Tweede Blad.
KEllHEIMZINNIGE BMBÏÜÈT
Partijbelang vóór Gemeentebelang-
BUITENLAND.
Parlementaire kroniek
Het vroolljk hoekje.
VRIJDAG 13 MEI 1921
De Poolsche opstand in Opper-
Silezië.
De crisis in de Engelsche mijn
industrie.
GEMENGDE BU1TENL. BE
RICHTEN.
(Wordt vervolgd.)
De herziening der grondbelasting.
Een splinternieuw onderwerp mag de
herziening der grondbelasting niet ge
noemd worden. Van 1915 af maakte die
herziening het onderwerp uit van veel ge
schrijf en gewrijf en bij de verkiezingen in
1918 was zij een der belangrijkste punten
van meer dan één partijprogram.
Voor Minister de Vries, voor den man
'die zorgen moet dat bet geld er is, werd
de eerste dag der debatten over de grond
belasting niet fortuinlijk ingezet. Het wa
ren niets dan bezwaren en klachten, die hij
te hooren kreeg.
Gelijk men weet, worden door den Mi
nister een tweetal belangrijke wijzigingen
in de Grondbelasting voorgesteld, voor
eerst het stellen van de belastbare waarde
van den eigendom op de verkoopwaarde
en vervolgens het vaststellen der belast
bare waarde naar aangifte door den eige
naar zelf, met bedreiging van boete
bij geen of te lage aangifte. Beide punten
werden aan een scherpe critiek onderwor
pen, vooral het eerste; belasting naar ver
koopwaarde. De daaruit voortvloeiende be
twaren, dat dit stelsel geen rekening houdt
met de draagkracht en dat in het land
bouwbedrijf geëxploiteerde gronden als
bouwterreinnen zullen worden belast, wer
den reeds door de eerste twee sprekers,
de heeren van Rappard en Oud, scherp
ln het licht gesteld.
De heer de Wyckerslooth legde speciaal
den nadruk op den z.i. onbiltijken druk van
dit ontwerp. Uitvoerig betoogde de Katho
lieke afgevaardigde, dat de voorgestelde
yerhooging schromelijk onbillijk zal wer
ken. Zij spot z.i. met alle draagkracht en
belast de armen zwaarder dan de rijken.
Zoowel de heer v. Rappard als de heer de
Wyckersloot voerden als bezwaar tegen
het ministerieele ontwerp aan, dat de bui
tengewoon hooge prijzen welke onroerende
goederen nog steeds opbrengen, (prijzen,
waarvan de eigenaar van een goed echter
alleen voordeel trekt, indien hij realiseert,
waartoe de landbouwer uitteraard niet
kan overgaan, zonder zijn bedrijf te ver
liezen) als grondslag voor een termijn van
13 jaar worden genomen. In het ont
werp wordt n.l. voorgesteld, dat voor het
tijdvak van 1 Jan. 1923 tot 31 Dec. 1935
de belastbare waarde gesteld wordt op de
verkoopwaarde op 1 Jan. 1922, welke naar
eigen aangifte, nader herzien door den con
troleur, zal worden bepaald. Teneinde ten
minste deze onbillijkheid weg te nemen,
stelde de heer Van Rappard een motie
voor, om jaarlijksclie, althans periodieke
aangiften van den belastingplichtige, onder
behoorlijke waarborgen, mogelijk te ma
ken. Een der ernstigste bezwaren, welke
deze spr. tenslotte tegen het ontwerp had,
was, dat er geen vrijdommen voor ont
ginningen, droogleggingen e.d. worden toe
gestaan; hierdoor werden, zoo meende hij,
oude, verworven rechten klakkeloos ge
schonden.
Nog verdient vermelding de bemerking
van deze afgevaardigde, dat de waarde van
den grond in streken van groot grondbe
zit, bijv. in Groningen, geringer is dan die,
waar de grond in kleine stukken verdeeld
is, bijv. in Noord-Holland. Waaruit hij
het besluit trok, dat de kleine boer, d.w.z.
de minder draagkrachtige, betrekkelijk
meer belasting zal moeten betalen, dan de
groot-grondbezitter.
Donderdag j.I. kreeg de Minister ook
een aangenaam geluid te hooren over zijn
ontwerp.
Dr. Deckers namelijk zegde zijn stem
er aan toe. Echter, hij betreurde het, dat
de minister doof was gebleven voor de
door de organisaties van belanghebbenden
geuite wenschen. Een zeer belangrijke or
ganisatie in dep lande ofschoon de lieer
Deckers ze niet noemde, was toch voor
ieder duidelijk, dat hij den Boerenbond
bedoelde had een drietal verlangens ge
uit, doch de Minister bleek niet tot over
leg bereid. Met de opvatting van den heer
De Wyckerslooth, dat dit ontwerp in
strijd zou zijn met een artikel uit liet Ka
tholiek Staatsprogram, hetwelk oen be
hoorlijke verhouding voorschrijft tusschen
de belastingen op roerend en onroerend
goed, was de heer Deckers het niet eens.
