m
an Noord en Zuid.
BUITENLAND
(V
Brieven uit Frankrijk.
DE VIOOL.
NSDAG 4 OCTOBER 1921
(3
!S
U.
Daar
Ingeland
De vergadering van den Volken
bond.
Uit Duitschland.
FEUILLETON.
vm
;3
weede Blai
Jan onzen bijzonderen correspondent).
VII.
DUBLIN, 29 Sept. 1921.
j«at Neord en wat Zuid is, weet in
«Ierland iedereen, maar wat liet Noor-
n en het Zuiden van Ierland is, daar
"len lang niet allen achter zijn-
Immers, het meest Noordelijke punt
het eiland ligt in het Zuiden, ten-
11ste volgens Lloyd George.
Lr is wel een beetje goochelen voor
"lig geweest om dat zoo netjes voor
kaar te krijgen, maar het is dan toch
■lukt..... omdat de lïngèlschen dat voor
m politiek ten opzichte van Ierland
J eenmaal noodzakelijk achtten.
JDio geschiedenis zit zoo in elkaar.
[Ierland bestaat uit vier provinciën:
r. in het Ncorden, Connaught, in
Munster, in het Zuiden en Lein-
het Oosten.
de (jrje ancjere mogen we bij
r', Mnde minder hooren, van Ul-
'""s meer, daar van die pro-
Belfast als hoofdplaats, het
Ullgaat van de afscheiding van
|ei'la.iKiJ/''1 *e"en 4e zelfstandigheid van
1 Ze
WOl)-n de Ulstermannen waarop
zich steeds beweegt als het er
dn"'0lllt zich te verdedigen tegen
•ver
Z1]n het er immers zelf lang niet
J, eeni>, over die afscheiding; kijk
j, p 'Ujir Ulster, het trouwe Ulster,
I tT, +nS6 4 bliiven wil.
i.-.-i., 11 da4 Engeland blijven wil! liet
w niet naar.
-ooais Men weet .g Ierl(md in hoofd_
Kei ,i0^e.k> alleen in Ulster wonen
tn l0lvkelijk gr ot aantal protestanten
EclanT° "'aa''S^en z'jn Bet, waarop En-
Nu zi'1'" gesteld heelt,
ster v"!' er 3n de beele provincie Ul-
891.881 m-'Z t d+° laafett' volkst9lling
lieken, Janten 689.816 katho-
lcen, "dra11 dTv200 °Ppervlakkig zou blij-
üe hn»chr.!,o
[op een fl;ni;
Engelsche Regeering hier
Dit ia meerderheid kan steunen.
onder de prote-f11^ behalve waar' Want
P ^tanten zijn er heel veel,
die nationalist zijn en clus in zake een
vrij Ierland met de katholieken meegaan.
Toch wilde Engeland voor het oog der
wereld kunstmatig een meerderheid in
Ulster vormen en het heeft dat gedaan
gekregen, door Ulster te verdeelen. liet
grootste deel der protestantsche uniois
ten woont in Belfast, de hoofdstad van
Ulster, want, al heeft de geheelo pio-
vincie, zooals wij zagen in meerderheid
van ruim 200.000 protestanten, wanneer
we de stal Belfast niet meetellen, dan
is er reeds een, zij het ook geringe,
katholieke meerderheid (597.116 protes
tanten en 597.573 katholieken). In het
algemeen kan gezegd worden, dat de
graafschappen Antrim en Down (op bij
gaand kaartje met gekruiste lijnen aan
gegeven) een gr o'.e protestantsche meer
derheid hebben, de graafschappen Lon
donderry en Armagh (op het kaartje
horizontaal gearceerd) een geringe, ter-
wijl Tyrone en Fermanach (verticaal ge
arceerd een nationalistische meerderheid
hebben. In Donegal, Caran en Monaghan
is de meerderheid overweldigend katho
liek (260.655 tegen 70.310).
Wat deed nu Engeland?
