SS
«8
H. J. LAMP
SU H? iSS S K K gf
Uit den Omtrek»
BARTELJORISSTRAAT lts
428* STAATSLOTETTtf.
#2
BLOEMENDAAL.
GEMEENTERAAD.
(Vervolg).
T uinwijk- Noord.
B. en W. stellen voor het aan de Wo-
ningbouwvereen. „Tuinwijk-Noord", ge
vestigd alhier, onder eerste hypothecair
verband ter leen verstrekte bedrag ad
t 382.500 te verhoogen met 22.500 en
alzoo te brengen op ten hoogse 405.000.
Dit vo rste wordt pangehouden tot
de volgende vergadering.
Plaatsing van kermisvermakelijkheden.
B. en W. stellen voor hen te machtigen
om onder ader door e t te stellen oor
waarden, aan na te noemen personen
voor de achter hun namen vermelde
inrichting vergunning tot plaatsing op
gemeentéterrein op nader door B. en W.
aan te geven dagen niet gelijktijdig
te verleenen, t. w.
le. C. M. Vermolen, te Rotterdam,
plaatsing inrichting „Klein Zwitserland"
2e. H. L. Feij, te Be-!«"in, plaatsing
„Figuur 8-Baan"
3e. D. van der Sleen, te Utrecht,
plaatsing poffertjes- en wafelkraam
4e. J. A. de Melker, en P. Mulder, te
Rotterdam, plaatsing vliegmachine-ca-
roussel.
5e van den neer Lokker, te Haarlem,
voor een wafelbakkerij.
6e. van den heer Benno, te Haarlem,
voor moderne verm",'olijkheden en an
deren.
De neer WOLZAK wijst er op, dat
op deze wijze de kermis weer wordt in
gevoerd. Daaraan weigert spr. zijn goed
keuring. De raad moet weigeren dat te
d-en.
De heer HEERKENS TH1JSSEN
wijst er op dat als we hier die vermake
lijkheden niet toestaan, ze naar de na
burige gemeenten gaan.
In alle plaatsen van eenig belang vin
den vye ze.g Het is geen kermis,
een kermis is een cumulatie van vermake
lijkheden. Dat is dit niet.
De heer v. d. BERG wijst er op, dat
een kermis een massa-vermaak creëert
met al den aankleve van dien. Dit niet.
De heer PEPER vindt geen verschil
In deze vermaken en een eigenlijke ker
mis. Hij vindt dat de arbeider andere
vermaken moet hebben.
Het voorstel van B. en W. wordt goed
gekeurd.
Uitkeering voor wachtgeld-regelingen.
Ingekomen is een schrijven der direc
tie van de Vereenigde Koninklijke Pa
pierfabrieken der Firma Van Gelder
Zonen, om toekenning van de door het
Rijk geeischte bijdrage van 10% in de
vast te stellen wachtgeldregeling voor
de aan deze fabrieken verbonden ar
beiders, voorzoover zij in Haarlem woon
achtig zijn.
B. en W. stellen voor te basluiten aan
werkgevers, als naar hun oordeel in aan
merking komen, in de uitkeeringen van
wachtgeld aan te Haarlem woonachtige
werknemers tot wederopzeggens steun te
verleenen ten bedrage van hoogstens
10% van het uit te keeren wachtgeld,
onder naleving en op den voet van het
bepaalde bij de Algemeene Regeling door
den Minister van Arbeid vastgesteld
in zijn circulaire d. d. 11 October 1920,
doch eerst indien B. en W. voldoenden
waarborg hebben verkregen dat Rijk
en werkgevers hun geldelijke en andere
verplichtingen te dien aanzien nako
men en onder eventueele door dat Colle
ge te stellen voorwaarden.
Goedgekeurd.
Haven- c.> bruggeld.
B. en W. stellen voor het haven- en
bruggeld te verhoogen.
De heer GERRITSZ wenscht zich
aan discussie over dit voorstel te ont
trekken uit protest tegen de nota, die
gezondenis is door de Scheepvaartvereeni-
ging en waarin een loontabel voorkomt,
waarin een onzer verdienstelijke hoofd
ambtenaren wordt aangevallen.
Het voorstel van B. en W. wordt goed
gekeurd.
Zakelijke Belasting op Bedrijf.
B. en W. stellen voor over te gaan tot
heffing van een zakelijke belasting op
Bedrijf ad f 12.per employé.
De heer GERRITSZ wijst er op dat
het voorstel er op gericht is den Mid
denstand te sparen, een richting, die hier
veel gevolgd is. Deze belasting is in strijd
met een gezonden opzet van elke be
lasting omdat zij geen rekening houdt
met de draagkracht van de belasting
betalers. Een makelaar verdient mis
schien met enkele bedienden vele dui
zenden, terwijl een sigarenfabrikant
met werklieden veel last kan hebben,
het hoofd boven water te houden. Bo
vendien is het een gevaarlijke belasting
ln verband met de algemeene economi
sche toestanden en in verband met de
depressie in industrieën, die geen ver
zwaring van lasten duldt, spr. stelt voor
deze belastingvoorstellen voorloopig aan
te houden, om te zien of de crisis van
voorbijgaanden aard is of doorwerkt.
Spr. wijst op dreigend gevaar in de me
taalindustrie, v/aar de nog loopende
orders langzamerhand ailoopen.
