Tweede B
t
1
Jluilletön
ir"k
Indssthe kroniek.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Onder Valsche Vlag
t
VRIJDAG 1 JULI 1921
Ir'jTh'T Vreede' tot voor kort lid
van den Indischen Volksraad, heeft de
vorige maand te Batavia eene lezing
gehouden over „de Indische spoor
wegen De cijfers, die hij als uitgangs
punt nam voor zijne beschouwingen,
zijn interressant genoeg, om ze hier
sens af te drukken.
Vooreerst enkele cijfers omtrent de
betrekken/ke lengte van het spoorwegnet
Op l millioen inwoners heeft
^oord-Amerika (Ver.
Staten) toOO K.M. Spoor
Europa 800
Japan 220
Br. Indië 170
Nederl. Indië 120
De prijzen voor het reizigersvervoer
Per „reizigers-kilometer" zijn voor
„oord-Amerika onbekend
West-Europa 2y2 cent
Japan 1,1
Bntsch-Indië 0,6
Nederl. Indië 1,2
Het reizen in ons Indië is dus goed-
kooper dan in Europa, doch duurder
dan in Britsch-Indië.
De prijzen voor het goederen-vervoer
jn per ton K.M. in
Noord-Amerika 1,1 cent
West-Europa 2
Japan '1,3
Britsch-Indië 1,1
Nederl. Indië 4,5
Wat de duurte van het goederen
vervoer betreft steken dus de Ned.
Indische spoorwegen inderdaad on
gunstig af.
Het is dan ook op dit punt dat Dr.
Vreede zijn critiek richt. De conclusie
die hij uit bovenstaande cijfers trekt, is
dat het economisch vervoer niet deugt.
Hij wijt dit aan de te groote snelheden,
waarmede gereden wordt. Van alles
zins bevoegde zijde is daar tegen aan
gevoerd, dat juist de groote snelheid
beterheid geeft aan het spoorweg
vervoer.
'k voel me allerminst bevoegd om
■tspraak te doen in deze kwestie, doch
■Roet uitdrukkelijk verzet aanteeke-
^en tegen het advies van Ir. Vreede,
Jan het slot van zijne lezing gegeven,
nm een studie-reis te doen maken in
Japan.
In hemelsnaam, geen studiereis!
Sinds we in Indië het systeem heb
ben geadopteerd, om, zoodra we er
gens mee verlegen zaten, een deskun
dige ambtenaar of ook wel een des
kundige commissie naar 't buitenland
te sturen om daar de zaak af te kijken,
schijnt het alsof 't Nederlandsche intel
lect niet meer tof zelfstandig denken in
rtaat is.
Wanneer we moeten aannemen, dat
«1 deze studiereizen noodzakelijk wa-
en, en niet werden verzonnen ten
jerieve van den een of anderen amb-
®naar, die lust had om gratis een
ooie buitenlandsche reis te maken,
^en zou. afgemeten naar het aantal
B ere.n> dat we op geestelijk gebied
de ?"kUur bebben moeten spelen,
gena eruit^ang van ons voortbrer.-
b vermogen schrikbarend zijn.
ment1- is gebeurd, dat het Departe-
Vo van Binnenlandsch Bestuur
toe n n aank°°P van drie bioscoop-
j. n een harer ambtenaren op
'4 udiereis" zond naar Amerika en
- eden Vrage, hoe duur komt nu
n simpel toestel te staan
tr> om nu terug te komen op de
arte van ons spoorweg-vervoer, het
°u te vreezen zijn, dat de studie-reis
naar Japan de prijzen nog hooger ging
maken
Bovendien heb ik vertrouwen ge-
u°eg in de kundigheiden van onze
;ngenieurs om het aan hunne eigen
'ngenieusiteit over te laten te dien
anzien verbetering te brengen.
«?tgeen de Nederlandsche onder-
stan!T^eest op spoorweggebied tot
genr heeft 2ebracht. mag inderdaad
flankZ8n worden- Aangelegd langs de
ins?r der bergreuzen, hier met diepe
pers Sen brekend door de uitloo-
menrider bergmassieven, daar klim-
strew °ver bo°Se dijken door uitge
raak 6 va'eien> elders zwevend op
Wekk Sebouwde bruggen over angst-
vend-diepe ravijnen, en enkele
hiaten L>orena door üe steil omnoog
rijzende bergruggen heen, biedt de
spoorlijn door Java's bergland den
reiziger een tafereel, dat eene verruk
king is voor het oog en voor het vader
landlievend hart.
Dat is Delftsche ingenieurskennis
op z'n best
Evenzoo geven de goed ingerichte
treinen met hunne keurige compar
timenten en nette restauratie-wagens
veel te loven.