Hoewel de provincie Ulster op de
kaart aangegeven dcor een dikke lijn
al deze negen graafschappen bevat laat
het, waar het officieel over „Ulster
spreekt, de drie katholieke graafschap
pen builen beschouwing en rekent alleen
de zes overige als tot Noord-Ierlan-i
to behooren, de rest, ook Donegal (zie
de kaart) heet bij de Engelsche Regee-
ring „Zuid-Ierland". Op deze wijze is
het den Engelsclien staatslieden go.ukt n
„N ord-Ier'and" bij elkaar te scharrelen,
wa"rin een unionistische meerderheid ge
vonden wordt. „Carsonia", noemen de na
tionalistische Ieren deze zes willekeurig
van de provincie afgescheurde graaf
schappen, naar Sir Edward Ca-son, de
hoogste machthebber in dit Engelsche
„Ulster".
Dat echter lang niet alle inwoners van
dit „Carsonia" het met de Ulstermannen
eens zijn, terwijl wel de deputatie, die
deze week hier bij president De Valera,
namens 100.000 ingezetenen van Belfast
is komen prestesteeren tegen de afschei
ding van Ulster van het overige Ier
land, o.a. op grond van het feit, dat
feitelijk alleen de twee graafschappen
Antrim en Down protestant zijn, olie
zeven andere tot de provincie Ulster be-
hcorende graafschappen te samen hebben
een meerderheid van 493.000 katholieken
tegen 303.000 protestanten.
ARTHUR, TERVOREN.
LonnoNDe^y
Q0N t GAL
y y|Oll«
hOWN
Ah?
FE.RM<\NA(,H
SliGO
Ma y q
.sW
a o» common
L0N&f0«O
ïM*
V» touf-ry
^ICKLOW
<^uer«
COUNT*
C AR». O
CL A* t
KUKENNV
fffRARf
WC H f 0 h w
mms*"-*
„DE ZOMER dIe"HEENGAAT."
Aan alles is het. merkbaar dat het
zomerseizoen, wel heel langzaam aan,
maar toch zeker, tegen hei einde loopt.
De bruine bladeren zijn in het bosch
de verdachte teekenen die de herfst
aankondigen, evenals de eerste grijze
haren wijzen op het einde der jeugd
jaren. Nog voert het groen den boven
toon, maar wie dageiijks zijn oog laat
wijden door de zon beschenen bos-
schen, ziet maar al te goed dat de blij-
e zomerdagen geteld zijn. De dagen
worden angstig korter en de weldoen
de warmte die als laatste gunst ons
in dezen Septcmbertijd nog zoo ruim
wordt toegemeten op liet midden van
den dag, doet ons des te sterker de
kilte van den avond gevoelen. Langer
dan in Holland blijft men hier het
buitenleven getrouw, tot dien in Oc
tober ziet men de villa's bewoond,
voeren de treinen bezoekers aan om
haastig nog van de natuur te genieten
maar hier'en daar beginnen zich nu
reeds gapingen te vertoonen en is de
afdalende lijn in ieder geval merkbaar.
In Parijs integendeel begint met het
vallen van de blaren de terugkeer
van haar getrouwen. De vreemdelin
gen doen hoe langer hoe minder, hun
bijna Babylonische spraakverwarring
gelden op de boulevards. Zij hebben
plaats gemaakt voor den Parijzenaar,
die terugkeert uit zijn badplaats en
opnieuw'bezit gaat nemen van zijn uit
verkoren stad" om er enkele winter
maanden door te brengen. Eigenaar
dig dat zooveel Franschen, die buiten
Parijs niet kunnen leven, gelijk zij
zeggen, juist zooveel maanden, als
hun beurs dat toelaat, hun toevlucln
elders gaan zoeken, 's Zomers Deau-
ville, Vichy en het bekoorlijke Nor-
mandië, in het najaar Biarritz en de
Italiaansche meren en in den winter
de cote d'azur met Nice en Monte-
Cario als hoofdstations. De enkele
wintermaanden die daartusschen lig
gen, wijden zij slechts aan de liefste
van alien, het eeuwig jonge Parijs.
