BUITENLAND BINNENLAND. FEÜILLETÖN" Onder Valsche Vlag BEIS. BUITENL BERICHTEN. DINSDAG 13 SEPTEMBER 1921 LEGERHERVORMING EN - OORLOGSBEZUINIGING. tweede deel. „Lou hij den wijn zien De opge wondenheid van Augusta steeg ten top; als een gloeiende stroomliep het bloed door hare aderen vonken vuur dansten sn dwarrelden voor hare oogen. Had hij reeds gedronken Ofindien hij aare list ontdekte Kwam daar achter dien boomstam niet een spotachtig acher.d duivelsgezicht te voorschijn Neen, net was haar vijand. Hij hield het jlas in de hand hij dronk Ha het werk was gelukt, yan nu af had zij niets meer te vreezen zij was gered, gered Met beide handen tegen het branden- ie voorhoofd gedrukt keek Augusta rond. Het door hare verhitte verbeel dingskracht haar voorgetooverde beeld was verdwenen, en zij kwam tot de over tuiging dat haar doel nog niet, was be reikt, dat Muller nog leefde. „Waarom, o waarom, kwam hij niet te voorschijn. De tiid. dat hii haar ko" verwachten. De toestand in Ierland. was lang voorbij. Hoopte hij nog altijd op hare komst, of was hij reeds dood „O Een schaduw vertoonde zich in de open deur hij kwam de trap af. Met starende oogen volgd Augusta zijn bewegingen. Nu had hij den uitgang bereikt de poort viel achter hem in het slot. In de volende seconde vloog Augu sta naar het tuinhuisje. Door de ven sters van het vertrek drong nog genoeg van het verdwijnend daglicht, om de voorwerpen te onderscheiden. De flesch waar was zij Zij stond niet meer op de tafel. Angstig dwaalden de oogen der zoekende door het vertrek en bleven eindelijk op de vensterbanken rusten. Een sprong, en zij had de flesch in hare handen ze was half leeg 1 Haar list was gelukt, haar doodvijand vernietigd „Vermoord Moord Een moordena res Was zij dat Neen, neen en duizend maal neen 1 Een zonderling, spookachtig licht scheen plotseling in gindschen hoek te flikkeren het toonde haar een doode mcf op.n eelaat en wijd on«n. De crisis in Duitschland. staande oogen, die haar aanstaarden1 verglaasde gebroken oogen. Zij kwa men hoe langer hoe nader en staarden haar aan, terwijl de bleeke mond de woorden fluisterde, die de moeder van Marion op het sterfbed haren echtge noot had toegeroepen „De wraak zal u treffen. Gods molen maalt langzaam, maar ontzaglijk fijn Een onbeschrijfelijke doodsangst over viel het rampzalig schepsel. Tevergeefs bedekte zij 't gelaat om het ontzettend schouwspel niet te zienJÈn die oogen wa ren overal en het fluisteren van den doode werd hoe langer hoe luider, tot dat het gelijk een donderstem klonk, die de geheele ruimte vervulde. „Gods mo len maalt langzaam, maar ontzaglijk fijn 1" klonk het haar te gemoet, waar heen zij zich wendde, totdat zij eindelijk met een vreeselijken gil de banen brak, die haren geest geboeid hielden. Als door furiën gedreven, vloog zij uit het huisje en rende blindelings voort, altijd vervolgd door den doode, die nu rondom tallooze, donkere spookgestal ten opwekte, die hare lange armen naar haar uitstaken om haar te grijpen en vast te houden. Plotseling was het alsof ep.n koude hand haar aangreep, haar Poincaré over de Rijnbezetting. voet struikelde, sprakeloos viel zij op den grond. XXI. „Wilt gij geen paraplu, Max „Een paraplu? Waarvoor? Het re gent immers niet meer. Goeden nacht, moedertje Mevrouw Rankhorst liet haar brei kous in den schoot vallen en zag met een vriendelijken lach op tot haar aan staanden schoonzoon. „Goeden nacht, Elfriede 1 Wel te rus ten, Tita 1" Het was een heerlijke avond. De re gen had de lucht verfrischt; ieder plant je scheen zijn zoetsten geur uit te stor ten, en boven tusschen de zich nu haas tig verdeelende wolken keken enkele sterren vriendelijk neer op de wereld, die zich bereidde om te gaan sluimeren. Max stapte in vroolijk opgewonden stemming op het „witte huis" aan. Nog was hij niet ver gekomen, toen een klagend geluid door de nachtelijke tilte tot zijn oor doordrong. Verbaasd keek hij op cn ontwrarde