Des te meer is te betreuren, dat de
leiding van de S.S., welke het aller
grootste deel van het Indische spoor
wegnet aangelegd heeft, in toenemende
mate aanleiding gaat geven tot klachten
omtrent minder deugdelijke organi
satie.
Verschillende dagbladen geven ook
uiting aan andere bedenkingen tegen
het beleid der betrokken directie. De
Nederlandsche lezer zal wellicht vreemd
opzien, wanneer hij verneemt dat de
S. S. ook hotels exploiteert. In Indië,
waar de hotel-prijzen een fabelachtige
hoogte hebben bereikt, zag men aan
vankelijk met voldoening dat de Over
heid op dit gebied werkzaam ging wor
den.
Zoo werd op het groote Konings
plein te Batavia een hotel gebouwd
teneinde te voorzien in het gebrek aan
logeer-gelegenheid, dat vooral bij het
groote Indische Ingenieurs-congres in
1920 dreigde te nijpend te worden. Naar
men zegt, gehoor gevende aan den uit-
drukkelijken wensch van Z. Exc. de
Graaf v. Limburg Stirum, stampte
toen de S. S. in vier maanden tijds van
„tijdelijk" materiaal een ruim hotel
uit den grond.
De voortvarendheid, waarmede hier
gehandeld werd, verdient zeker een
woord van lof. Doch de verwachting
van velen, dat nu prijsregelend zou
worden opgetreden ten aanzien van de
hotel-kosten, werd niet vervuld. Het
„Nieuws van den Dag v. Ned. Indië"
schreef daaromtrent nog kort geleden
„Nu de gebouwen er evenwel een
maal staan, zijn de logeerkosten er al
even hoog als elders, en streeft de ad
ministratie naar eene luxe, volkomen
in strijd met den opzet en met het doel,
waarvoor de terreinen zijn afgestaan".
Wij zijn dus al heel weinig vooruit
gekomen.
De nieuw-komer uit Nederland, die
bij aankomst in Indië geruimen tijd
voor zijn logies 15.tot 20.per
persoon en per dag moet betalen, en
dan heeft hij bij lange na nog geen dure
kamerkrijgt het gevoel, „gevild" te
zijn, vóór dat hij goed en wel aan 't
werk is. Zóó krijgt de Indische regeering
heel vaak een mopperend ambtenaar
te meer
De regeering kan een goed werk
doen, door te zorgen dat het S. S. hotel
ingericht wordt om te bieden wat het
behoort te bieden een nette en vooral
billijke logeergelegenheid.
Alle grootheidsbevliegingen zijn bij
dergelijk overheidsbedrijf uit den booze.
En nu de S. S. naar van uit Indië over
gebriefd is, ook in Buitenzorg de twee
grootste hotels heeft aangekocht, is
het te hopen, dat de zuinigheid van den
nieuwen landvoogd ook daar wonderen
zal kunnen verrichten. S.
NASCHRIFT.
Na het schrijven van deze kroniek
lees ik in „het Nieuws v. d. Dag van
Ned. Indië"
„Naar wij vernemen, is van de Alge-
meene Secretarie een schrijven uit
gegaan naar den Directeur van Gou-
vernements-bedrijven, waarin dezen
Departementschef wordt aangezegd,
dat de tarieven van het S. S. hotel
„Koningsplein" hier ter stede moeten
worden verlaagd, en dat een einde dient
te worden gemaakt aan de bals, con-,
certen en andere feesten, welke in
eene inrichting als deze minder op hun
plaats zijn."
Mooi zoo
En of dat ingrijpen van hoogerhand
ook noodig was
De processen te Leipzig.
Het conflict in de mijnindubtric.
De toestand in Ierland.
De Poolsche castend in Opper-
c'!ezië.
GEMENGDE BUITENL. BE-
RICHTEN.
Een bevredigend antwoord.
RAAK GEZEGD.
HET VOORSTEL BOMANS,
lep'er!\ikan niaar niet verzetten
ci8e rc,? £edacb*e> die man gewich-
ke8en ?Tenen heeft' om °P deze wijze
°P te treden> en al uw hoofd-
•n staatn en uw tegenspreken is niet
Max h mfj daarvan af te brengen."
