Tweede Blad. KEllHEIMZINNIGE BMBÏÜÈT Partijbelang vóór Gemeentebelang- BUITENLAND. Parlementaire kroniek Het vroolljk hoekje. VRIJDAG 13 MEI 1921 De Poolsche opstand in Opper- Silezië. De crisis in de Engelsche mijn industrie. GEMENGDE BU1TENL. BE RICHTEN. (Wordt vervolgd.) De herziening der grondbelasting. Een splinternieuw onderwerp mag de herziening der grondbelasting niet ge noemd worden. Van 1915 af maakte die herziening het onderwerp uit van veel ge schrijf en gewrijf en bij de verkiezingen in 1918 was zij een der belangrijkste punten van meer dan één partijprogram. Voor Minister de Vries, voor den man 'die zorgen moet dat bet geld er is, werd de eerste dag der debatten over de grond belasting niet fortuinlijk ingezet. Het wa ren niets dan bezwaren en klachten, die hij te hooren kreeg. Gelijk men weet, worden door den Mi nister een tweetal belangrijke wijzigingen in de Grondbelasting voorgesteld, voor eerst het stellen van de belastbare waarde van den eigendom op de verkoopwaarde en vervolgens het vaststellen der belast bare waarde naar aangifte door den eige naar zelf, met bedreiging van boete bij geen of te lage aangifte. Beide punten werden aan een scherpe critiek onderwor pen, vooral het eerste; belasting naar ver koopwaarde. De daaruit voortvloeiende be twaren, dat dit stelsel geen rekening houdt met de draagkracht en dat in het land bouwbedrijf geëxploiteerde gronden als bouwterreinnen zullen worden belast, wer den reeds door de eerste twee sprekers, de heeren van Rappard en Oud, scherp ln het licht gesteld. De heer de Wyckerslooth legde speciaal den nadruk op den z.i. onbiltijken druk van dit ontwerp. Uitvoerig betoogde de Katho lieke afgevaardigde, dat de voorgestelde yerhooging schromelijk onbillijk zal wer ken. Zij spot z.i. met alle draagkracht en belast de armen zwaarder dan de rijken. Zoowel de heer v. Rappard als de heer de Wyckersloot voerden als bezwaar tegen het ministerieele ontwerp aan, dat de bui tengewoon hooge prijzen welke onroerende goederen nog steeds opbrengen, (prijzen, waarvan de eigenaar van een goed echter alleen voordeel trekt, indien hij realiseert, waartoe de landbouwer uitteraard niet kan overgaan, zonder zijn bedrijf te ver liezen) als grondslag voor een termijn van 13 jaar worden genomen. In het ont werp wordt n.l. voorgesteld, dat voor het tijdvak van 1 Jan. 1923 tot 31 Dec. 1935 de belastbare waarde gesteld wordt op de verkoopwaarde op 1 Jan. 1922, welke naar eigen aangifte, nader herzien door den con troleur, zal worden bepaald. Teneinde ten minste deze onbillijkheid weg te nemen, stelde de heer Van Rappard een motie voor, om jaarlijksclie, althans periodieke aangiften van den belastingplichtige, onder behoorlijke waarborgen, mogelijk te ma ken. Een der ernstigste bezwaren, welke deze spr. tenslotte tegen het ontwerp had, was, dat er geen vrijdommen voor ont ginningen, droogleggingen e.d. worden toe gestaan; hierdoor werden, zoo meende hij, oude, verworven rechten klakkeloos ge schonden. Nog verdient vermelding de bemerking van deze afgevaardigde, dat de waarde van den grond in streken van groot grondbe zit, bijv. in Groningen, geringer is dan die, waar de grond in kleine stukken verdeeld is, bijv. in Noord-Holland. Waaruit hij het besluit trok, dat de kleine boer, d.w.z. de minder draagkrachtige, betrekkelijk meer belasting zal moeten betalen, dan de groot-grondbezitter. Donderdag j.I. kreeg de Minister ook een aangenaam geluid te hooren over zijn ontwerp. Dr. Deckers namelijk zegde zijn stem er aan toe. Echter, hij betreurde het, dat de minister doof was gebleven voor de door de organisaties van belanghebbenden geuite wenschen. Een zeer belangrijke or ganisatie in dep lande ofschoon de lieer Deckers ze niet noemde, was toch voor ieder duidelijk, dat hij den Boerenbond bedoelde had een drietal verlangens ge uit, doch de Minister bleek niet tot over leg bereid. Met de opvatting van den heer De Wyckerslooth, dat dit