Tweede B t 1 Jluilletön ir"k Indssthe kroniek. BUITENLAND. BINNENLAND. Onder Valsche Vlag t VRIJDAG 1 JULI 1921 Ir'jTh'T Vreede' tot voor kort lid van den Indischen Volksraad, heeft de vorige maand te Batavia eene lezing gehouden over „de Indische spoor wegen De cijfers, die hij als uitgangs punt nam voor zijne beschouwingen, zijn interressant genoeg, om ze hier sens af te drukken. Vooreerst enkele cijfers omtrent de betrekken/ke lengte van het spoorwegnet Op l millioen inwoners heeft ^oord-Amerika (Ver. Staten) toOO K.M. Spoor Europa 800 Japan 220 Br. Indië 170 Nederl. Indië 120 De prijzen voor het reizigersvervoer Per „reizigers-kilometer" zijn voor „oord-Amerika onbekend West-Europa 2y2 cent Japan 1,1 Bntsch-Indië 0,6 Nederl. Indië 1,2 Het reizen in ons Indië is dus goed- kooper dan in Europa, doch duurder dan in Britsch-Indië. De prijzen voor het goederen-vervoer jn per ton K.M. in Noord-Amerika 1,1 cent West-Europa 2 Japan '1,3 Britsch-Indië 1,1 Nederl. Indië 4,5 Wat de duurte van het goederen vervoer betreft steken dus de Ned. Indische spoorwegen inderdaad on gunstig af. Het is dan ook op dit punt dat Dr. Vreede zijn critiek richt. De conclusie die hij uit bovenstaande cijfers trekt, is dat het economisch vervoer niet deugt. Hij wijt dit aan de te groote snelheden, waarmede gereden wordt. Van alles zins bevoegde zijde is daar tegen aan gevoerd, dat juist de groote snelheid beterheid geeft aan het spoorweg vervoer. 'k voel me allerminst bevoegd om ■tspraak te doen in deze kwestie, doch ■Roet uitdrukkelijk verzet aanteeke- ^en tegen het advies van Ir. Vreede, Jan het slot van zijne lezing gegeven, nm een studie-reis te doen maken in Japan. In hemelsnaam, geen studiereis! Sinds we in Indië het systeem heb ben geadopteerd, om, zoodra we er gens mee verlegen zaten, een deskun dige ambtenaar of ook wel een des kundige commissie naar 't buitenland te sturen om daar de zaak af te kijken, schijnt het alsof 't Nederlandsche intel lect niet meer tof zelfstandig denken in rtaat is. Wanneer we moeten aannemen, dat «1 deze studiereizen noodzakelijk wa- en, en niet werden verzonnen ten jerieve van den een of anderen amb- ®naar, die lust had om gratis een ooie buitenlandsche reis te maken, ^en zou. afgemeten naar het aantal B ere.n> dat we op geestelijk gebied de ?"kUur bebben moeten spelen, gena eruit^ang van ons voortbrer.- b vermogen schrikbarend zijn. ment1- is gebeurd, dat het Departe- Vo van Binnenlandsch Bestuur toe n n aank°°P van drie bioscoop- j. n een harer ambtenaren op '4 udiereis" zond naar Amerika en - eden Vrage, hoe duur komt nu n simpel toestel te staan tr> om nu terug te komen op de arte van ons spoorweg-vervoer, het °u te vreezen zijn, dat de studie-reis naar Japan de prijzen nog hooger ging maken Bovendien heb ik vertrouwen ge- u°eg in de kundigheiden van onze ;ngenieurs om het aan hunne eigen 'ngenieusiteit over te laten te dien anzien verbetering te brengen. «?tgeen de Nederlandsche onder- stan!T^eest op spoorweggebied tot genr heeft 2ebracht. mag inderdaad flankZ8n worden- Aangelegd langs de ins?r der bergreuzen, hier met diepe pers Sen brekend door de uitloo- menrider bergmassieven, daar klim- strew °ver bo°Se dijken door uitge raak 6 va'eien> elders zwevend op Wekk Sebouwde bruggen over angst- vend-diepe ravijnen, en enkele hiaten L>orena door üe steil omnoog rijzende bergruggen heen, biedt de spoorlijn door Java's bergland den reiziger een tafereel, dat eene verruk king is voor het oog en voor het vader landlievend hart. Dat is Delftsche ingenieurskennis op z'n best Evenzoo geven de goed ingerichte treinen met hunne keurige compar timenten en nette restauratie-wagens veel te loven. Des te meer is te betreuren, dat de leiding van de S.S., welke het aller grootste deel van het Indische spoor wegnet aangelegd heeft, in toenemende