Luchtverkeer. Brieven uit Borneo. Medisch© Praatjes. Gemengd Nieuws. ELCK WAT WILS. SCHAAKRUBRIEK. u ZATERDAG 18 JUNI 1921 TREKJES CXCV. Hoe 't ook zij, vanaf dit oogenblik treedt de beterschap in en de zieke gevoelt zich met den dag sterker en flinker worden. Wij kennen dan ook geen enkele ziekte, waarbij de patiënt plotseling zoo zwaar ziek wordt en*, het algemeen welbevinden zoo snel terugkeert als dit bij de longontste king het geval Is. Hoewel bij het mee- endeel der aangetasten deze ziekte, als boven is aangegeven, verloopt, geschiedt dit echter niet altijd zoo. Ook de longontsteking kan vrij lang zaam beginnen en zich aankondigen met een periode waarin de persoon in kwestie zich wat moe gevoelt, die op een algemeêne malaise berusten. Juist in die gevallen zien wij dan ook vaak de nLi zoozeer gewenschte crisis, doch zee langzame verbetering optreden. Helaas zij wij niet altijd in staat de levenskracht op peil te houden. Voor al wanneer wij met een ernstige in fectie te doen hebben en de bacteriën zeer kwaadaardig zijn, terwijl het in dividu een betrèkkelijk gering weer standsvermogen heeft, dan zijn wij helaas niet immer bij machte den pa tiënt in het leven te houden, met al de hulpmiddelen die ons ten dienste staan. Het spreekt van zelf, dat ouden van dagen en verder degenen, wier lichaam veel geleden heeft door den drank, het meeste gevaar loopen het slachtoffer te worden. Bij de laatste categorie van personen treedt niet zelden het z. g. n. „delirium tremens" op den voorgrond als uiting van het door den drank verzwakte en verslap te zenuwstelsel, op welke aandoening ik eens een anderen keer uitvoerig hoop terug te komen. Daar het zenuw systeem ook bij de hartwerkzaamheid en bij het ademhalingsproces zoo'n buitengemeen gewichtige rol vervult, laat het zich begrijpen, dat hart en longen, de twee organen, waarop het in de kritieke dagen zoozeer aankomt, maar betrekkelijk half werk kunnen verrichten en zulke personen dus in 't algemeen in een veel slechtere con ditie verkeeren. Tal van hulpmiddelen staan ons nu ten dienste om het lijden van den zieke te verlichten. Wij be schikken n. 1. over een schat van ge neesmiddelen, die de pijnen doen ver minderen, de ademhaling bevorderen en het hart tot grootere werkzaamheid aanzetten. Ook het u allen bekende waterverband, de Priessnitz omsla gen, die meestal lauw het best ver dragen worden, hebben een welver diende reputatie. Ook zij verminderen de stekende pijnen in de zijde en schij nen de resorptie van het vocht, dat door het ontstekingsproces in de long ontstaat, in de hand te werken. Aan deze hulpmiddelen wil ik nog toevoegen, dat steeds frissche lucht de ziekenkamer moet binnenstroomen. Dit lijkt een zeer natuurlijke zaak en ik zou het dan ook niet eens ver melden, als de ervaring niet leerde, dat dit geenszins overbodig is. Ik wil thans de bespreking van deze doorgaans ernstige ziekte niet beslui ten zonder een zekere troost, die wij zonder twijfel noodig hebben, wan neer wij nog eens alle misère voor ons zelf memoreeren, waarin dit lijden ons zoo plotseling brengen kan. Die troost woorden luiden aldus: In de meeste gevallen geneest de longontsteking zonder eenige blijvende stoornis achter te laten en worden de longen dus weer, zooals zij voor het uitbreken der ziek te waren Niet van alle ziekten kun nen wij dit helaas neerschrijven en het stemt ons aangenaam te weten, dat. hoe zwaar ziek de pat'ënt ook moge zijn, deze wederom even flink en krachtig kan worden als voorheen, mits hij de gevaarlijke klip heeft we ten te omzeilen MEDICUS. vliegterrein k>p Malta, terwijl dit eek is geschied voor het inrichten vaa een lijn CairoSlaapstad. Ook in Indiö wordt een lijn voorbere' l tucschen Rangoon en Bombay via Calcutta en Allauabad. Redacteur: A. M. Voortin#, Wagenweg 92, Haarlem. Veraockc alle stukken, betrekking heb bende op deze ubriek, te aaressecrcn aan bovenstaand adres. PROBLEEM no. 270. A A. Marl, Genua. (le Prijs „The Goad Canvpanion Chess Problem Club", Mei 1921) (Zwart 11). a bed e f g h (Wit 101. Wit Ivoim er. geeft in fwe zetten mal. Stand der stukken: Wit: Ka7 Den. Te2. TPS, La2, Lgfi, Pd6, Pih3, pion: b7 en c7. Zwart: Kefi, I>h4, Td« Tel. Le5, Pd3. Pg7, pion- c3, c4, d7 en f4. P HOR LEEM N« 271. H D. O Benaard. („The Olie** Asna-teur.") (Zwart 7). 