buitenland. feuilleton Onder Valsche Vlag vRijdag 3 juni 1921 Pari ementaïre kroniek. DE ZOMERMAAND. De Poolsche opstand in Opper- Silezië. Het conflict in de mijnindustrie. De toestand in Ierland. Tweede Blad De mailtreinen naar Vlissingen. Het conflict tasschen B. en W. van Wormerveer. De stem pelsnijder aan 's-Rijks munt. De Staat en de Bank voor Ne- derlandsche gemeenten. Na een half uurtje in geheime vergade- ^ng in bespreking over. haar huishoudelij ke uitgaven voor 't volgend jaar te heb- '>en doorgebracht, zette de Tweede Kamer *'ch te luisteren naar de interpellatie van den vrijzinnig-democratischen heer Van ^resteyn. Als vrijwel bekend mag aange komen worden, dat de mailtreinverbin ding met Vlissingen, zoowel wat de snel heid betreft als de correspondentie met kndere treinen veel te wenschen overlaat. Dat zit zoo: de stoomvaartmaatschappij ••Zeeland", die vele jaren een goed-gere- tommandeerde passagiersdienst naar En gland was, is de dupe geworden van de 'isie der spoorwegmaatschappijen, die bij haar bestaan geen belang meer hebben. Zij hebben de kans gezien om de aandeelen die zij oorspronkelijk in deze maatschappij hadden A pari over te doen aan den Staat 01 nu hun onderlinge concurrentie is ver uiten, was er geen aanleiding meer om "aast den dienst op de Harwich-booten die van den Hoek van Holland vertrekken, een tweede verbinding naar Engeland te helpen. Dat die tweede verbinding nu toe- vallig een Hollandsche maatschappij is, '*at een commercieele instelling als de •Poorwegmaatschappij koud. Met zijn bekenden speurzin, had de heer Beresteyn de zaak in al haar onderdee- onderzocht. De Minister van Waterstaat heeft er in *ijn antwoord, dat niet minder in details W-daalde, nog al een en ander op kunnen Afdingen. Op zijn beurt is de bewindsman er nochtans niet in geslaagd den indruk te nemen, dat de spoorwegmaat- *°happijcn nu juist niet van harte hare ktedewerkiug verleenen om te bevorderen, aan de verwezenlijking van den wensch Regeering en Parlement het behoud ^er Vlissinger lijn alle beschikbare *kt;rgie worde gespendeerd. Het staat intusschen wel vast, dat de dienstregeling der spoorwegen in aanslui- hkg op den Vlissingschen maildienst wel *®el te wenschen overlaat. Of er veel aan yeranderen zal zijn, staat te bezien. Het nu eenmaal een feit, dat het verkeer tus- 'khen Duitschland en Engeland sinds den k°rlog sterk is verminderd en bij het mo- *>l>olistisch karakter van ons huidig spoor wezen, schijnt er weinig grond voor de Verwachting, dat waar vroeger de con currentie toe dreef men bij wijze van JPeculatie een uitnemend ingeriohten dienst 1 onderhouden, waarvan voorloopig door veel te gering aantal reizigers zou 01 den gebruik gemaakt, am hem renda- te doen zyn. .De Minister deed ten slotte de toezeg- fckg, dat hij ernstig zal overwegen, in hoe- *erre kan worden voldaan aan de wen den, welke in een motie van den inter- J*"ant vervat waren. De desiderata in deze °be, die zonder hoofdelijke stemming *'rd aangenomen, waren ten eerste: her- e' van mailtreinen in den geest van de OHge dienstregeling, en ten tweede: her- e' van gelijke tarieven van Nederland- Sche stations naar Londen via Vlissingen fck via Hoek van Holland. Te Wormerveer, de plaats zoo beroemd *'°r het bokende gedicht in knittelverzen den Sohookneester, heersoht onze 3rs weten er alles van sinds jaar dag een gespannen verhouding tus- °h den Burgemeester en een socialisti- Vhen wethouder. Die verhouding strekt *l'uurlijk niet ten voordeele van den goe- J®*1 gang van zaken in de gemeente. Zulks 1 ekte den heer Duys, voor wien een in- rPellatie zoowat dagelijks werk is, tot *hleiding, om over deze aangelegenheid te '"'orpelleeren. k.HÜ stelde ten eerste den minister van htnenl. Zaken de vraag, of Z.Exc. naar 'inleiding van dezen ongewenscbten toe- ^bid voornemens was, maatregelen te kffen. Minister Ruys de Beerenbrouck j~Mwoordde den interpellant, dat hij voor- Sn°g geen reden heeft, om zijnerzijds genover den burgemeester op te treden, Z8 integendeel uit een onderzoek naar