«tgffiïSSaï BUITENLAND. BINNENLAND FEUILLETON Onder Valsche Vlag 'ndische Kroniek. DONDERDAG 21 JULI 1921 DE RIJKSMIDDELEN. De toestand in Ierland. BEN NEDERLAAG DER ENGELSCHB REGEERING. De beperking van bewapening. De Poolsche opstand In Opper- Sifezlë. GEMENODE BUITENL. BE RICHTEN. HOE HEET DAT? De Kabinetscrisis. Tweede Blad, lezers"08' verzaak ik mijn plicht om de <.€n Van deze Kronieken te vergasten op Indië ro l,ü het recente nieuws uit ihoi-ï J?1 Wed hun ter afwisseling een Wet S', euvre" aan, dat hoop ik •al te zeer zal tegenstaan. "Het Nieuws van den Dag voor j, ^"-"Indië" vond ik onlangs van de Jav Van ('t'n ..medewerker in Midden- a een beschrijving van het graf van aan Anangkoe Rat I, den Javaanschen er°door den geschiedschrijver ge- e'nd als: „volleerd in alle ondeugden e ('en Javaanschen dwingeland kenmer- één der grootste monsters, die ooit a troon hebben bezoedeld." tleze vorst liet zijn rijksbestuurder ver- °nr<len met diens gansche maagschap en ''"'hang, waaronder „vele duizenden on- °ozele vrouwen en kinderen." Hij had de fp"-1 in den dood van zijn eigen broeder, j'j 'iet ook diens aanhang vermoorden, Aantal slachtoffers bedroeg weer dui- v Hij dwong zijn zoon diens eigen "Uw te doorsteken. Toen in 1667 een zeer K. gunst staande bijvrouw stierf, liet v J' als offer zijner smart, honderd andere '°u*en excusez du peul den hon- hiood sterven. 1677 maakte een opstand een einde zijn geweld-heerschappij, en moest hij "chten. om stervend langs den weg neer ,e ïalhm. uitgeputte despoot sleepte zich nog *>on tbt Warragasa; vandaar vervoerde 2 dagen ver zijn lijk in de richting van egal en begroef het op een plaats, Tegal ArOem geheeten. Hier ligt zijn eenvoudig graf, onder de schaduw van hoog geboom- te, en de man, die bij zijn leven als het grootste monster werd gevreesd, is er na zijn dood het voorwerp van eerbiedige hulde van duizenden bedevaartgangers, die wierook en bloemen komen offeren op tej" ais heilig beschouwde rustplaats." Deze vereering, die den despoot nog eeuwen na zijn dood ten deel valt, doet den schrij ver eene sombere beschouwing uit de pen vloeien over de „Oostersche gedachte" die dut monster heilig vindt, omdat zijne mis drijven typisch Oostersch waren. Ik wü een dergelijke uitspraak niet vol ledig weerleggen, doch wel kan erop gewe zen-worden, dat we in dergelijke gevallen _lee' met met een doodenvereering aan <*0€n 'n de beteekereis, zooals wij aan dat woord geven. eerin<r"S .f611 ,ulhcr voorbeeld van „ver- vertnoft' ''oor iedereen, die op Java gemakkelijk gezien kan worden, 'lar geldt 't geen Oostersche despoot. 11 gedeelte van Batavia, wat we nu c "0l*de stad" noemen, gebouwd als het is door onze voorouders van eeuwen terug. staat aan den ouden Jacatra-weg een luguber geschiedkundig monument. Vlak aan den grooten weg, waar ook een elec- trische tramlijn doorheen loopt, riet de opmerkzame voorbijganger een stukje grond, omringd door een twee meter hoogen muur, waarin een poort. Die poort is dichtgemetseld. Boven de poort staat, gestoken op een spietspunt, een doodshoofd. Duidelijk als zoodanig te herkennen is het niet meer. De witter, die bij tijd en wijle den buitenmuur wat opknapt, laat en passant zijn wiktwast ook strijken over dat omhulsel van een eertijds hoogvliegend menschelijk verstand, zoodat de holten al voor een deel met kalk zijh opgevuld. Dat is het doodshoofd van Pieter Erber- feld. i.' Tnrie lezcrs vau deze macabere h.stone zal het met onbekend zijn, dat deze mesbes zoon van een Duitschen vader en een Javaansche moder, bezitter van*een aanzienlijk vermogen, in 1721 een samen zwering tegen het Nederlandsche bestuur smeedde, die enkele dagen vóórdat ze tot uitbarsting moest komen, d.w.z. op Januari 1722, werd ontdekt. Het was niet gering, wat deze Javaansch- Teutoonsche intrigant wilde bereikenl Het plan was, om alle Europeanen te Batavia „aan kant te helpen", waarna Pieter Erberfcld zich onder den naam van „Toewan Goesli" (Heer Vorst) aan het hoofd van het stadsbestuur zou plaatsen. Met behulp van een Javaan, Karta Drya, had hij zich grooten aanhang weten te verwerven, een 