Brieven uit Frankrijk.
BUITENLAND.
FhlJII I KTON
Under Valsctie Vlag
BINNENLAND.
ömneniandsch Nieuws.
DINSDAG 21 JUNI 1921
HET HOLLANDSCHE DORP EN
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.
De jongste besprekingen te
Parijs.
Het conflict in de Engelsche
mijn-industrie.
Opper-Silezië.
De toestand in Ierland.
GEMENGDE MJ1TENL. BE
RICHTEN.
EEN ZONDERLINGE ONDER-
WIJSINSPECTEUR.
Het Vaderland en het Processie
verbod.
NEDERLAND EN BELGIE.
huis gelegen leng*.
■- (Wordt vervolgd.)
Tweede Blad.
Als een oase in de woestijn ligt het Hol-
lamdsche dorp te Lens te midden van ver
woesting en vernietiging. Nog is onze geest
.vervuld van de puirthoopen, die telkens
weer in lange rijen voor ons oprijzen, als
wij plotseling staan voor la Cité Hollan-
daise, die daar ligt als een teeken van her
leving. Het zijn de contrasten in het leven
die des te sterker iets doen uitkomen; zou
de vreugde zoo gelukkig maken als er geen
verdriet was, dat ons deed lijden, en zou
de behagelijke warmte ons zoo verrukken
ais het niet de koude was die er naar
deed verlangen. Die tegenstelling is het ook
welke onze bewondering nog grooter doet
zijn, als wij het Ilollandsche dorp in
«ogenschouw nemen. In wijde kringen,
om ons heen, komende van Arras, niets
dan ruines, die vertellen van al het leed
dat hier geleden is, in Lens oen nieuw
centrum. Waar men een oogenblik die ver
schrikkingen kan vergelen. Een kundige
hand heeft dit dorp opgebouwd en tevens
een artistieke hand heeft er een stempel
van fijnen smaak op gedrukt De woningen
van afmeting verschillend, zijn opgetrokken
uit hout en doen ons denken aan de nood
woningen die ook in Holland bekend zijn.
Tal van kleuren geven aan de voorgevels
een frisch en vroolijk aanzien, terwijl het
blijde zonlicht ruimte genoeg vindt door de
kleine ruitjes, om binnen te stroomen. Hel
der en vroolijk, dat is de indruk dien men
reeds op het eerste gezicht krijgt Maar
dat niet alleen: de constructie getuigt van
HoHandse.be degelijkheid en zonder angst
kunnen ook de wintermaanden met regen
en kou worden tegemoet gegaan. Vele
moeilijkheden moesten overwonnen wor
den, eer het zoover was, dat verleden
Zondag onze gezant. Jhr. Loudon, dit ge
schenk van Holland aan de Fransche re
geering kon overdragen. Moeilijkheden zijn
er echter alleen om overwonnen te worden
en waar dit hier geschied is, dient het ner
gens toe ze-nog eens op te halen.
Drie honderd en veertig keurige wonin
gen bieden thans een gezellig verblijf aan
de mijnwerkersgezinnen uit dit zoo zeer
geteisterde gebied en nog 150 zullen bin
nenkort te Lievin, niet ver van Lens ver
wijderd, ge redd zijn om eveneens de zoo
veel ontberende arbeiders een onderdak te
verschaffen. Scholen zijn in het kamp ge
bouwd, een feestlokaal lokt om gemeen
schappelijk uren van gezelligheid door te
brengen en dat men de hygiene niet ver-
geien heeft, bewijst ons het badhuis dat
oe:i voorbeeld is van Hollandsche zindelijk
heid. Bladen en tijdschriften hebben de
laatste maanden reeds meerdere keeren
van dit echt Hollandsche dorp verteld,
maar de plechtige overdracht die zoo juist
lieeft plaats gehad, is reden genoeg de
herinnering nog eens op te frisschen. Tal
rijk waren de landgenooten, in Parijs
woonachtig, die op dezen dag tegenwoor
dig wilden zijn, om blijk van hun belang
stelling te geven, maar ook de Franschen
ontbraken niet. Woorden van wederzijd-
zche vriendschap werden gewisseld tus-
schen de vertegenwoordigers der Neder-
landsche en Fransche regeering. Zoowel
Jhr. Loudon als de onderstaatssecretaris,
de heer Lugol, wezen op de beteokeois
van dit geschenk, dat niet alleen ten goe
de komt aan hen, die er een tehuis hebben
gevonden, maar dat tevens den band nau
wer zal toehalen tusschen twee naties die
steeds groote sympathie voor elkaar heb
ben gekoesterd. De op dezen dag onthul
de gedenkplaat zal door lange jaren heen
blijven getuigen, da* Holland steeds op den
bres staat, waar het geldt nooden te leni
gen en hulpbehoevenden te steunen. Die
steun en die hulp behoeven ook de talrijke
gezinnen van Nederlanders, die in Noord-
Frankrijk gevestigd zijn en ruim 120 in
aantal, zoozeer de gevolgen van den oor
log hebben ondervonden.
Persoonlijk hebben wij, correspondenten
van Hollandsche dagbladen, een bezoek
aan die ongelukkigen gebracht de ver
woesting van hun huizen en werkplaatsen
aanschouwd, uit hun eigen mond verno
men, in welk een toestand zij verkeeren.