nleiding van eenige tot dusver ingediende *<*ten gebleken js, dat de burgemeester '''omen vrij uitgaat. De minister ver klaarde overigens, de aandacht vaö den commissaris der Koningin te zullen vesti gen op hetgeen alzoo te Wormerveer ge schiedt. Verder is het c-en feit, dat daar sinds meerdere maanden de woningbouw eener sociaal-democratische vereeniging stil ligt. Natuurlijk stelde de lieer Duys daarom trent eenige vragen aan Minister Aalberse. Echter, de mededeelingen van den Minister, wierpen op de handelingen dezer vereeni ging, een alles behalve gunstig licht. Bij het regeeringsvoorschot was name lijk bepaald, dat de woningen niet duur der zouden mogen zijn dan 6500 per woning. Dit bedrag werd overschreden, met het gevolg, dat een nieuwe aanvraag om voorschot tot de Regeering gericht werd. Bij het onderzoek naar de al- dan niet redelijkheid van deze aanvraag, bleken er in de vereeniging zulke ernstige onregel matigheden te zijn gepleegd, dat, op verzoek van den minister van Arbeid, de justitie zich in de zaak mengde. En zoolang het justitieel onderzoek hangende is, wenschte de minister volkomen correct, geen maatre gelen te treffen, teneinde den bouw der wo ningen le doen voortgaan. In dit justitieel onderzoek tenslotte had de interpellant aanleiding gevonden, om ook den minister van Justitie eenige vragen te stellen, in het bijzonder ten aanzien van een huiszoeking hij eenige bestuursleden der vereeniging en van de inbeslagneming van boeken en bescheiden. Minister Heems kerk kon daarop uitteraard niets anders antwoorden, dan dat zoowel de huiszoe king, als de inbeslagneming volkomen regelmatig hebben plaats gehad en dat Z.Exc. overigens geen enkel oordeel over deze zaak kon uitspreken, zoolang het on derzoek der justitie nog niet geëindigd is. Het resultaat van deze door den heer Duys natuurlijk met hoop op zegen afge schoten interpellatie, was dan ook geen ander dan dit, dat volgens de uitdrukkelijke verklaring der Regeering, den burgemeester van Wormerveer geen enkel verwijt van incorrect optreden kan treffen en verder, dat vaststaat, dat er tegen het bestuur eener sociaal-democratisChe bouwvereeni- ging zóó ernstige verdenkingen van malver saties zijn gerezen, dat op verzoek van den mfnister van Arbeid, een justitieel onder zoek wordt ingesteld, hetwelk thans nog hangende is. Alsof er geen vuiltje aan zijn nriniste- rieelen hemel geweest was, zat Minister De Vries Donderdag weer even slagvaar dig als altijd, achter de groene tafel. Het eerste ontwerp van dezen bewindsman, na zijn vacantiereisje naar Brussel, was het op wachtgeld stellen van den stempel snijder aan 's Rijk's munt, den kunstenaar Wieneckc. Drie sprekers, de hoeren Ter Hall, Van Beresteyn en de communist Kruyt, uitten op ironische wijze hun vreug de over 's-Ministers ,,joyeuse rentrée". Nu ook de heer De Vries, liet zich in zijn antwoord ook niet onbetuigd. Wat nu de zaak zelf betreft: het op wachtgeld stellen van den heer Wienecke, dienaangaande wil het ons, na de gevoerde discussie voorkomen, dat het verzet er le gen, sterk overdreven mag genoemd wor den. Wat toch is het geval? Het is een feit, dat er voor den stempel snijder aan de Munt geen voldoende werk is, in vijf jaar tijds heeft deze ééns een beeldenaar gemaakt. De Minister heeft hierin aanleiding gevonden, om deze func tie op te heffen en na eenige onderhande lingen is de Minister zoowel omtrent het ontslag zelve als omtrent het toe te kennen wachtgeld, met den huidigen functionaris geheel tot overeenstemming gekomen. Ge vaar voor minder artistieke verzorging on zer munten vloeit uit dezen maatregel geenszins voort; integendeel, de Regeering zal voor nieuwe ontwerpen niet meer uit sluitend aan den heer Wienecke gebonden zijn, doch haar voordeel kunnen doen van de mededinging ook van andere numisma- tieke kunstenaars. Bij de stemming bleken zich dan ook slechts drie leden tegen het ontwerp te verzetten, de heeren Wijnkoop, Kruyt en Ter Hall. Een breedvoerige bestrijding ondervond het ontwerp tot deelneming in het kapitaal der