buitenland.
feuilleton
Onder Valsche Vlag
vRijdag 3 juni 1921
Pari ementaïre kroniek.
DE ZOMERMAAND.
De Poolsche opstand in Opper-
Silezië.
Het conflict in de mijnindustrie.
De toestand in Ierland.
Tweede Blad
De mailtreinen naar Vlissingen.
Het conflict tasschen B. en W.
van Wormerveer. De stem
pelsnijder aan 's-Rijks munt.
De Staat en de Bank voor Ne-
derlandsche gemeenten.
Na een half uurtje in geheime vergade-
^ng in bespreking over. haar huishoudelij
ke uitgaven voor 't volgend jaar te heb-
'>en doorgebracht, zette de Tweede Kamer
*'ch te luisteren naar de interpellatie van
den vrijzinnig-democratischen heer Van
^resteyn. Als vrijwel bekend mag aange
komen worden, dat de mailtreinverbin
ding met Vlissingen, zoowel wat de snel
heid betreft als de correspondentie met
kndere treinen veel te wenschen overlaat.
Dat zit zoo: de stoomvaartmaatschappij
••Zeeland", die vele jaren een goed-gere-
tommandeerde passagiersdienst naar En
gland was, is de dupe geworden van de
'isie der spoorwegmaatschappijen, die bij
haar bestaan geen belang meer hebben. Zij
hebben de kans gezien om de aandeelen
die zij oorspronkelijk in deze maatschappij
hadden A pari over te doen aan den Staat
01 nu hun onderlinge concurrentie is ver
uiten, was er geen aanleiding meer om
"aast den dienst op de Harwich-booten die
van den Hoek van Holland vertrekken,
een tweede verbinding naar Engeland te
helpen. Dat die tweede verbinding nu toe-
vallig een Hollandsche maatschappij is,
'*at een commercieele instelling als de
•Poorwegmaatschappij koud.
Met zijn bekenden speurzin, had de heer
Beresteyn de zaak in al haar onderdee-
onderzocht.
De Minister van Waterstaat heeft er in
*ijn antwoord, dat niet minder in details
W-daalde, nog al een en ander op kunnen
Afdingen. Op zijn beurt is de bewindsman
er nochtans niet in geslaagd den indruk
te nemen, dat de spoorwegmaat-
*°happijcn nu juist niet van harte hare
ktedewerkiug verleenen om te bevorderen,
aan de verwezenlijking van den wensch
Regeering en Parlement het behoud
^er Vlissinger lijn alle beschikbare
*kt;rgie worde gespendeerd.
Het staat intusschen wel vast, dat de
dienstregeling der spoorwegen in aanslui-
hkg op den Vlissingschen maildienst wel
*®el te wenschen overlaat. Of er veel aan
yeranderen zal zijn, staat te bezien. Het
nu eenmaal een feit, dat het verkeer tus-
'khen Duitschland en Engeland sinds den
k°rlog sterk is verminderd en bij het mo-
*>l>olistisch karakter van ons huidig spoor
wezen, schijnt er weinig grond voor de
Verwachting, dat waar vroeger de con
currentie toe dreef men bij wijze van
JPeculatie een uitnemend ingeriohten dienst
1 onderhouden, waarvan voorloopig door
veel te gering aantal reizigers zou
01 den gebruik gemaakt, am hem renda-
te doen zyn.
.De Minister deed ten slotte de toezeg-
fckg,
dat hij ernstig zal overwegen, in hoe-
*erre kan worden voldaan aan de wen
den, welke in een motie van den inter-
J*"ant vervat waren. De desiderata in deze
°be, die zonder hoofdelijke stemming
*'rd aangenomen, waren ten eerste: her-
e' van mailtreinen in den geest van de
OHge dienstregeling, en ten tweede: her-
e' van gelijke tarieven van Nederland-
Sche stations naar Londen via Vlissingen
fck via Hoek van Holland.
Te Wormerveer, de plaats zoo beroemd
*'°r het bokende gedicht in knittelverzen
den Sohookneester, heersoht onze
3rs weten er alles van sinds jaar
dag een gespannen verhouding tus-
°h den Burgemeester en een socialisti-
Vhen wethouder. Die verhouding strekt
*l'uurlijk niet ten voordeele van den goe-
J®*1 gang van zaken in de gemeente. Zulks
1 ekte den heer Duys, voor wien een in-
rPellatie zoowat dagelijks werk is, tot
*hleiding, om over deze aangelegenheid te
'"'orpelleeren.
k.HÜ stelde ten eerste den minister van
htnenl. Zaken de vraag, of Z.Exc. naar
'inleiding van dezen ongewenscbten toe-
^bid voornemens was, maatregelen te
kffen. Minister Ruys de Beerenbrouck
j~Mwoordde den interpellant, dat hij voor-
Sn°g geen reden heeft, om zijnerzijds
genover den burgemeester op te treden,
Z8 integendeel uit een onderzoek naar
nleiding van eenige tot dusver ingediende
*<*ten gebleken js, dat de burgemeester
'''omen vrij uitgaat. De minister ver
klaarde overigens, de aandacht vaö den
commissaris der Koningin te zullen vesti
gen op hetgeen alzoo te Wormerveer ge
schiedt.
