Derde Van wet en wetgeving. Medische PraatjeSo Landh. en Visscherij^ Ons vroolijk hoekje; ÉLCK WAT WILS. t^ïois ecv. vfS" Cemengd Nieuws ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1921 de ministers. Abnormale vermindering dereier- productie in de zomermaanden 2etr.en- VAN OUDE MENSCHEN. J III. De verantwoordelij khe d der mini sters is drieërlei, t. w. de strafrechterlijke de geldelijke en de staatkundige verant woordelijkheid. De strafrechterlijke verantwoorde lijkheid der ministers is geregeld bij de wet van 22 April 1855 S.33. Volgens deze wet zijn de ministers strafbaar, in dien zij niet behoorlijk zorgen voor de uitvoering der Grondwet en van de andere wetten, voor zoover die van de Kroon afhangt. De ministers staan terecht voor den Hoogen Raad, op aanklacht hetzij van de Tweede Kamer, hetzij van de Ko ningin. Wil eene aanklacht in de Twee de Kamer in overweging genomen wor den, dan moet zij door ten minste 5 le den schriftelijk en met opgave van fei ten zijn ingediend. Meermalen is de vraag geopperd of de wet op de ministerieels verantwoorde lijkheid ook geldt voor reeds afgetreden ministers. De meeste schrijvers over ons Staatsrecht hebben die vraag be vestigend beantwoord, teneinde even wel ter zake allen twijfel uit te sluiten, is thans bij de Tweede Kamer door den heer Schaper een toetsontwerp inge diend, waarbij o. m. de wet op de mi- nisterieeie verantwoordelijkheid uit drukkelijk op reeds afgetreden mini sters van toepassing wordt verklaard. De wet op de ministerieele verant woordelijkheid is nimmer toegepast. Het laatste artikel van de bovenaan gehaalde van 1855 luidt: De geldelijke verantwoordelijkheid der „ministers wordt bij een nadere wet geregeld." Vermoedelijk zag de wetgever van 1855 geen kans om de financieele verant woordelijkheid der ministers behoor lijk te regelen en meende hij zich ver dienstelijk te maken door de wensche lijkheid eener regeling daarvan uit te spreken, de regeling zelve echter aan den toekomstigen wetgever overlaten de. Blijkbaar heeft echter na 1855 geen enkele Regeering kans gezien om het probleem der geldelijke verantwoorde lijkheid der ministers behoorlijk op te lossen, althans de regeling van de finan cieele verantwoordelijkheid van de Hoofden der ministerieele Departe menten laat nog steeds op zich wach ten. De staatkundige verantwoordelijk heid der ministers is niet voor wettelijke regeling vatbaar. De staatkundige verantwoordelijk heid bestaat hierin, dat de ministers geen handelingen, plegen, waardoor zij het vertrouwen van het Parlement kwijt raken want hebben zij eenmaal dit vertrouwen verloren, dan hebben zij zich tevens als minister onmogelijk ge maakt. Het is uiteraard zeer goed moge lijk, dat een minister in elk opzicht een eerlijk, handig en kundig bewindsman is en toch het vertrouwen van het Parle ment verspeelt, omdat zijne zienswijze ten aanzien van hetgeen in 's Lands be lang is niet overeenstemt met de gevoe lens van de meerderheid van het parle ment. De staatkundige verantwoorde lijkheid der ministers brengt mede, dat zij, althans in grove trekken rekening houden met de opinie van de meerder heid in het Parlement, óf wil aftreden. Bestaat er zooals wij gezien hebben eene strafrechterlijke, geldelijk en staat kundig; verantwoordelijkheid voor el- ken afzonderlijken minister, er is ook eene collectieve verantwoordelijkheid van alle ministers te samen,van het Ka binet in zijn geheel. Deze verantwoor delijkheid bestaat alleen in staatkundi gen zin en wel voor besluiten, die door den ministerraad worden genomen of Wel voor daden van een afzonderlijkep minister, waarvoor het geheele Kabinet zich uitdrukkelijk verantwoordelijk heeft gesteld. De Ministerraad het woord zegt het reeds is eene vergadering van alle ministers te samen.' min..vloi d,iu i\umi. op gezette tij-1 den en overigens wanneer de politieke toestand daartoe aanleiding geeft bij een. De Voorzitter wordt telkens voor één jaar door den ministerraad uitzijn midden benoemd. Zooal wij in een vorig artikel reeds aanstipten, brengt het gebruik