Bank van Nederlandsohe gemeenten. Dit voorstel houdt in een deelneming van den Staat tot een bedrag van 5 milüoen gulden in het op 10 millioen te brengen kapitaal dezer credietbank. Bedoeling daarvan is het geschokte cre- diet der gemeenten eenigszins te herstellen, door voorlichting van het beleggend pu bliek en tevens, om kleinere gemeenten, die weinig of geen kans van slagen hebben bij het plaatsen van betrekkelijk kleine leeningen, te helpen. Vijf millioen, in dit jaar en volgende jaren te storten, is daarvoor toegestaan. Zoodoende wordt ver meden, dat de Staat uitsluitend als geld schieter voor de gemeenten optreedt en men hoopt, dat de gereorganiseerde Ge meentelijke Credietbank voldoende ln staat zal zijn, daar, waar 't noodig is, voldoende steun te verleenen. Tevens hoopt men op deze wijze te voorkomen, dat de gemeen ten, door hun onderlinge concurrentie, om een leening geplaatst te krijgen, den rente voet onnoodig opdrijven. Minister De Vries wees er op, dat dit voorstel algemeene instemming had gevon den. Natuurlijk was de heer Wijnkoop et- tegen. Hij zag er nota bene onnoodige be lemmering van de gemeentebesturen m. Er was een motie van de socialisten, met de strekking, dat de gemeenten, ter dek king van buitengewone uitgaven, voor zoo veel noodig vanwege het Rijk de benoodig- de gelden bij wijze van leening onder re delijke voorwaarden moeten krijgen, te recht heeft de Regeering dit royale gebaar afgewezen. Het gaat niet aan, dat het Kijk verplicht zou zijn de noodige leemngen te sluiten, bij hetzelfde publiek, dat onge neigd mocht blij'ken, om sommige gemeen ten gelden te verschaffen. Het zou een verplaatsing worden van verantwoorden.] heid, zonder medezeggenschap van den geldschieter, het Rijk, over de besteding der gelden. Bovendien verklaarde de Mi nister, dat het Rijk-zelf „zachtjesaan ook al weer moet denken aan een leening er vermindering van de vlottende schuld. De communisten en de socialisten s em den alleen voor de motie-Van den e™Pe Tegen het wetsontwerp stemde behalve de communisten, ook de heer Van uuren, die geen motief aangaf van zijn egen- stemmen. In ons land heeft Juni nooit een vast karakter, we hebben in de laatste jaren ge had schitterende Junimaanden, niet buiten gewone warmte, maar ook natte, fmsctie, zelfs koude zomermaanden. Meestal is e eerste helft altijd wat koel, de tweede mil der. De naohtvorsten zijn nog niet van e Incht; er gaat haast geen Ju»1 voor ij zonder vorst. Verleden jaar was de temperatuur de geheele maand gemiddeld slechts een weinig boven normaal; zij vertoonde ech ter groote afwisselingen. De eers e en dagen was het 3 gr. C. te koud, de tweede 10 dagen bijna 4 gr. C. te koud en de derde bijna 1 gr. C. te warm. De neerslag over het geheele land bedroeg 60 prooerr van de normade maand&om; m e eer^ c week viel weinig regen, van den s»en o den 19den was 't nagenoeg overal steeds droog weer; daarna gingen onweersbuien op den 19den, 29stim en 30sten vooral ,n 't Noorden van betrekkelijk veel neers ag vergezeld. Het aantal uren met zonne schijn gemiddeld over het geheele an droeg 226 tegen 185H normaal. Een belangrijke dag is St. Jan (24 Juni); dan gaan de dagen, hoewel langzaam, meer korten; de langste dag valt in 't laatst van deze maand. Dan loopt 't St. Janslof uit, de St. Jansrogge wordt gezaaid. Zonsopgang op 1 Juni 4,46; ondergang 9,10; op 30 Juni 4.42, ondergang 9,23. Zoogdieren. Hazen hebben meestal voor de tweede maat al jongen. Vogels. Alle vogels hebben nu jongen; de kwartel en de spriet broeden. De riet- zangers wachten met bouwen tot 't riet hoog genoeg is. Er wordt nog heel wat ge zongen, vooral in de morgenschemering, zwartkop, spotvogel, rietzangers en boom- piepers zijn nog druk in de weer. De koe koek laat zich de heele maand nog hooren; in Juli minder, dan vertrekt hij vaak al. Ook de nachtegaal houdt niet op; zelfs m Juli niet, hoewel St. Jan de officieele slui ting van het concert is. Lijster, kwik staart, leeuwerik, merels, mussohen en vin ken hebben voor de tweede maal eieren. Jonge