minister van buitenlamidsche zaken
na-ai diens departement in Whitehall ge
bracht, om door hem te worden bekeken.
Er heerscht geheimzinnigheid omtrent de
om-standighod'en waaronder dit kistje naar
Engeland is gesmokkeld
Het Duitsche spoorweg-beheer is be
gonnen met het teruggeven aam het Bel
gische van ongeveer 40,000 wagens, die het
op het Duitsche spoorwegnet had ge
bracht.
De bekende generaal Maunerheim is
Zondag j.l. te Brussel aangekomen.
Men herinnert zich de rol door generaal
Maunerheim i-n Finland gespeeld, waar hij
als onverzoenlijk vijand der Bolsjewisten,
optrad. Hij versloeg er de Roode legers en
slaagde ct in oen dam op te werpen tus
schen Finland en de Sovjet-republiek.
Bridgeman heeft gisteren in het La
gerhuis gezegd dat 46 kolenmijnen onder-
gcloopen waren, wa-ar 14.656 uienschen
tot n-og toe werk von-den.
De Hooge Raad van Arbeid maakt ziin
advies gereed over een nieuwe ziektewet
De stukken zijn, gelijk altoos, verzonden
als vertrouwelijk en niet voor publicatie
bestemd.
„Het Volk" drukt intusschen de „Toe
lichting" in haar geheel af en van de arti
kelen datgene, wat aan de redactie liet
voornaamste schijnt.
De „Nederlander" meent, dat hierover
in 't openbaar een woordje gezegd moet
worden en zegt dan o.m. onder boven-
staanden titel:
„Vanwaar heeft het blad zijn gegevens?
Misschien druk-t het vertrouwelijk aan
anderen toegezonden stukken af.
Ons dunkt, dat wij er dan geen woord
verder aan behoeven te verspillen.
Misschien beschikt het blad langs ande
ren weg over zijn gegevens. Er is, gelijk
bekend, een vrij nauw verband tusschen
het nieuwe ontwerp, het N.V.V. en Het
Volk. Hebben de mannen van het N.V.V.
het dagblad, dat het naast hun staat, ge-
Al hare antwoorden, hare blikken en
^wegingen verkondigden zooveel ver
skind, zachtmoedigheid, harmonisch ge-
voel en beschaving, dat hij zich van mi-
nuul to| minuut meer tot haar v-oetde
aangetrokken
li.*; cn waar al le gaarne zou
ÏêL lïCfaben' wat het doel harer
hi in l'an8 Mj zich verheugen
mocht in haar nabijheid
Eindelijk maakte hij hel besluit er naar
vragen.
„Reist u nog vorder dan lot Warschau,
*iejnffrouw?"
..Ja,"
••Rechtdoor?"
„Neen."
Hij lach Ie triomfeeremlt Ondanks het
^lettergrepige van haar antwoorden
hij er nu toch van overtuigd ten
■"wiste tot Warschau van haar gezelschap
er te zijn. Zeven uren lagen nog voor
tila* en k'i maakte het besluit, van dezen
nuttig gebruik te maken. Wist hij
ln®t«ns haar naam maar! Zijn groeien-
helanostell-ing eischic voedsel, hoe ka-1
rig het hem ook mocht worden toege
meten.
Vergeefsch!
Vragen wilde hij niet en uit zich zelve
noemde zij haar naam niet.
„Daar wij gedurende zooveel uren
reisgenoolen zijn, mejuffrouw," begon hij
eindelijk, „vordert de hoffelijkheid, dat
ik mij aan u voorstel. Mijn naam is
Oriloff, ik ben kunstschilder."
Z boog sprakeloos en zwijgend hét
hoofd. Geen beantwoording der ceremo
nie; geen aanduiding dat zijn naam haar
bekend was.
Met een verdrietig gelaat leunde hij
achterover en staarde op het boschrijke
landschap. Eenige oogenblikken later
wendde hij zich eensklaps uit verveling
om. Wat was dat? Wisselde niet de
jonge dame met den vreemdeling in den
hoek een blik'? Wal moest deze blik
beteekenen? Was liet een toevallige ont
moeting dei oogen? Razende ijverzucht
ontwaakte ;n ,jen kunstenaar. Hij begon
en eenvoudig gekleeden man nauwkeu
riger op <o nemen. Neen hij moest zich
vergist hebben. Geen enkel woord wissel
den beiden met elkander gedurende den
geheelen tocht. Toen op een der eerst
volgende stations een koopman met zijn
vrouw cn zijn dochtertje in de coupé
stapte, trok de jonge dame zich eveneens
in een hoek terug en wel in dien, welke
tegenover den kunstenaar zich bevond.