ontwerp in strijd zou zijn met een artikel uit liet Ka tholiek Staatsprogram, hetwelk oen be hoorlijke verhouding voorschrijft tusschen de belastingen op roerend en onroerend goed, was de heer Deckers het niet eens. De heer Treub, die zich zelf de „groot vader" van het ontwerp noemde, trad in een uitvoerige theoretische verdediging er van, waarin hij den heer Oud bestreed. Deze had namelijk het beginsel der grond belasting bestreden, omdat daarben z.i. „En de iheer,was hij niet bij haair?" Een heer, die waarschijnlijk dezelfde is ais haar reisgenoot, wigdie op eenigen afstand achter haar. Of hij bij haar be hoorde is niet vastgesteld." „Beide mijne leisgenobten zijn dius te Warschau uitgestapt?" ,J>ait weet men niet. De jonge vrouw zeker. De »-»n waarschijnlijk aa,n het na- .bijzijord statten. Misschien handelden zij ook gemeensdhappf 1 Ük ,.Ik verwonder er mij alleen maar over" «ttep O ril off verslagen uit, „dat als de be- <rooviT!g vóór het verlaten vam den rem te Warschau geschiedde, men mij daar met *eed>s gevonden heeft." „Zeer verklaarbaar, de conducteur zag de dame uitstappen, hij wierp later S !rS teen blink in de coupé, om te zien of ook Boms iemand was ingestapt. Hij bemerkte n in dezelfde houding, als waarin hij u aan de vongc stations gezien had en dlachl, dat u sliep. Zooveel weet bij, dat u zich (Vervolgens alleen in de coupé bevond; de tonde heer was dos reeds verd wenen. De- geen reKemng kan gehouden worden met de draagkracht van den belastingschuldi ge. Maar „grootvader" voerde hem tege moet, dat dit standpunt, consequent moet leiden tot de verwerping van alle zakelijke belastingen, welker kenmerk het immers is, dat de maatstaf voor de heffing in de zaak zelve en niet in de subjectieve positie van den eigenaar der zaak gevonden wordt. Met name zou mr. Oud zich dan ook moe ten verzetten tegen de dividend- en tan tième-belasting, de invoerrechten en accijn zen en zelfs, tot op zekere hoogte, tegen elke successiebelasting, waarbij de rijke en de arme algemeen vaak hetzelfde suc cessierecht betalen. Daar wel niemand, ook mr. Oud niet, van oordeel is, dat deze be lastingen gemist kunnen worden, en zeker niet onder de huidige financieele omstan digheden, zal men, zoo was spr.'s conclu sie ten aanzien van dit punt, ook de grond belasting moeten accepteeren. De oud-minister bleek bij de bespreking van het wetsontwerp in zijn element te zijn. Hij hield nog niet-onbelangrijke be schouwingen over de amorlisatie der grondbelasting. De stelling, dat de grondbelasting alleen den eigenaar treft op bet oogenblik, dat ze wordt ingevoerd, noemde spr. slechts ten dcele juist. Ze geldt n.l. slechts in zoover re, als de grond zwaarder belast is dan ge middeld het roerend vermogen en daarvan is thans, naar het oordeel van mr. Treub, geen sprake meer. In verband hiermede bestreed spr. ook de berekening van den heer de Wyokerslooth, dat de zakelijke be lastingen op het onroerend vermogen die op het roerend vermogen met 14 millioen zullen overtreffen; terwijl n.l. het onroe rend vermogen van ons volk sterk is ge stegen, al is déze stijging niet meer zoo hoog als enkele jaren geleden, is het roe rend vermogen enorm gedaald, tengevolge van verliezen in Russische en Oostenrijk- sche fondsen met wel 1 'A milliard. De heer Treub meende op deze gronden te kunnen aannemen, dat roerend en onroerend ver mogen thans even zwaar gedrukt zullen worden. Noemen wij onder de verdedigers van het ontwerp nog de heeren Colijn en van Vuuren, die de goede eigenschappen er van in het licht stelden en aldus het pad effenden voor den Minister, die zijn ver dediging nog even kon aanvangen. Uit de rede van den heer van Vuuren willen we nog één punt onderstreepen, n.L de opmerking, die hij maakte ten op zichte van de boete bij te lage aangifte. De heer van Vuuren vreesde dat de boete ook zal worden toegepast, wanneer te goe der trouw een onjuiste aangifte zou worden gedaan, lietgen bij taxatie naar