ooievaars houden vliegoefeningen. Amphibieën. In de slooten massa's don- derpadjes, die zich nu nog te goed doen aan de dapfhnia's, die in onmetelijke hoe veelheden rondzwemmen in groote scholen, die als breede bruine banden door t water trekken. De kikkers kwaken maar door bij dag en nacht; kleine kikkertjes van verleden jaar huppelen al rond. Beptielen. Hagedissen hebben eieren. Op zonnige dagen zijn deze vlugge diertjes wel te vangen; ook de hazclwonuen. Insecten. Van de vlinders zien wij nu den grooten wilgenhoutrupsvlinder, die eieren legt tegen de stammen van wilgen, populieren en eenige vruchtboomen. Van het koolwitje vliegt gewoonlijk de tweede generatie. De vlinder uit de wormstekige appels vliegt. Ook de kleer- en tapijtmot- ten. Deze vlogen trouwens al in Mei, vooral in kamers, waar 's winters gestookt wordt. Men moet nu de motjes vangen en dooden. Er zijn nu al allerlei rupsen te vangen. De kleine vos zit in kolonies op brandnetels. Ook de mooie Atalanta's, doch die zitten afzonderlijk, in saamgesponnen blaadjes. Verder vinden wij den dagpauw- oogvlinder op brandnetel. De rtngelrupsen gaan verpoppen. De meikevers gaan of zijn weg, maar de junikevers beginnen te komen. De bok torren op" wilgen en populieren. De erwtenkever komt te voorschijn en legt eieren aan de vruchtbeginsels der erwten; de boonenkever verricht soortge lijk werk aan de booncn. De libellen (glazenmakers, wrattenbijters, ijsbouten) vliegen; trouwens ze waren er als in Mei. Bladluizen komen nu overal, doch vooral in groote menigte op linde en in de boonen. Nu worden de steenmuggen, knazen en brem sen buitengewoon lastig. Hommels, bladwespen en wespen komen in grooter aantal. Veenmollen verwoesten de moes tuinbedden, leggen eieren en hebben ook al jongen. Aan de rozen ritten nu bastaard rupsen (precies rupsen) te knagen; zij kauwen aan de randen der blaadjes. Alleen wie geregeld zijn planten naziet, houdt ze vrij van insecten. Dat is meer af doend en heel wat goedkooper dan 't be spuiten met allerlei vloeistoffen. In de vrije natuur en in de parken. In deze maand bloeien wel de meeste planten. Vooreerst zijn nog lang niet alle voorjaarsbloemen heen; dan komen reeds vele herfstbloeiers, terwijl bovendien de echte zomerbloemen er nu ook zijn. Het aantal bloemen is niet bij te houden. Dank zij 't mooie weer, dat we gehad hebben, bloeit nu alles veel vroeger. Van de boomen beginnen in deze maand te bloeien: de linde, de tamme kastanje, de acoacia staat nu reeds een veertien daag al te bloeien. Van de kruiden allereerst de gele Usch aan de slootkanten, dan de leliesoorten, de uien, de zwaardlelie, het pijlkruid, de zwanenbloem, de waterpest, monnikskap, de witte waterlelie en de gele waterlelie (plomp), ook de herik (dat gemeene on kruid), het kaasjeskruid en de muurpeper. Dan de Oost-Indische kers, wolfsmelk, het zevenblad, de wikke, linzen prortkerwben, duivelsgaren of warkruid, a-kke,winde, bitterzoet, zwarte nachtschade, belladonna, bikenkruid, waterblaaskruid, bremraap, muurleeuwerig, vlasbek, vingerhoedskruid, korenbloem en nog een paar honderd meer. Wilgen en populieren beginnen te pttu- zen. Insedarium en terrarium. Rupsen kan men apkweeken tot vlinders, terwijl men allerlei kevers in 't inseclarium kan hou den. Tot aan September kunnen nu onze insectaria rijkelijk gevuld zijn In 't aquarium is 't nu ook vol leven. We scheppen daphnda's voor de vdschjes en salamanders. De Engelschen in Gross-Strehlitz. Woensdagnacht waren de Engelsche troepen gereed om op te trekken. Tegen het aanbreken van den ochtend rukten ze in twee richtingen langs den sraatweg in de richting van Malapane naar Lubliiutz en in de richting over Tarnau naar. Gross- Strehlitz op. Voor zoover men tot nu toe weet, zijn onderweg geen gevechten voorgekomen, daar de Polen hun vooruitgeschoven pos ten hadden teruggetrokken. Tegen den middag bezetten de Engelschen het ver woeste Stubendorf. Toen zij ongeveer drie kwart van den weg naar Gross-Strehlitz hadden afgelegd, werd plotseling onver wacht de' opmarsch