Luchtverkeer.
Brieven uit Borneo.
Medisch© Praatjes.
Gemengd Nieuws.
ELCK WAT WILS.
SCHAAKRUBRIEK.
u
ZATERDAG 18 JUNI 1921
TREKJES CXCV.
Hoe 't ook zij, vanaf dit oogenblik
treedt de beterschap in en de zieke
gevoelt zich met den dag sterker en
flinker worden. Wij kennen dan ook
geen enkele ziekte, waarbij de patiënt
plotseling zoo zwaar ziek wordt en*,
het algemeen welbevinden zoo snel
terugkeert als dit bij de longontste
king het geval Is. Hoewel bij het mee-
endeel der aangetasten deze ziekte,
als boven is aangegeven, verloopt,
geschiedt dit echter niet altijd zoo.
Ook de longontsteking kan vrij lang
zaam beginnen en zich aankondigen
met een periode waarin de persoon in
kwestie zich wat moe gevoelt, die op
een algemeêne malaise berusten. Juist
in die gevallen zien wij dan ook vaak
de nLi zoozeer gewenschte crisis,
doch zee langzame verbetering
optreden.
Helaas zij wij niet altijd in staat de
levenskracht op peil te houden. Voor
al wanneer wij met een ernstige in
fectie te doen hebben en de bacteriën
zeer kwaadaardig zijn, terwijl het in
dividu een betrèkkelijk gering weer
standsvermogen heeft, dan zijn wij
helaas niet immer bij machte den pa
tiënt in het leven te houden, met al
de hulpmiddelen die ons ten dienste
staan. Het spreekt van zelf, dat ouden
van dagen en verder degenen, wier
lichaam veel geleden heeft door den
drank, het meeste gevaar loopen het
slachtoffer te worden. Bij de laatste
categorie van personen treedt niet
zelden het z. g. n. „delirium tremens"
op den voorgrond als uiting van het
door den drank verzwakte en verslap
te zenuwstelsel, op welke aandoening
ik eens een anderen keer uitvoerig
hoop terug te komen. Daar het zenuw
systeem ook bij de hartwerkzaamheid
en bij het ademhalingsproces zoo'n
buitengemeen gewichtige rol vervult,
laat het zich begrijpen, dat hart en
longen, de twee organen, waarop het
in de kritieke dagen zoozeer aankomt,
maar betrekkelijk half werk kunnen
verrichten en zulke personen dus in
't algemeen in een veel slechtere con
ditie verkeeren. Tal van hulpmiddelen
staan ons nu ten dienste om het lijden
van den zieke te verlichten. Wij be
schikken n. 1. over een schat van ge
neesmiddelen, die de pijnen doen ver
minderen, de ademhaling bevorderen
en het hart tot grootere werkzaamheid
aanzetten. Ook het u allen bekende
waterverband, de Priessnitz omsla
gen, die meestal lauw het best ver
dragen worden, hebben een welver
diende reputatie. Ook zij verminderen
de stekende pijnen in de zijde en schij
nen de resorptie van het vocht, dat
door het ontstekingsproces in de long
ontstaat, in de hand te werken.
Aan deze hulpmiddelen wil ik nog
toevoegen, dat steeds frissche lucht
de ziekenkamer moet binnenstroomen.
Dit lijkt een zeer natuurlijke zaak
en ik zou het dan ook niet eens ver
melden, als de ervaring niet leerde,
dat dit geenszins overbodig is.
Ik wil thans de bespreking van deze
doorgaans ernstige ziekte niet beslui
ten zonder een zekere troost, die wij
zonder twijfel noodig hebben, wan
neer wij nog eens alle misère voor ons
zelf memoreeren, waarin dit lijden ons
zoo plotseling brengen kan. Die troost
woorden luiden aldus: In de meeste
gevallen geneest de longontsteking
zonder eenige blijvende stoornis achter
te laten en worden de longen dus weer,
zooals zij voor het uitbreken der ziek
te waren Niet van alle ziekten kun
nen wij dit helaas neerschrijven en
het stemt ons aangenaam te weten,
dat. hoe zwaar ziek de pat'ënt ook
moge zijn, deze wederom even flink
en krachtig kan worden als voorheen,
mits hij de gevaarlijke klip heeft we
ten te omzeilen
MEDICUS.
vliegterrein k>p Malta, terwijl dit eek
is geschied voor het inrichten vaa een
lijn CairoSlaapstad. Ook in Indiö wordt
een lijn voorbere' l tucschen Rangoon en
Bombay via Calcutta en Allauabad.
Redacteur: A. M. Voortin#, Wagenweg
92, Haarlem.
Veraockc alle stukken, betrekking heb
bende op deze ubriek, te aaressecrcn aan
bovenstaand adres.
PROBLEEM no. 270.
A A. Marl, Genua.