Verder is het c-en feit, dat daar sinds
meerdere maanden de woningbouw eener
sociaal-democratische vereeniging stil ligt.
Natuurlijk stelde de lieer Duys daarom
trent eenige vragen aan Minister Aalberse.
Echter, de mededeelingen van den Minister,
wierpen op de handelingen dezer vereeni
ging, een alles behalve gunstig licht.
Bij het regeeringsvoorschot was name
lijk bepaald, dat de woningen niet duur
der zouden mogen zijn dan 6500 per
woning. Dit bedrag werd overschreden,
met het gevolg, dat een nieuwe aanvraag
om voorschot tot de Regeering gericht
werd. Bij het onderzoek naar de al- dan
niet redelijkheid van deze aanvraag, bleken
er in de vereeniging zulke ernstige onregel
matigheden te zijn gepleegd, dat, op verzoek
van den minister van Arbeid, de justitie
zich in de zaak mengde. En zoolang het
justitieel onderzoek hangende is, wenschte
de minister volkomen correct, geen maatre
gelen te treffen, teneinde den bouw der wo
ningen le doen voortgaan.
In dit justitieel onderzoek tenslotte had
de interpellant aanleiding gevonden, om
ook den minister van Justitie eenige vragen
te stellen, in het bijzonder ten aanzien van
een huiszoeking hij eenige bestuursleden
der vereeniging en van de inbeslagneming
van boeken en bescheiden. Minister Heems
kerk kon daarop uitteraard niets anders
antwoorden, dan dat zoowel de huiszoe
king, als de inbeslagneming volkomen
regelmatig hebben plaats gehad en dat
Z.Exc. overigens geen enkel oordeel over
deze zaak kon uitspreken, zoolang het on
derzoek der justitie nog niet geëindigd is.
Het resultaat van deze door den heer
Duys natuurlijk met hoop op zegen afge
schoten interpellatie, was dan ook geen
ander dan dit, dat volgens de uitdrukkelijke
verklaring der Regeering, den burgemeester
van Wormerveer geen enkel verwijt van
incorrect optreden kan treffen en verder,
dat vaststaat, dat er tegen het bestuur
eener sociaal-democratisChe bouwvereeni-
ging zóó ernstige verdenkingen van malver
saties zijn gerezen, dat op verzoek van den
mfnister van Arbeid, een justitieel onder
zoek wordt ingesteld, hetwelk thans nog
hangende is.
Alsof er geen vuiltje aan zijn nriniste-
rieelen hemel geweest was, zat Minister
De Vries Donderdag weer even slagvaar
dig als altijd, achter de groene tafel. Het
eerste ontwerp van dezen bewindsman,
na zijn vacantiereisje naar Brussel, was
het op wachtgeld stellen van den stempel
snijder aan 's Rijk's munt, den kunstenaar
Wieneckc. Drie sprekers, de hoeren Ter
Hall, Van Beresteyn en de communist
Kruyt, uitten op ironische wijze hun vreug
de over 's-Ministers ,,joyeuse rentrée". Nu
ook de heer De Vries, liet zich in zijn
antwoord ook niet onbetuigd.
Wat nu de zaak zelf betreft: het op
wachtgeld stellen van den heer Wienecke,
dienaangaande wil het ons, na de gevoerde
discussie voorkomen, dat het verzet er le
gen, sterk overdreven mag genoemd wor
den. Wat toch is het geval?
Het is een feit, dat er voor den stempel
snijder aan de Munt geen voldoende werk
is, in vijf jaar tijds heeft deze ééns een
beeldenaar gemaakt. De Minister heeft
hierin aanleiding gevonden, om deze func
tie op te heffen en na eenige onderhande
lingen is de Minister zoowel omtrent het
ontslag zelve als omtrent het toe te kennen
wachtgeld, met den huidigen functionaris
geheel tot overeenstemming gekomen. Ge
vaar voor minder artistieke verzorging on
zer munten vloeit uit dezen maatregel
geenszins voort; integendeel, de Regeering
zal voor nieuwe ontwerpen niet meer uit
sluitend aan den heer Wienecke gebonden
zijn, doch haar voordeel kunnen doen van
de mededinging ook van andere numisma-
tieke kunstenaars. Bij de stemming bleken
zich dan ook slechts drie leden tegen het
ontwerp te verzetten, de heeren Wijnkoop,
Kruyt en Ter Hall.
Een breedvoerige bestrijding ondervond
het ontwerp tot deelneming in het kapitaal
der Bank van Nederlandsohe gemeenten.
