Tweede Blad, BUITENLAND. BINNENLAND. VET GEHEIMZiNNIfiE BANKBILJET WOENSDAG 11 MEI 1921 BRIEYEN UIT FRANKRIJK. COMMISSIE van onderzoek VOOR DE BOUWBEDRJVEN. Het ultimatum aan Duitschland. De crisis in de Engelsche Mijn industrie. De opstand in Opper-Silezië. OUIEMOC BUITEML. BERIWTSJI JOURNALISTIEKE MANIEREN. Een van de vraagstukken, die ons, katholieken van het hoogste belang voorkomt, is de betrekking die tusschen de verschillende landen met het Vati- caan wordt onderhouden. Immers meer dan van welke wereldlijke macht ook, verwachten wij van ons hoogste kerke lijk gezag, de oplossing van vele vraag stukken. Daarom valt het zoozeer te oetreuren dat dezer dagen met een kleine meerderheid van achttien tegen zestien stemmen, de commissie van buitenlandsche zaken zich heeft uit gesproken voor een verdaging van on derzoek inzake de hervatting van de betrekkingen met het Vaticaan. Ray mond Poincare was voorzitter van deze Commissie, waarin voor en tegen standers zich over dit onderwerp heb ben uitgesproken. Gandin de Villain die met Lamarzille op deze bijeenkomst had aangedrongen, verdedigde het on- niddellijk herstel van de diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan. Gaston Doumerque, die hem van ant woord diende, pleitte voor verdaging van het onderzoek in deze questie. Hij bracht de dagen van Juli 1920 in herinnering toen men eveneens het debat hierover had uitgesteld, omdat men stond aan den vooravond van de belangrijke dagen te Spa. Een tweede verdaging had plaats gevonden in December 1920, met het oog op de toen belangrijke tijdsom standigheden. Hij was van meening dat de toestand op dit oogenblik echter nog veel kritieker is en dat meer dan ooit het noodig is de eenheid onder het Fransche volk te bewaren. Dit wets ontwerp zou volgens hem opnieuw den strijd ontketenen die zich thans gelegd had en zoowel in het parlement als bij het Fransche volk, zou twist over dit ontwerp bij de behandeling ont staan. Op deze gronden diende hij een motie in de behandeling van het wets ontwerp te verdagen En gelijk ik boven reeds schreef werd met een kleine meerderheid, een voorstander had tele graphisch zijn afwezig-zijn bericht, deze motie aangenomen. Zeer zeker is bet te betreuren dat dit besluit van ver- daging opnieuw is gevallen. Wij hadden zoo gehoopt dat nu werkelijk eens spoe dig van hervatting der diplomatieke betrekkingen met het Vaticaan sprake £0u zijn Ver boven alle wereldlijke gezag staat voor ons katholieken, het kerkelijk gezag te Rome. Het Roma locuta, causa finita geldt wel alleen voor kerkelijke zaken, maar in hoeveel andere opzichten zou ook het Pauselijk woord veel ten goede kunnen doen keeren. Nog heerscht er verwarring over een groot deel van de wereld en is de eenheid tusschen de verschillende vol ken, ondanks de volkerenbond, verre te zoeken, maar eenheid heerscht er wel onder allen die vol vertrouwen opzien naar den Paus van Rome als oppersten bestuurder van de katho lieke Kerk over geheel de wereld. J uist om dat vertrouwen in dien mach tigen vredevorst hadden wij zoo graag jezien dat ook Frankrijk reeds ten «poedigste de betrekkingen opnieuw tou aanknoopen, die het indertijd zoo iroevig had verbroken. Laten wij ho- >en dat deze verdaging er een van kor en duur moge zijn en dat binnenkort ïpnieuw ter sprake gebracht, een meer- ierheid worde gevonden om het wets- mtwerp in b"' teling te nemen.*) Hetzichtbaa t M nen v. «godsdienst ijver, de mee, .