BUITENLAND
BINNENLAND.
FEÜILLETÖN"
Onder Valsche Vlag
BEIS. BUITENL BERICHTEN.
DINSDAG 13 SEPTEMBER 1921
LEGERHERVORMING EN
- OORLOGSBEZUINIGING.
tweede deel.
„Lou hij den wijn zien De opge
wondenheid van Augusta steeg ten top;
als een gloeiende stroomliep het bloed
door hare aderen vonken vuur dansten
sn dwarrelden voor hare oogen. Had
hij reeds gedronken Ofindien hij
aare list ontdekte Kwam daar achter
dien boomstam niet een spotachtig
acher.d duivelsgezicht te voorschijn
Neen, net was haar vijand. Hij hield het
jlas in de hand hij dronk Ha het
werk was gelukt, yan nu af had zij niets
meer te vreezen zij was gered, gered
Met beide handen tegen het branden-
ie voorhoofd gedrukt keek Augusta
rond. Het door hare verhitte verbeel
dingskracht haar voorgetooverde beeld
was verdwenen, en zij kwam tot de over
tuiging dat haar doel nog niet, was be
reikt, dat Muller nog leefde. „Waarom,
o waarom, kwam hij niet te voorschijn.
De tiid. dat hii haar ko" verwachten.
De toestand in Ierland.
was lang voorbij. Hoopte hij nog altijd
op hare komst, of was hij reeds
dood
„O Een schaduw vertoonde zich
in de open deur hij kwam de trap
af.
Met starende oogen volgd Augusta
zijn bewegingen. Nu had hij den uitgang
bereikt de poort viel achter hem
in het slot.
In de volende seconde vloog Augu
sta naar het tuinhuisje. Door de ven
sters van het vertrek drong nog genoeg
van het verdwijnend daglicht, om de
voorwerpen te onderscheiden. De flesch
waar was zij Zij stond niet meer op
de tafel. Angstig dwaalden de oogen der
zoekende door het vertrek en bleven
eindelijk op de vensterbanken rusten.
Een sprong, en zij had de flesch in hare
handen ze was half leeg 1 Haar list was
gelukt, haar doodvijand vernietigd
„Vermoord Moord Een moordena
res
Was zij dat Neen, neen en duizend
maal neen 1
Een zonderling, spookachtig licht
scheen plotseling in gindschen hoek te
flikkeren het toonde haar een doode
mcf op.n eelaat en wijd on«n.
De crisis in Duitschland.
staande oogen, die haar aanstaarden1
verglaasde gebroken oogen. Zij kwa
men hoe langer hoe nader en staarden
haar aan, terwijl de bleeke mond de
woorden fluisterde, die de moeder van
Marion op het sterfbed haren echtge
noot had toegeroepen „De wraak zal
u treffen. Gods molen maalt langzaam,
maar ontzaglijk fijn
Een onbeschrijfelijke doodsangst over
viel het rampzalig schepsel. Tevergeefs
bedekte zij 't gelaat om het ontzettend
schouwspel niet te zienJÈn die oogen wa
ren overal en het fluisteren van den
doode werd hoe langer hoe luider, tot
dat het gelijk een donderstem klonk, die
de geheele ruimte vervulde. „Gods mo
len maalt langzaam, maar ontzaglijk
fijn 1" klonk het haar te gemoet, waar
heen zij zich wendde, totdat zij eindelijk
met een vreeselijken gil de banen brak,
die haren geest geboeid hielden.
Als door furiën gedreven, vloog zij uit
het huisje en rende blindelings voort,
altijd vervolgd door den doode, die nu
rondom tallooze, donkere spookgestal
ten opwekte, die hare lange armen naar
haar uitstaken om haar te grijpen en
vast te houden. Plotseling was het alsof
ep.n koude hand haar aangreep, haar
Poincaré over de Rijnbezetting.
voet struikelde, sprakeloos viel zij op
den grond.
XXI.
„Wilt gij geen paraplu, Max
„Een paraplu? Waarvoor? Het re
gent immers niet meer. Goeden nacht,
moedertje
Mevrouw Rankhorst liet haar brei
kous in den schoot vallen en zag met
een vriendelijken lach op tot haar aan
staanden schoonzoon.
„Goeden nacht, Elfriede 1 Wel te rus
ten, Tita 1"
Het was een heerlijke avond. De re
gen had de lucht verfrischt; ieder plant
je scheen zijn zoetsten geur uit te stor
ten, en boven tusschen de zich nu haas
tig verdeelende wolken keken enkele
sterren vriendelijk neer op de wereld,
die zich bereidde om te gaan sluimeren.
Max stapte in vroolijk opgewonden
stemming op het „witte huis" aan.