gestaakt. Naar uit Op- peln wordt gemeld, moet dit hieraan wor den toegeschreven, dat van Fransche zijd»' Woensdagochtend in Oppeln tegen het vertrek van de troepen is geprotesteerd. Generaal Lerond moet tot nu toe bij zijn eiseh gebleven zijn, dat met Polen en Duitschland onderhandeld moet worden cn dat tusscben beide partijen een neutrale zóne moet worden gevormd. De onderhan delingen zijn nog aan den gang, doch men verwacht dat het staken van den Engel schen opmarsch slechts van tijdelijken aard zal zijn. Een uit Breslau ontvangen bericht meldt, dat de eerste Engelsche troepen Woensdag zonder tegenstand te ontmoeten in Gross-Strehlitz zijn binnengetrokken. Aan het „Hbld." wordt nog uit Berlijn gemeld: Naar aanleiding van den Engelschen op marsch is het in den boezem der inter- geallieerde commissie tot een scherp debat gekomen. Van Fransche zijde werd be weerd, dat de nieuwe gevechten tusschen Polen en Duitschers door 't offensief van de Duitsche „Selbstschutz" waren uitgelokt, een voorstelling, die door de Engelsche of ficieren zoo krachtig mogelijk bestreden werd. De meeningsverschillen tusschen Franschen en Engelschen moeten tot een heftige woordenwisseling aanleiding heb' ben gegeven. In principe is men het over de instelling van een neutrale zóne tus schen Duitschers en Polen eens geworden, waarbij echter van Engelsche zijde de voorwaarde werd gesteld, die na aanvan kelijk krachtig verzet van de Franschen werd aangenomen, dat de Duitsche Selbst schutz de linie, die zij op het oogenblik in neemt, bezet mag houden. De instelling van een neutrale zóne zal op deze wijze geschieden, dat de Poolsche oproerlingen door de intergeallieerde troepen worden teruggedrongen. Omtrent de vraag, welke troepen aan deze actie zullen deelnemen en welken omvang de operaties zullen heb ben, zijn de besprekingen, die ten gevol ge van de bestaande meeningsverschillen zeer moeilijk zijn, nog aan den gang. UNIE VOOR DEN VOLKENBOND. Tot op heden hebben zich 162 leden aangemeld voor de bijeenkomst op 6 Juni van de Unie voor den Volkenbond en wel uit de volgende landen: Nederland, België, Oostenrijk, China, Spanje, Frankrijk, Groot-Brittanniê, Japan. Noorwegen, Polen, Roemenië, Rusland, Zweden en Zwitserland. De Deensclie Liga van den Volkenbond verzocht ook om op genomen le worden. De stand van zaken. De instructies van de besturen van den Je uit den Iorsohen Privy Council instel len, die dan Zuid-Ierland moet regeeren als een Kroonkolonie. Dat wil volgens de „Westminster Gazette" zeggen, dat de re. geering enkele stroomarmen zal benoe men, als zij dezen vinden kan, en in wezen het land in handen zal geven aan de mi litairen, die het waarschijnlijk noodzake lijk zullen vindien, den staal van beleg lot het geheele gebied uit te breiden. Dit beteekent, naar de meening van het liberale blad, een eindelooze voortzetting van rebellie en onderdrukking, die zich waarschijnijk in een fonmeelen burgeroor log zal ontwikkelen. Er is eehier volgens het blad nog een andere weg, als de re geering dien wil inslaan. Zij kan de beide parlementen uitnoodigen samen te komen als een Iersche consti'uoerende vergade ring waarin voor dit doel dan ook de nationalisten van Ulster en de leden der universiteit van Dublin zouden worden opgenomen en hen aan het werk zetten om hun eigen oplossing te vinden zoowel wat betreft de binnenlandsche aangelegen heden als die, welke Groot-Brittannië be treffen. Bij een dergelijke uiinoodigng zou men liberaal moeten te werk gaan en geen onmogelijke voorwaarden moeten stel'sn zooals het uitleveren van wapens. Het blad wijst dam verder op de misluk king der regeeringspolitiek in' Ierland; bet eenige succes is geweest de verschansing van Ulster in een afzonderlijk parlement, bond van spoorwegpersoneel (de N.U.R 0ch ook voor Ulster is vrede een nood- en de transportarbeiders-federatie (o.n het embargo op het vervoer van steenkool op le heffen) schijnen overal te worden uit gevoerd, als gevolg waarvan hot vervoer van steenkool thans zonder moeite plaats hoeft. De wending, welke