DE SPION VAN DEN TSAAR zwaarmoedfgneid iag. voor het post kantoor hield ik hem een oogenblik, staande en beloofde hem in te halen, zoodra mijn telefoongesprek geëin digd was. Hij sidderde bij dit laatste woord en ik zag dat hij den knop van zijn wan delstok krampachtig omknelde. Hij wachtte en toen ik bij hem terugkwam scheen hij mij nog uitermate nerveus. In de hoop aan zijn onverklaarbaar zwijgen een einde te maken, begon ik eenigszins onverschillig„Wat een wonderbare uitvinding toch, die tele foon, en wat een onschatbare diensten bewijst ze ons dagelijks." „Vindt ge", sprak ter Berg op een toen, waaruit een bitter sarcasme sprak. „Het lijkt mij integendeel dat de wetenschap wel verre van ons te hulp te komen, spot met onze men- schelijke macht. Een voorbeeld eigen ondervinding -- zal u mijn woor den beter doen verstaan en gij zult u de smartelijke ontroering, die mij nog doet beven, al zijn er ook jaren ver- loopen, gemakkelijk kunnen verkla ren. ,,'k Was gedurende een zomerva- cantie met Corry mijn vrouw, en Mar cel, mijn zoontje, op mijn iandgoed „Buitenzorg", in een iommerrijk land schap gelegen, niet ver van de haven stad Marseille. Nanette, de oude dienst bode, zorgde voor de huishouding en de keuken. Benny, de huisknecht, die zeer in zijn schik was dat hij in de nabijheid van de woonplaats zij ner moeder woonde, fungeerde te vens voor tuinman en woonde in een zomerhuisje op eenige schreden van mijn landgoed. Met mijn geweer aan den bandelier, de twee jachthonden blaffend voor mij uitspringend, wandelde ik eiken dag met mijn vrouw en mijn baby onder de zacht ruischende boomen van het dal. Om de moeilijkheid van de verwij dering van Marseille te ondervangen had ik mijn landgoed telefonisch met het centraal bureau in Marseille la ten verbinden. Zoo hield ik mij iede- ren avond op de hoogte van den loop mijner zaken in Parijs. Onze rustige eenzaamheid werd plotseling gestoord door een bericht van mijn gevolmachtigde. Mijn per soonlijke tusschenkoinst zou ons een belangrijke bestelling van het gouver nement verschaffen. Het we r was zoo schoon en Marcel maakte het zoo goed, dat ik besloot voor enkele dagen van mijn landgoed te vertrekken Den avond echter van mijn vertrek naar Parijs, viel de regen bij stroomeri neer. Het huurrijtuig dat voor het bor des op mij wachtte, werd door den wind haast weggeslagen, en ik gevoel de een beklemdheid in mijn borst, die Corry echter weg wist te praten. „Kom, ge kult maar een paar nach ten afwezig zijn. Nanette slaapt naast mijn slaapkamer. Benny heeft uw ge weer en in zijn tuinhuisje kan hij onze stemmen hooren. Castor en Pollux zijn twee trouwe wakers.... Wat zou ons kunnen overkomen Haar stem klonk onvast en ik was op het punt van mijn voorgenomen reis af te zien, toen mijn vrouw mijn gedachten scheen te raden. „Gij hebt de jaren nog niet om u r.iet meer met uw zaken te bemoeien", gaf zij voor. „Onze zoon moet bij zijn meerderjarigheid de fabriek in den bes ten toestand kunnen voortzetten. Wij kunnen per teiefoon elk uur van den dag met elkander spreken. Ga dus onbezorgd. Met Benny en Nanette vrees ik niets". Ik schaamde mij over mijn bang heid, omhelsde Corry en Marcel en vertrok. In den trein bracht ik een slape- loozen nacht door. In Parijs sprong ik uit den coupé en liep overhaast naar de telefooncel. „Hallo, hallo.... Den nacht goed doorgekomen, Corry Niet bang ge weest „Jawel wat, Nanette vooral. We sliepen eerst tegen den ochtend maar maak u er niet ongerust over. Nanette hoorde alleen maar loopen fn den tuin. De honden, die wij ver- geten hadden los te maken, hebben hevig geblaft. Eindelijk hebben wij het venster geopend en Benny geroepen. Hij heeft het geweer genomen en met de honden de ronde gedaan, maar niets verdachts kunnen vinden. Mar cel, ons lieve blonde kopje, die niets geen vermoeden heeft, wordt