De heer Treub, die zich zelf de „groot
vader" van het ontwerp noemde, trad in
een uitvoerige theoretische verdediging er
van, waarin hij den heer Oud bestreed.
Deze had namelijk het beginsel der grond
belasting bestreden, omdat daarben z.i.
„En de iheer,was hij niet bij haair?"
Een heer, die waarschijnlijk dezelfde
is ais haar reisgenoot, wigdie op eenigen
afstand achter haar. Of hij bij haar be
hoorde is niet vastgesteld."
„Beide mijne leisgenobten zijn dius te
Warschau uitgestapt?"
,J>ait weet men niet. De jonge vrouw
zeker. De »-»n waarschijnlijk aa,n het na-
.bijzijord statten. Misschien handelden zij
ook gemeensdhappf 1 Ük
,.Ik verwonder er mij alleen maar over"
«ttep O ril off verslagen uit, „dat als de be-
<rooviT!g vóór het verlaten vam den rem te
Warschau geschiedde, men mij daar met
*eed>s gevonden heeft."
„Zeer verklaarbaar, de conducteur zag
de dame uitstappen, hij wierp later S !rS
teen blink in de coupé, om te zien of ook
Boms iemand was ingestapt. Hij bemerkte
n in dezelfde houding, als waarin hij u aan
de vongc stations gezien had en dlachl,
dat u sliep. Zooveel weet bij, dat u zich
(Vervolgens alleen in de coupé bevond; de
tonde heer was dos reeds verd wenen. De-
geen reKemng kan gehouden worden met
de draagkracht van den belastingschuldi
ge. Maar „grootvader" voerde hem tege
moet, dat dit standpunt, consequent moet
leiden tot de verwerping van alle zakelijke
belastingen, welker kenmerk het immers is,
dat de maatstaf voor de heffing in de zaak
zelve en niet in de subjectieve positie van
den eigenaar der zaak gevonden wordt.
Met name zou mr. Oud zich dan ook moe
ten verzetten tegen de dividend- en tan
tième-belasting, de invoerrechten en accijn
zen en zelfs, tot op zekere hoogte, tegen
elke successiebelasting, waarbij de rijke
en de arme algemeen vaak hetzelfde suc
cessierecht betalen. Daar wel niemand, ook
mr. Oud niet, van oordeel is, dat deze be
lastingen gemist kunnen worden, en zeker
niet onder de huidige financieele omstan
digheden, zal men, zoo was spr.'s conclu
sie ten aanzien van dit punt, ook de grond
belasting moeten accepteeren.
De oud-minister bleek bij de bespreking
van het wetsontwerp in zijn element te
zijn. Hij hield nog niet-onbelangrijke be
schouwingen over de amorlisatie der
grondbelasting.
De stelling, dat de grondbelasting alleen
den eigenaar treft op bet oogenblik, dat ze
wordt ingevoerd, noemde spr. slechts ten
dcele juist. Ze geldt n.l. slechts in zoover
re, als de grond zwaarder belast is dan ge
middeld het roerend vermogen en daarvan
is thans, naar het oordeel van mr. Treub,
geen sprake meer. In verband hiermede
bestreed spr. ook de berekening van den
heer de Wyokerslooth, dat de zakelijke be
lastingen op het onroerend vermogen die
op het roerend vermogen met 14 millioen
zullen overtreffen; terwijl n.l. het onroe
rend vermogen van ons volk sterk is ge
stegen, al is déze stijging niet meer zoo
hoog als enkele jaren geleden, is het roe
rend vermogen enorm gedaald, tengevolge
van verliezen in Russische en Oostenrijk-
sche fondsen met wel 1 'A milliard. De heer
Treub meende op deze gronden te kunnen
aannemen, dat roerend en onroerend ver
mogen thans even zwaar gedrukt zullen
worden.
Noemen wij onder de verdedigers van
het ontwerp nog de heeren Colijn en van
Vuuren, die de goede eigenschappen er
van in het licht stelden en aldus het pad
effenden voor den Minister, die zijn ver
dediging nog even kon aanvangen.
Uit de rede van den heer van Vuuren
willen we nog één punt onderstreepen,
n.L de opmerking, die hij maakte ten op
zichte van de boete bij te lage aangifte.
