i'f f BINNENLAND. elck wat wils. Bmnenlancfsch Nieuws. Ons vroolijk hoekje Van wet en wetgeving. MedSsclie Praatjes. Gemengd Nieuws. ZATERDAG 4 JUNI 1921 Waar de centen blijven. Socialistische wethouders. J De eene „Zeker, meneer., méér dan dc moeite." ■:i DE INKOMSTEN DER KROON. De inkomsten der Kroon zijn drieër- de opbrengst van de Kroondomeinen De civiele lijst, c. Eene vergoeding voor het onder houd van zomer- en winlerverblijven. Wij zullen aan elk dezer inkomsten 'n korte bespreking wijden. De Kroondomeinen zijn vaste goederen dgendom van den Staat en waarvan de jpbrengst komt ten voordeele van den fegeerenden Vorst. Er zijn ook Staatsdo meinen, die eveneens eigendom van den Staat zijn. Het verschil tusschen Kroon- en Staatsdomeinen bestaat dus uitsluitend hierin, dat de opbrengst van de Kroon domeinen komit ten voordeele der Kroon en de opbrengst der Staatsdomeinen komt ten voordeele der Schatkist. De Kroondomeinen waren oorspronkelijk fa miliegoederen der Oranje's. In 1795, toen de Franschen ons land binnenruk ten en de laatste Stadhouder Willem V (de vader van Koning Wiilem I) naar Engeland vluchtte, werden deze goederen geconfiscecrd en bij tractaat van 16 Mei X795 aan de Bataafsche republiek als Staatsdomein gegeven. Krachtens de wet van 4 Februari 1843 Stbld. 3 werden zij aan den toenmaligen Koning Willem II ■weder teruggegven. In 1848 heeft Willem U deze goederen opnieuw aan den Slaat der Nederlanden afgestaan, onder beding, dat de Staat eigenaar zoude zijn, doch dat de vruchten zouden worden gelrok ken door den Koning en zijne nakome lingen, die hem zouden opvolgen op den troon. De opbrengst der Kroondomeinen kon voorheen op een half mil'lioen gul den worden geschal. In verband met de gewijzigde tijdsom standigheden zuiden de balen der Kroon domeinen ook wel «enigszins zijn ver meerderd. Aan den regeerenden Vorst wordt jaar lijks een vaste som uit 's Lands Schat kist toegelegd. Dit noemt men „de civie le lijst". Het bedrag van de civiele lijst heeft in den loop der jaren nog al eenige verandering ondergaan. Krachlens de grondwet van 1814 ge- moot Koning Willem I een inkomen van niet minder dan 11^ mffiioen gulden, Weilk bedrg werd verhoogd lot 2.400.000 gulden in 1815, toen België bij ons land Werd gevoegd. Als men nagaat, dat de Waarde van het geld in dien tijd zeker vier maal zoo groot was als nu, komt men eerst tot een juist begrip, over welke enorme bedragen Willem I 'kon beschik ken. In verband met de afscheiding van verklaarde Willem I in 1831, dat zijn inkomen zoude worden teruggebraoht tot 1.500.000 gulden, welk bedrag bij de wijziging van 1840 in de grondwet werd opgenomen. Krachtens de grondwet van 1848 werd 1 jaarlijlksch inkomen der Kroon terugge bracht tot 1,000.000 gu'lden, terwijl 1e- v*ns in de grondwet de bepaling werd opgenome». dat bij elke nieuwe troons beklimming het inkomen der Kroon *°udo worden geregeld. Bij deze laatste jiepaling zat de bedoeling voor om heit 'Bikomen der Kroon nog verder te ver minderen, doch men wilde daartoe bij het leven van den toenmaligen Koning (Willem II) niet overgaan. Bij de troons beklimming van Willllem III (in 1848) Werrd het bedrag der civiele lijst bepaald jp 600.000 gulden. In 1891. bij de troonsbestijging van Koningin Wilheltmina, werd dit zelfde bedrag gehandhaafd. De Staatscommissie tot herziening der grondwet was van oordeel, dat, in ver band met de duurdere levensomstandig heden, het inkomen der Krooai wijziging behoefde en stelde daarom voor in de grondwet vast te leggen, dat de Koning Jaarlijks ten lgste yan 's Rijks kas een in komen geniet van 1.200 000 gulden, al- het dubbele van hetgeen, volgens de bestaande wetgeving, wordt genoten. De Regeering heeft de voorstellen der Staatscommissie ten deze niet overgeno men en wenscht het bedrag van het