Brieven uit Frankrijk. BUITENLAND. FhlJII I KTON Under Valsctie Vlag BINNENLAND. ömneniandsch Nieuws. DINSDAG 21 JUNI 1921 HET HOLLANDSCHE DORP EN NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE. De jongste besprekingen te Parijs. Het conflict in de Engelsche mijn-industrie. Opper-Silezië. De toestand in Ierland. GEMENGDE MJ1TENL. BE RICHTEN. EEN ZONDERLINGE ONDER- WIJSINSPECTEUR. Het Vaderland en het Processie verbod. NEDERLAND EN BELGIE. huis gelegen leng*. ■- (Wordt vervolgd.) Tweede Blad. Als een oase in de woestijn ligt het Hol- lamdsche dorp te Lens te midden van ver woesting en vernietiging. Nog is onze geest .vervuld van de puirthoopen, die telkens weer in lange rijen voor ons oprijzen, als wij plotseling staan voor la Cité Hollan- daise, die daar ligt als een teeken van her leving. Het zijn de contrasten in het leven die des te sterker iets doen uitkomen; zou de vreugde zoo gelukkig maken als er geen verdriet was, dat ons deed lijden, en zou de behagelijke warmte ons zoo verrukken ais het niet de koude was die er naar deed verlangen. Die tegenstelling is het ook welke onze bewondering nog grooter doet zijn, als wij het Ilollandsche dorp in «ogenschouw nemen. In wijde kringen, om ons heen, komende van Arras, niets dan ruines, die vertellen van al het leed dat hier geleden is, in Lens oen nieuw centrum. Waar men een oogenblik die ver schrikkingen kan vergelen. Een kundige hand heeft dit dorp opgebouwd en tevens een artistieke hand heeft er een stempel van fijnen smaak op gedrukt De woningen van afmeting verschillend, zijn opgetrokken uit hout en doen ons denken aan de nood woningen die ook in Holland bekend zijn. Tal van kleuren geven aan de voorgevels een frisch en vroolijk aanzien, terwijl het blijde zonlicht ruimte genoeg vindt door de kleine ruitjes, om binnen te stroomen. Hel der en vroolijk, dat is de indruk dien men reeds op het eerste gezicht krijgt Maar dat niet alleen: de constructie getuigt van HoHandse.be degelijkheid en zonder angst kunnen ook de wintermaanden met regen en kou worden tegemoet gegaan. Vele moeilijkheden moesten overwonnen wor den, eer het zoover was, dat verleden Zondag onze gezant. Jhr. Loudon, dit ge schenk van Holland aan de Fransche re geering kon overdragen. Moeilijkheden zijn er echter alleen om overwonnen te worden en waar dit hier geschied is, dient het ner gens toe ze-nog eens op te halen. Drie honderd en veertig keurige wonin gen bieden thans een gezellig verblijf aan de mijnwerkersgezinnen uit dit zoo zeer geteisterde gebied en nog 150 zullen bin nenkort te Lievin, niet ver van Lens ver wijderd, ge redd zijn om eveneens de zoo veel ontberende arbeiders een onderdak te verschaffen. Scholen zijn in het kamp ge bouwd, een feestlokaal lokt om gemeen schappelijk uren van gezelligheid door te brengen en dat men de hygiene niet ver- geien heeft, bewijst ons het badhuis dat oe:i voorbeeld is van Hollandsche zindelijk heid. Bladen en tijdschriften hebben de laatste maanden reeds meerdere keeren van dit echt Hollandsche dorp verteld, maar de plechtige overdracht die zoo juist lieeft plaats gehad, is reden genoeg de herinnering nog eens op te frisschen. Tal rijk waren de landgenooten, in Parijs woonachtig, die op dezen dag tegenwoor dig wilden zijn, om blijk van hun belang stelling te geven, maar ook de Franschen ontbraken niet. Woorden van wederzijd- zche vriendschap werden gewisseld tus- schen de vertegenwoordigers der Neder- landsche en Fransche regeering. Zoowel Jhr. Loudon als de onderstaatssecretaris, de heer Lugol, wezen op de beteokeois van dit geschenk, dat niet alleen ten goe de komt aan hen, die er een tehuis hebben gevonden, maar dat tevens den band nau wer zal toehalen tusschen twee naties die steeds groote sympathie voor elkaar heb ben gekoesterd. De op dezen dag onthul de gedenkplaat zal door lange jaren heen blijven getuigen, da* Holland steeds op den bres staat, waar het geldt nooden te leni gen en hulpbehoevenden te steunen. Die steun en die hulp behoeven ook de talrijke gezinnen van Nederlanders, die in Noord- Frankrijk gevestigd zijn en ruim 120 in aantal, zoozeer de gevolgen van den oor log hebben ondervonden. Persoonlijk hebben wij, correspondenten van Hollandsche dagbladen, een bezoek aan die ongelukkigen gebracht de ver woesting van hun huizen en werkplaatsen aanschouwd, uit