5f0rdt ian„ de sch°uders op. „Dat
V/eiv band bÜ u een idee
buff rec*enen 2°u hij kunnen
''Hij Vrep®n de reeds genoemde?"
otfueid sn d'70ns' Onze aanwe-
'nn Vene Of 3 ^treek rooet voor hem
'alsohte ^ans
dergelijke
,J begint spok hebt gelezen, dat
I» zien. °P klaarlichten dag
.,De toekomst 2a,
os beiden gelijk heeft >.eren' wie van
„Nu, dan zullen wij voorloopig ons
best doen elkander niet zenuwachtig
te maken. Hier is nu het boschje, waar
van ik u heb gesproken. Hebt gij lust
er door te wandelen Guthbridge is
niet hier, dus hebben wij niet te vree
zen hem te ontmoeten."
Helena stond een oogenblik stil.
„Neen," zeide zij dan, „ik wil zijn
grond niet betreden, en het minst in
zijn afwezigheid."
„Eigenlijk hebt gij gelijk, maar voor
een enkelen keer kondet gij wel ontrouw
worden aan uw principe. Om de waar
heid te zeggen is het ook minder het
boschje, dat ik beoog, dan wel de bank.
Ik heb dezen morgen reeds een langen
weg gemaakt, gelijk gij weet, en een
beetje rust in de schaduw der boomen
zou niet kwaad zijn."
Dralend en met tegenzin gaf Helena
toe, en volgde haar broers dwars over
het stuk land, dat het boschje van den
weg scheidde. Dichte-braamstruiken
schenen hun den doortocht te willen
beletten, maar een eindje verder be
vond zich een opening, die wijd genoeg
was om hen door te laten.
„Zoo, nu zijn we er," zei Max, toen
zij eindelijk onder het koele dak der
bladeren voortwandelden. „Is het hier
niet heerlijk
Toen zij zoo verder het boschje in
gingen, kwamen zij spoedig aan een
weg, die, naar het scheen, in den laat-
sten tijd veel gebruikt was.
Helena bleef staan. „Max, zullen
wij niet liever teruggaan Het staat
mij wezenlijk tegen, hier verder in te
sluipen Hoe zullen wij onze aanwezig
heid hier verklaren, indien iemand ons
hier aantreft
„Men zal ons niet gemakkelijk voor
houtdieven aanzien, kind, daarvan
kunt gij zeker zijn."
„Stil ik hoor stemmen...."
Beiden luisterden. Er was geen twij
fel meereenige personen kwamen
nader. Eenige seconden later werd een
ouderwetsch wagentje zichtbaar, dat,
door een jong meisje voortgeduwd,
langzaam voortrolde.
„Elfriede riep Max
Onwillekeurig was hij de aankomen
den eenige schreden te gemoet gegaan
nu bleef 'hij staan en ging op zijde om ze
voorbij te laten. Elfriede groette, ter
wijl zij geweldig bloosde en zeer ver
legen scheen de oude vrouw echter,
die in het wagentje zat, keek de beiden,
die haar zoo onverwacht in den weg
kwamen, nieuwsgierig aan.
Helena trad glimlachende naderbij
maar op hetzelfde oogenblik gaf de
oude vrouw een gil en richtte zich,
alsof zij geëlectriseerd werd, uit hare
half liggende houding op.
„Wat is er tante Elfriede bleef
verschrikt staan.
„De zoon van Robertriep deze
uit, terwijl zij hare handen naar Max
uitstak. „Niet waar, gij zijtu is..
zijn zoon
Max was te zeer verbaasd om een
antwoord te kunnen vinden. Was dit
boschje dan behekstdat hij er zich
niet kon wagen zonder den een of ander
door zijn verschijnen schrik en angst
aan te jagen
Helena staarde sprakeloos van den
een op den andere. Plotseling viel haar
een gedachte in. Dat moest die oude
kindermeid zijn, waarvan Constance
had gesproken. Mijnheer Gutbridge,
wiens gevoellooze onbarmhartigheid
haast spreekwoordelijk was gewerden,
gaf haarTeeds sedert jaren het genade
brood.
Helena had die omstandigheid bui
tengewoon vreemd gevonden, maar
zonder er verder over na te denken,
of misschien te vermoeden, dat die
buitengewone edelmoedigheid van den
bezitter van Guruguh wel in verband
kon staan met de geschiedenis haars
vaders. Maar nu werd het haar als met
de snelheid van den bliksem duidelijk,
dat die gebrekkige, oude vrouw daar
den sleutel had tot het geheim, waarvan
zij het bestaan vermoedde en waarvan
de oplossing nu misschien mogelijk
werd.
Haastig naderde zij het wagentje.
„Van wien spreekt U Heeft u onzen
vader gekend
„Uw vader was RobertRobert
Wallhagen, de neef van...."
