Tweede Blad, De Roomsche Kerk die op roof uitgaat. FHUILLETON BUITENLAND. Onder Valsche Vlag Dominé Quasi on zijn knuppel. DINSDAG 28 JUNI 1921 Zie, wat men ons op onze vraag van „höchster Stelle" te Vasse schrijft „De menschen, waarom het hier gaat, zijn niet gek en ook nipt simpel, maar gedragen zich zeer zonderling alle twee hebben ze de borst behangen met allerlei waardelooze medailles en anders dito versierselen, en noemen zich koning en koningin. Zij maken van die vertooning, doordat er veel nieuws gierige menschen komen, die hun eenig geld geven een zaakje. Voor het overige zijn ze arm, en wonen in een zeer vervallen huisje, doch willen niet anders. Meermalen is hun van de zijde van het Kerkbestuur voorgesteld naar een gesticht te gaan op deszelfs kosten, maar dat willen ze niet. Zij worden verder geregeld door het R. K. Armbestuur geholpen, ofschoon zij zulks eigenlijk niet verdienen, want zij verzuimen hun Paaschplichten te volbrengen. Het gemeentebestuur, waarmee al een paar malen geconfereerd is, schijnt in deze zaak niet de behulpzame hand te kunnen bieden, en zoo duurt deze Aan de bezoekers vertellen ze wat ze willen. Dat de kerk niet op roof uitgegaan is op een stuk land ten koste van een paar simpele menschen, zooals het voorgesteld wordt, kunt u en ieder wel denkend mensch roomsch of protes tant, wel begrijpen. De waarheid is als volgtdeze beide menschen hebben vroeger langen tijd een stuk grond van het Kerkbestuur gratis in bruikleen gehad. Later wilde het kerkbestuur den grond verkoopon. Nu beweerden de beide oudjes dat het hun eigendom was, en zoo zijn ze toen, opgestookt door verkeerde raad gevers, een proces begonnen tegen het kerkbestuur, wat zij natuurlijk ver loren. Ziedaar de volle waarheid. De correspondent van de Telegraaf, die blijkbaar blij was weer eens een schan daaltje tegen de Roomschen te kunnen publiceeren, heeft zich wel gewacht bij den Pastoor of bij het Kerkbestuur na dere inlichtingen te vragen hij had genoeg aan het vertelseltje van de beide „in hun geestesvermogens gekrenkte oudjes", zooals hij ze zelf noemt." We behoeven aan dit inderdaad af doend antwoord niets meer toe te voe gen. Alleen willen wij ons afvragen, of de „Telegraaf"-redactie zoo eerlijk zal zijn, de weerlegging van den door haar verspreiden laster óók in haar kolom men op te nemen We vreezen, dat ze er geen plaats voor hebben zal STAND VAN HET FRUIT EN DER WARMOEZERIJGEWAS SEN. IERLAND. VRIJ NAAR HET DUJTSCH, TWEEDE DEEL. 29. De baron hield onwillekeurig zijn paard stil. „Uw vader? Juist zoo, dat zal het wel zijn. Dus uw vader was die verstoot&n neef va.i den ouden Brauns- berg. Zeker, zijn geschiedenis, voor zoover zij dan openbaar werd, is mij niet onbekend gebleven. Persoonlijk ben ik natuurlijk niet met hem in aan- raking gekomen ik was nog een kind toen mijnheer Braunsberg stierf en mijn neef Guruguh erfde." „Mijnheer Gutbbridge is uw neef?" riep Helena verwonderd uit. „Gelijk men het wil noemen; de ver- Van tschap is echter zeer ver. Zijn grootvader was gehuwd met een juf frouw Brenner." Helena zweeg. De ontdekking van iteze familiebetrekking had naar on aangenaam aangedaan. „Heeft u de echtgenoote van uw *«ef gekend vroeg zii eindelijk, ter wijl zij den baron vol verwachting aan keek. O ja, zij was een bedeesde, zenuw achtige dame, zij had een zwak lichaam maar een warm hart. Het schijnt, dat juist de bests menschen het eerste sterven." Een geruimen tijd reden beiden zwijgend naast elkander. „Was het een gelukkig huwelijk begon Helena het onderwerp hervat tend het gesprek opnieuw. „Het huwelijk U spreekt van me vrouw Guthbridge. Hm I wat zal ik daarop antwoorden Zij vreesde haar man ik heb haar zien schrikken en verbleeken, wanneer hij haar aansprak. Nu, in gezelschap was hij de oplettend- ste en teederste echtgenoot, maar welke rol hij thuis speelde, daarvan heb ik natuurlijk volstrekt geen idee, gelijk u wel zal begrijpen. Waarom stelt u zooveel belang in het huwelijks geluk van mijn neef .Omdatomdat," stamelde He lena en bleef