(le Prijs „The Goad Canvpanion Chess
Problem Club", Mei 1921)
(Zwart 11).
a bed e f g h
(Wit 101.
Wit Ivoim er. geeft in fwe zetten mal.
Stand der stukken:
Wit: Ka7 Den. Te2. TPS, La2, Lgfi,
Pd6, Pih3, pion: b7 en c7.
Zwart: Kefi, I>h4, Td« Tel. Le5, Pd3.
Pg7, pion- c3, c4, d7 en f4.
P HOR LEEM N« 271.
H D. O Benaard.
(„The Olie** Asna-teur.")
(Zwart 7).
8
7
6
5
4
3
2
1
f g h
b
e
a
c
(Wit 9).
Wit begint en geeft in twae zetten mat.
Stand der stukken:
Wit: Kd8, Db2, Tdl, Tfl, Ld5, Lg5,
Pf5 en Pf8 en pion e6
Zwart: Ke5, Dc3, Lb5, Pa2, Pel, pion:
f7 en b4.
PROBLEEM No. 272.
P. F. Biakc, Liverpool.
(Ie Prijs Western Daily Mercury).
(Zwarl 0).
(Wit 7).
Tweede Blad.
L.S.
Ik heb ai zooveel geschreven over al
les en nog wat, doch „nog noodt nie"
(zeggen ze in Brabant) over trouw-gewoon-
len Eri dat is interessant. Waar er zoovele
verschillen/de stammen hier in Borneo le-
veu, die nog al wat verschillen, zai ik
zoover als ik weet van hooren zeggen en
zelf-zien, in 't kort eventjes 'n paar ge
woonten beschrijven van sommigen, om
dan 'n beelje langer uit te weiden over de
ze gewoonte bij de Doesoens, die goede
luitjes, waar ik het voorrecht heb onder
te missionarissen. Met alles ligt dit ten
grondslag: de jongelui hebben niets in
de pap te brokken, want de ouders ver-
koopen daar komt het toe hun kin
dei en.
De Milanoes, eenigen tijd na' vaststel
ling van den prijs, brengen den jongeman
in booten, daar zij in het waterland leven,
mei muziek en zevenklappers naar het
huis van de bruid, waar de dag verder
doorgebracht wordt met eten en dobbe
len. Soms worden de kleeren en sieraden
van de pasgetrouwden dan al verdobbeld
en de huwelijke staat begint in volsla
gen armoede. 1
De Kyans, die ook in Hollandsch Bor
neo leven, gaan na betaling een beetje le
vendiger en ruwer te werk. De mannen
van het huis van den bruigom zij leven
in lange huizen met 20—50 families bij
een gaan naar het huis van de bruid,
waar de kamer van het meisje gebarrica
deerd is en de volwassen mannen klaar
slaan om haar te verdedigen. De gezonden
mannen altijd in de meerderheid ko
men en bevechten zonder wapens de
mannen van het huis des bruids. 't Is alles
larie, doch dikwijls vallen er harde klap
pen! 'I Duurt totdat alle verdedigers naar
beneden gegooid zijn (letterlijk, want de
huizen staan op palen van den grond af),
dan wordt de barricade weggeruimd en de
bruid geschaakt en meegenomen naar het
huis van haar toekomstigen „meester". De
vrouwen van bruidje's paleis hebljen zich
zoolang binnenshuis gehouden, doch zoo
dra de aanvallers met de jonge vrouw weg
zijn achtervolgen zij hen met pap nat-
gekookte rijst, gemengd met roet. Zij*gooien
de vluchtenden, en wee hem die geraakt
wordt, want pap kleeft en hij wordt uit
gelachen een ganschen pret-dag. De bruid
holt niet onwillig. Zijn zij in het huis van
den bruigom, dan wordt er flink gefeest,
gegeten en aan Bacchus geofferdl
Onder de Dyaks gaat de jongeman des
nachts op visite bij zijn meisje. Haar
ouders laten liet toe, zoo zij geen bezwaren
hebben. Zoodra er teekenen zijn van
zwangerschap wordt de prijs betaald en
het huwelijk voltrokkenmet dronken
schap. Dat is, omdat iedere Dyak graag
vader wil zijn. Blijven de gevolgen uit,
dan zal de jongeman een ander opzoeken
en de jonge vrouw, zonder schaamte, want
't is geen schande, is klaar voor een an
der Scheiding na het trouwen is dan ook
bijna onbekend. De missionarissen hebben
rare gewoonten uit te roeien.
De Marets een van de laagstaande
stammen volgen ongeveer dezelfde gewoon
ten alleen wordt bij hen nog meer ge
smeerd met gerstenat.