öespro*en katholici teit van de daad, die men hier aller- bespeurt, geven het volle ver duwen deze verwachting te koesteren Wie heeft meer recht, ja, wien is het eer tot plicht de betrekkingen met «ome te onderhouden dan Frankrijk, van H» ir «o." rr!eest geliefde dochter oq a Kathoheke Kerk 28 April 1921. Mr. P. v. S. Maandag werd inmiddels uit Parijs ge meld, dat zonder aanneming van het wetsontwerp door den Senaat af te wach ten de regeering plan heeft Jonnart in tijdelijke missie van zes maanden naar Rome Ie zenden. Op gelijke wijze zou dan eveneens voor slechts zes maanden deu monseigneur Ceretti naar Parijs komen. (Red.) Dezer dagen is verschenen het eerste deel van het verslag van de Commissie van On derzoek naar de toestanden in het bouw bedrijf, het vorige jaar tij dens de groote uitsluiting in de bouwvak ken, ingesteld door den Minister van Ar beid. In het thans verschenen deel worden be handeld: bouwterrein, arbeidsvoorwaarden en bedrijfsleiding tijdens den bouw; het tweede deel, waarin de technisch-economi- sche opzet van den bouw en kwesties be treffende bouw-materialen worden behan deld, hoopt de commissie spoedig te kun nen laten volgen. Bouwterrein. Ten aanzien van het bouwterrein wordt een overzicht gegeven van de beschikbare hoeveelheden bouwrijpen grond, en van de prijzen van ruwen bouwgrond, nu en vóór den oorlog, in verschillende gemeen ten van ons land en van de kosten van het bouwrijp maken (ophooging, bestra ting, rioleering, rentebijschrijving) der terreinen onder verschillende omstandig heden. In de conclusies van dit deel wordt er op gewezen, dat het wenschelijk is de onteigeningsprocedure te verkorten en den maatstaf voor schadeloosstelling bij de ont eigening te herzien in dien geest, dat het mogelijk wordt te onteigenen tegen vergoe ding van de gebruikswaarde van den grond van den oorspronkelijken eigenaar; en dat het verder wenschelijk is de grondkosten per woning te drukken door meer dan tot nu toe bij de bebouwing daarmede reke ning te houden. De invloed van de bc- bouwingsdichtheid op de grondkosten per woning wordt met een paar tabellen en een grafische voorstelling toegelicht. Arbeidsvoorwaarden. Het hoofdstuk arbeidsvoorwaarden be handelt het loon en de overige op loon herleidbare arbeidsvoorwaarden, zooals vacanlie, ziekte-uitkeering enz. en voorts de omstandigheden van veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf. In zake het loon worden gegevens mede gedeeld over het loonpeil in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag. Utrecht en enkele andere gemeenten; de invloed van de loo- nen van de bouwvakarbeiders op den kost prijs van den woning wordt voor verschil lende gevallen nagegaan en ten slotte wordt het loon en andere arbeidsvoorwaarden van de bouwarbeiders vergeleken met die van andere arbeidersgroepen, zooals typo grafen, metaalbewerkers, bakkersgezellen, gemeentewerklieden, e.a. Ook wordt aan de hand van Amsterdam- sche gegevens, toegelicht met 2 grafische voorstellingen, een vergelijking getrokken tusschen de stijging in loon en in welstand gedurende de jaren 1915 tot 1921 van tim merlieden en metselaars en de bovenge noemde andere arbeidersgroepen. Loonen. In de conclusie wordt er op gewezen, dat het te vreezen staat dat, indien men de bepalingen van het loon in het bouwbe drijf aan het spel van vraag en aanbod overlaat, dit in de gemeenten waar groote woningnood heerscht, een zoodanige hoog te zal aannemen, dat het ais een onredelijke en antimaatschappelijke druk op andere arbeidersgroepen, voor welke de conjuc- tuur minder gunstig is, moet worden ge kwalificeerd. Daarom wordt voorgesteld de aanbestedingsprijzen van allen bouw met overheidssteun te baseeren op be paalde loonnormen, welke door gemengde commissies, bestaande uit vertegenwoordi gers van de patroons, van de arbeiders en van de rijks- en de gemeentelijke overheid zullen worden vastgesteld. Er wordt op gewezen, dat de woningbouw technisch geschikt is voor een zeer ver doorgevoerde tarifieering (verschillende, thans of vroe ger geldend, uitgewerkte stukloontarieven worden als bijlage afgedrukt), zoodat men aan de hand van deze tarieven, het loonbe drag in de aanbestedingssom met vrij groo te nauwkeurigheid moet kunnen bepalen. Wat de hoogte van het loon betreft, stelt de commissie voor, het gemiddeld uur- inkomen (aan de tarifieering ten grondslag te leggen) voor geschoolde, geoefende en ongeschoolde arbeiders in gemeenten der hoogste klassen te bepalen op f 1.15, f 1.05 en f 1.