mede, dat de Kabinetsformateur door zijn Collega's steeds als Voorzitter wordt aangewezen. Ook de secretaris van den minister raad wordt door dezen voor den tijd van één jaar uit zijn midden benoemd. Een en ander is geregeld bij Kon. Be sluit van 27 September 1905, waarbij het Reglement van Orde door den mini sterraad werd vastgesteld. Krachtens dit Regiement van orde beraadslaagt en besluit de ministerraad over al wat een gemeenschappelijk over leg tusschen de Hoofden der ministeri eele Departementen vordert, ten einde eenheid in de toepassing der Regeerings- beginselen te verzekeren, dat is o. m. over ontwerpen dan wet, van algemeene maatregelen van Bestuur, van verdra gen met vreemde mogendheden enz. Ook over de benoeming van hooge Staatsambtenaren wordt in den Mini sterraad beslist. Zoo wordt in den ministerraad een besluit genomen omtrent de benoe ming van de Voorzitters der bei-de Kamers der Staten-Generaalde leden van den Raad van State en de algemeene Rekenkamer Gezanten, die den titel voeren van minister-Residentde leden van den Hoogen Raad, benevens van den Procu reur-Generaal en advocaat Generaal bij den Hoogen Raad den President van het Hoog Militair ge rechtshof en van de burgerlijke ge rechtshoven, benevens den advocaat- Fiscaal bij het Hoog Militair Gerechts hof en de ProcureursGeneraal bij de burgerlijke gerechtshoven de commissaris der Koningin in de Provincie de Curatoren van de Rijks universiteiten en van de Technische hoogeschool den Burgemeester van Amsterdam, die bij' aan diptherie njaenae aieren ingespoten, een gunstigen invloed uit oefenden. Dit v/as eenbuitengemeen belangrijke ontdekking en op dezen grondslag berust thans onze z. g. serum-inspuiting. Men gebruikt hier toe in onze dagen bijna uitsluitend paarden en zooals u wellicht bekenden is, kunnen wij thans het diptherie-se- rum kant en klaar verkrijgen. Gewoon lijk wordt het serum ingespoten onder den huid van de dij, daar deze plaats wel de meest geschikte is. Hoe vroeger de inspuiting plaats vindt, des te meer kans op succes men heeft, terwijl ook op de naziekten deze behandelings wijze gunstig pleegt te werken. Deze ontdekking heeft het sterftecijfer tot meer dan de helft doen dalen. Men was in den eersten tijd zeer bevreesd voor eenige nadeelige gevolgen van deze inspuiting, hetgeen evenwel in lateren tijd bleek te berusten op een dwaling. In sommige gevallen zien wij slechts een typische uitslag optreden na de inspuiting wat in onze dagen ons niet meer verwondert, daar wij dit bij ver schillende andere ziekten, waarbij se rum-inspuitingen plaats vinden, heb ben leeren kennen. De uitslag vertoont veel overeenkomst met die der mazelen en treedt eerst een weekje na de in spuiting op. De patient voelt zich ge woonlijk, afgezien van de ziektever schijnselen die de diptherie met zich medebrengt, niet erg prettig, het geen gekenmerkt wordt door een pijn lijk gevoel in de ledematen. Alvorens afscheid te nemen van de diptherie, dienen wij nog een enkel woord te wijden aan het stjkkingsge- gevaar, dat 'deze ziekte met zich mede brengt. De keel kan zoodanig ontsto ken zijn en wel in zoo hevige mate, dat de ademhaling hierdoor vrijwel in haar geheel belemmerd wordt. Zoo in zulke gevallen niet vrij snel ingegrepen wordt, dan zou de patient zonder twijfel sterven aan. ademnood Het merkwaardige van het feit is nu, dat deze toestand vrij plotseling kan optreden. Woont men buiten ver van een ziekenhuis verwijderd, dan is niet zelden de huisdokter verplicht ten hui- <Je ©ndoennaiage en voeding. Hoewel voiding en huis vesting ten allen tijde van girooten invloed zijn op eier- productie van hel hoen, en de fouten, die men daarbij maakt, zich altijd in de pro. ductie wreken, is de uitwerking dezer fouten bij groote warmte eenvoudig fnuikend voor de productie. Nu hebben fre niet atijd zomers, die zoo warm en zoo droog zijn, als dit jaar het geval is, maar toch komt er in eiken zomer wel een kortere of langere periode van flinke warmte, sonys zelfs al vroeg in het jaar, en enkele van die warme dagen moeten al voldoende