8 7 6 5 4 3 2 1 f g h b e a c (Wit 9). Wit begint en geeft in twae zetten mat. Stand der stukken: Wit: Kd8, Db2, Tdl, Tfl, Ld5, Lg5, Pf5 en Pf8 en pion e6 Zwart: Ke5, Dc3, Lb5, Pa2, Pel, pion: f7 en b4. PROBLEEM No. 272. P. F. Biakc, Liverpool. (Ie Prijs Western Daily Mercury). (Zwarl 0). (Wit 7). Tweede Blad. L.S. Ik heb ai zooveel geschreven over al les en nog wat, doch „nog noodt nie" (zeggen ze in Brabant) over trouw-gewoon- len Eri dat is interessant. Waar er zoovele verschillen/de stammen hier in Borneo le- veu, die nog al wat verschillen, zai ik zoover als ik weet van hooren zeggen en zelf-zien, in 't kort eventjes 'n paar ge woonten beschrijven van sommigen, om dan 'n beelje langer uit te weiden over de ze gewoonte bij de Doesoens, die goede luitjes, waar ik het voorrecht heb onder te missionarissen. Met alles ligt dit ten grondslag: de jongelui hebben niets in de pap te brokken, want de ouders ver- koopen daar komt het toe hun kin dei en. De Milanoes, eenigen tijd na' vaststel ling van den prijs, brengen den jongeman in booten, daar zij in het waterland leven, mei muziek en zevenklappers naar het huis van de bruid, waar de dag verder doorgebracht wordt met eten en dobbe len. Soms worden de kleeren en sieraden van de pasgetrouwden dan al verdobbeld en de huwelijke staat begint in volsla gen armoede. 1 De Kyans, die ook in Hollandsch Bor neo leven, gaan na betaling een beetje le vendiger en ruwer te werk. De mannen van het huis van den bruigom zij leven in lange huizen met 20—50 families bij een gaan naar het huis van de bruid, waar de kamer van het meisje gebarrica deerd is en de volwassen mannen klaar slaan om haar te verdedigen. De gezonden mannen altijd in de meerderheid ko men en bevechten zonder wapens de mannen van het huis des bruids. 't Is alles larie, doch dikwijls vallen er harde klap pen! 'I Duurt totdat alle verdedigers naar beneden gegooid zijn (letterlijk, want de huizen staan op palen van den grond af), dan wordt de barricade weggeruimd en de bruid geschaakt en meegenomen naar het huis van haar toekomstigen „meester". De vrouwen van bruidje's paleis hebljen zich zoolang binnenshuis gehouden, doch zoo dra de aanvallers met de jonge vrouw weg zijn achtervolgen zij hen met pap nat- gekookte rijst, gemengd met roet. Zij*gooien de vluchtenden, en wee hem die geraakt wordt, want pap kleeft en hij wordt uit gelachen een ganschen pret-dag. De bruid holt niet onwillig. Zijn zij in het huis van den bruigom, dan wordt er flink gefeest, gegeten en aan Bacchus geofferdl Onder de Dyaks gaat de jongeman des nachts op visite bij zijn meisje. Haar ouders laten liet toe, zoo zij geen bezwaren hebben. Zoodra er teekenen zijn van zwangerschap wordt de prijs betaald en het huwelijk voltrokkenmet dronken schap. Dat is, omdat iedere Dyak graag vader wil zijn. Blijven de gevolgen uit, dan zal de jongeman een ander opzoeken en de jonge vrouw, zonder schaamte, want 't is geen schande, is klaar voor een an der Scheiding na het trouwen is dan ook bijna onbekend. De missionarissen hebben rare gewoonten uit te roeien. De Marets een van de laagstaande stammen volgen ongeveer dezelfde gewoon ten alleen wordt bij hen nog meer ge smeerd met gerstenat. De Tagas volgen de gewoonten der Doe soeus, met dit verschil: op den trouwdag gaat de buurt van den jongeman naar het huis des bruid. Dat echter is gesloten, de deur stevig