lil STAAL oil
"7
HO 1
Indrukken van den dag.
Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste blad.
Groote brand te Zandvoort.
m
VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1921
44ste JAARGANG No. 13903
ÖE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR UAASLEMEN AGENTSCHAPPEN»
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ vWrUITBETAUNS f 3.57Vi
BUREAUX)
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1428, 2741 EN 1748.
ADV'ERTENTIÊN 35 CENTS PER REGEL.
BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING.
„Palais d'Eté" en cabaret „Le Hel
der" totaal verwoest De Haar-
lerasche brandweer snelt te hulp.
doch kan niets uitrichten. De
Zandvoortsche brandweer onvol
doende.
Station
[óiodern j
Windrichting
van 3—4 uur
Monopole
Palals d'Eté
Auto-garage met
2 bovenhuizen
Windrichting
na 4 uur
Le Helder
Dr. Mezgersuaat
Winkelhuizen
Situalieteekening van het terrein van den brand.
fr$«M
rw
„Palais d'Eté" en het daarnaast gelegen „Le Helder", een spel van
rock en vlammen. De rechts gelegen sigarenwinkel bleef gespaara.
WPt er vun het circus met zijn troischen koepel overbleef: als een
Romeinsche ruine.
De kranige Zandvoortsche brandweerlui hielden den boel goed nat!
f
206.
DE NIEUWE GODSDIENST,
Wij hebben al meermallen wij herin-
Deren aan het bedoek van den Indischen
wijsgeer Tagore gewezen op de zieke
lijke vereering van onzen tijd voor per
sonen, die, door een min of meer buite
nissig uiterlijk en door wat vage alge
meenheden mei een eïhischen onder
grond, de aandacht op zich weten te ves-
llR*n. De ontzaglijke, sublieme, onaan-
vedhtbïrre waarheden van het christen
dom, die het 19 eeuwen lang tegen de
felste bestrijding hebben uitgehouden,
RSftt men voorbij om zich aan een be-
denkelijk surrogaat te vergapen.
Dezer dagen hebben wij weer een der-
iriijk staaltje beleefd vaal de geestelijke
DrtUoede van ons geslacht, een verschijn
sel dat tot diep mededijden stemt.
De befaamde presidente van de Theo-
fcphische Vereeniging, Annie Besant,
heeft op een harer propagandatochten
yoor den modernen vorm van gevoels-
Bodsdden-st, ook Nederland aangedaan en
ron avond gesproken in het Amsterdam-
khe Concertgebouw.
Als toeken des tijds is het niet van nut ont
bloot om kennis te nemen van de volgen
de beschrijving, welke een verslaggever
Van hot „Hfal." van het milieu waarin en
de wijze, waarop deze nieuwe priesteres
Optrad, ten beste gaf.
Ondanks do benauwende hitte, zoo
lezen wij, die zich juist gisteren (Dinsdag)
heet den langen dag zoo sterk had doen
gelden en niettegenstaande het feit, dat
Amsterdam in de Augustusmaand als uit
gestorven lijkt, was de «roote zaai van het
Concertgebouw gisteravond wat de be
nedenruimte betreft, geheel gevuld.
Uit Gooi en Kennemerland, v«tn strand
cn heide waren ze gdkomen de beW-
5»enden, die wilden hooren wa
iesant hun over den wcd«r°^
de ineengestorte wereS? Concert-
«™d. Want ook nu,
winterseizoen, droegen de dames, die ver
reweg de meerderheid vormden. ItoUte
toiletten, zagen wij groot en petit décol
leté in vele variaties.
Op 't podium blanke Aronskelken naast
tieurige dahlia's. Aan weerskanten van
ten zetel, bestemd voor de spreekster x an
den avond, een prachtige garve zonne
bloemen in hooge vaas en over heel die
zaal en al die bloemen hing zachte
wierookgeur.
In brcede tonen kilo nik het orgelspel
toen onder docdsche stilte de aanwezigen
zich van hunne zetels verhieven, terwijl
mrs. Besant, vergezeld van haren secreta
ris en mejuffrouw Dijkgraaf als ver.egen
woordigsler der Theosofische Vereem^mg
in Nederland, van uit een der bovenio^es
afdaalde naar het spreekgestoelte aan
einde van hel podium.
Statig schreed zij voort, de rijzige ge
statte niet gebogen door dien last hater
drie-en-zeven tig levensjaren.