steken. „Mejuffrouw We ber vertelde ons van de plotselinge verandering, die na den dood zijner echtgenoote bij den heer Guthbridge werd waargenomen, en ik.... nu, ik het hart dan met het hoofd, gelijk u weet, en wij spreken vermoedens uit, waar wij bewijzen moesten hebben. Het is ons voorrecht onlogisch te mo gen zijn." De baron onderdrukte het antwoord, dat hem op de tong lag. Zij zou zijn woorden voor lage vleierij gehouden hebben en dat wilde hij niet. Hij was zich van 't eerste oogenblik, toen hij Helena leerde kennen, bewust, dat haar blik, haar stem, ja hare nabijheid alleen reeds op hem een eigenaardigen invloed uitoefenden, waaraan hij zich niet kon en ook niet wilde onttrekken Voor 't overige geleek zij volstrekt niet op het ideaal, dat hem tot nu toe voor oogen gezweefd had. En nu wat was in hem of haar veranderd, dat dit ideaal eensklaps naast haar verdween Als een warme stroom scheen het bloed door zijn aderen te yloeien, en hij ze gende de beschikking, die hen beiden juist op dit oogerblik Wand., „e zamen bracht. Zij kwam op ait oogenblik in snellen draf uit een hollen weg te voorschijn, en uitte hare bewondering over de vorderingen van Helena en over zijn bekwaamheid als onderwijzer. i „Maar de eerste les heeft zeer lang geduurd, en ik stel voor, naar huis terug te keeren," zeide zij eindelijk. „Vindt u het goed Ter belooning wil ik u voor de rest van den weg met mijn interessant gezelschap gelukkig maken, in plaats van mij weer te verwijderen zooals voorheen. Zijt gij mij daarvoor ook behoorlijk dankbaar, oude jon gen VIII. Verscheidene weken waren verloo- pen. De maand Juni naderde haar einde. Een hevig onweer, vergezeld van regen, had in den loop van den nacht de lucht verfrischt en de ver smachtende planten verkwikt. De ro zen, die gedurende de laatste dagen moe en afgemat haar geurige kopjes lieten hangen, hadden zich weer op gericht de bladeren aan boomen en struiken, die gister nog met grijs stof bedekt waren, prijkten nu in frixh groen de geheele natuur ademde 1 nieuw leven. Niet ver van den ingang r.aar den tuin, die tot het „witte huis" behoorde, stond Helena in een lichte zomèrjapon een klein, rond hoedje rustte op haar weelderige krullen zij keek met op lettendheid naar iets, dat aan den voet van een laurierboompje in 't gras scheen verborgen te zijn. Een hand legde zich plotseling op haar schouder. „O riep Helena, terwijl zij ver schrikt uit haar gebukte houding op stond. „Is u het, Constance? Ik ont dekte daar een vogelnestje. Kijk maar eens hoe lief Vier kleine vogeltjes „Dat zijn kwikstaartjes," beslist» Constance na een kort onderzoek. „Men zou het die onooglijke, lompe diertjes niet aanzien, dat Zij later zulke flinke vogels worden, niet waar'? Was u op het punt om uit te gaan vro eg zij terwijl zij zich oprichtte Hol aai li-processie petloe, schijnt som migen dominé's die ais leiders oplredeu in tde lxskemle prolestvergaderingen, in hun tanti-papistUohen bol te zijn geslagen. Volgens den Rotterdamschen corres pondent van „Het Volk", zei de Ds. Quasi tu de Ooslerkerk te Rotterdam, woorde lijk het volgende: „Ik weet niet cf ik hel beleven zal. «van! i>k ben 70 jaar, maar als ik hot be leven moet dat de processie? door onze straten gaan, dan ben ik niet van plan om thuis te blijven, maar ik ga de straal op om te zien en ik wapen mij met een «likken knuppel en wee dengene, die het eou wagen mij aan te raken om mij te dwingen eerbied1 te loonen voor de pro cessie." Heeft I)s. Quasi, om een processie te pian tien, een dikken knuppei noodig? Zoo ja. wal is hij dain van plan met dien dikiken knuppel te doen, als hij, de ilraat o]>ge<—an zijnde, naar de processie riel? Meent Ls Quasi nu heusoh, dat iemand hem zal „aanraken", wanneer hij zelfs met oen dikken knuppel gewapend, naar «ie processie ziet? We duirven er echter niet voor instaan dal, als Ds Quast. eenmaal de slraat op gegaan zijnde, met een dikken knuppel in de hand naar de precessie ziet, hf' niet hartelijk door elk verstandig mensch zal wonden uitgelachen, ondanks zijn 70 jaar. 