DE SPION VAN DEN TSAAR
zwaarmoedfgneid iag. voor het post
kantoor hield ik hem een oogenblik,
staande en beloofde hem in te halen,
zoodra mijn telefoongesprek geëin
digd was.
Hij sidderde bij dit laatste woord en
ik zag dat hij den knop van zijn wan
delstok krampachtig omknelde. Hij
wachtte en toen ik bij hem terugkwam
scheen hij mij nog uitermate nerveus.
In de hoop aan zijn onverklaarbaar
zwijgen een einde te maken, begon ik
eenigszins onverschillig„Wat een
wonderbare uitvinding toch, die tele
foon, en wat een onschatbare diensten
bewijst ze ons dagelijks."
„Vindt ge", sprak ter Berg op een
toen, waaruit een bitter sarcasme
sprak. „Het lijkt mij integendeel dat
de wetenschap wel verre van ons te
hulp te komen, spot met onze men-
schelijke macht. Een voorbeeld
eigen ondervinding -- zal u mijn woor
den beter doen verstaan en gij zult u
de smartelijke ontroering, die mij nog
doet beven, al zijn er ook jaren ver-
loopen, gemakkelijk kunnen verkla
ren.
,,'k Was gedurende een zomerva-
cantie met Corry mijn vrouw, en Mar
cel, mijn zoontje, op mijn iandgoed
„Buitenzorg", in een iommerrijk land
schap gelegen, niet ver van de haven
stad Marseille. Nanette, de oude dienst
bode, zorgde voor de huishouding
en de keuken. Benny, de huisknecht,
die zeer in zijn schik was dat hij in
de nabijheid van de woonplaats zij
ner moeder woonde, fungeerde te
vens voor tuinman en woonde in een
zomerhuisje op eenige schreden van
mijn landgoed.
Met mijn geweer aan den bandelier,
de twee jachthonden blaffend voor
mij uitspringend, wandelde ik eiken
dag met mijn vrouw en mijn baby
onder de zacht ruischende boomen
van het dal.
Om de moeilijkheid van de verwij
dering van Marseille te ondervangen
had ik mijn landgoed telefonisch met
het centraal bureau in Marseille la
ten verbinden. Zoo hield ik mij iede-
ren avond op de hoogte van den loop
mijner zaken in Parijs.
Onze rustige eenzaamheid werd
plotseling gestoord door een bericht
van mijn gevolmachtigde. Mijn per
soonlijke tusschenkoinst zou ons een
belangrijke bestelling van het gouver
nement verschaffen.
Het we r was zoo schoon en Marcel
maakte het zoo goed, dat ik besloot
voor enkele dagen van mijn landgoed
te vertrekken
Den avond echter van mijn vertrek
naar Parijs, viel de regen bij stroomeri
neer. Het huurrijtuig dat voor het bor
des op mij wachtte, werd door den
wind haast weggeslagen, en ik gevoel
de een beklemdheid in mijn borst,
die Corry echter weg wist te praten.
„Kom, ge kult maar een paar nach
ten afwezig zijn. Nanette slaapt naast
mijn slaapkamer. Benny heeft uw ge
weer en in zijn tuinhuisje kan hij onze
stemmen hooren. Castor en Pollux
zijn twee trouwe wakers.... Wat
zou ons kunnen overkomen
Haar stem klonk onvast en ik was
op het punt van mijn voorgenomen
reis af te zien, toen mijn vrouw mijn
gedachten scheen te raden.
„Gij hebt de jaren nog niet om u r.iet
meer met uw zaken te bemoeien",
gaf zij voor. „Onze zoon moet bij zijn
meerderjarigheid de fabriek in den bes
ten toestand kunnen voortzetten. Wij
kunnen per teiefoon elk uur van den
dag met elkander spreken. Ga dus
onbezorgd. Met Benny en Nanette
vrees ik niets".
Ik schaamde mij over mijn bang
heid, omhelsde Corry en Marcel en
vertrok.
In den trein bracht ik een slape-
loozen nacht door. In Parijs sprong
ik uit den coupé en liep overhaast
naar de telefooncel.