vastgemaakt en de kleine ven steropeningen eveneens. Allen van die buurt, met ouders en familie van het meis je zijn binnen en heel stil. De vrienden van den bruigom klimmen naar boven en iedereen tracht binnen te komen. Gewoon lijk valt de deur als slachtoffer en stuikken worden uk den muur gehakt. (De huis jes zijn heel primitieve dingen!) De koop prijs, bestaande uit gongs, potten en ko perwerk wordt meegenomen. Als allen binnen zijn komt de vader der bruid naar voren en het volgende steriotiepe gesprek begint: „Waar gaan jelui naar toe?" „Wij komen hier!" „Wat ko.nen jelui hier doen?' „We willen graag wat te eten hebben." „Wel, er is geen eten klaar!" „O, geef maar rijst, we zullen zelf wel koken 1" „lk heb geen rijst." „Geef maar wat paddie, we zullen zelf Wel stampen!" „Er is geen paddie!" „Toch wel aardappelen?" „Neen, niks, maar wat hebben jelui daar?" ,.'n Paar gongs en wat koperl" „Wat doen jelui daarmee?"' „We zien 't Ie verkoopenl" Dan hurkt ie neer en beziet de dingen. „Wat willen jelui er voor hebben?" „Wat geef je er voor?" „Een goed maall" „Ben je bozcsitigd, denk je dat we daarvoor dit allemaal hierheen sjouwen neen. Jé geeft ons dat meisje, de doch ter van je viouwt" „Oohol" „Nou graa£ of niet?" „Wacht ens even." Weer beziet hij de gebrachte dingen en zegt dan: „Z>: zijn haar niet waardt Breng nog wat anders! Hebben jelui niets anders?" „Neen." Nog oen beetje meer loven en bieden 't is alles al van te voren beklonken! en dan: „Neem haar!" Dan worden de dingen, indien er een binnenkamer is naar binnen gedragen, of in een hoek gezet en de vader noodigt de gasten tot den maaltijd. Zij zijn stevige borrelaarst In den laten middag gaan al len naar het buis van den bruigom de bruid ook waar ook weer gedronken wordt. Als het huis ver is 'n paar uur loopen, dan blijft men waar men is en den volgenden morgen na den roes gaan ze naar bruigom's hui* om 't nog eens over te doen. De Doesoens. De vader van den trouwlustigen jongeling (pl.in. 16 jaar), polst door een tusschenpersoon de ouders van hel meisje, dat hij geschikt vindt voor zijn zoon. Dat duurt eenigen tijd, want eerst moei gedroomd worden en dat Inkt niet altijd. Als de ouders van het meisje er ooren naar liebben, laten ze dat door den tusschenpersoon wel weten. De jongen gaat iederexi avond buurten in het huis van zijn meisje, doch hij ziet haar nooit alleen. De dag na hot eerste of laat ste kwartier van de maan, is er een ge lling voor den burgemeester. De vaders, >oms, en allen die belang stellen komen v-erhurken. Daar wordt uitgevisoht of geen familie zijn trouwen niet tot in 'en zesden graaden er wordt beklonken hoeveel de jongeman betalen moet voor zijn meisje. De prijs hier loopt van 150 tot 490 gulden voor maagden; voor weduwen en gescheiden vrouwen is de prijs van 50 tot 200 gulden. Als dat alles geregeld is, gaat de tusscfienpersoon weer op den dag xa den vólgenden stand der maan, offi cieel bieden in het huis der bruid. Dit heet tabol. Die persoon n:.»et dronken gemaakt worden en onder de heidenen bij de christenen ij er gelukkig verandering moet iedereen in het huis met hem drinken en eten. Stomdronken reeds is er een of ander die nog niet met hem „geklonken" heeft, dan zat men zijn mond openen en een glas „bier" er in gieten, dat dikwijls weer terstond overgegeven wordt. Ook 'n hapje rijst en een stukje visch of vleesch, wordt in zijn bakkes geduwd! De jongelui zijn nu verloofd. Doch zij zien elkander niet of beter zien doen ze wel en gluren, doch tète ft tète gebeurt niet. Vrijen is dus onbekend. Als ze elkaar buiten tegen komen, zal het meisje haar oogjes zedig neerslaan, en de jongeman passeert haar net of hij ze niet kent. Als hij haar zelfs zou aanraken, zou hij be boet worden. De Doesoens - erg inhalig, zouden dal vast niet voorbij laten gaan zon der een of twee buffels te eischen. Kussen is ook onbekend, hebben er geen woord voor. En wat te zeggen in die toestanden van „liefde"? 