zijn om de cierprodoctie voor een goed deel van den zomer te nekken. Ik heb de laatste paar weken heed wat tappenhouders bezocht, verscheidene dagen heb ik op mijn fiets gezeten, rijdende van den eenen boer naar den anderen en helb ik in de kippenhokken rondgekeken, en heb geluisterd naar en gepraat met de kippenhouders. Mifa bevindingen waren, op enkele uitzonderingen na, treurig, en ik durf ge- da* de doorsnee-pluimvee houdern ons land nog geen flauw be- heeft van heigeen een lap eigenlijk Somt en wat een kip verdragen kan In wat n«t. De beste dieren zouden in r>m»eving en bij zoo'n verzorging Men- ai had men kippen, 4 geslachten vel van vaders- ais van moeders- !"T' (jjeren met een productie van ui 100 eieren gefokt, dan nog zouden in die omstandigheden niet tot de fouten worden wel begaan ln d| huisvesting- Ons klimaat brengt mei en u mede, dat we meer met koude 23 hl da" met warmte en droogte hebben rekening te houden, en dat is hebben eerste eisoh, die men aan °0rakim>enlK>k stelt, is, dat het vooral i en didht. Vooral op het plalte- wanm men (jaa!r erg van, ook aan woonhuis stelt men dezelfde van den Haag, die van de hoofdsteden ze van den patient, zeer zeker onder li I1J-_ A»vicj-m/ltrfnflrlan der Provinciën en van Gemeenten bo ven de 50.000 zielen. den Gouverneur-Generaal van Ned. Indië, benevens de Gouverneurs van Suriname en Curasao. de leden van den Raad van Indië. de Commandant van de Land-en van de Zeemacht in Indië. de Presidenten van het Hoogge rechtshof en de algemeene Rekenka mer in Indië. Ook de voordrachten tot benoeming van personen in een der drie Neder- landsche Ridderorden komen in den Ministerraad. Al komen de voormelde aangelegenhe den in den ministerraad, dan wil dit nog niet zeggen dat omtrent deze za ken steeds bij meerderheid van stem men wordt beslist. Praktisch zal het wel hierop nee; komen, dat de stem van den minister, onder wiens Departement de betrekkelijke aangelegenheid res sorteert het meest gewicht in de schaal legt. Alleen bij aangelegenheden van zeer bijzonder belang of wanneer een gedeelte der collega's van een minister tegen diens voordracht zwaarwichtige bezwaren hebben, bestaat er reden om aan te nemen, dat de stem van het be trokken Departementshoofd niet zwaar der weegt dan die der andere ministers. DIPTHERIE. IV. Ons rest nog met elkander na te gaan op welke wijze men de diptherie-patiënt tracht te hulp te komen om hem zoo goed mogelijk door zijn ziekte heen te helpen. Was in vroeger jaren het sterfte cijfer zeer hoog, zoo is het begrijpelijk, dat men heeft uitgezien naar midde len om dit te doen dalen. Men'kwam tot de ontdekking dat dieren die men inspoot met diptheriebacillen of met de afscheidingsproducten van deze bacteriën, zoodanig dat een vrij lichte infectie te weeg gebracht werd, zóó dat het bewuste dier nauwelijks ziek werd, stoffen in het bloed ontstonden, de moeilijkste omstandigheden een kunstmatige opening te maken in den luchtweg en wel onder de plaats der grootste vernauwing van de keel. Deze ingreep is dan meestal een levensred dende. Natuurlijk behoort de opening die men heeft aangebracht eenigen tijd, en wel zoo lang het ziekteproces duurt en dientengevolge gevaar voor verstikking oplevert, kunstmatig ver wijd gehouden te worden. Tot dit doel plaatst men een buisje, speciaal daartoe ingericht, in de gemaakte opening. Is het ontstekingsproces ge weken, dan kan men het buisje er wederom uitnemen en sluit de wond zich doorgaans zeer spoedig. Ook deze ingreep heeft het sterftecijfer in niet geringe mate doen dalen. Natuurlijk komt bij deze besproken" maatregelen ook de algerpeene behan deling van den patient, hetgeen ten doel heeft-d3 ziekteverschijnselenzoomin mogelijk hinderfijk te doen zijn, maar zoo gunstig mogelijk te doen verloopen. Daar dit een individueele zaak is, meen ik slechts dit even te kunnen aanstippen om u uit de waan te hel pen, dat 'een seruminspuiting en een eventueele operatie alles kan doen. Wij hebben hiermede de allerbelang rijkste punten besproken van deze in alle opzichten zoo