op korten afstand een donkere gedaante, die in gebogen houding aan den weg neer- hurkte. ..Wat is er Wa* scheelt De gedaante gaf geen antwoord, maar deed vernieuwd gekerm hooren. Max was met verhaaste schreden ge naderd en boog nu tot den man neer. Deze hield zijn gezicht half in de handen verborgen. „Wat scheelt u vroeg Max nog eens. „Goede hemel, zijt gij het, Muller Deze steunde; „Ja, ik sterf. Dat mon ster heeft mij vergeven." Met brandewijn vetmoedeiijk, dacht Max maar een tweede oogopslag in ht- van smart verwrongen gezicht bracht zijn vermoeden aan 't wankelen. „Hier in de buurt is een buis, waar men u voorloopig wel zal opnemen," zeide hij vertroostend. „Ik zal hulp ha- len*" „Neen, naan, laat mijniet alieen hier achter..smeekte Muller. „In dien u mij wil helpen, kan ik..mis schien opstaan. O mijn God wat een pijn Geef mij een armZoo zal het wel gaan." Hij pocgde op te staan, maar tever geefs. Weer deed hij een zacht gekerm hooren het hoold zonk op de borst en de geheele man scheen in elkander te schrompelen. Het helpt nietik kan niet meer. EEN GEWILDE TEGEN STELLING. ik sterfuitte hij met moeite. Het ver" gif.... brandt in mijn ingewanden' Help mij. Ik heb 'ngeheim te open baren en alvorens.... Is u het, mijn heer Wallhagen, u Dat is de vinger Gods Ik wilde mij laten omkoopen om uw.... eigendom in vreemde handen te laten, en nu, nu...." Zijn woorden p-irtgen over in een onweerstaanbaar g.'.orevel. Max keek een oogenblik radeloos op den zieke, die opnieuw begon te kermen en 2ich te krommen 1» onbeschrijfelijke pijnen. Zoo ver zijn oog reikte, was geen menschelijk wezen zichtbaar, dat hem had kunnen helpen. Hij moest echter noodzakelijk huip halen. „Muller." zeide hij gauw besloten, „gij moogt niet langer'hier in de nattig heid blijven zitten en alleen kan ik u niet wegbrengen. In vijf minuten ben ik weer hier." Zonder eer. antwoord ai te wachten spoedde hij zich weg. Een kwartier later lag de nog kermen de zieke op een in der haast voor hem opgemaakt bed en keek deze mei gespalkte oogen den ouder, boer aan die hem hoofdschuddend gadesloeg. Tweede Blad. Ingezonden. De bladen staan de laatste weken weer vol van berichtjes omtrent excessen in de uitgaven van het Departement van oorlog. Misschien waren dezulken ook te vin den bij andere departementen; maar van het Departement van Oorlog worden ze opgemerkt en besproken. Waarom? Omdat de menschen antimi- litairist zijn, wordt door sommigen ge zegd. Mij dokt dat men zóó de oorzaak le ver gaat zoeken en daardoor juist tot verkeerde conclusies komt. Onder lei ding van sommige afdcelings-chefs wordt hij het Departement van Oorlog met het geld op onoordeelkundige wijze omge sprongen, ziedaar wat zij die de zaken van een beetje dichter bij bezien kun nen, u zeggen zullen en wat duizenden en duizenden soldaten in den mobilisatie tijd hebben gezien en wat diezelfde men schen in de burgermaatschappij terug gekeerd „opgezet" houdt tegen het De partement van Oorlog. Ook onder ons. I Do voorstanders van „algemeem en „wereld-vrede zien 't is duidelijk in het bestaan van legers met de on overkomelijke kem van beroepsofficieren en beroeps-kader, een der groote strui kelblokken, die den wereldvrede tegen houden. Dio zijn dus voor algemeeno afschaf fing van leger en vloot; dat zijn de ide alisten, welke voorzoover zij in ons land behooren liefst tot algeheele afschaffing en als dat niet kan, tenminste tot een groote inkrimping willen komen. Maar dat zijn er slechts enkelen. Naast deze sluit zich do veel grootere massa aan, van „anti-militairisten" die onzo leger-autoriteiten. gedurende de mo bilisatie heeft bezig gezien en de werk zaamheden van het Dep. van Oorlog hoeft gadegeslagen en moenen dat een behoorlijke reorganisatie een flinke be zuiniging zal brengendie denken dat als de „augias-stal" eens is schoonge- reegd de millioenen aan onze lands verdediging uitgegeven nuttiger besteed zullen worden. Tegen