Het was een gestoord genoegen. Oriloff
-had zich meer voorgesteld van de toeval
lige ontmoeting. De omstandigheden
schenen hem alleen begunstigd te hebben
om hem te ergeren. Uur na uur verstreek
de nacht begon aan te breken; de lich
ten in de coupé werden ontstoken. De
koopman met zijn familie had de coupé
weer verlaten; in het voorbijgaan nam
nog een ander heer daarin eene plaats
in, om reeds bij het eerstvolgend station
te verdwijnen. Hij bevond zich nu weer
met zijn eerste reisgenoolen alleen. Waar
om toch de vreemdeling niet uitstapte?
Waarheen zou hij willen? Had hij het
zelfde d-oe.l als het jonge meisje? Mis
schien! Warschau was immers het doel
van de meeste reizigers in den trein,
waarom zou hij niet evengoed als de an
deren daarheen reizen?
Tegen den avond werd het onderhoud
(-enigszins levendiger. He( landschap, door
de maan verlicht, leverde een tooverach-
ligen aanblik op. De kunstenaar ont
waakte in Oriloff; hij maakte haar daar
op opmerkzaam cn schilderde in gloeien
de kleuren den indruk, dien het tafereel
°P rijn gevoelige ziel maakte.
Met spanning luisterde zij naar zijne
woorden; als vnaslgeworleld hingen hare
oogen aan zijn vurige gebaren; een oogen
blik scheen het hem toe, alsof zij getrof
fen, geschokt, medegesleept was. Daar
na zonk zij i-n hare onverschilligheid te
rug. Met den invallenden nacht oefende
de lange spoorwegreis haar afmattende
werking uit. De vreemdeling siep of
scheen te slapen; de jonge dame even
eens Ook den schilder vielen onwillekeu
rig de oogen toe. Gedurende de laatste
dagen had hij slechts weinig rust geno
ten, was heden vroeg opgestaan: had
verscheidene uren achter elkander gere
den; nu hij eens had toegegeven over
mande hem de vermoeienis met on
weerstaanbare macht. Weldra vertoonde
hij alle zichtbare merkteekenen van ie
mand, die vast slaapt; in diepe ademha
ling hief of daalde zijne borst.
Een- of tweemaal schrikte hij op, als
de trein bij het eene of andere station
stop-te. Daar het evenwel Iaat op den
avond was, veroorzaakte het oponthoud
niet veel gedruisch, zoodat hij enkel de
oogleden opende om ze onmiddellijk
daarop weer te sluiten. In zulke oogen-
„na begon hij ze te onderscheiden. Nu werd
blikken herken c q zijn iekejoos en j het helderder in zijn ^cest. Zijn bewnst-
sleoh-ts als door een new p zijn b Ulaardcr tc'worden; eerst lang.
onbeweeglijk bleef zij steeds hare ptaais j
innemen.
Eensklaps richtte hij zich op; het
scheen hem alsof hij een aanraking had
gevoeld. Half de oogen openend, ontdek-
rhij dicht voor zich eene schaduw als
van een hand, tegelijkertijd drong ecn ev
genaardige geur in zij" neus. HlJ
opspringen, maar het was hem met mo
gelijk; als door een plotsel.ngen slag voel
de hij al zijn levensgeesten verdwijnen.
Een seconde lang nog sTeed hij als met
een onbekende, overweldigende macht;
daarna verfoor hij geheel en al liet be
wustzijn.
Stijf lag hij daar, bleek gelijk een doo-
de. Was hij misschien dood? Neen. want
na langen tijd keerde bewustzijn en be
weging in zijn lichaam terug. Een lichte
zucht deed zijn borst zwellen; zijn lippen
bewogen zich in krampachtige trekking.
Met moeite hief hij den linkerarm op.
Hij trachtte te weten te komen, waar hij
zich bevond. Het scheen hem. of hij in
een onmetelijk bassin zwom; alsof alle
voorwerpen hij zijne nadering terugwe
ken. Deze voorwerpen zelf zag hij door
een dichten nevel; slechts langzamerhand
zaan» vervolgens plotseling helder als een
ster. Als een losgelaten veer sprong hij
op; hij greep met de hand naar den borst
zak. Zijn overjas, waarvan hij zich duide
lijk herinnerde haar toegeknoo.pt te heli-
ben, stond open.... de brieventasch,
waarin hij zijn vermogen verborgen had,
was verdwenen en met haar hij liet
zijn oogen de coupé rondgaan met
haar de vreemdeling en zijn sdhoone reis-
genoote!
Het verpletterende feit lag duidelijk en
helder voor hemhij was beroofd ge
worden, beroofd door haart
Een lulde kreet ontvlood ziin lippen;
aan een onwiliekeurigen aandrang gehoor
zamend greep hij naar de noodrem. Dit
was ©nnoodig, want een gillend gefluit
verkondde het binnenrijden va» «en sia-
tion.
flVcrdt vervolgd)