mate aanleiding gaat geven tot klachten omtrent minder deugdelijke organi satie. Verschillende dagbladen geven ook uiting aan andere bedenkingen tegen het beleid der betrokken directie. De Nederlandsche lezer zal wellicht vreemd opzien, wanneer hij verneemt dat de S. S. ook hotels exploiteert. In Indië, waar de hotel-prijzen een fabelachtige hoogte hebben bereikt, zag men aan vankelijk met voldoening dat de Over heid op dit gebied werkzaam ging wor den. Zoo werd op het groote Konings plein te Batavia een hotel gebouwd teneinde te voorzien in het gebrek aan logeer-gelegenheid, dat vooral bij het groote Indische Ingenieurs-congres in 1920 dreigde te nijpend te worden. Naar men zegt, gehoor gevende aan den uit- drukkelijken wensch van Z. Exc. de Graaf v. Limburg Stirum, stampte toen de S. S. in vier maanden tijds van „tijdelijk" materiaal een ruim hotel uit den grond. De voortvarendheid, waarmede hier gehandeld werd, verdient zeker een woord van lof. Doch de verwachting van velen, dat nu prijsregelend zou worden opgetreden ten aanzien van de hotel-kosten, werd niet vervuld. Het „Nieuws van den Dag v. Ned. Indië" schreef daaromtrent nog kort geleden „Nu de gebouwen er evenwel een maal staan, zijn de logeerkosten er al even hoog als elders, en streeft de ad ministratie naar eene luxe, volkomen in strijd met den opzet en met het doel, waarvoor de terreinen zijn afgestaan". Wij zijn dus al heel weinig vooruit gekomen. De nieuw-komer uit Nederland, die bij aankomst in Indië geruimen tijd voor zijn logies 15.tot 20.per persoon en per dag moet betalen, en dan heeft hij bij lange na nog geen dure kamerkrijgt het gevoel, „gevild" te zijn, vóór dat hij goed en wel aan 't werk is. Zóó krijgt de Indische regeering heel vaak een mopperend ambtenaar te meer De regeering kan een goed werk doen, door te zorgen dat het S. S. hotel ingericht wordt om te bieden wat het behoort te bieden een nette en vooral billijke logeergelegenheid. Alle grootheidsbevliegingen zijn bij dergelijk overheidsbedrijf uit den booze. En nu de S. S. naar van uit Indië over gebriefd is, ook in Buitenzorg de twee grootste hotels heeft aangekocht, is het te hopen, dat de zuinigheid van den nieuwen landvoogd ook daar wonderen zal kunnen verrichten. S. NASCHRIFT. Na het schrijven van deze kroniek lees ik in „het Nieuws v. d. Dag van Ned. Indië" „Naar wij vernemen, is van de Alge- meene Secretarie een schrijven uit gegaan naar den Directeur van Gou- vernements-bedrijven, waarin dezen Departementschef wordt aangezegd, dat de tarieven van het S. S. hotel „Koningsplein" hier ter stede moeten worden verlaagd, en dat een einde dient te worden gemaakt aan de bals, con-, certen en andere feesten, welke in eene inrichting als deze minder op hun plaats zijn." Mooi zoo En of dat ingrijpen van hoogerhand ook noodig was De processen te Leipzig. Het conflict in de mijnindubtric. De toestand in Ierland. De Poolsche castend in Opper- c'!ezië. GEMENGDE BUITENL. BE- RICHTEN. Een bevredigend antwoord. RAAK GEZEGD. HET VOORSTEL BOMANS, lep'er!\ikan niaar niet verzetten ci8e rc,? £edacb*e> die man gewich- ke8en ?Tenen heeft' om °P deze wijze °P te treden> en al uw hoofd- •n staatn en uw tegenspreken is niet Max h mfj daarvan af te brengen." 5f0rdt ian„ de sch°uders op. „Dat V/eiv band bÜ u een idee buff rec*enen 2°u hij kunnen ''Hij Vrep®n de reeds genoemde?" otfueid sn d'70ns' Onze aanwe- 'nn Vene Of 3 ^treek rooet voor hem 'alsohte ^ans dergelijke ,J begint spok hebt gelezen, dat I» zien. °P klaarlichten dag .,De toekomst 2a, os beiden gelijk heeft >.eren' wie van „Nu, dan zullen wij voorloopig ons best doen elkander niet zenuwachtig te maken. Hier is nu het boschje, waar van ik u heb gesproken. Hebt gij lust er door te wandelen Guthbridge is niet hier, dus hebben wij niet te vree zen hem te ontmoeten." Helena