De Tagas volgen de gewoonten der Doe
soeus, met dit verschil: op den trouwdag
gaat de buurt van den jongeman naar het
huis des bruid. Dat echter is gesloten, de
deur stevig vastgemaakt en de kleine ven
steropeningen eveneens. Allen van die
buurt, met ouders en familie van het meis
je zijn binnen en heel stil. De vrienden van
den bruigom klimmen naar boven en
iedereen tracht binnen te komen. Gewoon
lijk valt de deur als slachtoffer en stuikken
worden uk den muur gehakt. (De huis
jes zijn heel primitieve dingen!) De koop
prijs, bestaande uit gongs, potten en ko
perwerk wordt meegenomen. Als allen
binnen zijn komt de vader der bruid naar
voren en het volgende steriotiepe gesprek
begint:
„Waar gaan jelui naar toe?"
„Wij komen hier!"
„Wat ko.nen jelui hier doen?'
„We willen graag wat te eten hebben."
„Wel, er is geen eten klaar!"
„O, geef maar rijst, we zullen zelf wel
koken 1"
„lk heb geen rijst."
„Geef maar wat paddie, we zullen zelf
Wel stampen!"
„Er is geen paddie!"
„Toch wel aardappelen?"
„Neen, niks, maar wat hebben jelui
daar?"
,.'n Paar gongs en wat koperl"
„Wat doen jelui daarmee?"'
„We zien 't Ie verkoopenl"
Dan hurkt ie neer en beziet de dingen.
„Wat willen jelui er voor hebben?"
„Wat geef je er voor?"
„Een goed maall"
„Ben je bozcsitigd, denk je dat we
daarvoor dit allemaal hierheen sjouwen
neen. Jé geeft ons dat meisje, de doch
ter van je viouwt"
„Oohol"
„Nou graa£ of niet?"
„Wacht ens even."
Weer beziet hij de gebrachte dingen en
zegt dan:
„Z>: zijn haar niet waardt Breng nog wat
anders! Hebben jelui niets anders?"
„Neen."
Nog oen beetje meer loven en bieden
't is alles al van te voren beklonken!
en dan: „Neem haar!"
Dan worden de dingen, indien er een
binnenkamer is naar binnen gedragen,
of in een hoek gezet en de vader noodigt
de gasten tot den maaltijd. Zij zijn stevige
borrelaarst In den laten middag gaan al
len naar het buis van den bruigom de
bruid ook waar ook weer gedronken
wordt. Als het huis ver is 'n paar uur
loopen, dan blijft men waar men is en
den volgenden morgen na den roes
gaan ze naar bruigom's hui* om 't nog
eens over te doen.
De Doesoens. De vader van den
trouwlustigen jongeling (pl.in. 16 jaar),
polst door een tusschenpersoon de ouders
van hel meisje, dat hij geschikt vindt
voor zijn zoon. Dat duurt eenigen tijd,
want eerst moei gedroomd worden en
dat Inkt niet altijd. Als de ouders van het
meisje er ooren naar liebben, laten ze dat
door den tusschenpersoon wel weten. De
jongen gaat iederexi avond buurten in het
huis van zijn meisje, doch hij ziet haar
nooit alleen. De dag na hot eerste of laat
ste kwartier van de maan, is er een ge
lling voor den burgemeester. De vaders,
>oms, en allen die belang stellen komen
v-erhurken. Daar wordt uitgevisoht of
geen familie zijn trouwen niet tot in
'en zesden graaden er wordt beklonken
hoeveel de jongeman betalen moet voor
zijn meisje. De prijs hier loopt van 150 tot
490 gulden voor maagden; voor weduwen
en gescheiden vrouwen is de prijs van 50
tot 200 gulden. Als dat alles geregeld is,
gaat de tusscfienpersoon weer op den dag
xa den vólgenden stand der maan, offi
cieel bieden in het huis der bruid. Dit heet
tabol. Die persoon n:.»et dronken gemaakt
worden en onder de heidenen bij de
christenen ij er gelukkig verandering
moet iedereen in het huis met hem drinken
en eten. Stomdronken reeds is er een of
ander die nog niet met hem „geklonken"
heeft, dan zat men zijn mond openen en
een glas „bier" er in gieten, dat dikwijls
weer terstond overgegeven wordt. Ook 'n
hapje rijst en een stukje visch of vleesch,
wordt in zijn bakkes geduwd!
De jongelui zijn nu verloofd. Doch zij
zien elkander niet of beter zien doen ze
wel en gluren, doch tète ft tète gebeurt
niet. Vrijen is dus onbekend. Als ze elkaar
buiten tegen komen, zal het meisje haar
oogjes zedig neerslaan, en de jongeman
passeert haar net of hij ze niet kent. Als
hij haar zelfs zou aanraken, zou hij be
boet worden. De Doesoens - erg inhalig,
zouden dal vast niet voorbij laten gaan zon
der een of twee buffels te eischen. Kussen
is ook onbekend, hebben er geen woord
voor. En wat te zeggen in die toestanden
van „liefde"? 't Bestaat nog niet; een
vrouw is geschikt om te werken en om
moeder te worden, meer niet?