't Is een eigenaardige hebbelijkheid van hen, die direkt of indirekt de Roomsche Kerk bestrijden, het aldus voor te stellen, alsof de Roomsche Kerk in monsterverbond met den Mam mon eeuwig en altijd op de loer ligt tm op roof, zij het dan ook op z. g. „nette" rood uit te gaan. Een dergelijke voorstelling van zakan lijkt den vrienden aan de overzij een geschikt middel, om allen, die de praat ,es maar gelooven willen (en och er blijft allicht wat van hangen tegen ie Kerk in te nemen en van haar te vervreemden immers een duitendief 's een van de meest verachte wezens onzer samenleving, en als men 't nu maar klaar kan spelen, der Kerk duiten diefachtige karaktereigenschappen toe te dichten, dan is men in zekere „ver lichte" kringen reeds -b" -voorbant van nieces verzekerd. In een duitendief .1 onderstelt men geen hoogere aspiratie's, en als de Kerk zoo gaarne duitendieft, nou, dan is 't met de heiligheid en verheven heid en bovennatuurlijkheid van die Kerk zoo wil men granr rec'.ene ook maar larie Telkens en telkens nu duiken er van anti-Rocmsche zijde geruchten en be richten op, welke de kennelijke be doeling hebben de Kerk ten deze ver dacht te maken en at 1 Wie herinnert zie- meer het treffend geval van Venhuizen, dat ver leden iaar in de garsche Roomsche pers circuleerde Volgens een ven ij diaawc u I-kom zou e it Venhuizen afkomstige „pate van zijn te Venhuizen wonen 1 .milieleden zonder meer uit Venhuizen hebben doen vervoeren en in een krankzinnigengesticht hebben doen opsluiten, om de duiten van dat familielid voor de „heilige roomsche Kerk" in te kunnen palmen. Een ander „neutraal" blad nam het bericht natuurlijk aanstonds gretig over. Wij togen op onderzoek uit en bevonden, dat er van een „pater" geen sprake was, dat de hier bedoelde, wat simpele man op advies van den genees heer en op uitspraak van de Rechtbank (alles precies in de puntjes dus) in een gesticht was geplaatst (waaruit hij nog wel eens wegliep), en dat een familielid van hem te Venhuizen als curator zijn »oederen beheerde. „TabR~u hebt ei vij toentertijd gezegd. „Tableai r.:ggen.wij ook nu weer. „De Telegraaf" en met dit blad natuurli1': 1 "k de neven-editie :„De Courant" publiceerde eenige weken geleden het relaas van een bezoek door Jen der redacteuren aan het Overijsel- sciie aorp;e vasse, «ïwaar 'li paar zon derlinge oude menschjes wonen, die zich koning en koningin van Vasse noemen, hun borst met allerlei onmo gelijke eereteekenen behangen (de „ko ning" draagt een oude fietsketting om den hals) en op deze wijze door „audiëntie" te verleenen -mer.ig fooi tje in de wacht sleepep. Tot zoover allemaal heel gewoon, of eigenlijk heel ongewoon. Maar wat is nu volgens „Telegraaf en „Courant" de oorzaak van den z. g. „hoogmoedswaanzin der „vorstelijke" familie De hier gisigr.aloerue pers zai 't u vertellen -let welhoe de Roomsche Kerk hier (0 zeker 1 heel terloops, doch daarom niet minder venijnig alweer voorgesteld wordt als :„op roof uit". Ziehier wat de redactie onder een photo van de beide zonderling-toege takelde oudjes schrijft „Hierbij geven wij een foto van het vorstelijk echtpaar van Vasse, waarvan wij dezer dagen reeds bizonderheden mededeelden. De man draagt om zijn hals een oude fietsketting met een 25 tai ordeteekenen. Naar verluidt moe ten deze lieden vroeger een stukje land bezeten hebben dat echter door een proce dure het eigendom der R, K. Kerk ge worden is. De oudjes wier geestver mogens door hel piekeren over het verlies van hun vroeger bezit gekrenkt zijn, wanen zich heer en meester van de omgeving en verbeelden zich in 'n nevel van hoogmoedswaanzin de Ko ning en Koningin van Vasse te zijn." We hebben gemeend, dit druppeltje venijn maar weer niet zonder meer t1 mogen laten invreten op veler graag- geloovend gemoed, -daarom hebben wij te Vasse „am höchster Stelle" in lichtingen ingewonnen over het zoo boosaardig voorgestelde geval en hoe denkt 11, dat de vork aan den steel zit treurige vertooning al jaren voort. Het hieronder volgende