stond een oogenblik stil. „Neen," zeide zij dan, „ik wil zijn grond niet betreden, en het minst in zijn afwezigheid." „Eigenlijk hebt gij gelijk, maar voor een enkelen keer kondet gij wel ontrouw worden aan uw principe. Om de waar heid te zeggen is het ook minder het boschje, dat ik beoog, dan wel de bank. Ik heb dezen morgen reeds een langen weg gemaakt, gelijk gij weet, en een beetje rust in de schaduw der boomen zou niet kwaad zijn." Dralend en met tegenzin gaf Helena toe, en volgde haar broers dwars over het stuk land, dat het boschje van den weg scheidde. Dichte-braamstruiken schenen hun den doortocht te willen beletten, maar een eindje verder be vond zich een opening, die wijd genoeg was om hen door te laten. „Zoo, nu zijn we er," zei Max, toen zij eindelijk onder het koele dak der bladeren voortwandelden. „Is het hier niet heerlijk Toen zij zoo verder het boschje in gingen, kwamen zij spoedig aan een weg, die, naar het scheen, in den laat- sten tijd veel gebruikt was. Helena bleef staan. „Max, zullen wij niet liever teruggaan Het staat mij wezenlijk tegen, hier verder in te sluipen Hoe zullen wij onze aanwezig heid hier verklaren, indien iemand ons hier aantreft „Men zal ons niet gemakkelijk voor houtdieven aanzien, kind, daarvan kunt gij zeker zijn." „Stil ik hoor stemmen...." Beiden luisterden. Er was geen twij fel meereenige personen kwamen nader. Eenige seconden later werd een ouderwetsch wagentje zichtbaar, dat, door een jong meisje voortgeduwd, langzaam voortrolde. „Elfriede riep Max Onwillekeurig was hij de aankomen den eenige schreden te gemoet gegaan nu bleef 'hij staan en ging op zijde om ze voorbij te laten. Elfriede groette, ter wijl zij geweldig bloosde en zeer ver legen scheen de oude vrouw echter, die in het wagentje zat, keek de beiden, die haar zoo onverwacht in den weg kwamen, nieuwsgierig aan. Helena trad glimlachende naderbij maar op hetzelfde oogenblik gaf de oude vrouw een gil en richtte zich, alsof zij geëlectriseerd werd, uit hare half liggende houding op. „Wat is er tante Elfriede bleef verschrikt staan. „De zoon van Robertriep deze uit, terwijl zij hare handen naar Max uitstak. „Niet waar, gij zijtu is.. zijn zoon Max was te zeer verbaasd om een antwoord te kunnen vinden. Was dit boschje dan behekstdat hij er zich niet kon wagen zonder den een of ander door zijn verschijnen schrik en angst aan te jagen Helena staarde sprakeloos van den een op den andere. Plotseling viel haar een gedachte in. Dat moest die oude kindermeid zijn, waarvan Constance had gesproken. Mijnheer Gutbridge, wiens gevoellooze onbarmhartigheid haast spreekwoordelijk was gewerden, gaf haarTeeds sedert jaren het genade brood. Helena had die omstandigheid bui tengewoon vreemd gevonden, maar zonder er verder over na te denken, of misschien te vermoeden, dat die buitengewone edelmoedigheid van den bezitter van Guruguh wel in verband kon staan met de geschiedenis haars vaders. Maar nu werd het haar als met de snelheid van den bliksem duidelijk, dat die gebrekkige, oude vrouw daar den sleutel had tot het geheim, waarvan zij het bestaan vermoedde en waarvan de oplossing nu misschien mogelijk werd. Haastig naderde zij het wagentje. „Van wien spreekt U Heeft u onzen vader gekend „Uw vader was RobertRobert Wallhagen, de neef van...." „Den heer Braunsberg De vrouw knikte. Ik heb hem ge kend, zeker ik heb hem gekend. Hij was pleegzoon, mijn lievelingGij ujgis zijn evenbeeld," ging zij voort, terwijl zij hare bevende handen vouw de. „Heeft hij u nooit over zijn oude Tita gesproken Max zag hoe zij vol verwachting den blik op hem richtte, kon zich echter op het oogenblik niets daarvan herinne ren. „Heeft hij nooit van mii gesproken herhaalde de oude vrouw langzaam Nu schitterde zijn oog. „Zeker heeft hij dat gedaan," hernam hij op har- telijken toon. Eene