Evenwichtig in elk harer bewegingen,
'iet zij den wijden mantel uit blauwig
grijs brocaat fluweel langzaam van de
schouders glijden en toen zagen de hon
derden die gekomen waren van ver en
nabij de presidente der Theosofische Ver
eeniging in een parelgrijs zijden avond
toilet, bedekt door een mantille van
prachtige dunne kant. Als mrs. Besant
zich even bewoog, schitterde het goud
borduursel van baar zijden schoenen.
Ziedaar hei optreden van een priesteres
van den nieuwen tijd, ziedaar de nieuwe
cultus, welke al meer en meer grijpt naar
de sclioone vormen, waarin de diepe zin
van den Roomsohen eeredien st zich uit:
kleurige gewaden, orgeltonen, wierook
geur, maar zonder eenigen geestelijken in
houd en daarom juist zoo droef-belache
lijk, zoo schennend voor hot echte reli-
gieuse gevoel.
En wat roor wijsheid heeft dan wel die
bewonderde vrouw in dien ongewijden
tempel verkondigd, zal men vragen?
Het zou een rede zijn over de nieuwe
culhinr, welke noodig is, om de ineen
gestorte wereld weer op tc bouwer.. Zic-
hi*r jn kor, haar betoog samengevat:
de beschaving, waarop «te herbouw
ingestorte wereld gebaseerd dient te
een duurzame worden, dan zullen
*hdsre grondslagen dan de tot dusver ge
bruikte het fundament moeien vormen.
De wetten van zelfopoffering en broe
derschap mogen wij niet langer verwaar-
loozen. Niet langer mag bet principe gel
den. dat de meerderheid moet sloven en
zwoegen om hel leven in een betrekkelijke
kleine minderheid op te voeren tot de
boogste verfijning, den grootst mogelijken
bloei en welvaart Het motio: „Laten de
besten onder ons winnen" moet plaats
'taken voor het beg p, d juist de lies
ten in de eerste plaats tot dienen aange
wezen zijn.
In dit verband sprak mrs. Besant over
de opvoeding van het komende geslacht,
over de vorming van het kind, dat de zaak
der natie diende te zijn.
Bedenk toch, zeidc zij, dat ieder kind ter
werCS! komt met een eigen karakter en
eigen talenten. Dat karakter, die talenten
op te voeren tot hoogste ontwikkeling is
onze eerste plicht, omdat immers van de
opvoeding der nieuwe generatie de toe
komst onzer beschaving afhangt
Het mag niet voorkomen, dat de kin
deren der armen een gebrekkige opleiding
ontvangen, omdat zij dan immers als vol
wassenen niet de sociaal gelijkwaardigen
kunnen zijn van anderen, wier gaven wèi
gecultiveerd werden. De opvoeding der
jeugd is een nationale zaak, die ieder, on
verschillig of hij zelf al dan niet kinder
loos is, moet behartigen.
Veel meer dan geld uit te geven voor
oorlogsdoeleinden, voor sport of ijdele
vermaken, zou men voor dit grootsche
doel kapitalen beschikbaar moeten stel
len. Ieder de plaats geven waarop hij vol
gens zijn talenten recht heeft dient een
der principes van de nieuwe maatschap
pij te zijn, omdat alleen het werk, dat met
iemands speciale neigingen overeenkomt,
waarlijk goed kan worden verricht.
Het thans geldende systeem waarbij wij
dat eene, wat ons onaangenaam is, af
schuiven op de massa die niet weigeren
kan, omdat zij afhankelijk is van den en
keling, dient, hoe eer hoe liever, te ver
dwijnen.
Het menschelijk vernuft moet steeds
nieuwe machines uitvinden die het geest-
doodende werk verrichten. Zoolang op dat
gebied handenarbeid noodig blijft, moet
men den werkdag zooveel mogelijk ver
korten en den arbeider een loon betalen,
hoog genoeg om hem, nadat hij zich eenige
ureu voor de gemeenschap heeft opgeof
ferd, in staat te stellen datgene te doen,
dat met zijn specialen aanleg overeenkomt
Als in het oude Indië moet men ook in
de Westersche landen de handen ineen
slaan, niet elkander bevechten, maar in
gemeenschappelijk overleg te samen datge
ne doen wat noodig is om de gemeenschap
in stand te houden.
Waartoe op den duur liet onderdruk-
kingssysteem leidt, toont Rusland in al zijn
afgrijselijkheid. Het oude spreekwoord, dat
de traoen der zwakken den troon des ko-
nings ondermijnen, heeft nog niets van
zijn waarheid vertoren.