17000 menschen, waaronder vele Mohammedaansche priesters. Hij had, als naar gewoonte de Hollandsche lezer denke weer eens aan de Garoet-zaakI onder de eedgenooten „djimats" (talis mans) uitgedeeld, die hun onkwetsbaarheid moesten verzekeren. Jammer voor dezen eerzuchtigen half bloed werd de G. G. Swaerdecroon door een der Javaansche hoofden van het drei gend gevaar onderricht. De aanlegger® werden gevangen genomen en hun talis mans konden niet verhinderen, dat ze in getale van 49 op de gruwzaamste wijze werden ter dood gebracht. Tja, onze voorouders waren heuscli ook liet zachtzinnig! Pieter Ei'berfeid werd onthoofd, zijn hoofd werd op een lans gestoken, door de stad gedragen en geplaatst boven de poort, die toegang gaf tot zijn erf en woning. In de dichtgemetselde poort werd een gedenksteen geplaatst, waarop nu nog •in Oud-Nederlandsche en Maleische taal ter vermaning toe wordt geroepen aan den belangstellenden voorbijganger: Uit een verfoeielijke Gedachtenisse teegen den Gestraften landverrader Pieter Erberfeld Sal Niemand Vermoogen Te deeser Plaatse te Bouwen Timmeren Metselen off Planten Nu Ofte ten Eewigen Daagen. Batavia den 14 April 1722. Zoo staat dit ommuurd stukje grond als een dichtbegroeide wildernis in de stad. Dit stukje grond draagt op de meest dui delijke wijze den vloek van onze voor vaderlijke landbestuurders. En ziet, toch brengt de inlander ook hier zijn reuk- en bloemoffers. Nu zal toch niemand, ook niet de meest wanhopige twijfelaar aan de loyale gevoe lens der inlanders durven beweren, dat we hier te doen hebben met een. uiting van dooden-,, vereering". Neen, dat offers brengen heeft heel an dere beteekenis. En al mogen dan deze offers wijzen op een bijzondere gesteldheid van de riei der Indonesiërs, er is in de „Oostersche ge dachte" minder plaats voor slafelijke eer- biedsbetoon voor wreedaardig despotenge- weld dan in de hier aangehaalde beschou wing wordt verondersteld. Maar de Javaan beeft, ondanks den in vloed, eeuwen lang door Boedhisme en Salam op hem uitgeoefend, zijn oeroud „bijgeloof" grootendeels behouden. In zijn hart zijn de animistische gevoelens nog niet dood, en zoo dunkt hij zich in de na tuur alle voorwerpen, ook de levenlooze, bezield. „Met den naam der Hmdoe-godlieden, en zelfs van den eenigen en almachtigen Allah op de lippen, bleef de Javaan de onzichtbare geesten, die de lucht, de ber gen, de bosschen, de wateren bewonen, nevens de geesten zijner afgestorvenen ver eeren; aan hunne gunst bleef hij het goede danken, dat 'hem ten deel viel, aan hunnen toorn de rampen, die hem troffen. Aldus schreef Prof. P. J. VeÖt in zijn standaardwerk over Java. En daar de booze geesten het meest te vereeren zijn, tracht de Javaan vooral dezen gunstig te stemmen door offers van allerlei soort. Ziedaar eene andere verklaring voor het brengen van wierook en bloemen op de graven van hen, van wie vermoed wordt, dat ze, na hun dood als onzichtbare geesten rondzwervend, nog heel veel kwaad kun- nen doen. Wellicht vind ik een anderen keer gele genheid om iets meer te vertellen van de Javaansche geesten-wereld. S. Dit halfjaar is, bij 1920 vergeleken, voor de schatkist heel mager geweest. Het 1ste halfjaar van 1920 gaf een accres van 67 millioen, bet 1ste halfjaar 1921 slechts van 9.9. millioen. De geheele opbrengst beliep 215 millioen tegen 205.1 milüoen over de eerste zes maanden van het vorig jaar. Twaalf middelen leverden minder op, waaronder registratierechten een teruggang van 7.2, invoerrechten van 4,1, zegelre - ten van 2,1, grondbelasting van 2,6, ge slachtaccijns van 1 milüoen aanw.jzen, to taal 19.5 millioen minder. Meer gaven vooral de inkom® en> 15,1, dividend- en tantième belasting 4,4, gedistilleerd 4.23, personeel 2,6, vermogens belasting 1,8, totaal 29,4 milüoen meer. De inkomstenbelasting die met 60 nmi- lioen op den staat verschijnt (v. J- millioen), draagt dus meer en meer geheel: ver boven het dubbele van den j never-accijns (27.5 millioen) kwam zij. Ook in de maand Juni is de opbrengs van dat middel weder zeer hoog: 13.3 mn- Ongunstig was de afgeloopen maand niet; tegenover