oude, haast ver dwenen herinnering was hem'eensklaps weer duidelijk geworden. Zijn vader had hem eens op eene wandeling van zijne vroegere kindermeid verteld en had haar een goede, trouwe ziel ge noemd. Deze kindermeid moest Tita zijn.j „Dat wist ik," riep de oude vrouw verheugd uit. „Hij had een goed hart, en, ofschoon ik nooit meer iets Yan hem gehoord heb, wist ik toch, dat hij mij niet vergeten had." „Neen, hij heeft u niet vergeten," bevestigde Max„u heeft de plaats zijner overleden moeder met trouwe liefde ingenomen, dat weet ik uit zijn eigen mond. Hij noemde u altijd een der beste vrouwen op de wereld." „Zeide hij dat De oude oogen vulden zich met tranen. „O, mijn goede, beste jongen, o, waarom moest gij verdreven worden uit het huis, dat u van rechtswege had moeten toebe- hooren Waarom moest gij sterven, terwijl ik nutteloos, gebrekkig schepsel nog leef." B9> Voor het hoofdgferechtshof te Leipzig, waarde „oorlogsmisdadigers" worden be recht, zijn nu de processen aan den gang, door de Fransche regeering aanhangig ge maakt. Belangwekkend is het verloop der zaak van generaal Strenger en majoor Grusius, beschuldigd van moord op Fransche ge vangenen. Beklaagde Strenger, 62 jaar oud, sinds October 1915 oorlogsinvalide, verklaarde in Augustus 1914 zijn manschappen, die hoofdzakelijk uit inwoners uit Baden be stonden. van Miihlhausen naar Saarburg overgebracht te hebben. Bij het vervolgen van den vijand op 21 Augustus werden zijn troepen plotseling door de vijandelijke gewonden, die op het exeroiticpiein te Saarburg lagen, besoho- ten. Volgens Strenger's stafofficieren had den deze gewonden zich bij het voorbij trekken der Duitschers schijndood gehou den. Hierop had Strenger gezegd, dat der gelijke mensohen op de plaats doodge schoten moesten worden. Hit gebeurde echter toen niet. Bij den doortocht door het dorp Hessen gebeurde hetzelfde. Generaal Strenger er kende toen dezelfde opmerking te hebben gemaakt, maar hij ontkende ten sterkste bevel gegeven te hebben om weerlooze gevangenen af te maken. Voortdurend kreeg hij berichten, dat de vijand zich dood of gewond hield, van achteren uit school of de handen opstak, maar bij het nader komen der Duitschers plotseling sohoot. Op een vraag van den president ver klaarde Strenger gezegd te hebben; „Men wil van uit de boomen op u schieten; daarom moet men geen gevangenen maken. Schiet hen als musschen uit de boomen". Een direct bevel ontkende hij gegeven te hebben; dit zou dan gegeven moeten zijn door hem aan zijn regiments commandanten, en geen van hen heeft een dergelijk bevel gekregen. Strenger vertelde daarna welke ellen den zijn manschappen moesten doorstaan en dat hij een enorm aantal gewonden had, en verklaart nadrukkelijk dat de gevang-enen niet zoo zijn behandeld als in de beschuldigingsacte staat; hij bestreed voorts met klem de bewering van den president, dat hij een onderofficier, die gevangenen wegbracht, toegevoegd zou hebben: „Heb ik niet bevolen dat er geen gevangenen zouden worden gemaakt?" Hierop volgde het verhoor van majoor Crusius. De president stelde vast, dat de geestestoestand van dezen beklaagde op 26 Augustus deed vermoeden, dat hij niet toerekenbaar was. Crusius stemde toe ver schillende koeren zenuwoverspannen ge weest te zijn. In den strijd om het dorp Hessen op 21 Aug. was het brigadebevel gegeven, om gevangenen dood te schieten. Crusius verklaarde dat hij in dien tijd met een zekeren majoor Müller over het slagveld liep. Daar zagen zij een oogen- sehijnlijk dooden Franschen onderofficier liggen. Majoor Miiller gaf, toen bleek dat de man gewond was, aan twee Duitsohe soldaten, beved den onderofficier dood te schieten. Toen de soldaten aarzelden dit bevel op te volgen, zeide Miiller dat zij waarschijnlijk niet bekend waren met het brigadehevel. Ook een tweede gewonde werd op