—. De minimum uurloonen (garantieloonen) welke thans bedragen 94 en 87 cent, stelt zij voor ongewijzigd te handhaven. Alleen voor gemeenten der laagste klasse, waar het minimum uurloon van geschoolde bouwarbeiders thans 57 cent bedraagt, wordt een verhooging voorgesteld tot 64 cent per uur. Verder wordt betoogd, dat het wensche lijk is de bouwarbeiders aanspraak te geven op 6 vacantiedagen per jaar met be houd van loon, waaraan een regeling wordt vastgeknoopt om het afkoopen van arbei ders door de patroons tegen te gaan. Ver breking van dienstbetrekking 'door Sea ar beider op ongeoorloofde gronden zou namelijk het recht op vacantieuitkeering verloren doen gaan. Ten aanzien van de veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf wordt aangedrongen op invoering van een spetiale bouwveiligheids- wet en enkele bijzondere voorzieningen, o.a. wettelijk verbod van loodwit met uit zondering voor bepaalde categorieën van werk. Bedrijfsleiding. In het hoofdstuk over de bedrijfsleiding tijdens den bouw wordt allereerst behan deld het stelsel van aanneming. Eenige feiten worden meegedeeld over daarbij voorkomende misbruiken. Waarborgen daartegen moeten gezocht worden in een scherp berekende begrooting. Daarom wordt de wenschelijkheid be toogd: te. in alle bestekken een volledig uit getrokken materiaalstaat op te nemen; 2e. de inschrijving te doen plaats heb ben volgens een in formulier vastgestelde gedetailleerde begrooling, welke aan de hand van den materialer-staat de boven bedoelde stukloontarieven enz. door den aanbesteder kan worden gecontroleerd. In zake eigen beheer en overgangsvor men tusschen eigen beheer en vrije aanbe steding worden eenige mededeclingen ge daan, o.a. over de gunstige werking van het 5 pCt.-stelsel in Den Haag. De aanbesteding van den arbeid aan associaties van arbeiders, welke den laat- sten tijd meer en meer in zwang komt. wordt aan een beknopt historisch over zicht onderworpen, waarbij wordt gewezen op enkele principieele zwakheden, welke dezen bedrijfsvorm aankleven. Toch heeft zij onder de gegeven omstandigheden het voordeel de kans om arbeidsconflicten te verminderen. Eigenbouw met premie. Voorts wordt in het kort nagegaan, wel ken invloed de eigenbouw met premie op de toestanden in het bouwbedrijf zal uit oefenen en aangedrongen op verlaging van premie voor de meer luxueuse woningen en op nadere vaststelling van de huur voor de meer eenvoudige. Hierbij wordt o.a. ver wezen naar de Rotterdamsche regeling voor den premiebouw. Aan het verslag zijn toegevoegd een groot aantal bijlagen, nevattende de uittreksels uit de officieele stukken, tarieven voor met selwerk, stucadoorwerk, enz., een overzicht van den omvang van organisaties van pa troons en arbeiders in het bouwbedrijf, een overzicht van de bestaande associaties Aannemen Minister Simons heeft Maandag de rijksdaggroepen meegedeeld, dat het ulti matum Woensdagnacht om liwaalf uur afloopt. Vandaag moet mitsdien de be slissing vallen en wordt de kabinetsvor ming en de aanneming van het ultimatum verwacht. De beraadslagingen van de partijen hebben alliums bewezen, dat eeiT meer derheid voor aanneming van het ultima tum is, maar tevens een uiteenvallen van de regeeringscoali tie en een lei-ugkeer lot de vroegere coalitie (van cenLrum, in eer derheid.ssoein listen en demooraten) waar schijnlijk gemaakt, daar deze groepen, met den onafhankelijken minister voor onderteekening zijn. Loebe, de voorzitter van den Rijksdag, wordt als eerste candidaat voor het rijks kanselierschap genoemd. De raadgevingen van Engelsche en neu trale zijde om hel ultimatum aan te ne men hebben de hoop verlevendigd, dat de bezetting van het Roergebied kan worden afgewend. De Engelsche gezant te Berlijn moet zelfs als zijn meening te kennen