het degres van 3,1 in M« komen we er met een accres van 1,8 millioen ta mDeksuikwaccijns die toen zulk een gewel dige daüng vertoonde, haalde het mooi op. 2,6 tegen 1,9 millioen. De wijnaccijns die in Mei sterk terugliep, kwam op 384.000 tegen 349.000 m Juni 1920. Gedistilleerd was eveneens beter en bracht bijna 1 millioen meer in het laatje. Zout en geslacht blijven achteruitgaan; de invoer van bevroren vleesch is er niet vreemd aan. Zegel- en registratierechten zetten hun dalende beweging voort. De beurSbelasting tuimelde van f 566.000 in Juni 1920 tot f 284.000 in de afgeloopen maand. Ten on rechte schreven wij dezen geweldigen te ruggang de vorige maai geheel aan een ver minderden omzet toe. Hoeveel op rekening daarvan moet worden gesteld kan eerst worden uitgemaakt, wanneer men de op brengst van den zegelverkoop aan de post kantoren kent. Ook het statistiekrecht beeft, blijkbaar in verband met een beperking van de be drijvigheid slechts iets meer dan half zoo veel opgeleverd als in Juni 1920. Tegenover een sterke toeneming van de belasting op gouden en zilveren werken, die blijkbaar aan de dreigende verhooging van 'het recht moet worden toegeschreven, staat een verder terugloopen van de in voerrechten van 5.3 op 3.1 millioen. Het vorig jaar was wel heel mooi met een ac cres van 1.9 millioen. De vergelijking met Juni 1919 (2,6 millioen) valt ten gunste van 1921 uit en men is geneigd, ook in ver band met de prijzen der handelsartikelen, voor 't oogeniblik tot een geleidelijke stij ging te conciudeeren. De sprong van 1920 was een uitzondering tengevolge van bui tengewone economische omstandigheden. De loodsgelden houden rich goed: 191.000 tegen 160.000 in 1920, ongeveer 151.000 in Juni 1919 en 12.000 in Juni 1918. De O. W.-belasling liep van 12.4 tot 5.4 millioen terug, de geheele opbrengst der crisisbelastingen van 85.4 tot 55,4 millioen, waarbij evenwel in aanmerking moet ge nomen worden, dat de Verdedigingsbelas- tingen niet meer tot deze categorie bijdra gen, maar als inkomsten ten bate van het Leeningfonds worden verantwoord. De vredesonderhandelingen. Sir James Craig heeft Maandag de vol gende verklaring gepublioeerd. Ik keer naar huis terug, zeer voldaan over de po gingen, die gedaan zijn om den vrede te herstellen. De heer De Valera heeft het stilzwijgen verbroken en den toestand ver duidelijkt door zijn verklaring, dat hij zijn eisch grondt op het recht van zelfbeschik king. Door een overweldigende meerder heid bij onze onlangs gehouden verkiezin gen de constitutioneele weg om zelfbe schikking uit te drukken heeft het volk van Noord-Ierland beschikt over zijn eigen parlement, dat persoonlijk door onze hoog gewaardeerde majesteit werd geopend. De heer De Valera en zijn collega's hebben reeds het recht van die zelfbeschikking van Noord-Ierland erkend door het feit, dat zij zeiven candidaten waren voor dat parle ment en daarvoor hun leuze stelden: „Geen scheiding". Dat was de eenige leuze, waar mede zij voor de kiezers kwamen en die leuze werd verworpen door de grootste meerderheid, voor zoover mij bekend, ooit bij eenige algemeene verkiezing ergens ter wereld verkregen. Staande voor deze onomstootelijke fei ten, staat het nu slechts aan den heer De Valera en het Britsche volk om tot een vergelijk te komen betreffende dat gedeel te van Jerland, liggende buiten het terrein, waar'ik eerste minister ben. Het volk van Noord-Ierland, waarvoor ik spreek, dat, zooals het duidelijk heeft verklaard, over zijn eigen lot beschikken wil, wenscht in geen geval en in geen enkel opzicht iets te zeggen te hebben over het vaststellen van een vergelijk tusschen Groot-Brittannië en Zuid-Ieriand. Is dat vergelijk verkregen, dan kan ik beloven vriendschappelijke samenwerking op gelijken voet met Zuid-Ierland over kwesties, ons beider belangen rakende. Nu wij op dit punt gekomen zijn, keer ik naar Ierland terug om mijn regeeringstaak voort te zetten. Ik weet dat onze belangen volkomen veilig zijn bij het rijksparlement, en natuurlijk staan onze diensten ten allen tijde ter beschikking. De „Daily Tel." schrijft, dat deze ver klaring