Dit voorstel houdt in een deelneming van
den Staat tot een bedrag van 5 milüoen
gulden in het op 10 millioen te brengen
kapitaal dezer credietbank.
Bedoeling daarvan is het geschokte cre-
diet der gemeenten eenigszins te herstellen,
door voorlichting van het beleggend pu
bliek en tevens, om kleinere gemeenten,
die weinig of geen kans van slagen
hebben bij het plaatsen van betrekkelijk
kleine leeningen, te helpen. Vijf millioen,
in dit jaar en volgende jaren te storten, is
daarvoor toegestaan. Zoodoende wordt ver
meden, dat de Staat uitsluitend als geld
schieter voor de gemeenten optreedt en
men hoopt, dat de gereorganiseerde Ge
meentelijke Credietbank voldoende ln staat
zal zijn, daar, waar 't noodig is, voldoende
steun te verleenen. Tevens hoopt men op
deze wijze te voorkomen, dat de gemeen
ten, door hun onderlinge concurrentie, om
een leening geplaatst te krijgen, den rente
voet onnoodig opdrijven.
Minister De Vries wees er op, dat dit
voorstel algemeene instemming had gevon
den. Natuurlijk was de heer Wijnkoop et-
tegen. Hij zag er nota bene onnoodige be
lemmering van de gemeentebesturen m.
Er was een motie van de socialisten, met
de strekking, dat de gemeenten, ter dek
king van buitengewone uitgaven, voor zoo
veel noodig vanwege het Rijk de benoodig-
de gelden bij wijze van leening onder re
delijke voorwaarden moeten krijgen, te
recht heeft de Regeering dit royale gebaar
afgewezen. Het gaat niet aan, dat het Kijk
verplicht zou zijn de noodige leemngen te
sluiten, bij hetzelfde publiek, dat onge
neigd mocht blij'ken, om sommige gemeen
ten gelden te verschaffen. Het zou een
verplaatsing worden van verantwoorden.]
heid, zonder medezeggenschap van den
geldschieter, het Rijk, over de besteding
der gelden. Bovendien verklaarde de Mi
nister, dat het Rijk-zelf „zachtjesaan ook
al weer moet denken aan een leening er
vermindering van de vlottende schuld.
De communisten en de socialisten s em
den alleen voor de motie-Van den e™Pe
Tegen het wetsontwerp stemde behalve
de communisten, ook de heer Van uuren,
die geen motief aangaf van zijn egen-
stemmen.
In ons land heeft Juni nooit een vast
karakter, we hebben in de laatste jaren ge
had schitterende Junimaanden, niet buiten
gewone warmte, maar ook natte, fmsctie,
zelfs koude zomermaanden. Meestal is e
eerste helft altijd wat koel, de tweede mil
der. De naohtvorsten zijn nog niet van e
Incht; er gaat haast geen Ju»1 voor ij
zonder vorst.
Verleden jaar was de temperatuur
de geheele maand gemiddeld slechts een
weinig boven normaal; zij vertoonde ech
ter groote afwisselingen. De eers e en
dagen was het 3 gr. C. te koud, de tweede
10 dagen bijna 4 gr. C. te koud en de
derde bijna 1 gr. C. te warm. De neerslag
over het geheele land bedroeg 60 prooerr
van de normade maand&om; m e eer^ c
week viel weinig regen, van den s»en o
den 19den was 't nagenoeg overal steeds
droog weer; daarna gingen onweersbuien
op den 19den, 29stim en 30sten vooral ,n
't Noorden van betrekkelijk veel neers ag
vergezeld. Het aantal uren met zonne
schijn gemiddeld over het geheele an
droeg 226 tegen 185H normaal.
Een belangrijke dag is St. Jan (24 Juni);
dan gaan de dagen, hoewel langzaam,
meer korten; de langste dag valt in 't laatst
van deze maand. Dan loopt 't St. Janslof
uit, de St. Jansrogge wordt gezaaid.
Zonsopgang op 1 Juni 4,46; ondergang
9,10; op 30 Juni 4.42, ondergang 9,23.
Zoogdieren. Hazen hebben meestal
voor de tweede maat al jongen.
Vogels. Alle vogels hebben nu jongen;
de kwartel en de spriet broeden. De riet-
zangers wachten met bouwen tot 't riet
hoog genoeg is. Er wordt nog heel wat ge
zongen, vooral in de morgenschemering,
zwartkop, spotvogel, rietzangers en boom-
piepers zijn nog druk in de weer. De koe
koek laat zich de heele maand nog hooren;
in Juli minder, dan vertrekt hij vaak al.
Ook de nachtegaal houdt niet op; zelfs m
Juli niet, hoewel St. Jan de officieele slui
ting van het concert is. Lijster, kwik
staart, leeuwerik, merels, mussohen en vin
ken hebben voor de tweede maal eieren.
Jonge ooievaars houden vliegoefeningen.