Wij hebben mannen ontmoet, die hun ge-
beete leven hard hebben gearbeid en dnak
zij hunne energie een industrieele positie
van bcteekenis hadden verworven en aan
wien de oorlog alles heeft ontnomen. Som
migen, oud en te geknakt, allen, zon
der middelen om opnieuw te beginnen.
Wie zal hen helpen als niet Nederland
hen te hulp komt. De Fransche regeering
heeft reeds de taak voor haar eigen land
genooten en bekommert zich niet om deze
vreemdelingen. Duitschland, dat voor een
groot deel de oorzaak is van de ruines en
«Ie schade nog vergroot heeft door opvor
deringen van grondstoffen, vee, wagens en
alle mogelijke materialen, vergoodt slechts
de bons die zij daarvoor in de plaats heeft
gegeven. En wat beteekent dat: zoo goed
als niets, de getaxeerde waarde van 1914
is nauwelijks een derde van de tegenwoor-
Jigc en de mark, thans 5 oenten, wordt be
rekend naar oen bedrag één franc 25 centi-
men. Neen, Nederland moet deze landge
nooten te hulp komen, die er toch ook toe
hebben meegewerkt den naam van Holland
lioog te houden in den vreemde. Reeds
zijn er giften ontvangen, ongeveer 200.000
fics., om deze „sinistiés", meest uit Lim
burg afkomstig, een schadevergoeding toe
te kennen, maar als een korreltje zand in
de woestijn is dij bedrag, waar 4 5 5
■millioen francs benoodigd zijn. Wij mogen
die gezinnen ndet aan hun lot overlaten,
op eigen heenen laten staan, die niet meer
kunnen dragen de lasten van het leven.
Zij moeten worden in staat gesteld op
nieuw te kunnen herbouwen, grondstoffen
te kunnen aankoopen, door bedrijfskapi
taal de mogelijkheid te hervinden hun afge
broken handel nieuw leven te geven. Geen
volk of het heef* in de oorlogsjaren en
daarna, de Hollandsche offervaardigheid
ondervonden.
Dnitschers en Oostenrijkers, Franschen
en Belgen, hebben een toevlucht gevonden
in het gastvrije Nederland, hun kinderen
hebben er hnn gezondheid hervonden, zou
den zij dan vergeten, onze eigen landge
nooten Nederlanders als zij, maar in den
vreemde, die buiten hun schuld het slacht
offer zijn geworden van den wreeden oor
log. „Vraagt en gij zult verkrijgen". Wij,
die dat alles persoonlijk hébben gezien en
gehoord, wij vragen nat 'hun naam aan de
Nederlamdsche regeering en aan allen, om
financieelen steun.
Moge het „gij zult verkrijgen" in klinken
de munt ons ten spoedigste in de ooren
schallen.
MR. P. v. S.
Parijs, IA Juni 1921.
He* gezicht van Curzon straalde van
vreugde, toen hij Zondagavond het kabi
net van Briand verliet, zoo wordt ons ver
zekerd, aldus seint de Parijsche correspon
dent van het „Handelsblad". De vreugde
over het accoord tusschen Frankrijk en
Engeland, hetwelk ten opzichte der Oos-
tersche kwesties is verkregen, is hier ech
ter minder groot. Men oordeelt vrij alge
meen, da* er niet al te veel reden tot ver
heugenis is nu immers het accoord vrijwel
louter formeel is. Men is het eens over de
te volgen procedure, maar volstrekt niet
over hetgeen te doen valt als de voorge
stelde bemiddeling mislukt. En zoowel wan
neer die bemiddeling wordt aangenomen
als wanneer zij wordt afgewezen, verwacht
men dat het verschil van inzichten tus
schen de alliés met groote d lijdelijkheid
aan den dag zal komen.
Men neemt algemeen aan, dat Grieken
land de bemiddeling zal aanvaarden, want
men meent dat Curzon een dergelijk voor
stel niel zou hebben gedaan indien hij zich
niet eerst van de instemming der Grieken
verzekerd zou hebben; bovendien heeft
Venizelos de laatste dagen in Londen
wederom een belangrijke rol gespeeld.
Frankrijk wil in Thracië een grens vast
stellen tot de lijn BnosMidia, en aan de
rest van Thracië een autonome organisa
tie geven. Juist omdat hieromtrent zulk
een groot verschil van gevoelen bestaat
verwacht men dat de Turken, ook al krij
gen ze de zekerheid Smyrna in hun bezit
te zien terugkeeren, moeilijkheden zullen
maken om de voorgestelde bemiddeling
der geallieerden te aanvaarden nu ze er
militair weer veel beter voorstaan dan in
Maart ep successen hebben behaald.
Neemt daarentegen Griekenland de pro
positie niet aan, wat de allereerste voor
waarde is voor het toepassen der bemid
deling, dan behoudt elk der geallieerden
zich volkomen vrijheid van handelen voor.
Hel gevolg zal dan waarschijnlijk zijn, dat
Engeland Griekenland moreel en materieel
steunt, terwijl Frankrijk en Italië daar niet
aan denken.