jaarlijksch inkomen der Kroon ongewij zigd te laten. Vermoedelijk is hier per soonlijke invloed der Koningin aan bet work geweest, die, om te waardeeren reden, van eene verhooging van hel be drag der civiele lijst heeft willen afzien. De derde bron van inkomsten der Kroon, die vergeleken bij de beide vorige eene bescheiden bron van inkomsten kan worden genoemd, bestaat in een vergoe ding voor het onderhoud van zomer- en winterverblijven. Volgens de grondwe' bestaat deze vergoeding in ten hoogste 50.000 gulden. In de praktijk worden deze ƒ50.000 eclhter steeds tot het volle bedrag uitgekeerd zonder nadere verantwoording In overeenstemming met de Staatscom missie stelt de Regeering voor, om in verband met de duurte der tijdsomstan digheden deze 50.000 gulden op 100.000 gulden te brengen. De grondwet bepaald voorts, dat de Koning, zoowel als de Prins van Oranje vrij zijn van alle personeele lasten, zoo als b.v. personeele belasting, rijksinkom- slenbelasüng, hoofdelijke omslag enz. Van de betaling van zakelijke belasting als b.v. de grondbelasting is de Kroon niet vrijgesteld Deze belastingvrijdom is een bron van inkomsten op zioh zelf. Immers, als men nagaat, dat in den te- genwoordigen tijd menschen met zeer groote inkomens nagenoeg de helft van hun inkomen aan diverse belastingen moeten uitgeven, dan kan de waarde van belastingvrijdom kwalijk te hoog worden aangeslagen. In dit verband zij even opgemerkt, dat de titel „Prins van Oranje" uitsluitend gevoerd wordt door den zoon van den Koning, die de vermoedelijke erfgenaam is van den troon. In overeenstemming met de Staatscom missie stelt daarom de Regeering voor, in de grondwet in te voegen, dat ook de dochter des Konings; die de vermoedelij ke erfgename is van den troon, vrij is van alle personeele lasten. Dit natuurlijk met het oog op Prinses Juliana. Ook wiil de Regeering deze vrijstelling nog uit breiden tot de Koningin-Weduwe gedu- rend haar Weduwlijken staat. In casu zoude Koningin Emma hiervan nog kun nen profiteeren. Behalve de Rcgeerende Koning zijn er nog enkele Koninklijke personen, d e hij- dragen uit 's Rijks kas ontvangen. En dat zijn de Prins van Oranje en de Koningin- Weduwe Volgens de tegenwoordige grondwet geniet de Prins van Oranje als zoodanig uit 'sLands kas een jaarlijksch inkomen van 100.000 gulden, te rekenen van (ten tijd, dat hij den ouderdom van achttien jaren zal hebben vervuld; dit inkomen wordt gebracht op 200.000gulden na het voltrekken van een huwelijk, waarvoor door de wet toestemming is verleend. In overeenstemming met de Staatscom missie stelt de Regeering voor, deze be dragen op respectievelijk 200.000 en 400.000 te brengen. Met het oog op Prinses Juliana wiordt verder voorgesteld dat -dezelfde voorrecblen die de Prins Oranje geniet, ook zullen worden geno ten door de dochter des Konings, die de vermoedelijke erfgename is van den Troon. Wait de Koningin-Weduwe belreft, ver meldt de grondwet, dat het jaarlijksch inkomen eener Koningin-Weduwe gedu rende haar weduwfflijlken staat, uit 's Lands kas is 150.000. Met het oog op de stijging van de kos ten van levensonderhoud stellen de Re- geering en de Staatscommissie voor, di't bedrag van 150.000 gulden te brengen op 300.000 gulden. LONGONTSTEKING. I. Wij hebben reeds tal van -ziekten met elkander besproken, bovenstaande aandoening is evenwel nog nooit ter spra ke gebracht, niettegenstaande de long ontsteking toch een algemeen bekende en tevens beruchte ziekte is. Het eeni ge excuus, dat ik dan ook voor dit ver zuim kan aanvoeren is de enorme uit gebreidheid van hot terrein der medl-' sche wetenschap. Immers het aantal on derwerpen en vragen, dat onze belang stelling vraagt is duizelingwekkend groot. De longontsteking nu heeft een al- gemeone vermaardheid verworven, daar zij vrij veelvuldig bij tijden