merkwaardige en soms zoo buitengemeen gevaarlijke en besmettelijke ziekte. J MEDICUS. In Ariic. schrijft de deskundige heer B. van Asporen Vervenne daarover het vol gende, dat ons voor kippenh ouders zeer wetenswaardig voorkomt: Een boog kan niet altijd gespannen zijn, diat is een bekend feit, maar toch is het opmerkelijk, hoe snel de eierpreductie f ons land afneemt, zoodra het weer wer kelijk warm wordt. x 't Is mij echter in den laatsten tij" duidelijk geworden, wat de eigenlijke oor zaak daarvan is; dat is niets anders dan Het ameublement. was getrouwd, altijd nuchter en door voor verstandig. Ik zeg „ging 6r 0r", omdat ik die verstandigheid niet Vind kloppen met zijn getrouwd 2'n naam gaat niemand aan. Laten dat.ie Wouter heet, 'n naam, ge- dien ik nog niet heb gebruikt. loof k 1 Wéér 't gebeurd is hou ik óók voor me 't Is gebeurd in *n vereeniging. Laten We zeggen de schietvereeniging Raak 'm. Uie club van oog- en handvaardige jea£nen z°u °P zekeren avond 'n feest- 'h v^bben. Als je 'n heel jaar lang uit je 'n loop hebt geschoten wil Wpi^elijk wel eens 'n avondje uit den 0ïde„ s°hietenin 't fesoenüjke en Vn 6üjke dan. hit ti t dat gezellige avondje werd dan fMcom missie benoemd, bestaande lpgeestige mannen, die uiteraard ■htr!est'g programma zouden in-elkaar- 2,''aai.^1elden diverse vergaderingen van ?te geboom en wijs beraad. De laat- ®?eirp 6t vergaderingen was ijselijk ge- e vrouw van een der feestcom- *0hïstlï*>n, Bij wien deze laatste bijeen- plaats had, mocht er niet eens bij Bjes' L.'en a's ze binnen kwam met ®chap koffie werd er door het vijfman- beid. Apzwegen in groote diepzinnig- ue 2e s ze haar hielen had gelicht hoor- van der Knip, de Wouter van het verhaal. Wouter was voorzitter der vereeniging en zat niet in de feestcommissie, omdat men het bestuur een gemakkelijken rustigen avond wilde bezorgen, wat dan ook niet meer dan billijk genoemd kon worden. En, 't moet eerlijk gezegd, de avond was prachtig voorbereid. Het programma om te beginnen, zag er keurig uit. Muziek, kort openingswoord, nog es muziek, voordrachie, wedstrijd in 't rijmen, wed- strijd in 't spietsen, weer 'n voordrachie liederen van 'n bekenden, welwillenden en belangloozen tenor, vioolsolo van 'n dito jongeman, die echter van de wel willendheid der aanwezigen óók heel wa vergdeen waarvan het jammer was dat hij 'n solo speelde. En tot slotGr°°" te tombola zonder nieten met als hoofd prijs een salon-ameublement, geschon ken door de beschermvrouwe, barones van Otterhoven tot Lelieveld. Dat regeltje van het programma ging van mond tot mondeenigen mom pelden dat het 'n grapje was, maar on der het regeltje stond toch duidelijk, dat de gelukkige winner ook genoegen kon nemen met een bedrag in contanten, groot 150 gulden. De lootjes kostten 'n kwartje, waarvoor men minstens 'n klein beeldje, 'n stukje zeep, 'n kinder spelletje of 'n ander kramerijtje bekwam. Allen wachtten met ongeduld op het groote moment. Men luisterde geduldig naar 't „orkestje" met nog meer geduld naar de korte openingsrede van 'n half uur, naar de voordrachies en wat meer ten' tooneele werd gevoerd. Toen begon het. De man van de lootjes werd omver geduwd door 'n dringenden, &e'ukbe- hCt UeTïn z7er oTzich t die eisdh vol- wisoh, men vergeet echter, dat kio nog andere eischen heeft, dan warm hok alleen; zij heeft ook v»l- uüLrte frissdhe lucht <n-oodig om gezond en kradhtig te Mijven en eieren tc kun- Als hel met zoo warm is, Han komt er, als regel, door reten en noo wei zooveel lucht binnen, om niet al te zeei voel- en y'chthaar te maken, want ook de bedor- warme lucht, die steeds omhoog vindt dan gelegenheid te ontwij- k 'al is het niet zoo vlug; maar als het "keliik warm wordt, houdt de ventila tie in zoo'n hok vrijwel op en treden cfe bezwaren maar al te duidelijk aan het licht. Een goed ingericht pluimveeihok moet echter op alle weersomstandigheden berekend zijn, want juist de uitersten in bet weer verporzaken de grootste scha de groote koude, groote hitte en veel regen. Men heeft dus zong te dragen, dat men een hok bouwt, dat