hebben gegeven dat aanvaarding der eischen zou kunnen leiden tot intrekking van de thans reeds opgelegde sancties. In de besprekingen over de ontwape ning hebben de Beiersche leiders ver klaard, dat de ontwapening van de Beier sche burgerwachten slechts een onderge schikte rol zal spelen, indien het er op aankomt, Duitschland's toekomst te ver zekeren. Zie verder Telegrammen Eerste Blad. Een onverwachte stem. De bekende groot-industrieel Robert Friedlander schrijft in de „Vossische Z!g.": De Entente-eischen gaan lot de grens der toekomstige draagkracht van het Duitsche volk. De tegenwoordige draagkracht gaan zij zelfs ver te boven. Niettemin zijn ze aannemelijk en te ver vullen, onder voorwaarde dat geen voor de productie belangrijke streken van Duitschland worden losgescheurd of be zet en Duitschland in tiet eeonomiscfïe wereldverkeer sint wordt belemmerd, maar wordit gesteund. Na aanneming van het ultimatum zui len de besprekingen, naar Friedlander hoopt, uit de verhitte atmosfeer der par lementen, in de rustige heldere atmosfeer van zakelijke overweging komen, waar een oplossing in het wederzijdsche belang mogetijk is. Na aanneming zal er een ontspanning in de wereld komen, vooral wanneer Duitschland het als een eereplicht be schouwt, de aanvaarde schadevergoe- dingsvoorwaarden na te komen. Angst voor een „fa" in Frankrijk. „En gesteld eens, dat de Duitschers zoo handig zijn om onze voorwaarden aan te nemen, wat heeft Frankrijk dan in han den. in de plaats van een reëelen slevigen waarborg? Een belofte van Duitschland en wat papieren méér". Aldus constateerde een burgemeester in het verwoeste gebied tegenover Poincaré, die in de „Temps" vertelt van zijn jongste bezoek aan de verwoeste streken. „Altijd moeten we maar geduld hebben en altijd komt men maar weer aan met „si" en „mais"l Reeds te Spa heeft men Duitsch land gedreigd met de bezetting van het Roergebied. De bevolking van het ver woeste gebied begrijpt niet, dat men altijd wéér Duitschland ontziet, terwijl ze zelf geen cent te Parijs los kan krijgen. Telkens als le gealieerden behoorden te hande len, wordt er gepraat. Dit is niet bedoeld tegen onze premiers zij hebben sfeeds gedaan wat zij konden. Maar hoe vaak zal men nog te Londen Briand een spaak in het wiel steken? „Thans belooft men ons theoretisch waarborgen en controlecommissies, het geen beteekent een eindelooze reeks moei lijkheden met Duitschland. En welke dwangmiddelen zullen we heben, als het op een goeden dag weigert te betalen? Zai dan de mobilisatie van een lichting vol doende zijn?" Deze stem uit vele, die Poincaré het zelfde geluid lieten hooren, doet zien, welke verbittering er heerscht een ver bittering, welke ongetwijfeld zal toene men, ais de Duitschers Donderdag „ja" zeggen. Waarop het inderdaad schijnt aan te gaan. Bemiddelingsvoorstellen. Met betrekking tot de bemiddelingsvoor stellen van Lord Weir, heeft Lloyd George gisteren nog in het Lagerhuis gezegd, dat de regeering alle voorstellen, die tot een oplossing van een crisis zouden kunnen leiden, gaarne tegemoet ziet. doch dat het zaak is ze te zamen onder de oogen te zien. Het zou verkeerd zijn een speciaal voorstel afzonderlijk te beschouwen. De meening der leiders. De „Weslm. Gnz." schrijft, dat de lei ders der vakvereenigingen in Londen alge meen van oordeel waren dat de staking in het mijnbedrijf ten slotte alle leden van de triple alliantie zal moeten beinvloeden en beslist zal verhaasten datgene, wat de leiders wenschen te vermijden. Zij waren omtrent den geheelen toestand zéér pessi mistisch gezind. Duncan Graham, parlementslid en een der hoofdfiguren onder de mijnwerkers, heeft in een rede te Hamilton gezegd, dat de mijnwerkers dezen strijd zullen winnen, ook al zou de overwinning niet in dit jaar komen. Ierland wilde zelfbestuur misschien krijgt het dit niet dit jaar, maar ook deze strijd is niet hopeloos. „De re geering", zeide