De heer VAN LIEMT ziet in deze be-
belasting een grooje onbillijkheid, omdat
de gelden worden geheven daar waar ze
niet op de eerste plaats moeten worden ge
haald. Onbillijk is dat het samentellen
van personeel van de filialen. Het
geld wordt niet gehaald bij hen, die het
meeste verdienen, maar di personeel
hebben.
De heer BOMANS had natuurlijk op
positie verwacht van hen, die betalen
moeten. De adressen zijn een gewoon
verschijnsel. Als men u hondenbelasting
voorstelt, dan komen de bezitters van
honden in verzet. Zoo voortgaande
ziet spr. niet in dat er ééne billijke be
lasting is. Intusschen is deze belasting
wel billijk, omdat bedrijven met arbei
ders, hoezeer ook noodig en nuttig voor
de gemeente, toch ook lasten op een ge
meente opleggen, waarvoor de gemeente
wel eenige compeusatie mag vragen in
den vorm van belasting. Spr. zal niet
zeggen dat deze belasting b.v. billijker
is dan de directe belasting van het in
komen, doch waar Tweede Kamer en
Eerste Kamer, nadat aanhoudend ge
vraagd was om meer belastingbronnen
deze belasting billijk geacht hebben, ziet
spr. niet in dat déze belasting niet zou
geheven mogen worden. Bovendien
spr. neemt direct aan dat alle patroons
een behoorlijk loon betalen maar toch
Is dat loon niet zoo, kan niet zoo zijn dat
de gemeenten waarin die arbeiders wo
nen niet bij ziekte en anderzins voor de
arbeiders niet tot bijzondere uitgaven
komen. Verder bepleitte spr. dat het
billijk is bedrijven met minder dan 10
werklieden vrij te stellen. Bovendien
kan spr. niet aannemen dat op een be
drijf waarin 10 personen werken een be
drag van f 120 voor 10; van f 1200.
voor honderd arbeiders, zoo geweldig'
zal drukken.
De heer PEPER is vóór die belas
ting, omdat dit een belasting is, waardoor
van de ondernemers eens wat gehaald
kan worden, dat zij niet op de •?"brui-
kers kunnen afwentelen.
De heeren VAN LIEMT en GERRITSZ
repliceeren. De laatste begrijpt niet dat
de Haarlemsche Winkeliersvereniging
zich tegen deze belasting verklaart,
daar zij die leden niet treft. „Boaz" zag
het beter in en weigerde adhaesie, aan
het adres der Haarl. Winkeliers.
De heer POPPE is voor uitstel.
Wel is zij billijk en veel te lang hebben de
werkgevers te weinig bijgedragen voor
wat de gemeente voor de arbeiders doet.
Ook de billijkheid wordtin deze belasting
zooveel mogelijk betracht. Spr. aanvaardt
deze belasting omdat de gelden anders
uit de inkomstenbelasting moeten komen
en wij! die in Haarlem volgens he--1 rieeht
is, zal spr. er vóór stemmen.
De heer BOMANS vraagt, c... toch
niet te vergeten dat 7/8 van de belasting
zal worden opgebracht door Rijkskan
toren, bankinstellingen, enz. en zou men
die nu willen sparen? Instellingen als
de Amsterdamsche Bank lachen om
den aanslag van 1200.per jaar.Everi-
zoo een automobiel-maatschappij, die
heel veel geld verdient, waarvoor 1200
wellicht de inkomsten beteekent van
één dag. Het gaat dus niet aan te praten
over den slechten toestand van de in
dustrie. Een klein deel er van wordt van
die industrie geheven. Men vergete niet
dat, als deze 100000.of/ 150000.
niet uit de industrie is te halen, dan
moet die uit de inkomstenbelasting ko
men, die helaas, ook op de arbeiders
drukt. De S. D. A. P. zal dat toch niet
op zich willen nemen.
De heer GERRITSZ. Het is uw schuld
dat die belasting zoo is. Daar hebben wij
niets mede te maken.
De heer BOMANS Goed als er schuld
is, dan neem ik die op mij. Maar als deze
belasting nu verhaald wordt op de ar-
arbeiders, dan is dat uw schuld. De
S. D. A. P. zal dan maken dat die ton
niet-progressief van de arbeiders wordt
geheven, en de S. D. A. P. zal het aan
durven die belasting niet van de groot
industrie te halen, als Amsterdamsche
Bank, Rijkskantoren, enz, maar dat
van de arbeiders te nemen. Te zeggen
dat de economische toestand zoo slecht
is, komt hier niet te pas. Die industrie
is in Haarlem daarin maar voor een
klein deel betrokken.
Het voorstel GERRITSZ (aanhouding)
werd verworpen 1910.
Het voorstel van B. en W. werd aan
genomen met 1711 stemmen. Tegen
de heerende Zeeuw, Gerritsz, v. d.
Kamp, Roest, Keerwolf, Miezérus, mevr.
Willekes Macdonald, mevr. Maarschall-
Komin, mej. v. Vliet en Van Liemt.
De P. E. G. E. Af.
Onder meerdere adressen was o. m.
een adres van de Kamer van Koophan
del aan den Raad gericht, waarin deze
uitgenoodigd wordt, een commissie van
deskundigen in te stellen ten einde het
gemeentebestuur van voorlichting te
dienen bij de voorbereiding van de voor
waarden, waarop de Haarlemsche Cen
trale in de P. E .G. E. M. zal worden
ingebracht. Aan dit adres wordt door
de Haarlemsche Handelsvereeniging
adhaesie betuigd.
De afdeeling Haarlem van de Nedcrl.