Amphibieën. In de slooten massa's don-
derpadjes, die zich nu nog te goed doen
aan de dapfhnia's, die in onmetelijke hoe
veelheden rondzwemmen in groote scholen,
die als breede bruine banden door t
water trekken. De kikkers kwaken maar
door bij dag en nacht; kleine kikkertjes
van verleden jaar huppelen al rond.
Beptielen. Hagedissen hebben eieren.
Op zonnige dagen zijn deze vlugge diertjes
wel te vangen; ook de hazclwonuen.
Insecten. Van de vlinders zien wij nu
den grooten wilgenhoutrupsvlinder, die
eieren legt tegen de stammen van wilgen,
populieren en eenige vruchtboomen. Van
het koolwitje vliegt gewoonlijk de tweede
generatie. De vlinder uit de wormstekige
appels vliegt. Ook de kleer- en tapijtmot-
ten. Deze vlogen trouwens al in Mei,
vooral in kamers, waar 's winters gestookt
wordt. Men moet nu de motjes vangen en
dooden. Er zijn nu al allerlei rupsen te
vangen. De kleine vos zit in kolonies op
brandnetels. Ook de mooie Atalanta's, doch
die zitten afzonderlijk, in saamgesponnen
blaadjes. Verder vinden wij den dagpauw-
oogvlinder op brandnetel. De rtngelrupsen
gaan verpoppen.
De meikevers gaan of zijn weg, maar
de junikevers beginnen te komen. De bok
torren op" wilgen en populieren.
De erwtenkever komt te voorschijn en
legt eieren aan de vruchtbeginsels der
erwten; de boonenkever verricht soortge
lijk werk aan de booncn. De libellen
(glazenmakers, wrattenbijters, ijsbouten)
vliegen; trouwens ze waren er als in Mei.
Bladluizen komen nu overal, doch vooral
in groote menigte op linde en in de
boonen.
Nu worden de steenmuggen, knazen en
brem sen buitengewoon lastig. Hommels,
bladwespen en wespen komen in grooter
aantal. Veenmollen verwoesten de moes
tuinbedden, leggen eieren en hebben ook
al jongen. Aan de rozen ritten nu bastaard
rupsen (precies rupsen) te knagen; zij
kauwen aan de randen der blaadjes.
Alleen wie geregeld zijn planten naziet,
houdt ze vrij van insecten. Dat is meer af
doend en heel wat goedkooper dan 't be
spuiten met allerlei vloeistoffen.
In de vrije natuur en in de parken.
In deze maand bloeien wel de meeste
planten. Vooreerst zijn nog lang niet alle
voorjaarsbloemen heen; dan komen reeds
vele herfstbloeiers, terwijl bovendien de
echte zomerbloemen er nu ook zijn. Het
aantal bloemen is niet bij te houden.
Dank zij 't mooie weer, dat we gehad
hebben, bloeit nu alles veel vroeger.
Van de boomen beginnen in deze maand
te bloeien: de linde, de tamme kastanje,
de acoacia staat nu reeds een veertien daag
al te bloeien.
Van de kruiden allereerst de gele Usch
aan de slootkanten, dan de leliesoorten,
de uien, de zwaardlelie, het pijlkruid, de
zwanenbloem, de waterpest, monnikskap,
de witte waterlelie en de gele waterlelie
(plomp), ook de herik (dat gemeene on
kruid), het kaasjeskruid en de muurpeper.
Dan de Oost-Indische kers, wolfsmelk, het
zevenblad, de wikke, linzen prortkerwben,
duivelsgaren of warkruid, a-kke,winde,
bitterzoet, zwarte nachtschade, belladonna,
bikenkruid, waterblaaskruid, bremraap,
muurleeuwerig, vlasbek, vingerhoedskruid,
korenbloem en nog een paar honderd meer.
Wilgen en populieren beginnen te pttu-
zen.
Insedarium en terrarium. Rupsen kan
men apkweeken tot vlinders, terwijl men
allerlei kevers in 't inseclarium kan hou
den. Tot aan September kunnen nu onze
insectaria rijkelijk gevuld zijn
In 't aquarium is 't nu ook vol leven. We
scheppen daphnda's voor de vdschjes en
salamanders.
De Engelschen in Gross-Strehlitz.
Woensdagnacht waren de Engelsche
troepen gereed om op te trekken. Tegen het
aanbreken van den ochtend rukten ze in
twee richtingen langs den sraatweg in de
richting van Malapane naar Lubliiutz en
in de richting over Tarnau naar. Gross-
Strehlitz op.
Voor zoover men tot nu toe weet, zijn
onderweg geen gevechten voorgekomen,
daar de Polen hun vooruitgeschoven pos
ten hadden teruggetrokken. Tegen den
middag bezetten de Engelschen het ver
woeste Stubendorf. Toen zij ongeveer drie
kwart van den weg naar Gross-Strehlitz
hadden afgelegd, werd plotseling onver
wacht de' opmarsch gestaakt. Naar uit Op-
peln wordt gemeld, moet dit hieraan wor
den toegeschreven, dat van Fransche zijd»'
Woensdagochtend in Oppeln tegen het
vertrek van de troepen is geprotesteerd.