hun eigen mond verno men, in welk een toestand zij verkeeren. Wij hebben mannen ontmoet, die hun ge- beete leven hard hebben gearbeid en dnak zij hunne energie een industrieele positie van bcteekenis hadden verworven en aan wien de oorlog alles heeft ontnomen. Som migen, oud en te geknakt, allen, zon der middelen om opnieuw te beginnen. Wie zal hen helpen als niet Nederland hen te hulp komt. De Fransche regeering heeft reeds de taak voor haar eigen land genooten en bekommert zich niet om deze vreemdelingen. Duitschland, dat voor een groot deel de oorzaak is van de ruines en «Ie schade nog vergroot heeft door opvor deringen van grondstoffen, vee, wagens en alle mogelijke materialen, vergoodt slechts de bons die zij daarvoor in de plaats heeft gegeven. En wat beteekent dat: zoo goed als niets, de getaxeerde waarde van 1914 is nauwelijks een derde van de tegenwoor- Jigc en de mark, thans 5 oenten, wordt be rekend naar oen bedrag één franc 25 centi- men. Neen, Nederland moet deze landge nooten te hulp komen, die er toch ook toe hebben meegewerkt den naam van Holland lioog te houden in den vreemde. Reeds zijn er giften ontvangen, ongeveer 200.000 fics., om deze „sinistiés", meest uit Lim burg afkomstig, een schadevergoeding toe te kennen, maar als een korreltje zand in de woestijn is dij bedrag, waar 4 5 5 ■millioen francs benoodigd zijn. Wij mogen die gezinnen ndet aan hun lot overlaten, op eigen heenen laten staan, die niet meer kunnen dragen de lasten van het leven. Zij moeten worden in staat gesteld op nieuw te kunnen herbouwen, grondstoffen te kunnen aankoopen, door bedrijfskapi taal de mogelijkheid te hervinden hun afge broken handel nieuw leven te geven. Geen volk of het heef* in de oorlogsjaren en daarna, de Hollandsche offervaardigheid ondervonden. Dnitschers en Oostenrijkers, Franschen en Belgen, hebben een toevlucht gevonden in het gastvrije Nederland, hun kinderen hebben er hnn gezondheid hervonden, zou den zij dan vergeten, onze eigen landge nooten Nederlanders als zij, maar in den vreemde, die buiten hun schuld het slacht offer zijn geworden van den wreeden oor log. „Vraagt en gij zult verkrijgen". Wij, die dat alles persoonlijk hébben gezien en gehoord, wij vragen nat 'hun naam aan de Nederlamdsche regeering en aan allen, om financieelen steun. Moge het „gij zult verkrijgen" in klinken de munt ons ten spoedigste in de ooren schallen. MR. P. v. S. Parijs, IA Juni 1921. He* gezicht van Curzon straalde van vreugde, toen hij Zondagavond het kabi net van Briand verliet, zoo wordt ons ver zekerd, aldus seint de Parijsche correspon dent van het „Handelsblad". De vreugde over het accoord tusschen Frankrijk en Engeland, hetwelk ten opzichte der Oos- tersche kwesties is verkregen, is hier ech ter minder groot. Men oordeelt vrij alge meen, da* er niet al te veel reden tot ver heugenis is nu immers het accoord vrijwel louter formeel is. Men is het eens over de te volgen procedure, maar volstrekt niet over hetgeen te doen valt als de voorge stelde bemiddeling mislukt. En zoowel wan neer die bemiddeling wordt aangenomen als wanneer zij wordt afgewezen, verwacht men dat het verschil van inzichten tus schen de alliés met groote d lijdelijkheid aan den dag zal komen. Men neemt algemeen aan, dat Grieken land de bemiddeling zal aanvaarden, want men meent dat Curzon een dergelijk voor stel niel zou hebben gedaan indien hij zich niet eerst van de instemming der Grieken verzekerd zou hebben; bovendien heeft Venizelos de laatste dagen in Londen wederom een belangrijke rol gespeeld. Frankrijk wil in Thracië een grens vast stellen tot de lijn BnosMidia, en aan de rest van Thracië een autonome organisa tie geven. Juist omdat hieromtrent zulk een groot verschil van gevoelen bestaat verwacht men dat de Turken, ook al krij gen ze de zekerheid Smyrna in hun bezit te zien terugkeeren, moeilijkheden zullen maken om de voorgestelde bemiddeling der geallieerden te aanvaarden nu ze er militair weer veel beter voorstaan dan in Maart ep successen hebben behaald. Neemt daarentegen Griekenland de pro positie niet aan, wat de allereerste voor waarde is voor het toepassen der bemid deling, dan behoudt elk der geallieerden zich volkomen vrijheid van handelen voor. Hel gevolg zal dan waarschijnlijk zijn, dat Engeland Griekenland moreel en materieel steunt, terwijl