overzicht, be treffende den stand van het fruit en der warmoezerijgewassen onder glas en in de open lucht op 21 dezer, is, onder medewer king van de Rijkstuinbouwconsulenten, sa mengesteld naar gegevens, verstrekt door de correspondenten van de directie van den landbouw. Fruit. Na het slechte ooftjaar 1920 werd ge hoopt op een goede opbrengst in 1922. De rijke bloei van alle ooftsoorten gaf voedsel aan deze hoop. De sterke nachtvorsten in de tweede helft van April vooral op 16 en 17 April vernietigden echter van de vroeg bloeiende fruitsoorten de voortplan tingsorganen, zoodat de pruimen als groo- tendeels mislukt beschouwd moeten wor den, de kersen ten hoogste een matig tot vrij slecht gewas leveren en de vroege en fijnere peersoorten, evenals de vroege ap pelen, een slechten stand vertoonen. De latere peren en appelen stonden nog niet in bloei en gaven daarom nog hoop op goede uitkomsten; op 4 en 6 Mei trad echter de nachtvorst opnieuw sterk op, ter wijl op 21, 29 en 30 Mei de temperatuur nogmaals tot beneden het vriespunt daal de. Hierdoor werd ook aan de bloesems der latere peren en appelen schade aangericht, zoodat ook daarvan gemiddeld niet meer dan oen vrij goed gewas kan worden ver wacht. Ten slotte was de aanhoudende droogte oorzaak, dat vele jonge vruchten van de boomen vielen en werd door de bladluizen nadeel aan de pruimeboomen aangericht, zóó zelfs, dat in Zeeland de boomen bijna bladerloos worden. Den stand der verschillende fruitsoorten nagaande, kan daarvan het volgende wor den medegedeeld: Appelen. Behoudens enkele uitzonde ringen, is in Gelderland, Utrecht, Noord- Holland. het land van Heusden en Altena, noordelijk Limburg, Overijsel en Groningen de stand vrij goed. Een goede stand wordt aangetroffen in oostelijk en zuidelijk Fries land, het Rijk van Nijmegen, zuidelijk Utrecht, te Nieuwe Niedorp en Winkel, te Veur-Wassenaar, in de Langstraat en in Zuid-Limburg. Daarentegen is de stand ma tig in de omgeving van de stad Utrecht, het Westland, op Walcheren, in west Noord-Brabant en in de omgeving van 's-Hertogenbosch en Breda. Op Tholen, Schouwen en Duiveland en den Maaskant van Noord-Brabant is de stand slecht of vrij slecht. Peren. De stand van de peren is min der dan die der appelen; over het alge meen wordt een matig gewas verwacht. Een uitzondering kan daarop worden gemaakt voor Gaasterland, Zeeuwsch-Vlaanderen en Schouwen en Duiveland, vanwaar een goe de stand wordt gemeld; Zuid-Limburg, Nieuwe Niedorp en Winkel en een deel van Groningen, waar de stand vrij goed is; noord-westelijk Groningen, Friesland, Overijsel, noordelijk Gelderland, de Over Betuwe, de Tielerwaard, het Rijk van Nij gen, zuid-westelijk en westelijk Utrecht, de Beemster, de omgeving van Veur en bijna geheel Noord-Brabant met een vrij slechten en Frederiksoord en zuid-oostelijk Utrecht mei een slechten stand. Vroege kersen. De stand is slecht in de Tielerwaard, Maas en Waal, West- Noord-Brabant, Limburg, de Meijerij en te Assen e.o-; vrij slecht in de Betuwe en da Bommelerwaard: overal elders is de stand matig, behalve te Bergen op Zoom, van waar een goede stand wordt gemeld. Late kersen. Deze komen vrijwel met de vroege overeen. Engelsche krozen. Deze zijn in Gel derlnnd, Utrecht en Noord-Brabant mis lukt; in Zeeland cn de Baronie van Breda staan ze vrij goed. Andere pruimen zijn mislukt in Gronin gen, Friesland, Geldreland, te Leiden e.o. en in Zuid-Limburg; overal elders is de stand slecht. Druiven onder glas. In het Westland is de stand zeer goed; te Veur e.o. matig en overal elders vrij goed tol goed. Perziken onder glas. In het Rijk van Nijmegen en zuidelijk en westelijk Utrecht is de stand zeer goed; te Veur vrij goed; in Noord-Brabant matig en in het West land en elders goed. Perziken in den vollen grond. Uit Frederiksoord, Groningen e.o., het Rijk van Nijmegen, zuidelijk en midden Utrecht, Leiden e.o. en de Langstraat, wordt een mislukking gemeld; verder is de stand slecht, met uitzondering voor de Over-Be- tuwe met een matigen, het Westland en de