De heer van Vuuren vreesde dat de boete
ook zal worden toegepast, wanneer te goe
der trouw een onjuiste aangifte zou worden
gedaan, lietgen bij taxatie naar verkoop
waarde heel gemakkelijk kan gebeuren. Hij
drong er daarom bij den Minister
op aan, maatregelen te nemen, dat
alleen dan boete zal worden opgelegd,
wanneer bij te lage aangifte kwade trouw
vaststaat
De stand van zaken ten opzichte van het
ontwerp kan nu als volgt worden vastge
steld: Mr. v. d. Laar, de christelijk-sociale
man is er tegen; de communist van Rave-
steyn ook; Dr. Deckers is er na amendee-
ring vermoedelijk voor; de heer Treub
eveneens; de stem van den socialist J. ter
Laan is nog onzeker; de heeren Colijn en
Van Vuuren zullen vóór stemmen, ter
wijl de vrijzinnig-democratische landbouw-
specialiteit Teenstra, zijn stem aan het
ontwerp niet zal geven.
Onze lezers en lezeressen weten, dat in
de stad der dure socialistische proefne
mingen, de proefneming met de gemeente-
winkeks in munu facturen en schoenen,
doe ril ijk mislukt is.
Naast den gemeentelijken gaswinkel en
het dito-lompenbedrijf, worden ze nu bij-
gezel in het museum van socialistische
prullaria.
B. en W. der Hoofdstad zeiden in hun
officieete mededeeling natuurlijk niet:
liet gaat led ijk mis mot de manufacturen
en schoenen, daarom doeken we die din
gen ma air giaiuw op; noen, B. en VV. de
den dit op de defl/ige, gebruikelijke wijze:
en verklaardennu de omzet van de
gcmeenltdijke winkels in schoenen en ma
nufacturer» is leriiggetoopen tot oem cijfer,
dut niet wijst op doorgaande bdioefte bij
het publiek aan dliit middel van duurtebe-
sl Tijding, meersen B. en VV. tot de geleide
lijke opheffing vam deze .winkels te 'kun
nen overgaan."
Maar al is dliit heel dteftiig er» mooi ge
zegd, zoodat de oen of andere naïeveling
zou kunnen meenen, dat daar niets togen
te opponeeren valt, want dat die redenee
ring klopt ails oen bus, ons dunkt, dat er
iets 'hoed merkwaardigs in te lezen sitaait.
Van socialistische zijde wordt ailtijd
zon hoeft hij niet zien uitstappen; zoo
nauwkeurig heeft hij oo(k geen acht ge
slagen op het uit- en instappen van.
reizigers aan de klloine stations vóór
Warschau."
„Bn de oondluotour, rust op hom geen
verdenking"'
De inspecteur anitiwooirdde ontkennend.
„Een der oudste ambtenaren van die
ilijn, een eerlijk man, die bij zijn superieu
ren hoog staat aangeschreven. Daarenbo
ven wist hij vam uw brioventaisch niots."
„Dat is waar," bevestigde Oriloff.
„Wij koesteren evenmin als u twijfel in
dlie persoom de dievegge voor ons te heb
ben. Haar signalement is reeds naar allle
mogelijke plaatsen en stations overge
seind. Geheime politieagenten zijn aan ai-
le stations geplaatst. Zij kam de stad niot
langs don spooirweg verlaten, zonder ge
arresteerd te worden."
„En ais zij hot langs den landweg be
proeft?"
„Dat is te gevaarlijk. In hot uaaslhijge-
Üegen diorp zou haar de arrestatie wach
ten. Neen, neen, hot ecmiige uitzicht om
niet ontdekt te worden of te ontkomen,
biedt baar oen verborgen schuilplaats in
de grpoie stad, of een overhaaste vlucht
met don spoortrein Miin meaning is, dat
door gefoeterd tegen lie leactiommaftne
elementen, d6e de gemoeötewtakdls hot
licht in do oogen niet gunnem, ze tegen
werken en daardoor oorzaak zijn, dat
zo ten slotte opgeheven moeten worden.
En nu blijkt wel zeer duidelijk, dat
die zoo gesmade reactionnaire elementen,
niets met de opheffing te maken hebben.
Het is de macht der feiten, die daar
toe dwong. Orisisinstellingen kunnen niet
werden bestendigd bij terugkeer van nor
male tijden; zelfs niet waar die tijden nog
niet geheel terug, maar nog op komst zijln.
Vermakelijk doet het aan, dat „Het
Volk" moppert tegen hot overhaast be
sluit tot opheffing der winkels; vermake
lijk vooral, omdat de heer De Miranda,
de afgetreden socialistische wethouder,
zelf aan de redactie van het dagblad voor
de arbeiderspartij verklaarde, dat hij sinds
lang overtuigd was van de noodzakelijk
heid der opheffing. Trouwens, ze hadden
voor hom altijd eentijdelijk karakter,
(nu niet lachen of grinneken s.v.p,, al
zegt hij dat zelf).
