Derde
Van wet en wetgeving.
Medische PraatjeSo
Landh. en Visscherij^
Ons vroolijk hoekje;
ÉLCK WAT WILS.
t^ïois ecv.
vfS"
Cemengd Nieuws
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1921
de ministers.
Abnormale vermindering dereier-
productie in de zomermaanden
2etr.en-
VAN OUDE MENSCHEN. J
III.
De verantwoordelij khe d der mini
sters is drieërlei, t. w. de strafrechterlijke
de geldelijke en de staatkundige verant
woordelijkheid.
De strafrechterlijke verantwoorde
lijkheid der ministers is geregeld bij de
wet van 22 April 1855 S.33. Volgens
deze wet zijn de ministers strafbaar, in
dien zij niet behoorlijk zorgen voor de
uitvoering der Grondwet en van de
andere wetten, voor zoover die van de
Kroon afhangt.
De ministers staan terecht voor den
Hoogen Raad, op aanklacht hetzij van
de Tweede Kamer, hetzij van de Ko
ningin. Wil eene aanklacht in de Twee
de Kamer in overweging genomen wor
den, dan moet zij door ten minste 5 le
den schriftelijk en met opgave van fei
ten zijn ingediend.
Meermalen is de vraag geopperd of de
wet op de ministerieels verantwoorde
lijkheid ook geldt voor reeds afgetreden
ministers. De meeste schrijvers over
ons Staatsrecht hebben die vraag be
vestigend beantwoord, teneinde even
wel ter zake allen twijfel uit te sluiten,
is thans bij de Tweede Kamer door den
heer Schaper een toetsontwerp inge
diend, waarbij o. m. de wet op de mi-
nisterieeie verantwoordelijkheid uit
drukkelijk op reeds afgetreden mini
sters van toepassing wordt verklaard.
De wet op de ministerieele verant
woordelijkheid is nimmer toegepast.
Het laatste artikel van de bovenaan
gehaalde van 1855 luidt: De geldelijke
verantwoordelijkheid der „ministers
wordt bij een nadere wet geregeld."
Vermoedelijk zag de wetgever van
1855 geen kans om de financieele verant
woordelijkheid der ministers behoor
lijk te regelen en meende hij zich ver
dienstelijk te maken door de wensche
lijkheid eener regeling daarvan uit te
spreken, de regeling zelve echter aan
den toekomstigen wetgever overlaten
de. Blijkbaar heeft echter na 1855 geen
enkele Regeering kans gezien om het
probleem der geldelijke verantwoorde
lijkheid der ministers behoorlijk op te
lossen, althans de regeling van de finan
cieele verantwoordelijkheid van de
Hoofden der ministerieele Departe
menten laat nog steeds op zich wach
ten.
De staatkundige verantwoordelijk
heid der ministers is niet voor wettelijke
regeling vatbaar.
De staatkundige verantwoordelijk
heid bestaat hierin, dat de ministers
geen handelingen, plegen, waardoor
zij het vertrouwen van het Parlement
kwijt raken want hebben zij eenmaal
dit vertrouwen verloren, dan hebben zij
zich tevens als minister onmogelijk ge
maakt. Het is uiteraard zeer goed moge
lijk, dat een minister in elk opzicht een
eerlijk, handig en kundig bewindsman
is en toch het vertrouwen van het Parle
ment verspeelt, omdat zijne zienswijze
ten aanzien van hetgeen in 's Lands be
lang is niet overeenstemt met de gevoe
lens van de meerderheid van het parle
ment. De staatkundige verantwoorde
lijkheid der ministers brengt mede, dat
zij, althans in grove trekken rekening
houden met de opinie van de meerder
heid in het Parlement, óf wil aftreden.
Bestaat er zooals wij gezien hebben
eene strafrechterlijke, geldelijk en staat
kundig; verantwoordelijkheid voor el-
ken afzonderlijken minister, er is ook
eene collectieve verantwoordelijkheid
van alle ministers te samen,van het Ka
binet in zijn geheel. Deze verantwoor
delijkheid bestaat alleen in staatkundi
gen zin en wel voor besluiten, die door
den ministerraad worden genomen of
Wel voor daden van een afzonderlijkep
minister, waarvoor het geheele Kabinet
zich uitdrukkelijk verantwoordelijk
heeft gesteld.
De Ministerraad het woord zegt
het reeds is eene vergadering van
alle ministers te samen.'
min..vloi d,iu i\umi. op gezette tij-1
den en overigens wanneer de politieke
toestand daartoe aanleiding geeft bij
een. De Voorzitter wordt telkens voor
één jaar door den ministerraad uitzijn
midden benoemd.
Zooal wij in een vorig artikel reeds
aanstipten, brengt het gebruik mede,
dat de Kabinetsformateur door zijn
Collega's steeds als Voorzitter wordt
aangewezen.
Ook de secretaris van den minister
raad wordt door dezen voor den tijd
van één jaar uit zijn midden benoemd.