Baronie van Breda met een vrij goeden cn zuidoostelijk Utrecht met een goeden stand. Warmoezer ij gewassen. Ook aan de warmoezerijgewassen hebben do nachtvorsten schade aangericht; dit geldt in het bijzonder voor de erwten. De droge voorzomer heeft op de ontwikkeling der meeste warmoezerijgewassen belemme rend gewerkt. De schade der koolvlieg trad in hevige mate op in Friesland, Overijsel, te Vinkeveen e.o., op Walcheren en de lich te gronden in Limburg. De gewassen onder glas geteeld, zijn in het algemeen goed. Betreffende den stand het volgende: Komkommers geven een zeer goeden stand le zien te Leeuwarden e.o., 5n de Graafschap, de Bomtnelerwaard, het Rijk van Nijmegen, westelijk Noord-Brabant cn te Venlo e.o. Te Viukeveen e.o. is de stand zeer goed lot goed. I11 het Westland en het overige deel van Zuid-Holland, in Zeeland, de Betuwe, Groningen en Friesland is de stand goed; een vrij goede stand wordt gevonden le Vleuten e.o., te Sloterpolder cn Bocrenwetering en le Veur. Te Maas tricht e.o. is de stand matig. Tomaten vertoon-en een goeden stand, behalve te Groningen e.o., te St. Annapa- rochie e.o., in het Rijk van Nijmegen en de Zuid-ITollandsche eilanden, waar de stand zeer goed is, le Boskoop e.o. en in Limburg, waar zij goed tot zeer goed staan en te Vleuten, waar de stand vrij goed is. Me/oenen staan overal goed, met uitzon- derirg voor Friesland, het Rijk van Nij megen en Vinkeveen e.o., waar de stand zeer goed en voor Vleuten, waar deze ma tig is. In de open lucht is de stand als volgt; Sluitkool. De stand is zeer goed te Boskoop e.o.; goed tot zeer goed te Vin keveen e.o., goed te Leeuwarden en Har- lingen e.o.. in de Graafschap, Maas en Waal, West-Friesland, zuid-oostelijk Noord Holland en te Venio en Roermond e.o. Aan den Langendijk, in Rijnland, de Boro- melerwaard, Overijsel, Gaasterland en Gro ningen is de stand vrij goed en overal el ders matig. Bloemkool. Een goede stand wordt aangetroffen in Maas eu Waal, het groot sta deel van Ulrecht, het Westland, te Delft en Rotterdam e.o. en op de Zuid Hollan-dsche eilanden. In Noord-Hotland, te Boskoop e.o., in Zeeland en Noord-Brabant is de stand vrij goed. Te Vinkeveen e.o., in Rijnland, te Sloterpolder en Boerenwete- ring, te Frederiksoord e.o., in Limburg Overijsel en zuidelijk Friesland is de stand matig; te Veur, in Gaasterland en oostelijk en zuidelijk Groningen vrij slecht. Vroeger aardappelen. Te V-enlo e.o., in het land van Altena, te Breda e.o. te Boskoop e.o., te Vinkeveen e.o. en in Gaas terland is de stand zeer goed tot goed. Een goede stand wordt o.a. aangetroffen te Roermond e.o., het grootste deel van Noord-Brabant en Zeeland, bij Rotterdam en Dordrecht, in Rijnland en de Bollen streek, in Utrecht, Gelderland en de om geving van Leeuwarden. Elders is de stand vrij goed tot matig. Tuinboonen staan in het algemeen vrij goed tot goed. In Rijnland en te Boskoop e.o. is de stand zeer goed; in de bollen streek goed en in Noord-Holland vrij goed. Wortelen. In de voornaamste centra is de stand goed; elders loopt de stand uiteen tussclien matig en goed. Stoksnijboonen en stamslaboonen ver toonen algemeen een vrij goeden of goeden stand; in de Zuid-Hollandsche centra is de stand vrij goed. Erwten staan in het algemeen goed. Be houdens in Eimburg, waar de stand vrij goed is, wordt in de centra van cultuur een goede stand gevonden. Asperges. Te Beverwijk e.o., bet West- land en te Bergen op Zoom is de stand goed; in de Langstraat vrij goed. in Lim burg goed tot zeer goed. Sla. Met uitzondering voor Friesland met een slechten en Rijnland met een ma tigen stand, staat de sla over het algemeen goed. Aardbeien. De stand der aardbeien loopt vrij sterk uiteen: in Maas en Waal en te Boskoop staan zij zeer goed; te Bever wijk, in Rijnland, te Breda e.o. cn in Lim burg is de stand goed; in dc Bommeler- waard vrij goed; in het Westland, de bloera bollenstreek, Roelofsarendsvcen eu Aals meer, matig. 