verkoop waarde heel gemakkelijk kan gebeuren. Hij drong er daarom bij den Minister op aan, maatregelen te nemen, dat alleen dan boete zal worden opgelegd, wanneer bij te lage aangifte kwade trouw vaststaat De stand van zaken ten opzichte van het ontwerp kan nu als volgt worden vastge steld: Mr. v. d. Laar, de christelijk-sociale man is er tegen; de communist van Rave- steyn ook; Dr. Deckers is er na amendee- ring vermoedelijk voor; de heer Treub eveneens; de stem van den socialist J. ter Laan is nog onzeker; de heeren Colijn en Van Vuuren zullen vóór stemmen, ter wijl de vrijzinnig-democratische landbouw- specialiteit Teenstra, zijn stem aan het ontwerp niet zal geven. Onze lezers en lezeressen weten, dat in de stad der dure socialistische proefne mingen, de proefneming met de gemeente- winkeks in munu facturen en schoenen, doe ril ijk mislukt is. Naast den gemeentelijken gaswinkel en het dito-lompenbedrijf, worden ze nu bij- gezel in het museum van socialistische prullaria. B. en W. der Hoofdstad zeiden in hun officieete mededeeling natuurlijk niet: liet gaat led ijk mis mot de manufacturen en schoenen, daarom doeken we die din gen ma air giaiuw op; noen, B. en VV. de den dit op de defl/ige, gebruikelijke wijze: en verklaardennu de omzet van de gcmeenltdijke winkels in schoenen en ma nufacturer» is leriiggetoopen tot oem cijfer, dut niet wijst op doorgaande bdioefte bij het publiek aan dliit middel van duurtebe- sl Tijding, meersen B. en VV. tot de geleide lijke opheffing vam deze .winkels te 'kun nen overgaan." Maar al is dliit heel dteftiig er» mooi ge zegd, zoodat de oen of andere naïeveling zou kunnen meenen, dat daar niets togen te opponeeren valt, want dat die redenee ring klopt ails oen bus, ons dunkt, dat er iets 'hoed merkwaardigs in te lezen sitaait. Van socialistische zijde wordt ailtijd zon hoeft hij niet zien uitstappen; zoo nauwkeurig heeft hij oo(k geen acht ge slagen op het uit- en instappen van. reizigers aan de klloine stations vóór Warschau." „Bn de oondluotour, rust op hom geen verdenking"' De inspecteur anitiwooirdde ontkennend. „Een der oudste ambtenaren van die ilijn, een eerlijk man, die bij zijn superieu ren hoog staat aangeschreven. Daarenbo ven wist hij vam uw brioventaisch niots." „Dat is waar," bevestigde Oriloff. „Wij koesteren evenmin als u twijfel in dlie persoom de dievegge voor ons te heb ben. Haar signalement is reeds naar allle mogelijke plaatsen en stations overge seind. Geheime politieagenten zijn aan ai- le stations geplaatst. Zij kam de stad niot langs don spooirweg verlaten, zonder ge arresteerd te worden." „En ais zij hot langs den landweg be proeft?" „Dat is te gevaarlijk. In hot uaaslhijge- Üegen diorp zou haar de arrestatie wach ten. Neen, neen, hot ecmiige uitzicht om niet ontdekt te worden of te ontkomen, biedt baar oen verborgen schuilplaats in de grpoie stad, of een overhaaste vlucht met don spoortrein Miin meaning is, dat door gefoeterd tegen lie leactiommaftne elementen, d6e de gemoeötewtakdls hot licht in do oogen niet gunnem, ze tegen werken en daardoor oorzaak zijn, dat zo ten slotte opgeheven moeten worden. En nu blijkt wel zeer duidelijk, dat die zoo gesmade reactionnaire elementen, niets met de opheffing te maken hebben. Het is de macht der feiten, die daar toe dwong. Orisisinstellingen kunnen niet werden bestendigd bij terugkeer van nor male tijden; zelfs niet waar die tijden nog niet geheel terug, maar nog op komst zijln. Vermakelijk doet het aan, dat „Het Volk" moppert tegen hot overhaast be sluit tot opheffing der winkels; vermake lijk vooral, omdat de heer De Miranda, de afgetreden socialistische wethouder, zelf aan de redactie van het dagblad voor de arbeiderspartij verklaarde, dat hij sinds lang overtuigd was van de noodzakelijk heid der opheffing. Trouwens, ze hadden voor hom altijd eentijdelijk karakter, (nu niet lachen of grinneken s.v.p,, al zegt hij dat zelf). Zóó diep was hij overtuigd^ van