ploegt voor te komen, zoodat menigeen onder u het zij in eigen kring, hetzij onder vreemden een geval van longontsteking heeft bij gewoond. Hebben wij bij de verschillende ziek ten, die wij tot nog toe besproken bob ben, kunnen opmerken, dat do leeftijd een voorname factor is, zoo is dit in zeer geringe mate het geval bij de long ontsteking, daar zij bij oud en bij jong en op middelbaren leeftijd zich voordoet, zoodat praktisch gesproken geen enkele leeftijd geheel en al vrij is. Bij don man evenwel komt deze ziekte ongetwij feld vaker voor dan bij de vrouw en het is juist de middelbare leeftijd onge veer, die hier den doorslag geoft. Wij hebben dit verschil zonder twijfel te zoo ken in enkele factoren, waarvoor de man meer is blootgesteld dan de vrouw. Zoo wil ik allereerst uw aandacht vragen voor het overmatig gebruik van alcohol, dat op den duur het weerstandsvermo gen van het lichaam sloopt en dus^ ont vankelijker maakt voor ziekten in t al gemeen en speoiaal voor longontsteking. Wij kunnen dan ook niet zelden vast stellen, dat deze ziekte zeer vaak voor komt als gevolg van het drankmisbruik. Daarnaast wil ik de invloeden m het algemeen vermelden, waaraan de man bij zijn werkzaamheden meer blootge.-teld is dan do vrouw, ook zelfs nog m on zen tijd, waarin de vrouw naar K°'!l ik heid streeft-met den man. Ik heb hier op 't oog het dragen van zcor zware vrachten, 't voorttrekken of duwen van een zwaren last, waarbij het aankomt op de borstorganen. Voorts bevindt zjci de man bij zijn werk vaak in weer ot wind en loopt meer kans kou te vatton dan de vrouw. Deze laatstgenoemde factor heeft jaren lang als de voornaamste go- golden, zoodat de longontsteking on het kou vatten als het ware één begrip vórm den. Men kende n.l. in dien tijd eigon- lijk geen longontsteking zonder dat mom het slachtoffer was geworden van de ïu- we weersgesteldheid. Al valt nu geenszins uit te schakelen en^ be.et ons dit ook het voorkomen dezer zickto voor al in d en horfst ón in hot voorjaar- meer dan in de beide andere jaargetij den, toch mogen wij hierin niet te ver gaan, daar Wij ook de longontsteking, zon der dat men het slachtoffer van de kou- do wordt, bij het zachtste weer ziet op treden en bij personen, die zich voort durend in acht namen. Van al deze factoren, die ik u hier boven hob aangestipt, kunnen wij dus slechts zeggen, dat zij de kans op deze ziekte vergrooten en het uitbreken der longaandoening slechts in de hand wer ken. Toen men dit voldoende begrepen had, kwam men hoe langer zoo meer op de gedachte, dat de longontsteking een infectie-ziekte zou zijn, dus dat een. of andere bacterie in deze een groote rol zou spelen. Toen men langzamerhand met behulp van nauwkeuriger methoden van onderzoek in staat was het sputum van den lijder te onderzoekon, vond Erietl- lander hierin opvallend vaak een bepaalde soort bacterie en spreekt men ter zijher eere heden ten dage nog van de z.g.n. „Friedlandischo bacillen." Hoewel dit een stap in de goede richting was, toch bleek later, dat deze bacillensoort, hoewel zon der twijfel de longontsteking kunnende verwekken, zooals trouwens ook proef ondervindelijk is aangetoond, evenwel niet in het grootste deel van de gevallen als de veroorzaker dezer ziekte moet wor den gekenmerkt. Blijkbaar heeft dezo ge niale onderzoeker dus de uitzonderings gevallen voor de algemeene gehouden. Hoe het ook zij, bij nader onderzoek nam men waar, dat de z.g.n. „Pneumocoecus",i in de meeste gevallen de veroorzaker is, die wij mot bepaalde kleurmethoden en met behulp van oen microscoop duidelijk kunnen te zien krijgen. Deze bacterie heeft een zeer eigenaardigen bouw n.l. even soort pyramide-vorm. Tevens wil ik hier nog even opmerken, dat zij altijd paarsgewijze voorkomen en wel zoodanig dat de breede ondervlokken der beide pryamiden