het conflict neemt, maakt een spoedige bespreking tusschen werkgevers en werknemers, zonder tus schenkomst der regeering, waarschijnlijk. Hodges en andere mijnwerkersleiders hebben de eigenaars reeds veTzocht, nieu we voorstellen ter tafel le brengen, alsme de een alternatief voor den nationaien winstpat. Gisteren zouden de eigenaars aan den premier de beslissingen in de districten overleggen ten aanzien der regceringsvoor- stelien. Heden bespreekt de mijnwerkcrsiedera- tie de antwoorden uit de verschillende districten ten aanzien dier voorstellen bin nengekomen. De antwoorden verwerpen in het algemeen het regeeringsplan, al thans Woensdag kwamen uit verschillende kolengebieden berichten binnen, dat dere- gueringsvoor.stellen verworpen werden. Daarentegen besloot het bestuur der mijnwerkers van Northumberland hel be stuur der federatie te vragen, een nationa le conferentie bijeen le roepen, teneinde den gansehen toestand te overzien. Een schrijven van Llogd George. Lloyd George heeft een schrijven gericht tot den secretaris der mijnwerkersfedera- tic Hadges, waarin hij protesteert tegen de veronderstelling, dat hij gedreigd zou hebben de mijnwerkers aan gedwongen arbitrage te onderwerpen. Noch. ik noch een mijner collega's heeft, aldus de pre mier, iels gezegd omtrent maatregelen, die de regeering zou neimen ais haar voorstel len werdegf verworpen. Lloyd George spreekt het vertrouwen uit, dat Hodges maatregelen zal treffen om dezen verkeer den indruk weg le nemen, die in verschil lende districten wordt gebezigd om de mijnwerkers tegen de regeeringsvoorste>- len in le nemen. Hodges heeft in antwoord hierop ver wezen naar zijn verklaring, dat toch de indruk gewekt werd en verklaar», dat het 'hem genoegen doet ie vernemen, dat die indruk volkomen ongegrond is. Wat gaat er in Ierland gebeuren In een hoofdartikel wijst de „Westmin ster Gazette" erop, dat het Noordelijk parlement van Ierland a.s. Dinsdag zal bij eenkomen en dat het Zuidelijk parlement op 28 Jnni samenkomen moet. Niemand behalve misschien Sir Hamar Greenwood (zegt het blad) verbeeldt zich, dat het laatste zal bijeenkomen of functioneeren als een parlement in den zin der wet, maar lang voor dien datum zullen de leden er van, behalve de vier, door de Universiteit van Dublin aangewezen en met inbegrip van de Sinn Feinleden voor de Noordelij- graafschappen, als „Dail Eireai zijn bijeengekomen, de gekozen vergadering van het „opstandige" Ierland; en aan het eind der maand zal het blijken, dat er geen vertegenwoordiging in den zin der wet is voor Zuid-Ierland. Wat rati de rc- geering dan doen? Velgens de „Government of Ireland Act" is er maaT één weg. Zij moei een commis- Het Wad wijst voorts op een intervieis van De Valera met het „Journal de Ge- nève", weergegeven' door de Daily News. De leider der Sinn Feiners, wees er daarbij op onlangs bracht de „Da'ly Herald" een dergelijke uitlating dat Ierland vrij moest zijn om over zijn eigen lot te beslissen, maar dat, indien dit werd toegestaan, het niet vijandig of onvriend schappelijk tegenover Groot-Britlanivë be hoefde te zijn of zelfs een medegaan met Groot-Brittamnië te verwerpen. Gevraagd of Dominion Home Rnle vaa de hand gewezen zou worden, zeide De Valera, dat het essentieele 'karakter daar van, evenals in Canada of Nieuw-Zee- land, het feit is, dat de „Dominions" le den zijn van het Britsche Rijk volgens hun eigen vrijen wil. De meest conser vatieve staatslieden, rooals Bonar Law (aldus De Valera) hebben het recht van afscheiding voor de Dominions erkend als zij dit voordceiig achtten. Het was volgens De Valera duidelijk, dat als En-» geland zulk een aanbod deed het de re publiek de facto zou erkennen. j| Zonder het Techt van afscheiding zou-» den de Britsche Dominions naar de mee ning van De Valera niet zijn wat zij zijn vrije leden volgens hun eigen wensch tof het Britsche Kifk foehoorende. „Wij werden gedwongen er toe te he- hooren, maar wij ontkennen dat er eeni ge werkelijke unie ooit 'bestaan heeft tus schen Engeland en Ierland. Het