Nog was hij niet ver gekomen, toen
een klagend geluid door de nachtelijke
tilte tot zijn oor doordrong. Verbaasd
keek hij op cn ontwrarde op korten
afstand een donkere gedaante, die in
gebogen houding aan den weg neer-
hurkte.
..Wat is er Wa* scheelt
De gedaante gaf geen antwoord,
maar deed vernieuwd gekerm hooren.
Max was met verhaaste schreden ge
naderd en boog nu tot den man neer.
Deze hield zijn gezicht half in de handen
verborgen. „Wat scheelt u vroeg
Max nog eens. „Goede hemel, zijt gij
het, Muller
Deze steunde; „Ja, ik sterf. Dat mon
ster heeft mij vergeven."
Met brandewijn vetmoedeiijk, dacht
Max maar een tweede oogopslag in ht-
van smart verwrongen gezicht bracht
zijn vermoeden aan 't wankelen.
„Hier in de buurt is een buis, waar
men u voorloopig wel zal opnemen,"
zeide hij vertroostend. „Ik zal hulp ha-
len*"
„Neen, naan, laat mijniet alieen
hier achter..smeekte Muller. „In
dien u mij wil helpen, kan ik..mis
schien opstaan. O mijn God wat een
pijn Geef mij een armZoo zal
het wel gaan."
Hij pocgde op te staan, maar tever
geefs. Weer deed hij een zacht gekerm
hooren het hoold zonk op de borst en
de geheele man scheen in elkander te
schrompelen.
Het helpt nietik kan niet meer.
EEN GEWILDE TEGEN
STELLING.
ik sterfuitte hij met moeite. Het ver"
gif.... brandt in mijn ingewanden'
Help mij. Ik heb 'ngeheim te open
baren en alvorens.... Is u het, mijn
heer Wallhagen, u Dat is de vinger
Gods Ik wilde mij laten omkoopen om
uw.... eigendom in vreemde handen
te laten, en nu, nu...." Zijn woorden
p-irtgen over in een onweerstaanbaar
g.'.orevel.
Max keek een oogenblik radeloos op
den zieke, die opnieuw begon te kermen
en 2ich te krommen 1» onbeschrijfelijke
pijnen. Zoo ver zijn oog reikte, was geen
menschelijk wezen zichtbaar, dat hem
had kunnen helpen. Hij moest echter
noodzakelijk huip halen.
„Muller." zeide hij gauw besloten,
„gij moogt niet langer'hier in de nattig
heid blijven zitten en alleen kan ik u
niet wegbrengen. In vijf minuten ben ik
weer hier."
Zonder eer. antwoord ai te wachten
spoedde hij zich weg.
Een kwartier later lag de nog kermen
de zieke op een in der haast voor hem
opgemaakt bed en keek deze mei
gespalkte oogen den ouder, boer aan
die hem hoofdschuddend gadesloeg.
Tweede Blad.
Ingezonden.
De bladen staan de laatste weken weer
vol van berichtjes omtrent excessen in
de uitgaven van het Departement van
oorlog.
Misschien waren dezulken ook te vin
den bij andere departementen; maar van
het Departement van Oorlog worden ze
opgemerkt en besproken.
Waarom? Omdat de menschen antimi-
litairist zijn, wordt door sommigen ge
zegd. Mij dokt dat men zóó de oorzaak
le ver gaat zoeken en daardoor juist
tot verkeerde conclusies komt. Onder lei
ding van sommige afdcelings-chefs wordt
hij het Departement van Oorlog met het
geld op onoordeelkundige wijze omge
sprongen, ziedaar wat zij die de zaken
van een beetje dichter bij bezien kun
nen, u zeggen zullen en wat duizenden
en duizenden soldaten in den mobilisatie
tijd hebben gezien en wat diezelfde men
schen in de burgermaatschappij terug
gekeerd „opgezet" houdt tegen het De
partement van Oorlog. Ook onder ons.
I Do voorstanders van „algemeem en
„wereld-vrede zien 't is duidelijk
in het bestaan van legers met de on
overkomelijke kem van beroepsofficieren
en beroeps-kader, een der groote strui
kelblokken, die den wereldvrede tegen
houden.
Dio zijn dus voor algemeeno afschaf
fing van leger en vloot; dat zijn de ide
alisten, welke voorzoover zij in ons land
behooren liefst tot algeheele afschaffing
en als dat niet kan, tenminste tot een
groote inkrimping willen komen.
Maar dat zijn er slechts enkelen.
