i'f
f
BINNENLAND.
elck wat wils.
Bmnenlancfsch Nieuws.
Ons vroolijk hoekje
Van wet en wetgeving.
MedSsclie Praatjes.
Gemengd Nieuws.
ZATERDAG 4 JUNI 1921
Waar de centen blijven.
Socialistische wethouders.
J
De eene „Zeker, meneer., méér dan
dc moeite."
■:i
DE INKOMSTEN DER KROON.
De inkomsten der Kroon zijn drieër-
de opbrengst van de Kroondomeinen
De civiele lijst,
c. Eene vergoeding voor het onder
houd van zomer- en winlerverblijven.
Wij zullen aan elk dezer inkomsten 'n
korte bespreking wijden.
De Kroondomeinen zijn vaste goederen
dgendom van den Staat en waarvan de
jpbrengst komt ten voordeele van den
fegeerenden Vorst. Er zijn ook Staatsdo
meinen, die eveneens eigendom van den
Staat zijn. Het verschil tusschen Kroon-
en Staatsdomeinen bestaat dus uitsluitend
hierin, dat de opbrengst van de Kroon
domeinen komit ten voordeele der Kroon
en de opbrengst der Staatsdomeinen
komt ten voordeele der Schatkist. De
Kroondomeinen waren oorspronkelijk fa
miliegoederen der Oranje's. In 1795,
toen de Franschen ons land binnenruk
ten en de laatste Stadhouder Willem V
(de vader van Koning Wiilem I) naar
Engeland vluchtte, werden deze goederen
geconfiscecrd en bij tractaat van 16 Mei
X795 aan de Bataafsche republiek als
Staatsdomein gegeven. Krachtens de wet
van 4 Februari 1843 Stbld. 3 werden zij
aan den toenmaligen Koning Willem II
■weder teruggegven. In 1848 heeft Willem
U deze goederen opnieuw aan den Slaat
der Nederlanden afgestaan, onder beding,
dat de Staat eigenaar zoude zijn, doch
dat de vruchten zouden worden gelrok
ken door den Koning en zijne nakome
lingen, die hem zouden opvolgen op den
troon. De opbrengst der Kroondomeinen
kon voorheen op een half mil'lioen gul
den worden geschal.
In verband met de gewijzigde tijdsom
standigheden zuiden de balen der Kroon
domeinen ook wel «enigszins zijn ver
meerderd.
Aan den regeerenden Vorst wordt jaar
lijks een vaste som uit 's Lands Schat
kist toegelegd. Dit noemt men „de civie
le lijst". Het bedrag van de civiele lijst
heeft in den loop der jaren nog al eenige
verandering ondergaan.
Krachlens de grondwet van 1814 ge-
moot Koning Willem I een inkomen van
niet minder dan 11^ mffiioen gulden,
Weilk bedrg werd verhoogd lot 2.400.000
gulden in 1815, toen België bij ons land
Werd gevoegd. Als men nagaat, dat de
Waarde van het geld in dien tijd zeker
vier maal zoo groot was als nu, komt
men eerst tot een juist begrip, over welke
enorme bedragen Willem I 'kon beschik
ken.
In verband met de afscheiding van
verklaarde Willem I in 1831, dat
zijn inkomen zoude worden teruggebraoht
tot 1.500.000 gulden, welk bedrag bij de
wijziging van 1840 in de grondwet werd
opgenomen.
Krachtens de grondwet van 1848 werd
1 jaarlijlksch inkomen der Kroon terugge
bracht tot 1,000.000 gu'lden, terwijl 1e-
v*ns in de grondwet de bepaling werd
opgenome». dat bij elke nieuwe troons
beklimming het inkomen der Kroon
*°udo worden geregeld. Bij deze laatste
jiepaling zat de bedoeling voor om heit
'Bikomen der Kroon nog verder te ver
minderen, doch men wilde daartoe bij
het leven van den toenmaligen Koning
(Willem II) niet overgaan. Bij de troons
beklimming van Willllem III (in 1848)
Werrd het bedrag der civiele lijst bepaald
jp 600.000 gulden.
In 1891. bij de troonsbestijging van
Koningin Wilheltmina, werd dit zelfde
bedrag gehandhaafd.
De Staatscommissie tot herziening der
grondwet was van oordeel, dat, in ver
band met de duurdere levensomstandig
heden, het inkomen der Krooai wijziging
behoefde en stelde daarom voor in de
grondwet vast te leggen, dat de Koning
Jaarlijks ten lgste yan 's Rijks kas een in
komen geniet van 1.200 000 gulden, al-
het dubbele van hetgeen, volgens de
bestaande wetgeving, wordt genoten.