die noodzakelijkheid, dat hij het vorig jaar al besloten had, er twee van de drie te sluiten. Waarom dood do vroede man het dan nietP Waarom de door die winkels ge leden verliezen, dan maar laten oploopenp Verliezen, waarvoor de belastingbetalers maar moeten opdokken. Niet „Het Volk" beantwoordt deze vra gen, maar het „N.v.d.D.", dat daarover inlichtingen, niet van De Miranda, maar van zijn tijdelijken opvolger wethouder Abrahams kreeg. Uit die inlichtingen blijkt, 'dat reeds eenigen tijd geleden de directeur van het Gemeentelijk Levens- middelenbedrijf, de heer Bootlieb, bij wet houder De Miranda het voorstel indiende om twee van de drie gemeentewinkels te sluiten (des wethouders hartewensefc dus!), maar dat deze toen met op dit voorstel heeft willen ingaan, omdat.... de raadsverkiezingen aanstaande waren en hij niet wenschte, dat de opheffing van twee van de drie gemeentewinkels tegen de S. D. A. P. zou kunnen worden uitge speeld als een verkiezingstruc. Derhalve, tot nA de verkiezingen moes ten de parlijgenooten van wethouder De Mirauda in den waan blijven verkeeren, dat het met die geementewinkels als van een leien dakje ging. Waarom? Omdat bij de socialisten het belang, der partij vóór alles, dus ook voor het gemeentebelang gaat. Dit is trouwens aan allen die niet vreemd staan tegenover het socialistisch drijven en streven, bekend. Het Amsterdamsch geval met de ge- gem een te winkels levert er weer een nieuw bewijs van. Een wapenstilstand. Kor fan ty'3 „Olxsrschleiwsche Grenszei- tung" beva! een bericht oraireot een wa penstilstand, die op grond van een over- eenkomst van het „opperbevel van het leger" met de geallieerde autoriteiten ge sloten zou zijn. De „Oberschk Grcnsztg." deelt mede, dat een demarcatielijn is vast gesteld die met de z.g, „Korfanty-linie" volkomen overeenstemt, en dat voorbij deze demarcatielijn geen aanvallen door de Polen mogen worden gedaan. De op standelingen hebben zich verplicht, mei in de steden binnen te dringen, maar de neutraliteit daarvan Ie bewaren. Het' spoorwegverkeer is door de insurgenten over kleine afstanden hersteld, doch ten gevolge van de onkunde van bet door hen aangestelde personeel zijn reeds ern stige ongelukken voorgekomen. Van het station Morgenroth reden beambten van de insurgenten met twee- locomotieven de spoorlijn naar Bismarckhütte af. Ze raak ten met de locomotieven op een dood spoor, reden eén stootblok omver en stortten met beide locomotieven in een afgrond. De levensmiddelenvoorziening wordt in het door de Polen bezelte gebied eiken dag moeilijker In den kreits Kattowdz heeft een gemeente zich tot de Polen ge wend, met verzoek levensmiddelen uit Polen te zenden. Van Poolsche zijde kan aan dezen wensch slechts voor een klein gedeelte worden voldaan. Gisteravond werd uit Kattowitz, en eveneens uit Beu- then oen schietpartij aan de grens van de stad gemeld. De „Obersohl. Grensztg." publiceert een dagorder van het opperbevel van de groep Oost, waarin o.a. gezegd wordt: „Soldaten, opstandelingen, een bevel ver biedt ons den strijd voort te zetten en zij zal beproeven die pruiisiscbe of Oos- tenrijkische grenzen te bereiken en daar voor gebruik te maken van den Wedobs®'" of Woenerspoorweg. Mogelijk verschaf 1 zij ziel) een vermommingdoch °°lk daarin zou zij niet licht aan onze handen ontkomen." „Het is nauwelijks aan te nemen, dat een zoo verrukkelijk omhulsel zooweel verdorvenheid kan omsluiten," zuchtte de kunstenaar. De inspecteur lachte spottend. „Als eens een paar jaar inspecteur van politie geweest zijt, mijnheer Oriloff, verbaast ge u daarover zoozeer niet meer luidde zijn antwoord. „Overigens luidt mijn meertimg, die op langdurige ervamng steunt, aldus; Ik denk dat de misdadigster beproeven zal, hedenmiddag te één uur met den Mumiëmburger sneltrein of om streeks twee uur later met den Weener- sneltrein te ontkomen". Als zij zich bij dlie gelegenheid niet te onkenbaar gemaakt heeft, loopt zij in het