een leger zijn zij niet. Maar daar zij ten rechte of ten onrechte; goed ingelicht of niet op het „leger" afgeven, worden zij in ge dachte samengenomen met de idealisten onder de anti-leger en vloot-personen. Maar duidelijk is het, dat, als men deze groep geloofwaardig kan maken dat het geld voor het leger wel goed besteed wordt en het geheelo landsverdediging- departement wèl goed optreedt, dan ver valt de geheele anti-leger-actie welke nu nog in ons land gaande gehouden wordt. Bij deze twee categorieën sluit zich een derde groep aan. Die der socialis ten en communisten. Deze zijn en blij ven „anti-militairisten" en het heeft geen nut hun standpunt te trachten om to praten. Maar en dit ver goto men niet ton voortdurend anti-militairistisch ge stook hoeft ook de volkslagen aangetast onder ons, omdat die met de socialis ten in 'n voortdurend contact staan. Maar eenmaal in dienst blijven toch onze ka tholieke jongens de beste soldaten. Het leek mij wenschelijk deze pun ten nog eens op te zetten, om de pre misse duidelijk'te doen zijn: het aantal anti-leger-menschen in onze partij is klein cn dat aantal geeft onze katholieke persorganen niet het recht onze politieke leiders, onze Kamerleden en ons rechtsch ministerie den indruk te geven als of de „katholieke partij" is tegen het leger en tegen de noodzakelijke uitgaven voor leger en vloot. En toch, nu, met de nieuwe wijziging in do dienstplichtwet-Pop de nieuwe mi nister van oorlog tracht de tegenstel lingen in de inzichten op welke wijze de beate reorganisatie van leger en vloot Ware daar te stellen, nu kan men in me nig orgaan onzer katholieke pers stuk jes lezen, waarvan do korte zin deze is: „Wo zullen ons maar tevreden stellen met het hier gebodene; maar een sterke inkrimping der legeruitgaven i3 het toch niet." Het katholieke Nederlandsche volk evenmin trouwens als 2/3 van het ge heelo volk wil geen afschaffing van het leger en wil niet een zoodanige le- .VRIJ NAAR HET DUJTSCll- gcrlnkrlmpjog dat er niets goeds meer overblijft cn onzo katholieke persor ganen hebben naar mijn opvatting niet het recht als katholiek beginsel naar vo ren te brengen wat slechts een persoon lijk inzicht der redacties is. In de tweede nota van wijzigingen 'brengt de nieuwe minister van oorlog een legerhervorming aan, die behalve dat ze misschien de tegenstellingen kan overbruggen van het hoogste tech nische gewicht zijn. 1. De opleiding tot soldaat wordt ge lijk voor iedereen, teruggebracht tot slechts vijf en een half maandje !en be houdt voor oorlogsindeeling de 72 regi menten die een behoorlijk veldleger waar borgen. 2. Het stelt voorop dat er meer artil lerie moet komendat geheel onjuist door minister Pop was verdonkermaand. 3. Het verkrijgt bezuiniging door con centrische opleiding, afschaffing over tollig beroepspersoneel, beter gebruik van het beschikbare paardenmateriaal. 4. Vermindering van de cavalerie. Maar met dat al zijn wij er niet, als de geest op het" Departement niet ver andert. Het behoud van het zeer zeker te missen wapen der genie is altijd nog iets dat den conservatieven geest van het Departement kenmerkt Intusschen heeft in de pers een bericht gecirculeerd dat weer wijst op een stap in de goede rich ting. De secretaris-generaal die tot nu toe de incarnatie was van het meest con servatieve gedeelte van het zeer con servatieve departement gaat heen. Er komt een andere. Misschien wijst dit feit wel op een ver andering ten goede die de nieuwe mi nister geleidelijk aan natuurlijk! za!l weten te bewerkstelligen. En juist, omdat deze minister brengen kan een legerorganisatie die voldoet en een leger-administralia die bevredigt, daarom schijnt het mij wenschelijk, dat onze pers, voorzoover zij de stemming onder het volk weergeeft en beheerscht, de pogingen van dezen minister steunt. Het zal de coalitie mede eerder ver sterken dan verzwakken. B.o.Z. September 1921. Ir. A. J. L. JUTEN. Ons is geen Katholiek