Een en ander is geregeld bij Kon. Be
sluit van 27 September 1905, waarbij
het Reglement van Orde door den mini
sterraad werd vastgesteld.
Krachtens dit Regiement van orde
beraadslaagt en besluit de ministerraad
over al wat een gemeenschappelijk over
leg tusschen de Hoofden der ministeri
eele Departementen vordert, ten einde
eenheid in de toepassing der Regeerings-
beginselen te verzekeren, dat is o. m.
over ontwerpen dan wet, van algemeene
maatregelen van Bestuur, van verdra
gen met vreemde mogendheden enz.
Ook over de benoeming van hooge
Staatsambtenaren wordt in den Mini
sterraad beslist.
Zoo wordt in den ministerraad een
besluit genomen omtrent de benoe
ming van
de Voorzitters der bei-de Kamers der
Staten-Generaalde leden van den
Raad van State en de algemeene
Rekenkamer
Gezanten, die den titel voeren van
minister-Residentde leden van den
Hoogen Raad, benevens van den Procu
reur-Generaal en advocaat Generaal bij
den Hoogen Raad
den President van het Hoog Militair ge
rechtshof en van de burgerlijke ge
rechtshoven, benevens den advocaat-
Fiscaal bij het Hoog Militair Gerechts
hof en de ProcureursGeneraal bij
de burgerlijke gerechtshoven
de commissaris der Koningin in de
Provincie de Curatoren van de Rijks
universiteiten en van de Technische
hoogeschool
den Burgemeester van Amsterdam,
die bij' aan diptherie njaenae aieren
ingespoten, een gunstigen invloed uit
oefenden. Dit v/as eenbuitengemeen
belangrijke ontdekking en op dezen
grondslag berust thans onze z. g.
serum-inspuiting. Men gebruikt hier
toe in onze dagen bijna uitsluitend
paarden en zooals u wellicht bekenden
is, kunnen wij thans het diptherie-se-
rum kant en klaar verkrijgen. Gewoon
lijk wordt het serum ingespoten onder
den huid van de dij, daar deze plaats
wel de meest geschikte is. Hoe vroeger
de inspuiting plaats vindt, des te meer
kans op succes men heeft, terwijl ook
op de naziekten deze behandelings
wijze gunstig pleegt te werken. Deze
ontdekking heeft het sterftecijfer tot
meer dan de helft doen dalen. Men was
in den eersten tijd zeer bevreesd voor
eenige nadeelige gevolgen van deze
inspuiting, hetgeen evenwel in lateren
tijd bleek te berusten op een dwaling.
In sommige gevallen zien wij slechts
een typische uitslag optreden na de
inspuiting wat in onze dagen ons niet
meer verwondert, daar wij dit bij ver
schillende andere ziekten, waarbij se
rum-inspuitingen plaats vinden, heb
ben leeren kennen. De uitslag vertoont
veel overeenkomst met die der mazelen
en treedt eerst een weekje na de in
spuiting op. De patient voelt zich ge
woonlijk, afgezien van de ziektever
schijnselen die de diptherie met zich
medebrengt, niet erg prettig, het
geen gekenmerkt wordt door een pijn
lijk gevoel in de ledematen.
Alvorens afscheid te nemen van de
diptherie, dienen wij nog een enkel
woord te wijden aan het stjkkingsge-
gevaar, dat 'deze ziekte met zich mede
brengt. De keel kan zoodanig ontsto
ken zijn en wel in zoo hevige mate,
dat de ademhaling hierdoor vrijwel
in haar geheel belemmerd wordt.
Zoo in zulke gevallen niet vrij snel
ingegrepen wordt, dan zou de patient
zonder twijfel sterven aan. ademnood
Het merkwaardige van het feit is nu,
dat deze toestand vrij plotseling kan
optreden. Woont men buiten ver van
een ziekenhuis verwijderd, dan is niet
zelden de huisdokter verplicht ten hui-
<Je ©ndoennaiage en voeding.
Hoewel voiding en huis vesting ten allen
tijde van girooten invloed zijn op eier-
productie van hel hoen, en de fouten, die
men daarbij maakt, zich altijd in de pro.
ductie wreken, is de uitwerking dezer
fouten bij groote warmte eenvoudig
fnuikend voor de productie. Nu hebben
fre niet atijd zomers, die zoo warm en
zoo droog zijn, als dit jaar het geval is,
maar toch komt er in eiken zomer wel
een kortere of langere periode van flinke
warmte, sonys zelfs al vroeg in het jaar, en
enkele van die warme dagen moeten al
voldoende zijn om de cierprodoctie voor
een goed deel van den zomer te nekken.
Ik heb de laatste paar weken heed wat
tappenhouders bezocht, verscheidene
dagen heb ik op mijn fiets gezeten,
rijdende van den eenen boer naar den
anderen en helb ik in de kippenhokken
rondgekeken, en heb geluisterd naar en
gepraat met de kippenhouders.