natuurlijk een diepen indruk heeft gemaakt in parlementaire kringen en een onaangenamen schok gaven aan allen, die met een optimisme, nooit door de om standigheden gerechtvaardigd, uitgezien hadden naar een spoedige officieele samen komst der conferentie-leden. Degenen, die het best ingelicht zijn hebben nooit ont kend dat groote moeilijkheden moesten worden overwonnen en dat het onverstan dig was zijn verwachtingen te hoog te spannen. Natuurlijk, dat Sir James Craig's ver klaring, die het kenmerk draagt van voor zichtige opstelling, zorgvuldig is bestu deerd, vooral in verband met hetgeen hij zegt van mogelijke samenwerking. Het meest hoopvolle in de verklaring was, dat zij de deur niet positief sluit en de woorden: „onze diensten staan ten allen tijde Ier beschikking", schijnen te betee- kenen dat Ulster nog altijd, binnen de woorden der verklaring, bereid is mede te doen aan de onderhandelingen. Er is geen mislukking, maar de kansen omtrent vrede zullen beter te beoordeelen zijn na de sa menkomst, die Lloyd George en De Va lera heden weder zullen hebben. Lloyd George wanhoopt niet aan een oplossing, doch de moeilijkheden zijn groot. De „Even. Stand." zegt dat De Valera en zijn vrienden in het einde dezer weck naar Ierland terug denken te gaan. Er kan gezegd dat de Iersche leider geen beslis sing over de Iersche kwestie met zich zal nemen. Geen der leden der Sinn Fein-depu- tatie heeft daar ook op gerekend, daar hun doel was den weg te verkennen voor een conferentie om tot een oplossing te kunnen komen. De markies van Londonderry werd giste ren door den koning ontvangen om hem een adres van den Senaat van Ulster te overhandigen. Het Lagerhuis nam bij de behandeling van de wet op de middelen tegen het ad vies der regeering (met 137 tegen 135 stem men) een bepaling aan, waardoor coöpe ratieve vereenigingen vrijgesteld worden van de belasting op noamlooze vennoot schappen. Op een vraag van MacLean wat de regeering na deze nederlaag dacht te doen, antwoordde Chamberlain: de be handeling der wet voortzetten. Het amendement, dait in het Lagerhuis tegen den rin der regeering werd aange nomen, was ingediend door het parle mentslid Kidd, een coalitie-unionist, die steun kreeg van Asquibh, welke betoogde dat het bedrag, waar het om ging, maar 150.000 pd.st. opeischte uit een totale winst van 80 millioen pd.st., die door coöperaties wordt gemaakt; hij bood ver geefs aan te overwegen, of de belasting op oen andere wijze kon worden geheven. Een aantal leden der regeerimgs-partijen stemden met de onafhankelijke liberalen en de Labour Party vóór het amendement. De aanneming ervan werd met gejjuich begroet, en een oogenblik heerschte er op winding. Na de mededeeüng van Cham berlain werd de ritting zonder verdere incidenten voortgezet Chamberlain moti veerde het besluit der regeering, om geen politieke gevolgen aan de zaak te ver binden met de opmerking dat rekening werd gehouden met het karakter van het amendement, de beweegredenen der voor stellers, het geringe betrokken bedrag en het groote belang van de wet. DE PROCESSEN TE LEIPZIG. Ongeveer zeventig Lagerhuisleden, onder wie Bottooiley, Townsh-end, Lowther en Thomas, teekenden een motie die binnen kort in het Lagerhuis zal ingediend wor den waarin diepe onvoldaanheid over het resultaat dor Leipriger processen uitge drukt wordt met een verzoek aan de re geering om terstond stappen te doen voor de uitvoering van het verdrag van Ver sailles. DE BETALINGEN VAN DUITSCHLAND. Naar Hava uit Parijs meldt, deelt de commissie van herstel mede, dat Duitsoh- land een nieuwe storting van ongeveer 31 milüoen goudmarken in verschillende Eurooeesehe geldswaarden heeft gedaan. Tot dusver aldus gestort 275.376.690 goudmark. Tevens deelde de betrokken Duitsohe commissie aan de commissie van herstel mede dat de Duitsche regeering een nieuwe storting van 41 millioen goud mark aanbiedt Te New-York verluidt, dat de president besloten heeft dat de senaat vertegen woordigd zal zijn in de Amerikaansche delegatie lor ontwapeningsconferentie, vanwege de met de regeering gedeelde ver antwoordelijkheid in