blad bekend, dat afschaffing van het leger verdedigt. EEDACTIE. Ulster en De Valera. In de hoogste regeeringskiingen is aan den correspondent van de „Morningpost" te Belfast verklaard, dat volgens hen de brief van Lloyd George aan De Valera een veel te breeden grondslag voor discussie laat en den Sinn Feiners gelegenheid zou geven, wederom alle sluizen voor twist open le zetten, zoodat de besprekingen maandenlang zouden kunnen duren. Men zou daar n.I. willen weten, wat precies de volgende zin in den brief te beieckenen heeft: „Het zou u vrij staan, in een zoo danige conferentie het onderwerp van waarborgen op alle punten, waarop u de vrijheid van Ierland door deze voorstellen geschaad acht, aan de orde te stellen." In dien deze zin bedoelt wat hij zegt, en dit alleen, dan kan, meent men, ter conferen tie het vraagstuk van het Ulsterparlement aan de orde worden gesteld, want de Sinn Fein-leiders heben herhaaldelijk verze kerd, dat liet bestaan van dit parlement waar zij noemen de Iersche vrijheid schaadt, hetgeen, naar de Ulslermannen meenen, vrijheid voor het Zuiden van Ier land en slavernij voor het Noorden zou beteekencn. Indien dit de beteekenis is van den zin, zou de premier terugkomen op één van de voorwaarden, waartoe de oorspronkelijke Londensche conferentie besloot, n.L de volledige erkenning van de bestaande bevoegdheden en privilegiën van parlement en regeering van Noord-Ierland die, werd erbij gevoegd, niet konden wor den opgeheven. Het was op deze voorwaar de, dat de loyalisten van Ulster er in toe stemden, aan de conferentie deel te nemen. De Ulstermannen wenschen daarom thans te weten, waar zij aan toe zijn. Een verklaring van Michael Collins. Michael Collins, de leider van liet Re- pubiikeinsche leger, verklaarde dat de vrij heid zou worden gebracht, niet door den vijand, doch door de kracht van eigen po sitie. De houding van Sinn Fein. De Dublinsche correspondent van de „Daily News", deelt mede, dat de conferen tie te Inverness zeker zal plaats hebben, daar nationalistisch Ierland het wil. v oorbereiding van een gewa- penden opstand Een correspondent van de „Morning post" in Ierland, maakt melding van het feit, dat gedurende de laatste tien dagen in vele gemeenten in liet graafschap Gal- way de rebellen volledig uitgerust worden afgericht In één geval is waargenomen, dat 300 mannen, volledig gewapend en voorafgegaan door een muziekcorps, mar cheerden om een particulier landgoed. Op denzclfden dag is een troep van 80 rebel len, die werden geoefend, waargenomen. Verder deelt de correspondent mede, dat elke valiede jongeman in het graafschap aanzegging heeft gekregen om eens per week twee oefeningen bij te wonen, op straffe van een zware boete zoo hij er zich aan onttrekt, In een bloeiende stad in het graafschap hebben op last van Sinn Fein alle winkelhouders lc 3 uur hun win kels gesloten ten einde hun employe's in staat lc stellen, om deze oefeningen mee le maken. Er zouden tcckcnen zijn, die wijzen op soortgelijke actie in de graafschappen in het Westen van Ierland en volgens den correspondent wijst alles er op, dat er toebereidselen worden getroffen voor een gewapenden opstand in de naaste toe komst. Aftreden van v. Kahr. De crisis in Beieren heeft Zondag ïol het aftreden van minister-president Von Kahr en den minister van justitie Roth gc- leid. De permanente Commissie van den Beierschen Landdag had den gefneelen nacht door vergaderd en ten slotte met meerderheid vjjn stemmen een voorstel aangenomen, bij welks a a ramming door de Rifksrcgeeri^g de Beiersolie regecring zich bereid zou verklaren, de quaeslic van de opheffing van den uitzonderingstoe stand in Beieren onder de oogen te zenn. Dit besluit van de permanente Com missie werd Zondag aan de Beiersehe re geering overhandigd, die na uitvoerige be spreking bij de Landdag-commissie de toevoeging voorstelde, dat de opheffing van den uitzonderingstoestand eerst zou geschieden, wanneer