De Regeering heeft de voorstellen der
Staatscommissie ten deze niet overgeno
men en wenscht het bedrag van het
jaarlijksch inkomen der Kroon ongewij
zigd te laten. Vermoedelijk is hier per
soonlijke invloed der Koningin aan bet
work geweest, die, om te waardeeren
reden, van eene verhooging van hel be
drag der civiele lijst heeft willen afzien.
De derde bron van inkomsten der
Kroon, die vergeleken bij de beide vorige
eene bescheiden bron van inkomsten kan
worden genoemd, bestaat in een vergoe
ding voor het onderhoud van zomer- en
winterverblijven. Volgens de grondwe'
bestaat deze vergoeding in ten hoogste
50.000 gulden. In de praktijk worden deze
ƒ50.000 eclhter steeds tot het volle bedrag
uitgekeerd zonder nadere verantwoording
In overeenstemming met de Staatscom
missie stelt de Regeering voor, om in
verband met de duurte der tijdsomstan
digheden deze 50.000 gulden op 100.000
gulden te brengen.
De grondwet bepaald voorts, dat de
Koning, zoowel als de Prins van Oranje
vrij zijn van alle personeele lasten, zoo
als b.v. personeele belasting, rijksinkom-
slenbelasüng, hoofdelijke omslag enz.
Van de betaling van zakelijke belasting
als b.v. de grondbelasting is de Kroon
niet vrijgesteld Deze belastingvrijdom is
een bron van inkomsten op zioh zelf.
Immers, als men nagaat, dat in den te-
genwoordigen tijd menschen met zeer
groote inkomens nagenoeg de helft van
hun inkomen aan diverse belastingen
moeten uitgeven, dan kan de waarde
van belastingvrijdom kwalijk te hoog
worden aangeslagen.
In dit verband zij even opgemerkt, dat
de titel „Prins van Oranje" uitsluitend
gevoerd wordt door den zoon van den
Koning, die de vermoedelijke erfgenaam
is van den troon.
In overeenstemming met de Staatscom
missie stelt daarom de Regeering voor,
in de grondwet in te voegen, dat ook de
dochter des Konings; die de vermoedelij
ke erfgename is van den troon, vrij is
van alle personeele lasten. Dit natuurlijk
met het oog op Prinses Juliana. Ook
wiil de Regeering deze vrijstelling nog uit
breiden tot de Koningin-Weduwe gedu-
rend haar Weduwlijken staat. In casu
zoude Koningin Emma hiervan nog kun
nen profiteeren.
Behalve de Rcgeerende Koning zijn er
nog enkele Koninklijke personen, d e hij-
dragen uit 's Rijks kas ontvangen. En dat
zijn de Prins van Oranje en de Koningin-
Weduwe
Volgens de tegenwoordige grondwet
geniet de Prins van Oranje als zoodanig
uit 'sLands kas een jaarlijksch inkomen
van 100.000 gulden, te rekenen van (ten
tijd, dat hij den ouderdom van achttien
jaren zal hebben vervuld; dit inkomen
wordt gebracht op 200.000gulden na het
voltrekken van een huwelijk, waarvoor
door de wet toestemming is verleend.
In overeenstemming met de Staatscom
missie stelt de Regeering voor, deze be
dragen op respectievelijk 200.000 en
400.000 te brengen. Met het oog op
Prinses Juliana wiordt verder voorgesteld
dat -dezelfde voorrecblen die de Prins
Oranje geniet, ook zullen worden geno
ten door de dochter des Konings, die de
vermoedelijke erfgename is van den
Troon.
Wait de Koningin-Weduwe belreft, ver
meldt de grondwet, dat het jaarlijksch
inkomen eener Koningin-Weduwe gedu
rende haar weduwfflijlken staat, uit 's
Lands kas is 150.000.
Met het oog op de stijging van de kos
ten van levensonderhoud stellen de Re-
geering en de Staatscommissie voor, di't
bedrag van 150.000 gulden te brengen op
300.000 gulden.
LONGONTSTEKING.
I.
Wij hebben reeds tal van -ziekten
met elkander besproken, bovenstaande
aandoening is evenwel nog nooit ter spra
ke gebracht, niettegenstaande de long
ontsteking toch een algemeen bekende
en tevens beruchte ziekte is. Het eeni
ge excuus, dat ik dan ook voor dit ver
zuim kan aanvoeren is de enorme uit
gebreidheid van hot terrein der medl-'
sche wetenschap. Immers het aantal on
derwerpen en vragen, dat onze belang
stelling vraagt is duizelingwekkend groot.
De longontsteking nu heeft een al-
gemeone vermaardheid verworven, daar
zij vrij veelvuldig bij tijden ploegt voor
te komen, zoodat menigeen onder u het
zij in eigen kring, hetzij onder vreemden
een geval van longontsteking heeft bij
gewoond.