aan elkander grenzen. Zij zijn beide omgeven door een kapsel, dat wij eveneens duidelijk kunnen waarnemen. Met doz» belangrijke onderzoekingen zijn wij heel wat gevorderd in onze ken nis dezer ziekte. In een volgende beschouwing willen wij de wijze bespreken hoe wij een long ontsteking gewoonlijk op loopen en hoe het verloop der ziekte gewoonlijk is. MEDIGUS. De Nederl. Federatie vatn Transportar beiders heeft te Amsterdam een congres gehouden. Blijkens de mededeelingen van den voorzitter telde de organisatie op 1 Jan. 1920 14872 leden tegen slechts 9557 op 31 Dec. 1920. De voorzitter Bouwman besiprak de be schuldiging van den afgetreden secretaris S. v. d. Berg over de verantwoordelijke wijze waarop door hem (Bouwman, als voorzitter met het geld der Federatie zou zijoi omgesprongen, speciaal door het be rekenen van hooge reis- en verblijfkos ten. In een huishoudelijke vergadering van de Alg. H a ven arbeid ar svc re enig in g „Stre ven naar Verbetering"; te Rotterdam is het rapport der commissie v. d. Berg- Bouwman verworpen. Bouwman acht zich hierdoor dusdanig gecompromitteerd; dat hij zijn ontslag heeft ingediend als voorzitter der Fede ratie. Als eisdh stelde spr. dat de A. II. V. hem alsmog zou rehabilitee-ren. In een nieuwe vergadering der A. H. V. is nu wel een motie aangenomen, dat geen fraude is gepleegd, maar hij is hierdoor niet gerehabiliteerd. Zijn ontslagaanvrage blijft daarom bestaan, zoo lang de A. H. V. li-em niet rehabiliteert. Voorloopig zal hij zijn functie nog blijven waarnemen. De heer Net (A. H. V.' Rotterdam) be toogde eveneens dat heit rappwt geen licht in de zaak gaf. De heer Boldonhey (Chauffeurs Am sterdam) zedde een persoonlijk schrijven te hebben ontvangen van den heer v. d. Berg, waarin deze zijn beschuldiging vol houdt en bereid is in een openbare ver gadering dit waar te maken, De penningmeester, de heer Braradste- der, vindt het treurig, dat men door deze persoonlijke aanvallen de organisatie schade doet. V. d. Berg is door het be stuur en de commissie steeds geprest de feiten te noemen, waarop zijn insinua ties steunden. Hij heeft tot heden geen enkel feit kunnen noemen. Het rapport der commissie kon dus niet anders zijn. Dat Bouwman zou hebben gebrast op kosten der. Federatie, heeft Van der Berg met geen enkel bewijs waar kun nen maken. De beer Bauer, oud-penningmeester der Federatie zegt dat toen Sneevliet na spr.'s ziekte de kas weer aan hem overdroeg er een bedrag van 3600 over was. Later bleek hem dat Sneevliet een post van 5000 niet in de kaskolooi had ge boekt, waardoor bet teveel in een tekort van pl.m. 1300 werd omgezet. Alles is nagegaan maar de fout is niet opgehel derd. Het „congres" hteft nog eens een mo tie aangenomen, dat de Federatie voor alles-wil zijn een revoluitionnaire organi satie". Maar, als de vernielde feiten juist zijn, is het Bestuur voor alles nog wat anders merkt de „Tijd" tersnede op. „Uitkijk" schrijft in het „Friesch Dag blad"; „Hij is goed „rood", als 'n. 'krééft: Wethouder De Zeeuw in Rotterdam! Maar hij had géén uitnoodiging, om in Parijs een lezing te houden, zooals zijn collega Wiha.ut, toen de Koningin de hoofdstad bezocht. Misschien vond hij 't jammer. In elk geval: feit is, dat de Koningin- Moeder verleden week de Maasstad heeft bezocht en dat A. B. de Zeeuw, sociaal democraat en Wethouder van Rotterdam, stellig naar den eisdh gekleed: hooge hoed met toebehooren, Hare Majesteit op wachtte bij de School voor Zwakzinni gen; Haar eerbiedig heeft gegroet; Met haar uitvoerig heeft gepriiat; Aan haar- zijde stond, toen haar een ruiker Oranje rozen (I) aangeboden werd; En vijf kwartier lang Gaar Geeft verrge"- zeld bij haar tocht door de school, zoo wel in de lokalen als in de open luciht; Och, 't is voor ons heel gewoon.... De man deed, wat zijn plicSit was. Eerde