1 uitnoodiging, die Lloyd George aan De Va lera heeft gericht om te Louden mot Sir James Craig in conferentie samen te ko men. Zij geven uiting aan de mcelling, dat De Valera de uitnoodiiging moet aannemen, doch het is aan twijfel onderhevig, tot hoe ver de Sinu Feiners hem zullen steunen bij vredesonderhandelingen, in het bijzon der de extremisten, die de uitnoodiging be schouwen als een onoprechte poging van Lloyd George om de regeering populair te maken. De „Times" zegt, dat in plaats van de uitnoodiging louter af te slaan of fe aan vaarden, De Valera om een wapenstilstand zal kunnen vragen hangende de onderhan delingen. De „Daily Telegraph" meent, dat de grootste waarde van de uitnoodiging ligt in het bewijs, dat zij geeft van de oprecht heid van de Britsclie beljjdenissen, die ten onrechte verdacht zijn gemaakt. De „Darly Chronicle" zegt: De regeeringspoliliek was tweeledig, n.l. het treffen van strenge maatregelen tegen de Sirun Fednsche extremisten en de uit noodiging van De Valera tot een conferen tie in de hoop op oen schikking. De „Morning Post" alleen bestrijdt de mogelijkheid van vrede, verklarend, dat De Valera uit zich zelf niets is, doch zijn macht ontleent aan geheime organisaties, waarvan hij de agent of liet werktuig is. In antwoord op de uitnoodiging van Lloyd George tot een conferentie met De Valera te Londen, deelt Sir James Craig aan Lloyd George mede, dat hij tegen Dinsdag zijn kabinet bijeenroept en geen tijd zal laten voorbijgaan met de bekend making van het resultaat der beraadsla gingen. Een wapenstilstand Te Dublin wordt gemeend, dal De Va- VEK KLARINGEN VAN MINISTER SFORZA IN DE ITALIAANSCHE KAMER, „Een B. T. A.-berioht meldt het een en ander uit een verklaring van graaf Sforza, minister van buitenlandsciie zaken, in da Kamer, waarbij hij zich voldaan toonre over de regeling van het vraagstuk van liet hersttel. Het besluit van de Duitsohe ree geering omi te beialen en over te gaan tot ontwapening en berechting der schuldigen is de beste staip in de richting van de pa cificatie van Europa sinds de onderteske. ning van het vredesverdrag.Het huidige Duitsohe kabinet gaf blijk van het flinke en loyale voornemen om de verplichtingen van Dnitschland na te komen, in de mee. ning, dat deze wijze van handelen het bes te middel is om een einde te maken ana verdenking en wrok en om te arbeiden aan het economisch en moreel herstel van het land. Dit herstel zal Italië met welwil lend oog gadeslaan. Onze plicht is geen intrigues van buiten in Italië toe te laten. Sprekende over Opper-Süezië gaf Sforza uiting aan zijn overtuiging, dat men voor dat vraagstuk een bevredigende rege'-g zal vinden. Hij herinnerde er aan, lat Italiaansche soldaten de eerste slachtoffers waren van hun plicht. De Pooteche regee- ring, voegde Sforza hieraan toe, maakte zioh los van de opstandelingen, maar ia haar eigen bciang ware het gewenscht ge weest, dat zij onmiddellijk zoodanig stel. ling had genomen, dat elke twijfel ward opgeheven. Italië kan thans ronduit aad Polen zeggen, dat, indien hel vooruit wil, het vooral den vrede moet willen. Hel pled 'bisciet is gegrond in het verdrag van Ver» sniffles en moet worden geregeld bin net» de grenzen van het verdrag, men moei zich niet laten leiden door daden van ge weld, welke van de een of andere zijd» kunnen komen. De minister wees er vervolgens op, dal lcra met verschillenden zijner collega s de!<ie haidige toestand in het nabije Oosten conferentie te Londen zal bijwonen en zich niet zoodanig zou hebben ontwik- het kabinet zal vragen, het maximum zijner concessies bekend te maken en dat, wan neer liet Kabinet daaraan voldoet, De Va lera deze voorstellen aan Dail Eireann zal voorleggen. Indien alles naar w-ensch gaat, zou een militair bestand worden geregeld en de voorwaarden van een schikking op den grondslag van de regeeringsvoorstellen worden besproken in een gemeenschappe lijke zitting van het Noordelijk parlement eu van de gekozen vertegenwoordigers van Zuid-Ierland. Nieuwe moorden. Vier gewapende mannen kwamen de eetzaal binnen van het Mayfair hotel te Dublin. Zij schoten twee officieren