SS «8 H. J. LAMP SU H? iSS S K K gf Uit den Omtrek» BARTELJORISSTRAAT lts 428* STAATSLOTETTtf. #2 BLOEMENDAAL. GEMEENTERAAD. (Vervolg). T uinwijk- Noord. B. en W. stellen voor het aan de Wo- ningbouwvereen. „Tuinwijk-Noord", ge vestigd alhier, onder eerste hypothecair verband ter leen verstrekte bedrag ad t 382.500 te verhoogen met 22.500 en alzoo te brengen op ten hoogse 405.000. Dit vo rste wordt pangehouden tot de volgende vergadering. Plaatsing van kermisvermakelijkheden. B. en W. stellen voor hen te machtigen om onder ader door e t te stellen oor waarden, aan na te noemen personen voor de achter hun namen vermelde inrichting vergunning tot plaatsing op gemeentéterrein op nader door B. en W. aan te geven dagen niet gelijktijdig te verleenen, t. w. le. C. M. Vermolen, te Rotterdam, plaatsing inrichting „Klein Zwitserland" 2e. H. L. Feij, te Be-!«"in, plaatsing „Figuur 8-Baan" 3e. D. van der Sleen, te Utrecht, plaatsing poffertjes- en wafelkraam 4e. J. A. de Melker, en P. Mulder, te Rotterdam, plaatsing vliegmachine-ca- roussel. 5e van den neer Lokker, te Haarlem, voor een wafelbakkerij. 6e. van den heer Benno, te Haarlem, voor moderne verm",'olijkheden en an deren. De neer WOLZAK wijst er op, dat op deze wijze de kermis weer wordt in gevoerd. Daaraan weigert spr. zijn goed keuring. De raad moet weigeren dat te d-en. De heer HEERKENS TH1JSSEN wijst er op dat als we hier die vermake lijkheden niet toestaan, ze naar de na burige gemeenten gaan. In alle plaatsen van eenig belang vin den vye ze.g Het is geen kermis, een kermis is een cumulatie van vermake lijkheden. Dat is dit niet. De heer v. d. BERG wijst er op, dat een kermis een massa-vermaak creëert met al den aankleve van dien. Dit niet. De heer PEPER vindt geen verschil In deze vermaken en een eigenlijke ker mis. Hij vindt dat de arbeider andere vermaken moet hebben. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. Uitkeering voor wachtgeld-regelingen. Ingekomen is een schrijven der direc tie van de Vereenigde Koninklijke Pa pierfabrieken der Firma Van Gelder Zonen, om toekenning van de door het Rijk geeischte bijdrage van 10% in de vast te stellen wachtgeldregeling voor de aan deze fabrieken verbonden ar beiders, voorzoover zij in Haarlem woon achtig zijn. B. en W. stellen voor te basluiten aan werkgevers, als naar hun oordeel in aan merking komen, in de uitkeeringen van wachtgeld aan te Haarlem woonachtige werknemers tot wederopzeggens steun te verleenen ten bedrage van hoogstens 10% van het uit te keeren wachtgeld, onder naleving en op den voet van het bepaalde bij de Algemeene Regeling door den Minister van Arbeid vastgesteld in zijn circulaire d. d. 11 October 1920, doch eerst indien B. en W. voldoenden waarborg hebben verkregen dat Rijk en werkgevers hun geldelijke en andere verplichtingen te dien aanzien nako men en onder eventueele door dat Colle ge te stellen voorwaarden. Goedgekeurd. Haven- c.> bruggeld. B. en W. stellen voor het haven- en bruggeld te verhoogen. De heer GERRITSZ wenscht zich aan discussie over dit voorstel te ont trekken uit protest tegen de nota, die gezondenis is door de Scheepvaartvereeni- ging en waarin een loontabel voorkomt, waarin een onzer verdienstelijke hoofd ambtenaren wordt aangevallen. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. Zakelijke Belasting op Bedrijf. B. en W. stellen voor over te gaan tot heffing van een zakelijke belasting op Bedrijf ad f 12.per employé. De heer GERRITSZ wijst er op dat het voorstel er op gericht is den Mid denstand te sparen, een richting, die hier veel gevolgd is. Deze belasting is in strijd met een gezonden opzet van elke be lasting omdat zij geen rekening houdt met de draagkracht van de belasting betalers. Een makelaar verdient mis schien met enkele bedienden vele dui zenden, terwijl een sigarenfabrikant met werklieden veel last kan hebben, het hoofd boven water te houden. Bo vendien is het een gevaarlijke belasting ln verband met de algemeene economi sche toestanden en in verband met de depressie in industrieën, die geen ver zwaring van lasten duldt, spr. stelt voor deze belastingvoorstellen voorloopig aan te houden, om te zien of de crisis van voorbijgaanden aard is of doorwerkt. Spr. wijst op dreigend gevaar in de me taalindustrie, v/aar de nog loopende orders langzamerhand ailoopen. De