hel wettig gezag; door zijn op wachting te maken bij de Moeder van wie de Kroon draagt.... Maar wee 's mans rug; 't Zal hem gaan als de lieden van Suk'koth, wien Gideon het met „doornen en distelen der woestijn deed verstaan". Zijn medegenoo- ten zullen die snijden, taai en hardt" UITSTAPJES VAN KINDEREN. Met de a.s. zomerdienstregeling wordt de gelegenheid voor uitstapjes vau kin deren per spoor bevorderd. Voor kinde ren, jonger dan 1® jaar, worden uit- stap-biljetten voor een enkele reis heen en terug in de tweede of derde klasse afgegeven, behalve op de tramwegen Ede- Wageningen, Den HaagSoheveningen S. S., Den HaagSoheveningen H.S.M. en de lijnen van do Zuid-Hollandsche Elec- trische Spoorweg Mij., en voor reizen op Zon- en feestdagen, of op den dag, die onmiddellijk voorafgaat aan, of op dien, welke onmiddellijk volgt op een Zon- of feestdag. De biljetten worden ook afgegeven aan gro yen jonge'ie on, te- taande uitsluitend uit padvinders in uniform, jonger dan 19 jaren! Voor elk kind is verschuldigd voor een enkele reis een vierde gedeelte en voor een reis heen en terug de helft vam den gewonen enkele-reis-prijs voor een volwassene. Het aantal kinderen, voor welke be taald wordt, moet ten minste 20 be dragen. Op elke 20 kinderen vrij vervoer voor één .geleider. R. K. CENTRALE VAN BURGEREuS OVERHEIDSPERSONEEL. Bovengenoemde centrale heeft zich den Minister van Binnenlandsclie Zsfoni gewend met het verzoek, de behandeling van het ontwerp van wet, regelende don rechtstoestand van ambtenaren, niet uit te stellen. De Centrale zegt in haar verzoek uit de desbetreffende persberichten niet mot juistheid te kunnen vaststellen, van welke zijde de aandrang om uitstel is gekomen. Noch de regeering, noch de voorzitter van de Tweede Kamer hebben op uitstel aangedrongen. Indien het waar is, dat een drang om' uitstel van leden van genoem de Kamer is gekomen, zoo verzoekt de Centrale het ambtenarenoorpe tegen deze leden in bescherming te nemen en alles wat met de regeling der rechtspositie samenhangt, spoedig aan de orde te stel len. Van dit verzoek is afschrift verzonden aan den Voorzitter dor Tweede Kamer, met het verzoek naar vermogen mede te werken om aan het kenbaar gemaakte verlangen tegemoet te komen. DE TABAKSWET. Naar aanleiding van meer dan één tot ons gericht verzoek, doelen wij mede, dat de datum van invoering van den tabaks accijns nog niet bekend is. Op*31 Mei j.I. is de Tabakswet (wet van 6 Mei 1.1. tot heffing van een tabaksac cijns) afgekondigd. De artikelen 5357 (betreffende de commissie van deskundigen) traden op 1 Juni in werking; de overige artikelen ech ter op nog nader bij kon. besluit te be palen tijdstip. NIEUWE VEENBRANDEN. Uit Ernmen wordt aan het „IlbUd." ge meld, dat, aangewakkerd door den feilen Noord-Ooster, de veenbrand Donderdag opnieuw groote afmetingen aangenomen Geeft in het Emmererf.schei denveen. De oude vuurhaard van Maandag was 'des nachts door de spuit van bet veen- schap wel omgeven met een natte strook, 'doch de wind sloegde vonkenzee daar over been en zoo liep het vuur gisteren 'in Zuidelijke richting en bereikte de om geving vau den ouden veendijk vau Eom- men naar Wester wol de Wijl in dit veen- gedeelte nog groote voorraden fabrielks- 'turf aanwezig zijn, was een terrein, van BIS DAT QUI OTTO DAT. ,j Die spoedig geeft, geeft dubbel. Zoonlief studiosus schrijft: Beste wait dier, zit aai enge verlegenheid, bob onmiidw defflljk geld noodlig, 100 gulden. Bfa qui crito dolt. Papa antwoordt): lieve jongen. Hierbij per omgaande bet gevraagde, nJL 50 gul* den, nietwaar: Bis dolt, qui cito dostl bijna honderd hectaren weldra een grootg Vuurzee, en gingen de huiaenbooge hoo*. pen turf de een na den ander in vlaimi tmen op. Ook enkele partijen korte turf Werden in asch gelegd. Het was een fan tastisch