Naast deze sluit zich do veel grootere
massa aan, van „anti-militairisten" die
onzo leger-autoriteiten. gedurende de mo
bilisatie heeft bezig gezien en de werk
zaamheden van het Dep. van Oorlog
hoeft gadegeslagen en moenen dat een
behoorlijke reorganisatie een flinke be
zuiniging zal brengendie denken dat
als de „augias-stal" eens is schoonge-
reegd de millioenen aan onze lands
verdediging uitgegeven nuttiger besteed
zullen worden. Tegen een leger zijn zij
niet. Maar daar zij ten rechte of ten
onrechte; goed ingelicht of niet op
het „leger" afgeven, worden zij in ge
dachte samengenomen met de idealisten
onder de anti-leger en vloot-personen.
Maar duidelijk is het, dat, als men
deze groep geloofwaardig kan maken dat
het geld voor het leger wel goed besteed
wordt en het geheelo landsverdediging-
departement wèl goed optreedt, dan ver
valt de geheele anti-leger-actie welke nu
nog in ons land gaande gehouden wordt.
Bij deze twee categorieën sluit zich
een derde groep aan. Die der socialis
ten en communisten. Deze zijn en blij
ven „anti-militairisten" en het heeft
geen nut hun standpunt te trachten om
to praten.
Maar en dit ver goto men niet
ton voortdurend anti-militairistisch ge
stook hoeft ook de volkslagen aangetast
onder ons, omdat die met de socialis
ten in 'n voortdurend contact staan. Maar
eenmaal in dienst blijven toch onze ka
tholieke jongens de beste soldaten.
Het leek mij wenschelijk deze pun
ten nog eens op te zetten, om de pre
misse duidelijk'te doen zijn: het aantal
anti-leger-menschen in onze partij is
klein cn dat aantal geeft onze katholieke
persorganen niet het recht onze politieke
leiders, onze Kamerleden en ons rechtsch
ministerie den indruk te geven als of de
„katholieke partij" is tegen het leger
en tegen de noodzakelijke uitgaven voor
leger en vloot.
En toch, nu, met de nieuwe wijziging
in do dienstplichtwet-Pop de nieuwe mi
nister van oorlog tracht de tegenstel
lingen in de inzichten op welke wijze de
beate reorganisatie van leger en vloot
Ware daar te stellen, nu kan men in me
nig orgaan onzer katholieke pers stuk
jes lezen, waarvan do korte zin deze is:
„Wo zullen ons maar tevreden stellen
met het hier gebodene; maar een sterke
inkrimping der legeruitgaven i3 het toch
niet."
Het katholieke Nederlandsche volk
evenmin trouwens als 2/3 van het ge
heelo volk wil geen afschaffing van
het leger en wil niet een zoodanige le-
.VRIJ NAAR HET DUJTSCll-
gcrlnkrlmpjog dat er niets goeds meer
overblijft cn onzo katholieke persor
ganen hebben naar mijn opvatting niet
het recht als katholiek beginsel naar vo
ren te brengen wat slechts een persoon
lijk inzicht der redacties is.
In de tweede nota van wijzigingen
'brengt de nieuwe minister van oorlog
een legerhervorming aan, die behalve
dat ze misschien de tegenstellingen kan
overbruggen van het hoogste tech
nische gewicht zijn.
1. De opleiding tot soldaat wordt ge
lijk voor iedereen, teruggebracht tot
slechts vijf en een half maandje !en be
houdt voor oorlogsindeeling de 72 regi
menten die een behoorlijk veldleger waar
borgen.
2. Het stelt voorop dat er meer artil
lerie moet komendat geheel onjuist
door minister Pop was verdonkermaand.
3. Het verkrijgt bezuiniging door con
centrische opleiding, afschaffing over
tollig beroepspersoneel, beter gebruik van
het beschikbare paardenmateriaal.
4. Vermindering van de cavalerie.
Maar met dat al zijn wij er niet, als
de geest op het" Departement niet ver
andert. Het behoud van het zeer zeker
te missen wapen der genie is altijd nog
iets dat den conservatieven geest van het
Departement kenmerkt Intusschen heeft
in de pers een bericht gecirculeerd dat
weer wijst op een stap in de goede rich
ting. De secretaris-generaal die tot nu
toe de incarnatie was van het meest con
servatieve gedeelte van het zeer con
servatieve departement gaat heen. Er
komt een andere.
Misschien wijst dit feit wel op een ver
andering ten goede die de nieuwe mi
nister geleidelijk aan natuurlijk!
za!l weten te bewerkstelligen.
En juist, omdat deze minister brengen
kan een legerorganisatie die voldoet en
een leger-administralia die bevredigt,
daarom schijnt het mij wenschelijk, dat
onze pers, voorzoover zij de stemming
onder het volk weergeeft en beheerscht,
de pogingen van dezen minister steunt.