net." Feodor Oriloff dacht bij zichzdlven, dat de inspecteur van politie zich wet kotn vergissen; hij paste evenwel op, den amb tenaar zijin vermoeden mede te kJeelen. Niet gei-ust erover, of bij wel ooit weer in het bezit van zijn tjeld komen zou, koerde nr dwingt ons de aangegeven linie niet te overschreden. Maar wij mogen niet ver geten, dat de strijd nog niet geëindigd is. De verraderlijke vijand bereidt zich voor óp wraak. Op uw daden wachten met on geduld uw broeders in de nog niet be vrijde districten, wien het Pruisische juk dreigt. Wij mogen niet rusten, wij moeten sterk zijn en gereed om eiken aanval van den vijand af te slaan. Als de tijd en het bevel komt, zullen wij verder Vegen den vijand optrekken tot bevrijding van de- rest van uw land". Naar uit Praag wordt gemeld, beeft in Krakau een vergadering, waaraan ver scheidene duizenden personen deelnamen, een motie aangenomen waarin aan het hoofd van den staat, Pilsoedski, wordt medegedeeld, dat die bevolking van de stad Krakau en geheel Polen met onge duld op het binnenrukken van heb Pool sche leger in Opper-Silezië wachten; zich bereid verklaart aan den strijd ter be vrijding van de broeders in Opper-Silezië deel te nemen. Tot de leden van de Pool sche zelfverdedigings-organisatiies werd het verzoek gerich zich voor het intreden in de gelederen der strijdenden gereed te houden en de bevolking werd aange spoord, den opstandelingen zooveel mo gelijk hulp te verieenen en zich ook op het brengen van bloedige offers voor te bereiden. Volgens een bericht van het Poolsche Telegraafagentschap zou de intergeaïlieer- de commissie een algemeene amnestie hebben afgekondigd voor allen, dlie aan den opstand hebben deelgenomen, onver schillig aan welken kant zij hebben ge staan. De gevangen genomen Duitschcrs worden aan de intergeallieerde commissie uitgeleverd, de gevangen genomen Polen worden naar Polen teruggezonden. De Duitsche pers wijst er op dab deze amnestie moet werken als het stellen van een premie op den opstand, en dat het toch zeker wel reeds van te voren uitge sloten zal zijn, dat men Duitschers, die er aan hebben deelgenomen, nog zou straf fen ook4 Meeningsverschil tusschen Frankrijk en Engeland. De toestand in Opper-Silezië blijft te Parijs groobe ongerustlteid wekken. Men vreest hier vooral dat het verschil van opvatting omtrent de te trekken grens nieuwe moeilijkheden met Engeland zal veroorzaken. Wij willen, schrijft Per- tinas niet gelooven aan het verhaal, dat het nieude Duitsche ministerie, als beloo ning voor zijn aanneming van heb ulti matum, zekere beloften zou hebben ge kregen betreffende de interpretatie van hel plebisciet. Maar toch is liet gewensoht onzen vrienden goed te doen begrijpen, dat de Fransche publieke opinie de toe wijzing van het Opper-Silezische indus triegebied aan een and-er land dan Polen niet zou toelaten. Frankrijk heeft 'n mid del in banden om Polen gerechtigheid te doen geschieden in bet ptebiscietijgebied. Als het noodi-g is, zal het niet aarzelen zich van dat middel te bedienen. De „Petit Journal" deelt mee, dat vol gens officieuze inlichtingen, de intergeal lieerde commissie de conclusies van de Amerikaansche deskundigen, die gunslig zijn voor het Fransche s'andpunt, beeft aanvaard en aan Polen 't industriegebied zou hebben toegeweren bot aan een grenslijn, die de lijn-Korfanly zeer nabij komt. Deze oplossing, voegt het blad er bij die genomen is in overleg mei de opstandelingen-autoriteitenwordt nog met officieel bevestigd^ maar lijkt zeer waarschijnlijk. In een rede te Londen heeft Robert Cecil over de aanvallen van „slroopende" Polen in Opper-Silezië gesproken, en be- toogd dat niels noodlottiger kan zijn voor de Europeesche vraagstukken dan het feit indien het waar is, dat de Franscheneen aanval van buiten uit op Duitschland ver gemakkelijken Men staat voor oen nieu- we poging der Polen om Euro-pa voor een voldongen feit te stellen. De houding van bepaalde Poolsche