Generaal Lerond moet tot nu toe bij zijn
eiseh gebleven zijn, dat met Polen en
Duitschland onderhandeld moet worden
cn dat tusscben beide partijen een neutrale
zóne moet worden gevormd. De onderhan
delingen zijn nog aan den gang, doch men
verwacht dat het staken van den Engel
schen opmarsch slechts van tijdelijken aard
zal zijn.
Een uit Breslau ontvangen bericht
meldt, dat de eerste Engelsche troepen
Woensdag zonder tegenstand te ontmoeten
in Gross-Strehlitz zijn binnengetrokken.
Aan het „Hbld." wordt nog uit Berlijn
gemeld:
Naar aanleiding van den Engelschen op
marsch is het in den boezem der inter-
geallieerde commissie tot een scherp debat
gekomen. Van Fransche zijde werd be
weerd, dat de nieuwe gevechten tusschen
Polen en Duitschers door 't offensief van
de Duitsche „Selbstschutz" waren uitgelokt,
een voorstelling, die door de Engelsche of
ficieren zoo krachtig mogelijk bestreden
werd. De meeningsverschillen tusschen
Franschen en Engelschen moeten tot een
heftige woordenwisseling aanleiding heb'
ben gegeven. In principe is men het over
de instelling van een neutrale zóne tus
schen Duitschers en Polen eens geworden,
waarbij echter van Engelsche zijde de
voorwaarde werd gesteld, die na aanvan
kelijk krachtig verzet van de Franschen
werd aangenomen, dat de Duitsche Selbst
schutz de linie, die zij op het oogenblik in
neemt, bezet mag houden. De instelling
van een neutrale zóne zal op deze wijze
geschieden, dat de Poolsche oproerlingen
door de intergeallieerde troepen worden
teruggedrongen. Omtrent de vraag, welke
troepen aan deze actie zullen deelnemen
en welken omvang de operaties zullen heb
ben, zijn de besprekingen, die ten gevol
ge van de bestaande meeningsverschillen
zeer moeilijk zijn, nog aan den gang.
UNIE VOOR DEN VOLKENBOND.
Tot op heden hebben zich 162 leden
aangemeld voor de bijeenkomst op 6 Juni
van de Unie voor den Volkenbond en wel
uit de volgende landen:
Nederland, België, Oostenrijk, China,
Spanje, Frankrijk, Groot-Brittanniê, Japan.
Noorwegen, Polen, Roemenië, Rusland,
Zweden en Zwitserland. De Deensclie Liga
van den Volkenbond verzocht ook om op
genomen le worden.
De stand van zaken.
De instructies van de besturen van den
Je uit den Iorsohen Privy Council instel
len, die dan Zuid-Ierland moet regeeren
als een Kroonkolonie. Dat wil volgens de
„Westminster Gazette" zeggen, dat de re.
geering enkele stroomarmen zal benoe
men, als zij dezen vinden kan, en in wezen
het land in handen zal geven aan de mi
litairen, die het waarschijnlijk noodzake
lijk zullen vindien, den staal van beleg lot
het geheele gebied uit te breiden.
Dit beteekent, naar de meening van het
liberale blad, een eindelooze voortzetting
van rebellie en onderdrukking, die zich
waarschijnijk in een fonmeelen burgeroor
log zal ontwikkelen. Er is eehier volgens
het blad nog een andere weg, als de re
geering dien wil inslaan. Zij kan de beide
parlementen uitnoodigen samen te komen
als een Iersche consti'uoerende vergade
ring waarin voor dit doel dan ook de
nationalisten van Ulster en de leden der
universiteit van Dublin zouden worden
opgenomen en hen aan het werk zetten
om hun eigen oplossing te vinden zoowel
wat betreft de binnenlandsche aangelegen
heden als die, welke Groot-Brittannië be
treffen. Bij een dergelijke uiinoodigng zou
men liberaal moeten te werk gaan en geen
onmogelijke voorwaarden moeten stel'sn
zooals het uitleveren van wapens.
Het blad wijst dam verder op de misluk
king der regeeringspolitiek in' Ierland; bet
eenige succes is geweest de verschansing
van Ulster in een afzonderlijk parlement,
bond van spoorwegpersoneel (de N.U.R 0ch ook voor Ulster is vrede een nood-
en de transportarbeiders-federatie (o.n het
embargo op het vervoer van steenkool op
le heffen) schijnen overal te worden uit
gevoerd, als gevolg waarvan hot vervoer
van steenkool thans zonder moeite plaats
hoeft.