Het zal de coalitie mede eerder ver
sterken dan verzwakken.
B.o.Z. September 1921.
Ir. A. J. L. JUTEN.
Ons is geen Katholiek blad bekend,
dat afschaffing van het leger verdedigt.
EEDACTIE.
Ulster en De Valera.
In de hoogste regeeringskiingen is aan
den correspondent van de „Morningpost"
te Belfast verklaard, dat volgens hen de
brief van Lloyd George aan De Valera een
veel te breeden grondslag voor discussie
laat en den Sinn Feiners gelegenheid zou
geven, wederom alle sluizen voor twist
open le zetten, zoodat de besprekingen
maandenlang zouden kunnen duren. Men
zou daar n.I. willen weten, wat precies
de volgende zin in den brief te beieckenen
heeft: „Het zou u vrij staan, in een zoo
danige conferentie het onderwerp van
waarborgen op alle punten, waarop u de
vrijheid van Ierland door deze voorstellen
geschaad acht, aan de orde te stellen." In
dien deze zin bedoelt wat hij zegt, en dit
alleen, dan kan, meent men, ter conferen
tie het vraagstuk van het Ulsterparlement
aan de orde worden gesteld, want de Sinn
Fein-leiders heben herhaaldelijk verze
kerd, dat liet bestaan van dit parlement
waar zij noemen de Iersche vrijheid
schaadt, hetgeen, naar de Ulslermannen
meenen, vrijheid voor het Zuiden van Ier
land en slavernij voor het Noorden zou
beteekencn. Indien dit de beteekenis is
van den zin, zou de premier terugkomen
op één van de voorwaarden, waartoe de
oorspronkelijke Londensche conferentie
besloot, n.L de volledige erkenning van de
bestaande bevoegdheden en privilegiën van
parlement en regeering van Noord-Ierland
die, werd erbij gevoegd, niet konden wor
den opgeheven. Het was op deze voorwaar
de, dat de loyalisten van Ulster er in toe
stemden, aan de conferentie deel te nemen.
De Ulstermannen wenschen daarom thans
te weten, waar zij aan toe zijn.
Een verklaring van Michael Collins.
Michael Collins, de leider van liet Re-
pubiikeinsche leger, verklaarde dat de vrij
heid zou worden gebracht, niet door den
vijand, doch door de kracht van eigen po
sitie.
De houding van Sinn Fein.
De Dublinsche correspondent van de
„Daily News", deelt mede, dat de conferen
tie te Inverness zeker zal plaats hebben,
daar nationalistisch Ierland het wil.
v oorbereiding van een gewa-
penden opstand
Een correspondent van de „Morning
post" in Ierland, maakt melding van het
feit, dat gedurende de laatste tien dagen
in vele gemeenten in liet graafschap Gal-
way de rebellen volledig uitgerust worden
afgericht In één geval is waargenomen,
dat 300 mannen, volledig gewapend en
voorafgegaan door een muziekcorps, mar
cheerden om een particulier landgoed. Op
denzclfden dag is een troep van 80 rebel
len, die werden geoefend, waargenomen.
Verder deelt de correspondent mede, dat
elke valiede jongeman in het graafschap
aanzegging heeft gekregen om eens per
week twee oefeningen bij te wonen, op
straffe van een zware boete zoo hij er
zich aan onttrekt, In een bloeiende stad in
het graafschap hebben op last van Sinn
Fein alle winkelhouders lc 3 uur hun win
kels gesloten ten einde hun employe's in
staat lc stellen, om deze oefeningen mee
le maken.
Er zouden tcckcnen zijn, die wijzen op
soortgelijke actie in de graafschappen in
het Westen van Ierland en volgens den
correspondent wijst alles er op, dat er
toebereidselen worden getroffen voor een
gewapenden opstand in de naaste toe
komst.
Aftreden van v. Kahr.
De crisis in Beieren heeft Zondag ïol
het aftreden van minister-president Von
Kahr en den minister van justitie Roth gc-
leid.
De permanente Commissie van den
Beierschen Landdag had den gefneelen
nacht door vergaderd en ten slotte met
meerderheid vjjn stemmen een voorstel
aangenomen, bij welks a a ramming door
de Rifksrcgeeri^g de Beiersolie regecring
zich bereid zou verklaren, de quaeslic van
de opheffing van den uitzonderingstoe
stand in Beieren onder de oogen te zenn.