de omstandigheden liet gedoogden. De Landdagcommissie kwam Zondag opnieuw bijeen en verwierp deze toevoeging van de regeering met het oog op de stemming der Beiersolie mid den-partijen. Daarop dienden de minister president en de minister van justitie hun ontslag in. De minister van onderwijs en eeredienst, Att. werd voorloopig met de leiding van liet kabinet belast. Het kabi net blijft bijeen, daar het geen collec tief ontslag betreft. Veronderstellingen omtrent den opvol ger van von Kahr zijn r.og voorbarig, al worden ook de namen van den gewezen staatsminister Knitting en van den afgevaar digde Held genoemd. De Duitscth-iiationa- len zullen in elk geval in liet nieuwe kabinet niet vertegenwoordigd zijn. De rijksregeering heeft, naar verluidt, haar houding ten aanzien van het resul taat der besprekingen te Münöhen nog niet bepaald. Maandagochtend is de com missie van adit van den Rijksdag bijeen gekomen om de gebeurtenissen te Mün- chen te bespreken. Het wordt niet onmo gelijk geacht, dat de socialistische partijen het voors-tel zullen doen, dat de rijtksre- geering nu op eigen gezag zal optreden. De opheffing der econo mische sancties. Naar de „Köln. Zcitung" uit Berlijn ver neemt, lieerscht groote onrust in officieele kringen naar aanleiding van de mededce- ling van de „Petit Parisien", volgens welke op 15 Sept. de economische sancties toch waarschijnlijk niet opgeheven zullen wor den. Gewezen wordt op de zonderlinge uitlating van het Parijsohe Wad, dat dit zou geschieden, omdat Duitschland nog niet op bevredigende wijze op de beslis sing van den Oppersten Raad geantwoord heeft. De „Köln. Z." herinnert eraan, dat °P 26 Aug. hel Duitsche antwoord is over handigd, welk antwoord iu alle opzichten als tegemoetkomend moest worden aan geduid. Op de vraag van liet Kculsche Wad, wat de Duilsche regeering eigenlijk gedaan heeft om de aangekondigde ver" dere onderhandelingen te Koblenz in gang te brengen, wordt het blad geantwoord, dat een antwoord op de Duitsche nola van 26 Aug. nog niet is ontvangen. Dc Koln. meent, dat men dan tooh ook moei lijk van een Duitsch verzuim kan spreken- En het blad gaat dan voort: Het eerste Duitsche milliard is nu echter betaald. Frankrijk heeft zelf aan den Oppersten Raad voorgesteld de sancties op te heffen, zoodra iu de eerste plaats het mifiaro betaald is en in de tweede plaats, wan neer het controle opgaan van in- en voer te Koblenz is ingesteld. Natuurlijk moet de Duitsche regeering eerst eens welen hoe dal controle-orgaan er cigenhjk zal uitzien. Er schijnt uj. grond voor de vrees te bestaan, dat dit controle* orgaan een zeer ernstig ingrijpen in Duitsche zelfstandigheid en handels- en industriegebied betcekenen zou. De Duitsche regeering heeft Intusschen ju haar nota van 26 Aug. zulk een orgaan niet afgewezen, doch heeft slechts ge vraagd naar den vorm, waarover men dan te Koblenz zou kunnen onderhande len. De „Köln." vraagt zich af of hier niet een voorwendsel wordt geschapen, om, met het milliard goud in den za!k, toch nog de economische sancties te handha ven, aohler welke praktijk {van Frankrijk) dan een zuiver politiek-imperialisKsöh mo tief gezocht moet worden. De opvatting van Ido' George. Een aanval op Cle.f. nceau. Poincaré heeft in de „Temps" van 12 Sept. een van zijn „vrije brieven" gepu bliceerd, die een aanval is op Clemen- ceau, welke niet kan nalaten in Frank rijk <rt©pen indruk te maken en die dan ook door de Fransehe ociitendpers wordt overgenomen. Het gaat over de wijze, waarop Clc- menceau gezwicht is in de kwestie van de Rijnbezetting. Poincaré herinnert aan de bekende me morie van maarschalk Foch van 10 Ja nuari 1919, waarin de etief der geallieer de legers de Rijnlinie noodzakelijk acht voor de verdediging van het Fransehe grondgebied. Lloyd George toonde zich voor die opvatting volmaakt onverschil lig. Hij zei-de: nu wij Duitschland gaan ontwapenen, hebt gij geen behoefte meer aan troepen