De wending, welke het conflict neemt,
maakt een spoedige bespreking tusschen
werkgevers en werknemers, zonder tus
schenkomst der regeering, waarschijnlijk.
Hodges en andere mijnwerkersleiders
hebben de eigenaars reeds veTzocht, nieu
we voorstellen ter tafel le brengen, alsme
de een alternatief voor den nationaien
winstpat.
Gisteren zouden de eigenaars aan den
premier de beslissingen in de districten
overleggen ten aanzien der regceringsvoor-
stelien.
Heden bespreekt de mijnwerkcrsiedera-
tie de antwoorden uit de verschillende
districten ten aanzien dier voorstellen bin
nengekomen. De antwoorden verwerpen
in het algemeen het regeeringsplan, al
thans Woensdag kwamen uit verschillende
kolengebieden berichten binnen, dat dere-
gueringsvoor.stellen verworpen werden.
Daarentegen besloot het bestuur der
mijnwerkers van Northumberland hel be
stuur der federatie te vragen, een nationa
le conferentie bijeen le roepen, teneinde
den gansehen toestand te overzien.
Een schrijven van Llogd George.
Lloyd George heeft een schrijven gericht
tot den secretaris der mijnwerkersfedera-
tic Hadges, waarin hij protesteert tegen
de veronderstelling, dat hij gedreigd zou
hebben de mijnwerkers aan gedwongen
arbitrage te onderwerpen. Noch. ik noch
een mijner collega's heeft, aldus de pre
mier, iels gezegd omtrent maatregelen, die
de regeering zou neimen ais haar voorstel
len werdegf verworpen. Lloyd George
spreekt het vertrouwen uit, dat Hodges
maatregelen zal treffen om dezen verkeer
den indruk weg le nemen, die in verschil
lende districten wordt gebezigd om de
mijnwerkers tegen de regeeringsvoorste>-
len in le nemen.
Hodges heeft in antwoord hierop ver
wezen naar zijn verklaring, dat toch de
indruk gewekt werd en verklaar», dat het
'hem genoegen doet ie vernemen, dat die
indruk volkomen ongegrond is.
Wat gaat er in Ierland gebeuren
In een hoofdartikel wijst de „Westmin
ster Gazette" erop, dat het Noordelijk
parlement van Ierland a.s. Dinsdag zal bij
eenkomen en dat het Zuidelijk parlement
op 28 Jnni samenkomen moet. Niemand
behalve misschien Sir Hamar Greenwood
(zegt het blad) verbeeldt zich, dat het
laatste zal bijeenkomen of functioneeren
als een parlement in den zin der wet, maar
lang voor dien datum zullen de leden er
van, behalve de vier, door de Universiteit
van Dublin aangewezen en met inbegrip
van de Sinn Feinleden voor de Noordelij-
graafschappen, als „Dail Eireai zijn
bijeengekomen, de gekozen vergadering
van het „opstandige" Ierland; en aan het
eind der maand zal het blijken, dat er
geen vertegenwoordiging in den zin der
wet is voor Zuid-Ierland. Wat rati de rc-
geering dan doen?
Velgens de „Government of Ireland Act"
is er maaT één weg. Zij moei een commis-
Het Wad wijst voorts op een intervieis
van De Valera met het „Journal de Ge-
nève", weergegeven' door de Daily News.
De leider der Sinn Feiners, wees er
daarbij op onlangs bracht de „Da'ly
Herald" een dergelijke uitlating dat
Ierland vrij moest zijn om over zijn eigen
lot te beslissen, maar dat, indien dit werd
toegestaan, het niet vijandig of onvriend
schappelijk tegenover Groot-Britlanivë be
hoefde te zijn of zelfs een medegaan met
Groot-Brittamnië te verwerpen.
Gevraagd of Dominion Home Rnle vaa
de hand gewezen zou worden, zeide De
Valera, dat het essentieele 'karakter daar
van, evenals in Canada of Nieuw-Zee-
land, het feit is, dat de „Dominions" le
den zijn van het Britsche Rijk volgens
hun eigen vrijen wil. De meest conser
vatieve staatslieden, rooals Bonar Law
(aldus De Valera) hebben het recht van
afscheiding voor de Dominions erkend
als zij dit voordceiig achtten. Het was
volgens De Valera duidelijk, dat als En-»
geland zulk een aanbod deed het de re
publiek de facto zou erkennen. j|
Zonder het Techt van afscheiding zou-»
den de Britsche Dominions naar de mee
ning van De Valera niet zijn wat zij zijn
vrije leden volgens hun eigen wensch
tof het Britsche Kifk foehoorende.
„Wij werden gedwongen er toe te he-
hooren, maar wij ontkennen dat er eeni
ge werkelijke unie ooit 'bestaan heeft tus
schen Engeland en Ierland. Het gebruik,
dat ik zooeven gemaakt heb van he(
woord „afscheiding" is g»een bcginsolver
klaring en moet niet worden opgevat al'
eenigerlei goedkeuring er van."