Hebben wij bij de verschillende ziek
ten, die wij tot nog toe besproken bob
ben, kunnen opmerken, dat do leeftijd
een voorname factor is, zoo is dit in
zeer geringe mate het geval bij de long
ontsteking, daar zij bij oud en bij jong
en op middelbaren leeftijd zich voordoet,
zoodat praktisch gesproken geen enkele
leeftijd geheel en al vrij is. Bij don
man evenwel komt deze ziekte ongetwij
feld vaker voor dan bij de vrouw en
het is juist de middelbare leeftijd onge
veer, die hier den doorslag geoft. Wij
hebben dit verschil zonder twijfel te zoo
ken in enkele factoren, waarvoor de man
meer is blootgesteld dan de vrouw. Zoo
wil ik allereerst uw aandacht vragen
voor het overmatig gebruik van alcohol,
dat op den duur het weerstandsvermo
gen van het lichaam sloopt en dus^ ont
vankelijker maakt voor ziekten in t al
gemeen en speoiaal voor longontsteking.
Wij kunnen dan ook niet zelden vast
stellen, dat deze ziekte zeer vaak voor
komt als gevolg van het drankmisbruik.
Daarnaast wil ik de invloeden m het
algemeen vermelden, waaraan de man
bij zijn werkzaamheden meer blootge.-teld
is dan do vrouw, ook zelfs nog m on
zen tijd, waarin de vrouw naar K°'!l ik
heid streeft-met den man. Ik heb hier
op 't oog het dragen van zcor zware
vrachten, 't voorttrekken of duwen van
een zwaren last, waarbij het aankomt op
de borstorganen. Voorts bevindt zjci de
man bij zijn werk vaak in weer ot wind
en loopt meer kans kou te vatton dan
de vrouw. Deze laatstgenoemde factor
heeft jaren lang als de voornaamste go-
golden, zoodat de longontsteking on het
kou vatten als het ware één begrip vórm
den. Men kende n.l. in dien tijd eigon-
lijk geen longontsteking zonder dat mom
het slachtoffer was geworden van de ïu-
we weersgesteldheid. Al valt nu
geenszins uit te schakelen en^ be.et ons
dit ook het voorkomen dezer zickto voor
al in d en horfst ón in hot voorjaar-
meer dan in de beide andere jaargetij
den, toch mogen wij hierin niet te ver
gaan, daar Wij ook de longontsteking, zon
der dat men het slachtoffer van de kou-
do wordt, bij het zachtste weer ziet op
treden en bij personen, die zich voort
durend in acht namen.
Van al deze factoren, die ik u hier
boven hob aangestipt, kunnen wij dus
slechts zeggen, dat zij de kans op deze
ziekte vergrooten en het uitbreken der
longaandoening slechts in de hand wer
ken. Toen men dit voldoende begrepen
had, kwam men hoe langer zoo meer op
de gedachte, dat de longontsteking een
infectie-ziekte zou zijn, dus dat een. of
andere bacterie in deze een groote rol
zou spelen. Toen men langzamerhand met
behulp van nauwkeuriger methoden van
onderzoek in staat was het sputum van
den lijder te onderzoekon, vond Erietl-
lander hierin opvallend vaak een bepaalde
soort bacterie en spreekt men ter zijher
eere heden ten dage nog van de z.g.n.
„Friedlandischo bacillen." Hoewel dit een
stap in de goede richting was, toch bleek
later, dat deze bacillensoort, hoewel zon
der twijfel de longontsteking kunnende
verwekken, zooals trouwens ook proef
ondervindelijk is aangetoond, evenwel niet
in het grootste deel van de gevallen als
de veroorzaker dezer ziekte moet wor
den gekenmerkt. Blijkbaar heeft dezo ge
niale onderzoeker dus de uitzonderings
gevallen voor de algemeene gehouden. Hoe
het ook zij, bij nader onderzoek nam
men waar, dat de z.g.n. „Pneumocoecus",i
in de meeste gevallen de veroorzaker is,
die wij mot bepaalde kleurmethoden en
met behulp van oen microscoop duidelijk
kunnen te zien krijgen. Deze bacterie
heeft een zeer eigenaardigen bouw n.l.
even soort pyramide-vorm. Tevens wil
ik hier nog even opmerken, dat zij altijd
paarsgewijze voorkomen en wel zoodanig
dat de breede ondervlokken der beide
pryamiden aan elkander grenzen. Zij zijn
beide omgeven door een kapsel, dat wij
eveneens duidelijk kunnen waarnemen.
Met doz» belangrijke onderzoekingen
zijn wij heel wat gevorderd in onze ken
nis dezer ziekte.