„Hallo, hallo.... Den nacht goed
doorgekomen, Corry Niet bang ge
weest
„Jawel wat, Nanette vooral.
We sliepen eerst tegen den ochtend
maar maak u er niet ongerust over.
Nanette hoorde alleen maar loopen
fn den tuin. De honden, die wij ver-
geten hadden los te maken, hebben
hevig geblaft. Eindelijk hebben wij het
venster geopend en Benny geroepen.
Hij heeft het geweer genomen en
met de honden de ronde gedaan, maar
niets verdachts kunnen vinden. Mar
cel, ons lieve blonde kopje, die niets
geen vermoeden heeft, wordt wakker
en roept mij. Tot ziens, John Als
gij een oogenblikje na het diner tijd
hebt, belt ge dan nog even op
Half gerustgesteld, handelde ik mijn
zaken spoedig af en eerst na acht uur
kon ik de telefoon weer bereiken.
„Hallo.... hallo!.... Waarom
wacht je zoolang, Corry Wat is er
gebeurd
„Iets waarop wij vanavond niet
gerekend hadden. De zonneblinden
waren reeds gesloten, de honden los
gelaten, toen een kleine bengei uit
de stad een brief bracht van Benny's
moeder, die plotseling ongesteld ge
worden was. De onbekende jongen
is haastig vertrokken, zonder verder
nog inlichtingen te geven. Benny was
zeer uit het veld geslagen, omdat hij
dol veel van zijn moeder houdt. Hij
wilde ons eerst niet voor morgen ver
laten, maar zijn troostelooze blik druk
te te zeer uit, hoeveel dit uitstel hem
kostte. Als deze vrouw vannacht kwam
te sterven, dacht ik, zou ik de oorzaak
zijn, dat de arme Benny zijn moeder
niet meer had kunnen omheizen.
Ik heb hem dat onder het oog ge
bracht en hem overgehaald om on
middellijk te vertrekken. Hij beloof
de mij dezen avond nog terug te kee-
ren, en wel per rijtuig, om tijd te win
nen. Zoo juist heb ik de grendels van
de deuren gesloten daarom liet ik u
zoo wachten. Zijt ge tevree over den
loop van uw zaken
„Ja, over alles, maar ge hadt niet
moeten toestaan dat Benny naar Mar
seille vertrok. Zelfs met een rijtuig
zou hij niet vóór tien of elf uur terug
kunnen zijn. Ik was gerust, omdat hij
bij u was, en nuEn die straat
jongen heeft zich verwijderd zonder
dat gij informeerdet of de tijding die
hij bracht waar was
Benny heeft toch zeker de honden
losgelaten en het geweer geladen
„De honden slapen op het terras.
Het geweer heeft Benny in de vesti
bule gezet. Ik zal eens even gaan kij
ken. Hoort ge Marcel, wie u goeden
nacht wenscht. Luister eens
„Nacht papa, paatje
„Dag lieve Ik ga nu eten en kom
dan nog eens terug".
Buiten gekomen hield ik mij bezig
met hetgeen mijn vrouw zooeven ver
teld had. Ik had rnijn ongerustheid
verborgen uit vrees Corry nog meer
te beangstigen. Mijn overdenkingen
stemden mij zoo somber, dat bij mijn
terugkeer in het hotel mijn eetlust
geheel verdwenen was. Ik stond van
tafel op om naar 't telefoonbureau
terug te keeren, toen mijn procura
tiehouder mij over dringende zaken
wilde spreken. Ik kon niet vlug ge
noeg van hem weg en het was reeds
erg laat toen ik het telefoonbureau
bereikte. Mijn hart klopte van onge
duld on mijn bevende handen deden
mijn oorvlies trillen. Ik wachtte enkele
seconden zonder iets te hooren.
„Hallo Corry.... hallo iZijt
ge daar Antwoord eensik ben
wat ongerust".
Eindelijk vernam ik de stem van
mijn vrouw, maar een stem zacht en
haast onverstaanbaar.
„John, mijn John, ik sterf van angst.
Het geweer is weggehaald. Door wien?