Ook in dit geval is dus een eenheid van
optreden der alliés in het Oosten ver te
zoeken. Eenzelfde verschil van opvatting
blijft bestaan omtrent Opper-Silezië. Lord
Curzon wilde niets weten van een verdee-
i ling der industrieele gebieden, noch van
een toewijzing daarvan aan Polen, terwijl
Frankrijk, en naar hier verzekerd wordt,
ook Italië, een verdeeling wenschen. Cur
zon heeft nu gesproken over de mogelijk
heid om aan Polen de souvereimteit en
aan Duitschland de exploitatie toe te wij
zen naar de betwiste districten: een
„bastaard"-oplossing, waarvan men hier
niets verwacht, maar die door sommigen
beschouwd wordt als he* mogelijke aan-
knoopingspunt voor andere bemiddelende
oplossingen. Men heeft nu besloten de
commissie te Oppeln nog eens aan te spo
ren om spoedig met het voorstel tot het
trekken van een grenslijn aan te komen.
Gebeurt dat nu niet gauw, dan zullen er
experts benoemd worden, die het in de
plaats der commissie moeten doen. De be
slissing blijft echter natuurlijk aan den Op
persten Raad, en voorloopig ziet het er
niet naar uit alsof die beslissing door deze
laatste besprekingen eenigszins naderbij
gebracht is.
Men verwacht de eerstvolgende confe
rentie van den Oppersten Raad thans te
gen half Juli te Boulogne. Daar zal dan
meteen gesproken worden over de ophef
fing van de in Maart tegen DuUschtand be
sloten sancties, die Engeland thans be
ëindigd zou willen zien, terwijl Briand een
onmiddellijke onvoorwaardelijke opheffing
ervan nu nog maar niet dadelijk aannemen
wil. Er zijn dns voor de aanstaande confe
rentie moeilijkheden genoeg; erg veel re
sultaat tot een effening van het terrein an
ders dan in formeelen zin, heeft de reis
van Curzon ndet gehad.
In Warwickshire, Nottinghamshire, Der
byshire en Lothian steenkool-districten
hebben reeds 'n groot aantal mijnwerkers
den arbeid hervat. In Leicestershire echter,
waar vele mijnen weder geopend werden,
keerden zeer weinig mannen terug. Meer
dere mijnen heropenen heden en Woens
dag.
Er zijn in het laatste der week geen
teekenen geweest, dat de vakvereeiugingen
de mijnwerkers door een algeineenc sta
king zullen ondersteunen. Men gelooft,
dat het bestuur der mijnwerkers weinig
hoop heeft, dat deze politiek succes zal
hebben. De geiheele kwestie zal worden
besproken op de conferentie der Labour
Partij, die heden te Brighton zal worden
geopend.
De uitslag van het referendum.
De uitslag van het referendum^ is een
teleurstelling geweest voor de leiders der
federatie der mijnwerkers. Den dag voor
den uitslag verklaarde o.a. Vernon Harts
horn aan een vertegenwoordiger der
„Daily Mail", dat men de noodzakelijke
twee derden verwachtte om 's Maandags
weder aan het werk te gaan.
Na den uitslag verklaarden de meeste
leiders, dat zij diep teleurgesteld waren.
Een hunner zeide: „Dit is het begin van
het einde der mijn-werkersfederatïc, omdat
tal van mijnwerkers aan het werk zuren
gaan. Degenen, die niet stemden, behooren
lot de „soliede massa", die hun eigen
weg gaan en den arbeid zuilen hervatten.
Bovendien zal de honger er spoedig vele
anderen toe noodzaken te gaan werken
en het zal noodig zijn den leiders eens
flink onder het oog te brengen dat zij
een groote fout maakten, toen zij de man
nen niet adviseerden hoe te stemmen.
Blijkens de jongste berichten is de
meerderheid der mijnwerkers vast beslo
ten, zich te houden aan den uitslag van 't
referendum in zake de verwerping van de
voorstellen der eigenaars.
Het woord voerend in een vergadering
van tienduizend mijnwerkers in Cannock
Chase, verklaarde de secretaris der mijn-
werkersfederatip van de Midlands, dat het
bestuur der mijnwerkers wensebte, dat de
arbeiders de voorstellen der eigenaars
zouden aanvaarden, maar dit niet durfde
zeggen. Spreker voor zich was niet in
staat in te zien, dat het verstandig was
den strijd voort te zetten.
De extremisten in Zuid-Wales pogen de
zaak waarom het gaat te drijven in de
richting der kwestie van de nationalisatie
der mijnen. Zij betoogen de onmogelijk
heid om vrede te verkrijgen, zoolang de
mijnen particulier eigendom zijn. Jenkins
een invloedrijk leader der mijnwerkers in
Zuid-Wales, heeft zelfs het denkbeeld aan
de hand gedaan, dat de mijnwerkers, die
hoogere loonen verdienen, een deel van
hun loon zouden afstaan teneinde de loo
nen der armere mijnwerkers te verhoogen.
Het antwoord van Lloyd George.