Dit besluit van de permanente Com
missie werd Zondag aan de Beiersehe re
geering overhandigd, die na uitvoerige be
spreking bij de Landdag-commissie de
toevoeging voorstelde, dat de opheffing
van den uitzonderingstoestand eerst zou
geschieden, wanneer de omstandigheden
liet gedoogden. De Landdagcommissie
kwam Zondag opnieuw bijeen en verwierp
deze toevoeging van de regeering met het
oog op de stemming der Beiersolie mid
den-partijen. Daarop dienden de minister
president en de minister van justitie hun
ontslag in. De minister van onderwijs en
eeredienst, Att. werd voorloopig met de
leiding van liet kabinet belast. Het kabi
net blijft bijeen, daar het geen collec
tief ontslag betreft.
Veronderstellingen omtrent den opvol
ger van von Kahr zijn r.og voorbarig, al
worden ook de namen van den gewezen
staatsminister Knitting en van den afgevaar
digde Held genoemd. De Duitscth-iiationa-
len zullen in elk geval in liet nieuwe
kabinet niet vertegenwoordigd zijn.
De rijksregeering heeft, naar verluidt,
haar houding ten aanzien van het resul
taat der besprekingen te Münöhen nog
niet bepaald. Maandagochtend is de com
missie van adit van den Rijksdag bijeen
gekomen om de gebeurtenissen te Mün-
chen te bespreken. Het wordt niet onmo
gelijk geacht, dat de socialistische partijen
het voors-tel zullen doen, dat de rijtksre-
geering nu op eigen gezag zal optreden.
De opheffing der econo
mische sancties.
Naar de „Köln. Zcitung" uit Berlijn ver
neemt, lieerscht groote onrust in officieele
kringen naar aanleiding van de mededce-
ling van de „Petit Parisien", volgens welke
op 15 Sept. de economische sancties toch
waarschijnlijk niet opgeheven zullen wor
den. Gewezen wordt op de zonderlinge
uitlating van het Parijsohe Wad, dat dit
zou geschieden, omdat Duitschland nog
niet op bevredigende wijze op de beslis
sing van den Oppersten Raad geantwoord
heeft.
De „Köln. Z." herinnert eraan, dat °P
26 Aug. hel Duitsche antwoord is over
handigd, welk antwoord iu alle opzichten
als tegemoetkomend moest worden aan
geduid. Op de vraag van liet Kculsche
Wad, wat de Duilsche regeering eigenlijk
gedaan heeft om de aangekondigde ver"
dere onderhandelingen te Koblenz in gang
te brengen, wordt het blad geantwoord,
dat een antwoord op de Duitsche nola
van 26 Aug. nog niet is ontvangen. Dc
Koln. meent, dat men dan tooh ook moei
lijk van een Duitsch verzuim kan spreken-
En het blad gaat dan voort: Het eerste
Duitsche milliard is nu echter betaald.
Frankrijk heeft zelf aan den Oppersten
Raad voorgesteld de sancties op te heffen,
zoodra iu de eerste plaats het mifiaro
betaald is en in de tweede plaats, wan
neer het controle opgaan van in- en
voer te Koblenz is ingesteld. Natuurlijk
moet de Duitsche regeering eerst eens
welen hoe dal controle-orgaan er cigenhjk
zal uitzien. Er schijnt uj. grond voor
de vrees te bestaan, dat dit controle*
orgaan een zeer ernstig ingrijpen in
Duitsche zelfstandigheid en handels- en
industriegebied betcekenen zou.
De Duitsche regeering heeft Intusschen
ju haar nota van 26 Aug. zulk een orgaan
niet afgewezen, doch heeft slechts ge
vraagd naar den vorm, waarover men
dan te Koblenz zou kunnen onderhande
len.
De „Köln." vraagt zich af of hier niet
een voorwendsel wordt geschapen, om,
met het milliard goud in den za!k, toch
nog de economische sancties te handha
ven, aohler welke praktijk {van Frankrijk)
dan een zuiver politiek-imperialisKsöh mo
tief gezocht moet worden.
De opvatting van Ido' George.
Een aanval op Cle.f. nceau.
Poincaré heeft in de „Temps" van 12
Sept. een van zijn „vrije brieven" gepu
bliceerd, die een aanval is op Clemen-
ceau, welke niet kan nalaten in Frank
rijk <rt©pen indruk te maken en die dan
ook door de Fransehe ociitendpers
wordt overgenomen.
Het gaat over de wijze, waarop Clc-
menceau gezwicht is in de kwestie van
de Rijnbezetting.
Poincaré herinnert aan de bekende me
morie van maarschalk Foch van 10 Ja
nuari 1919, waarin de etief der geallieer
de legers de Rijnlinie noodzakelijk acht
voor de verdediging van het Fransehe
grondgebied. Lloyd George toonde zich
voor die opvatting volmaakt onverschil
lig. Hij zei-de: nu wij Duitschland gaan
ontwapenen, hebt gij geen behoefte meer
aan troepen op den Rijn, doch in Maart
bood Clemeneeau nog steeds weerstand
aan IJoyd George. Evenwel de toekomst
zou gaan leeren op welke wijze.