Mifa bevindingen waren, op enkele
uitzonderingen na, treurig, en ik durf ge-
da* de doorsnee-pluimvee
houdern ons land nog geen flauw be-
heeft van heigeen een lap eigenlijk
Somt en wat een kip verdragen kan
In wat n«t. De beste dieren zouden in
r>m»eving en bij zoo'n verzorging
Men- ai had men kippen, 4 geslachten
vel van vaders- ais van moeders-
!"T' (jjeren met een productie van
ui 100 eieren gefokt, dan nog zouden
in die omstandigheden niet tot de
fouten worden wel begaan
ln d| huisvesting- Ons klimaat brengt
mei
en
u mede, dat we meer met koude
23 hl da" met warmte en droogte
hebben rekening te houden, en dat is
hebben eerste eisoh, die men aan
°0rakim>enlK>k stelt, is, dat het vooral
i en didht. Vooral op het plalte-
wanm men (jaa!r erg van, ook aan
woonhuis stelt men dezelfde
van den Haag, die van de hoofdsteden ze van den patient, zeer zeker onder
li I1J-_ A»vicj-m/ltrfnflrlan
der Provinciën en van Gemeenten bo
ven de 50.000 zielen.
den Gouverneur-Generaal van Ned.
Indië, benevens de Gouverneurs van
Suriname en Curasao.
de leden van den Raad van Indië.
de Commandant van de Land-en van
de Zeemacht in Indië.
de Presidenten van het Hoogge
rechtshof en de algemeene Rekenka
mer in Indië.
Ook de voordrachten tot benoeming
van personen in een der drie Neder-
landsche Ridderorden komen in den
Ministerraad.
Al komen de voormelde aangelegenhe
den in den ministerraad, dan wil dit
nog niet zeggen dat omtrent deze za
ken steeds bij meerderheid van stem
men wordt beslist. Praktisch zal het
wel hierop nee; komen, dat de stem van
den minister, onder wiens Departement
de betrekkelijke aangelegenheid res
sorteert het meest gewicht in de schaal
legt. Alleen bij aangelegenheden van
zeer bijzonder belang of wanneer een
gedeelte der collega's van een minister
tegen diens voordracht zwaarwichtige
bezwaren hebben, bestaat er reden om
aan te nemen, dat de stem van het be
trokken Departementshoofd niet zwaar
der weegt dan die der andere ministers.
DIPTHERIE.
IV.
Ons rest nog met elkander na te gaan
op welke wijze men de diptherie-patiënt
tracht te hulp te komen om hem zoo
goed mogelijk door zijn ziekte heen te
helpen.
Was in vroeger jaren het sterfte
cijfer zeer hoog, zoo is het begrijpelijk,
dat men heeft uitgezien naar midde
len om dit te doen dalen. Men'kwam
tot de ontdekking dat dieren die men
inspoot met diptheriebacillen of met
de afscheidingsproducten van deze
bacteriën, zoodanig dat een vrij lichte
infectie te weeg gebracht werd, zóó
dat het bewuste dier nauwelijks ziek
werd, stoffen in het bloed ontstonden,
de moeilijkste omstandigheden een
kunstmatige opening te maken in den
luchtweg en wel onder de plaats der
grootste vernauwing van de keel. Deze
ingreep is dan meestal een levensred
dende. Natuurlijk behoort de opening
die men heeft aangebracht eenigen
tijd, en wel zoo lang het ziekteproces
duurt en dientengevolge gevaar voor
verstikking oplevert, kunstmatig ver
wijd gehouden te worden. Tot dit
doel plaatst men een buisje, speciaal
daartoe ingericht, in de gemaakte
opening. Is het ontstekingsproces ge
weken, dan kan men het buisje er
wederom uitnemen en sluit de wond
zich doorgaans zeer spoedig. Ook deze
ingreep heeft het sterftecijfer in niet
geringe mate doen dalen.
Natuurlijk komt bij deze besproken"
maatregelen ook de algerpeene behan
deling van den patient, hetgeen ten
doel heeft-d3 ziekteverschijnselenzoomin
mogelijk hinderfijk te doen zijn, maar
zoo gunstig mogelijk te doen verloopen.
Daar dit een individueele zaak is,
meen ik slechts dit even te kunnen
aanstippen om u uit de waan te hel
pen, dat 'een seruminspuiting en een
eventueele operatie alles kan doen.
Wij hebben hiermede de allerbelang
rijkste punten besproken van deze
in alle opzichten zoo merkwaardige
en soms zoo buitengemeen gevaarlijke
en besmettelijke ziekte.
J MEDICUS.