bmtenlandsche aan gelegenheden. Een vertegenwoordiger van Renter had een onderhoud met den Japanschen gezant te Londen over Harding's voorstel. De gezant betoogde, dat er geen sprake was van verzet aan Japansche zijde; Japan had alleen gevraagd, wat met de Zuidzee- quaeslie bedoeld wordt De vraag rijst, of wij opnieuw quaes ties moeten gaan In spreken welke bet verdrag van Versailles reeds beslist heeft. Het is duidelijk, dat zaken als die van Shantung, Jap en Nieuw-Guinea tot een algemeenee confe rentie zouden leiden over vragen wélke reeds uilgemaakt zijn. Weerbarstige insurgenten. Van de in Hohensalza ter sterkte van ongeveer twee regimenten ondergebrachte Poolsche opstandelingen gaf slechts een Kiem gedeelte gevolg aan het bevel tot inlevering der wapens. Eerst nadat een was afgevuurd, waarbij twee insur genten gedood en 15 gewond werden, konden de muiters worden ontwapend. Duitsche ambtenaren uit het plebisciet-gebied. Conform het bevel van de intergealli- eerde commissie hebben de poütie-beamb- ten, die pan-Germaansche propaganda maakten, het plebisciet-gebied Zaterdag verlaten. Generaal De Marinis. Het W. B. méldt uit Oppeln, dal gene raal De^ Marinis, de vertegenwoordiger van Italië in de in-tergealüeerde commis sie, Maandag naar Rome is vertrokken. BROODPRIJSVERHOOGING IN DUITSCHLAND. Dezer dagen is gemeld, dat in Duitsoh- land de broodprijs door de regeering met 40 pet. ral worden verhoogd Zooals een Berlijnsche corresponden tiebureau van bevoegde zijde verneemt, is er geen protestactie van de vakvexceni- gingen en beambtenbonden tegen de ko mende brood prijsverhoogiug te verwach ten. De „Vorwarts" bevat echter hedenoch tend een hoofdartikel over deze kwestie, waarin het blad o.a. zegt: „Den arbeider zal niets anders overblijven dan met alle middelen, die zijn organisatie hem in handen geeft, het loon in de hoogte te drijven. Het zal de laak der vakvereeni- gingen rijn, zoo noodig de politieke macht vam de hreede massa's in Duilsch- land te hulp te komen, om het arbeiden de volk nieuwe ellende te besparen." Het „Berl. Tageblatl" geeft eenige op helderingen over de gronden van deze prijsverhooging. In het jaar. dat met 15 Aug. afloopt, heeft de Duitsche regeering 10 milliard M. besteed om den broodprijs lager te stellen dan hij zonder deze sub sidie zou rijn. Dit bedrag moest ten slot te weer door belasting gedekt worden. De ongunstige financieele toestand laat ech ter niet toe, om op deze wijze voort te gaan. Andere landen, wier financiën er veel gunstiger voorstaan, hebben deze staatshulp reeds ingeroepen. De Rijksre- geering nu bad met toestemming van den Rijksdag besloten om den prijs van het brood met 50 pet. te verhoogen. Op aan drang echter van de economische commis sie besloot de regeering tot een verhoo ging van 40 pot. Dezefdie hoeveelheid brood, die vroeger 5 M. kostte, zal thans met 7 M. betaald moeten worden. Deze maatregel zal toch r.og ten gevolge heb ben, dat de regeering in het tijdperk van 15 Aug. 192131 Maart 1922 een bedrag van z'A4 milliard M zal moeten bij passen. Er bestaat geen reden om te vermoe den. dan dit broad van slechtere kwaliteit zal zijn. LLOYD GEORGE NAAR AMERIKA? De „Daily Mail" beweert dat Lloyd George besloten heeft inden herfst naar Amerika te gaan. DE PRINS VAN WALES NAAR JAPAN? Br is alle reden om te gelooven, (seint Reuter uit Londen) dat de Prins van Wales in Maart of April van het vol gende jaar een bezoek zal brengen aan Japan. De Hamburg-Zuid-Amerika Stoom vaart Mij. heeft de aan Engeland afge leverde 26000 ton groote passagiers- stoomboot „Cap Polonia" teruggekoohi Binnenkort zal voor het Gerechtshof te Hamburg een groot proces gevoerd wor den wegens salversaan zwendel. Br zijn 84 personen aangeklaagd. Behalve tal rijke geneesheeren en andere deskundi gen, zijn meer dan 100 getuigen gedag vaard. De hoofd-aangeklaagden worden beschuldigd en hebben voor 'n deel bekend salversaan vervalscht, voor het gebruik gereed gemaakt en in grooten omvang in den handel gebracht te hebben. De staking op de goederen in het district Greifswald duurt voort. De sta king is ook naar het