heer VAN LIEMT ziet in deze be- belasting een grooje onbillijkheid, omdat de gelden worden geheven daar waar ze niet op de eerste plaats moeten worden ge haald. Onbillijk is dat het samentellen van personeel van de filialen. Het geld wordt niet gehaald bij hen, die het meeste verdienen, maar di personeel hebben. De heer BOMANS had natuurlijk op positie verwacht van hen, die betalen moeten. De adressen zijn een gewoon verschijnsel. Als men u hondenbelasting voorstelt, dan komen de bezitters van honden in verzet. Zoo voortgaande ziet spr. niet in dat er ééne billijke be lasting is. Intusschen is deze belasting wel billijk, omdat bedrijven met arbei ders, hoezeer ook noodig en nuttig voor de gemeente, toch ook lasten op een ge meente opleggen, waarvoor de gemeente wel eenige compeusatie mag vragen in den vorm van belasting. Spr. zal niet zeggen dat deze belasting b.v. billijker is dan de directe belasting van het in komen, doch waar Tweede Kamer en Eerste Kamer, nadat aanhoudend ge vraagd was om meer belastingbronnen deze belasting billijk geacht hebben, ziet spr. niet in dat déze belasting niet zou geheven mogen worden. Bovendien spr. neemt direct aan dat alle patroons een behoorlijk loon betalen maar toch Is dat loon niet zoo, kan niet zoo zijn dat de gemeenten waarin die arbeiders wo nen niet bij ziekte en anderzins voor de arbeiders niet tot bijzondere uitgaven komen. Verder bepleitte spr. dat het billijk is bedrijven met minder dan 10 werklieden vrij te stellen. Bovendien kan spr. niet aannemen dat op een be drijf waarin 10 personen werken een be drag van f 120 voor 10; van f 1200. voor honderd arbeiders, zoo geweldig' zal drukken. De heer PEPER is vóór die belas ting, omdat dit een belasting is, waardoor van de ondernemers eens wat gehaald kan worden, dat zij niet op de •?"brui- kers kunnen afwentelen. De heeren VAN LIEMT en GERRITSZ repliceeren. De laatste begrijpt niet dat de Haarlemsche Winkeliersvereniging zich tegen deze belasting verklaart, daar zij die leden niet treft. „Boaz" zag het beter in en weigerde adhaesie, aan het adres der Haarl. Winkeliers. De heer POPPE is voor uitstel. Wel is zij billijk en veel te lang hebben de werkgevers te weinig bijgedragen voor wat de gemeente voor de arbeiders doet. Ook de billijkheid wordtin deze belasting zooveel mogelijk betracht. Spr. aanvaardt deze belasting omdat de gelden anders uit de inkomstenbelasting moeten komen en wij! die in Haarlem volgens he--1 rieeht is, zal spr. er vóór stemmen. De heer BOMANS vraagt, c... toch niet te vergeten dat 7/8 van de belasting zal worden opgebracht door Rijkskan toren, bankinstellingen, enz. en zou men die nu willen sparen? Instellingen als de Amsterdamsche Bank lachen om den aanslag van 1200.per jaar.Everi- zoo een automobiel-maatschappij, die heel veel geld verdient, waarvoor 1200 wellicht de inkomsten beteekent van één dag. Het gaat dus niet aan te praten over den slechten toestand van de in dustrie. Een klein deel er van wordt van die industrie geheven. Men vergete niet dat, als deze 100000.of/ 150000. niet uit de industrie is te halen, dan moet die uit de inkomstenbelasting ko men, die helaas, ook op de arbeiders drukt. De S. D. A. P. zal dat toch niet op zich willen nemen. De heer GERRITSZ. Het is uw schuld dat die belasting zoo is. Daar hebben wij niets mede te maken. De heer BOMANS Goed als er schuld is, dan neem ik die op mij. Maar als deze belasting nu verhaald wordt op de ar- arbeiders, dan is dat uw schuld. De S. D. A. P. zal dan maken dat die ton niet-progressief van de arbeiders wordt geheven, en de S. D. A. P. zal het aan durven die belasting niet van de groot industrie te halen, als Amsterdamsche Bank, Rijkskantoren, enz, maar dat van de arbeiders te nemen. Te zeggen dat de economische toestand zoo slecht is, komt hier niet te pas. Die industrie is in Haarlem daarin maar voor een klein deel betrokken. Het voorstel GERRITSZ (aanhouding) werd verworpen 1910. Het voorstel van B. en W. werd aan genomen met 1711 stemmen. Tegen de heerende Zeeuw, Gerritsz, v. d. Kamp, Roest, Keerwolf, Miezérus, mevr. Willekes Macdonald, mevr. Maarschall- Komin, mej. v. Vliet en Van Liemt. De P. E. G. E. Af. Onder meerdere adressen was o. m. een adres van de Kamer van Koophan del aan den Raad gericht, waarin deze uitgenoodigd wordt, een commissie van