Edoch op den vastgestelden dag voor vol
trekking van het huwelijk heerscht er
drukke bedrijvigheid in de woning van de
bruid. Vele handen helpen om 'n buffel te
slachten, een of wat varkens te keelenl
Bij het opgaan der zon wordt gescho-
tenn koperen kanonnen worden vele in
elk dorp aangetroffen en af en toe her
haald. Als de zon het hoogste staat, komt
't dorp in beweging. Iedereen gaat te gast.
Velen gaan naar het hhis van den brui
gom, en van de dorpen uit den omtrek
komen velen, want iedereen is wellkom. Om
ongeveer 1 uur gnat de bruigom met va
der, broers, vrienden en dorpsgenooten in
processie want allen loopen achter el
kaar, met zo" it-vinppers en donderbussen
en rilsenrekjes naar bruidje's huis. De
•koopprijs, die bestaat mik gongs, koper,
potten etc., wordt meegedragen. Allen
gaan naar boven, de bruigom me', eeu paar
vrienden zit in en hoekje; de vaders,
broers en lxjofdman zitteu in een cirkel
rondom den „prijs," Dan heeft er weer een
debat plaats. Des bruigoms vader begint
gewoonlijk met pruiimensop in breeden
kring uit te spuwan ;a de versnapering
zelve van den eenen na«v den anderen
mondhoek te verrellen. Dow gong is 50
waard; dit kanon 80; dit zooveel en zoo
veel. De anderen bekijkea ze allen we
ten precies de wtierde doch tóch is 't
lovna en bieden. Soats staat er een op en
zegt: ,,'t gaat niet, te weinig!" moet
nog tien guJdwn bij- En zoo voort, 't heele
geval is aiWjd 't zeilde, wordt bij alk hu
welijk n herhaald.
Als het beklonken is soms na een
kwartier doch ook wel dat het bijna twee
uur duurt, word! er vleesch en rijst en
„bier" rondgedeeld. Allen zitten op den
vloer; ntannen hier, vrouwen daar en 't
volladen begint. 't ls ongelooflijk de
kwantiteit die 'n echte doeson verorber!.
Zij hebben nog niet gegeten, want hoe
leegsr de maag, hoe meer d'r in kan! Eerst
praten en kletsen, dan schreeuwen van het
eene naar het andere eind en hoe meer
"„gerstenat" wordt ingenomen., des te grea
ter wordt de herrie. Als xe zoo 'n uurtje
geladen hebben, dan gaat de bruigom met
'n paar vrienden naar 'n binnenkamer of
hoek waar z'n jonge vrouw met vriendin
nen reeds zit. Daar zotten ze zich naast el
kaar op den vloer, 'n Po! rijst wordt voor
gezet, een schotel vleesch en een glas bier.
Dan nemen beiden oen kluit rijst, kneden
deze boven de pot, dat iiUes goed vast zit
en losse korrels terugvallen in den pot
'hun gewone manier van eten en de
man stopt zijne kluit in den mond *an zijn
bruid en zij haar kluit in zijn hooisohuur.
Dit heeft plaats onder gegil en gelach en
handgeklap van de vrienden. Dan een
stukje vleesch, dan 'n fiiinken slok bier,
nog eens en nog eens en als ze vol zijn,
gaan ze allen naar 't huis van den jongen
man, waar weer te vr. .t. .n en volop te
z. .pen is. 's Avonds zijn er weinig nuch
ter. Er is volop vuilte praat, de meesten
vallen in slaap waar ze zitten, soms
wordt 't afgewisseld door een vechtpar
tij, doch dat zelden, 's Anderendaags
worden de restjes opgeslokt! Onder de
heidenen is er niet één, die niet op zijn
trouwdag „boven z'n theewater" is! En
verscheidene „dames" heliben ook meer
dan genoeg. Er moet zooveel drank zijn
dat allen fatsoenlijk beschonken kunnen
worden. Dat eisoht de gewoonte. Te
kort aan drank zou de grootste schande
zijn die 'n gastheer zou kunnen oploo-
pen. De bruigom geeft gewoonlijk "n
goed voorbeeld, want 't is 'n eer als alle
gaslen dronken worden hoe vetter des
te beter!
In sommige streken houdt de vader van
de bruid de „nopong" den koopprijs.
In Papar zóot Hier neemt de oudste
broeder va.n de bruid alles. Als er vele
dochters zijn en slechts een zoon, dan
krijg! hij al de soihmen, die voor zijn zus
ters betaald worden.. Zoo'n eenige zoon
hier met verschillende zusters wordt al
tijd 'n welgesteld man: 'n Croesus onder
de Doesoens."