hij, „wacht op het oogen blik dat men niet langer zal kunnen vol houden tengevolge van ontberingen, en alleen door uitputting zullen de mijnwer kers liet moeten opgeven. De regeering ver wacht dat zulks het geval zal wezen over eenige dagen, maar het zal niet gebeuren in de eerstvolgende weken, misschien zelfs niet in de eerstvolgende maanden. De re geering dient te begrijpen dat de mijnwer kers slechts na langen, bitteren strijd te rug zullen gaan .aar de condities van '14. Ik zal niet verbaasd zijn als de regeering komt met een nieu\x voorstel tot schikking, maar er zat geen kwestie zijn van schik king voor zoover het het hoofdbestuur der federatie betreft Als hoofdbestuur zijn wij eensgezind en ik spreek met grooter auto riteit en kennis van zaken dan parlements leden. Als wij het werk hervatten zonder te winnen datgene, waarvoor wij staken, moeten de mijnwerkers trachten door hun arbeid de steenkoolprijzen te regelen." HET ANNULEEREN DER EUROPEE- SCHE SCHULDEN. De Amerikaansche correspondent van de „Daily News" deelt met absolute zeker heid mede, dat de schrapping der Europee- schc schulden door Engeland in Amerika, zooals door Chamberlain indertijd is voor gesteld, door de verantwoordelijke minis ters in Amerika als noodzakelijk wordt be schouwd. Deze overtuiging is niet het re sultaat van diplomatieke besprekingen, maar van feiten, zooals deze zijn medege deeld door bankiers, fabrikanten, boeren en exporteurs, die een ontstellende in krimping der markten hebben vastge steld en verklaren, dat Amerika een hoo- gen prijs voor zijn politieke en economi sche afzondering betaalt. OOSTENRIJK EN DE AANSLUITING BIJ DUITSCHLAND. De Oostenrijksche kanselier heeft zich in het parlement krachtig uitgesproken te gen de voorgenomen volksstemming over de aansluiting bij Duitschland. Dit zou de heele financieele hulp in gevaar brengen, waarover de beraadslagingen 20 Mei te Londen zullen beginnen. Buzie in de intergeailieerde commissie. Naar de ,3. Z. a. M." uit betrouwbare bron verneemt, is het in de intergeailieer de commissie te Oppeln tot een openlijke breuk gekomen. De Italiaansche en En gelsche leden staan vijandig tegenover de Fransche, daar zij hun, die volkomen het politiek overwicht hebben, verwijten, dat zij ten aanzien van den stand van zaken in Opper-Silezië trachten de oplossing uit te stellen. De geschillen zijn zelfs van zuiver persoonlijken aard geworden en hebben tot heftige botsingen tusschen de leden der commissie geleid. De tweede Italiaan sche gevolmachtigde heeft zijn ambt neergelegd en is vertrokken. Even eens hebben twee Engelsche en een Ita- liaansche kreits-controleur wegens onvol doenden steun om ontheffing van hun post verzocht. Uit de berichten, die gisteren in den loop van den ochtend zijn ontvangen, kan men opmaken, dat de toestand voor de Duitschers, met het oog op het werk loos toezien van de intergealilieerde com missie, van uur tot uur ernstiger wordt. Van verschillende plaatsen wordt gemeld, dat de Polen de grenzen overschreden hebben. Men vreest bij Kreuzburg voor een aanval op de spoorlijn naar Breslau, daar deze op het oogenblik de belang rijkste verbinding van Opper-Silezië met Duitschland is. Om het station van Kandrzin werd hedennacht weer gevoch ten. De Polen kwamen met een pantser- trein; de Duitschers werden met zware verliezen afgeslagen en het station bezet. Een Dui'lsch-Iladiaansche aanval is aan den gang. Met Pless en Rybnick bestaat geen ver binding. Op verschillende spoorlijnen heb ben de Polen de rails vernield. Een aan val op Kosel werd van Poolsche zijde met lichte artillerie ondersteund. De Ita lianen sloegen echter den aanval af. Maandagavond heeft de Poolsche re geering een officie-el communiqué over haar stand-punl gepubliceerd. Het communiqué betoogt, da de Pool sdhe regeering weliswaar de vrees van de Opper-Silezische Polen voor een be slissing, die hun niét naar den zin