deskundigen in te stellen ten einde het gemeentebestuur van voorlichting te dienen bij de voorbereiding van de voor waarden, waarop de Haarlemsche Cen trale in de P. E .G. E. M. zal worden ingebracht. Aan dit adres wordt door de Haarlemsche Handelsvereeniging adhaesie betuigd. De afdeeling Haarlem van de Nedcrl. Vereeniging van Electrotechnische werk gevers geeft den Raad in overweging het Gemeente Electriciteitsbedrijf als een zelfstandig bedrijf te doen voort- bcst^dn De BURGEMEESTER wijst er op, dat het vorige debat stond in het teeken van ongewisheid en onzekerheid. Spr. demonstreert dat uit verschillende uit latingen van sprekers en uit de wijze waarop de heer Bomans het voorstel verdedigde. Spr. meent dat de Raad niet gebonden is met het vorige raads besluit. De Raad verbond zich tot niets en behield zich voor om nog ader over toetreding te beslissen bij gelegenheid dat de inbreng zou worden behandeld. Onder dezen indruk zullen velen hun stem toen aan het voorstel hebben ge geven. Alhoewel B. en W. misschien eenigszins gebonden kunnen zijn door gevoerde correspondentie, is de Raad in geen enkel geval gebonden. Haarlem riskeert het verlies van een goedkoop werkende Centrale. Het personeel der P. E. G. E. M. zal moeten werken met personeel der gemeente onder heel an dere arbeidsvoorwaarden. Ook vreest spr. hoogere stroomprijzen, alleen de hierom, omdat de variabele prijzen der P. G. E. M. hooger zullen zijn dan van Haarlem. Spr. voorziet in ver binding met P. E. G. E. M. eindelooze arbitrage. Amsterdam en de P. E. N. hebben een duur bedrijf, en daarvoor zou Haarlem in de bres moeten springen. Spr. zette uiteen de nadeelen aan een N. V. verbonden, met drie hoofden, ver schillende loonen enz. Spr. is van meening dat het niet goed is deze belangengemeen schap aan te gaan. De heer VAN LIEMT onderschrijft in hoofdzaak wat de voorzitter vertelde. Spr. kan zich voorstellen dat een belan gengemeenschap nuttig is, maar dan op een andere wijze. Deze P-. E. G. E. M. is de meest ongelukkige vorm van concen tratie genoemd. Spr. wijst op de be langengemeenschap tusschen den Haag en Delft, waar de bedrijven elkander steunen. Maar de P. E. G. E. M. is dc meest ongeschikte vorm. Het eerste be sluit is genomen in een tijd dat gedreigd werd met Rijks-electrificatie. Ons werd toen een boeman voorgehouden. Deze bestaat nu niet meer. Spr. voelt er voor b.v. met Amsterdam of de P. E. N. over eenkomsten aan te gaan zoodat door een koppelleiding meer zekerheid in het be drijf wordt verkregen. Waar de belan gengemeenschap op zooveelerlei andere wijze kan worden verkregen, meent spr. dat we op de laatste plaats tot toetreding tot de P. E. G. E. M. moeten overgaan. De heer WOLZAK wijst er op, dat de beslissing het vorige jaar voor den raad een zeer moeilijke was. Men nam het be sluit onder den invloed van de rede van den heer Bomans. Thans is de beslissing even moeilijk, daar in het college van B. en W. twee stroomingen zijn. Men spreekt in het raadsstuk geregeld van „inbreng," doch is dit wel een in breng Door Haarlem is aan het kapi taal deelgenomendat is de inbreng. Waar wij op het oogenblik aan toe zijn is geen inbreng meer, maar een over dracht van losse en vast goederen. Wanneer Amsterdam nu voor een veel grooter bedrag schuldeischer wordt van de P. E. G. E. M. dan Haarlem, komt de positie van Haarl em eenigszins in ge drang. Hetzelfde geschiedt wanneer dei maatschappij failleert. Welke zekerheid is gesteld, dat de in gebrachte bedragen worden terugbetaald. Zal er winst gemaakt worden, zoo vraagt spr. verder en hoe zal eventueel die winst verdeeld worden De heer Roest is van meening, dat de gemeente wel degelijk gebonden is aan het besluit van Mei 1919. Wekelijks vergaderen de directeurener werden beslissingen tot centralisatie genomen, et wordt een turbine gekocht enz. Alles wijst er op dat we gebonden zijn. Wat dit betreft, stelt spr. zich op het stand punt der meerderheid van B. en W. Rest de vraag hoe het er mede zou staan als we wel vrij zouden zijn. In dit ver band wijst spr. er op, dat Haarlem, na de totstandkoming van de P. E. G.E. M., een turbine gekregen heeft, die onze capaciteit vergroot. Blijven we daarmede zitten, dan stijgen de kosten aanmerke lijk van electriciteit voor Haarlem- Treden we toe tot de P. E. G. E. M dan zijn daaraan veel