bij hevige koude dicht genoeg is. om de strengste vorst buiten te sluiten, maar ook moet er zon der moeite zooveel ventilatie in het hok aangebracht kunnen worden, dat er zelfs bii het warmste weer 's nachts voldoende luohtcirculatie is. Als het beslist warm is, geeft het eenvoudig openzetten van een raam of een deur vrijwel niets, het wordt eerst frisscher, wanneer men 2 deunen of een raam én een deur tegen elkaar open zet, zoodat een sterke luchtstroom ont staat. Dit laatste nu is in de meeste kip penhokken totaal onmogelijk, en men hoeft dan ook niet te vragen, lioe be nauwd het in een kippenhok is, als daar s nachts 100 en meer, soms wei 200, bijeenzitten. Ik heb hoenders gevonden met de meest kwaadaardige snot, die ik ooit heb aan getroffen; bij massa's gingen de dieren er aan ten gronde. Ik heb koppels aan getroffen, niet ziek, van meer dan 200 stuks, die met hun allen maar ruim 30 eiereu per dag legden. Ik lcwam er des middags om 5 uur, een heeile partij hoen ders zat er al op stok, ze zaten letter lijk te gapen van de warmte, de bekken open, de vleugels van het lijf, toch stond- de deur van het hok open. Ook was het lang de warmste dag niet, het woei be hoorlijk en 't was nog maar vijf uur; men hoeft dus niet te vragen, hoe het er 's nachts geweest zal zijn, als er ruim 200 dienen op stok zaten. Het hok was oen oud woonhuisje, de zolder was er nog in, alleen waren er een paar plan- kien uitgehaald voor die ventilatie zooge naamd, maar hot dak was aangesmeerd en potdicht dus, de ventilatie was dus nihil, want de warme lucht kon niet vol doende ontwijken. Het bezwaar werd nog vergroot, doordat de zitstokken op de oudenwetsohe manier oploopend in het hok. waren aangebracht, zoodat de bo venste zitstok bijna tegen den zolder aan was. Helaas zijn de kippen nog niet zoo wijs, dat ze by warm weer het laagste plokje opzoeken; ze zoeken, zoowel bij koude als bij warmte, hij voorkeur het hoogste puntje op, al zouden ze er ook slikken; trouwens op sommige tijden zul len ze daar niet ver af zijn, denk ik. Op een andere plaats heb ik meer dan 300 kippen aangetroffen, die per week nauwelijks 600 eieren legden; er waren daar wel drie kippenhokken, het eene nog ondoelmatiger dan het andere, en natuurlijk met oploopende zitstokken. Hoeveel sahade zouden die mensohen zich niet aandoen dooT zoo'n huisves ting! Goed gehuisveste en goed verzorg de hoenders ieggien op het oogenblik nog minstens 3 eieren per weok; de persoon met ruim 200 kippen, had dus tenminste 700 eieren die week moeten hebben; hij had er even 200, een schade van 500 X 11 ets. 55 per week. De andere, met ruim 300 kippen, had teilfhinste 1000 eie ren moeten hebben; hij bracht er aan de veiling nog geen 600, tekort 400, sChade 44 per week, gezwegen van de zieke hoenders natuurlijk; snot noemde ik reeds, maar tuberculose in den meest ernstigen en meest afzichtelifken graad trof ik er; enkele dieren heb ik ter over tuiging afgemaakt en opengesneden. Waarneer ik nu naga, dat ik nog lang niet bij de meest achterlijke .kippenhou ders geweest ben, ze waren allen nog lid van de een of andere vereeniging, die ik bezocht, dan durf ik gerust aannemen, dat het bij de meeste kippenhouders op het platteland niet veel beter is, en is de groote teruggang der eierproduotie, zoo- dra er van werkelijk warm weer sprake is, volkomen verklaard, en de schade, daardoor veroorzaakt, loopt, over het het geheele land gerekend, duizenden en duizenden guldens, die, met een beetje meer frische lucht en een paar kleine veranderingen in de nachthokken, groo- tendeels waren te voorkomen. Die zit stokken veranderen, dat is anders wat, be zwaren genoog; de een was bang, dat hij zijn kippen niet zou kunnen bergen, als de stokken op gelijke hoogte lagen, om dat hij ruiante verloor; het was echter ooigenbJikkelijk door het uiterlijk der zit stokken -uit te wijzen, dat alleen de bo venste werden gebruik t en de andere een voudig als trap dienden. Een ander zat weer met schoonmaken, hij zou dan niet zoo gemakkelijk onder de stokken kun nen komen; alsof men