bevel van majoor Müller dood geschoten, hoewel hij kapitein .Grusius op zijn knieën smeekte om zijn leven. Crusius heeft het bevel echter iaten uit voeren. Op hei beweren van den president dat men toch geen slaaf is van de discipline tot aan het misdadige toe, beriep Crusius zich op het brigadebevel. Bovendien droeg majoor Müller de verantwoordelijkheid, omdat hij toen nog kapitein was. Crusius verklaarde pertinent dat om 3 uur 's mid dags, den 26 Augustus, all* officieren zijn bijeenroepen en door generaal Strenger bevel is gegeven, geen enkel gewonde tc sparen. Strenger viel Crusius in de rede en 'ont kende een dergelijk bevel ooit gegeven te hebben. Hij beriep zich op het feit dat geen enkel der andere getuigen iets der gelijks beweerd heeft. Majoor Müller is dood; deze stond als een kalm officier bekend. Majoor Crusius bleef bij zijn bewerin gen, ofschoon ook de generaals Neu- bauer en Eckermann als getuigen gehoord, verklaarden nooit van een dergelijk briga de-vel gehoord te hebben. Hoofdzaak van de bespreking werd de toerekeningsvatbaarheid van Crusius. Ver schillende getuigen vertelden vah gebeurte nissen -waaruit bleek, dat Crusius zeer over spannen was. Generaal Neubauer vertelde dat Crusius op 2 Augustus na het inzetten van zijn bataljon bij la Chapelle, het hoofd volkomen kwijt was en geroepen had: „Al les is verloren". Neubauer hiedd hem voor krankzinnig en heeft hem bet bevel ont nomen. Getuige, arts Doehner, heeft op het exer citieveld majoor Crusius hooren roepen: „Willen jeliri het brigadebevel niet uitvoe ren?" waarop een soldaat geantwoord had: „wij willen geen gewonden doodschieten". Crusius was toen zeer opgewonden. Of een Fransch soldaat is doodgeschoten, weet ge tuige niet. Getuige Grunenberger, landbouwer, die indertijd onder Crusius gediend heeft, zeide dal Crusius op 21 Augustus het z.g. bri- gadebevel heeft bekend gemaakt, ora alle gevangenen dood te schieten. De getuige zag, hoe een kameraad een gewonde dood schoot. Op 26 Augustus is het bevel door Crusius herhaald. Gisteren werd het proces voortgezet Hervatting van den arbeid. Drieduizend mijnwerkers hebben het werk te Cannock Chase hervat zonder de instructies van hun leiders af te wsch- ten. Ook de mijnwerkers van Yorkshire hebben besloten, het werk onverwijld te hervatten. Een vergadering van vijfduizend mijnwerkers te Wigan daarentegen heeft met algemeene stemmen de getroffen voor waarden verworpen, terwijl de uitvoerende raad van de federatie van mijnwerkers van Zuid-Wales een resolutie heeft aan genomen, waarin hij zegt dat hij, ofschoon ten sterkste de houding van de meerder heid van het nationaal uitvoerend comité afkeurend, daar zij den uitslag van het jongste referendum negeert, meent, ter redding van de Federatie, geen andere keu ze te hebben dan de voorstellen der mijn eigenaars te aanvaarden. Waf de slaking gekost heeft. De politieke medewerker der „Daily Mail" schrijft, dat het conflict, hetwelk nu ongeveer 94 dagen heeft geduurd, aan de schatkist zeker niet minder dan twee millioen pond per dag heeft gekost. De be lastingbetalers zullen, ruw berekend, moe ten betalen voor een verhoogd subsidie aan de spoorwegen 40 millioen pond; subsidie voor de mijnwerkers 10 millioen; leenin gen voor het werkloozenfonds 30 millioen; kosten der „Defence Force" 30 millioen; verlies aan invoerrechten, inkomstenbelas ting, schade aan de industrie in het alge meen, 120 millioen ponden. De belasting betalers zullen dus 230 millioen pond meer moeten opbrengen dan bij de begrooting berekend was. De kanselier der schatkist zal vermoedelijk gedwongen zijn voor het Ioopende jaar nieuwe geldleeningen voor te stellen. De Labour Party over Lloyd George's uitnoodiging. De parlementaire Labour Party heeft een motie aangenomen, luidende: „De partij, hoewel betreurende, dat deze stap