elementen sedert den wapenstilstand aangemoedigd door hooge gezaghebbers, naar Cecil vreesde was zeer ontmoedigend. Hij meende dat indien de Europeesche au toriteiten gestrenger tegen vroegere inci denten van dezen aard zouden zijn op getreden, men thans niet zou zijn opge schrikt door hetgeen zoo juist is geschied'. De Duitsche pers over de over eenkomst. Eensgezind kenmerken de bladen de overeenkomst door de intergeallieerde commissie in Opper-Silezië gesloten met bet hoofd der opstandelingen Korfanty hij naar zijn holed terug, om zich daar ge reed te 'h-ouden voor een mogelijke oproe ping. Tot zijn verbazing overviel de verwachte oproeping hem reeds te een uur, teen hij zich juist aan tafel wilde zetten. De poli- Geagenitdie hem kwam roepen, had be val ontvangen, hem ommJiddcMijk naar het WoiChisClstatiioo te vergezellen, waar men zooeven een vrouwelijk persoon (had ge arresteerd, wiier uiterlijk met de schaide- ™ng van den jongen man overeenstemde. De jonge schilder nam een huurrijtuig om -den tamelijk groobeu afstand af te leg gen. Onrustig en toch zwijgend zat bij toast den agent.-H.ij vreesde en hoopte te gelijk de arrestatie van de schuldige. Op nieuw voelde hij het ongewone kloppen in zijn hart.... hij zou gaarne zijn eigen dom terug ontvangen, doch hare bestraf fing wenischte 11 ij niet. Misschien was zij het oolk in het geheel niet, diie men gearresteerd had.Deae ge dachte stemde hem veeleer kalmer. Zij bereikten bet station, en werden dioor een op hen wachtend politie agent onmiddellijk naar het bureau van den stationschef gevoerd. Feodor ver bleekte, zoodra hij een slap in het bureau gezet had.op een steel op den aohlcr- belreffende een demarcatielijn, als een in breuk op 't vredesverdrag. Volgens de „Voss, Ztg." maken de geallieerden zich door deze handelwijze schuldig aan een actieve of passieve hulip aan den opstand, waarvan de onmiddellijke staking zoo dringend is verlangd' le Warschau door de conferentie van ambassadeurs. De „Gemiania" schrijft: Deze wapen stilstand en demarcatielijn is het werk van Lerond. De geheele houding van Le- rond' tijdens zijn Opper-Sïlezischen regee- ringstijd en ook de houding der Fran sche districtscontroleurs en der Fran sche troepen in het plebisciet-gebied wet tigt de overtuiging, dat men hier te doen heeft met een afspraak tusschen Parijs en Warschau. De „Vorwarls" legt er den nadruk op, dat de intergeallieerde commissie door het sluiten van deze overeenkomst be wust gehandeld heeft in strijd met de officieele politiek der Entente. „Wij heb ben vertrouwen in Lloyd George's belofte, dat de Poolsche boomen niet tot in den hemel groeien zullen, indien wij 't ultima tum zouden aanvaarden. Waf denkt Lloyd George nu te doen?" Een „nationaal feest". Dinsdag is in het geheele door de op standelingen bezette gebied van Opper- Silezië een groot nationaal feest gevierd ter gelegenheid van den wapenstilstaud en de overeenkomst, met de intergealli eerde commissie gesloten. De opstande lingen verbeugen zidh over het verkregen resultaat. Overal heerscht thans kalmte. Het opperbevel van de opstandelingen heeft een proclamatie uitgegeven, waarin het zegt; De geallieerde autoriteiten heb ben een voorloopige demarcatielijn vast gesteld. Laat ons gedurende de bespre kingen alle offensieve daden achterwege Ialen en blijven op de bezette posities tot het defensief. Ben officieel communiqué der opstan delingen maakt melding van de samen stelling van een uitvoerend comité, waar in zitting hehben Rymer, voor de natio nale arbeiderspartij, Joseph Bimszkiewicz voor de Poolsche socialistische partij, en Gorczyk, voor de Volkspartij. De houding van spoorweg- en transportarbeiders. De belangstelling in het conflict in de mijnindustrie concentreert zich op de be slissende vergadering te Londen op he den, Vrijdag, van de besturen van het spoorwegpersoneel en de transportarbei ders ter bespreking van 't verbod van de behandeling van uit het