In Ariic. schrijft de deskundige heer B.
van Asporen Vervenne daarover het vol
gende, dat ons voor kippenh ouders zeer
wetenswaardig voorkomt:
Een boog kan niet altijd gespannen zijn,
diat is een bekend feit, maar toch is het
opmerkelijk, hoe snel de eierpreductie f
ons land afneemt, zoodra het weer wer
kelijk warm wordt.
x 't Is mij echter in den laatsten tij"
duidelijk geworden, wat de eigenlijke oor
zaak daarvan is; dat is niets anders dan
Het ameublement.
was getrouwd, altijd nuchter en
door voor verstandig. Ik zeg „ging
6r 0r", omdat ik die verstandigheid niet
Vind kloppen met zijn getrouwd
2'n naam gaat niemand aan. Laten
dat.ie Wouter heet, 'n naam,
ge-
dien ik nog niet heb gebruikt.
loof k 1
Wéér 't gebeurd is hou ik óók voor
me
't Is gebeurd in *n vereeniging. Laten
We zeggen de schietvereeniging Raak 'm.
Uie club van oog- en handvaardige
jea£nen z°u °P zekeren avond 'n feest-
'h v^bben. Als je 'n heel jaar lang uit
je 'n loop hebt geschoten wil
Wpi^elijk wel eens 'n avondje uit den
0ïde„ s°hietenin 't fesoenüjke en
Vn 6üjke dan.
hit
ti
t dat gezellige avondje werd dan
fMcom missie benoemd, bestaande
lpgeestige mannen, die uiteraard
■htr!est'g programma zouden in-elkaar-
2,''aai.^1elden diverse vergaderingen van
?te geboom en wijs beraad. De laat-
®?eirp 6t vergaderingen was ijselijk ge-
e vrouw van een der feestcom-
*0hïstlï*>n, Bij wien deze laatste bijeen-
plaats had, mocht er niet eens bij
Bjes' L.'en a's ze binnen kwam met
®chap koffie werd er door het vijfman-
beid. Apzwegen in groote diepzinnig-
ue 2e s ze haar hielen had gelicht hoor-
van der Knip, de Wouter van het verhaal.
Wouter was voorzitter der vereeniging
en zat niet in de feestcommissie, omdat
men het bestuur een gemakkelijken
rustigen avond wilde bezorgen, wat dan
ook niet meer dan billijk genoemd kon
worden.
En, 't moet eerlijk gezegd, de avond
was prachtig voorbereid. Het programma
om te beginnen, zag er keurig uit. Muziek,
kort openingswoord, nog es muziek,
voordrachie, wedstrijd in 't rijmen, wed-
strijd in 't spietsen, weer 'n voordrachie
liederen van 'n bekenden, welwillenden
en belangloozen tenor, vioolsolo van
'n dito jongeman, die echter van de wel
willendheid der aanwezigen óók heel wa
vergdeen waarvan het jammer was
dat hij 'n solo speelde. En tot slotGr°°"
te tombola zonder nieten met als hoofd
prijs een salon-ameublement, geschon
ken door de beschermvrouwe, barones
van Otterhoven tot Lelieveld.
Dat regeltje van het programma ging
van mond tot mondeenigen mom
pelden dat het 'n grapje was, maar on
der het regeltje stond toch duidelijk,
dat de gelukkige winner ook genoegen
kon nemen met een bedrag in contanten,
groot 150 gulden. De lootjes kostten 'n
kwartje, waarvoor men minstens 'n
klein beeldje, 'n stukje zeep, 'n kinder
spelletje of 'n ander kramerijtje bekwam.
Allen wachtten met ongeduld op het
groote moment. Men luisterde geduldig
naar 't „orkestje" met nog meer geduld
naar de korte openingsrede van 'n half
uur, naar de voordrachies en wat meer
ten' tooneele werd gevoerd.
Toen begon het.
De man van de lootjes werd omver
geduwd door 'n dringenden, &e'ukbe-
hCt UeTïn z7er oTzich t die eisdh vol-
wisoh, men vergeet echter, dat
kio nog andere eischen heeft, dan
warm hok alleen; zij heeft ook v»l-
uüLrte frissdhe lucht <n-oodig om gezond
en kradhtig te Mijven en eieren tc kun-
Als hel met zoo warm is,
Han komt er, als regel, door reten en
noo wei zooveel lucht binnen, om
niet al te zeei voel- en
y'chthaar te maken, want ook de bedor-
warme lucht, die steeds omhoog
vindt dan gelegenheid te ontwij-
k 'al is het niet zoo vlug; maar als het
"keliik warm wordt, houdt de ventila
tie in zoo'n hok vrijwel op en treden cfe
bezwaren maar al te duidelijk aan het
licht. Een goed ingericht pluimveeihok
moet echter op alle weersomstandigheden
berekend zijn, want juist de uitersten in
bet weer verporzaken de grootste scha
de groote koude, groote hitte en veel
regen. Men heeft dus zong te dragen, dat
men een hok bouwt, dat bij hevige koude
dicht genoeg is. om de strengste vorst
buiten te sluiten, maar ook moet er zon
der moeite zooveel ventilatie in het hok
aangebracht kunnen worden, dat er zelfs
bii het warmste weer 's nachts voldoende
luohtcirculatie is. Als het beslist warm is,
geeft het eenvoudig openzetten van een
raam of een deur vrijwel niets, het wordt
eerst frisscher, wanneer men 2 deunen of
een raam én een deur tegen elkaar open
zet, zoodat een sterke luchtstroom ont
staat. Dit laatste nu is in de meeste kip
penhokken totaal onmogelijk, en men
hoeft dan ook niet te vragen, lioe be
nauwd het in een kippenhok is, als daar
s nachts 100 en meer, soms wei 200,
bijeenzitten.