niet reeds maanden geleden gedaan is, verheugt er zich over, dat de regeering eindelijk, zonder eenige voorwaarde, de afgevaardigden uit Ierland genoodigd beeft tot een samenkomst om de Iersdhe kwestie te bespreken en spreekt de hoop uit, dat de door het Iersche volk gekozen .gedelegeerden, die uitnoodiging znllen aannemen en de regeering thans met be slistheid het pad deT verzoening zal vol gen, totdat een oplossing der Iersche moeilijkheden zal zijn gevonden en vrede en geluk voor het vo'lk hersteld zullen zijn." Een Iersch bataljon verrast. Maandagnacht hebben Kroontroepen een inval gedaan in een café te Waterfall, in het graafschap Cork, waar een batal jon van het Iersch-ropuiblikoinsch leger een samenkomht hield en 45 personen gearresteerd. Leo Murphy, een bekend of ficier in bet graafschap, die de bijeen komst leidde, werd. toen hij een poging deed om te ontvluchten, doodgeschoten. Leo Munphy was betrokken bij de ont- v„—;ng, enkele maanden geleden, van de •s Green en Chambers en lui ten an f van wie sedert niets meer werd n. MOBILISATIE IN RUSLAND? De „Times" meldt uit Helsingfors, dat in de noordelijke gouvernementen, en misschien in geheel Rusland, een mobilï- satieorder is uitgevaardgd in verband met de opstanden in Siberië, waar de toe stand zeer ernstig wordt geacht. Er zou veel verzet ziin tegen de mobilisatie en er zouden ernstige onlusten in verschillende districten zijn voorgekomen. Aanval op Beuthen. Volgens mededeelingen in de Duitsche bladen, werd in den nacht van den 29en Juni door de insurgenten een aanval ge daan op Beuthen Zij drongen onder dek king van machinegeweren tot aan het hoofdstation. Winkels werden geplunderd in de huizen werden handgranaten ge worpen. De Franschen hielden zioh vol komen passief. De ontruiming. De „Vorwarts" deelt mee, dat de ont ruiming van de Selbstschutz in het bezet te gebied ordelijk geschiedt. In de door de Polen ontruimde gebieden werden tot op heden sledhts de steden door Enten te-troepen bezet Derhalve is er groot ge vaar dat op het platteland weer aan slagen op het lev enen de goederen der Duitschers zuil enworden gepleegd. AUSTRALIë EN JAPAN. Minister Miller, in den Auslralischen Senaat het woord voerend, zeide, dat Australië'» ideaal was een overeenkomst tusschen Groot-Brittannië, Japan en de Vereenigde Staten. Hij zou wenschen dat de vriendschap tusschen Australië en Amerika uitdrukking vond in een tastba ren vorm. Indien Japan in het openbaar en ronduit wilde verklaren dat het niet den wensch koesterde zich te bemoeien met Australië's lot, en niet voortdurend zou aandringen op een verandering in de houding van Australië, zou er geen reden zijn, waarom Australië en Japan niet voor altijd op vriendschappelijken voet met el kaar zouden leven EEN AANSLAG OP DEN PRINS-REGENT VAN ZUID-SLAVIë. De Associated Press verneemt uit Bel grado, dat een poging is gedaan om den prins-regent te vennoorden. Hij werd niet gewond, doch een persoon werd gedood en drie werden gekwetst. De dader werd gevat. Nader meldt het B. T. A., dat toen de prins-regent, na de aflegging van den eed op de nieuwe grondwet, met Pasjetsj uit de constituante terugkeerde een bom werd geworpen. De bom trof een telegraafpaal en ontplofte in de lucht, eer het rijtuig met den prins de plek passeerde. Een tien tal menschen werden gewond. De bom menwerper werd gearresteerd. Hij noemde zich Staitch en verklaarde schilder te zijn. De politie ontdekte echter dat hij was een berucht bolsjewistisch agitat or die in com munistische kringen Trotzky werd ge noemd en die in 1919 uit Rusland was ge komen. De prins werd toen hij na den aansloeg voortreed door de menigte wanna toegejuicht. De „Daily Mayl" verneemt uit Kon- stantinopel, dat een complot voor een op stand tegen de geallieerden werd ontdekt De opstand zou beginnen tegelijk met