In een volgende beschouwing willen
wij de wijze bespreken hoe wij een long
ontsteking gewoonlijk op loopen en hoe
het verloop der ziekte gewoonlijk is.
MEDIGUS.
De Nederl. Federatie vatn Transportar
beiders heeft te Amsterdam een congres
gehouden. Blijkens de mededeelingen
van den voorzitter telde de organisatie
op 1 Jan. 1920 14872 leden tegen slechts
9557 op 31 Dec. 1920.
De voorzitter Bouwman besiprak de be
schuldiging van den afgetreden secretaris
S. v. d. Berg over de verantwoordelijke
wijze waarop door hem (Bouwman, als
voorzitter met het geld der Federatie zou
zijoi omgesprongen, speciaal door het be
rekenen van hooge reis- en verblijfkos
ten.
In een huishoudelijke vergadering van
de Alg. H a ven arbeid ar svc re enig in g „Stre
ven naar Verbetering"; te Rotterdam is
het rapport der commissie v. d. Berg-
Bouwman verworpen.
Bouwman acht zich hierdoor dusdanig
gecompromitteerd; dat hij zijn ontslag
heeft ingediend als voorzitter der Fede
ratie.
Als eisdh stelde spr. dat de A. II. V.
hem alsmog zou rehabilitee-ren. In een
nieuwe vergadering der A. H. V. is nu
wel een motie aangenomen, dat geen
fraude is gepleegd, maar hij is hierdoor
niet gerehabiliteerd. Zijn ontslagaanvrage
blijft daarom bestaan, zoo lang de A. H.
V. li-em niet rehabiliteert. Voorloopig zal
hij zijn functie nog blijven waarnemen.
De heer Net (A. H. V.' Rotterdam) be
toogde eveneens dat heit rappwt geen
licht in de zaak gaf.
De heer Boldonhey (Chauffeurs Am
sterdam) zedde een persoonlijk schrijven
te hebben ontvangen van den heer v. d.
Berg, waarin deze zijn beschuldiging vol
houdt en bereid is in een openbare ver
gadering dit waar te maken,
De penningmeester, de heer Braradste-
der, vindt het treurig, dat men door deze
persoonlijke aanvallen de organisatie
schade doet. V. d. Berg is door het be
stuur en de commissie steeds geprest de
feiten te noemen, waarop zijn insinua
ties steunden. Hij heeft tot heden geen
enkel feit kunnen noemen. Het rapport
der commissie kon dus niet anders zijn.
Dat Bouwman zou hebben gebrast op
kosten der. Federatie, heeft Van der
Berg met geen enkel bewijs waar kun
nen maken.
De beer Bauer, oud-penningmeester der
Federatie zegt dat toen Sneevliet na spr.'s
ziekte de kas weer aan hem overdroeg
er een bedrag van 3600 over was.
Later bleek hem dat Sneevliet een post
van 5000 niet in de kaskolooi had ge
boekt, waardoor bet teveel in een tekort
van pl.m. 1300 werd omgezet. Alles is
nagegaan maar de fout is niet opgehel
derd.
Het „congres" hteft nog eens een mo
tie aangenomen, dat de Federatie voor
alles-wil zijn een revoluitionnaire organi
satie". Maar, als de vernielde feiten juist
zijn, is het Bestuur voor alles nog wat
anders merkt de „Tijd" tersnede op.
„Uitkijk" schrijft in het „Friesch Dag
blad";
„Hij is goed „rood", als 'n. 'krééft:
Wethouder De Zeeuw in Rotterdam!
Maar hij had géén uitnoodiging, om in
Parijs een lezing te houden, zooals zijn
collega Wiha.ut, toen de Koningin de
hoofdstad bezocht.
Misschien vond hij 't jammer.
In elk geval: feit is, dat de Koningin-
Moeder verleden week de Maasstad heeft
bezocht en dat A. B. de Zeeuw, sociaal
democraat en Wethouder van Rotterdam,
stellig naar den eisdh gekleed: hooge hoed
met toebehooren, Hare Majesteit op
wachtte bij de School voor Zwakzinni
gen;
Haar eerbiedig heeft gegroet;
Met haar uitvoerig heeft gepriiat;
Aan haar- zijde stond, toen haar een
ruiker Oranje rozen (I) aangeboden
werd;
En vijf kwartier lang Gaar Geeft verrge"-
zeld bij haar tocht door de school, zoo
wel in de lokalen als in de open luciht;
Och, 't is voor ons heel gewoon....
De man deed, wat zijn plicSit was.
Eerde hel wettig gezag; door zijn op
wachting te maken bij de Moeder van
wie de Kroon draagt....
Maar wee 's mans rug; 't Zal hem
gaan als de lieden van Suk'koth, wien
Gideon het met „doornen en distelen der
woestijn deed verstaan". Zijn medegenoo-
ten zullen die snijden, taai en hardt"
UITSTAPJES VAN KINDEREN.