Lloyd George heeft op de schriftelijke
mededeeüing vair Hodges, dat de voorstel
len der regeering en van de mijneigenaars
verworpen waren, geantwoord, dat hij dit
bericht zeer betreurde. Het is, schreef de
premier, een zeer ernstige stap van de
mijnwerkersfederatie om een stopzetting te
verlengen, die het land een .onbeschrijfelijk
verlies veroorzaakt. Ik heb u er reeds
vroeger op gewezen, zoo vervolgt Lloyd
George, dat hoe langer de stopzetting
duurt, des le grooter het verlies is voor de
inkomsten (jer schatkist en dat wij dien
tengevolge des te minder in staat zijn steun
te verleenen om de mijnindustrie over de
huidige moeilijkheden heen te helpen.
Daarom waren wij veertien dagen geleden
genoodzaakt aan te kondigen, dat ons
aanbod van tien mallioen pond «inde de
zer week (dus Zondagavond) zou afloo-
pen. De moeilijkheden van den financiee
len toestand kunnen slechts worden ver
groot als aan den uitslag van het referen
dum gevolg wordt gegeven.
Onder deze omstandigheden heeft de
regecring geen andere kens dan haar be
sluit onherroepelijk te doen zijn, dat haar
aanbod van steun na Zondagavond niet
kan gehandhaafd worden.
De rust weergekeerd.
De militaire operaties in Opper-Silezië
zijn langs het geiheele front gestaakt,
dank zij de loyale houding der opstande
lingen, die zich hebben teruggetrokken,
om de geallieerde troepen in staat te stel
len, de neutrale zone tusschen de vech
tenden te bezetten.
Aangezien de afdeelingen van generaai
Höfer niet aan de orders der intergeal-
lieerde commissie willen voldoen, blijft de
pacificatie van he* land alsnog onmoge
lijk.
VRIJ NAAR HET DUITSt H.
25.
Brenner schudde afkeurend hel hoofd.
„Daar komt niets van." zeide hij beslist.
„Gelooft gij. datik u zou veroorloven
in uw overmoed het leven of ten minste
de gezonde lodemate uwer vriendin in
gevaar le brengen? Indien.... indien zij
hel goedvindt en gij het wcnsclil. kunt
gü de eerste oefeningen onder mijn toe
zicht doen voegde hii er langzaam bij.
Wanda glimlachte vergenoegd. „O, gij
slimmerd' Gelooft gij, dat gij mij iets kunt
wiis maken? Ik zal haar uw voorslel
overbrengen, Leo- verstaat gij? En ik
denk, dat zij er niets tegen zal hebben."
1 Helena had intusschen hel boschje be-
re'kt en bleef daar dien ademhalend een
oogenblik s'aan. De koelte in de schaduw
der bladerrijke hoornen deed haar goed.
Zij plukte eenige meibloempjes, maakte
ze aan haar ceinture v-s» envervo-lgde dan
langzaam haar weg. Wanda was ontegen
zeggelijk een merkwaardig schepsel, een
origineel, gelijk Constance haar noemde.
Haar tante waegde het, naar het scheen,
met, den strijd met de scherpe tong harer
eigenzinnige nicht op te nemen. Eigenzin
nig, ja en spoitzuchlig, maar tegelijker tijd
open en goedhartig en vrij van allen trots-
Zeker, het kon niet moeilijk zijn met haar
om te gaan.
En de barones? Nu, zij zou wel. met veel
met die dame in aanraking komen, want,
gelijk Leo zeideHe. hoe kwam zij er
loeden baron in gedachten bij zijn voor
naam. te noemen? Leo! wat een mooie
naaml Wanda scheen met hem veel ver
trouwelijker om te gaan dan met zijn
moeder, en hij
Wel waarom ook niet? Die beiden
pasten immers in ieder opzicht bij elkan
der. en de verwantschap was een zeer ver
wijderde.
Alsof zij haar eigen gedachten wilde
on'vluchten, stapte Helena Vlugger voort,
lotdat het bosohje achter haar lag.
Aan den anderen kant vied baar oog
plotseling op drie vrouwelijke gestalten,
die op «enigen afstand voor haar uitgin
gen. Waren da* niet haar beide jongere
zusters? En wie zou de derde persoon
zijn? Na eenige minuten was zij de drie
wandedaarsfers zoozeer genaderd, dat zij
duidelijk de bruine japonnen harer zus-
sters herkende. Maar wat scheelt Greta
toch? Zij scheen rich met moeite voort
te bewegen. En haar japon, haar schoe
nen, ja, inderdaad alles was- vod modder
en slijk 1
„Grtal" riep zij verwonderd «u ver
schrikt uit
Haar roepen werd gehoord. „O Helena,
Greta is in he* water gevallen."
„Neen, niet in 't water, maar in een
modderpoel" verbeterde deze. „Bah- wat
zie ik er uitl"
„Maar kinderen, wat hebt gij toch be
gonnen?" riep Helena, nader komende.
„De tak brak en Greta viel er midden
in," was de niet zeer duidelijke verkla
ring van Hedwig. „Als juffrouw Elfriede
haar niet geholpen had, dan zou zij er nog
in zitten, wan* ik ken er haar niettegen
staande aille moeite niet uithalen."
Helena wierp nu een blak op het jonge
meisje, dat met dien naam Elfriede aange
duid word.