Dat klinkt alles verblindend mooi, niet
waar? Maar bij nadere beschouwing komt
men al spoedig tot het inzicht, dat hier
geen enkele nieuwe gedachte is geuit: 't is
een verzameling oude politieke en sociale
leuzen: vermindering van oorlogslasten,
opvoeding van het kind door den Staat,
medezeggingschap van den werknemer in
het bedrijf, vermindering van arbeidsduur
en vermeerdering van levensgenoegen
voor de minst kapitaalkrachtigen.
Doch niet alleen zijn de ideeën oud, sa
mengevat als stelsel, zijn zij het meest
grove boerenbedrog. Immers één van bei
den: deze door duizenden aanbeden vrouw
wil een nieuw economisch stelsel geven,
óf wel zij geeft slechts de fundamenten van
een nieuwen godsdienst, waarop een an
dere, betere samenleving moet worden ge
bouwd. Maar dan ontbreken voor beide
de eerste waarborgen voor het welslagen.
Een econoom toch kan niet volstaan met
dc wenschelijkheid uit te spreken, dat alle
mensohen rijk cn gelukkig moeten zijn,
zonder de bronnen aan te geven waaruit
die weelde is te putten. En dat verzuimt
deze theosofiste geheel.
Is het er dan wellicht om te doen, door
oen geestelijke wedergeboorte de nieuwe,
betere wereld te scheppen? Maar ook hier
voor zoeken wij vergeefs naar waarborgen.
Zeker: het klinkt zoo mooi: in die nieuwe
gedroomde samenleving, zal het uit zijn
met de theorie, dat de meest begaafden de
eerste plaatsen zullen innemen: de bes
ten en sterksten onder ons zullen de die
naren der zwakkeren zijn.
Maar waarop.is deze theorie gebouwd?
Tjoch zeker niet op de menschelijke natuur,
die juist tot tiet tegengestelde geneigd is.
Welk een carricatuur van godsdienst
wordt ons dan hier gegeven!
Christus waschte eerst Zeil de voeten
van Zijn leerlingen en na Zelf liet voor
beeld gegeven te hebben kon Hij bevelen:
wie de eerste onder u wil worden, die
moet de dienaar zijn. En den volgenden
dag bezegelde Hij Zijn verheven leer door
Zijn dood.
Hel Christendom heeft dus een grond
slag in het voorbeeld van Zijn Stichter,
wanneer liet aanmaant tot zelfverlooche
ning en naastenliefde.
Annie Besant moest verzuimen voor de
echtheid van haar leer eenig bewijs te
geven, omdat de theosofie niets dan woor
den heeft.
fv—
Proloog
Het was Donderdagmiddag kwart voor
vier.
Do huldiging van Dr. v. d. Berg
door het college van Burgemeester en
Wethouders van Haarlem en de raads
leden, ter gelegenheid van het dertig
jarig raadslidmaatsehap van den nestor
was juist afgeloopen en door de Dam
straat keerden de burgemeester van
Haarlem en de heeren Slmgenberg,
Bruch, Bomans en Wesstra terug naar
het stadhuis.
Op het Klokhuisplein, werd de edel
achtbare groep aangeklampt door den
ij verigen referenda: i j-gr if f ier-p 1 aats ver-
vangend-gemcen te - s c retaris, den heer de
Landmeter, die per fiets op weg was
naar den huize van den heer v. d.
Berg, om den burgemeester van Haar
lem te spreken.
We konden gelukkig mededeelen dat
de burgemeester toestemming tot hulp
verleening had gegeven en dat de brand
weer reeds op weg was naar Zand-
voort.
Uit de verkregen inlichtingen en
vooral uit den toon, waarop zij werden
verstrekt, dorsten wij (wel niet zonder
overdrijving) tegenover onze redactie-col
lega's concludeeren dat half Zandvoort
in brand stond.
Per fiets (wat 'n ouderwetsch vehikel
bij moderne krantenreportage, maar
het was momenteel het eenige vervoer
middel voor ons!) bereikten wij, na een
stevigen strijd tegen den wind, langs
den Zeeweg het Bioemcndaalsthe strard.
Een hooge bruine rookkolom duidde de
„lek aan van den brand en zoo nu en
dan sloeg ons op den Zeeweg zelfs de
brandgeur in den neus, want over een
oote uitgestrektheid van de duinstrook
kloefden de blauwe rookwolken aan do
duintoppen. Van vlammen was echter
niets te zien.
Langs den Strandboulevard was het
vol van kijklustigen, die het Bloemen-
Vanuit Zandvoort was b r'.cht ontvan
gen, zoo deelde de heer de Landmeter
mede, dat daar een groote brand woed
de en dat gevraagd was om assistentie
van de Haarlemsche brandweer. Of de
burgemeester daar toestemming voor wil
de verleenen
De heer Maarschalk willigde na
tuurlijk! zoden wij haast zeggen het
verzoek in, waarop de heer de Land
meter de brandweer liet waarschuwen.