Met de a.s. zomerdienstregeling wordt
de gelegenheid voor uitstapjes vau kin
deren per spoor bevorderd. Voor kinde
ren, jonger dan 1® jaar, worden uit-
stap-biljetten voor een enkele reis heen
en terug in de tweede of derde klasse
afgegeven, behalve op de tramwegen Ede-
Wageningen, Den HaagSoheveningen S.
S., Den HaagSoheveningen H.S.M. en
de lijnen van do Zuid-Hollandsche Elec-
trische Spoorweg Mij., en voor reizen
op Zon- en feestdagen, of op den dag,
die onmiddellijk voorafgaat aan, of op
dien, welke onmiddellijk volgt op een
Zon- of feestdag.
De biljetten worden ook afgegeven aan
gro yen jonge'ie on, te- taande uitsluitend
uit padvinders in uniform, jonger dan
19 jaren!
Voor elk kind is verschuldigd voor een
enkele reis een vierde gedeelte en voor
een reis heen en terug de helft vam
den gewonen enkele-reis-prijs voor een
volwassene.
Het aantal kinderen, voor welke be
taald wordt, moet ten minste 20 be
dragen. Op elke 20 kinderen vrij vervoer
voor één .geleider.
R. K. CENTRALE VAN BURGEREuS
OVERHEIDSPERSONEEL.
Bovengenoemde centrale heeft zich
den Minister van Binnenlandsclie Zsfoni
gewend met het verzoek, de behandeling
van het ontwerp van wet, regelende don
rechtstoestand van ambtenaren, niet uit
te stellen.
De Centrale zegt in haar verzoek uit
de desbetreffende persberichten niet mot
juistheid te kunnen vaststellen, van welke
zijde de aandrang om uitstel is gekomen.
Noch de regeering, noch de voorzitter
van de Tweede Kamer hebben op uitstel
aangedrongen. Indien het waar is, dat een
drang om' uitstel van leden van genoem
de Kamer is gekomen, zoo verzoekt de
Centrale het ambtenarenoorpe tegen deze
leden in bescherming te nemen en alles
wat met de regeling der rechtspositie
samenhangt, spoedig aan de orde te stel
len.
Van dit verzoek is afschrift verzonden
aan den Voorzitter dor Tweede Kamer,
met het verzoek naar vermogen mede te
werken om aan het kenbaar gemaakte
verlangen tegemoet te komen.
DE TABAKSWET.
Naar aanleiding van meer dan één tot
ons gericht verzoek, doelen wij mede, dat
de datum van invoering van den tabaks
accijns nog niet bekend is.
Op*31 Mei j.I. is de Tabakswet (wet van
6 Mei 1.1. tot heffing van een tabaksac
cijns) afgekondigd.
De artikelen 5357 (betreffende de
commissie van deskundigen) traden op 1
Juni in werking; de overige artikelen ech
ter op nog nader bij kon. besluit te be
palen tijdstip.
NIEUWE VEENBRANDEN.
Uit Ernmen wordt aan het „IlbUd." ge
meld, dat, aangewakkerd door den feilen
Noord-Ooster, de veenbrand Donderdag
opnieuw groote afmetingen aangenomen
Geeft in het Emmererf.schei denveen.
De oude vuurhaard van Maandag was
'des nachts door de spuit van bet veen-
schap wel omgeven met een natte strook,
'doch de wind sloegde vonkenzee daar
over been en zoo liep het vuur gisteren
'in Zuidelijke richting en bereikte de om
geving vau den ouden veendijk vau Eom-
men naar Wester wol de Wijl in dit veen-
gedeelte nog groote voorraden fabrielks-
'turf aanwezig zijn, was een terrein, van
BIS DAT QUI OTTO DAT. ,j
Die spoedig geeft, geeft dubbel.
Zoonlief studiosus schrijft: Beste wait
dier, zit aai enge verlegenheid, bob onmiidw
defflljk geld noodlig, 100 gulden. Bfa
qui crito dolt.
Papa antwoordt): lieve jongen. Hierbij
per omgaande bet gevraagde, nJL 50 gul*
den, nietwaar: Bis dolt, qui cito dostl
bijna honderd hectaren weldra een grootg
Vuurzee, en gingen de huiaenbooge hoo*.
pen turf de een na den ander in vlaimi
tmen op. Ook enkele partijen korte turf
Werden in asch gelegd. Het was een fan
tastisch gezicht als men zich te midden
Van rook door een wijden boog van hoog
oplaaiende vlammen zag omringd.