Zóó diep was hij overtuigd^ van die
noodzakelijkheid, dat hij het vorig jaar al
besloten had, er twee van de drie te
sluiten.
Waarom dood do vroede man het dan
nietP Waarom de door die winkels ge
leden verliezen, dan maar laten oploopenp
Verliezen, waarvoor de belastingbetalers
maar moeten opdokken.
Niet „Het Volk" beantwoordt deze vra
gen, maar het „N.v.d.D.", dat daarover
inlichtingen, niet van De Miranda, maar
van zijn tijdelijken opvolger wethouder
Abrahams kreeg. Uit die inlichtingen
blijkt, 'dat reeds eenigen tijd geleden de
directeur van het Gemeentelijk Levens-
middelenbedrijf, de heer Bootlieb, bij wet
houder De Miranda het voorstel indiende
om twee van de drie gemeentewinkels
te sluiten (des wethouders hartewensefc
dus!), maar dat deze toen met op dit
voorstel heeft willen ingaan, omdat.... de
raadsverkiezingen aanstaande waren en hij
niet wenschte, dat de opheffing van twee
van de drie gemeentewinkels tegen de
S. D. A. P. zou kunnen worden uitge
speeld als een verkiezingstruc.
Derhalve, tot nA de verkiezingen moes
ten de parlijgenooten van wethouder De
Mirauda in den waan blijven verkeeren,
dat het met die geementewinkels als van
een leien dakje ging.
Waarom? Omdat bij de socialisten het
belang, der partij vóór alles, dus ook
voor het gemeentebelang gaat.
Dit is trouwens aan allen die niet
vreemd staan tegenover het socialistisch
drijven en streven, bekend.
Het Amsterdamsch geval met de ge-
gem een te winkels levert er weer een nieuw
bewijs van.
Een wapenstilstand.
Kor fan ty'3 „Olxsrschleiwsche Grenszei-
tung" beva! een bericht oraireot een wa
penstilstand, die op grond van een over-
eenkomst van het „opperbevel van het
leger" met de geallieerde autoriteiten ge
sloten zou zijn. De „Oberschk Grcnsztg."
deelt mede, dat een demarcatielijn is vast
gesteld die met de z.g, „Korfanty-linie"
volkomen overeenstemt, en dat voorbij
deze demarcatielijn geen aanvallen door
de Polen mogen worden gedaan. De op
standelingen hebben zich verplicht, mei
in de steden binnen te dringen, maar de
neutraliteit daarvan Ie bewaren. Het'
spoorwegverkeer is door de insurgenten
over kleine afstanden hersteld, doch ten
gevolge van de onkunde van bet door
hen aangestelde personeel zijn reeds ern
stige ongelukken voorgekomen. Van het
station Morgenroth reden beambten van
de insurgenten met twee- locomotieven de
spoorlijn naar Bismarckhütte af. Ze raak
ten met de locomotieven op een dood
spoor, reden eén stootblok omver en
stortten met beide locomotieven in een
afgrond.
De levensmiddelenvoorziening wordt in
het door de Polen bezelte gebied eiken
dag moeilijker In den kreits Kattowdz
heeft een gemeente zich tot de Polen ge
wend, met verzoek levensmiddelen uit
Polen te zenden. Van Poolsche zijde kan
aan dezen wensch slechts voor een klein
gedeelte worden voldaan. Gisteravond
werd uit Kattowitz, en eveneens uit Beu-
then oen schietpartij aan de grens van de
stad gemeld.
De „Obersohl. Grensztg." publiceert een
dagorder van het opperbevel van de
groep Oost, waarin o.a. gezegd wordt:
„Soldaten, opstandelingen, een bevel ver
biedt ons den strijd voort te zetten en
zij zal beproeven die pruiisiscbe of Oos-
tenrijkische grenzen te bereiken en daar
voor gebruik te maken van den Wedobs®'"
of Woenerspoorweg. Mogelijk verschaf 1
zij ziel) een vermommingdoch °°lk
daarin zou zij niet licht aan onze handen
ontkomen."
„Het is nauwelijks aan te nemen, dat
een zoo verrukkelijk omhulsel zooweel
verdorvenheid kan omsluiten," zuchtte de
kunstenaar.
De inspecteur lachte spottend.
„Als eens een paar jaar inspecteur
van politie geweest zijt, mijnheer Oriloff,
verbaast ge u daarover zoozeer niet meer
luidde zijn antwoord. „Overigens luidt
mijn meertimg, die op langdurige ervamng
steunt, aldus; Ik denk dat de misdadigster
beproeven zal, hedenmiddag te één uur
met den Mumiëmburger sneltrein of om
streeks twee uur later met den Weener-
sneltrein te ontkomen". Als zij zich bij dlie
gelegenheid niet te onkenbaar gemaakt
heeft, loopt zij in het net."