't Bestaat nog niet; een vrouw is geschikt om te werken en om moeder te worden, meer niet? Edoch op den vastgestelden dag voor vol trekking van het huwelijk heerscht er drukke bedrijvigheid in de woning van de bruid. Vele handen helpen om 'n buffel te slachten, een of wat varkens te keelenl Bij het opgaan der zon wordt gescho- tenn koperen kanonnen worden vele in elk dorp aangetroffen en af en toe her haald. Als de zon het hoogste staat, komt 't dorp in beweging. Iedereen gaat te gast. Velen gaan naar het hhis van den brui gom, en van de dorpen uit den omtrek komen velen, want iedereen is wellkom. Om ongeveer 1 uur gnat de bruigom met va der, broers, vrienden en dorpsgenooten in processie want allen loopen achter el kaar, met zo" it-vinppers en donderbussen en rilsenrekjes naar bruidje's huis. De •koopprijs, die bestaat mik gongs, koper, potten etc., wordt meegedragen. Allen gaan naar boven, de bruigom me', eeu paar vrienden zit in en hoekje; de vaders, broers en lxjofdman zitteu in een cirkel rondom den „prijs," Dan heeft er weer een debat plaats. Des bruigoms vader begint gewoonlijk met pruiimensop in breeden kring uit te spuwan ;a de versnapering zelve van den eenen na«v den anderen mondhoek te verrellen. Dow gong is 50 waard; dit kanon 80; dit zooveel en zoo veel. De anderen bekijkea ze allen we ten precies de wtierde doch tóch is 't lovna en bieden. Soats staat er een op en zegt: ,,'t gaat niet, te weinig!" moet nog tien guJdwn bij- En zoo voort, 't heele geval is aiWjd 't zeilde, wordt bij alk hu welijk n herhaald. Als het beklonken is soms na een kwartier doch ook wel dat het bijna twee uur duurt, word! er vleesch en rijst en „bier" rondgedeeld. Allen zitten op den vloer; ntannen hier, vrouwen daar en 't volladen begint. 't ls ongelooflijk de kwantiteit die 'n echte doeson verorber!. Zij hebben nog niet gegeten, want hoe leegsr de maag, hoe meer d'r in kan! Eerst praten en kletsen, dan schreeuwen van het eene naar het andere eind en hoe meer "„gerstenat" wordt ingenomen., des te grea ter wordt de herrie. Als xe zoo 'n uurtje geladen hebben, dan gaat de bruigom met 'n paar vrienden naar 'n binnenkamer of hoek waar z'n jonge vrouw met vriendin nen reeds zit. Daar zotten ze zich naast el kaar op den vloer, 'n Po! rijst wordt voor gezet, een schotel vleesch en een glas bier. Dan nemen beiden oen kluit rijst, kneden deze boven de pot, dat iiUes goed vast zit en losse korrels terugvallen in den pot 'hun gewone manier van eten en de man stopt zijne kluit in den mond *an zijn bruid en zij haar kluit in zijn hooisohuur. Dit heeft plaats onder gegil en gelach en handgeklap van de vrienden. Dan een stukje vleesch, dan 'n fiiinken slok bier, nog eens en nog eens en als ze vol zijn, gaan ze allen naar 't huis van den jongen man, waar weer te vr. .t. .n en volop te z. .pen is. 's Avonds zijn er weinig nuch ter. Er is volop vuilte praat, de meesten vallen in slaap waar ze zitten, soms wordt 't afgewisseld door een vechtpar tij, doch dat zelden, 's Anderendaags worden de restjes opgeslokt! Onder de heidenen is er niet één, die niet op zijn trouwdag „boven z'n theewater" is! En verscheidene „dames" heliben ook meer dan genoeg. Er moet zooveel drank zijn dat allen fatsoenlijk beschonken kunnen worden. Dat eisoht de gewoonte. Te kort aan drank zou de grootste schande zijn die 'n gastheer zou kunnen oploo- pen. De bruigom geeft gewoonlijk "n goed voorbeeld, want 't is 'n eer als alle gaslen dronken worden hoe vetter des te beter! In sommige streken houdt de vader van de bruid de „nopong" den koopprijs. In Papar zóot Hier neemt de oudste broeder va.n de bruid alles. Als er vele dochters zijn en slechts een zoon, dan krijg! hij al de soihmen, die voor zijn zus ters betaald