Zijn er meerdere zoons, krijgt de oud
ste het betaalde voor zijii zuster en in
dien er meer dochters zijn, ontvangt de
tweede zoon den koopprijs van de tweede
dochter. En zoo verder! Die broers of
vader houden hel en handelen er mee
of doen er mee wat ze willen, want het
is 't hunnet Indien de bruid geen broers
hoeft, houdt haar vader of voogd
de koopsom totdat het eerste kleintje
komt kijken: dan komt alles aan het
jonge paar terug. Doch wat de vader er
mee gewonnen heeft blijft het zijne
b.v. 'n jonge buffel of zoo. Dat is tame
lijk in den haak't Is anders 'n vreemde
geschiedenis dat koopenl Wijst men hen
er op dat hoe meer ze voor hun dochter
vragen des te armer wordt zij: want
schoonzoon liaar man moei bete
len, dan zien ze dat wel. doch zeggen:
„zoo is onze gewoonte", „ingkano adat
za" en bastal
't Is todh ook weer niet heclemaal af
te keuren, want ze zullen hun vrouw nu
■niet zoo gauw vevwaarioozen, omdat ze
voor haar betaald hebben, want „liefde
voor haar wordt nog niet gevoeld
j. STAAL. Pr.
April 1921.
LONGONTSTEKING.
III
Het is ons uit het vorig artikel dui
delijk geworden, dat de longontste
king doorgaans gepaard gaat met vrij
ernstige ziekteverschijnselen. Thans
zullen wij met elkander nagaan hoe
het in de meeste gevallen verder met
den patiënt afloopt.
Gedurende de eerste dagen nemen
meestal de klachten toe en blijven de
verschijnselen op een hoogte staan om
meestal den plm. 8en dag een zeer
ernstig karakter aan te nemen. In die
dagen gebeurt het niet zelden, dat
men den zieke verlaat met de gedach
te:.,,Zal ik hem morgen wel weer le
vend zien?" Immers de tempeiatuur
is op dat tijdstip zeer hoog, de pols
slaat zeer snel, terwijl de patiënt erg
benauwd is en een zeer zieken indruk
•naakt over 't geheel. Doch ziet. den
volgenden morgen zien wij dan, juist
als wij den dag te voren met' een ze
keren twijfel de ziekenkamer verlaten
hebben den patiënt opgericht in bed
zitten en hij voelt zich zoo goed dat
mijnheer zich best in staat waant
naar kantoor te stappen en moeder
de vrouw wederom haar huiselijke
bezigheden kan verrichten, al zou
deze overmoed hun beiden duur te
staan komen. De zieke heeft dan,
zooals wij gewoon zijn dit aan te dui
den, de „crisis" doorgemaakt. Men
is in 't algemeen van oordeel, dat dit
kritieke moment altijd op den 9en
dag moet vallen. De ervaring leert
echter, dat dit geenszins het geval
altijd is, doch ook wel eens op den 7en
dag of na den 9en dag plaats grijpt.
„Wat 'n wonderje zat te snorre-
ke."
„Nou.... nou.... hoe ist mogelijk,,
van 't zonnetjejavan 't zonne
tje."
„Heb je zelf je slokkie gepakt 7"
"ja.... hè-hè-hè.... knap gedaan,
hè 'moeder Geen druppie, hoor.voel
maar.... geen spatje d'r overheen."
„Mot je toch niet doen, man.... as
de buren 't zienas ik 't je geef, doe
'k eerst 't gordijntje omlaag. Nou kenne
ze wel gekeken hebben."
„Late ze kijke.... late ze kijke....
voor mijn part. Doe 'k daar kwaad mee.
één glaasie op 'n heele dag En as 't erg
lekker is nog 's 'n hallefieMag de
ouwe man dat niet hebbe
„Dat zeg 'k niet..maar as ze gaan
klesseen 't tegen de pater zeggen
dan zit je d'r mee. As de pater mijn nog
's wat in me hande dauwt, dan.bedoelt ie
dat voor eten.... en voor 'n stukkie
kleerenmaar niet voor drank."
„He ie verleëe week nog wat gegeve
„Ja.... 'n gulden. Azze we die goeie
man niet hadde
„Ja.... beste man, moeder...goed
voor arme menschen as wijZou zóó'n
man 't nou kwalek neme, as ie., as ie.,
toevallig is te wete kwam
„Weet 'k niet.... maar je kan niet
voorzichtig genog wezede buren
gunnen je niksniksdat weet je
nou eenmaal."
„Ja.... dat weet 'k. Moeder.... geef
jij me nog 'n hallefie..
,,'t Is de vraag, of 't 'r nog inzit, 't
Kraffie is mekant leeg.... Nou, nét
VLIEGEN BIJ NACHT.