Hoe de brandweermannen met hun ma
teriaal te Zandvoort kwamen en welke
[teleurstelling hun daar wachtte, ver
telt een onzer, die dezen tocht mede-
maakte, hieronder.
Waarschijnlijk d or den felle i wind, di
op het Klokhuisplein stond, kwam ook
dat alarmeerende bericht ons ter oore
op hetzelfde oogenblik dat de heer de
Landmeter het B. en W. mededeelde.
Wij spoedden ons naar het redactie
bureau om daar meerdere inlichtingen
in te winnen en we vernamen dat „Palais
d'Eté" in brand stond.
Spoedig waren wij verbonden met de
Zandvoortsche politie om nog meer bij—
deelscho strand hadden verlaten en op
weg waven naar Zandvoort om getuige
te zijn van den grooten brand. Daar wa
ren dan ook de vlammen te zien, die
uit de torenkoepels lekten van „Palais
d'Ete." Een grootsch gezicht, als het
niet zoo triestig geweest was.
De Brand.
Om kwart vcor vijf bereikten wij het
spoorwegstation van Zandvoort en dat
was 't einde van onzen strijd tegen den
Zuidwester, want Palais d'Ete is in de
onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen,
aan de Dr. Julius Metzgerstraat, een
parallelweg van de Strandboulevard.
Juist blies de Haarlemsche brandweer
den aftocht, omdat het materiaal on
bruikbaar was en wat de Zandvoortsche
brandweer presteerde, hoe de men-
schen ook werkten als paarden bleef
lilliputterswerk tegenover zulk een ge
weldig brandbedrijf.
Het circus van „Palais d'Eté", (zoo
als men weet een schouwburg, waar bios-
coopvertooningen, worstelwedstrijden, va
riété enz. genoten wordt) lag reeds tegen
de vlakte en nu was het verwoes
tende element aan t knagen aan het
voorfront. De vlammen speelden hoog bo
ven in en uit de beide koepeltorens en
door de raamopeningen kon men het ver
nielend werk van het vuur gadeslaan.
Het was één vuurzee. Zoo nu en dan
kwam een balklaag naar beneden en
sDatten vonken in 't rond. Is «en. d>riv*d
zonderheden te hooren en of het de
moeite waard was, dat we nog kwamen.
Do inlichtingen die we kregen wa
ren angstwekkend: „Palais d'Ete' staat
in lichte laaie; „Monopole" en „Moder
ne" branden ook al, en de belendende
perceelen van Palais d'Eté zijn niet meer
te redden. Of de Haarlems he brandweer
"auw zou kom«n f"
blies do felle Zuidwestenwind in den
gloed. Daartegenover waren de pogingen
van de Zandvoortscho brandweer, die op
dit punt twee dunne straaltjes van de
waterleiding, zelfs niet eens deskun
dig in het vuur wierpen belachelijk
hulpeloos. Aan blusschen viel dan ook
niet te denken en al spoedig had men
ook de hoop opgegeven het daarnaast
gelegen cabaret „Le Helder" (een nacht-
bar, waaraan niets goeds verloren is!)
te behouden. Aan de andere zijde waren
gelegen een aantal winkels, een sigaren
winkel, een bloemenmagazijn en andere.
Deze lagen aan den zuidkant, zoo-dat de
vlammen geheel naar den anderen kant
gejaagd werden in de richting van Le
Helder. Wat gelukkig was.
Want had er een noordwesten wind,
inplaats van een zuidwester gestaan, dan
zou de ramp veel omvangrijker geweest
zijn en zouden de vlammen zijn overge
slagen op de huizen van de Zeestraat
en wellicht nog verdor. Want het is hier
eenvolkrijke, dichtbebouwde buurt. Nu
kon de brand beperkt blij ven tot „Le
Helder" en „Palais", dat een aangeslo
ten .blok vormt en de gelukkige omstan
digheid was er dit aan de noordzijde een
door den slokop, zoodat alleen do
naakte muren bleven staan, nadat ook
brok voor brok met donderend ge»
raas het dak naar beneden was ge
komen. Voor de brandweerlui was het
gevaarlijk werk, want telkens vielen
massa's vuur uit de hoogte neer en
spetterden vonken en brandend hout
en ijzer in 'tr ond. Tenslotte staakti3
de brandweer haar werk maar en
wachtte geduldig af tot alles wat!
brandbaar was ook werkelijk was weg
gebrand. Alleen hielden eenige stralen
de huizen nat, die onder den wind
waren gelegen. Om rond half acht
was het vuur genaderd tot het noor
delijk gedeelte van „Le Helder", en
toen ook dat van boven tot beneden
letterlijk door het vuur was afgegraasd,
vond de brand een einde bij ge
brek aan voedsel.
