I Derde Blad 1 a II II i H I m p IP* W' m JUS WA wm m. m in m Van wet en wetgeving. DAMRUBRIEK. m mM WÊ V/m. Él... m m. wê mm. m i 'SÉ Wm iÉÉl iSl i Wé Vwé mm a wm m ÜP 1 ZATERDAG 22 OCTOBER 1921 DE RECHTERLIJKE MACHT, DE ARROKDISSEMENTS RECHTBANK MEDISCHE PRAATJES. WÊ WÊ m WM. ,,/m% wÊ WÊ wê. Hf g» ggp m i WM Wm m.. vam. w, wÉH ÉSmk Wm HÉ SÉ, i» MM HË |pf^ Én' '^WÊk m. 1 ftS ÉH«4 wm iÜL_ wé" wk ém Wm RIHNEHLAëiDSDH HIEUWS. Conceptprogram van actie der A.-R. partij. Tegen het optreden van hypnoti seurs. TREKJES CCXISI (Nadruk verboden.) IV. Er zijn in ons land wij teekenden het reeds vroeger even aan 20arrondis sementsrechtbanken. Men treft arrondissementsrecht banken aan in 's Rijks hoofdstad en in de hoofdsteden der provinciën, voorts in Rotterdam, Dordrecht Bre da, Roermond, Zutphen, Tiel, Almelo, Zierikzee, Alkmaar, Heerenveen en Winschoten. De bezetting der verschillende rechtbanken loopt zeer uiteen. Aan elke rechtbank treft men echter aan één president, minstens 3 rechters, één officier van Justitie en één grif fier. Op een enkele uitzondering na heeft iedere rechtbank nog eene of meer vice-presidenten, één of meer substituut-officieren van justitie en een of meer substituut-griffiers. De Amsterdamsche Rechtbank heeft 5 vice-presidenten, 22 rechters, 6 substituut-officieren van Justitie en' 10 substituut griffiers, Haarlem één vice-president, 5 rechters,één substi tuut-officier van Justitie en twee substituut-griffiers. De hoegrootheid der bezetting van de Rechtbank hangt dus in hoofdzaak af van het belang van het betrokken arrondissement. Uiteraard is de berechting van burger lijke en strafzaken te Amsterdam veel drukker dan te Haarlem. Met de rechtspraak zijn belast de president, de vice-presidenten en de rechters; Het openbaar ministerie wordt waargenomen door den officier van Justitie en de substituut-officieren van Justitie, de administratie is op gedragen aan den griffier en de substi tuut-griffiers. Een substituut-óffici r en een substituut-griffier verrichten dezelfde werkzaamheden en hebben dezelfde bevoegdheden als respectieve lijk een officier en een griffier, alleen zij staan in rang en bezoldiging bene den hen. Bovendien treft men .an elke Recht bank nog een of meer rechter»plaats vervangers aan, d de rechters l ij af wezigheid of oftvsceriténis vervangen. ■De presidenten der Rechtbank ge nieten eene be oldiging van f7000. tot f9500. de vice-presidenten van f6500- ,'8500, de rechters van f6000 f 7500. De officier van J ustitie geniet dezelfde Jaarwedde als de president der Recht bank, de substituut officieren hebben dezelfde bezoldiging als de Rechters. De griffiers en substituut-griffiers ge nieten respectievelijk f5500-f6500 en r3000.f3500.Het bedrag der jaarwedden hangt niet af van het aantal dienstja ren, maar van de beteekenis der standplaats. De maxima worden ge noten te Amsterdam Rotterdam en Den Haag. Het zijn van rechter-plaatsvervan- ger wordt als een eer beschouwd, be zoldiging is daaraan niet verbonden. Ais de Rechtbank vonnis velt, dan komt er de geheele bezetting der Recht bank niet aan te pas, neen, de wet op je Rechterlijke organisatie zegt na drukkelijk dat in strafzaken.de Recht bank vonnis velt met drie leden als men voor de Rechtbank komt, dan ziet men midden voor de tafel zitten den president of vice-president, aan weerszijden van den president een rechter, en naast de rechters, aan de eene zijde een officier of substituut officier van Justitie, aan de andere zijde een griffier of substituut-griffier. De rechtbanken met groote bezet ting hebben daarom verschillende Kamers gevormd, die ieder een bepaald soort van zaken behandelen. Zoo telt de Rechtbank te Amsterdam zeven Kamers. In burgerlijke zaken velt de recht bank vonnis met minstens drie leden. Er kunnen dus meer rechters zich met de zaak inlaten, het moet echter steeds een oneven getal zijn. In bijzondere ge vallen kan de berechting naar