Het officieele half-jaarlijksche verslag
van don vliegdienst te Oroydon meldt,
dat, hoewel men nog niet begonnen is
met hot vliegen voor handelsdoeleinden
bij nacht het vliegterrein Oroydon thans
bijna geheel is ingericht voor dit ver-
koer. Twee lichtbakens op de London--
Parijsroute zulle* wordon ingericht.
Ook voor do verdere ontwikkeling van
de luchtlijnen in het Eagclsohe rijk zijn
vorderingen getroffen. Voorbereidingen
zijn getroffen voor het inrichten v&n een
hoor.... net nog 'n hallefie.... ziezoo
.op alweer."
„Zooo.... zoo.... dan wordt 't tijd,
dat de pater weer es komt kijken."
Vrouw van der IJver, een der naaste
buren van 't oude, arme echtpaar, stond
op datzelfde oogenblik 'n huisje of zes
verder te praten met'n andere buurvrouw.
Met heftig beweeg der hoekige kaken
vertelde ze 't van de groote ontdekking,
die ze daar straks had gedaan.
„Is 't warentig, buurvrouw?"
„Zeker, mensohmet me eige goeie
oogen gezien hoor. 'n Kraft met 'n glaasie
haalde-nie uit de kastnou, daar zal
géén water in gezeten hebben. Wat zeg
je me nou dóór van Is 't niet God-ge
klaagd voor menschen die bedeeld wer
den.. die van giften en gaven motte
leven
,,'t Is schande, buurvrouw.... dat
most de pater óók niet weten, dat zóó
z'n gegeve cente besteed worden."
,Ja..maar ik zal 'm netjes waar-
schauwenkan je van op Sn. Zie je,
zóó worden die mensche nou beduveld.
Maar de man zal 't weten."
„Groot gelijk, buurvrouwzukke
bedriegerij mot de wereld uit."
In de spreekkamer van de pastorie zal
vrouw van der IJver te popelen.
Jonge-jonge wat zou die man daar van
opkijken. Hij hoefde nou wel niet direct
de steun in te houwe, maar hij kon 't ze
dan toch es goed zeggen.
De pater kwam ia de spreekkamer.
Wil begint e» geeft in twee zetten mal.
Stand der stukken:
Wït- K!3, D(b3, Tdó, 1*8, Lii8, Pe7 en
Zwart; Iv«6. DaS, L«5, Pc8, pion: a3
en h4.
DE MATCH OM HET WERELDKAM
PIOENSCHAP.
Capabhtnca wereldkampioen.
Het tijdschrift van dien „Ned. Sdhaak-
bond" schrijft in het Mei-mmunar van
jJ.:
Spoediger dan vermoed werd is de
strijd tusschen Dt. Lasker en Capabbtoca
l>es3iist en wel len gunste van laatstge
noemde. Nadat Lasger een vierde ver-
't Was 'n echte goebloed, bemind bij jong
en oud, arm en rijk. Z'n gelaat had 'n
permanente gulheids-plooi, die volko
men harmonieerde met zijn goedig ka
rakter en onveranderlijk, prettig humeur.
„Zoo, zoo, moeder.... wat scheelt
er aan
„Dag, pater. Ja.... kijk u is.... ik
had eig'1 ik 'n nare boodschap maar ik
voel me toch genoodzaakt u-to vertellen.
U komt nog al-es bij die blinde Janse en
z'n vrouw".
„Oja, juistwat is daarméé
ziek
„Nee, pater. Maar ik weet heel toe
vallig, dat -u die menschen wel is wat toe
stopt. En nou ja, 't is vervelend om 't
u te zeggen maar vanmiddagera
kort te gaan, die man gebruikt 'n borrel
tjewist u dat
„Ja moeder.... dat wist 'k."
„Oodusdus u wist 't
néé, ziet u, dan heb 'k niks gezegd. Ik
dacht maar zoomensoha die be
deeld worde van Vincentius en zoo..
„Ach, vrouwtje.denk nou 'sna
zoo'n blinde stakkerd, hè.... alt'd,
altijd is 't nacht voor hem. Ja, die maf
van mij gerust 'n borreltje nemen, hoor.
't Is z'n eenigste plezier in al die lange,
donkere dagen. Kom, dat moet ja m
maar niet misgunnen.. ..hij maakt géén
misbruik, dat weet 'k."
„Odat is wat anders, dat wist 'k
i i c, ziet uNee, hoor.... Onze lieve
Heer zal mijn bewaren, dat ik 't die man
niet gun
„Mooi, dan is dat al weer klaar wacht,
vrouwtje.... ik zal je even uitlaten....