gezicht als men zich te midden Van rook door een wijden boog van hoog oplaaiende vlammen zag omringd. De spuit zag men staan op de platge brande vlakte; wel veilig, naar men ver zekerde, daar het veen in de omgeving voldoende nat was gehouden. Er werden opnieuw zes gezinnen dakloos. Men zag een dubbele woning in vlammen opgaan, waarin twee gezinnen huisden, tellende samen 25 personen. Tegen halfvijf 's namiddags begon het kalm uit het Oosten te regenen, en de lucht ziet er uit, alsof er meer zal ko men. Wijl het hier sedert Maart zoo goed als niet regende, moet er echter heel wat vallen, zullen de verschillende verspreide vuurhaarden afdoende gedoofd worden. BRAND TE LAREN. Woensdagmorgen is een zWare brand uitgebroken in de sigarenfabriek van den heer LLenselinik te Laren (N.-H.) doord'at tabaksvoorraden in de droogk aimer vlam vatten. In het gebouw, dat eigenom van de gemeente Laren is, was vroeger een distributiebedrijf gevestigd. De fabriek' brandde geheel uit, de brandweer behield: het gebouw met moeite; de inventaris was verzekerd. Eveneens verbrandde huisraad van eenige daküooze gezinnen, die in een vleugel van het gebouw wa ren ondergebracht. ERGERLIJK TERRORISME. Mr. A. J. M. Hendrix schrijft in „Be drijfsorganisatie" Bij een groot bouwwerk van circa 400 woningen in de Lutmastraat, ta Amsterdam, was het geheele metsel werk der fundeeringspullen door da aannemers aanbesteed aan een groep van twintig metselaars en opperlie den, legen een vastgestelden prijs per. 1000 verwerkte steenen onder beding van wekelijksche verrekening. Per week werden aanvankelijk 115.000 51 117.000 steenen verwerkt, tengevolge waarvan de werklieden ongeveer f 1.80 a f 1.85 per uur verdienden. Een mooii loon! zou men zeggen. De bewuste werklieden waren echter van een an dere opvatting, omdat zij h.i. hiervoor te hard moesten werken. Op een goe- ;den dag stelden zij den aannemers den eisch, dat deze, in. afwijking van de getroffen regeling, en ongeacht het verrichtte werk, hun een vast loon van twintig gulden per dag zouden garandeeren. De aannemers konden dezen eisch niet inwilligen. Gevolg was een sabotage van het werk ge durende eenige weken. De werklieden putten zich in het verrichten van allerlei oanoodig werk, zonder eenig nuttig resultaat. Als ge volg daarvan daalde het kwantum ver werkte steenen in de eerste week to-t circa 40.800, in de tweede week tot zelfs beneden de 9000; het werk lag dientengevolge nagenoeg geheel stiL Toen de aannemers, ondanks dezen op hen geoefenden dwang, nochtans niet tot toegeven aan, den onredelijken, eisch bereid bleken, werd ten slotte het geheele werk verlaten, een z.g. staking geproclameerd en het werk ,jbesuiet" verklaard, zoodat geen an dere werklieden konden worden aan genomen. Een toestand welke nu reeds eenige maanden voortduurt tot groote schade voor de aannemers van dit werk, maar niet minder ook voor de geheele maatschappij, welke bij de voltooiing van deze woningen zoo groot belang heeft. TREKJES CXCIil. Gewichtig bezoek. Dramatische dialoog in twee acten. Personen De eene. De andere. Speelt in de kamer van den eene 'envoudig gemeubileerd vertrek van fcniand, die nog geen twee jaar getrouwd Alles ziet er dus nog tamelijk nieuw uit. EERSTE ACTE. De eene zit in een gemakkelijken stoel en stopt z'n pijp. Vertier doet hij niets, ^ant het is 'n benauwd-warme Meidag, ü|e tot loom- en luiheid dwingt. Er ^ordt gescheldniet gewoon en be scheiden, doch kort-driftig. De eene is ^erplicht zelf open te doen, daar hij al- ,e«n in huis is. Hij staat dus ietwat wre velig op. De kamer blijft een oogenblik 'edig. Men 'd/Ort de stem van Den eene„Meneer...." „Dn van den andere: „Meneerkan 11 even spreken D« eene )tMet alle soorten van genoe- °er>, meneer. Komt u binnen." De andere „Ochik kon eigenlijk rjaar 't js ook misschiem beter dat ik mnenkom." (Zij komenlin de kamer. De andere doet ■jnigszins nerveus.... gaat bijna naast (J1 hem aangeboden stoel zitten, veegt z'n e ecl of en snuit z'n neus. De eene presen- '*l sigaar. De andere bedankt tusschen f snuit-stooten in met een handgebaar Hart'1 verder- De eene kijkt belangstellend v r het snuiten en wacht. De andere bergt vzakdoek op er. verschikt z'n bril met j.Jro°te glazen. Door die glazen kijkt hij retlS naar den eene.) 