worden.. Zoo'n eenige zoon hier met verschillende zusters wordt al tijd 'n welgesteld man: 'n Croesus onder de Doesoens." Zijn er meerdere zoons, krijgt de oud ste het betaalde voor zijii zuster en in dien er meer dochters zijn, ontvangt de tweede zoon den koopprijs van de tweede dochter. En zoo verder! Die broers of vader houden hel en handelen er mee of doen er mee wat ze willen, want het is 't hunnet Indien de bruid geen broers hoeft, houdt haar vader of voogd de koopsom totdat het eerste kleintje komt kijken: dan komt alles aan het jonge paar terug. Doch wat de vader er mee gewonnen heeft blijft het zijne b.v. 'n jonge buffel of zoo. Dat is tame lijk in den haak't Is anders 'n vreemde geschiedenis dat koopenl Wijst men hen er op dat hoe meer ze voor hun dochter vragen des te armer wordt zij: want schoonzoon liaar man moei bete len, dan zien ze dat wel. doch zeggen: „zoo is onze gewoonte", „ingkano adat za" en bastal 't Is todh ook weer niet heclemaal af te keuren, want ze zullen hun vrouw nu ■niet zoo gauw vevwaarioozen, omdat ze voor haar betaald hebben, want „liefde voor haar wordt nog niet gevoeld j. STAAL. Pr. April 1921. LONGONTSTEKING. III Het is ons uit het vorig artikel dui delijk geworden, dat de longontste king doorgaans gepaard gaat met vrij ernstige ziekteverschijnselen. Thans zullen wij met elkander nagaan hoe het in de meeste gevallen verder met den patiënt afloopt. Gedurende de eerste dagen nemen meestal de klachten toe en blijven de verschijnselen op een hoogte staan om meestal den plm. 8en dag een zeer ernstig karakter aan te nemen. In die dagen gebeurt het niet zelden, dat men den zieke verlaat met de gedach te:.,,Zal ik hem morgen wel weer le vend zien?" Immers de tempeiatuur is op dat tijdstip zeer hoog, de pols slaat zeer snel, terwijl de patiënt erg benauwd is en een zeer zieken indruk •naakt over 't geheel. Doch ziet. den volgenden morgen zien wij dan, juist als wij den dag te voren met' een ze keren twijfel de ziekenkamer verlaten hebben den patiënt opgericht in bed zitten en hij voelt zich zoo goed dat mijnheer zich best in staat waant naar kantoor te stappen en moeder de vrouw wederom haar huiselijke bezigheden kan verrichten, al zou deze overmoed hun beiden duur te staan komen. De zieke heeft dan, zooals wij gewoon zijn dit aan te dui den, de „crisis" doorgemaakt. Men is in 't algemeen van oordeel, dat dit kritieke moment altijd op den 9en dag moet vallen. De ervaring leert echter, dat dit geenszins het geval altijd is, doch ook wel eens op den 7en dag of na den 9en dag plaats grijpt. „Wat 'n wonderje zat te snorre- ke." „Nou.... nou.... hoe ist mogelijk,, van 't zonnetjejavan 't zonne tje." „Heb je zelf je slokkie gepakt 7" "ja.... hè-hè-hè.... knap gedaan, hè 'moeder Geen druppie, hoor.voel maar.... geen spatje d'r overheen." „Mot je toch niet doen, man.... as de buren 't zienas ik 't je geef, doe 'k eerst 't gordijntje omlaag. Nou kenne ze wel gekeken hebben." „Late ze kijke.... late ze kijke.... voor mijn part. Doe 'k daar kwaad mee. één glaasie op 'n heele dag En as 't erg lekker is nog 's 'n hallefieMag de ouwe man dat niet hebbe „Dat zeg 'k niet..maar as ze gaan klesseen 't tegen de pater zeggen dan zit je d'r mee. As de pater mijn nog 's wat in me hande dauwt, dan.bedoelt ie dat voor eten.... en voor 'n stukkie kleerenmaar niet voor drank." „He ie verleëe week nog wat gegeve „Ja.... 