Enkele dagen na de tweede komst in
Frankrijk van Wilson, op 14 Maart heeft
deze met Lloyd George geconfereerd en
is met hem overeengekomen om aan
Frankrijk volkomen de bezetting van den
Linker Rijnoever te weigeren. Hij bood
daarvoor in de plaats aan het bekende
garantie-traclaat, dat altijd een doode
lelter is gebleven. Poincaré oordeelde
die compensatie onvoldoende en Clemen
eeau gaf ten antwoord::: „Ja, maar ik
sluit op een vooringenomenheid".
Van dat oogertblik af, door brieven en
in gesprekken, heeft Poincaré niet opge
houden de aandacht zoowel van Clemen
eeau als van Pichon te vestigen op den
ernst der verantwoordelijkheid, die zij
op zich zouden nemen door voor Enge
land te zwichten.
Den 28sten April, toen Wilson reeds
overhaast het convoceeren der Duit-
schers had aangekondigd, schreef Poin
caré een langen brief aan Clemeneeau,
oen brief, welks inhoud aan Wilson en
Lloyd George moest worden medege
deeld. Voorzien van den brief, en ge
steund doo-r de autoriteit van maarschalk
Foch, was Clemeneeau echter niet stevig
genoeg, om weerstand te bieden aan
den wil van onze bondgenooten. Hij kon
zelfs niet verkrijgen de voordeclige op
lossing, die bestond door het uitstel van
de bezetting in verband te brengen met
het onderteekenen van tiet garantiever-
drag.
Poincaré publiceert dien brief en ook
het antwoord van Lloyd George. Lloyd
George had namelijk schriftelijk geant
woord, dat liet Britsche kabinet lot
tweemaal toe de kwestie van de bezet
ting onderzocht had. Lloyd George gaat
volgens dien brief van de meening uit,
dat, Duitschland nood-zaken eed bezet
ting van de geallieerden op den Rijn en
de Rijnprovincies te dulden voor een
onbepaalden tijd, die «eer waarschijnlijk
niet korter zou zijn <lan 30 jaar, een ern
stige provocatie om een oorlog in Euro
pa pirieuw lc beginnen beteeikende. En
van dat standpunt was hij niet af te
brengen.
Lloyd George, zoo vervolgt Poincaré
zijn artikel, vond reeds, dat hij le veel
had toegestaan. In het ontwerp aan de
voorstanders van de bezetting van 13
Juni wilde hij het geheele vraagstuk her
openen door aan Clemeneeau te vragen
in te stemmen met een formuleering, die
drie dagen later door Loudhe-ur aan
Poincaré werd voorgelegd. Deze formu-
lecr'mg luidde: Zoo op een meer naderen
datum dan de 15 jaren Duitschland de
bewijzen van goeden wil heeft afgelegd
en voldoende waarborgen heeft gegeven
van een behoorlijke uitvoering zijner ver
plichtingen, dan zijn de geallieerde en ge
associeerden bereid een accoord aan te
gaan, om een vroegeren datum vast te
stellen van l>et einde der bezettingspe
riode. Dus alijd had Lloyd George, zoo
als Poincaré reeds vroeger heeft gezegd,
dezelfde obeessie om den duur van de
bezetting le verkorten.
Poincaré veroordeelt verder uitvoerig
de gevolgde beslissing, zoowel als de tac
tiek van Clémenceau.
HET SPOORWEGONGELUK IN
FRANKRIJK.
Volgens nadere bijzonderheden in de
Belgische bladen zou het onzettend spoor
wegongeluk- van den sneltrein Straatsburg-
Lyon te wijten zijn aan de te groote snel
heid van den trein en 'het breken der kop-
pelingen <!er eerste wagens. Een reiziger
deelde mede, dat de trein vertraging had
cn met een snelheid van meer dan 8o K.
M. liep. Eensklaps voelde men een hevigen
schok; de reizigers werden tegen elkaar
aan geworpen; kreten van schrik en pijn
weerklonken. De trein bleef edhter door
rijden. Toen hij stilstond, sprongen de
reizigers eruit: de nogedeerde reizigers
droegen de gewonden naar het station des
Echels. Auto's met geneesheeren versche
nen weldra uit Lyon om de eerste hulp le
verleenen.
DREIGENDE ALGEMEENE STA
KING IN NOORD-FRANKRIJK.