'en De andere: „Meneer.... eh.... u is de persoon, die 's Zaterdags die stukjes in de krant schrijft, als ik me niet ver gis De eene „U vergist zich niet, meneer.' De andere „Ik heb altijd met belang stelling die dingetjes gelezen." De eene „Zeer vereerd." De andere: „Mèèr...." De eene „O. De andere: „Ik acht me verplicht u te wijzen op 'n mijns inziens.... hoe moet ik dat zeggen De eene „Precies zooals u wilt." De andere: ontstemd,,'t Is hóóge ernst, meneer De eene: „Pardon., als ik me ver keerd heb uitgedrukt..ik zal trachten uw hooge ernst hoog te houden." De andere Kijkt wantrouwig naar het gezicht yan den eene. Hij bemerkt daaraan niets bijzonders.) „Kijic u-is, meneer., ik ben vader.." De eene(knikt eerbiedig wil iets zeggen, doch bedenkt zich.) De andere: „Ik., heb geaarzeld, meneer., lang en breed nagedacht., maar in 't belang van., de goeie zaak., van mezelf., van anderen., moet ik 't u zeggen. U gaat de verkeerde kant uit." Dc eene (schrikt geweldigz'n pijp glijdt uit z'n mond.) „Meneer...." De andere „Uw schrik doet me ge noegen." De eene: „Odank u wel...." De andere: „Dat wil zeggen.... het doet me genoegen, dat mijn mededeeling u eenigermate doet ontstellen. Dit is 'n bewijs, dat u onbewust heeft gehandeld en ik mag het dus toeschrijven aan uw jeugdige onervarenheid." De eene: „Nou.... nou, meneer. Ik ben e n en dertig.en gehuwd Maar laat ik u niet in de rede vallen." De endere ,,'n Week of drie geleden heeft u dat stukje geschreven van die dikke meneer. U zal wel toegeven, dat u de avonturen van die meneer tamelijk realistisch heeft geschetst." De eene: „Realistisch.... volgens de waarheid dus." De andere„Ja, maar de waarheid mag niet altijd gezegd worden, meneer." De eene „Helaas, neen." De andere „Voelt u niet wat ik be doel, of De eene: „Ik voel niets, meneer." De andere: „Dan noodzaakt u mij duidelijker te zijn. U heeft die meneer in 'n compromitteerende positie geplaatst, toen ie aan z'n bretels werd vastgehou den door een hond." De eene „Aangenaam was z'n positie niet., maar.... ik vraag me af.." De andere „U begrijpt me niet, of u wil me niet begrijpen.Laten we 't kind bij den naam noemen, meneer. U heeft die meneer z'n broek laten afzakken 1" De eene (wordt erg bleek grijpt zich vast) „Ja. ...d.. d.. d.. dat is waar. zoover heb ik niet eens gedachtDa's 'n ontdekking, meneer., da's 'n ont dekking.. De andere „Ik heb kinderen, meneer." De eene „Dat weet ik." De andere „Hoe weet u dat De eene „Omdat u straks zei dat u vader was." j De andere „Die kinderen lezen dat óók Begrijpt u De eene: „Begrijpen....? Nog niet. Hoe oud zijn die kinderen De andere: „Zeven., acht., tien.." De eene„O, dan begrijp ik 't niet f" De andere: „Niét?" De eene „Néé.. Als ik 't geluk krijg naderhand kinderen van dien leeftijd te bezitten, dan blijven ze met hun knuistjes van de kranten gï. Want voor kinderen staan er dingen in de kranten, die nog verschrikkelijker zijn." De andere „Da's vers twéé, meneer. da's vers twéé.de kinderen daargelaten, maar vindt u niet, dat ook volwassenen zich kunnen stooten aan zulke.." De eene „Ja, meneer., ik geef u vol komen gelijk.ik sprak u toch al van een ontdekking., ik heb zoover niet gedacht ik ben u zeer verplicht., natuurlijk kunnen volwassenen zich stooten aan een afgezakte pantalon. Je hebt verschil lende volwassenen, hè.... daar had ik