We weten het niet. Misschien door
dien jongen wel die den brief gebracht
-heeft. Benny is niet teruggekeerd,
wie v/eet wat hem overkomen is
wellicht heeft men hem expres van hier
verwijderd en in een hinderlaag ge
lokt. Ik heb geen adem meer van angst.
1 n den tuinik geloofik hoor
voetstappen heel in de verte...."
Ik hoorde mijn hart in de stilte
bonzen, en het bloed steeg me naar
het hoofd.
„Corry, ik bid u, spreek, wat is er
gaande,? Wat hebt ge gehoord
„Ach, hoor de honden aanslaan,
woedend rukken ze aan den kettng..
Nu zijn ze stil, plotseling stil.,.. O,
zoo'n gruwelijke stilte. Ik hoor ge
rucht op de laan, voetstappen, die
telkens naderen
„Spreek Corry, spreek. Ik voel me
krankzinnig worden van angst. Wat
hoort ge nog meer 7
„Niets meerbijna niets meer.
Ja toch, een fijn geknars en een zacht
geschuifel in de gang...."
„Telefoneer naar Marseille, bel de
politie op
„Wat wilt ge toch. De stad ligt te
ver af, men komt te laat".
„Roep om hulp.... verberg u....
neem den kleine mee
„Ik kan niet, mijn krachten begeven
mij. De trapt kraakt.... Ik hoor
ze in de gang. Ze zoeken rond. Marcel
mijn God, erbarm uHelp Help
Nog een paar snikken, verschrik
kelijk om te hooren, een vaag en ver
ward geluid.... toen niets meer.
Ik voelde iets als een kraken in
mijn hoofd, duizelde.... meer weet
ik er niet van".
En hijgend alsof hij zoo juist tot
het bewustzijn teruggekeerd was, voeg
de mijnheer ter Berg er aan toe
„Voor de bijzonderheden van de
misdaad, bekend onder den sensa-
tioneelen titel „de moord op Buiten
zorg", verwijs ik u naar de dagbladen.
Ik verloor mijn vrouw, mijn kind en
twee dienstboden."
Wat nooit een pen zal kunnen neer
schrijven is de verschrikkelijke kwel
ling van een man die op een honderd
mijlen afstanas de wanhopige kreten
van zijn stervende vrouw hoorde zon
der iets anders te kunnen doen dan
van onmacht te zuchten voor een hou
ten hoorn
a
a
a
IV
„We moeten hier niet praten," zei
de gemaskerde onbekende. „Onbeschei
den ooren konden ons beluisteren."
Uit voorzichtigheid vermeden zij den
weg langs het paleis van den gouver
neur, waar de soldaten de wacht hiel
den.
„Een ending als de onze moet ge
heim blijven voor iedereen," had de
agent van Stoessel gefluisterd.
Ondanks de vreemde omstandighe
den overstroomde een groote blijdschap
het hart van den knaap, toen hij de
schitterende lichten zag in het paleis
van den gouverneur. Ze schenen warm
te uit te stralen, die hem verkwikte.
Zij slopen in de schaduw der wolken,
langs smalle paden en vermeden de li
nie van schildwachten. Ze hadden bijna
het open veld bereikt dat de stad scheid
de, die het niet kon overschrijden zon
der het met bloed en lijken te ien over
dekken. Het geschut der vestingwerken
beotreek het geheel.
Zij liepen snel.
„Komen wij er gauw," vroeg de
knaap.
„Ja.... daar omlaag.... in dat
boschje."
Zij naderden de breede linie van
schildwachten.
„Laten wij op zij aan," zei de ge
maskerd
„Rechts.... nog meer rechts....
dichter bij men zou ons kunnen zien."
„Wat komt dat er op aan," wierp
Nicolai hem tegen, „als wij toch het
bevelschrift hebben, geteekend door
den gouverneur...."
„Ja maar het is een geheime zending,
en niemand...."
„Neen," zei de knaap stoutmoedig
onder het bastion.... men mag
ons zienalleen verraders verber
gen zich
De man zag hem verbaasd aan.