'n gulden. Azze we die goeie man niet hadde „Ja.... beste man, moeder...goed voor arme menschen as wijZou zóó'n man 't nou kwalek neme, as ie., as ie., toevallig is te wete kwam „Weet 'k niet.... maar je kan niet voorzichtig genog wezede buren gunnen je niksniksdat weet je nou eenmaal." „Ja.... dat weet 'k. Moeder.... geef jij me nog 'n hallefie.. ,,'t Is de vraag, of 't 'r nog inzit, 't Kraffie is mekant leeg.... Nou, nét VLIEGEN BIJ NACHT. Het officieele half-jaarlijksche verslag van don vliegdienst te Oroydon meldt, dat, hoewel men nog niet begonnen is met hot vliegen voor handelsdoeleinden bij nacht het vliegterrein Oroydon thans bijna geheel is ingericht voor dit ver- koer. Twee lichtbakens op de London-- Parijsroute zulle* wordon ingericht. Ook voor do verdere ontwikkeling van de luchtlijnen in het Eagclsohe rijk zijn vorderingen getroffen. Voorbereidingen zijn getroffen voor het inrichten v&n een hoor.... net nog 'n hallefie.... ziezoo .op alweer." „Zooo.... zoo.... dan wordt 't tijd, dat de pater weer es komt kijken." Vrouw van der IJver, een der naaste buren van 't oude, arme echtpaar, stond op datzelfde oogenblik 'n huisje of zes verder te praten met'n andere buurvrouw. Met heftig beweeg der hoekige kaken vertelde ze 't van de groote ontdekking, die ze daar straks had gedaan. „Is 't warentig, buurvrouw?" „Zeker, mensohmet me eige goeie oogen gezien hoor. 'n Kraft met 'n glaasie haalde-nie uit de kastnou, daar zal géén water in gezeten hebben. Wat zeg je me nou dóór van Is 't niet God-ge klaagd voor menschen die bedeeld wer den.. die van giften en gaven motte leven ,,'t Is schande, buurvrouw.... dat most de pater óók niet weten, dat zóó z'n gegeve cente besteed worden." ,Ja..maar ik zal 'm netjes waar- schauwenkan je van op Sn. Zie je, zóó worden die mensche nou beduveld. Maar de man zal 't weten." „Groot gelijk, buurvrouwzukke bedriegerij mot de wereld uit." In de spreekkamer van de pastorie zal vrouw van der IJver te popelen. Jonge-jonge wat zou die man daar van opkijken. Hij hoefde nou wel niet direct de steun in te houwe, maar hij kon 't ze dan toch es goed zeggen. De pater kwam ia de spreekkamer. Wil begint e» geeft in twee zetten mal. Stand der stukken: Wït- K!3, D(b3, Tdó, 1*8, Lii8, Pe7 en Zwart; Iv«6. DaS, L«5, Pc8, pion: a3 en h4. DE MATCH OM HET WERELDKAM PIOENSCHAP. Capabhtnca wereldkampioen. Het tijdschrift van dien „Ned. Sdhaak- bond" schrijft in het Mei-mmunar van jJ.: Spoediger dan vermoed werd is de strijd tusschen Dt. Lasker en Capabbtoca l>es3iist en wel len gunste van laatstge noemde. Nadat Lasger een vierde ver- 't Was 'n echte goebloed, bemind bij jong en oud, arm en rijk. Z'n gelaat had 'n permanente gulheids-plooi, die volko men harmonieerde met zijn goedig ka rakter en onveranderlijk, prettig humeur. „Zoo, zoo, moeder.... wat scheelt er aan „Dag, pater. Ja.... kijk u is.... ik had eig'1 ik 'n nare boodschap maar ik voel me toch genoodzaakt u-to vertellen. U komt nog al-es bij die blinde Janse en z'n vrouw". „Oja, juistwat is daarméé ziek „Nee, pater. Maar ik weet heel toe vallig, dat -u die menschen wel is wat toe stopt. En nou ja, 't is vervelend om 't u te zeggen maar vanmiddagera kort te gaan, die man gebruikt 'n borrel tjewist u dat „Ja moeder.... dat wist 'k." „Oodusdus u wist 't néé, ziet u, dan heb 'k niks gezegd. Ik dacht maar zoomensoha die be deeld worde van Vincentius en zoo.. „Ach, vrouwtje.denk nou 'sna zoo'n blinde stakkerd, hè.... alt'd, altijd is 't nacht voor hem. Ja, die maf van mij gerust 'n borreltje nemen, hoor. 't Is z'n eenigste plezier in al die lange, donkere dagen. Kom, dat moet ja m maar niet misgunnen.. ..hij maakt géén misbruik, dat weet 'k." „Odat is wat anders, dat wist 'k i i c, ziet uNee, hoor.... Onze lieve Heer zal mijn bewaren, dat ik 't die man niet gun „Mooi, dan is dat al weer klaar wacht, vrouwtje.... ik zal je even uitlaten.... Respunt had gekregen, de veertiende par tij, za# hij zidh genoodzaakt de match gewonnen te geven, zonder nog verder oen poging le wagen waartoe de res- teerende 10 partijen ruimschoots gelegen heid boden zijn achterstand in te ha len. Tot dit besluda is de ex-wereldkam pioen gekomen, doordat zijn gesdho-kte gezondheid niet meer toeliet verder te spelen. Het is in de schaakwereld een opmerkelijk maar