„Den heer Braunsberg
De vrouw knikte. Ik heb hem ge
kend, zeker ik heb hem gekend. Hij
was pleegzoon, mijn lievelingGij
ujgis zijn evenbeeld," ging zij voort,
terwijl zij hare bevende handen vouw
de. „Heeft hij u nooit over zijn oude
Tita gesproken
Max zag hoe zij vol verwachting den
blik op hem richtte, kon zich echter op
het oogenblik niets daarvan herinne
ren.
„Heeft hij nooit van mii gesproken
herhaalde de oude vrouw langzaam
Nu schitterde zijn oog. „Zeker heeft
hij dat gedaan," hernam hij op har-
telijken toon. Eene oude, haast ver
dwenen herinnering was hem'eensklaps
weer duidelijk geworden. Zijn vader
had hem eens op eene wandeling van
zijne vroegere kindermeid verteld en
had haar een goede, trouwe ziel ge
noemd. Deze kindermeid moest Tita
zijn.j
„Dat wist ik," riep de oude vrouw
verheugd uit. „Hij had een goed hart,
en, ofschoon ik nooit meer iets Yan hem
gehoord heb, wist ik toch, dat hij mij
niet vergeten had."
„Neen, hij heeft u niet vergeten,"
bevestigde Max„u heeft de plaats
zijner overleden moeder met trouwe
liefde ingenomen, dat weet ik uit zijn
eigen mond. Hij noemde u altijd een
der beste vrouwen op de wereld."
„Zeide hij dat De oude oogen
vulden zich met tranen. „O, mijn
goede, beste jongen, o, waarom moest
gij verdreven worden uit het huis, dat
u van rechtswege had moeten toebe-
hooren Waarom moest gij sterven,
terwijl ik nutteloos, gebrekkig schepsel
nog leef."
B9>
Voor het hoofdgferechtshof te Leipzig,
waarde „oorlogsmisdadigers" worden be
recht, zijn nu de processen aan den gang,
door de Fransche regeering aanhangig ge
maakt.
Belangwekkend is het verloop der zaak
van generaal Strenger en majoor Grusius,
beschuldigd van moord op Fransche ge
vangenen.
Beklaagde Strenger, 62 jaar oud, sinds
October 1915 oorlogsinvalide, verklaarde
in Augustus 1914 zijn manschappen, die
hoofdzakelijk uit inwoners uit Baden be
stonden. van Miihlhausen naar Saarburg
overgebracht te hebben.
Bij het vervolgen van den vijand op 21
Augustus werden zijn troepen plotseling
door de vijandelijke gewonden, die op het
exeroiticpiein te Saarburg lagen, besoho-
ten. Volgens Strenger's stafofficieren had
den deze gewonden zich bij het voorbij
trekken der Duitschers schijndood gehou
den. Hierop had Strenger gezegd, dat der
gelijke mensohen op de plaats doodge
schoten moesten worden. Hit gebeurde
echter toen niet.
Bij den doortocht door het dorp Hessen
gebeurde hetzelfde. Generaal Strenger er
kende toen dezelfde opmerking te hebben
gemaakt, maar hij ontkende ten sterkste
bevel gegeven te hebben om weerlooze
gevangenen af te maken.
Voortdurend kreeg hij berichten, dat de
vijand zich dood of gewond hield, van
achteren uit school of de handen opstak,
maar bij het nader komen der Duitschers
plotseling sohoot.
Op een vraag van den president ver
klaarde Strenger gezegd te hebben; „Men
wil van uit de boomen op u schieten;
daarom moet men geen gevangenen
maken. Schiet hen als musschen uit de
boomen". Een direct bevel ontkende hij
gegeven te hebben; dit zou dan gegeven
moeten zijn door hem aan zijn regiments
commandanten, en geen van hen heeft
een dergelijk bevel gekregen.
Strenger vertelde daarna welke ellen
den zijn manschappen moesten doorstaan
en dat hij een enorm aantal gewonden
had, en verklaart nadrukkelijk dat de
gevang-enen niet zoo zijn behandeld als in
de beschuldigingsacte staat; hij bestreed
voorts met klem de bewering van den
president, dat hij een onderofficier, die
gevangenen wegbracht, toegevoegd zou
hebben: „Heb ik niet bevolen dat er geen
gevangenen zouden worden gemaakt?"
Hierop volgde het verhoor van majoor
Crusius. De president stelde vast, dat de
geestestoestand van dezen beklaagde op
26 Augustus deed vermoeden, dat hij niet
toerekenbaar was. Crusius stemde toe ver
schillende koeren zenuwoverspannen ge
weest te zijn.
In den strijd om het dorp Hessen op
21 Aug. was het brigadebevel gegeven, om
gevangenen dood te schieten.