een aanval vun de nationalisten aan den Azia- tischen kant De Britsohe autoriteiten ontdekten het complot en lieten meer dan honderd Russen gevangen nemen, o.w. drie olbsjewistische commissarissen. Men zegt dat Moskou de leiding had in de sa menzwering. De gedelegeerden-conferentie heeft gisterenmorgen mot overweldigende meer derheid de voorloopige regeling tusschen de federatie van werkgevers in het machi nebedrijf en de vakvereeniging van me taalbewerkers in Engeland aangenomen en is overeengekomen, aan de leden der ver schillende vakvereenigingen aan te raden, de voorwaarden aan te nemen. Binnen den tijd van veertien dagen zal een refe rendum plaats hebben. Volgens de „Berfiner Lok. Ane." zou in Polen een gerucht de ronde doen, dat een oorlog tegen Duitschland met stevig heid kan worden verwacht De vijande lijkheden zouden beginnen, nadat de oogst in Polen zou zijn binnengehaald. Te Corota in de provincie Bari zijn door het binnendringen van water- veer tig huizen ingestort, waardoor 300 perso nen dakloos zijn. Onder het opschrift: „Bevredigend Ant woord" schrijft de Christdijk-Historische „N ederlander" In ons blad van Donderdag deelden wij de duidelijke vragen mede van .,De Tijd" op d e4 vragen door ons gesteld aan het slot van ons artikel: „geen processies op de openbare straat". Die antwoorden klonken bevredigend, gelijk wij trouwens verwachtten, en toonen aan dat „De Tijd" en wij in deze zaak niet ver van elkander verwijderd staan. Zoo kan men zien, dat het opgeschroef de politiek-reiigdeuze kabaai, waarmee protestantsche bcdetempels worden ont heiligd, niet de minste reden van bestaan heeft. Het had dan ook gemakkelijk voor komen kunnen worden, als de leiders niet bij hun anli-paapschen hartstocht te rade waren gegaan, maar vooraf eens rustig hadden geïnformeerd, zooals ..De Ne derlander", jammer genoeg, wat laat heeft gedaan, waar de opheffing van bet processie-verbod ten slotte practisch op zou neerkomen. In de plaats van snorken de protesten en het beieedigen van het katholieke geloof, ware dan na het ..be vredigend antwoord", dat ..De Nederlan der" constateert, aanleiding geweest, om van de Protestantsche predikstoelen geen opzweepende redevoeringen te doen hoo ren, maar aanmaningen tot verdraagzaam heid en liefde, daar immers Protestanten en Katholieken gelijk nu blijkt „in deze zaak niet ver van elkander verwij derd staan." Het thans verkregen resultaat bewijst ook, zegt de „Tijd" terecht, hoe dom, be halve eobt liberaal aanmatigend, het de creet van „Het Vaderland" was, dat ka tholieke bladen beter deden, over de pro cessies te zwijgen. Nu blijkt duidelijk, dat ook in dagen van opgewonden gemoeds toestanden nog wel een goede plaats is te vinden voor een rustig woord; en dat ondanks het gewaande en hooghartige liberale monopolie ten aanzien der open bare meening, wij verstandig doen. de katholieke opinie daarin te laten mede- klinken. Inmiddels stelt de „Nederlander" een nieuwe vraag, die luidt: Wat zou „de Tijd" er van zeggen als de wetgever eens in Hoonischc streken aan de Protestantsche dominees de beschik king toekende over het gebruik der pu blieke wegen? Deze vraag wordt door het katholieks blad als volgt beantwoord: We zouden zeggen, dat het een ver standige wetgever zou zijn, die in alle streken aan Protestantsohe dominees de beschikking toekende, om in religieuze optochten over publieke wegen te trekken, indien hun eeredienst dat wenschelijk zou achten, mits natuurlijk onder dezelfde voorwaarde als bij opheffing van bel pressieverbod aan Katholieke kerkelijke overheden zou gesteld worden. Maar wij zouden het tegelijkertijd onverstandige dominé's vinden, die van zulk een ver standige wetgeving zouden gebruik maken, om in Roomsrhe streken wellicht erger nissen uit te lokken, evenals wij het zou den afkeuren, dat Katholieke