wakker en roept mij. Tot ziens, John Als gij een oogenblikje na het diner tijd hebt, belt ge dan nog even op Half gerustgesteld, handelde ik mijn zaken spoedig af en eerst na acht uur kon ik de telefoon weer bereiken. „Hallo.... hallo!.... Waarom wacht je zoolang, Corry Wat is er gebeurd „Iets waarop wij vanavond niet gerekend hadden. De zonneblinden waren reeds gesloten, de honden los gelaten, toen een kleine bengei uit de stad een brief bracht van Benny's moeder, die plotseling ongesteld ge worden was. De onbekende jongen is haastig vertrokken, zonder verder nog inlichtingen te geven. Benny was zeer uit het veld geslagen, omdat hij dol veel van zijn moeder houdt. Hij wilde ons eerst niet voor morgen ver laten, maar zijn troostelooze blik druk te te zeer uit, hoeveel dit uitstel hem kostte. Als deze vrouw vannacht kwam te sterven, dacht ik, zou ik de oorzaak zijn, dat de arme Benny zijn moeder niet meer had kunnen omheizen. Ik heb hem dat onder het oog ge bracht en hem overgehaald om on middellijk te vertrekken. Hij beloof de mij dezen avond nog terug te kee- ren, en wel per rijtuig, om tijd te win nen. Zoo juist heb ik de grendels van de deuren gesloten daarom liet ik u zoo wachten. Zijt ge tevree over den loop van uw zaken „Ja, over alles, maar ge hadt niet moeten toestaan dat Benny naar Mar seille vertrok. Zelfs met een rijtuig zou hij niet vóór tien of elf uur terug kunnen zijn. Ik was gerust, omdat hij bij u was, en nuEn die straat jongen heeft zich verwijderd zonder dat gij informeerdet of de tijding die hij bracht waar was Benny heeft toch zeker de honden losgelaten en het geweer geladen „De honden slapen op het terras. Het geweer heeft Benny in de vesti bule gezet. Ik zal eens even gaan kij ken. Hoort ge Marcel, wie u goeden nacht wenscht. Luister eens „Nacht papa, paatje „Dag lieve Ik ga nu eten en kom dan nog eens terug". Buiten gekomen hield ik mij bezig met hetgeen mijn vrouw zooeven ver teld had. Ik had rnijn ongerustheid verborgen uit vrees Corry nog meer te beangstigen. Mijn overdenkingen stemden mij zoo somber, dat bij mijn terugkeer in het hotel mijn eetlust geheel verdwenen was. Ik stond van tafel op om naar 't telefoonbureau terug te keeren, toen mijn procura tiehouder mij over dringende zaken wilde spreken. Ik kon niet vlug ge noeg van hem weg en het was reeds erg laat toen ik het telefoonbureau bereikte. Mijn hart klopte van onge duld on mijn bevende handen deden mijn oorvlies trillen. Ik wachtte enkele seconden zonder iets te hooren. „Hallo Corry.... hallo iZijt ge daar Antwoord eensik ben wat ongerust". Eindelijk vernam ik de stem van mijn vrouw, maar een stem zacht en haast onverstaanbaar. „John, mijn John, ik sterf van angst. Het geweer is weggehaald. Door wien? We weten het niet. Misschien door dien jongen wel die den brief gebracht -heeft. Benny is niet teruggekeerd, wie v/eet wat hem overkomen is wellicht heeft men hem expres van hier verwijderd en in een hinderlaag ge lokt. Ik heb geen adem meer van angst. 1 n den tuinik geloofik hoor voetstappen heel in de verte...." Ik hoorde mijn hart in de stilte bonzen, en het bloed steeg me naar het hoofd. „Corry, ik bid u, spreek, wat is er gaande,? Wat hebt ge gehoord „Ach, hoor de honden aanslaan, woedend rukken ze aan den kettng.. Nu zijn ze stil, plotseling stil.,.. O, zoo'n gruwelijke stilte. Ik hoor ge rucht op de laan, voetstappen, die telkens naderen „Spreek Corry, spreek. Ik voel me krankzinnig worden van angst. Wat hoort ge nog meer 7 „Niets meerbijna niets meer. Ja toch, een fijn geknars en een zacht geschuifel in de gang...." „Telefoneer naar Marseille, bel de politie op „Wat wilt ge toch. De stad ligt te ver af, men komt te laat". „Roep om hulp.... verberg u.... neem den kleine mee „Ik kan niet, mijn krachten begeven mij. De trapt kraakt.... Ik hoor ze in de gang. Ze zoeken