Do eenvoudige, meer of minder ver
schoten japon, de grove, slechts met oen
smal zwart Kn* geboorde hoed vormden
een zeker contrast met haar geestig ge
zicht en de rustige, zelfbewuste houding.
Hedwig scheen plotseling te begrijpen,
dat zij een befeefdheidspficht had ver
zuimd. „Dat is mijn zuster Helena....
Mejuffrouw Elfriede Rankhoret," zeide zij
op zulk een plechtigen toon, dat de beide
eikander voorgestelden slechts met
moeite hun lachen konden bedwingen.
„Mejuffrouw Elfriede kwam op ons roe
pen om hulp toesnellen. Indien zij niet
toevallig in t bosch geweest was, had hef
er zeer slecht met ons uitgezien; hoe meer
moeite Greta deed om. er. uit te komen,
boe dieper ie zonk,"
Volgens berichten art BetzDhen blijft de
houding der Duitsdhe afdeelingen van
generaal Höfer vijandig ten aanzien der
bevelen van de mtengeallieerde commis
sie, betreffende, de gelijktijdige terugtocht
der strijdende troepen en de ontruiming
der plebisciet-gebieden.
De Duitscher.s hebben de Engelsche de
tachementen te Kandrzin ontwapend en
op de Engelsche geschoten, toen dezen
siawenezyee wilden bezetten.
Generaal Höfer dreigt
Omtren* een onderhoud, dat generaal
Höfer Zaterdag met den Engeliscben gene
raal Henuiiker over den door de inlerge-
allieerdc oommissie gewensehten terug
tocht van den Duilschen Sdhsttséhutz en
de Poolsche insurgenten had, verluidt in
Beu then, dat de Commissie van Twaalf
een nieuw ontruimingsvoorstel heeft uit
gewerkt, dat gisteren aan generaal Hen-
niker werd ter hand gesteld, die hel aan
de mtengeallieerde commissie zal door
zenden. De „Lokai Anz." verneemt van
betrouwbare zijde, dat Höfer bij de be
raadslagingen met de Commissie yan
Twaalf heeft verklaard, dat hij zonder
waarborgen voor een werkelijke zuive
ring zich vrijheid van handden voorbe
houdt. Indien niet werkelijk op 21 Juni,
den ges tel den termijn, de door de geal
lieerden gewaarborgde zuiveringsactie is
ten uitvoer gebracht, zal generaal Höfer
zelf handelend optreden.
Smuts als bemiddelaar
De parlementaire medewerker van
„Gentral News" maakt melding van het
gerucht, dat de hulp van generaal Smuts
zou worden ingeroepen in zake de Ter-
sche kwestie. Het heet dat Smuts, Lord
Grev, Lord Derby en George Barnes door
de regeering zouden worden afgevaardigd
om een delegatie te ontmoeten bestaande
uit een gelijk aantal leden van het noor
delijke en het zuidelijke parlement en dat
de aldus gevormde conferentie volledige
bevoegdheid zou hebben een regeling te
Ireffen. die slechts nog formeel de goed
keuring zou behoeven van de Bri+séhe
regeeiring.
Het wordt als zeker beschouwd, da* de
regeering een positief aanbod zal doen,
dat door Sinn Fein niet met eere kan
worden afgewezen; mocht het niet wor
den aanvaard, dan zal als eenig alterna
tief nsar alle waarschijnlijkheid een oor
log zonder mededoogen tegen de rebellen
woTd'en cv o-etrd
HINDENBURG EN DE OUD-SOLDATEN
Zondag lieeft de oude Hindenburg ter
gelegenheid van het KvfBmwer-feest van
den „Kyffhauserhund der deutschen
Landeslkrieger-Verhande" een redevoering
gebonden. Het feest werd gevierd naar
aanleiding van het 25-jarig bestaan van
het Kyffhanser Denkmal", Hindenburg
vertelaarde, dat hii het eere-presidium
van den Bond op zich had genomen m
de vaste overtuiging, dat de Duiteéhe
Kriegersvereine" ook onder de veran
derde politieke omstandigheden gebleven
zijn wat ze gedurende vijftig jaar ge
weest zijn; de dragers van trouwe, opof
ferende vaderlandsliefde. Het is geen
feest der vreugde, dat wij heden vieren,
maar het gederikteeken vermaant ons
ook, dat Duitschland niettegenstaande al
les niet mag wanhopen, mnaT trouw, in
vast vertrouwen op de toekomst aan net
herstel van het vaderland moet werken.
het INTERNATIONALE arbeids
bureau.
Hel bestuur van het Internationale
Arbeidsbureau, dat gewoonlijk te Geneve
bijeenkomt, is door de Zweed'sche regee
ring ui'tgenoodigd zijn achtste verga e-
ring begin Juli. te Stockholm te houden,
teneinde aan de arbeidsvoorwaarden vn
Zweden meer bekendheid te geven. De
bijeenkomst zal drie dagen duren. Er zai
een toéht worden gemaakt door het
noorden vnn Zweden.
EF.N GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING.
Den 20en November verdween de direc
teur van een reisbureau te Londen op een
reis naar Boulogne op geheimzinnige
wijze. Het bleek dat de vermiste, de heer
Gourlay, te Marquise bij (Boulogne aan
zekeren Daguebert den eigenaar eener
garage aldaar, een automobiel verkocht
had. Thans is he* lijk van den heer Gour
lay opgegraven in den tuin van Daguebert,
die onlangs door de politie was gearres
teerd wegens diefstal van automobielen.