do zitstokken persé moet vastspijkeren en of men geen rek kan maken, dat men opslaan of opklap pen kon. Ik heb het pleit dan ook steeds glansrijk gewonnen; ik ben echter nieuws gierig, of de zitstokken veranderd zijn, wanneer ik daar nog eens terugkom. De voeding is eigenlijk net zoo treurig als die huisvesting; duizenden jonge kui kens en jonge eendjes zijn doodgegaan aan te overvloedige voeding en slechte voeding, en de meeste hoenders worden lui en vadsig gemaakt door dezelfde fou ten. Wanneer men op de kuikens wijst, dan is het eerste wal men hoort, maar mijn eerste broedsels dan, die heib ik net zoo behandeld, en die groeiden best. Zeker, ■dat zal wel waar zijn, is dan mijn ant woord, maar de vroege kuikens zijn ster ker, en in het voorjaar is het lang niet zoo warm, de omstandigheden zijn dus veel gunstiger. Gewoonlijk begint liet hier dan wel te schemeren, en is er met veel meer voor noodiig om hen de gemaakte fouten helder te 'doen inzien. Vooral op het warmst van den dag moeten kuikens en jonge eenden zeer matig gevoed wor den. Een cemdeneigemaar zei mij op zijn eigen duidelijke wijze: „mijn eenden moe ten mij nog harder achterna oopen als ik het deurtje uitga, dan wanneer ik er in kom", en dat is volkomen juist gezegd; jonge dieren moeten graag gehouden wor den, vooral als het waren is; trouwens oude net zoo goed. Hoeveel' pluimveehouders tegen dezen stelregel zondigen, weet ik niet, maar 65 pet. zeker Overal waar men komt. op welk uur van den diag ook, ziet men de mais of ander graan maar zoo neergegooid, en een bak met aangemaakt meel, meestal maismeel, staat heel genoeglijk in de zon te .verzuren. De -beesten zetten er natuur lijk zoo wat geen bek aan, want ze zijn verzadigd, en het resultaat is, dat ze voor vijven op stok gaan zitten, waar het restje gezondheid door overmatige waren- te wordt gesloopt. Hierbij zal ik het voor diibnaail 'laten; ik vrees dat er nog wel -heel wat jaren zul len verloopen, eer mijn collega's en ik alle Ncdertenldscfhe pl-uiimiveehoudieTs deze bei-de betrekkelijk eenvoudige zaken heb ben duidelijk gemaakt, alleen dat reeds een taak op zichzelf. ach en2a°Bt gemompel, onderdrukt ge- j proevenden drom en moest al spoedg eenige malen den rïaam Wouter de hulp inroepen van i'n mede-feest- organisators. Het stroomde kwartjes in 't oude sigarenkistje en 'n half uurtje later waren zoo goed als alle feestelingen voorzien van eenige van die geheimzin nige rolletjes. Wouter van dar Knip, de voorzitter, had er zestienzat te trillen op z'n stoel toen de trekking be gon. Eerst kwam er 'n hsele rits kleinig heidjes.... vaasjes, toetertjes, rateltjes trompetjes, welke instrumentjes direct in gebruik werden genomenEinde lijk werd er afgeroepen Hoofdprijs num mer twee en veertig 1 „Ja!" gilde Wouter, hield bevend z'n arm omhoog met het lootje, 'n Don derend gejuich steeg op, toen men voor- zitter Wouter den gelukkige wist. Wei had iedereen graag zelf het ameublement gewonnen, maar toch was men verheugd, dat toevallig de voorzitter het had ge troffen. Wouter deed zenuwachtig van opwin ding. Het feestcomité vroeg hem wat hij wilde, het ameublement of de 150 piek. „Nee-nee-nee, ik wil de prijs zooals ie isgéén centen Nou, dan zou het Maandag worden bezorgd. De eorc-voorzittü', jonkheer van Reij- nenberg tot Groenmarken, die op de eerste rij stoelen zat, kwam direct naar Wouter toe, feliciteerde hem met het geluk en fluisterde hem in 't oor; „Ik geef je d'r tweehonderd gulden voor". Alle duivels200 sjool'de jon ker wist vast hoe 't er uitzag.. in 't wilde weg zóó'n bedrag bieden, dat was wat. Nee.. hij wou 't dan eerst wel es zien. Dat vond men best. Hij moest dan irect morgenochtend die zaak opbellen 't was telefoonnummer 1327 GOEDE HULP. Mai ,a. Mag ik de borden voor u wasschen, moeder? Moeder. Neen kind, je breek! er all tijd te veel. Mari. Dan help ik u toch, moe der. Er zijn er dan een volgenden keer minder te wasschen. EEN PS EU DO -BELG ISCH OFFICIER.7 De politie te Maastricht heeft aange houden iemand die zich uitgaf voor Bel gisch kapitein, in