voordeelen ver bonden. Bovendien zullen we geen hoo- geren prijs betalen in verband met de bepaling sub II van het besluit. De heer LOOSJ ES wil eerst uitmaken of we een commissie van onderzoek zul len benoemen. De heer v. d. KAMP acht het beter, eerst uit te maken de vraag of de Raad zich al of niet gebonden acht. Hij d'ent een motie in. De heer GERRITSZ maakt de opmer king, dat de Kamer van Koophandel alleen aangaande de voorwaarden van in breng door een commissie van deskun digen voorlichting zou wenschen gegeven te zien en dat dit in haar adres is gezegd. Maar aangaande de gebondenheid aan het besluit van 1919 was in de Kamer geen verschil. Spr. zegt verder, dat sinds dien, nadat eenige deskundigen in een vergadering der Kamer de zaak toelichtten zij door de voorwaarden van het college van B. en W. is bevredigd en dat naar zijn meening niet anders overblijft dan mede te gaan met het voorstel van B. en W. De heer BOMANS, wijzende op de te groote jas van Haarlem, die dan zou zijn de gekochte turbine, zegt dit te bejamme ren. Maar nog meer te bejammeren zou spr. het vinden, als we voor deze be slissing stonden met een te krappe reser ve. Nu we een goede reserve hebben, wordt de beslissing gemakkelijk. We behoeven niet bang te zijn, dat Amster dam of de P. E. N. ons zouden willen in den steek laten. Wel zal de kostprijs iets hooger worden, maar zal nog altijd veel lager blijven dan die van de P. E. N. of Amsterdam. Uitbreiding zal er toe bijdragen, dat de kostprijs vanzelf daalt. Verder merkte spr. op, dat concurrentie er toe zal bijdragen, dat Haarlem zal kunnen blijven leveren aan de P. E. N. Spr. zette uiteen hoe hij in 1919 door vrees eenvoudig er toe gebracht is den Raad te adviseeren tot de P. E. G. E. M. toe te treden, hoewel hij toen evenmin als nu van het nut of de noodzaak over tuigd was. Thans is spr. van meening veranderd. De gemeente moet niet toe treden. Spr. acht haar niet aan het raads besluit van 28 Mei gebonden. Dan gaat spr. de verhouding van de N. V. de P. E. G. E. M. na, die hij een onmogelijke verhouding noemt. Het budgetrecht van den Raad wordt aangetast. Wij geven de macht der gemeente in handen van de commissarissen eener N. V. De Raad geeft de autonomie prijs en 't geheele bedrijf in handen van een naamlooze vennootschap. Bij den inbreng gaat de raad zich zelf uitschakelen in een zoo belangrijk bedrijf. Al wat men als voordeel denkt te be reiken, kan men ook op andere manier, bij een contract verkrijgen. Tenslotte komt de inbreng hierop neer, dat de centrale feitelijk in handen van Amster dam komt. Indien de gemeente niet de gebouwen inbrengt, maar zich contrac tueel gaat verbinden dan kan hetzelfde worden bereikt als met dit voorstel. Om al die redenen is spr. tegen een in breng van de centrale. Spr. wil wel sa mengaan met de P. E. G. E. M. maar niet het eigendom der gemeente aan haar overdragen. Wil men de zaak nog aan houden om haar nog eens nader onder de oogen te zien, dan is spr. daar niet tegen. Spr. zegt nog dat men in de P. E. G. E. M. zal moeten komen tot drieledige arbeidsvoorwaarden en dat de arbeiders in dienst van de P. E. G. E. M., een N. V. zullen kunnen gaan staken, 't recht daar toe hebben, wat personeel in dienst van publiekrechtelijke lichamen niet mag doen. Hij wekt op, om de zaak objectief te bezien en zet uiteen dat dc bijvoeging van Haarlem voor de P. E. G. E. M. niet van zoo groot belang is. Laat de raad dan in het belang van Haarlem afstemmen wat de meerderheid van B. en W. voorstelt, eindigt spr. De heer SLINGENBERG stelt vast, dat de Raad formeel het recht heeft dit voorstel van B. en W. af te stemmen, maar moreel niet. Uitvoerig gaat spr. dit laatste na. De kwestie is aan de orde gekomen bij de overname der K. E. M. door de provincie in 1914. In 1916 kwa men Ged. Staten met een voorstel ge heel zelfstandig de electrificatie der pro vincie ter hand te nemen. De Amster damsche wethouders Vliegen en Wibaut betoogden toen, dat men voeling moet zoeken met de Amsterdamsche en Haar lemsche centrale. De Staten besloten aldus. Het resultaat der onderhandelingen was, dat Haarlem zich in beginsel be reid verklaarde, deel te nemen aan de Naamlooze Vennootschap de P. E. G. E. M. De Raad stemde daarin toe en in dat besluit lag opgesloten dat kon de raad weten dat overdracht der eigen dommen zou volgen. De groote turbine uit Ijmuiden, die Ged. Staten de gemeente Haarlem heb ben aangeboden, is overgenomen, doch daarbij zat voor de P. E. G. E. M.