gebruik, dat ik zooeven gemaakt heb van he( woord „afscheiding" is g»een bcginsolver klaring en moet niet worden opgevat al' eenigerlei goedkeuring er van." Deze woorden lijiken ons van groot ba lang, zoo gaat de „Westminster Gazette1 voort. De Valera verwerpt Dominion Ho me Rule niet, doch ontwikkelt een argu ment om te bewijzen, dat het vereenig baar is met de Iersche onafhankelijkheid De hoofdzaak is, dat Ierland» moet zijl wat De Valera terecht zegt, dat de Do minions zijn. „vrije leden volgens «igei wensch tot het Britsche rijk behooiend' en als er een middel is om Ierland dot tl maken, kan het ons niet soh den door wal ke logica of theorie men dit bereikt. Als De Valera bereid is op dezen grond slag aan een constitueereiide vergadertiq deel le nemen, is er goede hoop op eet practische oplossing. Maar het is noodig tot hem te zeggen gelijk lot alle andere partijen van di wilde conflict, dat, als hij vrede wensc'i* liij bereid moet zijn het zijne te doen on' een vreedzame atmosfeer le scheppen. Hel sluiten van zuivelfabrieken Op een vraag van kapitein WedgwooC Beun heeft Sir Hamar Greenwood in hei Lagerhuis meegedeeld, dat besloten wat, een beperkt aantal zuivelfabrieken U sluiten in het in staat van beleg verklaart de gebied in plaatsen, waar wandaden waren gepleegd en waar andere straffen niet de gewenschte uitwerking hadden gehad. Het aantal te sluiten zuivelfabrie ken was voor ierier bepaald gebied voor loopig tot drie beperkt en de mildtaira gouverneurs hadden order gekregen om de redenen aan (e kondigen, waarom dia fabrieken gesloten werden alsmede den duur der sluiting. De bedoeling was, al dus aan de inwoners htm verantwoorde lijkheid duidelijk te maken voor wanc'a- VRIJ naar HET DUITSCH. H aarom'>" 'ler'laa^e z*} al8 buiten Zelve. „Omdat ik aan uwe zijde an- (Jj'S ongelukkig zou worden, omdat de mij doet huiveren, omdat het J,11 dood zou zjjn, indien mijn vrienianetn een minachtend medelijden op mij «er», - *ag<\n. Er zijn wellicht meisjes, voor ;Q armoede en ontberingen niets af- T^kends hebben. Mijne natuur is eene t/6' andere. Ik kan niet leven, niet ademen in bekrompen, armzaligen •et 1digheden. Mijn geheele ziel verzet leh tegen. En zulk een lot zou ik mij bereiden? Nooit, nooit!" Zij barstte ""-on uit, terwijl zij met beide han- Jj^aar gelaat bedekte. had zich hoog opgericht; do uit- bj ,Il8 van zijn gelaat was koud en „Warden. t 13 hebben ons beiden vergist, naar 'jnt," hernam hij met een stem, jk eia zelf vreemd klonk, zoo scherp en v'aa zij. „Gij dacht een tamelijk goed huwelijk te doen toen gij mij uw woord hebt gegeven, en ik... nu ik beminde niet mejuffrouw* Augusta Wilhelmi, de sluwe voorzichtige, berekende j'onge dame, maar een schepping mjjner verbeelding. Het is een geluk, dat wij heiden onze vergissing hebben ingezien alvorens het te laat was." „Max, Max, vergeef mij! O, haat mij niet lik kan de gedachte niet verdragen, dat gij boos op mij zijt." „Waarom zou ik boos op u zijn, me juffrouw? Het is uw schuld niet, dat ik u hoedanigheden toekende, die u niet be zit. Ik moest integendeel u om vergeving vragen, omdat u door mijn toedoen ver scheidene maanden van een kostbaren tijd heeft verloren, die u zonder twijfel veel nuttiger had kunnen besteden." Met een deftige buiging ging hij naar de deur. Augusta zonk luid snikkend voor een leuningstoel op de knieën en weende, alsof haar hart zou moeten breken. Den hoed diep in het voorhoofd ge drukt, doorliep Max verscheiden straten. Kleine groepen van wandelaars ontmoet ten hem en keken hem verwonderd na. Hij bemerkte er niets van. Wat gingen hem die menschen aan? Hij had een ge voel, alsof hij plotseling een ander mensch geworden was, alsof hij eenzaam en ver laten stond in een hem geheel vreemde wereld. „Liefde en trouw!?" Holle klanken wa ren het, beuzelarijen, waaronder de men sehen hun lago zelfzucht verborgen! De openstaande deur van de oude hoofdkerk scheen Item tot binnentreden uit te noodigen. De stille eenzaamheid in de donkere ruimte kwam beter overeen met zijn stemming, dan het