„Ben je dol
De jonge Souyeff hoorde niets. Vast
besloten liep hij recht op het bastion
aan. He was niet meer de vreemde, die
de ondernemin leidde, hij was het.
waarom? Plotseling klonk een d.or-
dringende stem vlak bij hem.
„Werda
De man sidderde, bleef staan en deed
zelfs een paar stappen terug. Nicolai
echter deed twee passen vooruit en riep
uit al zijn macht„Rusland
Twee soldaten spanden den haan van
hun geweer. Men hoorde het slot óver
het staal krassen.
De knaap keek naar zijn gids. De
agent v n Stoessel vluchtte
„Order van den generaal," riep de
dappere kleine. „Boodschap naar bui
ten 1"
„Uw naam," riep de schildwacht.
„Nicolai Souyeff.
„Voorwaarts
Plotseling weerklonk een kreet en
daarna een wild gehuil, 't Was de onbe
kende, die door twee mannen werd ge
grepen, die in een ravijn verscholen had
den elegen.
De trijd was kortin twee minuten
was de vreemde stevig gebonden. Da
beide schildwachten kwamen op Nico
lai toe, die zich niet bewoog en best
scheen te begrijpen, wat er gebeurde.
Kreten van woede naast machtelooze
bedreigingen ontsnapten aan den mond
van den gevangene.
„Zeer goed, kleine man," sprak een
officier, die verscheen. „Je hebt prach
tig gewerkt..Toon mij uw paspoort
.Goed, dat is in ordeWij waren
gewaarschuwdTwee man zullen je
geleiden tot aan de vijandelijke linie.
Dappere knaapBen je niet
bang."
„Bang Ik 't Is het schoonste uur
van mijn leven."
„Neem den verrader mee," beval de
officier.
De gewaande boodschapper van
Stoessel werd weggevoerd naar den
commandant van de wacht.
De kazemat van dezen was verlicht.
Hij zelf verscheen, streng, met in
zijn trekken den plicht uitgedrukt die
hem nacht en dag deed waken. Want
hij' leefde te midden van het gevaar op
dezen vooruitgeschoven post, die een
der sleutels was van de vesting. Men
bracht den gids van Nicolai voor hem.
Zonder iets te zeggen, rukte hij dezen
het masker af. Een bleek gelaat kwam
voor den dag, waarop men den vreese-
lijksten angst las voor hetgeen hem
wachtte.
„Verrader," zei de officier.
„De man zei niets en bewoog zich
zelfs niet. Hij knipte met de oogen als
een nachtvogel, die in het licht wordt
gebracht. Hij gevoelde ich in zijn eigen
strik gevangen. Dit kind, dat hij had
willen gebruiken voor zijn schandelijk
plan, deze knaap had met een overleg
boven zijn jaren, zijn plan verijdeld en
hem zelf doen vallen in de hinderlaag,
die hij het Russische leger gelegd had.
Nicolai haalde den bri f uit zijn zak
dien de verrader hem gegeven had. Het
was een uitvoerig plan van de vesting
werken, dat de Japanners duur zouden
hebben betaald, maar dat zij nu niet
zouden krijgen, dank zij enzen kleinen
held.
Men onderwierp den gevangene den
lafaard, die zelf zijn plan niet durfde
volvoeren aan en scherp verhoor. Hij
keek verschrikt naar zijn kleinen com
pagnon van Straks en las in diens oogen
de vera hting, zooals hij zijn vonnis las
in de oogen van den commandant.
Maar de kleine Souyef,, bedachtzaam
als een man, vroeg om zijn escorte, want
de nacht ging voorbij en hij moest ver
trekken, dat was beloofd, dat had hij
gezworen. Niet naar de stad, niet naar
zijn moeder, wier ontwaken droevig zou
zijn. Neen, naar het Oosten riep hem
zijn plicht.... daar beneden naar den
vijand.... daar beneden, naar de ge
weren en kanonnen der Japanners. Nu
de verrader overgeleverd was, dreef
zijn heldhaftige zending hem onweer
staanbaar voort. Die roemrijke zending,
die geduchte; heilige laak, door stout
moedigheid en dapperheid uit te voeren
een stoutmoedigheid, die een bom weet
te grijpen, gereed om te ontploffen, een
moed die een sluimerende moeder weet
voorbij te gaan zonder een laatst vaar
wel, omdat de stem van het vaderland
hem opriep
De soldaten hadden hem verlaten op
de uiterste linie aan den voet van een
heuvel, die de inzet fcou zijn van den
eerstkomenden veldslag.