rond. Marcel mijn God, erbarm uHelp Help Nog een paar snikken, verschrik kelijk om te hooren, een vaag en ver ward geluid.... toen niets meer. Ik voelde iets als een kraken in mijn hoofd, duizelde.... meer weet ik er niet van". En hijgend alsof hij zoo juist tot het bewustzijn teruggekeerd was, voeg de mijnheer ter Berg er aan toe „Voor de bijzonderheden van de misdaad, bekend onder den sensa- tioneelen titel „de moord op Buiten zorg", verwijs ik u naar de dagbladen. Ik verloor mijn vrouw, mijn kind en twee dienstboden." Wat nooit een pen zal kunnen neer schrijven is de verschrikkelijke kwel ling van een man die op een honderd mijlen afstanas de wanhopige kreten van zijn stervende vrouw hoorde zon der iets anders te kunnen doen dan van onmacht te zuchten voor een hou ten hoorn a a a IV „We moeten hier niet praten," zei de gemaskerde onbekende. „Onbeschei den ooren konden ons beluisteren." Uit voorzichtigheid vermeden zij den weg langs het paleis van den gouver neur, waar de soldaten de wacht hiel den. „Een ending als de onze moet ge heim blijven voor iedereen," had de agent van Stoessel gefluisterd. Ondanks de vreemde omstandighe den overstroomde een groote blijdschap het hart van den knaap, toen hij de schitterende lichten zag in het paleis van den gouverneur. Ze schenen warm te uit te stralen, die hem verkwikte. Zij slopen in de schaduw der wolken, langs smalle paden en vermeden de li nie van schildwachten. Ze hadden bijna het open veld bereikt dat de stad scheid de, die het niet kon overschrijden zon der het met bloed en lijken te ien over dekken. Het geschut der vestingwerken beotreek het geheel. Zij liepen snel. „Komen wij er gauw," vroeg de knaap. „Ja.... daar omlaag.... in dat boschje." Zij naderden de breede linie van schildwachten. „Laten wij op zij aan," zei de ge maskerd „Rechts.... nog meer rechts.... dichter bij men zou ons kunnen zien." „Wat komt dat er op aan," wierp Nicolai hem tegen, „als wij toch het bevelschrift hebben, geteekend door den gouverneur...." „Ja maar het is een geheime zending, en niemand...." „Neen," zei de knaap stoutmoedig onder het bastion.... men mag ons zienalleen verraders verber gen zich De man zag hem verbaasd aan. „Ben je dol De jonge Souyeff hoorde niets. Vast besloten liep hij recht op het bastion aan. He was niet meer de vreemde, die de ondernemin leidde, hij was het. waarom? Plotseling klonk een d.or- dringende stem vlak bij hem. „Werda De man sidderde, bleef staan en deed zelfs een paar stappen terug. Nicolai echter deed twee passen vooruit en riep uit al zijn macht„Rusland Twee soldaten spanden den haan van hun geweer. Men hoorde het slot óver het staal krassen. De knaap keek naar zijn gids. De agent v n Stoessel vluchtte „Order van den generaal," riep de dappere kleine. „Boodschap naar bui ten 1" „Uw naam," riep de schildwacht. „Nicolai Souyeff. „Voorwaarts Plotseling weerklonk een kreet en daarna een wild gehuil, 't Was de onbe kende, die door twee mannen werd ge grepen, die in een ravijn verscholen had den elegen. De trijd was kortin twee minuten was de vreemde stevig gebonden. Da beide schildwachten kwamen op Nico lai toe, die zich niet bewoog en best scheen te begrijpen, wat er gebeurde. Kreten van woede naast machtelooze bedreigingen ontsnapten aan den mond van den gevangene. „Zeer goed, kleine man," sprak een officier, die verscheen. „Je hebt prach tig gewerkt..Toon mij uw paspoort .Goed, dat is in ordeWij waren gewaarschuwdTwee man zullen je geleiden tot aan de vijandelijke linie. Dappere knaapBen je niet bang." „Bang Ik 't Is het schoonste uur van mijn leven." „Neem den verrader mee," beval de officier. De gewaande boodschapper van Stoessel werd weggevoerd naar den commandant van de wacht. De kazemat van dezen was verlicht. Hij zelf verscheen, streng, met in zijn trekken den plicht uitgedrukt die hem nacht