Crusius verklaarde dat hij in dien tijd
met een zekeren majoor Müller over het
slagveld liep. Daar zagen zij een oogen-
sehijnlijk dooden Franschen onderofficier
liggen. Majoor Miiller gaf, toen bleek dat
de man gewond was, aan twee Duitsohe
soldaten, beved den onderofficier dood te
schieten. Toen de soldaten aarzelden dit
bevel op te volgen, zeide Miiller dat zij
waarschijnlijk niet bekend waren met het
brigadehevel. Ook een tweede gewonde
werd op bevel van majoor Müller dood
geschoten, hoewel hij kapitein .Grusius op
zijn knieën smeekte om zijn leven.
Crusius heeft het bevel echter iaten uit
voeren.
Op hei beweren van den president dat
men toch geen slaaf is van de discipline
tot aan het misdadige toe, beriep Crusius
zich op het brigadebevel. Bovendien droeg
majoor Müller de verantwoordelijkheid,
omdat hij toen nog kapitein was. Crusius
verklaarde pertinent dat om 3 uur 's mid
dags, den 26 Augustus, all* officieren zijn
bijeenroepen en door generaal Strenger
bevel is gegeven, geen enkel gewonde tc
sparen.
Strenger viel Crusius in de rede en 'ont
kende een dergelijk bevel ooit gegeven te
hebben. Hij beriep zich op het feit dat
geen enkel der andere getuigen iets der
gelijks beweerd heeft. Majoor Müller is
dood; deze stond als een kalm officier
bekend.
Majoor Crusius bleef bij zijn bewerin
gen, ofschoon ook de generaals Neu-
bauer en Eckermann als getuigen gehoord,
verklaarden nooit van een dergelijk briga
de-vel gehoord te hebben.
Hoofdzaak van de bespreking werd de
toerekeningsvatbaarheid van Crusius. Ver
schillende getuigen vertelden vah gebeurte
nissen -waaruit bleek, dat Crusius zeer over
spannen was. Generaal Neubauer vertelde
dat Crusius op 2 Augustus na het inzetten
van zijn bataljon bij la Chapelle, het hoofd
volkomen kwijt was en geroepen had: „Al
les is verloren". Neubauer hiedd hem voor
krankzinnig en heeft hem bet bevel ont
nomen.
Getuige, arts Doehner, heeft op het exer
citieveld majoor Crusius hooren roepen:
„Willen jeliri het brigadebevel niet uitvoe
ren?" waarop een soldaat geantwoord had:
„wij willen geen gewonden doodschieten".
Crusius was toen zeer opgewonden. Of een
Fransch soldaat is doodgeschoten, weet ge
tuige niet.
Getuige Grunenberger, landbouwer, die
indertijd onder Crusius gediend heeft, zeide
dal Crusius op 21 Augustus het z.g. bri-
gadebevel heeft bekend gemaakt, ora alle
gevangenen dood te schieten. De getuige
zag, hoe een kameraad een gewonde dood
schoot. Op 26 Augustus is het bevel door
Crusius herhaald.
Gisteren werd het proces voortgezet
Hervatting van den arbeid.
Drieduizend mijnwerkers hebben het
werk te Cannock Chase hervat zonder de
instructies van hun leiders af te wsch-
ten. Ook de mijnwerkers van Yorkshire
hebben besloten, het werk onverwijld te
hervatten. Een vergadering van vijfduizend
mijnwerkers te Wigan daarentegen heeft
met algemeene stemmen de getroffen voor
waarden verworpen, terwijl de uitvoerende
raad van de federatie van mijnwerkers
van Zuid-Wales een resolutie heeft aan
genomen, waarin hij zegt dat hij, ofschoon
ten sterkste de houding van de meerder
heid van het nationaal uitvoerend comité
afkeurend, daar zij den uitslag van het
jongste referendum negeert, meent, ter
redding van de Federatie, geen andere keu
ze te hebben dan de voorstellen der mijn
eigenaars te aanvaarden.
Waf de slaking gekost heeft.
De politieke medewerker der „Daily
Mail" schrijft, dat het conflict, hetwelk nu
ongeveer 94 dagen heeft geduurd, aan de
schatkist zeker niet minder dan twee
millioen pond per dag heeft gekost. De be
lastingbetalers zullen, ruw berekend, moe
ten betalen voor een verhoogd subsidie aan
de spoorwegen 40 millioen pond; subsidie
voor de mijnwerkers 10 millioen; leenin
gen voor het werkloozenfonds 30 millioen;
kosten der „Defence Force" 30 millioen;
verlies aan invoerrechten, inkomstenbelas
ting, schade aan de industrie in het alge
meen, 120 millioen ponden. De belasting
betalers zullen dus 230 millioen pond meer
moeten opbrengen dan bij de begrooting
berekend was. De kanselier der schatkist
zal vermoedelijk gedwongen zijn voor het
Ioopende jaar nieuwe geldleeningen voor
te stellen.