Vereeniging van Electrotechnische werk
gevers geeft den Raad in overweging
het Gemeente Electriciteitsbedrijf als
een zelfstandig bedrijf te doen voort-
bcst^dn
De BURGEMEESTER wijst er op,
dat het vorige debat stond in het teeken
van ongewisheid en onzekerheid. Spr.
demonstreert dat uit verschillende uit
latingen van sprekers en uit de wijze
waarop de heer Bomans het voorstel
verdedigde. Spr. meent dat de Raad
niet gebonden is met het vorige raads
besluit. De Raad verbond zich tot niets
en behield zich voor om nog ader over
toetreding te beslissen bij gelegenheid dat
de inbreng zou worden behandeld.
Onder dezen indruk zullen velen hun
stem toen aan het voorstel hebben ge
geven. Alhoewel B. en W. misschien
eenigszins gebonden kunnen zijn door
gevoerde correspondentie, is de Raad
in geen enkel geval gebonden. Haarlem
riskeert het verlies van een goedkoop
werkende Centrale. Het personeel der
P. E. G. E. M. zal moeten werken met
personeel der gemeente onder heel an
dere arbeidsvoorwaarden. Ook vreest
spr. hoogere stroomprijzen, alleen de
hierom, omdat de variabele prijzen
der P. G. E. M. hooger zullen zijn
dan van Haarlem. Spr. voorziet in ver
binding met P. E. G. E. M. eindelooze
arbitrage. Amsterdam en de P. E. N.
hebben een duur bedrijf, en daarvoor zou
Haarlem in de bres moeten springen.
Spr. zette uiteen de nadeelen aan een
N. V. verbonden, met drie hoofden, ver
schillende loonen enz. Spr. is van meening
dat het niet goed is deze belangengemeen
schap aan te gaan.
De heer VAN LIEMT onderschrijft
in hoofdzaak wat de voorzitter vertelde.
Spr. kan zich voorstellen dat een belan
gengemeenschap nuttig is, maar dan op
een andere wijze. Deze P-. E. G. E. M. is
de meest ongelukkige vorm van concen
tratie genoemd. Spr. wijst op de be
langengemeenschap tusschen den Haag
en Delft, waar de bedrijven elkander
steunen. Maar de P. E. G. E. M. is dc
meest ongeschikte vorm. Het eerste be
sluit is genomen in een tijd dat gedreigd
werd met Rijks-electrificatie. Ons werd
toen een boeman voorgehouden. Deze
bestaat nu niet meer. Spr. voelt er voor
b.v. met Amsterdam of de P. E. N. over
eenkomsten aan te gaan zoodat door een
koppelleiding meer zekerheid in het be
drijf wordt verkregen. Waar de belan
gengemeenschap op zooveelerlei andere
wijze kan worden verkregen, meent spr.
dat we op de laatste plaats tot toetreding
tot de P. E. G. E. M. moeten overgaan.
De heer WOLZAK wijst er op, dat de
beslissing het vorige jaar voor den raad
een zeer moeilijke was. Men nam het be
sluit onder den invloed van de rede van
den heer Bomans. Thans is de beslissing
even moeilijk, daar in het college van
B. en W. twee stroomingen zijn.
Men spreekt in het raadsstuk geregeld
van „inbreng," doch is dit wel een in
breng Door Haarlem is aan het kapi
taal deelgenomendat is de inbreng.
Waar wij op het oogenblik aan toe zijn
is geen inbreng meer, maar een over
dracht van losse en vast goederen.
Wanneer Amsterdam nu voor een veel
grooter bedrag schuldeischer wordt van
de P. E. G. E. M. dan Haarlem, komt de
positie van Haarl em eenigszins in ge
drang. Hetzelfde geschiedt wanneer dei
maatschappij failleert.
Welke zekerheid is gesteld, dat de in
gebrachte bedragen worden terugbetaald.
Zal er winst gemaakt worden, zoo
vraagt spr. verder en hoe zal eventueel
die winst verdeeld worden
De heer Roest is van meening, dat
de gemeente wel degelijk gebonden is
aan het besluit van Mei 1919. Wekelijks
vergaderen de directeurener werden
beslissingen tot centralisatie genomen,
et wordt een turbine gekocht enz. Alles
wijst er op dat we gebonden zijn. Wat
dit betreft, stelt spr. zich op het stand
punt der meerderheid van B. en W.
Rest de vraag hoe het er mede zou staan
als we wel vrij zouden zijn. In dit ver
band wijst spr. er op, dat Haarlem,
na de totstandkoming van de P. E. G.E.
M., een turbine gekregen heeft, die onze
capaciteit vergroot. Blijven we daarmede
zitten, dan stijgen de kosten aanmerke
lijk van electriciteit voor Haarlem-
Treden we toe tot de P. E. G. E. M
dan zijn daaraan veel voordeelen ver
bonden. Bovendien zullen we geen hoo-
geren prijs betalen in verband met de
bepaling sub II van het besluit.
De heer LOOSJ ES wil eerst uitmaken
of we een commissie van onderzoek zul
len benoemen.
De heer v. d. KAMP acht het beter,
eerst uit te maken de vraag of de Raad
zich al of niet gebonden acht. Hij d'ent
een motie in.
De heer GERRITSZ maakt de opmer
king, dat de Kamer van Koophandel
alleen aangaande de voorwaarden van in
breng door een commissie van deskun
digen voorlichting zou wenschen gegeven
te zien en dat dit in haar adres is gezegd.