Frankrijk en Italië daar niet aan denken. Ook in dit geval is dus een eenheid van optreden der alliés in het Oosten ver te zoeken. Eenzelfde verschil van opvatting blijft bestaan omtrent Opper-Silezië. Lord Curzon wilde niets weten van een verdee- i ling der industrieele gebieden, noch van een toewijzing daarvan aan Polen, terwijl Frankrijk, en naar hier verzekerd wordt, ook Italië, een verdeeling wenschen. Cur zon heeft nu gesproken over de mogelijk heid om aan Polen de souvereimteit en aan Duitschland de exploitatie toe te wij zen naar de betwiste districten: een „bastaard"-oplossing, waarvan men hier niets verwacht, maar die door sommigen beschouwd wordt als he* mogelijke aan- knoopingspunt voor andere bemiddelende oplossingen. Men heeft nu besloten de commissie te Oppeln nog eens aan te spo ren om spoedig met het voorstel tot het trekken van een grenslijn aan te komen. Gebeurt dat nu niet gauw, dan zullen er experts benoemd worden, die het in de plaats der commissie moeten doen. De be slissing blijft echter natuurlijk aan den Op persten Raad, en voorloopig ziet het er niet naar uit alsof die beslissing door deze laatste besprekingen eenigszins naderbij gebracht is. Men verwacht de eerstvolgende confe rentie van den Oppersten Raad thans te gen half Juli te Boulogne. Daar zal dan meteen gesproken worden over de ophef fing van de in Maart tegen DuUschtand be sloten sancties, die Engeland thans be ëindigd zou willen zien, terwijl Briand een onmiddellijke onvoorwaardelijke opheffing ervan nu nog maar niet dadelijk aannemen wil. Er zijn dns voor de aanstaande confe rentie moeilijkheden genoeg; erg veel re sultaat tot een effening van het terrein an ders dan in formeelen zin, heeft de reis van Curzon ndet gehad. In Warwickshire, Nottinghamshire, Der byshire en Lothian steenkool-districten hebben reeds 'n groot aantal mijnwerkers den arbeid hervat. In Leicestershire echter, waar vele mijnen weder geopend werden, keerden zeer weinig mannen terug. Meer dere mijnen heropenen heden en Woens dag. Er zijn in het laatste der week geen teekenen geweest, dat de vakvereeiugingen de mijnwerkers door een algeineenc sta king zullen ondersteunen. Men gelooft, dat het bestuur der mijnwerkers weinig hoop heeft, dat deze politiek succes zal hebben. De geiheele kwestie zal worden besproken op de conferentie der Labour Partij, die heden te Brighton zal worden geopend. De uitslag van het referendum. De uitslag van het referendum^ is een teleurstelling geweest voor de leiders der federatie der mijnwerkers. Den dag voor den uitslag verklaarde o.a. Vernon Harts horn aan een vertegenwoordiger der „Daily Mail", dat men de noodzakelijke twee derden verwachtte om 's Maandags weder aan het werk te gaan. Na den uitslag verklaarden de meeste leiders, dat zij diep teleurgesteld waren. Een hunner zeide: „Dit is het begin van het einde der mijn-werkersfederatïc, omdat tal van mijnwerkers aan het werk zuren gaan. Degenen, die niet stemden, behooren lot de „soliede massa", die hun eigen weg gaan en den arbeid zuilen hervatten. Bovendien zal de honger er spoedig vele anderen toe noodzaken te gaan werken en het zal noodig zijn den leiders eens flink onder het oog te brengen dat zij een groote fout maakten, toen zij de man nen niet adviseerden hoe te stemmen. Blijkens de jongste berichten is de meerderheid der mijnwerkers vast beslo ten, zich te houden aan den uitslag van 't referendum in zake de verwerping van de voorstellen der eigenaars. Het woord voerend in een vergadering van tienduizend mijnwerkers in Cannock Chase, verklaarde de secretaris der mijn- werkersfederatip van de Midlands, dat het bestuur der mijnwerkers wensebte, dat de arbeiders de voorstellen der eigenaars zouden aanvaarden, maar dit niet durfde zeggen. Spreker voor zich was niet in staat in te zien, dat het verstandig was den strijd voort te zetten. De extremisten in Zuid-Wales pogen de zaak waarom het gaat te drijven in de richting der kwestie van de nationalisatie der mijnen. Zij betoogen de onmogelijk heid om vrede te verkrijgen, zoolang de mijnen particulier eigendom zijn. Jenkins een invloedrijk leader der mijnwerkers in Zuid-Wales, heeft zelfs het denkbeeld aan de hand gedaan, dat de mijnwerkers, die hoogere loonen verdienen, een deel van hun loon zouden afstaan teneinde de loo nen der armere mijnwerkers te