Daar stond hij nu alleen, verloren in
deze woeste gronden, waar de lijken nog
lagen van de gesneuvelden in het laat
ste gevechtAlleen, de kleine knaap
in deze uitgestrekte vlakte waar de dood
loerde uit de monden van honderden
kanonnen en duizenden geweren....
Alleen, gaande te midden van dood en
vernieling, met de boodschap op zijn
hart verborgen, die hij zou moeten be
waren en verdedigen, en die hij moest
bezorgen bij den anderen bevelhebber,
die in zijn hand het lot hield van het
rijk van den Tsaar.
Nicolai was door Stoessel met de.
eervolle zending belast aan Kouropat-
kine de geheimen te brengen van den
oorlog in het uiterste Oosten
VI.
Wij hebben gezegd, dat de jongen
Souyeff na zijn nachtelijk onderhoud
met den agent in plaats van direct naar
huis te gaan langs de kazerne den weg
ingeslagen had naar het paleis van den
gouverneur. Dit kwam doordat Nicolai
bij een onbedwingbaren moed een ver
stand en doorzicht bezat, zooals men
zelden aantreft bij kinderen van zijn
leeftijd. Het onderhoud met het geheim
zinnig personage had zijn achterdocht
gewekt. Deze man, die sprak van offer
vaardigheid voor het Russische vader
land en het Russische leger, had over
geld gesproken zooals men dit doet
tegen verraders.
En bovendien, al zijn ingewikkelde
maatregelen om den vijand te mislei
den, schenen hem onwaarschijnlijk
wegens de onhandigheid en de verre
gaande naïviteit, die ze bij dej apanners
veronderstelden. En terwijl de verra
der sprak, had de knaap nagedacht
en in zijn hoofd was een vermetel plan
opgekomen. Zijn voorgevoel had hem
niet bedrogen. Het verraad heeft als
het ware een lucht of bijsmaak, die
den eerlijken man waarschuwt en
hem het spoor aanwijst. Zoo was de
knaap in een avontuur gewikkeld,
waardoor hij nuttig kon zijn voor zijn
vaderland. Vertrouwende op de wel
willendheid die de gouverneur hem
had betoond, begrijpende dat snel
handelen noodig was, had hij zich on
middellijk naar het huis van den gou
verneur begeven.^.M -
Aan het groote ijzeren hex stond hij
een oogenblik stil om zich al wat hij
te zeggen had nog eerst te binnen te
brengen; zijn hart bonsde; hij voelde
zich omgeven als door geheimzinnig
heidHet schgen hem een droom,
deze nachtelijke onderneming, en be
denkende, dat hij daar geheel alleen
stond, gereed om den drempel van het
indrukwekkend gebouw te overschrij
den, aarzelde hij. Maar de stem van
den plicht deed zich gebiedender dan
ooit hooren. Het is niet te doen om
nuttelooze offervaardigheid, als het
heil van het vaderland op het spel
staat.
Hij schuddè'aan den ijzeren grendel.
Een soldaat liep daar juist vlak voor
bij, het geweer op den schouder. Hij
stond stil.
„Wat wilt gij," vroeg hij op ruwen
toon. „Ben je dol om op dit" uur hier
te komen
„Ik wou den generaal spreken,"
zei de knaap, zich oprichtende.
„Loop heen, kleine aap," riep de
schildwacht, „of ik laat je naar de
wacht brengen."
„Doe open asjeblieft," drong Nicolai
aan, „ik heb gewichtige zaken mee te
deelen. Ik moet den generaal nood
zakelijk spreken."
Er sprak zooveel overtuiging uit zijn
stoutmoedige woorden, dat de schild
wacht aarzelde. Bovendien, het was
niet zoo zeldzaam, dat des nachts zoo
wel als overdag spionnen aan Stoessel
gewichtige tijdingen kwamen brengen.