De „Daily Chron." schrijft dat in het
komende najaar de gele kleur in allerlei
nuanoeeringen, de ovenheer schende zal
zijn bij mannen-Weeding. Er zullen gedra
gen worden gele vosten en ook gele over
hemden met daarbij passende kleur van
boorden geen khaki-Weuren, doch spre
kende gele kleuren.
Van de Russische grens wordt ge
meld: De R-uxs. Press Agentur deelt mode,
dat de berichten aangaande he* heersehen
van pest in de gouvernementen Oefa en
Samara worden bevestigd. De bevolking
verlaat overijld de besmette gebieden.
De afgeloopen Zondag bracht Berlijn
een weertje, dat April alle eer zou hebben
aangedaan, maar voor den zomer, die vol
gens den kalender vandaag begint, toch
erg onvriendelijk en wisselvallig was. Bfj
oen gemiddelde temperatuur van 10 gr.
Celsius was bet gisteren kouder dan het
ooit op 19 Juni in de laatste 70 jaar is
geweest.
De Japansclie kroonprins lieeft aan
het slot van zijn bezoek aan België een
gift van 20.000 francs geschonken ten
bate van de verwoeste gebieden.
Rockefeller, de vermaarde Ameri-
kaansohe financier, die België tut van gif
ten 'voor den wederopbouw beeft geschon
ken, is voor een bezoek aan Brussel aan
gekomen.
Uit Marseille meld* bet B. T. A. dat
de paköfboot „Pirovid/enoe" uit New-York
komend, en op weg naar Napels op een
klip is geloopen. Na veel moeite is liet
schip weer vlot geraakt, het wordt thans
weggesleept.
Clemenceau is naar Oxford vertrok
ken, om aan de Universiteit aldaar de
doctor honoris causa in onbwangst te
nemen.
De socialistische „Voorwaarts" van Rot
terdam en het dito „Volk" te Amsterdam
zetten uiteen, dat „de regeering niet bijster
gelukkig blijk* te rijn geweest met haar
ikeuze van een anderwijsdnspecteur te Rot
terdam."
Deze Dh. de Noo, zendt circulaires aan
de hoofden van scholen bij wie sollicitanten
naar het hoofdschap in Rotterdam werk
zaam zijn. „Klasseonderwijs" drukte die
af en bovengenoemde bladen vallen er als
gieren op aan. Zoo lezen we:
Vraag zes luidt: Waar ligt het zwaarte
punt van zijn belangstelling?
Vraag zeven: a. Hoe is de geest zijner
klasse?
b. Hoe is de omgang met zijn aeibtge-
nooten?
c. Welke is zijn verhouding tot het
hoofd van de schoot?
Vraag acht: Toont bij in de praetijk een
zoodanigen eerbied voor de wet, verorde
ning en instructie dat hij als schoolhoofd
ook het zedelijk recht zou hebben dien van
de ondorwijzers(ressen) te verlangen?
Vraag tien: Acht u hem ten volte be
kwaam om aan het hoofd eener openbare
school U. L. O. of M. U. L. O. te Rotter
dam te staan, wat betreft:
a. Zijne beschaving?
b. Zijne levenservaring?
c. Zijn beleid en omgang mei onderwij
zers en leerlingen?
d. Zijn houding tegenover autoriteiten?
Vraag elf: Heeft hij eigensafeappen, die
hem als menseh (zeer) geschikt, ongeschikt
maken om aan het hoofd eener school te
slaan?
Wij kennen de politieke overtuiging van
den heer De Noo niet. Maar dat deze cir
culaire er op berekend is om sociaal-demo
craten van de sollioitantenlijst te weren,
daarom durven we heel wat verwedden.
Het lijkt ons meer dan noodig, dat dezen
zonderlingen schooi-inspecteur eens van
hoogerhand aan 't veratand wordt gebracht,
dat de tijd van dit soort geheime en ver
trouwelijke vragenlijsten voorbij is.
Wat leven we toch onder een gelukkig
gesternte. Vroeger, in den slechten ouden
tijd achtte men benoemingen van eenige
beteekenis van zooveel belang, dat men
eerst terdege informeerde naar kennis en
karakter, beschaving en ervaring van de
sollicitanten.
Maar dat hebben de geleerden van onzen
tijd allemaal veranderd, spot de ,Jtesb."
„Waartoe zijn die dingen ook noodig?
't Gaat immers maar om de openbare
school. En als men daar voor een groot
deel onderwijzers aanstelt als opkweekers
van „christelijke en maatschappelijke deug
den," die zelf het christendom en de maat
schappij op alle mogelijke manderen onder
mijnen, waarom zou men dan ook niet
evengoed menschen zonder kennis enz.
kunnen benoemen. Socialisten kunnen die
zaakjes toch wel onderwijzen.
En nu komt zoo'n „zonderlinge" inspec
teur me* die ouwerwetsche vragen
De socialisten voelen waar 'm de schoen
wringt: als men naar ervaring, beschaving,
fatsoenlijke houding jegens autoriteiten in
formeert, dan gaat het.tegen de
Sociaal-democraten!.. Zoo'n zonderlinge
inspecteur.