Feodor Oriloff dacht bij zichzdlven, dat
de inspecteur van politie zich wet kotn
vergissen; hij paste evenwel op, den amb
tenaar zijin vermoeden mede te kJeelen.
Niet gei-ust erover, of bij wel ooit weer in
het bezit van zijn tjeld komen zou, koerde
nr
dwingt ons de aangegeven linie niet te
overschreden. Maar wij mogen niet ver
geten, dat de strijd nog niet geëindigd is.
De verraderlijke vijand bereidt zich voor
óp wraak. Op uw daden wachten met on
geduld uw broeders in de nog niet be
vrijde districten, wien het Pruisische juk
dreigt. Wij mogen niet rusten, wij moeten
sterk zijn en gereed om eiken aanval van
den vijand af te slaan. Als de tijd en het
bevel komt, zullen wij verder Vegen den
vijand optrekken tot bevrijding van de-
rest van uw land".
Naar uit Praag wordt gemeld, beeft in
Krakau een vergadering, waaraan ver
scheidene duizenden personen deelnamen,
een motie aangenomen waarin aan het
hoofd van den staat, Pilsoedski, wordt
medegedeeld, dat die bevolking van de
stad Krakau en geheel Polen met onge
duld op het binnenrukken van heb Pool
sche leger in Opper-Silezië wachten; zich
bereid verklaart aan den strijd ter be
vrijding van de broeders in Opper-Silezië
deel te nemen. Tot de leden van de Pool
sche zelfverdedigings-organisatiies werd
het verzoek gerich zich voor het intreden
in de gelederen der strijdenden gereed te
houden en de bevolking werd aange
spoord, den opstandelingen zooveel mo
gelijk hulp te verieenen en zich ook op
het brengen van bloedige offers voor te
bereiden.
Volgens een bericht van het Poolsche
Telegraafagentschap zou de intergeaïlieer-
de commissie een algemeene amnestie
hebben afgekondigd voor allen, dlie aan
den opstand hebben deelgenomen, onver
schillig aan welken kant zij hebben ge
staan. De gevangen genomen Duitschcrs
worden aan de intergeallieerde commissie
uitgeleverd, de gevangen genomen Polen
worden naar Polen teruggezonden.
De Duitsche pers wijst er op dab deze
amnestie moet werken als het stellen van
een premie op den opstand, en dat het
toch zeker wel reeds van te voren uitge
sloten zal zijn, dat men Duitschers, die er
aan hebben deelgenomen, nog zou straf
fen ook4
Meeningsverschil tusschen Frankrijk
en Engeland.
De toestand in Opper-Silezië blijft
te Parijs groobe ongerustlteid wekken.
Men vreest hier vooral dat het verschil
van opvatting omtrent de te trekken
grens nieuwe moeilijkheden met Engeland
zal veroorzaken. Wij willen, schrijft Per-
tinas niet gelooven aan het verhaal, dat
het nieude Duitsche ministerie, als beloo
ning voor zijn aanneming van heb ulti
matum, zekere beloften zou hebben ge
kregen betreffende de interpretatie van
hel plebisciet. Maar toch is liet gewensoht
onzen vrienden goed te doen begrijpen,
dat de Fransche publieke opinie de toe
wijzing van het Opper-Silezische indus
triegebied aan een and-er land dan Polen
niet zou toelaten. Frankrijk heeft 'n mid
del in banden om Polen gerechtigheid te
doen geschieden in bet ptebiscietijgebied.
Als het noodi-g is, zal het niet aarzelen
zich van dat middel te bedienen.
De „Petit Journal" deelt mee, dat vol
gens officieuze inlichtingen, de intergeal
lieerde commissie de conclusies van de
Amerikaansche deskundigen, die gunslig
zijn voor het Fransche s'andpunt, beeft
aanvaard en aan Polen 't industriegebied
zou hebben toegeweren bot aan een
grenslijn, die de lijn-Korfanly zeer nabij
komt. Deze oplossing, voegt het blad er
bij die genomen is in overleg mei de
opstandelingen-autoriteitenwordt nog
met officieel bevestigd^ maar lijkt zeer
waarschijnlijk.