en dag deed waken. Want hij' leefde te midden van het gevaar op dezen vooruitgeschoven post, die een der sleutels was van de vesting. Men bracht den gids van Nicolai voor hem. Zonder iets te zeggen, rukte hij dezen het masker af. Een bleek gelaat kwam voor den dag, waarop men den vreese- lijksten angst las voor hetgeen hem wachtte. „Verrader," zei de officier. „De man zei niets en bewoog zich zelfs niet. Hij knipte met de oogen als een nachtvogel, die in het licht wordt gebracht. Hij gevoelde ich in zijn eigen strik gevangen. Dit kind, dat hij had willen gebruiken voor zijn schandelijk plan, deze knaap had met een overleg boven zijn jaren, zijn plan verijdeld en hem zelf doen vallen in de hinderlaag, die hij het Russische leger gelegd had. Nicolai haalde den bri f uit zijn zak dien de verrader hem gegeven had. Het was een uitvoerig plan van de vesting werken, dat de Japanners duur zouden hebben betaald, maar dat zij nu niet zouden krijgen, dank zij enzen kleinen held. Men onderwierp den gevangene den lafaard, die zelf zijn plan niet durfde volvoeren aan en scherp verhoor. Hij keek verschrikt naar zijn kleinen com pagnon van Straks en las in diens oogen de vera hting, zooals hij zijn vonnis las in de oogen van den commandant. Maar de kleine Souyef,, bedachtzaam als een man, vroeg om zijn escorte, want de nacht ging voorbij en hij moest ver trekken, dat was beloofd, dat had hij gezworen. Niet naar de stad, niet naar zijn moeder, wier ontwaken droevig zou zijn. Neen, naar het Oosten riep hem zijn plicht.... daar beneden naar den vijand.... daar beneden, naar de ge weren en kanonnen der Japanners. Nu de verrader overgeleverd was, dreef zijn heldhaftige zending hem onweer staanbaar voort. Die roemrijke zending, die geduchte; heilige laak, door stout moedigheid en dapperheid uit te voeren een stoutmoedigheid, die een bom weet te grijpen, gereed om te ontploffen, een moed die een sluimerende moeder weet voorbij te gaan zonder een laatst vaar wel, omdat de stem van het vaderland hem opriep De soldaten hadden hem verlaten op de uiterste linie aan den voet van een heuvel, die de inzet fcou zijn van den eerstkomenden veldslag. Daar stond hij nu alleen, verloren in deze woeste gronden, waar de lijken nog lagen van de gesneuvelden in het laat ste gevechtAlleen, de kleine knaap in deze uitgestrekte vlakte waar de dood loerde uit de monden van honderden kanonnen en duizenden geweren.... Alleen, gaande te midden van dood en vernieling, met de boodschap op zijn hart verborgen, die hij zou moeten be waren en verdedigen, en die hij moest bezorgen bij den anderen bevelhebber, die in zijn hand het lot hield van het rijk van den Tsaar. Nicolai was door Stoessel met de. eervolle zending belast aan Kouropat- kine de geheimen te brengen van den oorlog in het uiterste Oosten VI. Wij hebben gezegd, dat de jongen Souyeff na zijn nachtelijk onderhoud met den agent in plaats van direct naar huis te gaan langs de kazerne den weg ingeslagen had naar het paleis van den gouverneur. Dit kwam doordat Nicolai bij een onbedwingbaren moed een ver stand en doorzicht bezat, zooals men zelden aantreft bij kinderen van zijn leeftijd. Het onderhoud met het geheim zinnig personage had zijn achterdocht gewekt. Deze man, die sprak van offer vaardigheid voor het Russische vader land en het Russische leger, had over geld gesproken zooals men dit doet tegen verraders. En bovendien, al zijn ingewikkelde maatregelen om den vijand te mislei den, schenen hem onwaarschijnlijk wegens de onhandigheid en de verre gaande naïviteit, die ze bij dej apanners veronderstelden. En terwijl de verra der sprak, had de knaap nagedacht en in zijn hoofd was een vermetel plan opgekomen. Zijn voorgevoel had hem niet bedrogen. Het verraad heeft als het ware een lucht of bijsmaak, die den eerlijken man waarschuwt en hem het spoor aanwijst. Zoo was de knaap in een avontuur gewikkeld, waardoor hij nuttig kon zijn voor zijn vaderland. Vertrouwende op de wel willendheid die de gouverneur hem had betoond, begrijpende dat snel handelen noodig was, had hij zich on middellijk naar het huis van den gou verneur begeven.