aan moeten denken, toen ik die dikke meneer z'n pantalon liet.. Maar wacht u 's even., u schijnt dat stukje beter be studeerd te hebben dan ik en menig an der.. Maar er staat toch niet in dat die broek (excuseer tne 't woord broek) heelcmaal door den hond werd omlaag gesjord. AI ik me wel herinner stond er „half omlaag getrokken pantalon." De waarheid, meneer.... de waarheid. Ik beken graag schuld en neem graag de opmerkingen van oudere en wijzere men schen dan ik en die zijn er heel veel ter harte. Ik heb, op m'n woord, niet be doeld, dat die dikke meneer daar heele- maal in z'n onder., hrn.. aló.. u be grijpt me...." De andere „Zeker.ik zei u reeds ik heb niet gedacht aan verkeerde bedoe lingen.. maar 't publiek leest dat er niet uitIk wil u slechts waarschuwen voor 't vervolg.u kan niet te voorzich tig wezen. En ik geloof niet, dat ik alléén sta in deze meening. Spreekt u er gerust eens over met een ander bevoegd persoon. De eene „Ja.daar zegt u zoo iets. Ik zal er van de week eens met mijn gees telijken raadsman over spreken. Beter kan ik dunkt me niet doen." De andere: „Gerust., doet u dat., en u zal zien, dat ik niet do eenige 'oer. ik ben heel benieuwd, wat hetjtntwoord zal zijn." De eene „Nou., 'k zou ze&, u de andere week nog eens hooren. Ik zal 't n precies., naar waarheid weer geven. Komt u dan Maandagavond De andere „Graag, meneer. U neemt me niet kwalijk De eene „integendeel. Mag ik u maar even voorgaan (De andere wordt door den eene uitgela ten. De kamer blijft eenige seconden leeg. De eene komt weer terug. Hij gaat in z'n stoel zitten. Stopt een versche pijp. Peinst heel diep. 'n Lange stilte. Hij lacht een lan gen, gezonden lach. De stoel kraakt er van. Onder die geluiden zakt het scherm, v.inde der eerste acte. TWEEDE ACTE. Zelfde tooneelschikking als in eerste acte. Een nog warmere Meidag. De eene zit te schrijven en lacht nu en dan. Ach ter de schermen hoort men gerucht van borden, die worden omgespoeld en op gestapeld. Dat geluid gaat vergezeld van gezang door een vrouw. Er wordt gescheld., niet kort-driftig.. meer be scheiden. De eene kijkt door het raam naar buiten en verlaat snel de kamer. Buiten de kamer hoort men hein roepen „Blijf maar., ik zal wel open doen l De vrouwenstem roept: „is 't soms.. De stem van den eene antwoordt „Ja., die jij bedoelt is 't Het geluid der borden houdt op. Ook het gezang. Men hoort de stem van Den eene: „Ah., meneer. Komt u binnen." En die van den andere„Och, vindt u 't de moeite De andere „Zóó., zóó., nou., en-nc (Zij komen binnen. De andere is niet nerveus. Gaat nu direct goed zitten. Wacht met ingehouden ongeduld.) De endere „Nou, meneer., wat heeft uw geestelijke raadsman gezegd De eene „Eerst zei hij niets- toen heeft ie 'n minuut of wat buitengewoon hartelijk gelachen...." De andere „Gelachen zegt u De'eene: „Ja, meneer.hoe vindt u 't Toen'zei hij woordelijk; „Als jc nog 's zoo'n stukje durft te schrijvenIaat dan gerust die broek maar heelenuHil afzakken De andere (staat met 'n sprong op, wordt beurtelings rood, geel en blauw) „Menéérl!" De eene: „Meneer De andere„Laat u me daarvoor binnenkomen De eene„Ja meneerdie misdaad bega ik." De andere: „Meneer..11 U valt ras bitter tegen 1" De eene „Nee maar, die is goed Nou krijg ik de schuld Ik sprak de zuivere waarheid, meneer. De waarheid, die niet altijd gezegd mag worden De andere (drukt z'n hoed hard op 't hoofd. Wil nog wat zeggen. Z'n stem stokt. Gaat woedend weg. Struikelt bijna. De eene kijkt hem na. Men hoort den buitendeur dichtdreunen. Dan een blijkbaar lang inge houden vrouwenlach. De eene holt wegnaar de richting vanwaar dat geluid komt. Er valt een bord stuk. Scherm zakt.) G. N. '3 'i' i j. v. i i ;i i it '.i, :i I 'i! i ;i i' '1 'f t ii; ;:ih tl' 11 ,i I; i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5