Maar aangaande de gebondenheid aan het
besluit van 1919 was in de Kamer geen
verschil.
Spr. zegt verder, dat sinds dien, nadat
eenige deskundigen in een vergadering
der Kamer de zaak toelichtten zij door de
voorwaarden van het college van B. en
W. is bevredigd en dat naar zijn meening
niet anders overblijft dan mede te gaan
met het voorstel van B. en W.
De heer BOMANS, wijzende op de te
groote jas van Haarlem, die dan zou zijn
de gekochte turbine, zegt dit te bejamme
ren. Maar nog meer te bejammeren zou
spr. het vinden, als we voor deze be
slissing stonden met een te krappe reser
ve. Nu we een goede reserve hebben,
wordt de beslissing gemakkelijk. We
behoeven niet bang te zijn, dat Amster
dam of de P. E. N. ons zouden willen
in den steek laten. Wel zal de kostprijs
iets hooger worden, maar zal nog altijd
veel lager blijven dan die van de P. E. N.
of Amsterdam. Uitbreiding zal er toe
bijdragen, dat de kostprijs vanzelf daalt.
Verder merkte spr. op, dat concurrentie
er toe zal bijdragen, dat Haarlem zal
kunnen blijven leveren aan de P. E. N.
Spr. zette uiteen hoe hij in 1919 door
vrees eenvoudig er toe gebracht is den
Raad te adviseeren tot de P. E. G. E. M.
toe te treden, hoewel hij toen evenmin
als nu van het nut of de noodzaak over
tuigd was. Thans is spr. van meening
veranderd. De gemeente moet niet toe
treden. Spr. acht haar niet aan het raads
besluit van 28 Mei gebonden. Dan gaat
spr. de verhouding van de N. V. de
P. E. G. E. M. na, die hij een onmogelijke
verhouding noemt. Het budgetrecht van
den Raad wordt aangetast. Wij geven
de macht der gemeente in handen van
de commissarissen eener N. V. De Raad
geeft de autonomie prijs en 't geheele
bedrijf in handen van een naamlooze
vennootschap. Bij den inbreng gaat de
raad zich zelf uitschakelen in een zoo
belangrijk bedrijf.
Al wat men als voordeel denkt te be
reiken, kan men ook op andere manier,
bij een contract verkrijgen. Tenslotte
komt de inbreng hierop neer, dat de
centrale feitelijk in handen van Amster
dam komt. Indien de gemeente niet de
gebouwen inbrengt, maar zich contrac
tueel gaat verbinden dan kan hetzelfde
worden bereikt als met dit voorstel.
Om al die redenen is spr. tegen een in
breng van de centrale. Spr. wil wel sa
mengaan met de P. E. G. E. M. maar
niet het eigendom der gemeente aan haar
overdragen. Wil men de zaak nog aan
houden om haar nog eens nader onder
de oogen te zien, dan is spr. daar niet
tegen.
Spr. zegt nog dat men in de P. E. G.
E. M. zal moeten komen tot drieledige
arbeidsvoorwaarden en dat de arbeiders
in dienst van de P. E. G. E. M., een N. V.
zullen kunnen gaan staken, 't recht daar
toe hebben, wat personeel in dienst van
publiekrechtelijke lichamen niet mag
doen.
Hij wekt op, om de zaak objectief te
bezien en zet uiteen dat dc bijvoeging
van Haarlem voor de P. E. G. E. M.
niet van zoo groot belang is. Laat de
raad dan in het belang van Haarlem
afstemmen wat de meerderheid van B.
en W. voorstelt, eindigt spr.
De heer SLINGENBERG stelt vast,
dat de Raad formeel het recht heeft
dit voorstel van B. en W. af te stemmen,
maar moreel niet. Uitvoerig gaat spr.
dit laatste na. De kwestie is aan de orde
gekomen bij de overname der K. E. M.
door de provincie in 1914. In 1916 kwa
men Ged. Staten met een voorstel ge
heel zelfstandig de electrificatie der pro
vincie ter hand te nemen. De Amster
damsche wethouders Vliegen en Wibaut
betoogden toen, dat men voeling moet
zoeken met de Amsterdamsche en Haar
lemsche centrale. De Staten besloten
aldus.
Het resultaat der onderhandelingen
was, dat Haarlem zich in beginsel be
reid verklaarde, deel te nemen aan de
Naamlooze Vennootschap de P. E. G.
E. M.
De Raad stemde daarin toe en in dat
besluit lag opgesloten dat kon de
raad weten dat overdracht der eigen
dommen zou volgen.
De groote turbine uit Ijmuiden, die
Ged. Staten de gemeente Haarlem heb
ben aangeboden, is overgenomen, doch
daarbij zat voor de P. E. G. E. M.-ge-
dachte.
Volgens spr. mag men thans niet al
dus redeneeren we hebben nu de groote
turbine en kunnen het alleen wel af!
Het groote voordeel dezer combina
tie is de gemeenschappelijke reserve,
die men verkrijgt Desnoods kan een
centrale den stroom leveren terwijl de
andere centrales stilliggen en als reserve
centrales kunnen fungeeren. Dat klemt
buitengewoon voor den nacht.
Het is wel waar dat de P. E. N. op het
oogenblik verliezen lijdt, doch vaststaat
dat geen enkel ondeugdelijk werk is ge
leverd. Integendeel, veel moeilijk werk
werd tot stand gebracht voor de vele
acnterar gelegen dorpen, die in oorlogs-'
tijd van electrischen stroom werden voor
zien. Daartegenover is het te voorzien,
dat de prijs te Haarlem zal stijgen.