^.M - Aan het groote ijzeren hex stond hij een oogenblik stil om zich al wat hij te zeggen had nog eerst te binnen te brengen; zijn hart bonsde; hij voelde zich omgeven als door geheimzinnig heidHet schgen hem een droom, deze nachtelijke onderneming, en be denkende, dat hij daar geheel alleen stond, gereed om den drempel van het indrukwekkend gebouw te overschrij den, aarzelde hij. Maar de stem van den plicht deed zich gebiedender dan ooit hooren. Het is niet te doen om nuttelooze offervaardigheid, als het heil van het vaderland op het spel staat. Hij schuddè'aan den ijzeren grendel. Een soldaat liep daar juist vlak voor bij, het geweer op den schouder. Hij stond stil. „Wat wilt gij," vroeg hij op ruwen toon. „Ben je dol om op dit" uur hier te komen „Ik wou den generaal spreken," zei de knaap, zich oprichtende. „Loop heen, kleine aap," riep de schildwacht, „of ik laat je naar de wacht brengen." „Doe open asjeblieft," drong Nicolai aan, „ik heb gewichtige zaken mee te deelen. Ik moet den generaal nood zakelijk spreken." Er sprak zooveel overtuiging uit zijn stoutmoedige woorden, dat de schild wacht aarzelde. Bovendien, het was niet zoo zeldzaam, dat des nachts zoo wel als overdag spionnen aan Stoessel gewichtige tijdingen kwamen brengen. „Laat den gouverneur melden, dat Nicolai Souyeff hem wil spreken over een gewichtige zaak." Een luitenant, die de ronde deed kwam op dit oogenblik voorbij het hek en naderde hem. „Mijnheer de officier," hernam de kleine man, „ik moet noodzakelijk den generaal spreken." En hij gaf nog eens zijn naam op. „De generaal is aan het werk," zei de officier, „Het is nu geen tijd om hem te storenkom morgen maar eens te rug." „Dan zal het\ te laat zijn," hernam de knaap eenvöudig. „Niet morgen, dezen nacht, dadelijk, ik heb eer. groot geheim mee te deelen." En hij haalde den brief te voorschijn, dien Stoessel hem geschreven had om hem geluk^te wenschen met zijn hel dendaad, en reikte dien den officier over. Deze liep naar de wacht, zag de loftuitingen door den chef tot den klei nen Souyeff gericht en begreep, dat een zoo dappere knaap ook gewichtige tijdingen kon brengen; hij beval het hek te openen. „Wacht hier," zeide hij, toen Nicolai binnengetreden was, „ik zal den gene raal gaan vragen, of hij je kan ont vangen." Een straal van vreugde schitterde in de oogen van den knaap. Vijf mi nuten later keerfle de officier terug. „Volg mij," zei hij. Hij geleidde hem door een donkere gang en deed hem een steenen trap opklimmen. Vervolgens liepen zij door verscheidene vertrekken. Voor een deur gekomen, waar een schildwacht óp post stond, klopte de officier en deed den knaap binnengaan, die stout moedig tot midden in het vertrek vooruit trad en zijn blikken op den ge neraal vestigde. Deze zat over kaarten gebogen, het voorhoofd gefronst door zorg, maar met kalm oog en een bijna lachenden mond. Bij hem zat zijn echtgenoote zijn held haftige gezellin die met hem arbeidde en zijn taak trachtte te verlichten. „Nicolai Souyeff," sprak de gouver neur, „heb je mij geheimen toe te ver trouwen „Jawel generaal," zei deze vast besloten. „Misschien vergis ik mij, maar ik meen, dat het toeval mij een verrader heeft doen ontdekken." „Niet het toeval, mijn kind, r ca de Voorzienigheid, die oris lot in han den heeft." Mevrouw Stoessel was opgestaan en kwam haar redder een kus geven. „Dus je hebt een verrader gevon den vroeg de generaal. „Ik geloof het wel, generaal." „Spreek, mijn jongen," sprak deze, de armen over de borst kruisende. Nicolai verhaalde van het onderhoud, dat hij