een en kelvoudige Kamer met één rechter worden verwezen. De werkkring van de arrondisse- ments-Rechtbank is zeer uitgebreid. Men kan gerustzeggen, dat zij het voornaamste rechtsprekend college is. In strafzaken nemen zij in eersten aanleg kennis van alle misdrijven, met uitzondering van enkele misdrij ven, die door den Kantonrechter worden berecht. (Zie ons vorig arti kel). Voorts van overtredingen ter zake van landlooperij en bedelarij en van overtredingen ter zake belas tingen. Verder in hooger beroep van de door den kantonrechter gewezen von nissen. In burgerlijke zaken nemen de arrondissements-rechtbanken in eer sten aanleg kennis van alle persoon lijke, zakelijke en gemengde rechts vorderingen van allerlei aard, uit gezonderd van die, waarvan om de geringheid der vordering, de kanton rechter kennis neemt. (Zie ons vorig artikel). Voorts neemt de Arrondis- sements Rechtbank in hooger beroep kennis van de daarvoor vatbare von nissen van den Kantonrechter. In het algemeen kan men zeggen dat van alle vonnissen, die de recht bank in strafzaken velt, hooger beroep is toegelaten, althans voor zoover de vonnissen in eersten aanleg zijn ge wezen. Is het eene vonnis in hooger beroep, dan is een nieuw hooger be roep uitgesloten, daar hooger be roep slechts éénmaal is toegelaten. Ook tegen de vonnissen, die de Rechtbank, in burgerlijke en handels zaken velt, staat in 't algemeen hooger beroep open, met uitzondering van het geval, dat de vordering niet meer dan f 4-00.— bedraagt, of wanneer et betref.t rechtsgedingen, betref fende verplaatsing van scheidteeke- nen, aanmatiging van gronden, hoo rnen, heggen, slooten, afleidingen, belemmering van waterloopen, alle binnen 's jaars gepleegd en van alle rechtsvorderingen wegens bezitrecht. Ook in burgerlijke en handelszaken is hooger beroep, slechts éénmaal toegelaten, zoo dat van. de vonnissen, die de Rechtbank in hooger beroep velt, niet verder in beroep kan wor den gekomen. De Arrondissements-rechtbanken némen verder in het hoogste ressort kennis van de geschillen omtrent bevoegdheid, die tusschen de kan tongerechten in hun arrondissement ontstaan. Wordt van een vonnis der Recht bank hooger beroep aangeteekend, dan geschiedt dit bij het Gerechtshof, over welk rechterlijk College wij in een volgend artikel zullen spreken. IETS OVER DE ADEMHALING. I Mij is eenige weken geleden door een mijner geachte lezeressen ver zocht eens bij gelegenheid het een en ander mede te deelen over boven staand onderwerp en daar ik ver trouw dat deze de tolk is voor velen uwer en de meesten uwer hiervoor eveneens belangstelling zuilen hebben, zoo wil ik thans dit met u onder oogen zien. De geachte lezeres heeft mij eeni ge vragen gesteld en aan de hand hier van wil ik dit onderwerp bespreken, hier en daar een zijpaadje inslaande. Zoo staat dan allereerst op het pro gramma de vraag,,Hoe behooren wij adem te halen en welke zijn de gevolgen ten goede en ten kwade. Ik wil dan beginnen u er attent op te maken, dat wij op twee manie ren kunnen ademhalen, n. 1. door den mond en door den neus. Zooals u allen wel bekend zal zijn, is de neus- ademhaling verre te verkiezen boven de mondademhaling. Waarom de eer ste weg de meest verkieslijke is, ligt niet zoo aanstonds voor de hand en heeft eenige verklaring noodig. Al lereerst dient dan opgemerkt te wor den dat de luchtweg, dus de baan via onzen neus, een veel langere is dan die van den voedselweg, dus waarbij de ademhaling via onzen mond naar onze longen gaat. Halen wij nu door onzen mond adem dan breng dit tal van gevaren met zich mede, want het verschil in lengte dezer beide lucht wegen heeft een buitengewoon groo te beteekenis. De lucht n. 1. die door onzen neus strijkt, komt zoodoende veel beter voorverwarmd in onze ongen dan de lucht, die onzen mond als ingangspoort verkozen heeft bo ven onzen neus. Zoo is het duidelijk, dat bij de ademhaling door den monc allereerst ons