-ge- dachte. Volgens spr. mag men thans niet al dus redeneeren we hebben nu de groote turbine en kunnen het alleen wel af! Het groote voordeel dezer combina tie is de gemeenschappelijke reserve, die men verkrijgt Desnoods kan een centrale den stroom leveren terwijl de andere centrales stilliggen en als reserve centrales kunnen fungeeren. Dat klemt buitengewoon voor den nacht. Het is wel waar dat de P. E. N. op het oogenblik verliezen lijdt, doch vaststaat dat geen enkel ondeugdelijk werk is ge leverd. Integendeel, veel moeilijk werk werd tot stand gebracht voor de vele acnterar gelegen dorpen, die in oorlogs-' tijd van electrischen stroom werden voor zien. Daartegenover is het te voorzien, dat de prijs te Haarlem zal stijgen. Tenslotte pleitte spr. met warmte voor den inbreng in de P. E. G. E. M. De heer HEERKENS THIJSSEN meent, dat de Raad wel degelijk wist toen hij in Mei 1919 het bekende besluit nam, dat inbreng in de P. E. G. E. M. moest wezen. Spr. stelt nog eens de toe treding tot de P. E. G. E. M. in het licht. Allereerst de veilige machine-capaciteit voorts kunnen wij onze electriciteit naar buiten aan de provincie leveren, welke levering wij misschien kwijt raken als wij niet toetreden tot de P. E. G. E. M. Verder zegt spr, dat de groot-afnemers bang eullen zijn zich bij de centrale Haar- lzm aan te sluiten als deze geen reserve achter zich heeft. Rijnland b. v. zal er voor bedanken alleen op Haarlem te varenevenzoo de in de toekomst elec- trische spoorwegen. Daarbij staat dat de anderen ons met een wal zullen om ringen en Haarlem zullen afsluiten. Spr. besluit met dit woord uit de Schrift, dat hij verschrikkelijk vindt: „Uwe vijanden zullen u met een wal omringen". Spr. beveelt met overtuiging het voor stel van B. en W. aan. Hierna werd de vergadering ver daagd tot 's-avonds half negen. AVONDVERGADERING. In de avondvergadering waren afwezig de heeren Loosjes, Dijk, Gerritsz, Klein. Begonnen wordt met de replieken. Op vragen van den heer Wolzak ant woordde de heer Heerkens Thijssen dat de P. E. G. E. M. geen winst zal maken, dat de zekerheid bestaan zal ln een accept (Nog nader zal worden onderzocht of daarbij zullen komen de hypotheken). De heer WOLZAK is niet voldaan en zou meer inlichtingen willen hebben. H ij wil de kwestie in de afdeelingen laten onderzoeken. De heer VAN LIEMT voelt wat voor de eerezaak, maar hij laat toch het gemeentebelang voorgaan. De voordeelen, die worden voorgespiegeld berusten maar op hypotheken. Men spreekt dat.de spoor wegen in 1926 geëlectriceerd zullen zijn en dan zullen eischen dat ook Haarlem meedoet. Dit is maar een veronderstel ling. Wie zegt, dat de omstandigheden dan nog zijn zooals nu. Spr. zou gaarne willen dat nog een andere belangen gemeenschap wordt gevonden dan de P. E. G. E. M. De heer BOMANS repliceert uitvoerig op de argumenten van de heeren Slingen berg en Heerkens Thijssen. Spr.'s bezwaar zit niet in de P. E. G. E. M. als zoo danig, maar in den vorm van de P. E. G. E. M., in de overheveling van gemeente eigendom in de P. E. G. E. M. De heer HEERKENS THIJSSEN beantwoordt de verschillende sprekers, en houdt zijn standpunt vast dat Haarlem groot nadeel zal hebben als het niet in gaat op de P. E. G. E. M. De heer WOLZAK geeft nog in over weging een commissie van onbevooroor deelde deskundigen te benoemen om de belangen van Haarlem onder de oogen te zien. Het denkbeeld werd bestreden door de heeren Slingenberg en Heerkens Thijssen. Ook de heer Bomans acht dat niet noodig, omdat er een aantal argu menten zijn, die niet aan het technische deel zijn ontleend. De heer BRUCH meent dat de bedoe ling der heeren is ook ln die commissie te benoemen niet-technische, die de staatsrechterlijke zijde zullen onderzoe ken de vraag n.I. of niet een anderen vorm van belangengemeenschap mogelijk is, dan de P. E. G. E. M., waarbij de autonomie der gemeente wordt behouden. Amsterdam en de Provincie willen wel niets anders dan de P. E. G. E. M., maar dat is de vraag niet. De vraag is of er een andere vorm mogelijk is. Intusschen zal spr. tegen het voorstel-Wolzak stem men, omdat hij op het stantpunt staat der meerderheid van B. en W. De heer REINALDA