op den Rijn, doch in Maart bood Clemeneeau nog steeds weerstand aan IJoyd George. Evenwel de toekomst zou gaan leeren op welke wijze. Enkele dagen na de tweede komst in Frankrijk van Wilson, op 14 Maart heeft deze met Lloyd George geconfereerd en is met hem overeengekomen om aan Frankrijk volkomen de bezetting van den Linker Rijnoever te weigeren. Hij bood daarvoor in de plaats aan het bekende garantie-traclaat, dat altijd een doode lelter is gebleven. Poincaré oordeelde die compensatie onvoldoende en Clemen eeau gaf ten antwoord::: „Ja, maar ik sluit op een vooringenomenheid". Van dat oogertblik af, door brieven en in gesprekken, heeft Poincaré niet opge houden de aandacht zoowel van Clemen eeau als van Pichon te vestigen op den ernst der verantwoordelijkheid, die zij op zich zouden nemen door voor Enge land te zwichten. Den 28sten April, toen Wilson reeds overhaast het convoceeren der Duit- schers had aangekondigd, schreef Poin caré een langen brief aan Clemeneeau, oen brief, welks inhoud aan Wilson en Lloyd George moest worden medege deeld. Voorzien van den brief, en ge steund doo-r de autoriteit van maarschalk Foch, was Clemeneeau echter niet stevig genoeg, om weerstand te bieden aan den wil van onze bondgenooten. Hij kon zelfs niet verkrijgen de voordeclige op lossing, die bestond door het uitstel van de bezetting in verband te brengen met het onderteekenen van tiet garantiever- drag. Poincaré publiceert dien brief en ook het antwoord van Lloyd George. Lloyd George had namelijk schriftelijk geant woord, dat liet Britsche kabinet lot tweemaal toe de kwestie van de bezet ting onderzocht had. Lloyd George gaat volgens dien brief van de meening uit, dat, Duitschland nood-zaken eed bezet ting van de geallieerden op den Rijn en de Rijnprovincies te dulden voor een onbepaalden tijd, die «eer waarschijnlijk niet korter zou zijn <lan 30 jaar, een ern stige provocatie om een oorlog in Euro pa pirieuw lc beginnen beteeikende. En van dat standpunt was hij niet af te brengen. Lloyd George, zoo vervolgt Poincaré zijn artikel, vond reeds, dat hij le veel had toegestaan. In het ontwerp aan de voorstanders van de bezetting van 13 Juni wilde hij het geheele vraagstuk her openen door aan Clemeneeau te vragen in te stemmen met een formuleering, die drie dagen later door Loudhe-ur aan Poincaré werd voorgelegd. Deze formu- lecr'mg luidde: Zoo op een meer naderen datum dan de 15 jaren Duitschland de bewijzen van goeden wil heeft afgelegd en voldoende waarborgen heeft gegeven van een behoorlijke uitvoering zijner ver plichtingen, dan zijn de geallieerde en ge associeerden bereid een accoord aan te gaan, om een vroegeren datum vast te stellen van l>et einde der bezettingspe riode. Dus alijd had Lloyd George, zoo als Poincaré reeds vroeger heeft gezegd, dezelfde obeessie om den duur van de bezetting le verkorten. Poincaré veroordeelt verder uitvoerig de gevolgde beslissing, zoowel als de tac tiek van Clémenceau. HET SPOORWEGONGELUK IN FRANKRIJK. Volgens nadere bijzonderheden in de Belgische bladen zou het onzettend spoor wegongeluk- van den sneltrein Straatsburg- Lyon te wijten zijn aan de te groote snel heid van den trein en 'het breken der kop- pelingen <!er eerste wagens. Een reiziger deelde mede, dat de trein vertraging had cn met een snelheid van meer dan 8o K. M. liep. Eensklaps voelde men een hevigen schok; de reizigers werden tegen elkaar aan geworpen; kreten van schrik en pijn weerklonken. De trein bleef edhter door rijden. Toen hij stilstond, sprongen de reizigers eruit: de nogedeerde reizigers droegen de gewonden naar het station des Echels. Auto's met geneesheeren versche nen weldra uit Lyon om de eerste hulp le verleenen. DREIGENDE ALGEMEENE STA KING IN NOORD-FRANKRIJK. Wegens het uitroepen van de algemeene staking hebben de maires van Roubaix en Tourcoing de tusschenkomst ingeroepen van den minister van arbeid om te trach ten het conflict bij te icggen. De