Ik heb hoenders gevonden met de meest
kwaadaardige snot, die ik ooit heb aan
getroffen; bij massa's gingen de dieren
er aan ten gronde. Ik heb koppels aan
getroffen, niet ziek, van meer dan 200
stuks, die met hun allen maar ruim 30
eiereu per dag legden. Ik lcwam er des
middags om 5 uur, een heeile partij hoen
ders zat er al op stok, ze zaten letter
lijk te gapen van de warmte, de bekken
open, de vleugels van het lijf, toch stond-
de deur van het hok open. Ook was het
lang de warmste dag niet, het woei be
hoorlijk en 't was nog maar vijf uur;
men hoeft dus niet te vragen, hoe het er
's nachts geweest zal zijn, als er ruim
200 dienen op stok zaten. Het hok was
oen oud woonhuisje, de zolder was er
nog in, alleen waren er een paar plan-
kien uitgehaald voor die ventilatie zooge
naamd, maar hot dak was aangesmeerd
en potdicht dus, de ventilatie was dus
nihil, want de warme lucht kon niet vol
doende ontwijken. Het bezwaar werd nog
vergroot, doordat de zitstokken op de
oudenwetsohe manier oploopend in het
hok. waren aangebracht, zoodat de bo
venste zitstok bijna tegen den zolder aan
was. Helaas zijn de kippen nog niet zoo
wijs, dat ze by warm weer het laagste
plokje opzoeken; ze zoeken, zoowel bij
koude als bij warmte, hij voorkeur het
hoogste puntje op, al zouden ze er ook
slikken; trouwens op sommige tijden zul
len ze daar niet ver af zijn, denk ik.
Op een andere plaats heb ik meer dan
300 kippen aangetroffen, die per week
nauwelijks 600 eieren legden; er waren
daar wel drie kippenhokken, het eene
nog ondoelmatiger dan het andere, en
natuurlijk met oploopende zitstokken.
Hoeveel sahade zouden die mensohen
zich niet aandoen dooT zoo'n huisves
ting! Goed gehuisveste en goed verzorg
de hoenders ieggien op het oogenblik nog
minstens 3 eieren per weok; de persoon
met ruim 200 kippen, had dus tenminste
700 eieren die week moeten hebben; hij
had er even 200, een schade van 500 X
11 ets. 55 per week. De andere, met
ruim 300 kippen, had teilfhinste 1000 eie
ren moeten hebben; hij bracht er aan de
veiling nog geen 600, tekort 400, sChade
44 per week, gezwegen van de zieke
hoenders natuurlijk; snot noemde ik
reeds, maar tuberculose in den meest
ernstigen en meest afzichtelifken graad
trof ik er; enkele dieren heb ik ter over
tuiging afgemaakt en opengesneden.
Waarneer ik nu naga, dat ik nog lang
niet bij de meest achterlijke .kippenhou
ders geweest ben, ze waren allen nog lid
van de een of andere vereeniging, die
ik bezocht, dan durf ik gerust aannemen,
dat het bij de meeste kippenhouders op
het platteland niet veel beter is, en is de
groote teruggang der eierproduotie, zoo-
dra er van werkelijk warm weer sprake
is, volkomen verklaard, en de schade,
daardoor veroorzaakt, loopt, over het
het geheele land gerekend, duizenden en
duizenden guldens, die, met een beetje
meer frische lucht en een paar kleine
veranderingen in de nachthokken, groo-
tendeels waren te voorkomen. Die zit
stokken veranderen, dat is anders wat, be
zwaren genoog; de een was bang, dat hij
zijn kippen niet zou kunnen bergen, als
de stokken op gelijke hoogte lagen, om
dat hij ruiante verloor; het was echter
ooigenbJikkelijk door het uiterlijk der zit
stokken -uit te wijzen, dat alleen de bo
venste werden gebruik t en de andere een
voudig als trap dienden. Een ander zat
weer met schoonmaken, hij zou dan niet
zoo gemakkelijk onder de stokken kun
nen komen; alsof men do zitstokken persé
moet vastspijkeren en of men geen rek
kan maken, dat men opslaan of opklap
pen kon. Ik heb het pleit dan ook steeds
glansrijk gewonnen; ik ben echter nieuws
gierig, of de zitstokken veranderd zijn,
wanneer ik daar nog eens terugkom.
De voeding is eigenlijk net zoo treurig
als die huisvesting; duizenden jonge kui
kens en jonge eendjes zijn doodgegaan
aan te overvloedige voeding en slechte
voeding, en de meeste hoenders worden
lui en vadsig gemaakt door dezelfde fou
ten.