De Labour Party over Lloyd
George's uitnoodiging.
De parlementaire Labour Party heeft
een motie aangenomen, luidende: „De
partij, hoewel betreurende, dat deze stap
niet reeds maanden geleden gedaan is,
verheugt er zich over, dat de regeering
eindelijk, zonder eenige voorwaarde, de
afgevaardigden uit Ierland genoodigd
beeft tot een samenkomst om de Iersdhe
kwestie te bespreken en spreekt de hoop
uit, dat de door het Iersche volk gekozen
.gedelegeerden, die uitnoodiging znllen
aannemen en de regeering thans met be
slistheid het pad deT verzoening zal vol
gen, totdat een oplossing der Iersche
moeilijkheden zal zijn gevonden en vrede
en geluk voor het vo'lk hersteld zullen
zijn."
Een Iersch bataljon verrast.
Maandagnacht hebben Kroontroepen
een inval gedaan in een café te Waterfall,
in het graafschap Cork, waar een batal
jon van het Iersch-ropuiblikoinsch leger
een samenkomht hield en 45 personen
gearresteerd. Leo Murphy, een bekend of
ficier in bet graafschap, die de bijeen
komst leidde, werd. toen hij een poging
deed om te ontvluchten, doodgeschoten.
Leo Munphy was betrokken bij de ont-
v„—;ng, enkele maanden geleden, van de
•s Green en Chambers en lui ten an f
van wie sedert niets meer werd
n.
MOBILISATIE IN RUSLAND?
De „Times" meldt uit Helsingfors, dat
in de noordelijke gouvernementen, en
misschien in geheel Rusland, een mobilï-
satieorder is uitgevaardgd in verband
met de opstanden in Siberië, waar de toe
stand zeer ernstig wordt geacht. Er zou
veel verzet ziin tegen de mobilisatie en er
zouden ernstige onlusten in verschillende
districten zijn voorgekomen.
Aanval op Beuthen.
Volgens mededeelingen in de Duitsche
bladen, werd in den nacht van den 29en
Juni door de insurgenten een aanval ge
daan op Beuthen Zij drongen onder dek
king van machinegeweren tot aan het
hoofdstation. Winkels werden geplunderd
in de huizen werden handgranaten ge
worpen. De Franschen hielden zioh vol
komen passief.
De ontruiming.
De „Vorwarts" deelt mee, dat de ont
ruiming van de Selbstschutz in het bezet
te gebied ordelijk geschiedt. In de door
de Polen ontruimde gebieden werden tot
op heden sledhts de steden door Enten
te-troepen bezet Derhalve is er groot ge
vaar dat op het platteland weer aan
slagen op het lev enen de goederen der
Duitschers zuil enworden gepleegd.
AUSTRALIë EN JAPAN.
Minister Miller, in den Auslralischen
Senaat het woord voerend, zeide, dat
Australië'» ideaal was een overeenkomst
tusschen Groot-Brittannië, Japan en de
Vereenigde Staten. Hij zou wenschen dat
de vriendschap tusschen Australië en
Amerika uitdrukking vond in een tastba
ren vorm. Indien Japan in het openbaar
en ronduit wilde verklaren dat het niet
den wensch koesterde zich te bemoeien
met Australië's lot, en niet voortdurend
zou aandringen op een verandering in de
houding van Australië, zou er geen reden
zijn, waarom Australië en Japan niet voor
altijd op vriendschappelijken voet met el
kaar zouden leven
EEN AANSLAG OP DEN PRINS-REGENT
VAN ZUID-SLAVIë.
De Associated Press verneemt uit Bel
grado, dat een poging is gedaan om den
prins-regent te vennoorden. Hij werd niet
gewond, doch een persoon werd gedood
en drie werden gekwetst. De dader werd
gevat.
Nader meldt het B. T. A., dat toen de
prins-regent, na de aflegging van den eed
op de nieuwe grondwet, met Pasjetsj uit
de constituante terugkeerde een bom werd
geworpen. De bom trof een telegraafpaal
en ontplofte in de lucht, eer het rijtuig
met den prins de plek passeerde. Een tien
tal menschen werden gewond. De bom
menwerper werd gearresteerd. Hij noemde
zich Staitch en verklaarde schilder te zijn.
De politie ontdekte echter dat hij was een
berucht bolsjewistisch agitat or die in com
munistische kringen Trotzky werd ge
noemd en die in 1919 uit Rusland was ge
komen. De prins werd toen hij na den
aansloeg voortreed door de menigte wanna
toegejuicht.