zou zijn, kan begrijpen, maar oeh alle maat regelen getroffen heeft om complicaties te vermijden. Daarbij wordt gezegd, dal de beslissing omtrent het lot van Opper-Silezië zood'a nig moet zijn. dat zij het volk geruststelt en in overeenstemming met het vredes verdrag en den uitslag van de volksstem ming wordt genomen. Zoowel in Warschau als in Posen en Krak au worden voortdurend demonstra ties gehouden en wordt geld ingezameld om de opstandelingen te ondersteunen. De oo/ijke Korfanty. Een particulier correspondent van de Times heeft te Sosnowice een onderhoud gehad met Korfanty, den Poolschen dic tator in het opstandige Opper-Silezië. De correspondent drukte zijn verbazing er over uit Korfanty op Poolsch gebied te ontmoeten. Deze antwoordde, dat hij er altleen maar even kwam eten en dat zijn pas in orde was. De correspondent ging hierop door en zei, dat het sluiten van de grens een klucht was, daar hij zelf gezien hnd, dat oorlogs- en andere be- noodigdheden voor de oogen van Fran sche schildwachten en Poolsche politie agenten de grens overkwamen. „Dat kan wel", zei Korfanty. „maar mij weigert de regeering alles. Zij heeft mij geld en wa pens geweigerd. Ik kan mij alleen tot het Poolsche volk wenden. Dat «is op mijn hand. De regeering kan het geen dag lan ger uithouden, als zij trachten mocht het volk te beletten mij te steunen." EEIN ONGEWOON PROCES. Een ongewoon proces wordt op het oogenblik voor het hof van appèl te Tou louse behandeld. Hel was uvui v5ór den oorlog begonnen en bij het uitbreken der vijandelijkheden is hot afgebroken. Hot be treft een erfenis van ongeveer drie mil- ld oen, door een gewezen Parijschen druk ker, Sapène g-eheeten, nagelaten aan den koning van Spanje. Toen de drukker dit fortuin gemaakt had, trok hij zich terug op het kasteel Quiquengrogne te Monhru- bnnde-Luchon. Door zijn beschikking ten gunste van den koning van Spanje heeft Sapène zijn zuster, mevrouw Saoaze, ont erfd. Doze is nu het proces begonnen, waarbij zij tracht aam te toonen, dat haar broeder toen hij zijn testament maakte, gek was. Inderdaad schijnt de gewezen drukker bij zijn leven op zijn zachtst uit gedrukt heei zon dotting geweest te zijn. Hij had blijkbaar wat grootheidswaanzin, liet zich denikbecidige titels aanleunen, riep: leve de koning! bij zijn barbier en in het publiek en eens op een dog is hij te paard een winket binnen gereden onder het luide geroep van: wij zijn de rididerst Toch heeft de rechtbank van St. Gau- dens, tot welke mevrouw Sacaze rich eerst had gewend, het testament geêdiig ver klaard. ten gunste van den koning van Spanje. De onterfde ruster is toen in be roep gegaan bij het hof te Toulouse. Een Parijsche advokaat verdedigt de belangen van Aifonis XIII. EEN CYCLOON. Zaterdagnacht heeft boven de noord westelijke voorstad van Huil een cycloon gewoed, die door een soort zondvloed werd voorafgegaan. Gaande van het wes ten naar het noordoosten, heeft hij acht minuten geduurd en groote schade aange richt. Hij strekte zich uit over een hreedte van honderd yards en blies alles, wat niet vast lag voor zich uit Voetgangers moes ten zich vastklemmen aan wait zij konden vin-den om op de been te blijven: velen worden tegen den grond geslagen. Dak randen werden afgerukt en ais bladeren medegevoerd. Jonge hoornen bogen tot den grond door; oudere boomen en takken werden eenvoudig doorgoknapt. Ruiten werden stukgestoolen: de kamers met modder gevuld. Ernstige persoonlijke on gelukken kwamen niet voor. De rechercheurs van Scotland Yard te Lomdem hebben de hamd gelegd op een kistje, waarin zich de asch zon bevinden van wijlen de Duitsche socialist® Rosa Luxemburg. Het kistje werd Zaterdag avond bii een huiszoeking door de pol-ine gevonden in de schrijftafel eener vrouw, wier kamers doorzocht werd-n.'' Het vinden er van heeft veel sensatie' verwekt en het kistje werd op verzoek van, den minister van buitenlamidsche zaken