Om hen te ontvangen heeft Parijs
dezen zomer toilet gemaakt, zonder
acht te geven op haar gasten uit liet
buitenland, heeft het straten en plei
nen weken lang doen open liggen om
hun een vernieuwing te doen onder~
gaan. Thans is dat werk in hoofd
zaak gerèed, is Parijs klaar de eigen
burgers te ontvangen en met 1 aljas
kan men uitroepen „het spel kan be
ginnen." De theaters hebben bijna
alle hun deuren geopend, nieuwe
stukken worden aangekondigd, maar
vootloopig worden de avonden nog
gevuid met stukken uit het vorige
seizoen, die proefondervindelijk heb
ben bewezen, successen te zijn. Het
onschuldige en ook in Holland veel
opgevoerde „Peggy, m'n kind," heeft
in de V.audeville, haar entree gedaan
en er de harten veroverd van allen
die in tooneeluitvceringen slechts een
avond van ontspanning zoeken. Het
meer dan ergerlijke product datThi-I hi
heet, dat reeds duizenden opvoeringen
heeft beleefd, gaat nog altijd voor
volle zalen en liefst in twee schouw
burgen tegelijk, een feit, dat sedert
menschenheugenis maar een enkel
maal is voorgekomen. Het pleit helaas
niet voor den goeden smaak en de ver
tooning die thans van deze operette
in Holland gaat, moet al heel weinig
met de Parijsche gemeen hebben, om
eenigszins door den beugel te kunnen.
Het meest belangrijke van al de be
kend gemaakte tooneelplannen voor
dezen winter lijkt mij dat van de onver
moeide en eeuwig-jeugdige Sarah
Bernhard. Opnieuw zal zij eere doen
tce':omen aan het Fransche vers;
L'argion en la Samaritaine zal zij doen
herleven en in „la gloire" van Maurice
Rostand, den zoon van den grooten
dichter Edmond, zelf een allegorische
lol vervullen evenals in „Rodogune"
van Corneille, de rol van koningin
Cleopatra. Ongeloofelijk dat deze hoog
bejaarde en lichamelijk zwakke kun
stenares nog steeds de energie en de
kracht heeft haar ouden roem te hand
haven. Denken wij hier niet onwille
keurig aan onze Bouwmeesters met
wie zij niet alleen het groote talent,
maar ook van iiuis tut net i-sollandsche
bloed, gemeen heeft Vol verwach
ting zien wij ook tegemoet wat het
theater „du vieux Colombier", wiens
kunstzinnige directeur Jacques Co-
peau, dezen winter in Nederland een
conferentie komt houden en het thea
tre de l'oeuvre zal brengen. Deze bei
de verdienen over het algemeen uit
artistiek oogpunt meer onze aandacht
dan de boulevards-theaters, die met
hun wel voortreffelijk gespeelde, maar
altijd weer „mariages a trois" behan
delende stukken, zoo weinig tot de ver
heffing van het tooneel bijbrengen.
De Comedie Fran?aise zal wel even
als tot nu toe, de kleine meid blijven,
waarop men steeds de pik heeftvan
wie men, en heel vaak ten onrechte,
het goede niet wil zien, omdat er aan
de instelling zelf eenige bezwaren ver
bonden zijn, die, hoewel oorspionkelijk
administratief, hun stempel ook op
liet artistieke der vertooningen druk
ken. Zoo bereidt dan Parijs het_ ko
mende seizoen voor en zullen wij nu
en dan gelegenheid hebben in deze
brieven op een of andere vertooning,
indien zij dit in alle opzichten ver
dient, meer speciaa! de aandacht te
vestigen.
Geen seizoen eclitcr is in Parijs vol
komen als ook het politieke spel niet
een aanvang neemt en het bericht dat
18 October de kamer zal bijeen komen,
toont ons eveneens dat ook dit wel
niet zal ontbreken. Wat het ons zal
brengen, kan niemand voorspellen,
zeker niet in een land, waar minister
zetels zoo wankel zijn en Briand vol
gens veler meening al heel lang (6
maanden) in het zadel zitin ieder
geval interpellaties bij hoopjes, stroo
men van welsprekendheid, en mo
menten die de pets en andere tribunes
zullen doen kraken. Men behoeft iin
mers geen helderziende te zijn, om ze
ker te weten dat de Amerikaansche
conferentie, bet contract van Ver
sailles, het milliard goudmarken van
Duitschland, de onthullingen van
Poincaré of minstens één van deze
feiten heel wat stof zal doen opwaaien
en geen beter plaats om zijn gal kwijt
te raken dan het spreekgestoelte in
het. parlement.