desniettemin gewoon verschijnsel, dat hij, die in een nmlch ol in een wedstrijd de nederlaag lijdt of geen succes heeft zidh terugtrekt om ge zondheidsredenen. Niet altijd wordt dit excuus ernslig opgevat maar het lijkt ons boven twijfel verheven, dad Dr Las- ker's ziekte geen uitvlucht is. Het zou haasleen wonder zijin, wanneer hij niet ziek was geworden. Een man van zijn leeftijd, vaD zijn niiol robuust gestel, niet gewend aan het moordend heete klimaat van Havana, deed zeer onvoorzichtig Mieses wees er reedis vroeger op in de- D. Sdhachzeitung om een zooveel van de zenuwen vergen den kamp aan tegaan, waarbij niet m'mdcr dan hel wereldkam pioenschap'op het spel stond. Dit in aan merking nomende, moet men zjoh verha zen, dat Lasker nog zulk een Iaasten tegenstand geboden heeft. Zonder iels af te dingen op hel geweldig sterke spel van ziin Cubannscftecn tegenslandT moei men erkennen, dat Lasker. ook al heeft hij mij de nederlaag geleden, zijn eer meer dan gered heeft. Slecihts tweemaal in d e veer tien partijen maakte hij een bencaldc fouf nil. in de vijfde partij, toen hij in remise- stand met den koning verkeerd uilweek en verfoor, en in de veertiende parlii, ioen hij door 29. Kh2 de kwaliteit verloor. Maar tijdens deze partij was Lasker reeds zeik. Lasker zelf is zoo ridderlijk geen verklaring voor de blunder in de vijfde partij te geven. Psychologisch (siteIer is zij zeer verklaarbaar Lasker bad volVo- men terecht remise aangeboden, de narlij was door Capabflanca niet te winnen; loeh wegerde deze ls het wonder, dat óeee weigering Lasker hinderde en teem een oogeutd ik he! kalm denken onmoge lijk maaite? Op dil winstpunt kan Capa- Manca roker riet trolsch zijn. Dc drie andere partijen echter. diie hij won. (no nen ons de schil terende talenten van den nieuwen wereldkampioen Vooral de 11e partij is een meesters!uk van slrwteg'e. Trouwens de goheele match is een groo te strijd tusschen twee strategen Or>'"T- vSaklkg mogen de parijen eentonig lijken, wanneer men ze IwMteoteert beimerkt men spoedig, hoe waar de zeilen 'eiken* ziin. Dat de waanhid ook hier zich niet Itn een opvallend mooi kleed vertoont, maakt haar er niet minder schoon om. We ge ven in deze aflevering weder eenige par tijen met slechts weinig commentaar. We willen ons niet schuldig maken aan de fout, waarin verschillende Maden verv'e- len en heizij onbenullige opmerkingen meftcn, hetzjj ongepaste kritiek uitoefe nen. Het si zeer moeilijk het spei van deze moedors te doorgronden in al zi'n fijnheid Alleen den taleirtvollen schaak speler, die er ernstige stidie van gemaakt heeft, past oen bescheiden oordeel. Het is een felle strijd geweest, waarvan we alleen betreuren dat hif niet tot het ein de is voortgezet. Geen strijd tussohen Odysseus en Caesar, zooals Lasiker meen* de, maar eerder tusschen een Hinden burg en een Focih, waarbij ook hier de Duitsoher het heeft afgelegd. Capablar.ca is nu wereldkampioen, daar hij won die# tegen 0. bij 10 rornisc. Lasker zelf er kende niet bij machte le zijn hem (e verslaan Wie het wel zou kunnen? Op dït oogenblik zeker niemand. Het ]pat rich aomzien, dat het zeer lang zal duren vóór een speler hot zal wagen Canablamea naar de kroon te steken Het feit dat hij geen enkele pertij verloor, en, voor zoo ver bekend is, ook geen onkrte fout maakte wanneer maakte hij wol c«>s een fout? is zeker eenig in dc lrstor* vmn het schaakleven. Een sterker speler dam Capablmea schijnt er wel nooit be staan te hebben. Voor de theorie van liet schaakspel is de matei* vooral van belang geveest voot het gewoVérde da me-gambiet. De oude orflmdoxc verdedi ging ss gebleken zeer goed speeftbaar te ziin, terwijl ook de moderne (van dr. Tnrrasdh) het niet afgelegd heefh Voor de theorie der Sna arische partij lijlken ons de gespeelde partijen van minder belong. EEN VROED- EN ZUINIG RAADSLID. In de raadszitting van een gemeente in den omtrek van Deventer, kwam Ier spra ke een verzoek van het hoofd ccner school, om machtiging tot aanschaffing van boeken, landkaarten van Nederland en Euro-pa en ook om oen globe Ier verduidelijking. Een der raadsleden maakte de opmerking, dat hij liever zag, dat ©erst maar begonnen werd met een globe van Nederland. ziezoodag moeder." „Dag pater." 