minister antwoordde, dat de regeering alles zai doen om het conflict lot een bevredigende oplossing ie brengen. De prefect van het Noorderdepartement begaf zich naar Rou baix en Tourcoing waar hij een onder houd had met de politie- en militaire autoriteiten, met het oog op de handha ving der orde gedurende de algemeene sta king.. Hel besluit tol het uitroepen der alge meene staking voor alle organisaties te Roubaix en Tourcoing, wegens het mis lukken der onderhandelingen tusschen werkgevers en werknemers in de textiel industrie, werd Vrijdagavond genomen in een vergadering der hij de C. G. T. aange sloten vakvereenigingen. De C. G. T. vraagt aan de arbeiders, de beambten en ambtenaren om wegens de weigering der patroons het economisch leven stil te leg gen. Den cheminots wordt gevraagd, zich le verzetten tegen liet zenden van troepen naar Roubaix. DE WEIGERING DER SOVJET-RE GEERING. „Peilt Parisien" meldt, dat de sovjet- regeering nog niet, gelijk het ministerie van buitenlandscbe zaken gevraagd had, den tekst heeft herhaald van het antwoord op het voorstel door Noulens namens de internationale commissie tot steun aan Rusland gedaan. Ondanks dit stilzwijgen is reeds uit de eerste radiogrammen te Pa rijs en Londen ontvangen, die gedeeltelijk verminkt waren, gebkken dat de sovjet- regeering niet geneigd is de zending naar Rusland goed te keuren van een commis sie van onderzoek naar de behoeften der hongersnoodgebieden. Het blad voegt er bij, dat liet nutteloos werd geoordeeld, lan ger te wachten; de commissie zal deze week bijeenkomen; waarschijnlijk zai zij haar laak als geëindigd beschouwen cn aan de particuliere organisaties de laak overlaten de Russische bevolking le hel pen. EEN ZONDERLINGE VERKOOPING. De New-Yorksche correspondent der „Daily Tel." meldt dat, roet het doel de aandacht te vestigen op de beerschende werklooslieid, 150 mannen rich Vrijdag op Boston Common te koop aanboden. Op dezelfde plek, waar 70 jaar geleden, ne gers als slaven werden verkocht, kwamen nu werkloozen samen onder leiding van Urbain Ledoux, een philantropisch wer ker, die zich Mr. Zero noemde. Op zijn bevel ontblootten de mannen zich net bo venlijf tot liet middel en plaatsten zich in een rij tegen de muziektent, om zich te la ten betasten. Het waren mannen van al lerlei leeftijd, sommigen oud-strijders, sommigen blanken, anderen zwarten. De rechterhand opheffende, zwoeren zij bun beste diensten met lichaam en hersenen te zullen geven aan hun „koopers". In de menigte bevonden zich weinig werkgevers en slechts twee mannen werden „vei- kocht" voor onderdak en voedsel en twee dollars per week zakgeld. Niet tegenstaan de de welbespraaktheid van den vendu meester wilde niemand een oud-soldaat Ferris koopen. „Gij wilt dien man niet koopen", riep Mr. Zero, „misschien wilt gij dan zijn hond hebben", en hij hield een kleinen fox-terrier in de hoogte. Dadelijk werd er loen geboden, tot het dier ver kocht was voor 2o dollars, doch de kopper gaf het geld aan Ferris en liet dien rijn hond behouden. Mr. Zero zal zijn verkoo- pingen voortzetten. EEN DAG MILLIONNAIR. Een politieagent te Florence had een kansje gewaagd en een lot genomen in de staatsloterij. Toen den anderen dag de lijst der winnende nummers was bekend ge maakt ontdekte de politieagent, dat zijn lot met een prijs van millioen lire uit de bus was gekomen. Buiten zichzelf over dit ongekende ge luk, riep h ijzijn buren en vrienden bijeen en legde een weelderig feestmaal aan. De grootste verrassing kwam nog op het ein de van het feest, toen onze politieagent aan elk zijner vrienden een gouden liorloge deed presenteeren. Den volgenden dag kwam echter dc ont goocheling. De politieman ging naar het ioterij-bureau en vroeg vol vertrouwen om zijn millioen. Men verzocht hem zijn lot te toonen. Een ambtenaar vergeleek dit met de nummers van de lijst en «5de: Gc tref! bet ongelukkig, gc hebt een niet Dc verbaasde politieagent kou