Als ik hier nu aan toevoeg dat- de
modemagazijnen hun mooiste winter-
toiletten (langer gerokt, lezeressen,
dan tevoren) tentoonstellen en sei-
zoen-uitverkoopen aan de orde van
den dag zijn, dan zijn er m.i. teekenen
genoeg, zonder dat men een kalender
behoeft te gebruiken, dat het winter
seizoen nabij is.
Parijs 21 Sept. 1921. Mr. P. v. S.
Een onwillige.
Dfe Raad van d«n Volken-bond beeft
gisteren de beraadslaging aver het leden
tal van den Raad voorlgezet. Naar men
weet heeft Balfour voorgesteld het aan
tal leden van 4 o-p 5 te brengen en Span
je als vijfde permanent lid' aan te wijzen.
Da Gunha heeft voorgesteld twee nieuwe
permanente leden, Spanje en Brazilië te
benoemen. Nadat tusschen Da Cunha en
Hymans bij het debat vrij harde woorden
waren gevallen kwam he' voorstel-Balfour
in stemming. Alle leden stemden voor. be
halve Da Cunha, die tegenstemde.
Daar een besluit tot uitbreiding van het
aantal leden van den Raad sledhts met
algemeene stemmen genomen kan worden,
maakt de tegenstem van Da Cunha het
ditmaal onmogelijk het leden-tal van den
Raad uit te breiden.
Albanië.
De Alg. Vergadering heeft het voorstel
van lord Robert Cecil om-Albanië als een
souvereinen en onafhankelijken staat te
erkennen, aangenomen. Zij heeft levens
Albanië op het hart gedrukt de door den
Gezanten raad ontworpen grensregeling, die
Servië en Griekenland reei's hebben goed
gekeurd, eveneens te aanvaarden. In dat
geval zal de Volkenbond, door bemidde
ling van een naar Albanië te zenden com
missie ter onderzoek, zorgen dat de grens
regeling wordt nagekomen.
Slechte vooruitzichten.
De Washinglonsche correspondent van
de „Times" is in slaat mede te deelen,
dat geen enkel der landen, aan wie staats
secretaris Hughes de proefagenda voor de
conferentie heeft toegezonden, de neiging
vertoont om de agenda, wat de hoofd
punten betreft, te wijzigen, zoodat zij kan
worden beschouwd als grondslag voor de
conferentie.
Afgezien hiervan echter zijn de teekenen
niet zoo bijster gunstig; de laatste dagen
is eenige ongerustheid verwekt door den
toon van berichten, die buitenlandscihe
Amerikaansche correspondenten in het
buitenland zenden. De Londensche corres
pondent van de „Public Ledger" b.v.
meldt, dat hel zeer waarschijnlijk is, dat
zoo de Wasliingtonsche conferentie niet
eerst het vraagsluk van het Verre Oosten
in behandeling neemt en tracht dit te re
gelen alvorens de bewapeningsbeperking
in behandeling te nemen, de Britsche de
legatie een poging zal doen om het vraag
stuk der bewapeningsbeperking op de
lange baan te schuiven door het ,,naar
deskundigen te verwijzen". De Washing-
lonsche correspondent irekt de juistheid
van deze mededeeling in twijfel en meent
dal zij berust op uitlatingen van een „on
dergeschikt ambtenaar" aan het departe
ment van Buitenlandscihe Zaken, maar
constateert dat in ied'er geval ,,de uitwer
king het tegendeel van prettig" is.
Ook wordt in Amerika gevreesd, dat
zoo Briand naar de conferentie komt, hij
zal komen met wat gelijk staat met een
ultimatum, behelzende dat Frankrijk al
leen zal medewerken lot beperking van
de bewapening indien Amerika de toezeg
ging doet om Fankrijk te helpen ingeval
het mocht worden aangevallen.
Lloyd George.