Tenslotte pleitte spr. met warmte
voor den inbreng in de P. E. G. E. M.
De heer HEERKENS THIJSSEN
meent, dat de Raad wel degelijk wist
toen hij in Mei 1919 het bekende besluit
nam, dat inbreng in de P. E. G. E. M.
moest wezen. Spr. stelt nog eens de toe
treding tot de P. E. G. E. M. in het licht.
Allereerst de veilige machine-capaciteit
voorts kunnen wij onze electriciteit naar
buiten aan de provincie leveren, welke
levering wij misschien kwijt raken als
wij niet toetreden tot de P. E. G. E. M.
Verder zegt spr, dat de groot-afnemers
bang eullen zijn zich bij de centrale Haar-
lzm aan te sluiten als deze geen reserve
achter zich heeft. Rijnland b. v. zal
er voor bedanken alleen op Haarlem te
varenevenzoo de in de toekomst elec-
trische spoorwegen. Daarbij staat dat
de anderen ons met een wal zullen om
ringen en Haarlem zullen afsluiten.
Spr. besluit met dit woord uit de Schrift,
dat hij verschrikkelijk vindt: „Uwe
vijanden zullen u met een wal omringen".
Spr. beveelt met overtuiging het voor
stel van B. en W. aan.
Hierna werd de vergadering ver
daagd tot 's-avonds half negen.
AVONDVERGADERING.
In de avondvergadering waren afwezig
de heeren Loosjes, Dijk, Gerritsz, Klein.
Begonnen wordt met de replieken.
Op vragen van den heer Wolzak ant
woordde de heer Heerkens Thijssen dat
de P. E. G. E. M. geen winst zal maken,
dat de zekerheid bestaan zal ln een accept
(Nog nader zal worden onderzocht of
daarbij zullen komen de hypotheken).
De heer WOLZAK is niet voldaan en
zou meer inlichtingen willen hebben.
H ij wil de kwestie in de afdeelingen laten
onderzoeken.
De heer VAN LIEMT voelt wat voor
de eerezaak, maar hij laat toch het
gemeentebelang voorgaan. De voordeelen,
die worden voorgespiegeld berusten maar
op hypotheken. Men spreekt dat.de spoor
wegen in 1926 geëlectriceerd zullen zijn
en dan zullen eischen dat ook Haarlem
meedoet. Dit is maar een veronderstel
ling. Wie zegt, dat de omstandigheden
dan nog zijn zooals nu. Spr. zou gaarne
willen dat nog een andere belangen
gemeenschap wordt gevonden dan de
P. E. G. E. M.
De heer BOMANS repliceert uitvoerig
op de argumenten van de heeren Slingen
berg en Heerkens Thijssen. Spr.'s bezwaar
zit niet in de P. E. G. E. M. als zoo
danig, maar in den vorm van de P. E. G.
E. M., in de overheveling van gemeente
eigendom in de P. E. G. E. M.
De heer HEERKENS THIJSSEN
beantwoordt de verschillende sprekers,
en houdt zijn standpunt vast dat Haarlem
groot nadeel zal hebben als het niet in
gaat op de P. E. G. E. M.
De heer WOLZAK geeft nog in over
weging een commissie van onbevooroor
deelde deskundigen te benoemen om de
belangen van Haarlem onder de oogen
te zien.
Het denkbeeld werd bestreden door
de heeren Slingenberg en Heerkens
Thijssen. Ook de heer Bomans acht dat
niet noodig, omdat er een aantal argu
menten zijn, die niet aan het technische
deel zijn ontleend.
De heer BRUCH meent dat de bedoe
ling der heeren is ook ln die commissie
te benoemen niet-technische, die de
staatsrechterlijke zijde zullen onderzoe
ken de vraag n.I. of niet een anderen
vorm van belangengemeenschap mogelijk
is, dan de P. E. G. E. M., waarbij de
autonomie der gemeente wordt behouden.
Amsterdam en de Provincie willen wel
niets anders dan de P. E. G. E. M., maar
dat is de vraag niet. De vraag is of er
een andere vorm mogelijk is. Intusschen
zal spr. tegen het voorstel-Wolzak stem
men, omdat hij op het stantpunt staat
der meerderheid van B. en W.
De heer REINALDA voelt niets voor
die commissie. De raad is wat het tech
nische deel betreft, volkomen ingelicht
en de rest kan de Raad beter beoordeelen
dan een commissie.
De stemmingen werden uitgesteld tot
de volgende vergadering.
Benoemingen.
De heer V. D. KAMP vroeg of de wet
spreekt van een termijn, waarbinnen een
gemeente-ontvanger moet benoemd zijn.
Anders zou spr, willen voorstellen de
benoeming uit te stellen totdat de gemeen
te grooter is of de gemeenteraad is gewij
zigd. Verder heeft spr. vernomen dat
voor de vacature in het Burgerlijk Arm
bestuur (Visser) een raadsgroep een
vrouwelijke candidate willen stellen.
Spr. zou willen aanraden dat niet tegdoen
om den persoon van den aftredende, die
in het Burgerl. Armbestuur goed werk
doet. Bovendien zal het Armbestuur bn
nen enkele maanden met een voorstel
komen om het bestuur met een of twee
vrouwelijke leden uit te breiden.