Wegens het uitroepen van de algemeene
staking hebben de maires van Roubaix en
Tourcoing de tusschenkomst ingeroepen
van den minister van arbeid om te trach
ten het conflict bij te icggen. De minister
antwoordde, dat de regeering alles zai
doen om het conflict lot een bevredigende
oplossing ie brengen. De prefect van het
Noorderdepartement begaf zich naar Rou
baix en Tourcoing waar hij een onder
houd had met de politie- en militaire
autoriteiten, met het oog op de handha
ving der orde gedurende de algemeene sta
king..
Hel besluit tol het uitroepen der alge
meene staking voor alle organisaties te
Roubaix en Tourcoing, wegens het mis
lukken der onderhandelingen tusschen
werkgevers en werknemers in de textiel
industrie, werd Vrijdagavond genomen in
een vergadering der hij de C. G. T. aange
sloten vakvereenigingen. De C. G. T.
vraagt aan de arbeiders, de beambten en
ambtenaren om wegens de weigering der
patroons het economisch leven stil te leg
gen. Den cheminots wordt gevraagd, zich
le verzetten tegen liet zenden van troepen
naar Roubaix.
DE WEIGERING DER SOVJET-RE
GEERING.
„Peilt Parisien" meldt, dat de sovjet-
regeering nog niet, gelijk het ministerie
van buitenlandscbe zaken gevraagd had,
den tekst heeft herhaald van het antwoord
op het voorstel door Noulens namens de
internationale commissie tot steun aan
Rusland gedaan. Ondanks dit stilzwijgen
is reeds uit de eerste radiogrammen te Pa
rijs en Londen ontvangen, die gedeeltelijk
verminkt waren, gebkken dat de sovjet-
regeering niet geneigd is de zending naar
Rusland goed te keuren van een commis
sie van onderzoek naar de behoeften der
hongersnoodgebieden. Het blad voegt er
bij, dat liet nutteloos werd geoordeeld, lan
ger te wachten; de commissie zal deze
week bijeenkomen; waarschijnlijk zai zij
haar laak als geëindigd beschouwen cn
aan de particuliere organisaties de laak
overlaten de Russische bevolking le hel
pen.
EEN ZONDERLINGE VERKOOPING.
De New-Yorksche correspondent der
„Daily Tel." meldt dat, roet het doel de
aandacht te vestigen op de beerschende
werklooslieid, 150 mannen rich Vrijdag op
Boston Common te koop aanboden. Op
dezelfde plek, waar 70 jaar geleden, ne
gers als slaven werden verkocht, kwamen
nu werkloozen samen onder leiding van
Urbain Ledoux, een philantropisch wer
ker, die zich Mr. Zero noemde. Op zijn
bevel ontblootten de mannen zich net bo
venlijf tot liet middel en plaatsten zich in
een rij tegen de muziektent, om zich te la
ten betasten. Het waren mannen van al
lerlei leeftijd, sommigen oud-strijders,
sommigen blanken, anderen zwarten. De
rechterhand opheffende, zwoeren zij bun
beste diensten met lichaam en hersenen te
zullen geven aan hun „koopers". In de
menigte bevonden zich weinig werkgevers
en slechts twee mannen werden „vei-
kocht" voor onderdak en voedsel en twee
dollars per week zakgeld. Niet tegenstaan
de de welbespraaktheid van den vendu
meester wilde niemand een oud-soldaat
Ferris koopen. „Gij wilt dien man niet
koopen", riep Mr. Zero, „misschien wilt
gij dan zijn hond hebben", en hij hield een
kleinen fox-terrier in de hoogte. Dadelijk
werd er loen geboden, tot het dier ver
kocht was voor 2o dollars, doch de kopper
gaf het geld aan Ferris en liet dien rijn
hond behouden. Mr. Zero zal zijn verkoo-
pingen voortzetten.
EEN DAG MILLIONNAIR.
Een politieagent te Florence had een
kansje gewaagd en een lot genomen in de
staatsloterij. Toen den anderen dag de lijst
der winnende nummers was bekend ge
maakt ontdekte de politieagent, dat zijn
lot met een prijs van millioen lire uit de
bus was gekomen.
Buiten zichzelf over dit ongekende ge
luk, riep h ijzijn buren en vrienden bijeen
en legde een weelderig feestmaal aan. De
grootste verrassing kwam nog op het ein
de van het feest, toen onze politieagent aan
elk zijner vrienden een gouden liorloge
deed presenteeren.
Den volgenden dag kwam echter dc ont
goocheling. De politieman ging naar het
ioterij-bureau en vroeg vol vertrouwen om
zijn millioen. Men verzocht hem zijn lot
te toonen. Een ambtenaar vergeleek dit
met de nummers van de lijst en «5de:
Gc tref! bet ongelukkig, gc hebt een niet
Dc verbaasde politieagent kou bei niet ge-
looven en vroeg om de lijst. Toen zag hij,
dat bij een 3 voor een 5 had aangezien.