De „Daily Chronicle" meldt dat groote
druk wordt uitgeoefend op den premier
om hem te doen terug-komen op zijn be
sluit om niet naar Washington te gaan,
daar zijn tegenwoordigheid daar noodza
kelijk wordt geadht voor het slagen der
conferentie.
De „Daily Express" te Gairlodh zegt,
dat de kritieke toestand-, waarin de Ier-
sche kwestie verkeert, den premier te Lon
den houdt. Men denkt aan de mogelijkheid
dat de premier na de eerste zittingen van
de Iersche conferentie alsnog naar Was
hington zal gaan.
EEN REDEVOERING VAN
CLEMENCEAU.
Zondag is te St. Hermine in de Ven
dee -het standbeeld voor Clemenceau ont
huld en, gelijk men weet, heeft Clemen
ceau daar ook zelf het woord bij gevoerd.
Ilavas seint, dat Clemenceau in de eerste
plaats het zegevierende vaderland ver
heerlijkt heeft en vervolgens in een
schoonen litterairen vorm den lof gezon
gen van den „poilu", die teruggekeerd uit
den oorlog weder boer wordt op die
Fransche aarde, die de voedster is van
de geestkracht der natie. De overwinning
van Frankrijk, zeide Clemenceau, was de
overwinning van 't idealisme, dat noodig
is om het leven te veredelen. Reeds heeft
het onderworpen of verdrukte volken be
vrijd.
De ovrwinning is de overwinning van
alle bondgenooten, maar d-e beproeving
van het bondgenootschap is begonnen
zoodra de vijand de wapens had neerge
legd. De bondgenooten hebben er allen
behoefte aan nu ook weer hun eigen be
langen te dienen, maar de opofferingen,
die een elk zich getroost heeft, leggen
een elk eerbied op voor de ge
meenschappelijke zaak en het gevoel, dat
eenheid in moeilijke oogenblikken gebo
den is.
De geest, het gevoel, de wil van
Frankrijk zijn vredelievend. Onze regel
is: niet overheerscht worden en niet
overhecrschen en een billijke vrede voor
allen. Clem-enceau wekte zijn landgenooten
op allen hun burgerplicht te vervullen
en de uitvoering te eischen van het pro
gram der democratische overwinning.
Frankrijk zal leven van den rechtvaar
digen vrede of het zal ondergaan. Nadat
de vergoeding voor de barbaarsche ver
woestingen voldaan za'l zijn, zal er niets
gaan boven het belang van Frankrijks
veiligheid. Clemenceau zeide het plan
magnifiek te vinden om den wereldvrede
te verzekeren tot in het verre oosten,
maar Frankrijk behoort tot de vredelie
vende wereld dicht aan de Duitsche
grens. Overtuigd van de ijde'lheid van
afzonderlijke militaire waarborgen, wilde
Frankrijk van een afzonderlijken vrede
niet weten, ovcwegen-d'e, dat verwerving
van grondgebied de bondgenootschappen
zou verbreken.
Sprekende over de conferentie te Was
hington zeide Clemenceau, dat de belangen
van dc volken meer dan ooit solidair
zijn. Het ingrijpen van Amerika in den
oorlog bewees, dat het evenals hrank-
rijk en Engeland den algemeenen vrede
wilde. Het is onmogelijk de vertegen
woordigers van de beschaving bijeen te
roepen uitsluitend om hun mee te deelen,
dat men zich niet inlaat met het hoogste
goed der fnenschh Tl. waarvoor racu zijn
bloed vergoten heeft. Niemand zal wei
geren het Fransche vraagstuk te beschou
wen als een vraagstuk van vrede. Een
financieele nederlaag van Frankrijk zou
gelijk slaan met een nederlaag met de
wapenen. De ondergang van den over
winnaar, die door revanche-pogingen het
meest bedreigd wordt, zou tegenover alle
bondgenooten het gevaar der steeds drei
gende overheersching ontketenen. Geen
bondgenoot zou een hervatting van het
economische verkeer met Duitschland
willen bevorderen wanneer dit ten koste
van Frankrijk'zou gaan. Het zou verraad
zijn. Stelselmatige verwoesting van de
Fransche industrie is het doel van den
vijand geweest. Die verwoesting berooft
Frankrijk thans van de middelen om te
fabriceren, lerwij de bondgenooten hun
fabriceeren, terwijl de bondgenooten h-un
Clemenceau sprak vervolgens over het
verdrag van Spa, waardoor Frankrijk ge
dwongen werd geld aan Duitschland te
leenen voor zijn herstel en betreurde het
dat er oorlogsmisdadigers ongestraft blij
ven. Hij spoorde ten slotte de openbare
m-eening aan in overeenstemming met het
vredesverdrag te eischen, dat de schuld
voor de vergoeding vóór dc binnenland-
sche schuld van Duitschland gaat; dat de
belasting van eiken Duitscher althans
even hoog is als van eiken Franschman.