De spuit zag men staan op de platge
brande vlakte; wel veilig, naar men ver
zekerde, daar het veen in de omgeving
voldoende nat was gehouden. Er werden
opnieuw zes gezinnen dakloos. Men zag
een dubbele woning in vlammen opgaan,
waarin twee gezinnen huisden, tellende
samen 25 personen.
Tegen halfvijf 's namiddags begon het
kalm uit het Oosten te regenen, en de
lucht ziet er uit, alsof er meer zal ko
men. Wijl het hier sedert Maart zoo goed
als niet regende, moet er echter heel wat
vallen, zullen de verschillende verspreide
vuurhaarden afdoende gedoofd worden.
BRAND TE LAREN.
Woensdagmorgen is een zWare brand
uitgebroken in de sigarenfabriek van den
heer LLenselinik te Laren (N.-H.) doord'at
tabaksvoorraden in de droogk aimer vlam
vatten. In het gebouw, dat eigenom van
de gemeente Laren is, was vroeger een
distributiebedrijf gevestigd. De fabriek'
brandde geheel uit, de brandweer behield:
het gebouw met moeite; de inventaris
was verzekerd. Eveneens verbrandde
huisraad van eenige daküooze gezinnen,
die in een vleugel van het gebouw wa
ren ondergebracht.
ERGERLIJK TERRORISME.
Mr. A. J. M. Hendrix schrijft in „Be
drijfsorganisatie"
Bij een groot bouwwerk van circa
400 woningen in de Lutmastraat, ta
Amsterdam, was het geheele metsel
werk der fundeeringspullen door da
aannemers aanbesteed aan een groep
van twintig metselaars en opperlie
den, legen een vastgestelden prijs per.
1000 verwerkte steenen onder beding
van wekelijksche verrekening. Per
week werden aanvankelijk 115.000 51
117.000 steenen verwerkt, tengevolge
waarvan de werklieden ongeveer f 1.80
a f 1.85 per uur verdienden. Een mooii
loon! zou men zeggen. De bewuste
werklieden waren echter van een an
dere opvatting, omdat zij h.i. hiervoor
te hard moesten werken. Op een goe-
;den dag stelden zij den aannemers
den eisch, dat deze, in. afwijking van
de getroffen regeling, en ongeacht het
verrichtte werk, hun een vast loon
van twintig gulden per dag zouden
garandeeren. De aannemers konden
dezen eisch niet inwilligen. Gevolg
was een sabotage van het werk ge
durende eenige weken.
De werklieden putten zich in het
verrichten van allerlei oanoodig werk,
zonder eenig nuttig resultaat. Als ge
volg daarvan daalde het kwantum ver
werkte steenen in de eerste week to-t
circa 40.800, in de tweede week tot
zelfs beneden de 9000; het werk lag
dientengevolge nagenoeg geheel stiL
Toen de aannemers, ondanks dezen
op hen geoefenden dwang, nochtans
niet tot toegeven aan, den onredelijken,
eisch bereid bleken, werd ten slotte
het geheele werk verlaten, een z.g.
staking geproclameerd en het werk
,jbesuiet" verklaard, zoodat geen an
dere werklieden konden worden aan
genomen. Een toestand welke nu
reeds eenige maanden voortduurt tot
groote schade voor de aannemers van
dit werk, maar niet minder ook voor
de geheele maatschappij, welke bij de
voltooiing van deze woningen zoo
groot belang heeft.
TREKJES CXCIil.
Gewichtig bezoek.
Dramatische dialoog
in twee acten.
Personen
De eene.
De andere.
Speelt in de kamer van den eene
'envoudig gemeubileerd vertrek van
fcniand, die nog geen twee jaar getrouwd
Alles ziet er dus nog tamelijk nieuw uit.
EERSTE ACTE.
De eene zit in een gemakkelijken stoel
en stopt z'n pijp. Vertier doet hij niets,
^ant het is 'n benauwd-warme Meidag,
ü|e tot loom- en luiheid dwingt. Er
^ordt gescheldniet gewoon en be
scheiden, doch kort-driftig. De eene is
^erplicht zelf open te doen, daar hij al-
,e«n in huis is. Hij staat dus ietwat wre
velig op. De kamer blijft een oogenblik
'edig. Men 'd/Ort de stem van
Den eene„Meneer...."
„Dn van den andere: „Meneerkan
11 even spreken
D« eene )tMet alle soorten van genoe-
°er>, meneer. Komt u binnen."
De andere „Ochik kon eigenlijk
rjaar 't js ook misschiem beter dat ik
mnenkom."
(Zij komenlin de kamer. De andere doet
■jnigszins nerveus.... gaat bijna naast
(J1 hem aangeboden stoel zitten, veegt z'n
e ecl of en snuit z'n neus. De eene presen-
'*l sigaar. De andere bedankt tusschen
f snuit-stooten in met een handgebaar
Hart'1 verder- De eene kijkt belangstellend
v r het snuiten en wacht. De andere bergt
vzakdoek op er. verschikt z'n bril met
j.Jro°te glazen. Door die glazen kijkt hij
retlS naar den eene.)