eiland Rögen over gebracht wordt, waar op 20 goederen gestaald wordt. De staking is aan com munistische opruiing toe te schrijven. De stalker» hebben geen looneischen ge steld, maar verlangen weder-invoering van afgevaardigden van den communis tische» „Kreigstag". Op de boterveiling van 19 Juli te Bremen werd voor boter le kwaliteit 24, 25 en 60 mark per pond betaald. In de omstreken van Berlijn zijn in de laatste 24 uur 9 boschbranden, waaronder 2 van grooten omvang, ge meld. Het vuur kon overal spoedig ge- bluscht worden. In geheel Scandinavië komen nog steeds groote bosch-, heide- en veen branden voor. In het Zuiden en Noor den van Zweden zijn bosschen, hout zagerijen, cellulose fabrieken, een groot dorp en vele gehuchten ter waarde van vele millioenen kronen verloren gegaan. In Noorwegen staat hij Asoyswingèr een groot bosch in vlammen. De schade bedraagt tot nu toe ongeveer 1 millioen kronen. In Jutland ziet men overal hoog op gaande vlammen van heide-, veen- en boschbrand. In het Noorden van Jut land wordt het bekende lazaretkamp Hall door het vuur bedreigd. Het heeft een waande van 5 millioen kronen. De Japansche Kroonprins is aan boord van het Japansche schip „Katori" naar Japan afgereisd. Te Dantzig is een Engelsche kleine kruiser met 2 torpedojagers de haven binnengeloopen, welke tot de Atlantische vloot behooren. Het verschijnen van deze schepen hangt waarschijnlijk samen met den poiitieken toestand. De geregelde luchtdienst voor post en passagiers tusschen Stockholm en Be val werd gisteren geopend. Een Duitsche Junkermachine en een Italiaanscho Savoymachine vertrokken 's morgens hialf tien en bereikten Re val in 3 uur en vertrokken na een verblijf van 3 uur te Beval opnieuw. Het Italiaansche vliegtuig arriveerde te Stockholm ongeveor 8 uur 's avonds. Reuter meldt, dat te Pittsburg bij een muiterij in de gevangenis acht ge vangenen en verscheidene cipiers wer den gewond. Ben hevig geveoht werd geleverd binnen de muren der gevange nis, eenige houten hulpgebouwen zijn door brand vernield. Politie en brandweer hielpen de mui terij onderdrukken, welke een gevolg was van langbroeiende ontevredenheid; ver scheidene gevangenen zaten levenslang. Deze desperado's vochten verwoed. Voor het leven van verscheidene gewonden wordt gevreesd. Gisteren is gemeld, dat de Belgische Ka mer het Vrouwenkiesrecht voor het pro vinciaal bestuur heeft verworpen. Dat hebben natuurlijk de „reactionaire" volgelingen van den ouden Katholieken heer Woeste gedaan? Neen, de socialisten in verbond met <Jï liberalen stemden tegen, de katholieken vóór en de laatsten waren niet sterk genoeg in getal om alleen het vrouwenkiesrecht er door te krijgen. Er is een tijd geweest, dat in ons UnJ door socialisten en vrijzinnigen een ster ke.actie werd gevoerd voor het kiesrecht der vrouw. Het ging toen onder de leus van gelijke rechten voor allen, om de dc- mocratiet De rechterzijde voelde er over het geheel niet veel voor, ofschoon zij er meer politieke winst dan verües van te var- hopen had: de vrouw in de politiek halen, daar was men wat huiverig voor. Maar, principieele bezwaren waren er niet, even min als tegen algemeen kiesrecht. En poli tiek gesproken was het opportuun de be treffende voorstellen van Minister Cort van der Linden te aanvaarden. In België stond het nu zóó, dat socialis ten en vrijzinnigen om der wille van „dt democratie" evenals hun partijgenooten in andere landen vóór het Vrouwenkiesrecht moesten stemmen; voor hen is dat wei zoo iets als een beginsel"; want als dat geen principe njeer voor hen is, wat is het dan. Men heeft echter becijferd, dat aanvaar ding van Vrouwenkiesrecht in België aan de rechterzijde misschien voor langen tijd de meerderheid zou geven en dus: weg met de rechten van de vrouw 1 Zou „Het Volk" ons niet eens kunnen in lichten hoe men zulk een houding moet brandmerken? Het roode blad is er altijd zoo gauw bij om iemand of iets te brand merken, wanneer er naar zijn oordeel iets niet in orde is. Zelfs de zon, die dit jaar wat ongewoon fel sahijnt, werd in „het' orgaan der arbeiderspartij dezer dagen de „koperen