Thans poogt de politieman de gouden
horloges van zijn vrienden terug te krij
gen.
1TET GEHEIM VAN LORD KIT
CHENER'S DOOD.
De redacteur van de Msb. te Londen
schrijft:
Sir Tichard Oooper M. P., die, ge
lijk men weet, eenige weken geleden in
het Lagerhuis vragen stelde omtrent de
omstandigheden van den dood van lord
Kitchener en daarbij, naar r.ijn meening,
yoen onvoldoend antwoord kreeg heeft gis
yteren te Walsall in oen rede oen buiten
gewone mcdodeeling gedaan.
Sir Richard begon met te Beggcn, dat
zijn tegenstanders hem voor ietwat „ge
tikt" zouden verklaren, maar dit kon
hom niet schelen. Ik geloof, zeide hij,
alles te weten, wat aan hot publiek be
kend moest gemaakt worden. Lord Kit
chener's reis naar Rusland, aldus de
spreker, werd verraden door een Duit
sche vrouw 1 Londen die betrekkingen
had met een Rngelseh officier op het
ministerie vaa oorlog. Zij kon le mc-
dedeeling met alle details van de reis
naar Berlijn telegrafeeren en kreeg daar
voor van de Duitsche regeering 10.000
yin ark. Alle bescheiden omtrent deze fei
ten zijn thans in de archieven van het
ministerie van Oorlog.
Wat ik niet wist, ging spreker voort,
ydan voor zeer korten tijd, is, dat som
mige van de mijnen, welke door deDuit-
sychers rond de Orkney's gezaaid werden
om het schip van Kitchener te treffen,
beschilderd waren met: „Gott strafe Kit
chener".
DE PRACT1SCHE RECHTER.
Te Washington was een diefstal ge
pleegd door vijf jongelieden, die des
wege voor den rechter moerten ver
schijnen.
EÏeze gaf den misdadigers de keus wat
ze wilden: een jaar gevangenisstraf on
dergaan of oen jaar lang eiken Zondag
naar hun kerk. En de jongelni waren
zoo verstandig, het laatste te kiezen, w at
niet zoo heelcmaal vanzelf spreekt, want
er zijn wel lieden, zoo afkoerig van
alles wat aan God en Kerk doet denken,
dat ze nog liever in de gevangenis zou
den zitten dan geregeld te moeten hoo
ren van hun Schepper en levensdoel,
van den dood en de eeuwigheid.
Het. is niet de eerste maal, dat een
dergelijke voorwaarde aan invrijheidstel
ling wordt verbonden door Amerikaan-
sche rechters.
En dezen behoeven volstrekt zelve geen
geloovigen te wezen, om aldus te werk
te gaan.
Natuurlijk kan men een schijnheilig
gezicht zotten of onware gewoonten be
houden, maar in 't algemeen valt zelfs
met statistieken afdoend te bewijzen, dat
degenen, die geregeld ter kerk gaan be
tere menschen zijn ook voor de samen
leving, dan zij, die een afkoer van kerk-
gaan hebben.
De lieer Kermina, liquidatcur der
Amerikaanscbe voorraden lc Parijs, is
doodgeschoten door een Serviër, omdat hij
geweigerd had met dezen een zaak af te
sluiten, welke den Serviër 17000 francs
commissie zou opbrengen.
Maandagochtend omstreeks 6 uur is
een deel van dc zoldering der St. Anna.
kerk te Koekclbcrg bij Brussel ingestort.
Twee personen werden gedood, verschil
lende anderen ernstig gekwest. Het onge
luk wordt toegeschreven aan den hevigen
storm, weike vannacht boven Brussel
heeft gewoed.
Tengevolge van het instorten van
eèn brug te Chester (Pennsylvanic) in het
hartje van de stad, verdronken 24 personen
en werden 5 gewond. De oorzaak van de
instorting was het roesten van de ijzeren
binten.
In dc sleden wordt vaak gemopperd
over de winzucht der boeren, aan wie de
duurte van vele artikelen van dagelijkscli
levensonderhoud wordt kwalijk genomen.
Waar overal gezondigd wordt tegen de
rechtvaardigheid in de prijsbepaling,zal
de boer alleen niet brij uilgaan, maar het
is onrechtvaardig hem aansprakelijk te
stellen voor factoren, waaraan hij vreemd
is. Om te zwijgen van den tussohenhan-
del, die een zeer grooten invloed op de
hooge prijzen uitoefent, is niet te ontken
nen, dat bi vele gevallen de internationale
marktprijs «enigszins beslissend is voo:
de prijsboogle van producten ook hier t«
lande.
tWordt vervolgd.)