Zonderling zijn de Socialisten nooit.
Anders zou iemand allicht vragen, hoe het
bij deze zonderlinge schrijverij toch zit met
de socialistische actie tegen het hoofd-
schapl De heeren schijnen er nu op ver
lekkerd.
Zonderling I
Naar aanleiding der protestvergadcrin-
gen van Protestantsche zijde tegen de op
heffing van het processieverbod, schrijft
het liberale „Vaderland" om. het volgende:
Voor ons liberalen rijst nu de vraag:
Wat moet onze houding zijn? Voor een
waarachtig liberaal is het natuurlijk onmo
gelijk zijne stem aan de opheffing van het
processieverbod te onthouden. Maar bet
moet ons hier toch even van het hart, dat
wij Nederlanders in dit opricht zonderlinge
menschen zijn; dat wij in de zaken des ge-
loofs veel conciüanter zijn, als wij in het
buitenland vertoeven, dan binnen de gren
zen. Het beeft ons toch buitengewoon ge
troffen, dat wij bij processies in het buiten
land, meer dan eens een beslist protestant
met de grootste belangstelling naar den
godsdienstigen' optocht hebben zien staan
kijken, en hem zelfs zijn hoed zagen afne
men op hel moment dat die allen afgeno
men werden. Wij nemen gaarne aan, dat
'hierbij het loffelijke doel voorzat de om
geving niet te kwetsen, maar zouden zoo
gaarne zien, dat die loffelijke gezindheid
niet enkel export-artikel ware.
Hoe weinig wij nog weten, wat volledi
ge vrijheid van godsdienst eischt in deze ge
mengde bevolking, blijkt wel uit bet feit,
dat het (liberale) „Utr. Prov. Dagbl." du
haut de sa grandeur, decreteert: Processies
is voor een zoo lxreed mogelijke uitl e ving
van het godsdienstige teven onzer Katho
lieke landgenooten niat noodzakelijk.
Net, alsof dat uitgemaakt moet worden
door dat dagblad, en niet door de Katholie
ken zeiven, zooals iedere gezindte voor zich
zelve zal hebben te bepalen, wat zij voor de
zoo breed mogelijke uiÜeving van baar
godsdienstig leven noodzakelijk ach*."
De kabinetscrisis en onze Zuider-
bnreji.
Uit Brussel wordt «aan de „N. P
Ct," gemeld:
„De Ned<?rlandsche kabinetscrisis
veroorzaakt hier in parlementaire
kringen zekere emotie. Men verwacht
met groote nieuwsgierigheid de be
noeming van een opvolger van minis
ter van Kamebeek, in aanmerking ge
nomen de toekomstige betrekkingen
tusschen Nederland en België."
Het „Vad." teekent hierbij aan:
„Ja, we kunnen ons die belang
stelling wel denken. Met een Neder-
landschen /ninister van buitenland-
sche zaken van kleiner formaat en
minder: stevige ruggegraat als de heer
van Kamebeek, zou de Nederlandsch-
Belgisclie kwestie allicht een anderen
loop nemen. Maar men spanne in
België de verwachting niet le lwog.
Hij blijft wel."
LICHAMELIJKE ONTWIKKELING DER
JEUGD.
De Interdiocesane Jeugdcommissie
heeft aan de R.K. Kamerfractie de vol
de bezwaren geuit tegen het wetsontwerp
over de lichamelijke ontwikkeling:
a. Het karakter van liet ontwerpw Het
ontwerp lijkt meer te brengen een licha
melijke oefening dan een lkthaancSijke op
voeding. De harmonische ontwikkeling
van ziel en Kciiaam in nauwen samen
hang, dreigt gevaar te loopen, daar dit
ontwerp bovenal de oefening van het
lichaam cd het oog heeft in verband met
de weerkracht van het volk.
b. De leiding. Te veel wondt in het
ontwerp gemist de noocteukelijkfheid van
leiding van paed-agogisch onderlegde, ze
delijk hoogstaande en deskundige perso
nen, aan wie ook de »oig wan de licha
melijke opvoeding der jeugd dient le wor
den toevertrouwd om een harmonische
ontwikkeling, een opvoeding in den wa
ren zin te zien gewaarborgd.
c. De gele geilheid voor oefening. Aller
minst lijkt bet gewenseht jongelieden ver-
scMend van rang en stand, verschillen*
ook van leeftijd, tot groepen samen te
voegen, waardoor geregelde, dikwijls mir
der gewenscihte omgang wordt in de hand
gewenkt. Dit geldt ook vooral, watraeoi
kleinere gemeenten voor oefeningen bij
elkaar worden gevoegd.
d. Begrenzing van het ontwerp. Be
zwaar wondt ook gemaakt tegen de ver
plichting, zooals ze in hot ontwerp ie
Opgenomen en daarnaast tegen de uit
sluiting van de mannelijke jeugd van 12
15 jaar en van de gefheeie vrouwelijke
jeugd.