Wanneer men op de kuikens wijst, dan
is het eerste wal men hoort, maar mijn
eerste broedsels dan, die heib ik net zoo
behandeld, en die groeiden best. Zeker,
■dat zal wel waar zijn, is dan mijn ant
woord, maar de vroege kuikens zijn ster
ker, en in het voorjaar is het lang niet
zoo warm, de omstandigheden zijn dus
veel gunstiger. Gewoonlijk begint liet hier
dan wel te schemeren, en is er met veel
meer voor noodiig om hen de gemaakte
fouten helder te 'doen inzien. Vooral op
het warmst van den dag moeten kuikens
en jonge eenden zeer matig gevoed wor
den. Een cemdeneigemaar zei mij op zijn
eigen duidelijke wijze: „mijn eenden moe
ten mij nog harder achterna oopen als ik
het deurtje uitga, dan wanneer ik er in
kom", en dat is volkomen juist gezegd;
jonge dieren moeten graag gehouden wor
den, vooral als het waren is; trouwens
oude net zoo goed.
Hoeveel' pluimveehouders tegen dezen
stelregel zondigen, weet ik niet, maar 65
pet. zeker Overal waar men komt. op welk
uur van den diag ook, ziet men de mais
of ander graan maar zoo neergegooid, en
een bak met aangemaakt meel, meestal
maismeel, staat heel genoeglijk in de zon
te .verzuren. De -beesten zetten er natuur
lijk zoo wat geen bek aan, want ze zijn
verzadigd, en het resultaat is, dat ze
voor vijven op stok gaan zitten, waar het
restje gezondheid door overmatige waren-
te wordt gesloopt.
Hierbij zal ik het voor diibnaail 'laten; ik
vrees dat er nog wel -heel wat jaren zul
len verloopen, eer mijn collega's en ik
alle Ncdertenldscfhe pl-uiimiveehoudieTs deze
bei-de betrekkelijk eenvoudige zaken heb
ben duidelijk gemaakt, alleen dat reeds
een taak op zichzelf.
ach en2a°Bt gemompel, onderdrukt ge- j proevenden drom en moest al spoedg
eenige malen den rïaam Wouter de hulp inroepen van i'n mede-feest-
organisators. Het stroomde kwartjes in
't oude sigarenkistje en 'n half uurtje
later waren zoo goed als alle feestelingen
voorzien van eenige van die geheimzin
nige rolletjes. Wouter van dar Knip,
de voorzitter, had er zestienzat te
trillen op z'n stoel toen de trekking be
gon.
Eerst kwam er 'n hsele rits kleinig
heidjes.... vaasjes, toetertjes, rateltjes
trompetjes, welke instrumentjes direct
in gebruik werden genomenEinde
lijk werd er afgeroepen Hoofdprijs num
mer twee en veertig 1
„Ja!" gilde Wouter, hield bevend
z'n arm omhoog met het lootje, 'n Don
derend gejuich steeg op, toen men voor-
zitter Wouter den gelukkige wist. Wei
had iedereen graag zelf het ameublement
gewonnen, maar toch was men verheugd,
dat toevallig de voorzitter het had ge
troffen.
Wouter deed zenuwachtig van opwin
ding. Het feestcomité vroeg hem wat
hij wilde, het ameublement of de 150
piek.
„Nee-nee-nee, ik wil de prijs zooals ie
isgéén centen
Nou, dan zou het Maandag worden
bezorgd.
De eorc-voorzittü', jonkheer van Reij-
nenberg tot Groenmarken, die op de
eerste rij stoelen zat, kwam direct naar
Wouter toe, feliciteerde hem met het
geluk en fluisterde hem in 't oor; „Ik
geef je d'r tweehonderd gulden voor".
Alle duivels200 sjool'de jon
ker wist vast hoe 't er uitzag.. in 't
wilde weg zóó'n bedrag bieden, dat was
wat. Nee.. hij wou 't dan eerst wel es
zien. Dat vond men best. Hij moest dan
irect morgenochtend die zaak opbellen
't was telefoonnummer 1327
GOEDE HULP.
Mai ,a. Mag ik de borden voor
u wasschen, moeder?
Moeder. Neen kind, je breek! er
all tijd te veel.
Mari. Dan help ik u toch, moe
der. Er zijn er dan een volgenden keer
minder te wasschen.
EEN PS EU DO -BELG ISCH OFFICIER.7
De politie te Maastricht heeft aange
houden iemand die zich uitgaf voor Bel
gisch kapitein, in uniform gekleed en in
het bezit va.n allerlei stukken, o.m. van
Belgisch Ministerie van Oolog. At
eZa St,U,'kken ''leken valsch te zijn. Het
\i U"efrnV,ker, J A. J. G.. uit Luik.
mil >c-S B®1' van «en sleutelring
rens renfr fe en Bone-
deliik eën 2100(131 men vermoe-
Ook i, ön VrmeKt beeft gedaan.