„Laat den gouverneur melden, dat
Nicolai Souyeff hem wil spreken over
een gewichtige zaak."
Een luitenant, die de ronde deed
kwam op dit oogenblik voorbij het hek
en naderde hem.
„Mijnheer de officier," hernam de
kleine man, „ik moet noodzakelijk den
generaal spreken." En hij gaf nog eens
zijn naam op.
„De generaal is aan het werk," zei
de officier, „Het is nu geen tijd om hem
te storenkom morgen maar eens te
rug."
„Dan zal het\ te laat zijn," hernam
de knaap eenvöudig. „Niet morgen,
dezen nacht, dadelijk, ik heb eer. groot
geheim mee te deelen."
En hij haalde den brief te voorschijn,
dien Stoessel hem geschreven had om
hem geluk^te wenschen met zijn hel
dendaad, en reikte dien den officier
over.
Deze liep naar de wacht, zag de
loftuitingen door den chef tot den klei
nen Souyeff gericht en begreep, dat
een zoo dappere knaap ook gewichtige
tijdingen kon brengen; hij beval het
hek te openen.
„Wacht hier," zeide hij, toen Nicolai
binnengetreden was, „ik zal den gene
raal gaan vragen, of hij je kan ont
vangen."
Een straal van vreugde schitterde
in de oogen van den knaap. Vijf mi
nuten later keerfle de officier terug.
„Volg mij," zei hij.
Hij geleidde hem door een donkere
gang en deed hem een steenen trap
opklimmen. Vervolgens liepen zij door
verscheidene vertrekken. Voor een
deur gekomen, waar een schildwacht
óp post stond, klopte de officier en
deed den knaap binnengaan, die stout
moedig tot midden in het vertrek
vooruit trad en zijn blikken op den ge
neraal vestigde.
Deze zat over kaarten gebogen, het
voorhoofd gefronst door zorg, maar
met kalm oog en een bijna lachenden
mond.
Bij hem zat zijn echtgenoote zijn held
haftige gezellin die met hem arbeidde
en zijn taak trachtte te verlichten.
„Nicolai Souyeff," sprak de gouver
neur, „heb je mij geheimen toe te ver
trouwen
„Jawel generaal," zei deze vast
besloten. „Misschien vergis ik mij,
maar ik meen, dat het toeval mij een
verrader heeft doen ontdekken."
„Niet het toeval, mijn kind, r ca
de Voorzienigheid, die oris lot in han
den heeft."
Mevrouw Stoessel was opgestaan en
kwam haar redder een kus geven.
„Dus je hebt een verrader gevon
den vroeg de generaal.
„Ik geloof het wel, generaal."
„Spreek, mijn jongen," sprak deze,
de armen over de borst kruisende.
Nicolai verhaalde van het onderhoud,
dat hij pas gehad had in de smalle
straat bij het Engelsche consulaat
en het vreemde voorstel, dat men hem
gedaan had.
„Je hebt gelijk," sprak de generaal
zeer bedaard,Dat is een verrader.
Ik heb niemand zulk een zending
toevertrouwd. Wetende, dat je een
dappere jongen bent heeft hij van
uw lichtgeloovigheia misbruik willen
maken en je vaderlandsliefde willen
dienstbaar maken aan zijn afschuwelijk
handwerk. Vrees jij den dood
„Ik weet het niet, generaal," zei
het kind naïf.
„En ik weet zeker van niet; me
vrouw ook.... Jij bent grooter dan
jij denkt. Geef mij de hand."
„je moest dus over een uur met hem
vertrekken
,,Ja, ik moestIk had het be
loofd omdat ik hem geloofde
Maar nu ik afles weet.... nooit
„En toch moet je vertrekken," zei
de generaal opstaande. „Het vader
land gebiedt het. Ik wil een held van
je maken."
„Moet ik vertrekken...." stotterde
de knaap.... „Maar generaal"
„Ja, met hem, om hem te doen vat
ten, om hem aan de soldaten over te
leveren en de stad te verlossen van een
gevaarlijk sujet, dat haar zou kunnen
schaden. Heb je mijn brief gelezen
„Jawel generaal
„Ik heb je gesproken van een gevaar
lijke zending."