De „Daily Mayl" verneemt uit Kon-
stantinopel, dat een complot voor een op
stand tegen de geallieerden werd ontdekt
De opstand zou beginnen tegelijk met een
aanval vun de nationalisten aan den Azia-
tischen kant De Britsohe autoriteiten
ontdekten het complot en lieten meer dan
honderd Russen gevangen nemen, o.w.
drie olbsjewistische commissarissen. Men
zegt dat Moskou de leiding had in de sa
menzwering.
De gedelegeerden-conferentie heeft
gisterenmorgen mot overweldigende meer
derheid de voorloopige regeling tusschen
de federatie van werkgevers in het machi
nebedrijf en de vakvereeniging van me
taalbewerkers in Engeland aangenomen en
is overeengekomen, aan de leden der ver
schillende vakvereenigingen aan te raden,
de voorwaarden aan te nemen. Binnen
den tijd van veertien dagen zal een refe
rendum plaats hebben.
Volgens de „Berfiner Lok. Ane." zou
in Polen een gerucht de ronde doen, dat
een oorlog tegen Duitschland met stevig
heid kan worden verwacht De vijande
lijkheden zouden beginnen, nadat de
oogst in Polen zou zijn binnengehaald.
Te Corota in de provincie Bari zijn
door het binnendringen van water- veer
tig huizen ingestort, waardoor 300 perso
nen dakloos zijn.
Onder het opschrift: „Bevredigend Ant
woord" schrijft de Christdijk-Historische
„N ederlander"
In ons blad van Donderdag deelden wij
de duidelijke vragen mede van .,De Tijd"
op d e4 vragen door ons gesteld aan het
slot van ons artikel: „geen processies op
de openbare straat". Die antwoorden
klonken bevredigend, gelijk wij trouwens
verwachtten, en toonen aan dat „De Tijd"
en wij in deze zaak niet ver van elkander
verwijderd staan.
Zoo kan men zien, dat het opgeschroef
de politiek-reiigdeuze kabaai, waarmee
protestantsche bcdetempels worden ont
heiligd, niet de minste reden van bestaan
heeft. Het had dan ook gemakkelijk voor
komen kunnen worden, als de leiders niet
bij hun anli-paapschen hartstocht te rade
waren gegaan, maar vooraf eens rustig
hadden geïnformeerd, zooals ..De Ne
derlander", jammer genoeg, wat laat
heeft gedaan, waar de opheffing van bet
processie-verbod ten slotte practisch op
zou neerkomen. In de plaats van snorken
de protesten en het beieedigen van het
katholieke geloof, ware dan na het ..be
vredigend antwoord", dat ..De Nederlan
der" constateert, aanleiding geweest, om
van de Protestantsche predikstoelen geen
opzweepende redevoeringen te doen hoo
ren, maar aanmaningen tot verdraagzaam
heid en liefde, daar immers Protestanten
en Katholieken gelijk nu blijkt „in
deze zaak niet ver van elkander verwij
derd staan."
Het thans verkregen resultaat bewijst
ook, zegt de „Tijd" terecht, hoe dom, be
halve eobt liberaal aanmatigend, het de
creet van „Het Vaderland" was, dat ka
tholieke bladen beter deden, over de pro
cessies te zwijgen. Nu blijkt duidelijk, dat
ook in dagen van opgewonden gemoeds
toestanden nog wel een goede plaats is
te vinden voor een rustig woord; en dat
ondanks het gewaande en hooghartige
liberale monopolie ten aanzien der open
bare meening, wij verstandig doen. de
katholieke opinie daarin te laten mede-
klinken.
Inmiddels stelt de „Nederlander" een
nieuwe vraag, die luidt:
Wat zou „de Tijd" er van zeggen als de
wetgever eens in Hoonischc streken aan
de Protestantsche dominees de beschik
king toekende over het gebruik der pu
blieke wegen?
Deze vraag wordt door het katholieks
blad als volgt beantwoord:
We zouden zeggen, dat het een ver
standige wetgever zou zijn, die in alle
streken aan Protestantsohe dominees de
beschikking toekende, om in religieuze
optochten over publieke wegen te trekken,
indien hun eeredienst dat wenschelijk zou
achten, mits natuurlijk onder dezelfde
voorwaarde als bij opheffing van bel
pressieverbod aan Katholieke kerkelijke
overheden zou gesteld worden. Maar wij
zouden het tegelijkertijd onverstandige
dominé's vinden, die van zulk een ver
standige wetgeving zouden gebruik maken,
om in Roomsrhe streken wellicht erger
nissen uit te lokken, evenals wij het zou
den afkeuren, dat Katholieke geestelijken
die ergernissen door het houden var.
openbare processies zonden uitlokken in
Protestantsche streken. Er moet gelijkstel
ling zijn van alle burgers voor de wel
ook in openbare godsdienstoefeningen, na
tuurlijk behoudens gevallen van verstoring
der orde of veiligheid.