Deze woorden lijiken ons van groot ba
lang, zoo gaat de „Westminster Gazette1
voort. De Valera verwerpt Dominion Ho
me Rule niet, doch ontwikkelt een argu
ment om te bewijzen, dat het vereenig
baar is met de Iersche onafhankelijkheid
De hoofdzaak is, dat Ierland» moet zijl
wat De Valera terecht zegt, dat de Do
minions zijn. „vrije leden volgens «igei
wensch tot het Britsche rijk behooiend'
en als er een middel is om Ierland dot tl
maken, kan het ons niet soh den door wal
ke logica of theorie men dit bereikt.
Als De Valera bereid is op dezen grond
slag aan een constitueereiide vergadertiq
deel le nemen, is er goede hoop op eet
practische oplossing.
Maar het is noodig tot hem te zeggen
gelijk lot alle andere partijen van di
wilde conflict, dat, als hij vrede wensc'i*
liij bereid moet zijn het zijne te doen on'
een vreedzame atmosfeer le scheppen.
Hel sluiten van zuivelfabrieken
Op een vraag van kapitein WedgwooC
Beun heeft Sir Hamar Greenwood in hei
Lagerhuis meegedeeld, dat besloten wat,
een beperkt aantal zuivelfabrieken U
sluiten in het in staat van beleg verklaart
de gebied in plaatsen, waar wandaden
waren gepleegd en waar andere straffen
niet de gewenschte uitwerking hadden
gehad. Het aantal te sluiten zuivelfabrie
ken was voor ierier bepaald gebied voor
loopig tot drie beperkt en de mildtaira
gouverneurs hadden order gekregen om
de redenen aan (e kondigen, waarom dia
fabrieken gesloten werden alsmede den
duur der sluiting. De bedoeling was, al
dus aan de inwoners htm verantwoorde
lijkheid duidelijk te maken voor wanc'a-
VRIJ naar HET DUITSCH.
H aarom'>" 'ler'laa^e z*} al8 buiten
Zelve. „Omdat ik aan uwe zijde an-
(Jj'S ongelukkig zou worden, omdat de
mij doet huiveren, omdat het
J,11 dood zou zjjn, indien mijn vrienianetn
een minachtend medelijden op mij
«er», -
*ag<\n. Er zijn wellicht meisjes, voor
;Q armoede en ontberingen niets af-
T^kends hebben. Mijne natuur is eene
t/6' andere. Ik kan niet leven, niet
ademen in bekrompen, armzaligen
•et
1digheden. Mijn geheele ziel verzet
leh tegen. En zulk een lot zou ik mij
bereiden? Nooit, nooit!" Zij barstte
""-on uit, terwijl zij met beide han-
Jj^aar gelaat bedekte.
had zich hoog opgericht; do uit-
bj ,Il8 van zijn gelaat was koud en
„Warden.
t 13 hebben ons beiden vergist, naar
'jnt," hernam hij met een stem,
jk eia zelf vreemd klonk, zoo scherp en
v'aa zij. „Gij dacht een tamelijk goed
huwelijk te doen toen gij mij uw woord
hebt gegeven, en ik... nu ik beminde niet
mejuffrouw* Augusta Wilhelmi, de sluwe
voorzichtige, berekende j'onge dame, maar
een schepping mjjner verbeelding. Het is
een geluk, dat wij heiden onze vergissing
hebben ingezien alvorens het te laat
was."
„Max, Max, vergeef mij! O, haat mij
niet lik kan de gedachte niet verdragen,
dat gij boos op mij zijt."
„Waarom zou ik boos op u zijn, me
juffrouw? Het is uw schuld niet, dat ik
u hoedanigheden toekende, die u niet be
zit. Ik moest integendeel u om vergeving
vragen, omdat u door mijn toedoen ver
scheidene maanden van een kostbaren tijd
heeft verloren, die u zonder twijfel veel
nuttiger had kunnen besteden."
Met een deftige buiging ging hij naar
de deur.
Augusta zonk luid snikkend voor een
leuningstoel op de knieën en weende,
alsof haar hart zou moeten breken.
Den hoed diep in het voorhoofd ge
drukt, doorliep Max verscheiden straten.
Kleine groepen van wandelaars ontmoet
ten hem en keken hem verwonderd na.
Hij bemerkte er niets van. Wat gingen
hem die menschen aan? Hij had een ge
voel, alsof hij plotseling een ander mensch
geworden was, alsof hij eenzaam en ver
laten stond in een hem geheel vreemde
wereld.
„Liefde en trouw!?" Holle klanken wa
ren het, beuzelarijen, waaronder de men
sehen hun lago zelfzucht verborgen!
De openstaande deur van de oude
hoofdkerk scheen Item tot binnentreden
uit te noodigen. De stille eenzaamheid in
de donkere ruimte kwam beter overeen
met zijn stemming, dan het duizendvoudig
leven daar buiten in den helderen zonne
schijn, onder den fonkelenden, lachenden
lentehemol.