's Middags ging de pater den ouden blinde weer eens bezoeken. En de oude had weer 'n heel prettig half uurtje. De vrouw sprak niet veel. Van die oo* genblikken, die echt plezierige oogen- blikken, wilde ze haar man geheel alléén laten genieten. En zwijgend genoot zo met hem mee.... zag met blijde ont roering z'n dankbaren glimlachz'n prettig luisteren naar de moppen van den pater, die altijd wat nieuws wist om hem op te vroolijken. Het afscheid kwam weer veel te gauw. In 't nauwe portaaltje bleef de pater nog wat met de vrouw pratenstopte haar 'n geldstuk in de handen. Dat had 'n minuut of vijf geduurd. Uit 't kamertje kwam toen de heesche stem van den ouden blinde „Moeder.... waar zit je?" De pater en de vrouw staakten ever» het gesprek. „Moeder „Ja, wat is 'r dan r" „Heb ie nog wat gegeve.. De vrouw kleurde tot in haar hals. De daverende lach van den pater be streek het geheele steegje..., en brak thuis opnieuw los.... vulde alle ver trekken van de pastorie. G. N. (Nadruk verboden.) „Slokkie" De stoppelkin van 't oude, zon-ge- -ruinde hoofd, dat wat schuin was wegge zakt, rustte plooi-plettend op de breede borstkas, die in zware-slaap-adem op en neer ging en een zacht-piepend geluid gaf. De dikke handen lagen vlak op de rie ten stoel-armen..werden bepriemd door de nijdige middagstralen, die het kleine plaatsje achter 't krot-huisje in goud-gloeiing hadden gezet. De pet wa3 door de schuine richting van 't hoofd wat opzij gegleden en werd d»or 't harige rechteroor voor verdere af daling behoed. De vliegen omzoemden ket dikke, transpireerende hoofd en zogen zich bij voorkeur vast op de kale plek, die door de pet was verlaten. Misschien kwam het door het geplaag dier vliegenmisschien door 't zonne- Seprik, misschien door beidemaar -r kwam beweging in 't weggezakte lijf. De mond blies luchtbelletjes.... de armen verlieten langzaam hun ligplaats en de handen bekrabden elkaar beurte- Üngs. Dan nog 'n elleboog-spanning met kreu nend gerek en de oude man zat recht luisterdeluisterde scherp Na 'n poosje klonk 't sehorrig ^.Moe der I" Toen nog eens, iewat snauwerigHé moederwaar zit je De armen maakten 'n ongeduldige beweging De oude stond op stak de handen tastend vooruit.... zocht den knop van het keukendeurtje.... schuifel-scharrelde naar 't kamertje. De hand gleed langs den muur, tot ze de deur van de kast voelde, die langzaam werd geopend. We^r aaide de hand voor zichtig la-igs de papieren kastrandjes. schoof nog wat verder en omknelde 'n klein karntjede andere hand deed zoo'n zelfde greep en hield toen 'n klein bitterg'tasje vast. Met kleine voel-pasjes ging ie naar de tafelhield z'n dtkke duim even in 't glaasje en schonk langzaamtot ie 't voi wistvoelde langs 't kelkje langs 't karaf je.... over de tafel, en mompelde met 'n glimlachje :„geen drup pie gemorst". Lekkël smakkend, de oogleden tot spleetjes knijpend, de tong lip-aaiend, genoot ie 't eerste slokjebleef rustig- gemakkelijk na-proeven 't prikkelende vocht. Bij 't tweede slokje kwam z'n vrouw binnenoud, smal sjouw-menschje in vergroend trocot jakje.. grijs-gesleten wollen kapje op de weinige plakharen die veel schedel-wit bloot lieten. „Moeder.... bè-je daar?" „Ja jawat is 'r?" „Waar was je zoo in-eene „Aarepels gehaald en 'n lekker kom- kommertje." „V/at? 'n Kommetje? V/aarvoor ,,'n Kom-kommer 1Je bent vandaag weer doof, hoor." Jadat kan had ie eens hooren weggaan."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5