In een rede te Londen heeft Robert
Cecil over de aanvallen van „slroopende"
Polen in Opper-Silezië gesproken, en be-
toogd dat niels noodlottiger kan zijn voor
de Europeesche vraagstukken dan het feit
indien het waar is, dat de Franscheneen
aanval van buiten uit op Duitschland ver
gemakkelijken Men staat voor oen nieu-
we poging der Polen om Euro-pa voor
een voldongen feit te stellen. De houding
van bepaalde Poolsche elementen sedert
den wapenstilstand aangemoedigd
door hooge gezaghebbers, naar Cecil
vreesde was zeer ontmoedigend. Hij
meende dat indien de Europeesche au
toriteiten gestrenger tegen vroegere inci
denten van dezen aard zouden zijn op
getreden, men thans niet zou zijn opge
schrikt door hetgeen zoo juist is geschied'.
De Duitsche pers over de over
eenkomst.
Eensgezind kenmerken de bladen de
overeenkomst door de intergeallieerde
commissie in Opper-Silezië gesloten met
bet hoofd der opstandelingen Korfanty
hij naar zijn holed terug, om zich daar ge
reed te 'h-ouden voor een mogelijke oproe
ping.
Tot zijn verbazing overviel de verwachte
oproeping hem reeds te een uur, teen hij
zich juist aan tafel wilde zetten. De poli-
Geagenitdie hem kwam roepen, had be
val ontvangen, hem ommJiddcMijk naar het
WoiChisClstatiioo te vergezellen, waar men
zooeven een vrouwelijk persoon (had ge
arresteerd, wiier uiterlijk met de schaide-
™ng van den jongen man overeenstemde.
De jonge schilder nam een huurrijtuig
om -den tamelijk groobeu afstand af te leg
gen. Onrustig en toch zwijgend zat bij
toast den agent.-H.ij vreesde en hoopte te
gelijk de arrestatie van de schuldige. Op
nieuw voelde hij het ongewone kloppen in
zijn hart.... hij zou gaarne zijn eigen
dom terug ontvangen, doch hare bestraf
fing wenischte 11 ij niet.
Misschien was zij het oolk in het geheel
niet, diie men gearresteerd had.Deae ge
dachte stemde hem veeleer kalmer.
Zij bereikten bet station, en werden
dioor een op hen wachtend politie
agent onmiddellijk naar het bureau van
den stationschef gevoerd. Feodor ver
bleekte, zoodra hij een slap in het bureau
gezet had.op een steel op den aohlcr-
belreffende een demarcatielijn, als een in
breuk op 't vredesverdrag. Volgens de
„Voss, Ztg." maken de geallieerden zich
door deze handelwijze schuldig aan een
actieve of passieve hulip aan den opstand,
waarvan de onmiddellijke staking zoo
dringend is verlangd' le Warschau door
de conferentie van ambassadeurs.
De „Gemiania" schrijft: Deze wapen
stilstand en demarcatielijn is het werk
van Lerond. De geheele houding van Le-
rond' tijdens zijn Opper-Sïlezischen regee-
ringstijd en ook de houding der Fran
sche districtscontroleurs en der Fran
sche troepen in het plebisciet-gebied wet
tigt de overtuiging, dat men hier te doen
heeft met een afspraak tusschen Parijs
en Warschau.
De „Vorwarls" legt er den nadruk op,
dat de intergeallieerde commissie door
het sluiten van deze overeenkomst be
wust gehandeld heeft in strijd met de
officieele politiek der Entente. „Wij heb
ben vertrouwen in Lloyd George's belofte,
dat de Poolsche boomen niet tot in den
hemel groeien zullen, indien wij 't ultima
tum zouden aanvaarden. Waf denkt Lloyd
George nu te doen?"
Een „nationaal feest".
Dinsdag is in het geheele door de op
standelingen bezette gebied van Opper-
Silezië een groot nationaal feest gevierd
ter gelegenheid van den wapenstilstaud
en de overeenkomst, met de intergealli
eerde commissie gesloten. De opstande
lingen verbeugen zidh over het verkregen
resultaat. Overal heerscht thans kalmte.
Het opperbevel van de opstandelingen
heeft een proclamatie uitgegeven, waarin
het zegt; De geallieerde autoriteiten heb
ben een voorloopige demarcatielijn vast
gesteld. Laat ons gedurende de bespre
kingen alle offensieve daden achterwege
Ialen en blijven op de bezette posities tot
het defensief.
Ben officieel communiqué der opstan
delingen maakt melding van de samen
stelling van een uitvoerend comité, waar
in zitting hehben Rymer, voor de natio
nale arbeiderspartij, Joseph Bimszkiewicz
voor de Poolsche socialistische partij, en
Gorczyk, voor de Volkspartij.
De houding van spoorweg- en
transportarbeiders.
De belangstelling in het conflict in de
mijnindustrie concentreert zich op de be
slissende vergadering te Londen op he
den, Vrijdag, van de besturen van het
spoorwegpersoneel en de transportarbei
ders ter bespreking van 't verbod van de
behandeling van uit het buitenland aan
gevoerde steenkool. De wijze, waarop de
ze kool thans wordt behandeld door vrij
willige arbeiders, wordt n.l. een factor
van groole beteekenis.