verhoogen. Het antwoord van Lloyd George. Lloyd George heeft op de schriftelijke mededeeüing vair Hodges, dat de voorstel len der regeering en van de mijneigenaars verworpen waren, geantwoord, dat hij dit bericht zeer betreurde. Het is, schreef de premier, een zeer ernstige stap van de mijnwerkersfederatie om een stopzetting te verlengen, die het land een .onbeschrijfelijk verlies veroorzaakt. Ik heb u er reeds vroeger op gewezen, zoo vervolgt Lloyd George, dat hoe langer de stopzetting duurt, des le grooter het verlies is voor de inkomsten (jer schatkist en dat wij dien tengevolge des te minder in staat zijn steun te verleenen om de mijnindustrie over de huidige moeilijkheden heen te helpen. Daarom waren wij veertien dagen geleden genoodzaakt aan te kondigen, dat ons aanbod van tien mallioen pond «inde de zer week (dus Zondagavond) zou afloo- pen. De moeilijkheden van den financiee len toestand kunnen slechts worden ver groot als aan den uitslag van het referen dum gevolg wordt gegeven. Onder deze omstandigheden heeft de regecring geen andere kens dan haar be sluit onherroepelijk te doen zijn, dat haar aanbod van steun na Zondagavond niet kan gehandhaafd worden. De rust weergekeerd. De militaire operaties in Opper-Silezië zijn langs het geiheele front gestaakt, dank zij de loyale houding der opstande lingen, die zich hebben teruggetrokken, om de geallieerde troepen in staat te stel len, de neutrale zone tusschen de vech tenden te bezetten. Aangezien de afdeelingen van generaai Höfer niet aan de orders der intergeal- lieerde commissie willen voldoen, blijft de pacificatie van he* land alsnog onmoge lijk. VRIJ NAAR HET DUITSt H. 25. Brenner schudde afkeurend hel hoofd. „Daar komt niets van." zeide hij beslist. „Gelooft gij. datik u zou veroorloven in uw overmoed het leven of ten minste de gezonde lodemate uwer vriendin in gevaar le brengen? Indien.... indien zij hel goedvindt en gij het wcnsclil. kunt gü de eerste oefeningen onder mijn toe zicht doen voegde hii er langzaam bij. Wanda glimlachte vergenoegd. „O, gij slimmerd' Gelooft gij, dat gij mij iets kunt wiis maken? Ik zal haar uw voorslel overbrengen, Leo- verstaat gij? En ik denk, dat zij er niets tegen zal hebben." 1 Helena had intusschen hel boschje be- re'kt en bleef daar dien ademhalend een oogenblik s'aan. De koelte in de schaduw der bladerrijke hoornen deed haar goed. Zij plukte eenige meibloempjes, maakte ze aan haar ceinture v-s» envervo-lgde dan langzaam haar weg. Wanda was ontegen zeggelijk een merkwaardig schepsel, een origineel, gelijk Constance haar noemde. Haar tante waegde het, naar het scheen, met, den strijd met de scherpe tong harer eigenzinnige nicht op te nemen. Eigenzin nig, ja en spoitzuchlig, maar tegelijker tijd open en goedhartig en vrij van allen trots- Zeker, het kon niet moeilijk zijn met haar om te gaan. En de barones? Nu, zij zou wel. met veel met die dame in aanraking komen, want, gelijk Leo zeideHe. hoe kwam zij er loeden baron in gedachten bij zijn voor naam. te noemen? Leo! wat een mooie naaml Wanda scheen met hem veel ver trouwelijker om te gaan dan met zijn moeder, en hij Wel waarom ook niet? Die beiden pasten immers in ieder opzicht bij elkan der. en de verwantschap was een zeer ver wijderde. Alsof zij haar eigen gedachten wilde on'vluchten, stapte Helena Vlugger voort, lotdat het bosohje achter haar lag. Aan den anderen kant vied baar oog plotseling op drie vrouwelijke gestalten, die op «enigen afstand voor haar uitgin gen. Waren da* niet haar beide jongere zusters? En wie zou de derde persoon zijn? Na eenige minuten was zij de drie wandedaarsfers zoozeer genaderd, dat zij duidelijk de bruine japonnen harer zus- sters herkende. Maar wat scheelt Greta toch? Zij scheen rich met moeite voort te bewegen. En haar japon, haar schoe nen, ja, inderdaad alles was- vod modder en slijk 1 „Grtal" riep zij verwonderd «u ver schrikt uit Haar roepen werd gehoord. „O Helena, Greta is in he* water gevallen." „Neen, niet in 't water, maar in een modderpoel" verbeterde deze. „Bah- wat zie ik er uitl" „Maar kinderen, wat hebt gij toch be gonnen?" riep Helena, nader komende. „De tak brak en Greta viel er midden in," was de niet zeer duidelijke verkla ring van Hedwig. „Als juffrouw Elfriede haar niet geholpen had, dan zou zij er nog in zitten, wan* ik ken er haar