„Ik weet het, generaal."
„Gevoel je je sterk genoeg om docr
het Japansche leger te komen zonder
je te laten dooden
„Ik zal het beproeven."
„En ver weg te gaan.... daar
beneden
„Als u het beveelt, generaal."
„Naar Mandschoerije
„Waarheen u wilt
„Naar Liao Jang," vroeg Nicolai,
die scheen te droomen.
„Depeches te brengen aan Kouro-
patkine
De tranen kwamen den knaap in
de heldere oogen.
„Ween je, kleine
„Ja, generaal.... ik ween.... van
geluk. Ik, een jongen van dertien jaar
Ik, soldaat, 't is te veel eer...."
Zijn gelaat blonk van trots en van
een onuitsprekelijke vreugde.
„Je zult meer zijn dan soldaat,
Nicolai, meer dan officier., meer dan
generaalje zult boodschapper
van den Tsaar zijnMaar je moe
der
„Mijn moeder.." sprak Nicolai..
„O, mijn moeder
Hij zweeg eenige seconden lang.
Mevrouw Stoessel, die ook moeder
was, zag hem aan.
„Zult u haar troosten, mevrouw,"
sprak hij met ferme stem.
„Maar als zij je terughoudt?"
Hij maakte een beweging van ont
kenning
„Als je haar terugziet."
„Ik zal haar niet zien."
„Alles gaat goed," zei de generaal,
die zijn ontroering zocht te verbergen
in dit gezegde, dat zijn lijfspreuk was.
„Alles gaat goed. God beware den
Tsaar en bescherme het heilige Rus
land
„God beware onzen kleinen held,"
sprak de edele vrouw, de oogen gewend
naar de heiligenbeelden, waarvoor een
lamp met welriekende olie dag en
nacht brandde.
De generaal nam een lias papieren,
sioot ze in een omslag, dien hij verzegel
de en daarna den knaap overreikte.
„Voor den commandant van het le
ger in Mandschoerije," zei hij. „Noch
gevangenschap, noch de dood mag je
daarvan scheiden.... Er. thans,"
voegde hij er bij, „is het tijd.. Laten
wij ons haasten. Jij vertrekt met den
verraderniets wordt veranderd. Wel
ken weg ken je het best
„Die van de Alexanderscnans."
„Goed. Daarheen meet je dan je weg
nemen. Dat is het gemakkelijkst voor
je, daarheen loop je dan recht op het
doel aan."
„Ja."
„Mijn soldaten zullen je va- hem
bevrijden en dan kun je alleen je weg
voortzetten. Het is noodig dat je vóór
het aanbreken van den dag door de
vijandelijke linie heen bent. Ik ga den
commandant waarschuwen."
Hij drukte op den knop eener eiec-
trische schel, en gaf door de telefoon
zijn orders.
Een vlug gesprek volgde.
„Hallo
....„Goed. Een jonge bode met
een brief voor Mandschoerije zal de
verdedigingslinie passeeren. Een man
zal hem vergezellen. Deze is een verra
der en moet gearresteerd worder.
Twee seconden verliepen. Het gelaat
van den generaal verduisterde.
U zegt dat de weg gevaarlijk
is
De vrouw van den gouverneur en
Nicolai luisterden in stilte naar dit
gesprek, waarvan zij slechts de helft
vernamen. De generaal wierp op den
knaap een bezorgden blik.
Hij zette het gesprek voort.
„Hallo. Is de weg niet te passeeren
Waarom niet Maar het
moetAlle schuilhoeken in het
terrein bewaakt?.... Drie schuld
vachten gedoodzoo pas
Stoessel hing de telefoon op.
„Nicolai," zei hij met een van aan
doening 'bevende stem, „ik heb je ge-
z gd dat je zending vo! gevaren is..^
De boodschapper van den Tsaaf
antwoordde niet, maar zijn blik sprak
voor hem en de heldere schittering
in zijn oogen drukte op welsprekende
wijze uit
„Gevaar Maar dat is ieven. Koopt
men den roem op andere wijze
„Wilt gij nog altijd en ondanks al
les," vroeg de gouverneur.