'en
De andere: „Meneer.... eh.... u is
de persoon, die 's Zaterdags die stukjes
in de krant schrijft, als ik me niet ver
gis
De eene „U vergist zich niet, meneer.'
De andere „Ik heb altijd met belang
stelling die dingetjes gelezen."
De eene „Zeer vereerd."
De andere: „Mèèr...."
De eene „O.
De andere: „Ik acht me verplicht u
te wijzen op 'n mijns inziens.... hoe
moet ik dat zeggen
De eene „Precies zooals u wilt."
De andere: ontstemd,,'t Is hóóge
ernst, meneer
De eene: „Pardon., als ik me ver
keerd heb uitgedrukt..ik zal trachten
uw hooge ernst hoog te houden."
De andere Kijkt wantrouwig naar het
gezicht yan den eene. Hij bemerkt daaraan
niets bijzonders.) „Kijic u-is, meneer.,
ik ben vader.."
De eene(knikt eerbiedig wil iets
zeggen, doch bedenkt zich.)
De andere: „Ik., heb geaarzeld,
meneer., lang en breed nagedacht.,
maar in 't belang van., de goeie zaak.,
van mezelf., van anderen., moet ik 't
u zeggen. U gaat de verkeerde kant uit."
Dc eene (schrikt geweldigz'n pijp
glijdt uit z'n mond.) „Meneer...."
De andere „Uw schrik doet me ge
noegen."
De eene: „Odank u wel...."
De andere: „Dat wil zeggen.... het
doet me genoegen, dat mijn mededeeling
u eenigermate doet ontstellen. Dit is 'n
bewijs, dat u onbewust heeft gehandeld
en ik mag het dus toeschrijven aan uw
jeugdige onervarenheid."
De eene: „Nou.... nou, meneer. Ik
ben e n en dertig.en gehuwd Maar
laat ik u niet in de rede vallen."
De endere ,,'n Week of drie geleden
heeft u dat stukje geschreven van die
dikke meneer. U zal wel toegeven, dat
u de avonturen van die meneer tamelijk
realistisch heeft geschetst."
De eene: „Realistisch.... volgens de
waarheid dus."
De andere„Ja, maar de waarheid
mag niet altijd gezegd worden, meneer."
De eene „Helaas, neen."
De andere „Voelt u niet wat ik be
doel, of
De eene: „Ik voel niets, meneer."
De andere: „Dan noodzaakt u mij
duidelijker te zijn. U heeft die meneer
in 'n compromitteerende positie geplaatst,
toen ie aan z'n bretels werd vastgehou
den door een hond."
De eene „Aangenaam was z'n positie
niet., maar.... ik vraag me af.."
De andere „U begrijpt me niet, of
u wil me niet begrijpen.Laten we 't kind
bij den naam noemen, meneer. U heeft
die meneer z'n broek laten afzakken 1"
De eene (wordt erg bleek grijpt zich
vast) „Ja. ...d.. d.. d.. dat is waar.
zoover heb ik niet eens gedachtDa's
'n ontdekking, meneer., da's 'n ont
dekking..
De andere „Ik heb kinderen, meneer."
De eene „Dat weet ik."
De andere „Hoe weet u dat
De eene „Omdat u straks zei dat u
vader was." j
De andere „Die kinderen lezen dat
óók Begrijpt u
De eene: „Begrijpen....? Nog niet.
Hoe oud zijn die kinderen
De andere: „Zeven., acht., tien.."
De eene„O, dan begrijp ik 't niet f"
De andere: „Niét?"
De eene „Néé.. Als ik 't geluk krijg
naderhand kinderen van dien leeftijd
te bezitten, dan blijven ze met hun
knuistjes van de kranten gï. Want voor
kinderen staan er dingen in de kranten,
die nog verschrikkelijker zijn."
De andere „Da's vers twéé, meneer.
da's vers twéé.de kinderen daargelaten,
maar vindt u niet, dat ook volwassenen
zich kunnen stooten aan zulke.."