niettegen staande aille moeite niet uithalen." Helena wierp nu een blak op het jonge meisje, dat met dien naam Elfriede aange duid word. Do eenvoudige, meer of minder ver schoten japon, de grove, slechts met oen smal zwart Kn* geboorde hoed vormden een zeker contrast met haar geestig ge zicht en de rustige, zelfbewuste houding. Hedwig scheen plotseling te begrijpen, dat zij een befeefdheidspficht had ver zuimd. „Dat is mijn zuster Helena.... Mejuffrouw Elfriede Rankhoret," zeide zij op zulk een plechtigen toon, dat de beide eikander voorgestelden slechts met moeite hun lachen konden bedwingen. „Mejuffrouw Elfriede kwam op ons roe pen om hulp toesnellen. Indien zij niet toevallig in t bosch geweest was, had hef er zeer slecht met ons uitgezien; hoe meer moeite Greta deed om. er. uit te komen, boe dieper ie zonk," Volgens berichten art BetzDhen blijft de houding der Duitsdhe afdeelingen van generaal Höfer vijandig ten aanzien der bevelen van de mtengeallieerde commis sie, betreffende, de gelijktijdige terugtocht der strijdende troepen en de ontruiming der plebisciet-gebieden. De Duitscher.s hebben de Engelsche de tachementen te Kandrzin ontwapend en op de Engelsche geschoten, toen dezen siawenezyee wilden bezetten. Generaal Höfer dreigt Omtren* een onderhoud, dat generaal Höfer Zaterdag met den Engeliscben gene raal Henuiiker over den door de inlerge- allieerdc oommissie gewensehten terug tocht van den Duilschen Sdhsttséhutz en de Poolsche insurgenten had, verluidt in Beu then, dat de Commissie van Twaalf een nieuw ontruimingsvoorstel heeft uit gewerkt, dat gisteren aan generaal Hen- niker werd ter hand gesteld, die hel aan de mtengeallieerde commissie zal door zenden. De „Lokai Anz." verneemt van betrouwbare zijde, dat Höfer bij de be raadslagingen met de Commissie yan Twaalf heeft verklaard, dat hij zonder waarborgen voor een werkelijke zuive ring zich vrijheid van handden voorbe houdt. Indien niet werkelijk op 21 Juni, den ges tel den termijn, de door de geal lieerden gewaarborgde zuiveringsactie is ten uitvoer gebracht, zal generaal Höfer zelf handelend optreden. Smuts als bemiddelaar De parlementaire medewerker van „Gentral News" maakt melding van het gerucht, dat de hulp van generaal Smuts zou worden ingeroepen in zake de Ter- sche kwestie. Het heet dat Smuts, Lord Grev, Lord Derby en George Barnes door de regeering zouden worden afgevaardigd om een delegatie te ontmoeten bestaande uit een gelijk aantal leden van het noor delijke en het zuidelijke parlement en dat de aldus gevormde conferentie volledige bevoegdheid zou hebben een regeling te Ireffen. die slechts nog formeel de goed keuring zou behoeven van de Bri+séhe regeeiring. Het wordt als zeker beschouwd, da* de regeering een positief aanbod zal doen, dat door Sinn Fein niet met eere kan worden afgewezen; mocht het niet wor den aanvaard, dan zal als eenig alterna tief nsar alle waarschijnlijkheid een oor log zonder mededoogen tegen de rebellen woTd'en cv o-etrd HINDENBURG EN DE OUD-SOLDATEN Zondag lieeft de oude Hindenburg ter gelegenheid van het KvfBmwer-feest van den „Kyffhauserhund der deutschen Landeslkrieger-Verhande" een redevoering gebonden. Het feest werd gevierd naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Kyffhanser Denkmal", Hindenburg vertelaarde, dat hii het eere-presidium van den Bond op zich had genomen m de vaste overtuiging, dat de Duiteéhe Kriegersvereine" ook onder de veran derde politieke omstandigheden gebleven zijn wat ze gedurende vijftig jaar ge weest zijn; de dragers van trouwe, opof ferende vaderlandsliefde. Het is geen feest der vreugde, dat wij heden vieren, maar het gederikteeken vermaant ons ook, dat Duitschland niettegenstaande al les niet mag wanhopen, mnaT trouw, in vast vertrouwen op de toekomst aan net herstel van het vaderland moet werken. het INTERNATIONALE arbeids bureau. Hel bestuur van het Internationale Arbeidsbureau, dat gewoonlijk te Geneve bijeenkomt, is door de Zweed'sche regee ring ui'tgenoodigd zijn achtste verga e- ring begin Juli. te Stockholm te houden, teneinde aan de arbeidsvoorwaarden vn Zweden meer bekendheid te geven. De bijeenkomst zal drie dagen duren. Er zai een toéht worden gemaakt door het noorden vnn Zweden. EF.N GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. Den 20en November verdween de direc teur van een