Havas seint nog afzonderlijk het ge
deelte uit Clemenceau's redevoering, dat
ovr de verplichtingen van de bondgenoo
ten jegens Frankrijk voor de handhaving
van den vrede handelt. Wanneer eenmaal
de schadeloosstelling, die ons door
Duitschland verschuldigd is voor zijn
barbaarsche verwoestingen, geheel afbe
taald zal zijn, dan. zeide Clemenceau, zal
de zorg voor onze veiligheid boven alles
gaan. In zake de schadevergoeding is het
ï-'arlement ons volkomen inlichtingen
schuldig. Ten einde den yrede te handha
ven, hadden onze bondgenooten de nood
zakelijkheid gevoeld om ons hun steun!
aan te bieden zonder te wachten dat de
Fransche onderhandelaar hun dien ge
vraagd had. Zij hebben daartoe verplich
tingen onderteekend, waarover hun te
eenigertijd gesproken zal worden, dank
zij het voorbehoud van het verdrag van
Versailles. Hun daden zulten dan over de
onze beslissen.
yAP.
De „New York Herald" verneemt uit
Japansche bron, dat de groote lijnen van
de overeenkomst betreffende Japan de
volgende zijn: De Vereenigde Staten krij
gen den kabel van hap naar Gaam; Ta-
pan dien van Yap naar Shanghai; N e.
derl nd dien van Yap raar Mcnado.
De Vereenigde Staten hebben het recht op
het eiland Yap een kabel te doen leggen,
die bet eiland met China of een ander ge
bied verbindt. De geallieerde mogendhe
den zulten eerst met het accoord in ken
nis worden gesteld, vr-^-dat het wordt
gepubliceerd.
'Een ultimatum.
De nieuwe voorzitter van de centrumc-
fractie in den Rijksdag heeft een scherpe
verklaring afgelegd tegen de hesren van
rechts, die door hun nationalistische en
anti-republikeinsche agitalie trachten de
positie van den rijkskanselier Wirth te
ondermijnen. Hij zei:
„Alleen voor mijn persoon, doch ik
ken de stemming van mijn vrienden,
verklaar ik, dat als deze aanvallen
tegen de leidende mannen van het cen
trum worden voortgezet, wij zeggen zul
len nu is ons geduld ten einde. Dan
mogen de anderen, die 't beter weten,
de teugels van 't bewind in handen ne
men. Wij zullen onzen plicht doen, indien
het vaderland ons roept, maar de tijd
kan komen, dat de mensch op den voor
grondt treedt en het plichtsbewusttzijn
zegt, dat men zich niet langer mag laten
trappen en uitscholden voor een ver
rader, niettegenstaande men de grootste
offers voor het volk heeft gebracht."
Deze scherpe verklaring heeft des te
meer waarde, omdat zij te voren was
goedgekeurd door de fractie.
OPPER-SILEZIë.
De openbare meening in Duit chland
vreest dat de beslissing over Opper-
Silezië opnieuw op de lange baan zal
raken. Zoo meldt de Intransigeant dat
de Volkenbondsraad pas 11 November
zijn advies zal uitbrengen.