mondslijmvlies ver volgens onze keel en tenslotte onze longen meer te duchten zullen hebben dan bij de ademhaling door onzen neus. Dientengevolge behoeft het gee,n betoog, dat men op de eerstgenoem de wijze ademhalende, veel meer kans heeft op keelontsteking, ontsteking van de luchtwegen als bronchitis, longontsteking, etc. Wij hebben ons al tijd voor oogen ,tc houden, dat tal van bacteriën op de leer liggen ons aan te vallen, als zij de kans schoon zien. Wordt nu een of ander weefsel plotseling aan koude bloot gesteld, dan zal het minder weerstands vermogen hebben en zich dus niet zoo gemakkelijk tegen deze indrin gers, die altijd in grööten getale aan wezig zijn, kunnen verdedigen; Proef nemingen in deze richting genomen, niet alleen wat betreft de luchtwegen, doch ook t. o. z. van verschillende willekeurige organen, hebben dit al les bevestigd en doen inzien dat de koude een voorsprong gééft van de in het lichaam aanwezige micro-or ganismen, welke niet zelden noodlot tig kan worden, ja, zoodanig, dat het den dood van het betrokken individu met zich medebrengt. De ervaring leert ons ook dat vele menschen, die om een of andere reden niet door den neus kunnen ademhalen, tevens vaak het slachtoffer worden van bovengenoemde aandoeningen. Zoo brengt b. v. de chronische neus ontsteking nog al eens deze gevaren met zich mede. Slappe, bloedarmf menschen lijden nogal eens aan dit euvel, terwijl ook degenen wier be roep het vereischt dat zij veel in rook en stof verkeeren, zelden geheel vri uitgaan. Ik zou zeer onvolledig in dezen zijn, als ik 'niet hier memoreer de de u allen welbekende, maar daar om niet minder beruchte neuspolypen. Het neusslijmvlies bevindt zich hier bij in een meer of minder ernstigen graad van ontsteking cn vertoont hier en daar soms vrij groote uitboch- tingen. Deze aandoening komt nog al eens bij kinderen voor en is een reden, dat het niet mogelijk is door den neus adem te halen. Vooral ge durende den herfst en wintermaanden, wanneer de buitenlucht kil en koud is en binnen in de woonkamer gewoon lijk gestookt wordt, zoodat wij aan groote temperatuurswisselingen wor den blootgesteld, is dan ook het aan tal personen, dat de dupe wordt van het niet door den neus, doch door den mond ademhalen, niet te onder schatten. Er kan dan ook niet ge noeg op gewezen worden, dat het tij dig maatregelen nemen, zoodat de neusademhaling weer mogelijk wordt van het grootste gewicht is en wij kun nen ook ongetwijfeld, zij het ook niet rechtstreeks dan toch indirect het behoud van menig menschenleven op rekening stellen van den neus- en keel arts, daar deze een of andere ernstige aandoening die vandaag of morgen wellicht voor de deur zou hebben ge staan, voorkomen heeft. Wij willen dan den volgenden keer nog een zeer belangrijk punt samen bespreken n. 1. het verband tusschen onze ademhalingen onzen bloedstroom. MEDICUS. Jterzoeke alle correspondentie deze ru- briik betreffende te zenden aan den Dainredacteur, P. J. v. Dartelen, Roos- vcldstraat 70, Haarlem. Probleem No. 126. (Het Damspel van 1. Bourqum.) Stand zwart, 10 schijven op: 2, 7, 8, 12, 18, 23, 25, 33 en 35 en dam op 6. Wit 10 schijven op: 26, 27, 20, 34, 38, 40, 41, 42, 44 en 45 en dam op 16. Voor beide problemen geldt: Wit speelt en wint. Oplossingen worden gaarne binnen 8 dagen ingewacht. KIJKJES IN DE DAMCLUBS. W k WM MM WM Rotterdam. In de damvcrecniging „Con stant" kwam de volgende stand voor: Wit's laatste zet was 4339?, waarop zwart op cic volgende onverwachte manier een schijf winst forceerde of den winst- stand. 43—39, 38:29, 48:39, 21—16a?, 16:7, sari ovt o.n: 29—33, 23 43, 18—22! 22 11 37 28, 7 18. 28—32, 8—12, 13 44. a) Op 3732 of 3933' verkrijgt zwart den winststand. Uit (Het Damspel). C. Meeuwe. 'MM fm mw. -mn,. 'om*. tmb. vxs. v Stand Zwart 15 schijven op 1015, 17, 19-423, 25, 27 en 28. VVit 15 schijven o-p 26, 30, 32 3440, 44, |47—f50. Probleem No. 127. (Het Damspel van G. Gortmans, Amsterdam. Oplossing 4237, 4944, 45—40, 29—23, 32 23, 37 28. 