pas gehad had in de smalle straat bij het Engelsche consulaat en het vreemde voorstel, dat men hem gedaan had. „Je hebt gelijk," sprak de generaal zeer bedaard,Dat is een verrader. Ik heb niemand zulk een zending toevertrouwd. Wetende, dat je een dappere jongen bent heeft hij van uw lichtgeloovigheia misbruik willen maken en je vaderlandsliefde willen dienstbaar maken aan zijn afschuwelijk handwerk. Vrees jij den dood „Ik weet het niet, generaal," zei het kind naïf. „En ik weet zeker van niet; me vrouw ook.... Jij bent grooter dan jij denkt. Geef mij de hand." „je moest dus over een uur met hem vertrekken ,,Ja, ik moestIk had het be loofd omdat ik hem geloofde Maar nu ik afles weet.... nooit „En toch moet je vertrekken," zei de generaal opstaande. „Het vader land gebiedt het. Ik wil een held van je maken." „Moet ik vertrekken...." stotterde de knaap.... „Maar generaal" „Ja, met hem, om hem te doen vat ten, om hem aan de soldaten over te leveren en de stad te verlossen van een gevaarlijk sujet, dat haar zou kunnen schaden. Heb je mijn brief gelezen „Jawel generaal „Ik heb je gesproken van een gevaar lijke zending." „Ik weet het, generaal." „Gevoel je je sterk genoeg om docr het Japansche leger te komen zonder je te laten dooden „Ik zal het beproeven." „En ver weg te gaan.... daar beneden „Als u het beveelt, generaal." „Naar Mandschoerije „Waarheen u wilt „Naar Liao Jang," vroeg Nicolai, die scheen te droomen. „Depeches te brengen aan Kouro- patkine De tranen kwamen den knaap in de heldere oogen. „Ween je, kleine „Ja, generaal.... ik ween.... van geluk. Ik, een jongen van dertien jaar Ik, soldaat, 't is te veel eer...." Zijn gelaat blonk van trots en van een onuitsprekelijke vreugde. „Je zult meer zijn dan soldaat, Nicolai, meer dan officier., meer dan generaalje zult boodschapper van den Tsaar zijnMaar je moe der „Mijn moeder.." sprak Nicolai.. „O, mijn moeder Hij zweeg eenige seconden lang. Mevrouw Stoessel, die ook moeder was, zag hem aan. „Zult u haar troosten, mevrouw," sprak hij met ferme stem. „Maar als zij je terughoudt?" Hij maakte een beweging van ont kenning „Als je haar terugziet." „Ik zal haar niet zien." „Alles gaat goed," zei de generaal, die zijn ontroering zocht te verbergen in dit gezegde, dat zijn lijfspreuk was. „Alles gaat goed. God beware den Tsaar en bescherme het heilige Rus land „God beware onzen kleinen held," sprak de edele vrouw, de oogen gewend naar de heiligenbeelden, waarvoor een lamp met welriekende olie dag en nacht brandde. De generaal nam een lias papieren, sioot ze in een omslag, dien hij verzegel de en daarna den knaap overreikte. „Voor den commandant van het le ger in Mandschoerije," zei hij. „Noch gevangenschap, noch de dood mag je daarvan scheiden.... Er. thans," voegde hij er bij, „is het tijd.. Laten wij ons haasten. Jij vertrekt met den verraderniets wordt veranderd. Wel ken weg ken je het best „Die van de Alexanderscnans." „Goed. Daarheen meet je dan je weg nemen. Dat is het gemakkelijkst voor je, daarheen loop je dan recht op het doel aan." „Ja." „Mijn soldaten zullen je va- hem bevrijden en dan kun je alleen je weg voortzetten. Het is noodig dat je vóór het aanbreken van den dag door de vijandelijke linie heen bent. Ik ga den commandant waarschuwen." Hij drukte op den knop eener eiec- trische schel, en gaf door de telefoon zijn orders. Een vlug gesprek volgde. „Hallo ....„Goed. Een jonge bode met een brief voor Mandschoerije zal de verdedigingslinie passeeren. Een man zal hem vergezellen. Deze is een verra der en moet gearresteerd worder. Twee seconden verliepen. Het gelaat van den generaal verduisterde. U zegt dat de weg gevaarlijk is De vrouw van den gouverneur en Nicolai luisterden in stilte naar dit gesprek, waarvan zij slechts de helft vernamen. De generaal wierp op den knaap een bezorgden blik. Hij zette het gesprek voort. „Hallo. Is de weg niet te passeeren Waarom niet Maar het moetAlle schuilhoeken in het terrein bewaakt?.... Drie schuld vachten gedoodzoo pas Stoessel hing de telefoon op. „Nicolai," zei hij met een van aan doening 'bevende stem, „ik heb je ge- z gd dat je zending vo! gevaren is..