De meening in politieke kringen, zegt
de „Daily Chronicle", is dat een regeling
niet dichterbij is gekomen, waarom het
verlangen bestaat, dat de eigenaars nieu
we voorstellen doen. Het blind waar
schuwt de stakers echter tegen het voe
ren van verderen tegenstand in verband
met de stemming van het publiek.
Het heet dat de houding der transport
arbeiders verdeeld zal zijn, indien het be
stuur een sympalhicstnking doordrijft..
Men verwacht, dat de helft hunner niet
aan de opdracht tot het neerleggen van
den arbeid gehoor zal geven.
Ben massameeting van matrozen en
stokers te Hult besloot met 'drie stemmen
tegen, voort te gaan met dienstdoen op
schepen, geladen met buitenlandsche
steenkool.
De dreigende spoorwegstaking in
Schotland.
De Caledonian-spoorweg heeft opnieuw
twintig man ontslagen. Thans dreigt in
Schotland een spoorwegstaking.
Olie in plaats van kolen.
Hel gebruik van olie als brandstof
neemt toe. Het verluidt, dat de industrie
en de openbare diensten in de toekomst
niet meer geheel afhankelijk zullen zijn
van het gebruik van steenkool. Honder
den fabrieken richten haar ketels voor
het stoken van olie in. De Londensche
electrische spoor begint heden met het
stoken van olie
Bij de ondergrond-spoorwegen te Lon
den is men in het electrisch krnchlsta-
tion aan Lots Road begonnen stookolie
in plaats van steenkolen te gebruiken voor
het opwekken der electrische beweeg
kracht voor de tremen. Ook in bet
krachtstation te Neasden bij Londen is
de Metropolitan Railway met kracht be
gonnen om die reorganisatie in te voeren.
EEN NIEUWE CONFERENTIE?
Volgens een bericht uit Parijs zal er
gromd zat de schoowe jongedame. Hij
herkende haar dadelijkzij droeg precies
diezelfde blooding alls dien vorigen dag en
oolk hare gelaatstrekken waren niet het
ruimst veranderd; zij droegen denzelfden
stempel van lijdende zachtmoedigheid,
weemoedige zelfverioochieniing.
Bij zijn binnentreden richtte zij hare
ooigen op bent, vol en klaar, verwijtend
naar het scheen. Hij waagde het niet haren
blik te beantwoorden. Bijna als een schul
dige schoen hij voor haar te staanI Hare
bekoorlijkheid oefemie dezelfde onweer
staanbare aantrekkingskracht op hem uit
ails in het eerste oogenblik. (Bn zij zou een
misdadigster zijn?
Todh had de inspecteur van politie mis
schien gelijk. Niet alleen achter valselie
kJeoren, baarden en brillen verbergen zich
list en misdaad; er bestaan ook zulke
vermom/miimgsmlidldelen voor karakter cn
hart! De geschiedenis der menschheid
kerilt voorbeelden van zulke fijne huiche
larij, die zelfs de kunist van den uitste-
kendislen toonoedspeler verre overtreft. En
was hij, hoewei hij ats kunstenaar veel
zag, wat anderen miemschen eeuwig verbor
gen hlijft, over het algemeen niet een ide
aliseer end, dwocpemd opmerker, gemakke
lijk om den tuin 1e. leiden door een glad
DE VERONTWAARDIGDE VADER.
Een kleine jongen had een spijker in
den band van een auto gestoken, die vodr
een café stond. De chauffeur, juist op tijd
komende, greep den jongen in zijn kraag
en gaf hem een geducht pak slaag.
Op het geschreeuw van den deugniet
kwamen menschen toeloopen en in een
oogenblik stond er een lieele kring. Ein
delijk verscheen ook de vader van den
jongen. Mot zijn ellebogen werkte hij
zich naar voren, woedend schreeuwend: s
„Wie slaat daar mijn jongen! Laat de
kerel, die mijn kind slaat, es hier komen!
De chauffeur, volle zes voet lang, met
vuisten als hamers, keek op den vertoorn
den vader neer en zei:
„Dat deed ik."
„Goed zoo, meneer. Geef hem een frisch
pak slaag; dat heeft-ie dubbel en dwars
verdiend. Bn als-ie thuis komt, zit er nog
wat voear 'm op hoor, dat beloof ik je!"
vóór dien lsten Juni een nieuwe bijeen
komst van den Oppersten Raad gehouden
worden, ter bespreking van de betalings
wijzen en de oplossing van het Sileziscbe
vraagstuk. De Vereenigde Staten en
Duitischiland zuilen aan de bijeenkomst
deelnemen.