Respunt had gekregen, de veertiende par
tij, za# hij zidh genoodzaakt de match
gewonnen te geven, zonder nog verder
oen poging le wagen waartoe de res-
teerende 10 partijen ruimschoots gelegen
heid boden zijn achterstand in te ha
len. Tot dit besluda is de ex-wereldkam
pioen gekomen, doordat zijn gesdho-kte
gezondheid niet meer toeliet verder te
spelen. Het is in de schaakwereld een
opmerkelijk maar desniettemin gewoon
verschijnsel, dat hij, die in een nmlch ol
in een wedstrijd de nederlaag lijdt of
geen succes heeft zidh terugtrekt om ge
zondheidsredenen. Niet altijd wordt dit
excuus ernslig opgevat maar het lijkt
ons boven twijfel verheven, dad Dr Las-
ker's ziekte geen uitvlucht is. Het zou
haasleen wonder zijin, wanneer hij niet
ziek was geworden. Een man van zijn
leeftijd, vaD zijn niiol robuust gestel, niet
gewend aan het moordend heete klimaat
van Havana, deed zeer onvoorzichtig
Mieses wees er reedis vroeger op in de-
D. Sdhachzeitung om een zooveel van
de zenuwen vergen den kamp aan tegaan,
waarbij niet m'mdcr dan hel wereldkam
pioenschap'op het spel stond. Dit in aan
merking nomende, moet men zjoh verha
zen, dat Lasker nog zulk een Iaasten
tegenstand geboden heeft. Zonder iels af
te dingen op hel geweldig sterke spel van
ziin Cubannscftecn tegenslandT moei men
erkennen, dat Lasker. ook al heeft hij mij
de nederlaag geleden, zijn eer meer dan
gered heeft. Slecihts tweemaal in d e veer
tien partijen maakte hij een bencaldc fouf
nil. in de vijfde partij, toen hij in remise-
stand met den koning verkeerd uilweek
en verfoor, en in de veertiende parlii, ioen
hij door 29. Kh2 de kwaliteit verloor.
Maar tijdens deze partij was Lasker reeds
zeik. Lasker zelf is zoo ridderlijk geen
verklaring voor de blunder in de vijfde
partij te geven. Psychologisch (siteIer is
zij zeer verklaarbaar Lasker bad volVo-
men terecht remise aangeboden, de narlij
was door Capabflanca niet te winnen;
loeh wegerde deze ls het wonder, dat
óeee weigering Lasker hinderde en teem
een oogeutd ik he! kalm denken onmoge
lijk maaite? Op dil winstpunt kan Capa-
Manca roker riet trolsch zijn. Dc drie
andere partijen echter. diie hij won. (no
nen ons de schil terende talenten van den
nieuwen wereldkampioen Vooral de 11e
partij is een meesters!uk van slrwteg'e.
Trouwens de goheele match is een groo
te strijd tusschen twee strategen Or>'"T-
vSaklkg mogen de parijen eentonig lijken,
wanneer men ze IwMteoteert beimerkt men
spoedig, hoe waar de zeilen 'eiken* ziin.
Dat de waanhid ook hier zich niet Itn een
opvallend mooi kleed vertoont, maakt
haar er niet minder schoon om. We ge
ven in deze aflevering weder eenige par
tijen met slechts weinig commentaar. We
willen ons niet schuldig maken aan de
fout, waarin verschillende Maden verv'e-
len en heizij onbenullige opmerkingen
meftcn, hetzjj ongepaste kritiek uitoefe
nen. Het si zeer moeilijk het spei van
deze moedors te doorgronden in al zi'n
fijnheid Alleen den taleirtvollen schaak
speler, die er ernstige stidie van gemaakt
heeft, past oen bescheiden oordeel. Het
is een felle strijd geweest, waarvan we
alleen betreuren dat hif niet tot het ein
de is voortgezet. Geen strijd tussohen
Odysseus en Caesar, zooals Lasiker meen*
de, maar eerder tusschen een Hinden
burg en een Focih, waarbij ook hier de
Duitsoher het heeft afgelegd. Capablar.ca
is nu wereldkampioen, daar hij won die#
tegen 0. bij 10 rornisc. Lasker zelf er
kende niet bij machte le zijn hem (e
verslaan Wie het wel zou kunnen? Op
dït oogenblik zeker niemand. Het ]pat
rich aomzien, dat het zeer lang zal duren
vóór een speler hot zal wagen Canablamea
naar de kroon te steken Het feit dat hij
geen enkele pertij verloor, en, voor zoo
ver bekend is, ook geen onkrte fout
maakte wanneer maakte hij wol c«>s
een fout? is zeker eenig in dc lrstor*
vmn het schaakleven. Een sterker speler
dam Capablmea schijnt er wel nooit be
staan te hebben. Voor de theorie van
liet schaakspel is de matei* vooral van
belang geveest voot het gewoVérde da
me-gambiet. De oude orflmdoxc verdedi
ging ss gebleken zeer goed speeftbaar te
ziin, terwijl ook de moderne (van dr.
Tnrrasdh) het niet afgelegd heefh Voor
de theorie der Sna arische partij lijlken ons
de gespeelde partijen van minder belong.