^ De boodschapper van den Tsaaf antwoordde niet, maar zijn blik sprak voor hem en de heldere schittering in zijn oogen drukte op welsprekende wijze uit „Gevaar Maar dat is ieven. Koopt men den roem op andere wijze „Wilt gij nog altijd en ondanks al les," vroeg de gouverneur. „Meer dan ooit," antwoordde de knaap eenvoudig. „De wacht aan de schans is gewaar schuwd," zei de generaal, „ik zal je jé paspoort geven." Hij schreef eenige regelen op een groot vel papier, verzegelde het en gaf het den jeugdigen bode. „Vaarwel Nicolai.. Moed.. God behoede jeGa, mijn kleine held, onze wenschen vergezellen je en als je ginds aankomt zonder struikelen of vallen Dit zeggende wees hij met zijn vin ger op een der kruisen, die op zijn borst schitterden. „Als het je gelukt Kouropatkine te bereiken, zul je de hoogste beloo ning voor moed en vaderlandsliefde in den oorlog ontvangen. Begrijp je me „O ja," :prak Nicolai, terwijl zijn oogen van verlangen schitterden. als mijn moed r mij gedecoreerd zag., dit zou haar een troost zijn voor al den zorg, die ik haar zal bereiden...." „Ik reken op je, kleine man," zei de generaal, „en vergeet niet dat ge de geheimen draagt van je keizer. Het kruis van St. George ligt voor. je te Liao-Jang. Ga het halen Mevrouw Stoessel was opgestaan. In haar hand hield zij een klein schitte rend voorwerp, dat zij het moedige kind overreiktei „Neem dit met je mede op reis," sprak zij, ,,'t is mijn revolver., een geschenk van mijn echtgenoot een kost baar wapenen hier zijn veertig patro nen." En met e bezorgdheid eener moeder die de zakken van haar jongen met lekkernijen vult, verzekerde zich de heldin van Port-Arthur, dat de kogels op een veilige plaats werden geborgen vlak bij de hand om haar redder te kunnen dienen. Toen ging de knaap als in een droom van roem en geluk, die zijn ziel ver vulde, heen. En het hek doorgaande verwijderde hij zich in den donkeren nacht in de richting van zijn huis, naar zijn moeder, die hij in langen tijd niet zou weerzien, als hij ze -al ooit weerzag. VII. Een uur was ongeveer verloopen sedert Nicolai de schans had verlaten en hij liep te denken over dezen nacht zoo vol van geheimzinnige gebeurte nissen. Hij gevoelde zich als voort gedreven door een onweerstaanbare kracht, en in zijn ooren weerklonk als een sirenengezang het woord van Stoessel: „Als je Liao Jang weet te bereiken, zul je de hoogste beloor.ing ontvaDgen voor vaderlandsliefde in den oorlog.." Welk een droom van geluk en roem in het hart van een dertienjarigen knaap. Hij liep snel door een woest terrein, stiet den voet tegen lijken, die men pog niet had kunnen weghalen, hoorde de klachten der stervenden, die in het gevecht van den vorigen dag gevallen waren, opgeofferd aan den vreeseiijken haat van twee legers, die in hun verbittering zelfs de neutra liteit van de vlag van het Roode Krui? niet meer erkenden. Hij liep door den donkeren nacht naar het onbekende, aan zijn hart het heiligenbeeldje druk kende, dat als een amulet is voor eiken geloovigen Rus. Hij was aan het einde der vlakte. Het terrein werd golvend, verhief zich tot heuvels en was doorsneden met holle Wegen en passen. Zijn schre den weerklonken op den rotsachtigen grond. Nu en dan zag hij snel verdwij nende lichten en hoorde het geluid van stemmen, als uit een afgrond ko mende, terugkaatsen tegen de hellin gen der heuvels en daarna wegsterven. g]EEEESEEEE®E®ESSEEEEEESEEEEBESSSESEEEEEESEESESEEEBE[g E S E ESESSSESSIBEBBEEESSSEEEEEBSBEEEESBSSSEBBESSESBBEESEB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 8