na-ai diens departement in Whitehall ge bracht, om door hem te worden bekeken. Er heerscht geheimzinnigheid omtrent de om-standighod'en waaronder dit kistje naar Engeland is gesmokkeld Het Duitsche spoorweg-beheer is be gonnen met het teruggeven aam het Bel gische van ongeveer 40,000 wagens, die het op het Duitsche spoorwegnet had ge bracht. De bekende generaal Maunerheim is Zondag j.l. te Brussel aangekomen. Men herinnert zich de rol door generaal Maunerheim i-n Finland gespeeld, waar hij als onverzoenlijk vijand der Bolsjewisten, optrad. Hij versloeg er de Roode legers en slaagde ct in oen dam op te werpen tus schen Finland en de Sovjet-republiek. Bridgeman heeft gisteren in het La gerhuis gezegd dat 46 kolenmijnen onder- gcloopen waren, wa-ar 14.656 uienschen tot n-og toe werk von-den. De Hooge Raad van Arbeid maakt ziin advies gereed over een nieuwe ziektewet De stukken zijn, gelijk altoos, verzonden als vertrouwelijk en niet voor publicatie bestemd. „Het Volk" drukt intusschen de „Toe lichting" in haar geheel af en van de arti kelen datgene, wat aan de redactie liet voornaamste schijnt. De „Nederlander" meent, dat hierover in 't openbaar een woordje gezegd moet worden en zegt dan o.m. onder boven- staanden titel: „Vanwaar heeft het blad zijn gegevens? Misschien druk-t het vertrouwelijk aan anderen toegezonden stukken af. Ons dunkt, dat wij er dan geen woord verder aan behoeven te verspillen. Misschien beschikt het blad langs ande ren weg over zijn gegevens. Er is, gelijk bekend, een vrij nauw verband tusschen het nieuwe ontwerp, het N.V.V. en Het Volk. Hebben de mannen van het N.V.V. het dagblad, dat het naast hun staat, ge- Al hare antwoorden, hare blikken en ^wegingen verkondigden zooveel ver skind, zachtmoedigheid, harmonisch ge- voel en beschaving, dat hij zich van mi- nuul to| minuut meer tot haar v-oetde aangetrokken li.*; cn waar al le gaarne zou ÏêL lïCfaben' wat het doel harer hi in l'an8 Mj zich verheugen mocht in haar nabijheid Eindelijk maakte hij hel besluit er naar vragen. „Reist u nog vorder dan lot Warschau, *iejnffrouw?" ..Ja," ••Rechtdoor?" „Neen." Hij lach Ie triomfeeremlt Ondanks het ^lettergrepige van haar antwoorden hij er nu toch van overtuigd ten ■"wiste tot Warschau van haar gezelschap er te zijn. Zeven uren lagen nog voor tila* en k'i maakte het besluit, van dezen nuttig gebruik te maken. Wist hij ln®t«ns haar naam maar! Zijn groeien- helanostell-ing eischic voedsel, hoe ka-1 rig het hem ook mocht worden toege meten. Vergeefsch! Vragen wilde hij niet en uit zich zelve noemde zij haar naam niet. „Daar wij gedurende zooveel uren reisgenoolen zijn, mejuffrouw," begon hij eindelijk, „vordert de hoffelijkheid, dat ik mij aan u voorstel. Mijn naam is Oriloff, ik ben kunstschilder." Z boog sprakeloos en zwijgend hét hoofd. Geen beantwoording der ceremo nie; geen aanduiding dat zijn naam haar bekend was. Met een verdrietig gelaat leunde hij achterover en staarde op het boschrijke landschap. Eenige oogenblikken later wendde hij zich eensklaps uit verveling om. Wat was dat? Wisselde niet de jonge dame met den vreemdeling in den hoek een blik'? Wal moest deze blik beteekenen? Was liet een toevallige ont moeting dei oogen? Razende ijverzucht ontwaakte ;n ,jen kunstenaar. Hij begon en eenvoudig gekleeden man nauwkeu riger op <o nemen. Neen hij moest zich vergist hebben. Geen enkel woord wissel den beiden met elkander gedurende den geheelen tocht. Toen op een der eerst volgende stations een koopman met zijn vrouw cn zijn dochtertje in de coupé stapte, trok de jonge dame zich eveneens in een hoek terug en wel in dien, welke tegenover den kunstenaar zich bevond. Het was een gestoord genoegen. Oriloff -had zich meer voorgesteld van de toeval lige ontmoeting. De omstandigheden schenen hem alleen begunstigd te hebben om hem te ergeren. Uur na uur verstreek de nacht begon aan te breken; de lich ten in de coupé