EEN VROED- EN ZUINIG RAADSLID.
In de raadszitting van een gemeente in
den omtrek van Deventer, kwam Ier spra
ke een verzoek van het hoofd ccner
school, om machtiging tot aanschaffing
van boeken, landkaarten van Nederland
en Euro-pa en ook om oen globe Ier
verduidelijking. Een der raadsleden
maakte de opmerking, dat hij liever zag,
dat ©erst maar begonnen werd met een
globe van Nederland.
ziezoodag moeder."
„Dag pater."
's Middags ging de pater den ouden blinde
weer eens bezoeken.
En de oude had weer 'n heel prettig
half uurtje.
De vrouw sprak niet veel. Van die oo*
genblikken, die echt plezierige oogen-
blikken, wilde ze haar man geheel alléén
laten genieten. En zwijgend genoot zo
met hem mee.... zag met blijde ont
roering z'n dankbaren glimlachz'n
prettig luisteren naar de moppen van
den pater, die altijd wat nieuws wist om
hem op te vroolijken.
Het afscheid kwam weer veel te gauw.
In 't nauwe portaaltje bleef de pater
nog wat met de vrouw pratenstopte
haar 'n geldstuk in de handen.
Dat had 'n minuut of vijf geduurd.
Uit 't kamertje kwam toen de heesche
stem van den ouden blinde
„Moeder.... waar zit je?"
De pater en de vrouw staakten ever»
het gesprek.
„Moeder
„Ja, wat is 'r dan r"
„Heb ie nog wat gegeve..
De vrouw kleurde tot in haar hals.
De daverende lach van den pater be
streek het geheele steegje..., en brak
thuis opnieuw los.... vulde alle ver
trekken van de pastorie.
G. N.
(Nadruk verboden.)
„Slokkie"
De stoppelkin van 't oude, zon-ge-
-ruinde hoofd, dat wat schuin was wegge
zakt, rustte plooi-plettend op de breede
borstkas, die in zware-slaap-adem op en
neer ging en een zacht-piepend geluid gaf.
De dikke handen lagen vlak op de rie
ten stoel-armen..werden bepriemd
door de nijdige middagstralen, die het
kleine plaatsje achter 't krot-huisje in
goud-gloeiing hadden gezet.
De pet wa3 door de schuine richting
van 't hoofd wat opzij gegleden en werd
d»or 't harige rechteroor voor verdere af
daling behoed. De vliegen omzoemden
ket dikke, transpireerende hoofd en zogen
zich bij voorkeur vast op de kale plek,
die door de pet was verlaten.
Misschien kwam het door het geplaag
dier vliegenmisschien door 't zonne-
Seprik, misschien door beidemaar
-r kwam beweging in 't weggezakte lijf.
De mond blies luchtbelletjes.... de
armen verlieten langzaam hun ligplaats
en de handen bekrabden elkaar beurte-
Üngs.
Dan nog 'n elleboog-spanning met kreu
nend gerek en de oude man zat recht
luisterdeluisterde scherp
Na 'n poosje klonk 't sehorrig ^.Moe
der I"
Toen nog eens, iewat snauwerigHé
moederwaar zit je
De armen maakten 'n ongeduldige
beweging De oude stond op stak
de handen tastend vooruit.... zocht
den knop van het keukendeurtje....
schuifel-scharrelde naar 't kamertje. De
hand gleed langs den muur, tot ze de
deur van de kast voelde, die langzaam
werd geopend. We^r aaide de hand voor
zichtig la-igs de papieren kastrandjes.
schoof nog wat verder en omknelde 'n
klein karntjede andere hand deed
zoo'n zelfde greep en hield toen 'n klein
bitterg'tasje vast.
Met kleine voel-pasjes ging ie naar de
tafelhield z'n dtkke duim even in 't
glaasje en schonk langzaamtot ie 't
voi wistvoelde langs 't kelkje
langs 't karaf je.... over de tafel, en
mompelde met 'n glimlachje :„geen drup
pie gemorst".
Lekkël smakkend, de oogleden tot
spleetjes knijpend, de tong lip-aaiend,
genoot ie 't eerste slokjebleef rustig-
gemakkelijk na-proeven 't prikkelende
vocht.
Bij 't tweede slokje kwam z'n vrouw
binnenoud, smal sjouw-menschje in
vergroend trocot jakje.. grijs-gesleten
wollen kapje op de weinige plakharen
die veel schedel-wit bloot lieten.
„Moeder.... bè-je daar?"
„Ja jawat is 'r?"
„Waar was je zoo in-eene
„Aarepels gehaald en 'n lekker kom-
kommertje."
„V/at? 'n Kommetje? V/aarvoor
,,'n Kom-kommer 1Je bent vandaag
weer doof, hoor."
Jadat kan had ie
eens hooren weggaan."