De heer HEERKENS THIJSSEN
prijst ook de verdiensten van den heer
Visser, alsook de heer Bruch. Zij onder
steunen het idee van den heer v. d. Kamp.
De heer KOPPEN verklaart namens
de S. D. A. P. dat zij ditmaal geen eigen
candidate zullen stellen om de persoon
van den heer Visser.
Tot gemeente-ontvanger werd be
noemd, na tweede vrije stemming, de
heer F. J. de Jonge, thans havenmeester,
met 14 stemmen de heer de Klerk ver
kreeg 8 st. de heer Baas verkreeg 5 st.
Tot regenten van het Groote Gasthuis
werden benoemd de heeren Koppen en
Mr, Bomans.
De lieer J. Visser werd tot lid van het
Burgerlijk Armbestuur herkozen.
Tot lid van het bestuur der Vereeniging
van ambachts- en middelbaar technisch
vakonderwijs wordt benoemd de heer
De Zeeuw.
Tot leden der commissie inzake licha
melijke opvoeding worden gekozen de
heeren dr. Kuenen en v. Ommeren.
Tot lid van de plaatselijke commissie
van toezicht op het lager onderwijs wordt
benoemd de heer R. C. A. v. Cranen-
burgh.
Tusschen de benoemingen door werd
eenige oogenblikken met gesloten deuren,
vergaderd.
Tot leeraar in de oude talen aan het
gymnasium wordt benoemd de heer J. W.
Thiel, te s-Gravenhage.
Tot leeraar in de Fransche taal en
letterkunde aan de le H. B. S. 5-j. cursus
wordt benoemd de heer J. K. H. de
Smidt, te Groningen.
Aan de 2e H. B. S. 5-j. cursus worden
honrvrtnd tot leeraar in de Fransche taal
iJSEMMERS
IJSKASTEN
VLIEGENKASTEN
VLIEGENDEKSELS
MEiWIJNBOWLS
SALADECOUVERTS
de heer C. L. de Liefde, alhier tot leeraar i
in de wiskunde de heer J. Thie, te Ensche
de en tot tijdelijk leeraar in de wis- en1
werktuigkunde de heer J. Haak te Sema-
rang.
De heer M. Houtkooper wordt defini
tief tof leeraar in de lichamelijke oefening
benoemd.
Aan de H. B. S. met 3-j. cursus en de
daaraan verbonden Hoogere Handels
school met 2-j. cursus worden benoemd
tot leeraar in Duitsche taal de heer J. Kal,
alhiertot leeraar Tn de Nederlandsche
taal de heeren G. A. Brandts te Gronin
gen en R. W. Lieve, te Wageningen
tot leeraar in de Fransche taal de heer
54 2356 5479
85 2572 5646
114 2691 5722
120 2745 5800
244 2813 5803
247 3077 5925
414 3287 5971
300$
163^
Vupde Klasse. Achtste LiW'
Trekking van 26 Mei.
f 1000, No. 3747, 15800, 18542,
21357.
f 400, No. 13311, 17474
f 200, No. 887, 8327
f 100, No. 1108, 1389, 14418,
16616, 18086.21274,21511,
22801.
PI11.JZEN VAN ƒ70.
13 2239 5389 8977 11266 13971 16178
9074 11441 14050 16374 T
9138 11576 14129 16393 1%
9307 11683 14144 16453
9349 11693 14360 16667
9576 11943 14611 16804
9652 12039 14628 16947
9828 12076 14806 16958
462 3362 5982 10001 12148 14852 16962
690 3393 6492 10044 12202 14930 17152
748 3429 6629 10091 12554 15003 17202
823 3748 6806 10236 12618 15103 17265
853 3752 7034 10295 12645 15114 17308
21^
2l}is
885 3818 7Ö61 10416 12800 15Ü 7 17826
886 4062 7336 10508 12807 15278 17442
953 4167 7434 10685 12812 15335 17444
leeraar in de Maleische taal de heer |1S34 4m 7775 106S1 lgl01 l(m4 17«fi2 2#%
A. Bakker, alhiertot tijdelijk leeraar in 1S48 472o 7gg6 loeei 13159 15653 18042
de wiskunde de^ heer P. E. de^Jongh,j 1457 4ass 7951 10698 13328 15657 18200
22®
1834 4972 8161 10904 13645 15959 18536
alhier en tot tijdelijk leeraar in het tee- 1625 4877 7956 10707 13355 15660 18252 ?fï8
kenen de heer M. P. J. v. d. Weiden 1728 4884 7971 10714 13381 15739 18435 2»
a,h!0r 1752 4952 8124 10781 13453 16924 18470
alhier.
Rondvraag. 2086 5078 8248 10972 13647 15973 18740
De heer KINGMA vraagt hoe het 2177 508.8 8477 11133 13792 16041 18860
staat met de demping vin het Oost- 2181 5136 8716 11187 13827 16062 18858 22^
Indisch Vaartje. Het is een onhoudbare(22^ £272 8«38 11244 13886 16150 18895
toestand voor de omgeving. 2218 5282 8847
De heer V. D. KAMP ondersteunt dit.
De heer SLINGENBERG antwoordt
dat de zaak in behandeling is. Maar er
zit meer aan vast dan men oppervlakkig
meent.
De heer GROENENDAAL vraagl
dat B. en W. in de bladen de verbods-
bepalinge pubticeeren tegen het dempen
van dit vaartje door de inwoners. Op
klaarlichten dag wordt daar van allerlei
ingeworpen.