,s 0" hem bevwi-den een liist van
gouden en zilveren vborwenpen en d-te-
manten, welke hij beweert in BeMë ia
bewaring gegeven te hebben.
Een oude Hagenaar schrijft aan de
^gsche Cnt." iets over -hooge leeftijden.
We ontleenen daaraan het volgende:
Ik had een grootje, dat placid te zeggen
jongen, je moet niet alles gelooven, wat
de mensohen vertellen en alles wat in de
krant staat.
Wanneer we de leeftijden in den büfcel
nagaan van die heel oude menschen, dan
zien we, dat sedert Methusatem, die niet
ver van de duizend jaar op aarde heeft
rondgewandeld, het aantal levensjaren van
den mensch allengs minderde. Zoo ver ons
geheugen reikt, wordt het reeds ais bij
zonderheid in de dagbladen vermeld, als
iemand den leeftijd van een eeuw bereikt
Niettemin vinden we in een werk uit het
begin der vorige eeuw een statistiek of
boter gezegd een verzameling opgaven/
van hooge leeftijden, in hoofdzaak uit de
17 en 18e eeuw, maar in die eeuwen was
er weinig of niets bekend van den Burger
lijken Stand. s
Zoo lezen we b.v. dat in 1635 te Shrop
shire in Engeland Thomas Pure, een arm
landbouwer, overleed in den oudenlom
van 153 jaar en dat hij tol z'n 130e jaar
nog veldarbeid verrichtte.
Dat in 1648 nog zoo'n patriarch in En
geland, zekere Thomas Dammer, op 155-
jarigen leeftijd naar betere gewesten ver
huisde.
Op 6 Februari 1757 overleed volgens
opgaaf wederom zoo'n oude John Buil,
en wel John Eilunghaus in Cornwalis
(graafschap) en er zou in dat graafschap
nog zoo'n oude heer zijn overleden, met
name Eckleston, oud 143 jaar.
Maar baas boven baas en alweer in En
geland, op 8 December 1670 zou in York
shire een man, mét name Henry Jenkens,
zijn overleden in den gezegenden ouder
dom van 169 jaar. Er is bij vermeld, dat
hij op z'n 100e jaar nog een geducht zwem
mer was. Het schijnt wel, dat Engeland
voorheen het land was voor oude men
schen bij uitnemendheid, want in Januari
1768 zou te Yorkshire zekere Francis Con
sist zijn gestorven op 150-jarigen leeftijd.
Verder Jol) n Taylor geen kleerma-
ker te Carrigill in Cumberland 133 jaar.
16 Augustus 1780 te Liverpool William
Eilis zou 130 jaar oud zijn geworden. Tho
mas Winsior (weer zoo'n oude Engelsch-
man) overleden 22 Augustus 1766 op 146-
jarigen leeftijd.
Te Kolingworth in Engeland overleed
James Rocveld op 25 Augustus Ï656, oud
152 jaar.
Onder de weinige vrouwen, die zijn ver
meld, zekere Margaretha Plaaten, overle
den te Londen, op 7 Juli 1639 op 138-jari-
gen leeftijd. Ook Margaretha Forster in
1771, oud 136 jaar.
Ook enkele gevallen van hoogen leeftijd
in ons land vinden we opgeteekend.
15 September 1741 Jan Polak, overle
den te Deventer, oud 113 jaar.
Te Rijswijk overleed 7 Februari 1723
Arend Schott, oud-soldaat, op 113-jhrigen
leeftijd. Slechts een paar gevallen van
-hoogen leeftijd in de 19e eeuw in ons land
zijn opgeteekend. Jacob Janse te Wormer,
overleed in den ouderdom van 110 jaar
op 2 Maart 1808. Te Leeuwarden overleed
op 21 Februari 1800 Johanna van Breuke-
len, oud 115 jaar.
Men ziet, dat hier te lande in 't begin der
19e eeuw 'n paar hooge leeftijden zijn ge
noteerd doch niet zooals de opgaven uit
de 18e eeuw, die al bijzonder hoog zijn.
Maar de vraag is of dat alles zuivere kof
fie is, 5 bui zen zijn menschelijk, en als
gezegd: in de 18e eeuw hét de opgave in
den Burgerlijken Stand over het algemeen
nogal te wenschen over.
maar 't telefoonnummer had een der
feestcommissarissen toevallig goed ont
houden, 't was in de D....straat. Als
ie nou morgenochtend op z'n werk kwam
en Btj vroeg aan z'n baas of ie even mocht
opbellen, dan had ie 's-avonds 't ameu
blement in huisde feestcommissie
zou zelf meekomendat was aardi
ger.
Toen het tombola-gewoel. wat was
gezakt, besloot men nog 'n poosje ge-
zelug bijelkaar te blijven. De joligheid
werd er niet minder op. Wouter trac-
teerde.tracteerde nog eens en gaf
f n VIjftien andere prijzen allemaal weg.