van de Constabulary neer, die daar met hun vrou wen dineerden. Een werd gedood, de an dere zwaar gewond. De aanvallers konden niet worden gearresteerd. GRIEKENLAND WEIGERT. De uitnoodiging aan De Valera. De brief, dien Lloyd George aan De Va lera heeft gericht, luidt als volgt: „Ik richt tot u, den gekozen leider van de groote meerderheid in Zuid-Ierland, en tol Sir James Craig, den Premier van Noord-Ierland, dé volgende uitnoodiging: Ten eerste, dat gij te zaraen mot Sir James Craig hier te Londen aan eene con ferentie deelneemt, om de mogelijkheid van een regeling tot het uiterste te ond^-zoeken. Ten tweede, dat gij de collega's tot dit doel, te uwer keuze, zult medebrengen. De regeering zal natuurlijk een vrijge leide verstrekken aan allen, die aangewezen worden om aan de conferentie deel te ne men. Wij doen deze uitnoodiging met het brandende verlangen, een cis 1 te maken aan het noodlottig conflict, hetwelk eeuwen lang Ierland verdeeld houdt en de betrek kingen van de volken dezer twee eilanden verbitterd heeft, die als naburen in harmo nie met elkaar moesten leven en wier sa menwerking van zoo groote beteekenis zou zijn niet alleen voor het Rijk, maar voor de geheele menschheid. Wij koesteren den wensoh, dat van onzen kant geen po ging achterwege blijft, om het verzoek van den koning te verwezenlijken en wij vragen u, met ons samen te komen, zooals wij met u zullen samenkomen, in den geest van ver zoening, waarop Zijne Majesteit een beroep gedaan heeft." De bladen spreken eenstemmig hun vol daanheid uit over de volstrekt onverwachte De Grieksche bladen publiceeren den tekst van het antwoord der Grieksche re- geeruig op het bemiddoiingsaanbod der geallieerden. De Grieksche regiering ver klaart, dat ze zeer erkentelijk is voor het vriendschappe.ijk aanbod, maar dat de oestand aidus is, dat alleen militaire be langen haar houding mogen bepalen. Die toestand is slechts een gevolg van het we- reldconl'lici en in het naburige oosten is hij gevolg van de toepassing der door het Vredesverdrag voorgeschreven sancties. Griekenland bevindt zich in Klein-Azië uit verplichting jegens zichzelf, en om de ge meenschappelijke besluiten der geallieer den uit 1e voeren, waaraan de Turken zich willen ontlrekkcy. Elke schorsing van de militaire operatie zou den toestand ten na- deele van Griekenland wijzigen, daar ze de tegenstanders zou aanmoedigen in hun I verzet. De Grieksche regeering zal altijd cbreid zijn naar haar groote geallieerden te luisteren, in welke phase der operaties ooit, a's zij van Turkije concrete voorstel len zulten kunnen verkrijgen ten aanzien van de vokioenTng aan de uit de verdragen voortvloeiende rechten en waarin rekening wordt gehouden roet de offers van Grie kenland en met zijn belangen, gelijk die krachtens den loop der militaire en poli tieke gebeurtenissen zouden zijn te reali- seeren. Met de ontevredenheid tengevolge van dc weigering van Griekenland om in te gaan op den voorslag der geallieerden tot bemiddeling, nemen te Parijs in politieke kringen de Turiischgerinde gevoelens toe. In tegenstelling met de waardeerende houding der Engelsche pers, die de belof te van de Grieksche regeering om te luiste ren naar den raad der mogendheden na het offensief, goedkeurt, verklaart men al daar, dat men nu verder met de Turken alléén moot onderhandelen, ongeacht den uitslag van dat offensief. Konstantijn heeft ongelijk te gelooven, dat hij Smyrna zal kunnen behoipten, indien het offensief slaagt cn dat 1 X loor de mogendheden zai worden beschermd, indien het mislukt. Zijn interpretatie van bet verdrag van Sè vres is onjuist, want sinds hij op den troon terugkwam tegen den wil der mo gendheden, zijn dezen niet meer gebon den ten opzichte van Griekenland. Frank rijk zal er daarom in elk geval op aan dringen, dal den Turken recht geschiedt, terwijl de Grieken niets er bij zulten win nen, indien zij zegevieten, en alles zullen verliezen, indien zij verslagen moohten worden. keld, indien men dad et ijk aandacht ha tli gewijd aan de denkbeelden, welke