Tusschen kerkelijk en burgerlijk gezag
beslaat in dezen geen tegenstelling. Zelfs
in sommige gevallen, waarin een burge
meester van een gemeente met een ge
mengde bevolking een voorgenomen ka
tholieke processie niet zou verbieden, zon
de kerkelijke overheid nog ingrijpen, om
haar niet te doen plaats hebben.
Evenals alle kerkelijke kwesties is ook
de processie kwestie voor den wetgever
van uiterst dclicaten, van teeren aard, zegt
de anti-revolutionnaire „Rotterdammer".
Met pijnlijke nauwkeurigheid zoekt dan
ook de wetgever hier de rechten der ver
schillende kerkformaties af te bakenen
Tot in de kleinste bijzonderheden wordi
afgedaald om te voorkomen dat door ver
schillende behandeling van bedienaars van
kerkelijke waardigheden naijver en nijd
kerkelijke hartstochten doen ontvlammen.
Curieus zijn verschillende bepalingen in
de wet op de kerkgenootschappen van 1853,
die nader uitwerkt de grondwettelijke ge
dachte, dat aan alle kerkgenootschappen
in het Rijk gelijke bescherming wordt ver
leend en wil dat alle kerkgenootschappen
zich houden binnen de palen van gehoor
zaamheid aan de wetten van den staat.
De „Rotterdammer" gaat daarop dan wat
dieper in:
„Merkwaardig zijn de artikelen m dewet
van 1853, waaruit wij enkele grepen doen.
Vreemdelingen mogen geen kerkelijke
beddeüfhg aanvaarden dan met toestemming
des Konings. Een Fransch pastoor is
immers heel wat gevaarlijker dan een Duit
sche theater-directeur.
De titulaturen in de kerkgenootschappen,
11 de bedienaren van den openbaren gods
dienst toegekend, geven noch ten opzichte
van 't wereldlijk gezag, noch ten opzichte
van andere kerkgenootschappen eenige af
spraak, rang of voorrecht. Hiermee zijn
wij dus gevrijwaard voor de ramp, dat de
aartsbisschop van Utrecht zich hooger zou
gaan voelen dan een dorpsdominee.
In de aanraking met het wereldlijk gezag
wij citeeren letterlijk het derde artikel
der wet worden titulaturen alleen ge
bezigd met vermelding van den geslachts
naam der titularissen. Nooit dus ga t
een brief aan den dominee van Klaaswaal
of den vjstoor van Lutjebrock, maar aan
mijn!. "*r A. en B. wordt het schrijven ge
adresseerd. Die clericale hoeren hebben
veel spoetfiger last van hoogmoed dan
secretarissen en burgemeesters, die men
zonder bezwaar in hun functie kan er
kennen.
Dominees en pastoors mogen in ambtsge
waad zich niet op straat begeven. De
hel gansche lichaam omhullende toga's
doen heel wat meer kwaad, dan de lichte
toiletjes, welke maar weinig bedekken.
Elke oprichting of inrichting van een ge
bouw tot uitoefening van den openbaren
godsdienst, binnen den afstand van twee
honderd ellen van een bestaande kerk. ver-
cischt in het belang der openbare orde, een
onderzoek omtrent de plaats van vestiging.
Tien bioscopen naast elkaar is aanmer
kelijk veel veiliger dan twee kerken in
eikaars nabijheid.
Hebben wij te veel gezegd, toen wy de
vraag der processies een teere kwestie
noemden?"
Dat is puntig en raak gezegd en geeft
veel stof tot denken.
Dat de reebtsche tegenstemmers tegen
Pops legor-organisaöe zióh ten slotte wel
zullen neerleggen bij het wetteke-Bomaus,
schijnt uit de anti-revol. christ. hist, pers
te mogen worden opgemaakt.
Zoo schrijft „De Standaard" o.m.:
Een initiatief van dezen aard behoor
de van de Regeering uit te gaan, wan
neer zij dit noodig of gewensdfat achtte.
Men kon den loop der zaken nog lied
goed wat hebben afgewacht, tot de toe
stand geheel kon worden overzien.
Er zou toch vóór September zeer
30.
VRIJ NAAR HET DUITSCH.
TWEEDE DEEL.