De heer HAGEMEIJER bracht de
onwelriekende grachten der stad in be
spreking.
De heer HEERKENS THIJSSEN
antwoordde dat vroeger dan anders met
baggeren zal worden begonnen en dat
Rijnland toegezegd heeft te zullen spuien.
Dat is het eenige afdoende middel.
Hierna werd de vergadering geloten
DE
NIETEN. j
9577 12646 15078 17727 20*5
9633 12660 15079 17766 2°S
9754 12706 15065 17772
9851 12742 15173 17826
9892 12769 15191 17834 2®
9902 12774 15196 17916 2OJffi
9914 12782 1-5203 17998 2®
9929 12824 15263 18000 20|$
9948 12869 15272 18017 20*3
99-50 12944 1528-4 18075 SOjft
9950 12985 15293 18094 20®J
9986 13004 15304 18101 20%
429 3737 7028 10011 13086 15363 18146 20°$
519 3741 7037 10018 13110 15373 18215 2®
590 3746 7171 10154 13149 15381 18227 200$
600 3853 7179 10168 13228 15445 18231 20%
747 3858 7290 10204 13297 15493 18242 20°»
812 3934 7294 10228 13315 15494 18270 20°$
818 3970 7310 10245 13327 15501 18843 200?
824 4001 7354 10284 13364 15593 18349
62 3238 6723
133 3244 6783
139 3333 6780
181 3339 6836
197 3356 6840
223 3403 6868
228 3419 6875
240 3522 6886
245 3524 6889
263 3531 6923
275 3554 6955
369 3727 7010
861 4049 7370 10298 13398 15604 18427 2L,„
891 4083 7388 10335 13412 15620 18456 20'fcj
BRAND AAN DE HAARLEMSCHE 912 4111 7419 10397 13422 15627 18462 2Ö7ÏÏ
SCHEEPSWERF. 968 4216 7429 10404 13461 15661 18491 2Üjï
n hinnonl.ra.Ki-U. Hat 7:,lor 970 4219 7463 10425 13481 15666 18494 207$
Omtrent het binnenbrandje dat Zaler y77 4249 7512 1Q4g4 1350g lm- 18559 <20®
dagavond in de schilderswerkplaats van 1066 4263 7608 10566 18511 16772 18565 2671*
de Haarlemsche Scheepswerf aan het 1173 4267 7626 10576 13528 15811 19587 20
Noorder-Buitenspaarne woedde en waar-™7 4f7} 135öO 16869 18662
omtrent vermoedens van kwaad-willigheid 1294 4290 7817 10751 13593 15894 18767 20=2
waren gerezen, vernemen we nog het 1298 4313 7835 10763 13609 15903 18776 20?/
voWnHn- 1815 4317 7865 10S°7 13648 16910 18792 20T
volgende. 1343 4392 7890 10848 13735 15920 18800
Doordat er in den beginne aan opzet 1409 4425 7893 10955 13744 15947 18818
gedacht werd. stelde de Sdhotensdhe po- 1482 4427 7960 10974 13752 10976 18862
r-L onderzoek in Dit vermoeden 1607 4481 7985 10979 13763 15989 18875 2%
een on 1 f j 1508 4448 7969 11017 13766 16011 18869 SjHji
van opzet was ontstaan, doordat de brand 1686 4452 go17 11046 18775 16133 18928 31*4;
was uitgebroken in een gedéelie, dat ei-1634 4566 8020 11050 13821 16196 19036 2}£aA
cenli.k buiten de fabriek Hflt Enkele1672 4617 8050 11163 13326 16236 19051 ?l£S
genlijk busten de tafinek ügt. Enkele U20a 18833 le272 10O57 2lS®
voorwerpen, waaronder een mes en een 1730 ^2 8100 11210 13865 16354 19111 '/14S
paar stukken glas, werden in beslag ge-1747 4653 8129 11273 14020 16367 19140
nomen, waarna het onderzoek o verge-1803 4861 8181 11312 14047 16406 19176
dragen werd aan de politie van Haar- uu0 16^3 le2,12 2l4"
lemmerliede, onder wier gebied het ge-1350 6062 8295 11349 14111 16542 19248 -Jgh
val ressorteerde. Deze sielde zidi in ver-1894 6096 8316 11854 14117 16662 19244 21j$f
binding met den heer Van Urdden Hul-1906 5176 8319 11420 14176 16*52 19288
sebosch te
naspeuringen tvuzsuisvu Ad) w»» yuiAl j. - - - jUV.
1I.1 „wn onrike ;s doch dat men 2000 5341 8648 1167Ö 14238 16678 19389 21*5}
heelemaal geen sprake is, doelt dat men^uo um lm? im8 ggjy
te doen heeft met een geval van zelfont-g^ 5428 m? 11579 14801 16716 19414 2107?