reisbureau te Londen op een reis naar Boulogne op geheimzinnige wijze. Het bleek dat de vermiste, de heer Gourlay, te Marquise bij (Boulogne aan zekeren Daguebert den eigenaar eener garage aldaar, een automobiel verkocht had. Thans is he* lijk van den heer Gour lay opgegraven in den tuin van Daguebert, die onlangs door de politie was gearres teerd wegens diefstal van automobielen. De „Daily Chron." schrijft dat in het komende najaar de gele kleur in allerlei nuanoeeringen, de ovenheer schende zal zijn bij mannen-Weeding. Er zullen gedra gen worden gele vosten en ook gele over hemden met daarbij passende kleur van boorden geen khaki-Weuren, doch spre kende gele kleuren. Van de Russische grens wordt ge meld: De R-uxs. Press Agentur deelt mode, dat de berichten aangaande he* heersehen van pest in de gouvernementen Oefa en Samara worden bevestigd. De bevolking verlaat overijld de besmette gebieden. De afgeloopen Zondag bracht Berlijn een weertje, dat April alle eer zou hebben aangedaan, maar voor den zomer, die vol gens den kalender vandaag begint, toch erg onvriendelijk en wisselvallig was. Bfj oen gemiddelde temperatuur van 10 gr. Celsius was bet gisteren kouder dan het ooit op 19 Juni in de laatste 70 jaar is geweest. De Japansclie kroonprins lieeft aan het slot van zijn bezoek aan België een gift van 20.000 francs geschonken ten bate van de verwoeste gebieden. Rockefeller, de vermaarde Ameri- kaansohe financier, die België tut van gif ten 'voor den wederopbouw beeft geschon ken, is voor een bezoek aan Brussel aan gekomen. Uit Marseille meld* bet B. T. A. dat de paköfboot „Pirovid/enoe" uit New-York komend, en op weg naar Napels op een klip is geloopen. Na veel moeite is liet schip weer vlot geraakt, het wordt thans weggesleept. Clemenceau is naar Oxford vertrok ken, om aan de Universiteit aldaar de doctor honoris causa in onbwangst te nemen. De socialistische „Voorwaarts" van Rot terdam en het dito „Volk" te Amsterdam zetten uiteen, dat „de regeering niet bijster gelukkig blijk* te rijn geweest met haar ikeuze van een anderwijsdnspecteur te Rot terdam." Deze Dh. de Noo, zendt circulaires aan de hoofden van scholen bij wie sollicitanten naar het hoofdschap in Rotterdam werk zaam zijn. „Klasseonderwijs" drukte die af en bovengenoemde bladen vallen er als gieren op aan. Zoo lezen we: Vraag zes luidt: Waar ligt het zwaarte punt van zijn belangstelling? Vraag zeven: a. Hoe is de geest zijner klasse? b. Hoe is de omgang met zijn aeibtge- nooten? c. Welke is zijn verhouding tot het hoofd van de schoot? Vraag acht: Toont bij in de praetijk een zoodanigen eerbied voor de wet, verorde ning en instructie dat hij als schoolhoofd ook het zedelijk recht zou hebben dien van de ondorwijzers(ressen) te verlangen? Vraag tien: Acht u hem ten volte be kwaam om aan het hoofd eener openbare school U. L. O. of M. U. L. O. te Rotter dam te staan, wat betreft: a. Zijne beschaving? b. Zijne levenservaring? c. Zijn beleid en omgang mei onderwij zers en leerlingen? d. Zijn houding tegenover autoriteiten? Vraag elf: Heeft hij eigensafeappen, die hem als menseh (zeer) geschikt, ongeschikt maken om aan het hoofd eener school te slaan? Wij kennen de politieke overtuiging van den heer De Noo niet. Maar dat deze cir culaire er op berekend is om sociaal-demo craten van de sollioitantenlijst te weren, daarom durven we heel wat verwedden. Het lijkt ons meer dan noodig, dat dezen zonderlingen schooi-inspecteur eens van hoogerhand aan 't veratand wordt gebracht, dat de tijd van dit soort geheime en ver trouwelijke vragenlijsten voorbij is. Wat leven we toch onder een gelukkig gesternte. Vroeger, in den slechten ouden tijd achtte men benoemingen van eenige beteekenis van zooveel belang, dat men eerst terdege informeerde naar kennis en karakter, beschaving en ervaring van de sollicitanten. Maar dat hebben de geleerden van onzen tijd allemaal veranderd, spot de ,Jtesb." „Waartoe zijn die dingen ook noodig? 