voelt niets voor die commissie. De raad is wat het tech nische deel betreft, volkomen ingelicht en de rest kan de Raad beter beoordeelen dan een commissie. De stemmingen werden uitgesteld tot de volgende vergadering. Benoemingen. De heer V. D. KAMP vroeg of de wet spreekt van een termijn, waarbinnen een gemeente-ontvanger moet benoemd zijn. Anders zou spr, willen voorstellen de benoeming uit te stellen totdat de gemeen te grooter is of de gemeenteraad is gewij zigd. Verder heeft spr. vernomen dat voor de vacature in het Burgerlijk Arm bestuur (Visser) een raadsgroep een vrouwelijke candidate willen stellen. Spr. zou willen aanraden dat niet tegdoen om den persoon van den aftredende, die in het Burgerl. Armbestuur goed werk doet. Bovendien zal het Armbestuur bn nen enkele maanden met een voorstel komen om het bestuur met een of twee vrouwelijke leden uit te breiden. De heer HEERKENS THIJSSEN prijst ook de verdiensten van den heer Visser, alsook de heer Bruch. Zij onder steunen het idee van den heer v. d. Kamp. De heer KOPPEN verklaart namens de S. D. A. P. dat zij ditmaal geen eigen candidate zullen stellen om de persoon van den heer Visser. Tot gemeente-ontvanger werd be noemd, na tweede vrije stemming, de heer F. J. de Jonge, thans havenmeester, met 14 stemmen de heer de Klerk ver kreeg 8 st. de heer Baas verkreeg 5 st. Tot regenten van het Groote Gasthuis werden benoemd de heeren Koppen en Mr, Bomans. De lieer J. Visser werd tot lid van het Burgerlijk Armbestuur herkozen. Tot lid van het bestuur der Vereeniging van ambachts- en middelbaar technisch vakonderwijs wordt benoemd de heer De Zeeuw. Tot leden der commissie inzake licha melijke opvoeding worden gekozen de heeren dr. Kuenen en v. Ommeren. Tot lid van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs wordt benoemd de heer R. C. A. v. Cranen- burgh. Tusschen de benoemingen door werd eenige oogenblikken met gesloten deuren, vergaderd. Tot leeraar in de oude talen aan het gymnasium wordt benoemd de heer J. W. Thiel, te s-Gravenhage. Tot leeraar in de Fransche taal en letterkunde aan de le H. B. S. 5-j. cursus wordt benoemd de heer J. K. H. de Smidt, te Groningen. Aan de 2e H. B. S. 5-j. cursus worden honrvrtnd tot leeraar in de Fransche taal iJSEMMERS IJSKASTEN VLIEGENKASTEN VLIEGENDEKSELS MEiWIJNBOWLS SALADECOUVERTS de heer C. L. de Liefde, alhier tot leeraar i in de wiskunde de heer J. Thie, te Ensche de en tot tijdelijk leeraar in de wis- en1 werktuigkunde de heer J. Haak te Sema- rang. De heer M. Houtkooper wordt defini tief tof leeraar in de lichamelijke oefening benoemd. Aan de H. B. S. met 3-j. cursus en de daaraan verbonden Hoogere Handels school met 2-j. cursus worden benoemd tot leeraar in Duitsche taal de heer J. Kal, alhiertot leeraar Tn de Nederlandsche taal de heeren G. A. Brandts te Gronin gen en R. W. Lieve, te Wageningen tot leeraar in de Fransche taal de heer 54 2356 5479 85 2572 5646 114 2691 5722 120 2745 5800 244 2813 5803 247 3077 5925 414 3287 5971 300$ 163^ Vupde Klasse. Achtste LiW' Trekking van 26 Mei. f 1000, No. 3747, 15800, 18542, 21357. f 400, No. 13311, 17474 f 200, No. 887, 8327 f 100, No. 1108, 1389, 14418, 16616, 18086.21274,21511, 22801. PI11.JZEN VAN ƒ70. 13 2239 5389 8977 11266 13971 16178 9074 11441 14050 16374 T 9138 11576 14129 16393 1% 9307 11683 14144 16453 9349 11693 14360 16667 9576 11943 14611 16804 9652 12039 14628 16947 9828 12076 14806 16958 462 3362 5982 10001 12148 14852 16962 690 3393 6492 10044 12202 14930 17152 748 3429 6629 10091 12554 15003 17202 823 3748 6806 10236 12618 15103 17265 853 3752 7034 10295 12645 15114 17308 21^ 2l}is 885 3818 7Ö61 10416 12800 15Ü 7 17826 886 4062 7336 10508 12807 15278 17442 953 4167 7434 10685 12812 15335 17444 leeraar in de Maleische taal de heer |1S34 4m 7775 106S1 lgl01 l(m4 17«fi2 2#% A. Bakker, alhiertot tijdelijk leeraar in 1S48 472o 7gg6 loeei 13159 15653 18042 de wiskunde de^ heer P. E. de^Jongh,j 1457 4ass 7951 10698 13328 15657 18200 22® 1834 4972 8161 10904 13645 15959 18536 alhier en tot tijdelijk leeraar in het tee- 1625 4877 7956 10707 13355 15660 18252 ?fï8 kenen de heer M. P. J. v. d. Weiden 1728 4884 7971 10714 13381 15739 18435 2» a,h!0r 1752 4952 8124 10781 13453 16924 18470 alhier. Rondvraag. 