hij in 1920 le Boulogne en Spa uiteengezet had. Toen reeds had hij voorzien, dat de voort" zetting van den strijd Angora zou drijven tot aansluiting bij Moskou en zou leiden: lot een anfi-Èuropeesche houding en on-; verdraagzaamheid tegenover elke Euro- peesche penetratie. Dientengevo'ge heef* Italië dan ook zijn k'ein garnizoen uit Adalia teruggetrokken, afl ha1* het ook door zn dom ark a tie te Adalia het Turk- sche gezag intact gelaten, omdat het in het algemeen belang een vruchtbare eco nomische samenwerking wensebt met Tur kije. Graaf Sforza deelde mede, dat hij werkt aan een hande'sverdrag roet Rusland, het- welk naar hij hoopte, spoedig een voldon gen feit zou zijn. Verder sprak de minister nog over het verdrag, met Zuid-Slavië afgesloten over Fiume. Tenslotte verklaarde hij zich overtuigd, dat het opgroeiende geslacht dankbaar zai zijn, want bet vindt een vereenigd Italië dal vrij is binnen zim natuurlijke grenzen. Op verzoek van Gioiitti werd een motie van den (gematigden) soc. leider Turati vr-Twornen met 234 tegen 200 stemmen en «es onthoudingen, nadat de premier de kwestie van vertrouwen had gesteld. DE ACTIE TEGEN HET ANTI-MILITA« RISME IN FRANKRIJK. De actie tegen het wetsontwerp tot strenge bestraffing van de anti-militaris. tisohe agitatie neemt, naar uit Parijs aai» het „Hhld." wordt geseind, toe De „bond van de rechten van den mensch" en de Fransche loge publiceeren heftige protes ten, waarbij verklaard wordt, dat menr nog nooit zoo ver gegaan is in den gewe tensdwang en dat men in de meest con. servatieve monarchie het niet zou wagen aldus de gewetensvrijheid aan te randen. De vrijmetselaars protesteeren tevens legen de politiek tot begunstiging van de katholieke geestelijkheid en de congrega ties, terwijl zij tot bestrijding van de cle* ri<u»le en reactionaire strooming oproe pen. Daarnevens wordt in het parlement een obstructie voorbereid tegen de bespreking van hel ontwerp tot bestraffing van het anti-militarisme. De socialisten zullen tal- looze amendementen indienen op elk woord van het ontwerp, terwijl zij elk amendement langdurig willen bespreken. Men voorziet een parlementaire campag ne als in den tijd van de Dreyfus-kweslie. In verband met de zeer heftige cam pagne, welke de „Humanité" tegen Bar- thou, minister van ooriog. voert, naar aanleiding van diens wetsontwerp ter be strijding van het aati-mflilaarisime, heeft 't Kamerlid kolonel Grandmaison den mi nister den volgender brief geschreven: „Ik heb de eer u te vragen waarom er geen vervolging wordt ingesteld tegen de „Humanité", wegens ophitsing van mili tairen tot ongehoorzaamheid? Hel zou onrechtvaardig zim indien het blad aan de verantwoordelijkheid, welk het aldus op zich hoeft genomen, zou ontkomen." De wijze, waarop de „Humanité" Bar- thou bestrijdt, biijke uit de volgende zins snede: „De sadistische Bnrthou. broeder vain een deserteur, die ten gevolge rencr amnestie in het land is teruggekeerd tc- vendien minister van oorlog.... enz." wenschte te weten, of men kon aan nemen, dat haar verlies zulk een diepen indruk op hem gemaakt heeft," voegde zij er bij, terwijl zij bloosde, toen hij zijn vragenden blik op haar richtte. „Maar waarom Ik kan niet geloo ven, dat alleen nieuwsgierigheid de oorzaak van dezen wensch is." „Neen, ik heb er een reden voor, die ik u echter nu nog niet kan ver klaren." „Een geheim dus vroeg hij glim lachend. „Néén, dat nietmaar de verdenking, het vermoeden, het voorgevoelik weet niet, hoe ik het moet noemen, heeft voor mij zelf nog geen bepaalden vorm aangenomen." „Een verdenking, die zich tegen Guthbridge richt," riep de heer Von Brenner verwonderd. „Waarvan be schuldigt u hem dan Dat kan u mij ten minste toch wel zeggen." Maar Helena schudde het hoofd. Zoodra ik iets duidelijker zie, wil ik u alles mededeelen, wat ik weet of ver moed. En dat staat vast bij mijik zal niet rusten, alvorens ik zekerheid heb. Wij vrouwen," voegde zij er glimlachend bij, „denken meer met 1 Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 4