branding in een vat zwartsel. 2093 5430 8668 11587 14305 16747 19438 21
VRAGEN VA'N KAMERLEDEN. 2157 6466 8674 11675 14310 16780 19444 Wfr
Het Kamerlid Bomans heeft den mi-|^|4 5473 -j j 7G9 148g9 .^«5 19467
nister van Landbouw gevraagd: 2260 6628 8680 11793 14404 16887 19499
le. Kan Z. E. mededeelen om welke2264 5650 8683 11794 14446 16930 19518
redenen de maandeliik*ohe uitkeeringen 2265 5656 8704 11808 14450 16968 19517 22
redenen de maanaeiijKsööe mtkeenngen^ U349 1446g 10996 1958g 2o
aan gasfabrieken, groot-mduslne enz.-^g 6687 875S 11912 14509 17009 19551 221®
aanegvangen in Oct., en Nov. 1920, uit2314 5713 8850 11915 14535 17022 19663 221^
op het aan Duitschland verleende k°km" m2 8896 11940 14600 17151 19626 22^
2242-j
2462 5829 8896 11940 14600 17161 19626 2
crediet en betaald door het Centraal Ver-2505 6832 8926 11986 14665 17150 19636 22^
rekenkantoor voor Brandstoffen, niet zijn 2636 5857 8936 12007 14732 17174 f9030 227aC
2682 6884 8966 12102 14782 17203 19687 Vfflg
voortgezet? 26g5 6951 g97g 12107 14g00 17206 J973B 2248"
2e. Wanneer verdere uitkeeringen even-tjggj 6027 gQjo J2136 14S19 17234 19744 224®
tueel zijn te verwachten, kunnen de deel-2630 6086 9016 12229 14881 17278 19765 226%
eereedilidden alsdan Tekenen on terug-2698 6093 9034 12248 14886 17296 19790
gerechtigden alsdan tekenen op teru8.2709-6166 9049 12251 14890 17304 19795 226*1
gave van het voile bedrag, waarvoor zij2721 61g4 9109 122c- 44922 17S22 19307 226^
in voornoemd fond» participieeren? 2748 6448 9111 12270 14928 17878 19918
De lieer Duys heeft aan den minis- 2787 6491 9161 12821 14933 17469 19919
nThlXndsebe Zaken «evraagd-2792 6522 9238 12384 14945 17518 19932
ter van B-nnenlandsche Laken gevraagd. g542 12444 U97s 17574 19936 o#0*
Is het juist, dat door het college van 2349 6553 9328 124-59 16017 17590 19951 22Wj
Gedepufeerde Staten van Noord-Holland 2859 6585 9344 12464 16050 17633 19957 220*
„nri.hncr. ,Hd geleden ter «oedkeu-3008 6623 9303 12488 16058 17637 20014 2ffi
reeds gemiimen tijd geleden ter goedkeu 150.56 17642 20087 22?®
door de Staien dier provincie vastgc-
stede reglement betreffende den rechts
toestand van het personeel in dienst dier
provincie?
Zoo ja, is de regeering bereid mede
te deelen de redenen, waarom tot heden
nog gen goedkeuring door haar is ver
leend, en of ten spoedigste die goed
keuring kan worden te gemoet gezien?
HAARLEMSCHE STOOM VERF FABRTEK
In de gelhouden jaarlijksche algemee
ne vergadering van Aandeelhouders der
N.V. Haarlemsche Stoom verf fabriek werd
het dividend op de gewone aandeelen
op 6 pet. bepaald, dat op de cumulatieve
aandeelen op 7 pet.
De voorbereidingen voor 't op 26 Juni
te houden bloemencorso zijn in vollen
gang. D-e beide secretarissen, de heeren
L. J. Segers Veeckens en D. Kuiper, heb
ben nu gelegenheid, hun werkkracht te
tooncn en de voorzitter mr. D. E. Lioni
kan reeds Dinsdagavond kan 't voorzit-
teren trókken in de gecombineerde ver
gadering van Bloemendaal's Bloei en de
feestcommissie.
Verschillende ingezetenen der gemeente
hebben reeds hun steun toegezegd (voor
't corso wel le verstaan). De jury is ook
reeds voor mekaar. Nu reeds kunnen wc
mededeelen, dat er gelegenheid zatl bc
staan voor inschrijving in de afdeelin
gen:
1. rijwielen, 2. ruiters, 3. auto's en mo
tor-rijwielen, 4. groepen, 5 rijtuigen, 6.
karren, 7. handel (reclame).
Ook vor „buitengemeenlCTs" zal gele-
ïn de vorige Jij at stond12403, m. e. 12408.
genheid beslaan aan het corso deeé t§
nemen.
HEEMSTEDE.
Door den heer J. 0. B., alhier, I»
aangifte gedaan van het vermissen van
eon gouden armband uit zijn woning.
SCHOTEN.
EEN RAADSVACATURE.
De heer A. P. A. Verkooij, lid van dot»
gemeenteraad, zal zich ie Haarlem vc-v
tigen, waar hij zet-kastelein wordt in
„café-Neuf."
Hierdoor ontslaat een raadsvacatnre,
waarvoor in aanmerking komt de heeT
v. d. Dussen. Het schijnt niet onmoge
lijk te zijn dat -de heer v. d. Dussen voor
een raadszetel niet in aanmerking
wenscht le komen, evenmin als de an
dere plaatsvervangende leden op de lijst
der S. DM. P. Mocht dit het geval zijn
dan zou de Scholensche Raad onvoltal
lig worden.
Woningbouw. Ten behoeve van da
Christelijke bouwvereewiging der ed.
Herv. gemeente, zullen op een terrein aan
de Riouwstraat 18 burgerwoo rihui zen
worden gebouwd.
Woest rijden. Woensdagavond om
streeks 7 uur peddelde een jongen me*
grootcn vaart door de Cronjéslraat, niet
het gevolg dat ter hoogle van den Beels-
straal het dochtertje van d en heer D0
Zeeuw werd aangereden en met eert
bloedende hoofdwonde huiswaarts werd
gebracht. De fietsrijder die den oorzaak
waa. had het hazenpad gekozen.