werden ontstoken. De koopman met zijn familie had de coupé weer verlaten; in het voorbijgaan nam nog een ander heer daarin eene plaats in, om reeds bij het eerstvolgend station te verdwijnen. Hij bevond zich nu weer met zijn eerste reisgenoolen alleen. Waar om toch de vreemdeling niet uitstapte? Waarheen zou hij willen? Had hij het zelfde d-oe.l als het jonge meisje? Mis schien! Warschau was immers het doel van de meeste reizigers in den trein, waarom zou hij niet evengoed als de an deren daarheen reizen? Tegen den avond werd het onderhoud (-enigszins levendiger. He( landschap, door de maan verlicht, leverde een tooverach- ligen aanblik op. De kunstenaar ont waakte in Oriloff; hij maakte haar daar op opmerkzaam cn schilderde in gloeien de kleuren den indruk, dien het tafereel °P rijn gevoelige ziel maakte. Met spanning luisterde zij naar zijne woorden; als vnaslgeworleld hingen hare oogen aan zijn vurige gebaren; een oogen blik scheen het hem toe, alsof zij getrof fen, geschokt, medegesleept was. Daar na zonk zij i-n hare onverschilligheid te rug. Met den invallenden nacht oefende de lange spoorwegreis haar afmattende werking uit. De vreemdeling siep of scheen te slapen; de jonge dame even eens Ook den schilder vielen onwillekeu rig de oogen toe. Gedurende de laatste dagen had hij slechts weinig rust geno ten, was heden vroeg opgestaan: had verscheidene uren achter elkander gere den; nu hij eens had toegegeven over mande hem de vermoeienis met on weerstaanbare macht. Weldra vertoonde hij alle zichtbare merkteekenen van ie mand, die vast slaapt; in diepe ademha ling hief of daalde zijne borst. Een- of tweemaal schrikte hij op, als de trein bij het eene of andere station stop-te. Daar het evenwel Iaat op den avond was, veroorzaakte het oponthoud niet veel gedruisch, zoodat hij enkel de oogleden opende om ze onmiddellijk daarop weer te sluiten. In zulke oogen- „na begon hij ze te onderscheiden. Nu werd blikken herken c q zijn iekejoos en j het helderder in zijn ^cest. Zijn bewnst- sleoh-ts als door een new p zijn b Ulaardcr tc'worden; eerst lang. onbeweeglijk bleef zij steeds hare ptaais j innemen. Eensklaps richtte hij zich op; het scheen hem alsof hij een aanraking had gevoeld. Half de oogen openend, ontdek- rhij dicht voor zich eene schaduw als van een hand, tegelijkertijd drong ecn ev genaardige geur in zij" neus. HlJ opspringen, maar het was hem met mo gelijk; als door een plotsel.ngen slag voel de hij al zijn levensgeesten verdwijnen. Een seconde lang nog sTeed hij als met een onbekende, overweldigende macht; daarna verfoor hij geheel en al liet be wustzijn. Stijf lag hij daar, bleek gelijk een doo- de. Was hij misschien dood? Neen. want na langen tijd keerde bewustzijn en be weging in zijn lichaam terug. Een lichte zucht deed zijn borst zwellen; zijn lippen bewogen zich in krampachtige trekking. Met moeite hief hij den linkerarm op. Hij trachtte te weten te komen, waar hij zich bevond. Het scheen hem. of hij in een onmetelijk bassin zwom; alsof alle voorwerpen hij zijne nadering terugwe ken. Deze voorwerpen zelf zag hij door een dichten nevel; slechts langzamerhand zaan» vervolgens plotseling helder als een ster. Als een losgelaten veer sprong hij op; hij greep met de hand naar den borst zak. Zijn overjas, waarvan hij zich duide lijk herinnerde haar toegeknoo.pt te heli- ben, stond open.... de brieventasch, waarin hij zijn vermogen verborgen had, was verdwenen en met haar hij liet zijn oogen de coupé rondgaan met haar de vreemdeling en zijn sdhoone reis- genoote! Het verpletterende feit lag duidelijk en helder voor hemhij was beroofd ge worden, beroofd door haart Een lulde kreet ontvlood ziin lippen; aan een onwiliekeurigen aandrang gehoor zamend greep hij naar de noodrem. Dit was ©nnoodig, want een gillend gefluit verkondde het binnenrijden va» «en sia- tion. flVcrdt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5