23 1. Sell i lie rend en origineel. Stand: Zwart 8 schijven op: 7, 8, 9, 13, J4, 18, 21, 39 en dam op 5. Wit 10 schijven op: 20, 22, 24, 27, 29, 32, 41, 42, 45 en 49. Eindspel. No. 128. A. K. W. Damme. Iwszz 1, ''"'yAWSS.' Drie dammen tcgef. één is in den regel remise. Offer daarom, zoo mogelijk, een lastige schijf liever op en tracht de lang< lijn te bezetten. Hier wint wit. Stand: zwart schijf op 13, dam op 27. Hit dammen op 1, 39 en 40. Samenwerking met andere partijen. Naar de ..Stand." meldt, heeft het Gen traa! Comité der Anti-revolutionaire parti aan de aangesloten K.ies vereen'gingen oei ontwerp van hat program van actie tocge zonden, waarmede de A nt i - re vol u Io n u-vrt partij aan de a.s. Tweede Kamerverkie zingen zal deelnemen. In de paragraaf handelend over <k inwerking met andere partijen word. den feitelijken politieken toestand liet volgende opgemerkt: twee partijen, die elkaar in beginsel het meest nabij komen, de C.-H. en A.-R. kunnen gezamenlijk op niet veel meer dan 1/5 der Kamerzetels rekenen. Aan tiet overnemen van het bewind, zonder samen, werking met een derde groep, valt du; niet te denken. Er schijnen slechts twee combinatie» mogelijk, die kans geven op een regee- ringsmeerderiieid, t.w. die van R.-Kaiho- lie ken met Sociaal-Democraten of die van A.-R. en C.-H. met de R -Katholieken. N°f? daargelaten de vraag of de R.-Kath. Staatspartij tot 'n coalitie met de Sociaal Democraten te vinden zou zijn, wordt die samenwerking door ons niet in 's lands belang geacht. Ondanks alle verschillen en ondanks de bedenkingen, die in den kaatsten tijd met betrekking tot de bestaam: samenwerking onder ons vernomen werden, hebben de 1 otestantsche Christelijke partijen en de Roomsdh-Ka tholieke dieper liggende grondbeginselen gemeen, die samen,wer- king mogelijk maken, terwijl praclisch gesproken de bestendiging van de beslaan, de samenwerking de eenige mogelijkheid schijnt te bieden voor de vorming van een parlementair Kabinet. Ten slotte wordt voorgesteld de Demt- ta ten vergadering haar wenschen -in zake samenwerking mot andere partijen als volgt Ie formuleeren: „Indien het resultaat van de verkiezin gen zoodanig zijn mocht, dat de tegen woordige partijen der rechterzijde te zamen eene meerderheid in de Tweede Kamer hebben, behoort de vraag of 's Land belang wordt gediend door be stendiging van de bestaande samenwer king beantwoord te worden In het lirfitf la" de volgende voorwaarden: a. dat bet werkprogram van het Kabi net der volgende vierjarige periode zich in ruime mate aansluitc bij het Program van Beginselen en het Program van Actie. b. dal omtrent de uitwerking van dit werkprogram te voren volledig overeen stemming tusschen het Kabinet en de par. tijen in de Kamer verkregen zij. Naar aanleiding van het in den laatsten tijd herhaald optreden van hypnotiseurs in openbare séances, heeft de Haagsche Gezondheidscommissie in haar jongste vergadering besloten zich tot den burge meester van 's-Gravenhage te wenden mei verzoek deze voorstellingen te verbieden De Commissie vreest, op goede gronden, dat de zenuwen van vele bezoekers <An- stig zouden 'kunnen worden aangetast, terwijl zij liet bovendien voor de hand liggend vindt, dat het geziene in besloten gezelschappen zal worden herhaald, waar in een ernstig en wellicht nog grooter ge vaar voor de volksgezondheid schuilt. J. Lips Bzh. f Te Dordrecht is in den ouderdom van 74 jaren overleden de r Jacobus Lips Bzn., oprichter en ge durende vele jaren gedelegeerd commis saris der bekende N. V „L'ps Brandkas ten en Slotenfabrieken. De overledene was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en van de Kroon van België De begrafenis is Zaterdag a.s., te 11 uur, op het R.K. Kerkhof te Dordrecht. De inval. Ze waren vrienden en beiden schil dermet dit verschil, dat Henri 't beroep kunstschilder en