duizendvoudig leven daar buiten in den helderen zonne schijn, onder den fonkelenden, lachenden lentehemol. Diep ademhalend bleef hij eenige oogenblikken bij den ingang staan en richtte dan zijn schreden naar een der zijkapellen. Hier knielde hij neder in de schaduw van een pilaar. Tot nu toe hadden toom en bitterheid in zijn hart gewoed en hem tot zekeren graad ontoegankelijk gemaakt voor leed en smart. Langzamerhand echter bedaarde nu de wilde storm, en het govoel eener grenzenlooze leegte, eener volslagen hope loosheid viel als lood in zijne ziel. Zijne wilskracht scheen verlamd. Waartoe diende het te werken en te strijden! Lafaard" scheen hem nn een stem in ziin binnenste toe te roemen. Was het niet laf, dat hot leven hem walgde, nu het gedroomde aardsche geluk in rook ver ging? Eeen geruimen tijd bleef hij on beweeglijk geknield, het heete voorhoofd tegen den kouden pilaar geleund. •„Een hoogere macht beschikt over het lot der menschen," fluisterde hij einde lijk, „en het komt mij niet toe, daarover rekenschap te vragen. Wat duizenden voor mij gedragen hebben en duizenden na mij zullen dragen, zonder het vertrouwen op God en de menschen te verliezen, dat mag en zal mij niet neerslachtig maken. Ik heb plichten te vervullen jegens mijn arme moeder en mijn zusters; zij ten minste zullen onder dezen slag niet lijden." Een half uur later verliet Max het Godshuis on sloeg den weg in naar zijn woning. „Er is visite, Max, een heer en een dame," zeide Anna, die in den familie kring hem en Helena nog altijd bij den naam noemde, ofschoon zij reeds sedert jaren in tegenwoordigheid van vreemden „mijnheer en juffrouw" zeide. „Mama heeft al tweemaal gevraagd of u nog niet te huis was," „Visite" herhaalde hij', weinig verblijd door deze tijding, „Wie is er dan toch?" „Ik ken die dame niet; maar den heer 1 meen ik vroeger al gezien te hebben, maar ik weet niet hoe hij heet. Het zijn anders deftige menschen," voegde zij er bij, toen zij bemerkte, dat Max klaar blijkelijk weinig lust toonde, kennis met de beide vreemdelingen te maken. Max bleef een oogenblik besluiteloos staan. Zou hij naar boven gaan of niet? Met vreemde, onverschillige menschen nietsbeteekende woorden te moeten wis selen, scheen hem in de stemming, waarin hij zich bevond, ondraaglijk. Maar indien zijn moeder rijn tegenwoordigheid wenschte! Nog had hij geen besluit genomen, toen boven op de gang vlugge schreden hoor baar werden en Helena zich over de leuning der trap boog. „EindelijkWeet gij wie hier zijnP" fluisterde zij. „De beide gasten van dokter Reh, die hun redder willen bedanken. De dokter zelf is niet meegekomenhij is waarschijnlijk nog niet zoo ver van den schrik bekomen, dat hij het huis kan ver laten. Kom gauw naar boven, wij wachten reeds lang op u." Max schudde het hoofd. „Ik geef die menschen hun dankbetuigingen gaarne ca deau, Helena." „Dwaasheid! Wij hoorden u met Anna snroken, zij weten dus, dat gij thuia zijt.. Voor het overige heeft die mijheer u een voorstel te doen, dat... maar ik wil nog niet verraden, waarom het te doen is." Vroolijk lichende Bprong zij weer da trap op. Max volgde haar dralend en met weerzin. Zijn eerste blik viel op de jonge dame die naast zijn moeder op de canapé zat. Hij herkende haar oogenblikkelijk, of schoon hij haar den vorigen dag in het rijtuig maar even gezien en daarbij den indruk gekregen had, dat zij niet knap, veeleer leelijk was. Leelijk! Hoe hadden zijn oogen hem zoo kunnen bedriegen! Zij was verblin dend schoon. Op een ranken hals verhief zich een klein, met een overvloed van blonde haren versierd hoofdje. Sierlijke kleine krullen omgaven het hooge, witte voorhoofd, waaronder een paar helder sohitterende blauwe oogen straalden. Have wenkbrauwen zoowel de lange, gebogen ooghaartjes waven verscheidene schakee ringen donkerder dan haar hoofdhaar waardoor niet alleen de oogen veel aar diepte en uitdrukking wonnen, maar ooi het gelaat iets pikants kreeg, dat onwille keurig de oplettendheid trok. 0 (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5