bei niet ge- looven en vroeg om de lijst. Toen zag hij, dat bij een 3 voor een 5 had aangezien. Thans poogt de politieman de gouden horloges van zijn vrienden terug te krij gen. 1TET GEHEIM VAN LORD KIT CHENER'S DOOD. De redacteur van de Msb. te Londen schrijft: Sir Tichard Oooper M. P., die, ge lijk men weet, eenige weken geleden in het Lagerhuis vragen stelde omtrent de omstandigheden van den dood van lord Kitchener en daarbij, naar r.ijn meening, yoen onvoldoend antwoord kreeg heeft gis yteren te Walsall in oen rede oen buiten gewone mcdodeeling gedaan. Sir Richard begon met te Beggcn, dat zijn tegenstanders hem voor ietwat „ge tikt" zouden verklaren, maar dit kon hom niet schelen. Ik geloof, zeide hij, alles te weten, wat aan hot publiek be kend moest gemaakt worden. Lord Kit chener's reis naar Rusland, aldus de spreker, werd verraden door een Duit sche vrouw 1 Londen die betrekkingen had met een Rngelseh officier op het ministerie vaa oorlog. Zij kon le mc- dedeeling met alle details van de reis naar Berlijn telegrafeeren en kreeg daar voor van de Duitsche regeering 10.000 yin ark. Alle bescheiden omtrent deze fei ten zijn thans in de archieven van het ministerie van Oorlog. Wat ik niet wist, ging spreker voort, ydan voor zeer korten tijd, is, dat som mige van de mijnen, welke door deDuit- sychers rond de Orkney's gezaaid werden om het schip van Kitchener te treffen, beschilderd waren met: „Gott strafe Kit chener". DE PRACT1SCHE RECHTER. Te Washington was een diefstal ge pleegd door vijf jongelieden, die des wege voor den rechter moerten ver schijnen. EÏeze gaf den misdadigers de keus wat ze wilden: een jaar gevangenisstraf on dergaan of oen jaar lang eiken Zondag naar hun kerk. En de jongelni waren zoo verstandig, het laatste te kiezen, w at niet zoo heelcmaal vanzelf spreekt, want er zijn wel lieden, zoo afkoerig van alles wat aan God en Kerk doet denken, dat ze nog liever in de gevangenis zou den zitten dan geregeld te moeten hoo ren van hun Schepper en levensdoel, van den dood en de eeuwigheid. Het. is niet de eerste maal, dat een dergelijke voorwaarde aan invrijheidstel ling wordt verbonden door Amerikaan- sche rechters. En dezen behoeven volstrekt zelve geen geloovigen te wezen, om aldus te werk te gaan. Natuurlijk kan men een schijnheilig gezicht zotten of onware gewoonten be houden, maar in 't algemeen valt zelfs met statistieken afdoend te bewijzen, dat degenen, die geregeld ter kerk gaan be tere menschen zijn ook voor de samen leving, dan zij, die een afkoer van kerk- gaan hebben. De lieer Kermina, liquidatcur der Amerikaanscbe voorraden lc Parijs, is doodgeschoten door een Serviër, omdat hij geweigerd had met dezen een zaak af te sluiten, welke den Serviër 17000 francs commissie zou opbrengen. Maandagochtend omstreeks 6 uur is een deel van dc zoldering der St. Anna. kerk te Koekclbcrg bij Brussel ingestort. Twee personen werden gedood, verschil lende anderen ernstig gekwest. Het onge luk wordt toegeschreven aan den hevigen storm, weike vannacht boven Brussel heeft gewoed. Tengevolge van het instorten van eèn brug te Chester (Pennsylvanic) in het hartje van de stad, verdronken 24 personen en werden 5 gewond. De oorzaak van de instorting was het roesten van de ijzeren binten. In dc sleden wordt vaak gemopperd over de winzucht der boeren, aan wie de duurte van vele artikelen van dagelijkscli levensonderhoud wordt kwalijk genomen. Waar overal gezondigd wordt tegen de rechtvaardigheid in de prijsbepaling,zal de boer alleen niet brij uilgaan, maar het is onrechtvaardig hem aansprakelijk te stellen voor factoren, waaraan hij vreemd is. Om te zwijgen van den tussohenhan- del, die een zeer grooten invloed op de hooge prijzen uitoefent, is niet te ontken nen, dat bi vele gevallen de internationale marktprijs «enigszins beslissend is voo: de prijsboogle van producten ook hier t« lande. tWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 5