ploert" genoemd. Maar. hoe moeten wij nu de houding dei Belgische socialistische Kamerleden noe men? De Haagsche redacteur van de „Maas bode" schrijft: Dat de oplossing van de Kabinetscrisis vrij lang op zioh laat wachten, behoeft o.L niet veel verwondering te baren, wanneer men in het oog houdt, welke politieke moeilijkheden zich daarbij voordoen. Im mers gaat het er niet slechts om de beide ministers in het huidige kabinet, die op een belangrijk punt van regeeringsbeleid met de meerderheid der Kamer van mee. ning verschillen, door anderen te doen vervangen, doch ook is op verschillende punten van practisohe politiek tusschen de partijen ter rechterzijde overeenstemming noodig om meer tot stand te kunnen bren gen dan een louter-zaken-kabinet zou ver mogen. Bij de reconstructie van 't Kabinet zal, om een vruchtbare samenwerking moge lijk te maken, er op de eerste plaats op moeten worden gelet, dat de verhouding der rechtsche partijen ook in het ministerie tot uiting komt. Dit is blijkbaar een van de redenen, waarom voor de portefeuille van Financiën is aangezocht een lid van de Christclijk-Hislorisohe partij, het Tweede Kamerlid jhr. mr. De Geer, ter wijl voor 't departement van Oorlog over leg wordt gepleegd met den directeur van de Topografische Inrichting, den heer J. J. van Dijk, een oud-officier en lid van de Anti-Revolutionnaire partij. Maar, zooals reeds opgemerkt, met het vinden van geschikte en zich in beginsel bereid verklarende personen is men er niet; voor een succesvollen arbeid is noo dig een program, waarop de regeeringspar- tijen bereid gevonden worden de nieuwe ministers te steunen Om tot zulk een ge meenschappelijk program te komen, is, bij- het vele, wat de rechtsche partijen ver bindt en wat haar scheidt, een uitvoerig overleg noodig, waarbij iedere partij eeni ge van haar aparte wenschen en verlan gen® naar den achtergrond zal moeten verwijzen. Voor ons Katholieken staat het behoud van de coalitie en van een rechtsch kabi net voorop en daarvoor wiHen wij ons gaarne eenige offers getroosten en de ver vulling van sommige onzer wenschen tot gelegener tijd uitstellen. Dat wil natuurlijk ook weer niet zeggen, dat wij van den anderen kant aan alle verlangens van onze bondgenooen moeten tegemoet komen VRIJ NAAR HET DUITSCH. TWEEDE DEEL. 46. „Inderdaad niet?" vroeg deze op een toon van groote verbazing. Mn lieve juffrouw, bedenk wel, wat u do^et. Maar misschien verkiest trekking als bonne. Hu, als 8^ tuigen noodig heeft - en heroeo tuurlijk wel het geval zijn zoo beroep u maar op mij.Zoover het mij m g is, zonder de waarheid geweld aa doen, wil ik u de beste getuigen geven. Maar nu moet ik afscheid nemen. Vaarwel lieve juffrouw Augusta keek haar na met machte- loozen toorn en zonk dan met een smartkreet op de canapé neer. Wat had zij niet geleden in die paar dagen, die na den dood harer moeder' verloopen warenHaar vroegere ken nissen en vrienden vonden het niet e«ns de moeite waard, haar een rouw bezoek te brengen, en de weinige, die kwamen, behandelden haar of uit de hoogte of, wat nog ondraaglijker was, met een soort van minachtend mede lijden. „Een bedelares," steunde zij. Waar om moest dat alles over haar komen Wat had zij gedaan om zoo grenzeloos ongelukkig te worden Was er dan voor haar geen uitweg, geen middel om zich uit deze ellendige positie te redden. Indien haar op dit oogenblik een bekoring was overkomen en haar zelfs met gevaar voor haar zielenheil rijkdom en glans en de zegepraal over haar valsche vrienden had aangeboden, Zij zou er zonder aarzelen in hebben toegestemd. Langzaam stond zij op en wierp de krullen, die verward over haar gloeiend voorhoofd hingen, achteruit. Zoo kon iet niet blijven. Haar geringe voorzaad aeld smolt met den dag; in weinige weken zou Zij geen cent meer bezitten en wat dan Neen, zij moest haar klein had, zou haar nog een ^eine somov blijven, maar wat kon dat „Mijn God, mijn God, waarom kan ik niet sterven was de kreet der vertwijfeling, die telkens en telkenl weer aan haar hart ontsnapte, terwijl zij radel .os in de kamer 1 e:n en weer liep. Zij die weinige dagen geledenTiog