De eene „Ja, meneer., ik geef u vol
komen gelijk.ik sprak u toch al van een
ontdekking., ik heb zoover niet gedacht
ik ben u zeer verplicht., natuurlijk
kunnen volwassenen zich stooten aan
een afgezakte pantalon. Je hebt verschil
lende volwassenen, hè.... daar had ik
aan moeten denken, toen ik die dikke
meneer z'n pantalon liet.. Maar wacht
u 's even., u schijnt dat stukje beter be
studeerd te hebben dan ik en menig an
der.. Maar er staat toch niet in dat die
broek (excuseer tne 't woord broek)
heelcmaal door den hond werd omlaag
gesjord. AI ik me wel herinner stond er
„half omlaag getrokken pantalon." De
waarheid, meneer.... de waarheid. Ik
beken graag schuld en neem graag de
opmerkingen van oudere en wijzere men
schen dan ik en die zijn er heel veel
ter harte. Ik heb, op m'n woord, niet be
doeld, dat die dikke meneer daar heele-
maal in z'n onder., hrn.. aló.. u be
grijpt me...."
De andere „Zeker.ik zei u reeds
ik heb niet gedacht aan verkeerde bedoe
lingen.. maar 't publiek leest dat er niet
uitIk wil u slechts waarschuwen
voor 't vervolg.u kan niet te voorzich
tig wezen. En ik geloof niet, dat ik alléén
sta in deze meening. Spreekt u er gerust
eens over met een ander bevoegd persoon.
De eene „Ja.daar zegt u zoo iets.
Ik zal er van de week eens met mijn gees
telijken raadsman over spreken. Beter
kan ik dunkt me niet doen."
De andere: „Gerust., doet u dat.,
en u zal zien, dat ik niet do eenige 'oer.
ik ben heel benieuwd, wat hetjtntwoord
zal zijn."
De eene „Nou., 'k zou ze&,
u de andere week nog eens hooren. Ik
zal 't n precies., naar waarheid weer
geven. Komt u dan Maandagavond
De andere „Graag, meneer. U neemt
me niet kwalijk
De eene „integendeel. Mag ik u maar
even voorgaan
(De andere wordt door den eene uitgela
ten. De kamer blijft eenige seconden leeg.
De eene komt weer terug. Hij gaat in z'n
stoel zitten. Stopt een versche pijp. Peinst
heel diep. 'n Lange stilte. Hij lacht een lan
gen, gezonden lach. De stoel kraakt er van.
Onder die geluiden zakt het scherm,
v.inde der eerste acte.
TWEEDE ACTE.
Zelfde tooneelschikking als in eerste
acte. Een nog warmere Meidag. De eene
zit te schrijven en lacht nu en dan. Ach
ter de schermen hoort men gerucht van
borden, die worden omgespoeld en op
gestapeld. Dat geluid gaat vergezeld
van gezang door een vrouw. Er wordt
gescheld., niet kort-driftig.. meer be
scheiden. De eene kijkt door het raam
naar buiten en verlaat snel de kamer.
Buiten de kamer hoort men hein roepen
„Blijf maar., ik zal wel open doen l
De vrouwenstem roept: „is 't soms..
De stem van den eene antwoordt
„Ja., die jij bedoelt is 't
Het geluid der borden houdt op. Ook
het gezang. Men hoort de stem van
Den eene: „Ah., meneer. Komt u
binnen."
En die van den andere„Och, vindt
u 't de moeite
De andere „Zóó., zóó., nou., en-nc
(Zij komen binnen. De andere is niet
nerveus. Gaat nu direct goed zitten. Wacht
met ingehouden ongeduld.)
De endere „Nou, meneer., wat heeft
uw geestelijke raadsman gezegd
De eene „Eerst zei hij niets- toen
heeft ie 'n minuut of wat buitengewoon
hartelijk gelachen...."
De andere „Gelachen zegt u
De'eene: „Ja, meneer.hoe vindt u 't
Toen'zei hij woordelijk; „Als jc nog 's
zoo'n stukje durft te schrijvenIaat
dan gerust die broek maar heelenuHil
afzakken
De andere (staat met 'n sprong op,
wordt beurtelings rood, geel en blauw)
„Menéérl!"
De eene: „Meneer
De andere„Laat u me daarvoor
binnenkomen
De eene„Ja meneerdie misdaad
bega ik."
De andere: „Meneer..11 U valt
ras bitter tegen 1"
De eene „Nee maar, die is goed Nou
krijg ik de schuld Ik sprak de zuivere
waarheid, meneer. De waarheid, die niet
altijd gezegd mag worden
De andere (drukt z'n hoed hard op 't
hoofd. Wil nog wat zeggen. Z'n stem stokt.
Gaat woedend weg. Struikelt bijna. De eene
kijkt hem na. Men hoort den buitendeur
dichtdreunen. Dan een blijkbaar lang inge
houden vrouwenlach. De eene holt wegnaar
de richting vanwaar dat geluid komt. Er
valt een bord stuk. Scherm zakt.)
G. N.
'3
'i'
i j.
v.
i
i
;i
i it
'.i,
:i
I
'i!
i ;i
i' '1
'f
t
ii;
;:ih
tl'
11 ,i
I;
i