geestelijken die ergernissen door het houden var. openbare processies zonden uitlokken in Protestantsche streken. Er moet gelijkstel ling zijn van alle burgers voor de wel ook in openbare godsdienstoefeningen, na tuurlijk behoudens gevallen van verstoring der orde of veiligheid. Tusschen kerkelijk en burgerlijk gezag beslaat in dezen geen tegenstelling. Zelfs in sommige gevallen, waarin een burge meester van een gemeente met een ge mengde bevolking een voorgenomen ka tholieke processie niet zou verbieden, zon de kerkelijke overheid nog ingrijpen, om haar niet te doen plaats hebben. Evenals alle kerkelijke kwesties is ook de processie kwestie voor den wetgever van uiterst dclicaten, van teeren aard, zegt de anti-revolutionnaire „Rotterdammer". Met pijnlijke nauwkeurigheid zoekt dan ook de wetgever hier de rechten der ver schillende kerkformaties af te bakenen Tot in de kleinste bijzonderheden wordi afgedaald om te voorkomen dat door ver schillende behandeling van bedienaars van kerkelijke waardigheden naijver en nijd kerkelijke hartstochten doen ontvlammen. Curieus zijn verschillende bepalingen in de wet op de kerkgenootschappen van 1853, die nader uitwerkt de grondwettelijke ge dachte, dat aan alle kerkgenootschappen in het Rijk gelijke bescherming wordt ver leend en wil dat alle kerkgenootschappen zich houden binnen de palen van gehoor zaamheid aan de wetten van den staat. De „Rotterdammer" gaat daarop dan wat dieper in: „Merkwaardig zijn de artikelen m dewet van 1853, waaruit wij enkele grepen doen. Vreemdelingen mogen geen kerkelijke beddeüfhg aanvaarden dan met toestemming des Konings. Een Fransch pastoor is immers heel wat gevaarlijker dan een Duit sche theater-directeur. De titulaturen in de kerkgenootschappen, 11 de bedienaren van den openbaren gods dienst toegekend, geven noch ten opzichte van 't wereldlijk gezag, noch ten opzichte van andere kerkgenootschappen eenige af spraak, rang of voorrecht. Hiermee zijn wij dus gevrijwaard voor de ramp, dat de aartsbisschop van Utrecht zich hooger zou gaan voelen dan een dorpsdominee. In de aanraking met het wereldlijk gezag wij citeeren letterlijk het derde artikel der wet worden titulaturen alleen ge bezigd met vermelding van den geslachts naam der titularissen. Nooit dus ga t een brief aan den dominee van Klaaswaal of den vjstoor van Lutjebrock, maar aan mijn!. "*r A. en B. wordt het schrijven ge adresseerd. Die clericale hoeren hebben veel spoetfiger last van hoogmoed dan secretarissen en burgemeesters, die men zonder bezwaar in hun functie kan er kennen. Dominees en pastoors mogen in ambtsge waad zich niet op straat begeven. De hel gansche lichaam omhullende toga's doen heel wat meer kwaad, dan de lichte toiletjes, welke maar weinig bedekken. Elke oprichting of inrichting van een ge bouw tot uitoefening van den openbaren godsdienst, binnen den afstand van twee honderd ellen van een bestaande kerk. ver- cischt in het belang der openbare orde, een onderzoek omtrent de plaats van vestiging. Tien bioscopen naast elkaar is aanmer kelijk veel veiliger dan twee kerken in eikaars nabijheid. Hebben wij te veel gezegd, toen wy de vraag der processies een teere kwestie noemden?" Dat is puntig en raak gezegd en geeft veel stof tot denken. Dat de reebtsche tegenstemmers tegen Pops legor-organisaöe zióh ten slotte wel zullen neerleggen bij het wetteke-Bomaus, schijnt uit de anti-revol. christ. hist, pers te mogen worden opgemaakt. Zoo schrijft „De Standaard" o.m.: Een initiatief van dezen aard behoor de van de Regeering uit te gaan, wan neer zij dit noodig of gewensdfat achtte. Men kon den loop der zaken nog lied goed wat hebben afgewacht, tot de toe stand geheel kon worden overzien. Er zou toch vóór September zeer 30. VRIJ NAAR HET DUITSCH. TWEEDE DEEL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5