2086 5078 8248 10972 13647 15973 18740 De heer KINGMA vraagt hoe het 2177 508.8 8477 11133 13792 16041 18860 staat met de demping vin het Oost- 2181 5136 8716 11187 13827 16062 18858 22^ Indisch Vaartje. Het is een onhoudbare(22^ £272 8«38 11244 13886 16150 18895 toestand voor de omgeving. 2218 5282 8847 De heer V. D. KAMP ondersteunt dit. De heer SLINGENBERG antwoordt dat de zaak in behandeling is. Maar er zit meer aan vast dan men oppervlakkig meent. De heer GROENENDAAL vraagl dat B. en W. in de bladen de verbods- bepalinge pubticeeren tegen het dempen van dit vaartje door de inwoners. Op klaarlichten dag wordt daar van allerlei ingeworpen. De heer HAGEMEIJER bracht de onwelriekende grachten der stad in be spreking. De heer HEERKENS THIJSSEN antwoordde dat vroeger dan anders met baggeren zal worden begonnen en dat Rijnland toegezegd heeft te zullen spuien. Dat is het eenige afdoende middel. Hierna werd de vergadering geloten DE NIETEN. j 9577 12646 15078 17727 20*5 9633 12660 15079 17766 2°S 9754 12706 15065 17772 9851 12742 15173 17826 9892 12769 15191 17834 2® 9902 12774 15196 17916 2OJffi 9914 12782 1-5203 17998 2® 9929 12824 15263 18000 20|$ 9948 12869 15272 18017 20*3 99-50 12944 1528-4 18075 SOjft 9950 12985 15293 18094 20®J 9986 13004 15304 18101 20% 429 3737 7028 10011 13086 15363 18146 20°$ 519 3741 7037 10018 13110 15373 18215 2® 590 3746 7171 10154 13149 15381 18227 200$ 600 3853 7179 10168 13228 15445 18231 20% 747 3858 7290 10204 13297 15493 18242 20°» 812 3934 7294 10228 13315 15494 18270 20°$ 818 3970 7310 10245 13327 15501 18843 200? 824 4001 7354 10284 13364 15593 18349 62 3238 6723 133 3244 6783 139 3333 6780 181 3339 6836 197 3356 6840 223 3403 6868 228 3419 6875 240 3522 6886 245 3524 6889 263 3531 6923 275 3554 6955 369 3727 7010 861 4049 7370 10298 13398 15604 18427 2L,„ 891 4083 7388 10335 13412 15620 18456 20'fcj BRAND AAN DE HAARLEMSCHE 912 4111 7419 10397 13422 15627 18462 2Ö7ÏÏ SCHEEPSWERF. 968 4216 7429 10404 13461 15661 18491 2Üjï n hinnonl.ra.Ki-U. Hat 7:,lor 970 4219 7463 10425 13481 15666 18494 207$ Omtrent het binnenbrandje dat Zaler y77 4249 7512 1Q4g4 1350g lm- 18559 <20® dagavond in de schilderswerkplaats van 1066 4263 7608 10566 18511 16772 18565 2671* de Haarlemsche Scheepswerf aan het 1173 4267 7626 10576 13528 15811 19587 20 Noorder-Buitenspaarne woedde en waar-™7 4f7} 135öO 16869 18662 omtrent vermoedens van kwaad-willigheid 1294 4290 7817 10751 13593 15894 18767 20=2 waren gerezen, vernemen we nog het 1298 4313 7835 10763 13609 15903 18776 20?/ voWnHn- 1815 4317 7865 10S°7 13648 16910 18792 20T volgende. 1343 4392 7890 10848 13735 15920 18800 Doordat er in den beginne aan opzet 1409 4425 7893 10955 13744 15947 18818 gedacht werd. stelde de Sdhotensdhe po- 1482 4427 7960 10974 13752 10976 18862 r-L onderzoek in Dit vermoeden 1607 4481 7985 10979 13763 15989 18875 2% een on 1 f j 1508 4448 7969 11017 13766 16011 18869 SjHji van opzet was ontstaan, doordat de brand 1686 4452 go17 11046 18775 16133 18928 31*4; was uitgebroken in een gedéelie, dat ei-1634 4566 8020 11050 13821 16196 19036 2}£aA cenli.k buiten de fabriek Hflt Enkele1672 4617 8050 11163 13326 16236 19051 ?l£S genlijk busten de tafinek ügt. Enkele U20a 18833 le272 10O57 2lS® voorwerpen, waaronder een mes en een 1730 ^2 8100 11210 13865 16354 19111 '/14S paar stukken glas, werden in beslag ge-1747 4653 8129 11273 14020 16367 19140 nomen, waarna het onderzoek o verge-1803 4861 8181 11312 14047 16406 19176 dragen werd aan de politie van Haar- uu0 16^3 le2,12 2l4" lemmerliede, onder wier gebied het ge-1350 6062 8295 11349 14111 16542 19248 -Jgh val ressorteerde. Deze sielde zidi in ver-1894 6096 8316 11854 14117 16662 19244 21j$f binding met den heer Van Urdden Hul-1906 5176 8319 11420 14176 16*52 19288 sebosch te naspeuringen tvuzsuisvu Ad) w»» yuiAl j. - - - jUV. 1I.1 „wn onrike ;s doch dat men 2000 5341 8648 1167Ö 14238 16678 19389 21*5} heelemaal geen sprake is, doelt dat men^uo um lm? im8 ggjy te doen heeft met een geval van zelfont-g^ 5428 m? 11579 14801 16716 19414 2107? branding in een vat zwartsel. 2093 5430 8668 11587 14305 16747 19438 21 VRAGEN VA'N KAMERLEDEN. 2157 6466 8674 11675 14310 16780 19444 Wfr Het Kamerlid Bomans heeft den mi-|^|4 5473 -j j 7G9 148g9 .