„Meer dan ooit," antwoordde de
knaap eenvoudig.
„De wacht aan de schans is gewaar
schuwd," zei de generaal, „ik zal je
jé paspoort geven."
Hij schreef eenige regelen op een
groot vel papier, verzegelde het en gaf
het den jeugdigen bode.
„Vaarwel Nicolai.. Moed.. God
behoede jeGa, mijn kleine held,
onze wenschen vergezellen je en als
je ginds aankomt zonder struikelen of
vallen
Dit zeggende wees hij met zijn vin
ger op een der kruisen, die op zijn borst
schitterden.
„Als het je gelukt Kouropatkine
te bereiken, zul je de hoogste beloo
ning voor moed en vaderlandsliefde
in den oorlog ontvangen. Begrijp je
me
„O ja," :prak Nicolai, terwijl zijn
oogen van verlangen schitterden.
als mijn moed r mij gedecoreerd zag.,
dit zou haar een troost zijn voor al den
zorg, die ik haar zal bereiden...."
„Ik reken op je, kleine man," zei
de generaal, „en vergeet niet dat ge
de geheimen draagt van je keizer.
Het kruis van St. George ligt voor. je
te Liao-Jang. Ga het halen
Mevrouw Stoessel was opgestaan.
In haar hand hield zij een klein schitte
rend voorwerp, dat zij het moedige
kind overreiktei
„Neem dit met je mede op reis,"
sprak zij, ,,'t is mijn revolver., een
geschenk van mijn echtgenoot een kost
baar wapenen hier zijn veertig patro
nen."
En met e bezorgdheid eener moeder
die de zakken van haar jongen met
lekkernijen vult, verzekerde zich de
heldin van Port-Arthur, dat de kogels
op een veilige plaats werden geborgen
vlak bij de hand om haar redder te
kunnen dienen.
Toen ging de knaap als in een droom
van roem en geluk, die zijn ziel ver
vulde, heen. En het hek doorgaande
verwijderde hij zich in den donkeren
nacht in de richting van zijn huis,
naar zijn moeder, die hij in langen tijd
niet zou weerzien, als hij ze -al ooit
weerzag.
VII.
Een uur was ongeveer verloopen
sedert Nicolai de schans had verlaten
en hij liep te denken over dezen nacht
zoo vol van geheimzinnige gebeurte
nissen. Hij gevoelde zich als voort
gedreven door een onweerstaanbare
kracht, en in zijn ooren weerklonk als
een sirenengezang het woord van
Stoessel: „Als je Liao Jang weet te
bereiken, zul je de hoogste beloor.ing
ontvaDgen voor vaderlandsliefde in
den oorlog.."
Welk een droom van geluk en roem
in het hart van een dertienjarigen
knaap. Hij liep snel door een woest
terrein, stiet den voet tegen lijken,
die men pog niet had kunnen weghalen,
hoorde de klachten der stervenden,
die in het gevecht van den vorigen
dag gevallen waren, opgeofferd aan
den vreeseiijken haat van twee legers,
die in hun verbittering zelfs de neutra
liteit van de vlag van het Roode Krui?
niet meer erkenden. Hij liep door den
donkeren nacht naar het onbekende,
aan zijn hart het heiligenbeeldje druk
kende, dat als een amulet is voor
eiken geloovigen Rus.
Hij was aan het einde der vlakte.
Het terrein werd golvend, verhief
zich tot heuvels en was doorsneden
met holle Wegen en passen. Zijn schre
den weerklonken op den rotsachtigen
grond. Nu en dan zag hij snel verdwij
nende lichten en hoorde het geluid
van stemmen, als uit een afgrond ko
mende, terugkaatsen tegen de hellin
gen der heuvels en daarna wegsterven.
g]EEEESEEEE®E®ESSEEEEEESEEEEBESSSESEEEEEESEESESEEEBE[g
E
S
E
ESESSSESSIBEBBEEESSSEEEEEBSBEEEESBSSSEBBESSESBBEESEB