meende een gravenkroon te kunnen verwerven, zij zou in een ondergeschik te betrekking haar brood verdienen Het was ontzettend, onbegrijpelijk En toch, wat bleef haar anders over nadat haar trotsche hoop ijdel bleek te zijn Welk een leven lag voor haar j „O Max, Max," riep zij plotseling uit, terwijl zij op de knieën -viel, „ik brak mijn eigen hart en misschien ook het uwe, en wat heb ik gewonnen Teleurstelling, ellende O Max, indien gij wist wat ik lijd, gij zoudt mij ver geven en mij opnieuw uw liefde schen ken. Haar volle waarde erkende ik niet eerder, dan toen het te laat was Te laat, o God, te laat 1" Uitgeput van 't weenen, stond zij eindelijk op en begon opnieuw met onrustige schreden heen en weer te loopen in haar kleine kamer. Hoe droe vig lag de toekomst voor haar Wat zou zij beginnen Wat zou zij doen Een betrekking als gouvernante zoe ken Onmogelijk 1 Zij had zich tot dat beroep niet voorbereid, zij had er niet eens de vereischte kundigheden voor. Juffrouw van gezelschap? Ja dat kon misschien gaan. Maar ver verwijderd van Erzenbach, ver verwij derd van allen, die haar kenden. Wat moest zij dóen om een dusdanige be trekking te vinden Nadenkend leunde zij het hoofd tegen de vensterruiten en staarde naar buiten op dej zonnige straat, waar juist tegenover haar woning een troepje armzalig gekleede kinderen vroolijk speelden. Nu drong een man zich tus schen hen door en ging rechtstreeks op haar huis toe. „De brievenbesteller," prevelde zij. Zonder twijfel een rekening." „Een brief, juffrouw," zei Dientje eenige oogenblikken later op een toon, dien Augusta zoolang hare moeder leegde, niet zou geduld hebben. On verschillig stak zij de hand uit om het schrijven in ontvangst te nemen. „Ah van tante VictoriaDe on verschilligheid was verdwenen. Wat zou tante haar hebben te zeggen De brfef was te lang, om niets te bevatten dan een eenvoudige, koele betuiging van leedwezen, gelijk zij verwacht had. Haastig doorliep zij de klein geschreven bladzijden. „Lieve Augusta I Zonder twijfel hebt gij reeds vroeg: r een antwoord op uw brief verwacht, en waarschijnlijk zou ik u ook eerder geschreven hebben, indien mijn huise lijke en maatschappelijke plichten mij niet zoo zeer in beslag genomen hadden dat ik nauwelijks één minuut vrij ben. En wat zal ik nu tot uw troost zeggen Ik heb u moeder persoonlij!- iiauwelijks gekend, maar ik begrijp desniettegen staande, zeer goed, hoe zwaar dat onverwacht verlies u heeft getroffen, zooveel te zwaarder, daar gij, gelijk gij mij mededeelt, zonder eenig middel van bestaan achterblijft. Gij zult nu wel uw best doen, zoo spoedig mogelijk te trouwen, ik vergis mij toch niet wanneer ik geloof, dat ik verleden jaar van u de aankondiging uwer verloving heb gekregen dus, het beste is, dat gij zoo spoedig tot een huwelijk over gaat, als de welvoeglijkheid dit ver oorlooft, en in den tusschentijd een onderkomen zoekt bij de een of andere I degenen, die u opnemen, een klein kostgeld te betalen. Of is uw bemirde voorloopig nog niet in staat om te trouwen Uw volkomen zwijgen over deze zaak doet mij dat wel vreezen. In dat geval moeten andere maat regelen genomen worden, en ben ik niet ongenegen u voorloopiq in mijn huis een toevluchtsoord aan t: bieden, in de stellige verwachting natuur! k dat gij u erkentelijk toont voor de offers, die ik, gelijk gij ziet, voor u bereid ben te brengen. Overleg de zaak nu eens goed en schrijf mij, zoodra gij een besluit genomen hebt.Uwe nichten zenden u hare groeten. Uwe tante VICTORIA. Breslau 24 Augustus 18—, Met vliegenden adem las en herlas Augusta dit schrijven. Voor het uiter ste zou zij dus bewaard blijven. Zij was niet veroordeeld om bij vreemde menschen door het werk harer handen haar brood te verdienen. Hare positie in 't huis harer tante zou wel een af hankelijke zijn, maar zij behoorde toch tot de familie. En tante Victoria was rijk, ten minste welgesteldzij ver nette familie. De verkooping uwer meu-1 keerde zonder twijfel in de beste krin- belen zal het u wel mogelijk maken aan I gen. (Word! mervolfid).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5