buitenland aan gevoerde steenkool. De wijze, waarop de ze kool thans wordt behandeld door vrij willige arbeiders, wordt n.l. een factor van groole beteekenis. De meening in politieke kringen, zegt de „Daily Chronicle", is dat een regeling niet dichterbij is gekomen, waarom het verlangen bestaat, dat de eigenaars nieu we voorstellen doen. Het blind waar schuwt de stakers echter tegen het voe ren van verderen tegenstand in verband met de stemming van het publiek. Het heet dat de houding der transport arbeiders verdeeld zal zijn, indien het be stuur een sympalhicstnking doordrijft.. Men verwacht, dat de helft hunner niet aan de opdracht tot het neerleggen van den arbeid gehoor zal geven. Ben massameeting van matrozen en stokers te Hult besloot met 'drie stemmen tegen, voort te gaan met dienstdoen op schepen, geladen met buitenlandsche steenkool. De dreigende spoorwegstaking in Schotland. De Caledonian-spoorweg heeft opnieuw twintig man ontslagen. Thans dreigt in Schotland een spoorwegstaking. Olie in plaats van kolen. Hel gebruik van olie als brandstof neemt toe. Het verluidt, dat de industrie en de openbare diensten in de toekomst niet meer geheel afhankelijk zullen zijn van het gebruik van steenkool. Honder den fabrieken richten haar ketels voor het stoken van olie in. De Londensche electrische spoor begint heden met het stoken van olie Bij de ondergrond-spoorwegen te Lon den is men in het electrisch krnchlsta- tion aan Lots Road begonnen stookolie in plaats van steenkolen te gebruiken voor het opwekken der electrische beweeg kracht voor de tremen. Ook in bet krachtstation te Neasden bij Londen is de Metropolitan Railway met kracht be gonnen om die reorganisatie in te voeren. EEN NIEUWE CONFERENTIE? Volgens een bericht uit Parijs zal er gromd zat de schoowe jongedame. Hij herkende haar dadelijkzij droeg precies diezelfde blooding alls dien vorigen dag en oolk hare gelaatstrekken waren niet het ruimst veranderd; zij droegen denzelfden stempel van lijdende zachtmoedigheid, weemoedige zelfverioochieniing. Bij zijn binnentreden richtte zij hare ooigen op bent, vol en klaar, verwijtend naar het scheen. Hij waagde het niet haren blik te beantwoorden. Bijna als een schul dige schoen hij voor haar te staanI Hare bekoorlijkheid oefemie dezelfde onweer staanbare aantrekkingskracht op hem uit ails in het eerste oogenblik. (Bn zij zou een misdadigster zijn? Todh had de inspecteur van politie mis schien gelijk. Niet alleen achter valselie kJeoren, baarden en brillen verbergen zich list en misdaad; er bestaan ook zulke vermom/miimgsmlidldelen voor karakter cn hart! De geschiedenis der menschheid kerilt voorbeelden van zulke fijne huiche larij, die zelfs de kunist van den uitste- kendislen toonoedspeler verre overtreft. En was hij, hoewei hij ats kunstenaar veel zag, wat anderen miemschen eeuwig verbor gen hlijft, over het algemeen niet een ide aliseer end, dwocpemd opmerker, gemakke lijk om den tuin 1e. leiden door een glad DE VERONTWAARDIGDE VADER. Een kleine jongen had een spijker in den band van een auto gestoken, die vodr een café stond. De chauffeur, juist op tijd komende, greep den jongen in zijn kraag en gaf hem een geducht pak slaag. Op het geschreeuw van den deugniet kwamen menschen toeloopen en in een oogenblik stond er een lieele kring. Ein delijk verscheen ook de vader van den jongen. Mot zijn ellebogen werkte hij zich naar voren, woedend schreeuwend: s „Wie slaat daar mijn jongen! Laat de kerel, die mijn kind slaat, es hier komen! De chauffeur, volle zes voet lang, met vuisten als hamers, keek op den vertoorn den vader neer en zei: „Dat deed ik." „Goed zoo, meneer. Geef hem een frisch pak slaag; dat heeft-ie dubbel en dwars verdiend. Bn als-ie thuis komt, zit er nog wat voear 'm op hoor, dat beloof ik je!" vóór dien lsten Juni een nieuwe bijeen komst van den Oppersten Raad gehouden worden, ter bespreking van de betalings wijzen en de oplossing van het Sileziscbe