De Interdiocesane Jeugdcommissie
heeft met het oog op deze bezwaren,
voorgesteld aan de R.K. Kamerfractie het
daarheen te leiden, dot liet Kon. Besluit
van 25 Juli 1916 blijft gehandhaafd, doel»
in zooverre worde gewijzigd, <l«t aan d«
opleiding voor leerkrachten meer facili
teiten wordt verleend, dat voor de stich
ting van oefengeüegenheden en voor de
aanschaffing van oefen-materiaal op ge
lijken steun als in het nieuwe wetsont
werp genoemd kan worden gerekend en
voor de leiding een hoogere bekoemng
wordt toegekend.
DE UITVOERING DER ZIEKTEWET
Tegen het plcm-Posthuma.
Te Utrecht had een vergadering plaats
van reods bestaande onderiinge ziekte-
verrekerings organisaties.
Waar het plan-Posthuma de vernieti
ging beoogt van elke andere organisatie,
meende de vergadering verre de voor
keur te moeten geven aan de Zitiklewel-
Talma. zooals deze door Miniser Aalber-
sc werd gewijzigd. Teneinde met de
Helena dankte vriendelijk voor de spoe
dig hulp aan haar zuster verleend
„Zoo erg gevaarlijk wa-s hot nu wel
niet," meende Elfriede glimlachend;
„maar het was toch good, dat ik mij in de
nabijheid bevond."
„Juffrouw Elfriede zocht mos en nog
andere planten, omdat zij juist bezig is een
bloemenmandje. te maken," verklaarde
Greta. „Zij heeft beloofd het ons te
leenen."
„Juffrouw Elfriede zal nog wel eens
wenschen, dat zij u in den modder had
telen zitten, als gij haar zoo lastig vaR,"
zeide Helena op afkeurenden toon.
„Juffrouw Elfriede heeft mij nu een
maal er uitgehaald", riep -Greta vroolijk,
„en ons veroorloofd haar op te zoeken.
Als mijn laarsjes maar niet zoo vol mod
der zaten!" voegde zij er ongeduldig bij.
„Wij zullen gauw te huis zijn" troostte
Helena.
„U heeft ons nog niet gezegd, waar u
woont, juffroiuw Ei'friede" herinnerde
Hedwig.
„Dat is zoo. Misschien heeft u, niet ver
van het slot Guruguh, die eenzame pacht
hoeve gezien. Daar wocn ik met mijn
moeder."
Elfriede laohte. „Mama en ik zijn,
helaas, niet de eigenaressen der pacht
hoeve, wij hebben daar slechts een paar
kamers gehuurd. Tk lien in Berlijn ge
boren en opgevoed, Mijne moeder komt
echter uit deze streek; daarom zijn wij
na den dood mijns vaders hier komen
wonen."
De jonge meisjes waren intusschen de
fabriek genaderd, waar de wegen uit el
kander Hepen. Elfriede drukte de beide
meisjes de hand, die, ten gevolge van het
gebeurde ongeluk, ex niet zeer zindelijk
uitzagen, wisselde met Helena een tame
lijk plechige buiging en was spoedig
daarna achter een hagedoornen lieg ver
dwenen.
VII.
Geholpen door Max hadden de beide
meisjes over Hétena's bedenkingen geze
gepraald en aan de nieuwe vriendin de
beloofde -visite mogen brengen.
Laat in den avond keerden zij terug als
de trotsche eigenaressen van een door hen
zelf vervaardigd doosje, dat met mos en
schelpen heel aardig versierd was
Dit werd tot groot genoegen der meisjes
van alle kanten bekeken, naar waarde be
wonderd, niet het minst door de begin
nende kunstenaressen zelf, en ten slotte
plechtig aan moeder ten geschenke ge
geven.
„En morgen mogen wij wee-r terugko
men, beeft juffrouw Rnnkhorst gezegd.
Mama", vertelde Greta met veel ijver.
„Juffrouw Elfriede wil ons wij-zen, hoe
men van halmen mandjes vlecht! Denk
eens, zü en baar mama maken zulke
dingen om ze te verknopen; zij zenden ze
naar de stad en krijgen er veel geld voor.
Ik zou willen, dat ik ook zulke mandjes
kon maken, zij zijn allerliefst".
„Morgen kunt gij in geen geval gaan,
omdat gij met mij bij de familie Webex
verzocht zijl. Mevrouw Ubnach was de
zen biddag hier. Frits je is weer beter,
naar hel schijnt, zij had dus den tijd ran
hier te komen".
„Maar overmorgen, mogen wij er dan
naar toe gaan, mama?"
„Ik zou het u gaarne veroorlooveu,
maar gij kunt onmogelijk die menschen
zoo dikwijls lastig vallen, zoolang Hele
na en ik geen kennis met hen gemaakt
hebben. Ik wil morgan bij mevrouw Ul-
maoh en Constance naar die dames infor-
meeren, en dan rollen wij zien, wat wü
doen."
De deur der midden in oen ui (gestrekt
park gelegen villa Weiber stond uif.noo-
digend open, toen mevrouw Wailhagen
met haar beide dochtertjes den volgen
den middag de groote, breede sloep op
ging. Een slaperig uihziende bediende
kwam baar in het portaal tegemoet en
bracht de gasten door het salon naar
liet b re ede, aan den zuid-kant va» bet