uniform gekleed en in het bezit va.n allerlei stukken, o.m. van Belgisch Ministerie van Oolog. At eZa St,U,'kken ''leken valsch te zijn. Het \i U"efrnV,ker, J A. J. G.. uit Luik. mil >c-S B®1' van «en sleutelring rens renfr fe en Bone- deliik eën 2100(131 men vermoe- Ook i, ön VrmeKt beeft gedaan. ,s 0" hem bevwi-den een liist van gouden en zilveren vborwenpen en d-te- manten, welke hij beweert in BeMë ia bewaring gegeven te hebben. Een oude Hagenaar schrijft aan de ^gsche Cnt." iets over -hooge leeftijden. We ontleenen daaraan het volgende: Ik had een grootje, dat placid te zeggen jongen, je moet niet alles gelooven, wat de mensohen vertellen en alles wat in de krant staat. Wanneer we de leeftijden in den büfcel nagaan van die heel oude menschen, dan zien we, dat sedert Methusatem, die niet ver van de duizend jaar op aarde heeft rondgewandeld, het aantal levensjaren van den mensch allengs minderde. Zoo ver ons geheugen reikt, wordt het reeds ais bij zonderheid in de dagbladen vermeld, als iemand den leeftijd van een eeuw bereikt Niettemin vinden we in een werk uit het begin der vorige eeuw een statistiek of boter gezegd een verzameling opgaven/ van hooge leeftijden, in hoofdzaak uit de 17 en 18e eeuw, maar in die eeuwen was er weinig of niets bekend van den Burger lijken Stand. s Zoo lezen we b.v. dat in 1635 te Shrop shire in Engeland Thomas Pure, een arm landbouwer, overleed in den oudenlom van 153 jaar en dat hij tol z'n 130e jaar nog veldarbeid verrichtte. Dat in 1648 nog zoo'n patriarch in En geland, zekere Thomas Dammer, op 155- jarigen leeftijd naar betere gewesten ver huisde. Op 6 Februari 1757 overleed volgens opgaaf wederom zoo'n oude John Buil, en wel John Eilunghaus in Cornwalis (graafschap) en er zou in dat graafschap nog zoo'n oude heer zijn overleden, met name Eckleston, oud 143 jaar. Maar baas boven baas en alweer in En geland, op 8 December 1670 zou in York shire een man, mét name Henry Jenkens, zijn overleden in den gezegenden ouder dom van 169 jaar. Er is bij vermeld, dat hij op z'n 100e jaar nog een geducht zwem mer was. Het schijnt wel, dat Engeland voorheen het land was voor oude men schen bij uitnemendheid, want in Januari 1768 zou te Yorkshire zekere Francis Con sist zijn gestorven op 150-jarigen leeftijd. Verder Jol) n Taylor geen kleerma- ker te Carrigill in Cumberland 133 jaar. 16 Augustus 1780 te Liverpool William Eilis zou 130 jaar oud zijn geworden. Tho mas Winsior (weer zoo'n oude Engelsch- man) overleden 22 Augustus 1766 op 146- jarigen leeftijd. Te Kolingworth in Engeland overleed James Rocveld op 25 Augustus Ï656, oud 152 jaar. Onder de weinige vrouwen, die zijn ver meld, zekere Margaretha Plaaten, overle den te Londen, op 7 Juli 1639 op 138-jari- gen leeftijd. Ook Margaretha Forster in 1771, oud 136 jaar. Ook enkele gevallen van hoogen leeftijd in ons land vinden we opgeteekend. 15 September 1741 Jan Polak, overle den te Deventer, oud 113 jaar. Te Rijswijk overleed 7 Februari 1723 Arend Schott, oud-soldaat, op 113-jhrigen leeftijd. Slechts een paar gevallen van -hoogen leeftijd in de 19e eeuw in ons land zijn opgeteekend. Jacob Janse te Wormer, overleed in den ouderdom van 110 jaar op 2 Maart 1808. Te Leeuwarden overleed op 21 Februari 1800 Johanna van Breuke- len, oud 115 jaar. Men ziet, dat hier te lande in 't begin der 19e eeuw 'n paar hooge leeftijden zijn ge noteerd doch niet zooals de opgaven uit de 18e eeuw, die al bijzonder hoog zijn. Maar de vraag is of dat alles zuivere kof fie is, 5 bui zen zijn menschelijk, en als gezegd: in de 18e eeuw hét de opgave in den Burgerlijken Stand over het algemeen nogal te wenschen over. maar 't telefoonnummer had een der feestcommissarissen toevallig goed ont houden, 't was in de D....straat. Als ie nou morgenochtend op z'n werk kwam en Btj vroeg aan z'n baas of ie even mocht opbellen, dan had ie 's-avonds 't ameu blement in huisde feestcommissie zou zelf meekomendat was aardi ger. Toen het tombola-gewoel. wat was gezakt, besloot men nog 'n poosje ge- zelug bijelkaar te blijven. De joligheid werd