't Gaat immers maar om de openbare school. En als men daar voor een groot deel onderwijzers aanstelt als opkweekers van „christelijke en maatschappelijke deug den," die zelf het christendom en de maat schappij op alle mogelijke manderen onder mijnen, waarom zou men dan ook niet evengoed menschen zonder kennis enz. kunnen benoemen. Socialisten kunnen die zaakjes toch wel onderwijzen. En nu komt zoo'n „zonderlinge" inspec teur me* die ouwerwetsche vragen De socialisten voelen waar 'm de schoen wringt: als men naar ervaring, beschaving, fatsoenlijke houding jegens autoriteiten in formeert, dan gaat het.tegen de Sociaal-democraten!.. Zoo'n zonderlinge inspecteur. Zonderling zijn de Socialisten nooit. Anders zou iemand allicht vragen, hoe het bij deze zonderlinge schrijverij toch zit met de socialistische actie tegen het hoofd- schapl De heeren schijnen er nu op ver lekkerd. Zonderling I Naar aanleiding der protestvergadcrin- gen van Protestantsche zijde tegen de op heffing van het processieverbod, schrijft het liberale „Vaderland" om. het volgende: Voor ons liberalen rijst nu de vraag: Wat moet onze houding zijn? Voor een waarachtig liberaal is het natuurlijk onmo gelijk zijne stem aan de opheffing van het processieverbod te onthouden. Maar bet moet ons hier toch even van het hart, dat wij Nederlanders in dit opricht zonderlinge menschen zijn; dat wij in de zaken des ge- loofs veel conciüanter zijn, als wij in het buitenland vertoeven, dan binnen de gren zen. Het beeft ons toch buitengewoon ge troffen, dat wij bij processies in het buiten land, meer dan eens een beslist protestant met de grootste belangstelling naar den godsdienstigen' optocht hebben zien staan kijken, en hem zelfs zijn hoed zagen afne men op hel moment dat die allen afgeno men werden. Wij nemen gaarne aan, dat 'hierbij het loffelijke doel voorzat de om geving niet te kwetsen, maar zouden zoo gaarne zien, dat die loffelijke gezindheid niet enkel export-artikel ware. Hoe weinig wij nog weten, wat volledi ge vrijheid van godsdienst eischt in deze ge mengde bevolking, blijkt wel uit bet feit, dat het (liberale) „Utr. Prov. Dagbl." du haut de sa grandeur, decreteert: Processies is voor een zoo lxreed mogelijke uitl e ving van het godsdienstige teven onzer Katho lieke landgenooten niat noodzakelijk. Net, alsof dat uitgemaakt moet worden door dat dagblad, en niet door de Katholie ken zeiven, zooals iedere gezindte voor zich zelve zal hebben te bepalen, wat zij voor de zoo breed mogelijke uiÜeving van baar godsdienstig leven noodzakelijk ach*." De kabinetscrisis en onze Zuider- bnreji. Uit Brussel wordt «aan de „N. P Ct," gemeld: „De Ned<?rlandsche kabinetscrisis veroorzaakt hier in parlementaire kringen zekere emotie. Men verwacht met groote nieuwsgierigheid de be noeming van een opvolger van minis ter van Kamebeek, in aanmerking ge nomen de toekomstige betrekkingen tusschen Nederland en België." Het „Vad." teekent hierbij aan: „Ja, we kunnen ons die belang stelling wel denken. Met een Neder- landschen /ninister van buitenland- sche zaken van kleiner formaat en minder: stevige ruggegraat als de heer van Kamebeek, zou de Nederlandsch- Belgisclie kwestie allicht een anderen loop nemen. Maar men spanne in België de verwachting niet le lwog. Hij blijft wel." LICHAMELIJKE ONTWIKKELING DER JEUGD. De Interdiocesane Jeugdcommissie heeft aan de R.K. Kamerfractie de vol de bezwaren geuit tegen het wetsontwerp over de lichamelijke ontwikkeling: a. Het karakter van liet ontwerpw Het ontwerp lijkt meer te brengen een licha melijke oefening dan een lkthaancSijke op voeding. De harmonische ontwikkeling van ziel en Kciiaam in nauwen samen hang, dreigt gevaar te loopen, daar dit ontwerp bovenal de oefening van het lichaam cd het oog heeft in verband met de weerkracht van het volk. b. De leiding. Te veel wondt in het ontwerp gemist de noocteukelijkfheid van leiding van paed-agogisch onderlegde, ze delijk hoogstaande en deskundige perso nen, aan wie ook de »oig wan de licha melijke opvoeding der jeugd dient le wor den toevertrouwd om een harmonische ontwikkeling, een opvoeding in den wa ren zin te zien gewaarborgd. c. De gele geilheid voor oefening. Aller minst lijkt bet gewenseht jongelieden ver- scMend van rang en stand, verschillen* ook van leeftijd, tot groepen samen te voegen, waardoor geregelde, dikwijls mir der gewenscihte omgang wordt in de hand gewenkt. Dit geldt ook vooral, watraeoi kleinere gemeenten voor oefeningen bij elkaar worden gevoegd. d. Begrenzing van het ontwerp. Be zwaar wondt ook gemaakt tegen de ver plichting, zooals ze in hot ontwerp ie Opgenomen en daarnaast tegen de uit sluiting van de mannelijke jeugd van 12 15 jaar en van de gefheeie vrouwelijke