De Zandvoortsche brandweer begon
toen met het nathouden van de nog smeu
lende massa's. Gewaarschuwd werd vooc
vaten koolzuur, die in „Le Helder" ge
borgen waren en die, bij springen wel ecni
ongelukken konden maken, maar 't liep
gelukkig goed of. Slechts éénmaal ver
kondde een groote knal, dal een vat i
men wist niet of 't halve of 't heele was
breede straat en een groote open vlakte
voldoenden afstand lieten om de vonken
en vlammen niet te doen overslaan op
c in noordelijke richting gelegen hui
zon. Zelfs „Moderne" en „Monopole" (dit
laatste werd intusschen toch geheel ont
ruimd) bleven behouden. Voor „Mono-
oole" werd een oogenblik gevreesd toen
de vlammen het houten hekwerk aantast
ten op het dak. Maar het bleef bij een
onbelangrijke brandschade. Ook de ga
rage van den heer Sletter, waarboven
een aantal woonhuizen, die, toon 't cir
cus brandde, veel gevaar liepen, kwam
behouden uit de brand.
Een tijdlang bleef de brand beperkt
tot „Palais d'Eté", waarvan om half ze»
precies de vlaggestok naar beneden kwam,
maar het was duidelijk dat het maar
een kwestie van tijd was dat de vlammen
ook „Le Helder", waar tusschen haakjes
de tafels gedekt werden, zouden bereiken.
Reeds zag men hier en daar op de
bovenste verdieping de vlammen spelen,
totdat opeens enkele ruiten knapten en
de vlammenzee op alle verdiepingen en
op zeven, acht kamers tegelijk uitspoten.
Het was een grootsch schouwspel en een
dankbaar object voor de fotografen, die
in groot aantal aanwezig waren en
foto's maakten en een film
operateur, voor wien zoo'n kos
teloos brandje waarschijnlijk goud
waard is, daar het voor velerlei brand-
filins zal kunnen dienst doen, ver
onderstellen wij. Schoon lekten de
vlammen alles op wat in de kamer
ruimten aanwezig was. Behangsel, gor
dijnen, meubelen, latwerk, zonne
schermen. alles werd kaal opgevreten
gesprongen was. Het liep goed af cn
bleef bij dat eene halve of heele vat.
De oorzaak.
Omtrent de oorzaak kon niemand
inlichtingen geven. De burgemeester van
Zandvoort niet, want hij had nog geen.
rapport ontvangen; de politie niet, want
ze had de zaak nog niet onderzocht; dc
directeur van Balais d'Eté" ook niet
Dezen, den heer F. G. Geding, troffen wij
aan op het terrein van den brand, waar
hij in z'n eentje de verwoesting gadesloeg,
met een portefeuille onder den arm,
waarin hij waarschijnlijk enkele belang
rijke documenten had geborgen, die bij
gered had. Hij deelde ons mede, dat hij,
omstreeks 3 uur, het eerste den brand
ontdekt had. in het midden van het
„Palais" ongeveer in de buurt van het
promenoir. Op onze vraag of hij zelf de
brandweer gewaarschuwd had, antwoord
de hij ontkennend. Dat hadden anderen
gedaan.
De Zandvoortsche brandweer was zee;
spoedig ter plaatse en de heer Geeling ha j
niets dan lof voor haar werk. Hoe de
brand aangekomen is, wist de heer Gee
ling niet mede te deelen. In de nabijheid
van de plek waar de brand het eerst werd
gezien ligt de cabine voor de biscoopver-
toor.mgen, maar een voorstelling werd niet
gegeven. (Ook dat gerucht en zelfs, dal
van een paniek onder de aanwezigen had
er geloopen). Een verder verband tusschen
de cabine en de oorzaak van den brand
kon de heer Geeling natuurlijk niet geven.
In één oogenblik, vertelde ons de heer
Geeling, was 'het een groote vuurzee. Dal
was ook de reden, dat hij de brandweer
niet waarschuwde. Het wur vPn<L^:,
voedsel in een groote hoeveelheid doeken,
die als draperiën dienst deden en sloeg
weidra boven het mastieken dak uit Toen
de brandweer arriveerde,.zoo vertelde or>