er niet minder op. Wouter trac- teerde.tracteerde nog eens en gaf f n VIjftien andere prijzen allemaal weg. 1 ?,n 'm nou geen cent meer schelen, t Was bij twaalven toen de feestvier- j „Hoe kom je daar bij „Natuurlijk, waar wou je 't anders neerzetten En jij bent morgen de heele dag weg alleen met moeder kan 'k die zware boel niet versjouwen. Dat nieuwe meublement moet heelemaal in de voor kamer, dat van de voorkamer moet hier en wat hier staat verdeelen we zc o'n beetje over de slaapkamer, 't kleine ka mertje en moeder's kamertje. Meteen maar beginnen Wouter trok z'n gekleede jas uit en ging aan 't werk, 'n Uur later was 't voor kamertje leeg. Tegen half drie lagen ze in bed.... om half zes moest Wouter weer op. 's-Morgens, in de eerste schaft, vroeg ^®rs vertr°kken. Er werd nog eens goed j hij, of ie even mocht telefoneeren. 't Was goed, afgesproken, dat ze den anderen avond om zeven uur zouden komen. Le vrouw van Wouter en z'n schoon moeder, die inwoonde, waren nog op. „Waar kom jij zoo laat vandaan klonk het in duo. „Natuurlijk van de schietfuifmaar nou geef 'k je te raje I Nou geef 'k je te raje Wat sleep ik me nou effies uit die tombola 7" „Nou „n Compleet ameublement.... 'n selonameublement.voor 'n kwart je.... of liever voor zestien kwartjes. 't viel op me laatste nommertje't kost minstens driehonderd gulden d'r is ongezien tweehonderd voor geboje I' Z'n vrouw kreeg 'n schok, dat de stoel kraakteschoonmoeder bleef 'n vol le minuut zitten in ovale mond-verstij ving. Maar Wouter's vrouw, direct weer de practische huismoeder, stond ineens op met groote vastberadenheid en zei met groote „Dan moeten we nou de voorkamer nog den r.aam wisten ze zoo precies niet, leegmaken 1" en even later zei een stem aan de andere telefoon, dat de bezorging stipt en op tijd zou worden uitgevoerd. Even dacht Wouter, dat de stem hem bekend voorkwam, maar in 'n telefoon praatte iedereen zoowat 't zelfde, ten minste dat leek zoo. Z'n vrouw lag intusschen het zeil te wrijven en moeder stond op 't plaatsje het kleed te schuieren, dat languit over de drooglijn hing. 's-Avonds zat het drietal te wachten, netjes aangekleed. Wouter had tien si garen gekochtz'n vrouw twee ons kleingoed. De trekpot stond te gonzen. ,Ze schrokken van de belbuiten klonk gemompel van stemmen. Wouter deed zelf open. Voor de deur stond de feestcommissie van gisteravond. Wouter liet ze binnen, keek, of ie nog geen wagen zag met meubels er opdie zou dan? wel gauw komen. Het vijfmanschap kreeg stoelen, sigaren, koffie en koek er werd weinig gesproken. De voorzitter van 't vijfmanschap zat 't touwtje los neuteren van 'n klein, vierkant pakje. -■ za'en zeker de schroefjes in en de kope ren knopjes en handvatjes. Toen touw en papier er af waren zagen ze een doosje met 'n plaatje er op. De voorzitter deed het doosje open. Op het bodempje vast genaaid zaten zes stoeltjes, 'n tafeltje, 'n kastje, 'n piano'tje zoo groot als 'n lucifersdoosje en nog wat stoffeering. Wouter en aanhang begreep nog niets ze zagen wel het doosje kindersDeelgoed en de grinnikende gezichten. „Wouter begon toen de voorzit ter „ik heb namens de feestcommis sie 't genoegen, je hierbij als hoofdprijs van de tombola het ameublement aan te bieden". Meteen schoof ie 't doosje onder Wouter's neus. Het vijfmanschap bulderde. De gelukkige winner en z'n aanhang bulderde niet I Tenminste niet in 't bijzijn van de vijf feestcommissa rissen 1 Toen deze bemerkten, dat de grap een tragischer uitwerking had, dan za hadden vermoed, werden ze verlegen praatten al gauw van opstappen. Wat dan ook spoedig gebeurde. Met 'n daver- slag viel de voordeur achter hen dicht. De gebeurtenis heeft eenige maanden geleden plaatsgehad. Maar nog is Woutei woedend op degenen, die het hem hebben geleverd. En wat hem nog nijdiger maakt is, dat hij van iedereen moet hooren er te zijn ingeloopen met.'n oer-oude mop,, die reeds verschillende malen in verhaal- tjes, tooneelstukjes en films in diverse variaties is vertoond. (Nadruk verboden). G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 7