jeugd. De Interdiocesane Jeugdcommissie heeft met het oog op deze bezwaren, voorgesteld aan de R.K. Kamerfractie het daarheen te leiden, dot liet Kon. Besluit van 25 Juli 1916 blijft gehandhaafd, doel» in zooverre worde gewijzigd, <l«t aan d« opleiding voor leerkrachten meer facili teiten wordt verleend, dat voor de stich ting van oefengeüegenheden en voor de aanschaffing van oefen-materiaal op ge lijken steun als in het nieuwe wetsont werp genoemd kan worden gerekend en voor de leiding een hoogere bekoemng wordt toegekend. DE UITVOERING DER ZIEKTEWET Tegen het plcm-Posthuma. Te Utrecht had een vergadering plaats van reods bestaande onderiinge ziekte- verrekerings organisaties. Waar het plan-Posthuma de vernieti ging beoogt van elke andere organisatie, meende de vergadering verre de voor keur te moeten geven aan de Zitiklewel- Talma. zooals deze door Miniser Aalber- sc werd gewijzigd. Teneinde met de Helena dankte vriendelijk voor de spoe dig hulp aan haar zuster verleend „Zoo erg gevaarlijk wa-s hot nu wel niet," meende Elfriede glimlachend; „maar het was toch good, dat ik mij in de nabijheid bevond." „Juffrouw Elfriede zocht mos en nog andere planten, omdat zij juist bezig is een bloemenmandje. te maken," verklaarde Greta. „Zij heeft beloofd het ons te leenen." „Juffrouw Elfriede zal nog wel eens wenschen, dat zij u in den modder had telen zitten, als gij haar zoo lastig vaR," zeide Helena op afkeurenden toon. „Juffrouw Elfriede heeft mij nu een maal er uitgehaald", riep -Greta vroolijk, „en ons veroorloofd haar op te zoeken. Als mijn laarsjes maar niet zoo vol mod der zaten!" voegde zij er ongeduldig bij. „Wij zullen gauw te huis zijn" troostte Helena. „U heeft ons nog niet gezegd, waar u woont, juffroiuw Ei'friede" herinnerde Hedwig. „Dat is zoo. Misschien heeft u, niet ver van het slot Guruguh, die eenzame pacht hoeve gezien. Daar wocn ik met mijn moeder." Elfriede laohte. „Mama en ik zijn, helaas, niet de eigenaressen der pacht hoeve, wij hebben daar slechts een paar kamers gehuurd. Tk lien in Berlijn ge boren en opgevoed, Mijne moeder komt echter uit deze streek; daarom zijn wij na den dood mijns vaders hier komen wonen." De jonge meisjes waren intusschen de fabriek genaderd, waar de wegen uit el kander Hepen. Elfriede drukte de beide meisjes de hand, die, ten gevolge van het gebeurde ongeluk, ex niet zeer zindelijk uitzagen, wisselde met Helena een tame lijk plechige buiging en was spoedig daarna achter een hagedoornen lieg ver dwenen. VII. Geholpen door Max hadden de beide meisjes over Hétena's bedenkingen geze gepraald en aan de nieuwe vriendin de beloofde -visite mogen brengen. Laat in den avond keerden zij terug als de trotsche eigenaressen van een door hen zelf vervaardigd doosje, dat met mos en schelpen heel aardig versierd was Dit werd tot groot genoegen der meisjes van alle kanten bekeken, naar waarde be wonderd, niet het minst door de begin nende kunstenaressen zelf, en ten slotte plechtig aan moeder ten geschenke ge geven. „En morgen mogen wij wee-r terugko men, beeft juffrouw Rnnkhorst gezegd. Mama", vertelde Greta met veel ijver. „Juffrouw Elfriede wil ons wij-zen, hoe men van halmen mandjes vlecht! Denk eens, zü en baar mama maken zulke dingen om ze te verknopen; zij zenden ze naar de stad en krijgen er veel geld voor. Ik zou willen, dat ik ook zulke mandjes kon maken, zij zijn allerliefst". „Morgen kunt gij in geen geval gaan, omdat gij met mij bij de familie Webex verzocht zijl. Mevrouw Ubnach was de zen biddag hier. Frits je is weer beter, naar hel schijnt, zij had dus den tijd ran hier te komen". „Maar overmorgen, mogen wij er dan naar toe gaan, mama?" „Ik zou het u gaarne veroorlooveu, maar gij kunt onmogelijk die menschen zoo dikwijls lastig vallen, zoolang Hele na en ik geen kennis met hen gemaakt hebben. Ik wil morgan bij mevrouw Ul- maoh en Constance naar die dames infor- meeren, en dan rollen wij zien, wat wü doen." De deur der midden in oen ui (gestrekt park gelegen villa Weiber stond uif.noo- digend open, toen mevrouw Wailhagen met haar beide dochtertjes den volgen den middag de groote, breede sloep op ging. Een slaperig uihziende bediende kwam baar in het portaal tegemoet en bracht de gasten door het salon naar liet b re ede, aan den zuid-kant va» bet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5