vraagstuk. De Vereenigde Staten en Duitischiland zuilen aan de bijeenkomst deelnemen. DE BEIERSCHE BURGERWACHTEN. Berichten uit Munohen behelzen dat de Baiersche regeering thans de noodzakelijk beid van de ontwapening der burger wachten erkent De miniiister-presidenit, die in deze dagen zijn eigen overtuiging ach terstelt bij het sta'tsbeleg, zal zorgen daI tijdig worden ontwapend. I EEN OPLICHTERS-TRUC. „Truth" maakt melding van een oplich- tingstruc, diie den laatsten tijd bij eenigo winkeliers te Richmond is toegepast. Een net gekleed man komt in een winkel en koopt iets voor oen paar stuivers, waar voor hij betaalt met een bankbiljet van een pond en daarvoor wisselgeld terug krijgt. Eenigen tijd later verschijnt in den winkel en jonge vrouw, die een kichiig- höid koopt en betaalt met een biljet van tien shillings. Zij komt kort daarna teruj en zegt dat zij betaald heeft met een biljet van een pond en niet opgemerkt had dal zij slechts van een biljet van tien shillings geld terug kreeg. Zij weet het nummer van dat een-pond biljet toevallig, omdoit zij hel juist in een brief aan een vriendin had witten verzenden. Als de winkelier in zijn geidlade wil kijken, zal hij dat biljet zeker vinden. De winkelier doet zulks en vimdl don naituuriijk het een-pons-biljet, dragende het opgegeven nummer. Hoe dat in zijn bezit zou zijn gekomen anders dan door de dame, die het nummer opgaf, kan hij niet verklaren en hij geeft dus nog een; tien shillings terug. Aan Gharüe Ohaplin, dien beroemden filmacteur, is. naar de Daily Mail u. Now-York meldt oen ongeluk overkomen, dat plaats vond bij liet filmen van een tooneeLtje uit een nieuw filmspej, de ker mis der ijdelheid geheelen, waarin Charlie, tip-top gekleed, bij het afgaan van de trap naar het voorportaal van een weelde rig ingericht hotel een bekoorlijke jonge dame ontmoet, voor wie hij zijn hoed af neemt en een diepe buiging maakt Dit loonedltje was juist aangebroken en Char lie had net een van zijn beroemde spron gen gemaakt toen hij struikelde en op een brandende aoetyleenilamp viel, welke door de regie gebruikt werd. De lamp ontplofte en de speler word oversproeid met een mengsel van brandende carbid en benzine. Juffrouw Edina Purrianoe, de bekoorlijke jonge dame, en de tooneelkneöbt hadden genoeg tegenwoordigheid van geest om dadelijk met kleedjes en dekens het vuur te dooven, maar de schrik heeft Charlie erg aangepakt en hij zal ten minste een week het bed moeten houden. De groote film komiek ligt nu te Los Angelos, van het hoofd tot de voeten in in olie gedrenk te kippen gewikkeld. De rchtbank te Weenen heeft Zater dag de zaken behandeld tegen den Framischman Rappard, dlie op 'n va lach en pas als Engélsch koerier 15 K. G. goud en 8,600,000 miljoen kronen aan Oosten- rijksch bankpapier had trachten het land uit te smokkelen en tegen het Emgelsch- Oostenrijksch gezelschap, dat voor 20,400,000 kronen bankpapier had trachten te smokkelen, van welke gevallen wij des tijds uitvoerig gewag hehben gemaakt. Rappard is veroordeeld tot 10 maanden gevangenis en uitwijzing uit Oostenrijk, de zoogenaamde journalist Victor Germain, gezicht cn zachte gebaren en bezield door het snelle en zegepralende vertrouwen dor jeugd, nog wielt door teleurstellingen beproefd? „Is dit de lame met wie u gereisd heeft? vroeg die inspecteur van politie, wlien de arrestatie te darken was de zelfde mot wien Oriloff des morgens ge sproken had en die, zonidor hot te ver moeden, vurige kolen op zijn hoofd sla peilde terwijl hij naajr de gevangene wees. „Zij is het", omitwoordde de jonge man verlegen. „Ontkent ge met dezen heer vain Gro;hvo naar Wairecha/u in dezelfde coupé gereisd te hebben?" bulderde de inspecteur hot jonge meisje toe. Haar amtwoond luidde: „Noen", en het word zoo zucht gesproken, dat het naiuwe- ilijks de ooren van dein schilder bereikte. „No, dat kunt ge ook naat," lachte de inspecteur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5