1 ?,n 'm nou geen cent meer schelen,
t Was bij twaalven toen de feestvier- j
„Hoe kom je daar bij
„Natuurlijk, waar wou je 't anders
neerzetten En jij bent morgen de heele
dag weg alleen met moeder kan 'k die
zware boel niet versjouwen. Dat nieuwe
meublement moet heelemaal in de voor
kamer, dat van de voorkamer moet hier
en wat hier staat verdeelen we zc o'n
beetje over de slaapkamer, 't kleine ka
mertje en moeder's kamertje. Meteen
maar beginnen
Wouter trok z'n gekleede jas uit en
ging aan 't werk, 'n Uur later was 't voor
kamertje leeg.
Tegen half drie lagen ze in bed....
om half zes moest Wouter weer op.
's-Morgens, in de eerste schaft, vroeg
^®rs vertr°kken. Er werd nog eens goed j hij, of ie even mocht telefoneeren. 't
Was goed,
afgesproken, dat ze den anderen avond
om zeven uur zouden komen.
Le vrouw van Wouter en z'n schoon
moeder, die inwoonde, waren nog op.
„Waar kom jij zoo laat vandaan
klonk het in duo.
„Natuurlijk van de schietfuifmaar
nou geef 'k je te raje I Nou geef 'k je te
raje Wat sleep ik me nou effies uit die
tombola 7"
„Nou
„n Compleet ameublement.... 'n
selonameublement.voor 'n kwart
je.... of liever voor zestien kwartjes.
't viel op me laatste nommertje't
kost minstens driehonderd gulden
d'r is ongezien tweehonderd voor geboje I'
Z'n vrouw kreeg 'n schok, dat de stoel
kraakteschoonmoeder bleef 'n vol
le minuut zitten in ovale mond-verstij
ving.
Maar Wouter's vrouw, direct weer de
practische huismoeder, stond ineens op
met groote vastberadenheid
en zei met groote
„Dan moeten we nou de voorkamer nog
den r.aam wisten ze zoo precies niet, leegmaken 1"
en even later zei een stem
aan de andere telefoon, dat de bezorging
stipt en op tijd zou worden uitgevoerd.
Even dacht Wouter, dat de stem hem
bekend voorkwam, maar in 'n telefoon
praatte iedereen zoowat 't zelfde, ten
minste dat leek zoo.
Z'n vrouw lag intusschen het zeil te
wrijven en moeder stond op 't plaatsje
het kleed te schuieren, dat languit over
de drooglijn hing.
's-Avonds zat het drietal te wachten,
netjes aangekleed. Wouter had tien si
garen gekochtz'n vrouw twee ons
kleingoed. De trekpot stond te gonzen.
,Ze schrokken van de belbuiten
klonk gemompel van stemmen. Wouter
deed zelf open. Voor de deur stond de
feestcommissie van gisteravond. Wouter
liet ze binnen, keek, of ie nog geen wagen
zag met meubels er opdie zou dan?
wel gauw komen. Het vijfmanschap
kreeg stoelen, sigaren, koffie en koek
er werd weinig gesproken. De voorzitter
van 't vijfmanschap zat 't touwtje los
neuteren van 'n klein, vierkant pakje. -■
za'en zeker de schroefjes in en de kope
ren knopjes en handvatjes. Toen touw
en papier er af waren zagen ze een doosje
met 'n plaatje er op. De voorzitter deed
het doosje open. Op het bodempje vast
genaaid zaten zes stoeltjes, 'n tafeltje,
'n kastje, 'n piano'tje zoo groot als 'n
lucifersdoosje en nog wat stoffeering.
Wouter en aanhang begreep nog niets
ze zagen wel het doosje kindersDeelgoed
en de grinnikende gezichten.
„Wouter begon toen de voorzit
ter „ik heb namens de feestcommis
sie 't genoegen, je hierbij als hoofdprijs
van de tombola het ameublement aan
te bieden". Meteen schoof ie 't doosje
onder Wouter's neus. Het vijfmanschap
bulderde. De gelukkige winner en z'n
aanhang bulderde niet I Tenminste niet
in 't bijzijn van de vijf feestcommissa
rissen 1
Toen deze bemerkten, dat de grap
een tragischer uitwerking had, dan za
hadden vermoed, werden ze verlegen
praatten al gauw van opstappen. Wat
dan ook spoedig gebeurde. Met 'n daver-
slag viel de voordeur achter hen dicht.
De gebeurtenis heeft eenige maanden
geleden plaatsgehad. Maar nog is Woutei
woedend op degenen, die het hem hebben
geleverd.
En wat hem nog nijdiger maakt is,
dat hij van iedereen moet hooren er te
zijn ingeloopen met.'n oer-oude mop,,
die reeds verschillende malen in verhaal-
tjes, tooneelstukjes en films in diverse
variaties is vertoond.
(Nadruk verboden). G. N.