Diep ademhalend bleef hij eenige
oogenblikken bij den ingang staan en
richtte dan zijn schreden naar een der
zijkapellen. Hier knielde hij neder in de
schaduw van een pilaar.
Tot nu toe hadden toom en bitterheid
in zijn hart gewoed en hem tot zekeren
graad ontoegankelijk gemaakt voor leed
en smart. Langzamerhand echter bedaarde
nu de wilde storm, en het govoel eener
grenzenlooze leegte, eener volslagen hope
loosheid viel als lood in zijne ziel. Zijne
wilskracht scheen verlamd. Waartoe
diende het te werken en te strijden!
Lafaard" scheen hem nn een stem in
ziin binnenste toe te roemen. Was het niet
laf, dat hot leven hem walgde, nu het
gedroomde aardsche geluk in rook ver
ging? Eeen geruimen tijd bleef hij on
beweeglijk geknield, het heete voorhoofd
tegen den kouden pilaar geleund.
•„Een hoogere macht beschikt over het
lot der menschen," fluisterde hij einde
lijk, „en het komt mij niet toe, daarover
rekenschap te vragen. Wat duizenden voor
mij gedragen hebben en duizenden na mij
zullen dragen, zonder het vertrouwen op
God en de menschen te verliezen, dat
mag en zal mij niet neerslachtig maken.
Ik heb plichten te vervullen jegens mijn
arme moeder en mijn zusters; zij ten
minste zullen onder dezen slag niet
lijden."
Een half uur later verliet Max het
Godshuis on sloeg den weg in naar zijn
woning.
„Er is visite, Max, een heer en een
dame," zeide Anna, die in den familie
kring hem en Helena nog altijd bij den
naam noemde, ofschoon zij reeds sedert
jaren in tegenwoordigheid van vreemden
„mijnheer en juffrouw" zeide. „Mama
heeft al tweemaal gevraagd of u nog niet
te huis was,"
„Visite" herhaalde hij', weinig verblijd
door deze tijding, „Wie is er dan toch?"
„Ik ken die dame niet; maar den heer
1 meen ik vroeger al gezien te hebben,
maar ik weet niet hoe hij heet. Het zijn
anders deftige menschen," voegde zij er
bij, toen zij bemerkte, dat Max klaar
blijkelijk weinig lust toonde, kennis met
de beide vreemdelingen te maken.
Max bleef een oogenblik besluiteloos
staan. Zou hij naar boven gaan of niet?
Met vreemde, onverschillige menschen
nietsbeteekende woorden te moeten wis
selen, scheen hem in de stemming, waarin
hij zich bevond, ondraaglijk. Maar indien
zijn moeder rijn tegenwoordigheid
wenschte!
Nog had hij geen besluit genomen, toen
boven op de gang vlugge schreden hoor
baar werden en Helena zich over de
leuning der trap boog.
„EindelijkWeet gij wie hier zijnP"
fluisterde zij. „De beide gasten van dokter
Reh, die hun redder willen bedanken. De
dokter zelf is niet meegekomenhij is
waarschijnlijk nog niet zoo ver van den
schrik bekomen, dat hij het huis kan ver
laten. Kom gauw naar boven, wij wachten
reeds lang op u."
Max schudde het hoofd. „Ik geef die
menschen hun dankbetuigingen gaarne ca
deau, Helena."
„Dwaasheid! Wij hoorden u met Anna
snroken, zij weten dus, dat gij thuia zijt..
Voor het overige heeft die mijheer u een
voorstel te doen, dat... maar ik wil nog
niet verraden, waarom het te doen is."
Vroolijk lichende Bprong zij weer da
trap op. Max volgde haar dralend en met
weerzin.
Zijn eerste blik viel op de jonge dame
die naast zijn moeder op de canapé zat.
Hij herkende haar oogenblikkelijk, of
schoon hij haar den vorigen dag in het
rijtuig maar even gezien en daarbij den
indruk gekregen had, dat zij niet knap,
veeleer leelijk was.
Leelijk! Hoe hadden zijn oogen hem
zoo kunnen bedriegen! Zij was verblin
dend schoon. Op een ranken hals verhief
zich een klein, met een overvloed van
blonde haren versierd hoofdje. Sierlijke
kleine krullen omgaven het hooge, witte
voorhoofd, waaronder een paar helder
sohitterende blauwe oogen straalden. Have
wenkbrauwen zoowel de lange, gebogen
ooghaartjes waven verscheidene schakee
ringen donkerder dan haar hoofdhaar
waardoor niet alleen de oogen veel aar
diepte en uitdrukking wonnen, maar ooi
het gelaat iets pikants kreeg, dat onwille
keurig de oplettendheid trok.
0
(Wordt vervolgd.)