Tevens duiken weer geruchten op over
nieuwe verdeelingsplannen. Do Duitsohu.
vertegenwoordigers, die de Volkenhonds-
raad heeft gehoord, hebben volgens de
Vort
R°tean door MYRTLE REED.
uit het Engelsch door Her.-
riëtte v. d. Waarden.
hej'^B^'ddag spraken we over waar-
tep£' 6n hoe twee zaken, die lijnrecht
kunn°Ver elkander staan, beide waar
dit""£" 'Tin. Herr Doctor 2egt,
2iiden°!?t orril4at he waarheid vele
op, Jheett, maar daar kom ik tegen
Jicj,t e baarheid is een stralend wit
licht eni z9n het branciglas- Het
het lih1 er 0t) a's 0,') een Pr'sma- j4l's
breekt een scherpen hoek valt,
alles purperin vele Bnten. De een zal
Voor een "errt6"' de ander rood> en
wij vele zijdede 1S alles blauw. Als
kleuren. Alleen B®bt>en zjen wij veel
Verscheidt, die het3), di® duidelijk on-
hreking laat binnendb* 2onder ondf-
harmonisch, in het z,et 1 f
der waarheid.
Al >ja, zei de Dokter, dat
wij onze persoonlijke opvatting3'"
als ier? tegenover de werkeiijkhegid
p. Wij slechts denken aan, hoe het 7iin
(j9Jest, ontstaat er een hoek. Ik geioof
Ve H.fce4 de grootste levenskunst js'
iic,dingen te zien, zooals ze zijn, er|
onze scherpe kanten en niet aan het
licht.
„Wat worden wij toch ernstig",
merkte Lynn op. „Ik neem iederen
g maar zooals hij is."
•,fc-en dag", herhaalde de Meester,
an daar veel in gebeuren
.wat
„lch
*o0" er naar te voegen. Wij kunnen
rej) weinig veranderen Als de kleu-
°ns verblinden is de schuld aan
hoop. en beminda'hebbenfe'weegt lp
tegen alle aardsche genietingen."
„Daar steekt de schoonheid in
zei de Dokter, dat één dag voldoende
is. Een oude dame, die eens gevallen
was en zich erg had bezeerd, zeide tot
mij
„Dokter, hoe lang moet ik hier lig
gen
„Heb geduld, lieve mevrouw", zei
ik ,,U kunt slechts één dag tegelijk
leven. Wees in dien dag zoo tevreden
als ge kunt en laat de rest wachen,
zooals een knop, tot dat de zon kkomt
om u de roos te toonen
„Is ze beter geworden", vroeg Lynn.
„Natuurlijk, waarom niet
„Zijn zieken worden altijd beter"
zei Fraulein Frederika verlegen. De
vriend van „mein bruder" is zeer knap"
Ze ging de tafel dekken voor het
eenvoudige Zondagsmaal, en Lynn
zei, dat hij weg moest.
„Neen, neen", wierp de Meester
tegen. Je moet blijven".
„Dat zou ons heel aangenaam zijn",
verzekerde Fraulein heel beleefd.
.,Ja, zeide de Dokter, je moet ons,
een genoegen doen en blijven".
„Het is erg vriendelijk van u, ant
woordde Lynn, maar ze verwachten
mij huis, en ik mag hen niet teleur
stellen.
„Dan wil je ons toch het genoegen
wel doen iets voor ons te spelen
„Zeker, als Herr Kaufmann het goed
vindt, en als ik een viool van hem mag
leenen".
„O zeker".
De Meester klauterde de trappen zon
der loopers op, en kwam terug met een
eigen gemaakte viool. Lynn speelde
zonder accompagnement en de Dok
ter zat enthousiast te knikken. Herr
Kaufmann keek het raam uit en sloeg
niet de minste acht op de uitvoering.
„Zeer mooi", zei de Dokter, „ik
heb er van genoten."
,,Daa' ben ik blij om," zei Lynn
nederig. Met een kleur van genoegen
over deze lofuiting wendde hij zich
tot den Meester.
„Ga ik vooruit?" vorschte hij.
„Vindt u dat ik vorderingen maak
„Ja," antwoordde de Meester droog,
„tegen de volgende week zul je wel een
Paganini zijn".
Gewond door zóóveel sarcasme, ging
Lynn huiswaarts en na de thee groe
peerde het kleine gezelschap zich als
gewoonlijk. Herr Kauffman en de
Dokter zaten in hun leunstoelen en
onderhielden elkander slechts door
af en toe een opmerking te maken.