^«5 19467 nister van Landbouw gevraagd: 2260 6628 8680 11793 14404 16887 19499 le. Kan Z. E. mededeelen om welke2264 5650 8683 11794 14446 16930 19518 redenen de maandeliik*ohe uitkeeringen 2265 5656 8704 11808 14450 16968 19517 22 redenen de maanaeiijKsööe mtkeenngen^ U349 1446g 10996 1958g 2o aan gasfabrieken, groot-mduslne enz.-^g 6687 875S 11912 14509 17009 19551 221® aanegvangen in Oct., en Nov. 1920, uit2314 5713 8850 11915 14535 17022 19663 221^ op het aan Duitschland verleende k°km" m2 8896 11940 14600 17151 19626 22^ 2242-j 2462 5829 8896 11940 14600 17161 19626 2 crediet en betaald door het Centraal Ver-2505 6832 8926 11986 14665 17150 19636 22^ rekenkantoor voor Brandstoffen, niet zijn 2636 5857 8936 12007 14732 17174 f9030 227aC 2682 6884 8966 12102 14782 17203 19687 Vfflg voortgezet? 26g5 6951 g97g 12107 14g00 17206 J973B 2248" 2e. Wanneer verdere uitkeeringen even-tjggj 6027 gQjo J2136 14S19 17234 19744 224® tueel zijn te verwachten, kunnen de deel-2630 6086 9016 12229 14881 17278 19765 226% eereedilidden alsdan Tekenen on terug-2698 6093 9034 12248 14886 17296 19790 gerechtigden alsdan tekenen op teru8.2709-6166 9049 12251 14890 17304 19795 226*1 gave van het voile bedrag, waarvoor zij2721 61g4 9109 122c- 44922 17S22 19307 226^ in voornoemd fond» participieeren? 2748 6448 9111 12270 14928 17878 19918 De lieer Duys heeft aan den minis- 2787 6491 9161 12821 14933 17469 19919 nThlXndsebe Zaken «evraagd-2792 6522 9238 12384 14945 17518 19932 ter van B-nnenlandsche Laken gevraagd. g542 12444 U97s 17574 19936 o#0* Is het juist, dat door het college van 2349 6553 9328 124-59 16017 17590 19951 22Wj Gedepufeerde Staten van Noord-Holland 2859 6585 9344 12464 16050 17633 19957 220* „nri.hncr. ,Hd geleden ter «oedkeu-3008 6623 9303 12488 16058 17637 20014 2ffi reeds gemiimen tijd geleden ter goedkeu 150.56 17642 20087 22?® door de Staien dier provincie vastgc- stede reglement betreffende den rechts toestand van het personeel in dienst dier provincie? Zoo ja, is de regeering bereid mede te deelen de redenen, waarom tot heden nog gen goedkeuring door haar is ver leend, en of ten spoedigste die goed keuring kan worden te gemoet gezien? HAARLEMSCHE STOOM VERF FABRTEK In de gelhouden jaarlijksche algemee ne vergadering van Aandeelhouders der N.V. Haarlemsche Stoom verf fabriek werd het dividend op de gewone aandeelen op 6 pet. bepaald, dat op de cumulatieve aandeelen op 7 pet. De voorbereidingen voor 't op 26 Juni te houden bloemencorso zijn in vollen gang. D-e beide secretarissen, de heeren L. J. Segers Veeckens en D. Kuiper, heb ben nu gelegenheid, hun werkkracht te tooncn en de voorzitter mr. D. E. Lioni kan reeds Dinsdagavond kan 't voorzit- teren trókken in de gecombineerde ver gadering van Bloemendaal's Bloei en de feestcommissie. Verschillende ingezetenen der gemeente hebben reeds hun steun toegezegd (voor 't corso wel le verstaan). De jury is ook reeds voor mekaar. Nu reeds kunnen wc mededeelen, dat er gelegenheid zatl bc staan voor inschrijving in de afdeelin gen: 1. rijwielen, 2. ruiters, 3. auto's en mo tor-rijwielen, 4. groepen, 5 rijtuigen, 6. karren, 7. handel (reclame). Ook vor „buitengemeenlCTs" zal gele- ïn de vorige Jij at stond12403, m. e. 12408. genheid beslaan aan het corso deeé t§ nemen. HEEMSTEDE. Door den heer J. 0. B., alhier, I» aangifte gedaan van het vermissen van eon gouden armband uit zijn woning. SCHOTEN. EEN RAADSVACATURE. De heer A. P. A. Verkooij, lid van dot» gemeenteraad, zal zich ie Haarlem vc-v tigen, waar hij zet-kastelein wordt in „café-Neuf." Hierdoor ontslaat een raadsvacatnre, waarvoor in aanmerking komt de heeT v. d. Dussen. Het schijnt niet onmoge lijk te zijn dat -de heer v. d. Dussen voor een raadszetel niet in aanmerking wenscht le komen, evenmin als de an dere plaatsvervangende leden op de lijst der S. DM. P. Mocht dit het geval zijn dan zou de Scholensche Raad onvoltal lig worden. Woningbouw. Ten behoeve van da Christelijke bouwvereewiging der ed. Herv. gemeente, zullen op een terrein aan de Riouwstraat 18 burgerwoo rihui zen worden gebouwd. Woest rijden. Woensdagavond om streeks 7 uur peddelde een jongen me* grootcn vaart door de Cronjéslraat, niet het gevolg dat ter hoogle van den Beels- straal het dochtertje van d en heer D0 Zeeuw werd aangereden en met eert bloedende hoofdwonde huiswaarts werd gebracht. De fietsrijder die den oorzaak waa. had het hazenpad gekozen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 2