DE BEIERSCHE BURGERWACHTEN.
Berichten uit Munohen behelzen dat de
Baiersche regeering thans de noodzakelijk
beid van de ontwapening der burger
wachten erkent De miniiister-presidenit, die
in deze dagen zijn eigen overtuiging ach
terstelt bij het sta'tsbeleg, zal zorgen daI
tijdig worden ontwapend.
I EEN OPLICHTERS-TRUC.
„Truth" maakt melding van een oplich-
tingstruc, diie den laatsten tijd bij eenigo
winkeliers te Richmond is toegepast. Een
net gekleed man komt in een winkel en
koopt iets voor oen paar stuivers, waar
voor hij betaalt met een bankbiljet van
een pond en daarvoor wisselgeld terug
krijgt. Eenigen tijd later verschijnt in den
winkel en jonge vrouw, die een kichiig-
höid koopt en betaalt met een biljet van
tien shillings. Zij komt kort daarna teruj
en zegt dat zij betaald heeft met een biljet
van een pond en niet opgemerkt had dal
zij slechts van een biljet van tien shillings
geld terug kreeg. Zij weet het nummer van
dat een-pond biljet toevallig, omdoit zij hel
juist in een brief aan een vriendin had
witten verzenden. Als de winkelier in zijn
geidlade wil kijken, zal hij dat biljet zeker
vinden. De winkelier doet zulks en vimdl
don naituuriijk het een-pons-biljet,
dragende het opgegeven nummer. Hoe dat
in zijn bezit zou zijn gekomen anders dan
door de dame, die het nummer opgaf, kan
hij niet verklaren en hij geeft dus nog een;
tien shillings terug.
Aan Gharüe Ohaplin, dien beroemden
filmacteur, is. naar de Daily Mail u.
Now-York meldt oen ongeluk overkomen,
dat plaats vond bij liet filmen van een
tooneeLtje uit een nieuw filmspej, de ker
mis der ijdelheid geheelen, waarin Charlie,
tip-top gekleed, bij het afgaan van de
trap naar het voorportaal van een weelde
rig ingericht hotel een bekoorlijke jonge
dame ontmoet, voor wie hij zijn hoed af
neemt en een diepe buiging maakt Dit
loonedltje was juist aangebroken en Char
lie had net een van zijn beroemde spron
gen gemaakt toen hij struikelde en op een
brandende aoetyleenilamp viel, welke door
de regie gebruikt werd. De lamp ontplofte
en de speler word oversproeid met een
mengsel van brandende carbid en benzine.
Juffrouw Edina Purrianoe, de bekoorlijke
jonge dame, en de tooneelkneöbt hadden
genoeg tegenwoordigheid van geest om
dadelijk met kleedjes en dekens het vuur
te dooven, maar de schrik heeft Charlie
erg aangepakt en hij zal ten minste een
week het bed moeten houden. De groote
film komiek ligt nu te Los Angelos, van
het hoofd tot de voeten in in olie gedrenk
te kippen gewikkeld.
De rchtbank te Weenen heeft Zater
dag de zaken behandeld tegen den
Framischman Rappard, dlie op 'n va lach en
pas als Engélsch koerier 15 K. G. goud en
8,600,000 miljoen kronen aan Oosten-
rijksch bankpapier had trachten het land
uit te smokkelen en tegen het Emgelsch-
Oostenrijksch gezelschap, dat voor
20,400,000 kronen bankpapier had trachten
te smokkelen, van welke gevallen wij des
tijds uitvoerig gewag hehben gemaakt.
Rappard is veroordeeld tot 10 maanden
gevangenis en uitwijzing uit Oostenrijk, de
zoogenaamde journalist Victor Germain,
gezicht cn zachte gebaren en bezield door
het snelle en zegepralende vertrouwen
dor jeugd, nog wielt door teleurstellingen
beproefd?
„Is dit de lame met wie u gereisd
heeft? vroeg die inspecteur van politie,
wlien de arrestatie te darken was de
zelfde mot wien Oriloff des morgens ge
sproken had en die, zonidor hot te ver
moeden, vurige kolen op zijn hoofd sla
peilde terwijl hij naajr de gevangene
wees.
„Zij is het", omitwoordde de jonge man
verlegen.
„Ontkent ge met dezen heer vain Gro;hvo
naar Wairecha/u in dezelfde coupé gereisd
te hebben?" bulderde de inspecteur hot
jonge meisje toe.
Haar amtwoond luidde: „Noen", en het
word zoo zucht gesproken, dat het naiuwe-
ilijks de ooren van dein schilder bereikte.
„No, dat kunt ge ook naat," lachte de
inspecteur.