Fraulein Frederika was weggedoken
in haar hoekje en sprak ook maar
weinig, vervuld als ze was met bewon
dering.
„Die jongen" zei de dokter na een
lange stilte, „heeft talent".
De wassende maan verspreidde een
zacht licht in de schemering en een
verdwaald roodborstje zocht met moe
de vleugeltjes zijn nest op in de ahorn
De koele schaduw werkte weldanig
in op het kleine huis, dat den geheelen
dag de hitte van de zon gedragen had.
„Het is mogelijk", zei de Meester
„maar hij mist hart en gevoel. Hij is
een en al techniek."
Er ontstond op nieuw een lange
stilte.
„Ken je zijn moeder?" vroeg de
Dokter.
„Neen, ik ontmoet geen vrouwen,
behalve „mein" zuster."
„Zij is een beminnelijke dame".
„Zoo
Het was duidelijk, dat de Meester
geen belang stelde in Margaret Irving,
maar de Dokter kon haar nog niet
uit zijn gedachten zetten. Ze was ge
heel verschillend van alle anderen in
Oost-Lancaster, en hij bewonderde
haar zeer.
„Die jongen", zei de Dokter weer",
heeft hare oogen."
„Van wie
„Van zijn moeder."
„Zoo
Ze zaten nog een uur zwijgend bij
elkaar, toen sloeg de keukenklok tien
„Ik ga nu," zei de dokter opstaande.
„Nog niet", zei de Meester „kom
mee
Ze gingen samen naar de werkplaats
Dit was wel meer voorgekomen, of
schoon het een hooge uitzondering
was en de dokter verwachtte de grootst
mogelijke gunst van zijn vriend te
ondervinden. Herr Kaufmann ver
dween in zijn slaapkamer en bleef een
tijd lang weg.
In de werkplaats was het donker,
en de dokter durfde zich niet verroe
ren uit vrees, op hout, dat voor violen
bestemd was te trappen. Een krekel
sjirpte vroolijk in een hoek, en hield
plotseling op, toen de Meester met eenj
brandende kaars terug kwam.
„Een oogenblik, Herr Dokter
Hij ging weer weg en was in een wip
terug met iets onder zijn arm, dat in
vele lappen zijde gehuld was. Eén
voor één deed hij deze er af en ten laat
ste was de kostbaarheid onthuld.
Hij hield haar op armslengte waar
het volle licht op hare schoonheid kon
vallen en waar zij beveiligd was tegen
een toevallige aanraking. De Dokter
uitte den lof, dien men van hem kon
verwachten, maar hij sprak voor doove
ooren.
Het fijne gezicht van den Meester
was begeesterd door meer dan aard -
sche vreugde en hij streelde vol lief -
de de bruine romp.
„Mein" Cremona fluisterde hij.
Mein" geheel „mein".
Een menschelijk wrak.
„De aanwezigen uitgezonderd',
zei Lynn, „zijn alle menschen in dit
dorp hun tijd ten achter".
„Op welken leeftijd wordt men een
fossiel?" vroeg tante Peace met tin
telende oogen. „Als men vijf en ze
ventig is
„Dat is niet mooi", antwoordde
Lynn verwijtend. „U is de jongste
van ons allen, tante Peace U bent
vijf-en-zeventig jaar jong.
„Dat ben ik ook," anrwoordde ze
vroolijk.
Ze harmonieerde uitstekend et
dezen slanken, welgemaakten jonger,
man, die frisch leven in haar huis
houding had gebracht. Een Maartsche
wind, die plotseling in haar vertrek
ken zou binnen stuiven, zou dezelfde
uitwerking gehad hebben.
„Ben ik een fossiel vroeg Margaret
die het gesprek gevolgd had.
„U bent nog een kind, moeder.
U bent nooit volwassen. Ik kan met
u doen wat ik wil".
Hij tilde haar van den grond op,
en hoewel ze blozend protesteerde,
droeg hij haar naar den stoel, waar
ze het liefst in zat en liet haar zacht
er in vallen.
(Wordt vervolgd.) i
in