joop 't beroep decoratieschilder had gekozen. Maar om reden de kunst „over het algemeen," „veelal" niet de waardee ring geniet welke ze verdient, had Henri een zwaren strijd tegen het le ven te voeren. Ik heb wel eens liooren beweren, dat het beoefenen van een of anderen tak van kunst heel aardig en mooi is, als je geld hebt. En dit had Henri toevallig niet. wat den beste kan overkomen. Joop daarentegen had een flink stuk brood'n goed gemeubileerd stuk brood. Hij was eigen baas, werkte met vier volwassen knechts en zag de kwantiteit en kwaliteit zijner clientele steeds verbeteren. Het ging hem aan 't hart dat hij z'11 vriend zoo zag tobben om 'n bestaan- tjc. Ze waren samen óp de lagere school geweest, samen op de school voor kunstnijverheid en hadden zich beiden eenige jaren geleden gevestigd ®n het deftige fabrikantendórp nabij geboorteplaats. p J°°P kreeg toen dadelijk druk werk. e Vee! gebouwd daar en toen z'n 1 !fr,nHeh!tei karweitjes van wand-en li jfp!lllclering lieel g°ed waren flePKei,dde de recommanda- tie zich p bekende sneeuwbal-wij- ze. Zoo g s alle villabewoners kreeg hij tot klant. 'n Goed jaar na z'n vestiging trad hij in het bekende (ot beruchte) levens bootje. Hcnri zat op n liuurkaniertje en schilderde landschappen,stillevens, ka- rakterfiguren enzoovoorts.n paar maal had ie '11 stuk verkocht aan n kunsthandelaar in de stad, die er zes maal den prijs voor maakte, welken hij aan Henri had uitbetaald. Het is verre van mij hiermede een blaam te werpen op andere kunsthan delaren.... maar Henri was er nou eenmaal de ongeluksvogel voor, om juist dien uitzuiger-armoe-speculant te treffen. Ook had hij eenige keeren 'n stukje verkocht aan 'n particulier, en voor tamelijk loonenden prijs. De medewer king van z'n vriend Joop was daar aan niet vreemd geweest. Meerdere malen had Joop hem aan geboden bij hem in de zaak te komen, 'n Kracht als Henri kon hij best ge bruiken beweerde hij telkens. Maar z'n vriend had daarvoor steeds beleefd en iewat hooghartig bedankt. Hij wilde z'n idealen niet zoo maar ineens ver gooien Rij bleef kunstschilder. en of Joop nu al betoogde, dat zijn beroep toch net zoo goed kunst was, Henri bleef weigeren. Na zoo'n gesprek schudde Joop me delijdend z'11 zwarten, goedigen kop en liet. dan altijd per ongeluk 'n briefje van tien of vijf en twintig uit z'n zak vallenDe eerste keer, dat hij zulks deed, was het tot 'n ernstige woorden wisseling gekomenen had Henri hem 't briefje willen teruggeven.... Maar Joop's warme, amicale manier van redeneeren had Henri spoedig over de ergste eergevoel-krenking heen ge holpen. Toch hield de kunstschilder nauw keurig aanteekening van de hem door z'n vriend gegeven bedragen.... en nam zich vas voor hem 't geleende geld te restitueeren Maar tot nog toe moest liet helaas altijd bij dat voornemen blijven. Joop naci weer 'n pracht-werkje on derhanden. H'j moest de zestien kamers, de gangen, vestibules, het trappenhuis n nieuwe villa decoreeren. Deze zou betrokken worden door baron Schaarsma van Erlevoort, die z'n groot heerenhuis in de stad aan 'n bankinstelling had verkocht. Toen het werk voor ongeveer de helft klaar was kwam de baron 'n kijkje nemen en sprak er z'n groote bewondering over uit. Hij prees de kunst van Joop hemel hoog en beloofde, hem bij z'n familie en kennissen te zullen aanbevelen. Toen 't werk gereed was moest Joop persoonlijk bij den baron aan huis ko men om de rekening te innen. Dit deed Joop.... Hij werd bijzonder vriendelijk ont vangen en mocht '11 extra-bedrag i" ontvangst nemen als fooi voor het personeel. De baron liet hem 'n dure sigaar opsteken en bleef nog 'n heel poosje met den decoratieschilder bab belen. Het gesprek kwam zoo vanzelf op liet vak van Joop.... hij sprak van z'n verschillende opdrachten, z'n stu die, z'n eerste leerjaren enz-enz.en bemerkte al spoedig, dat baron Schaars ma van Erlevoort 'n aardig, joviaal mensch was.... heeleinaal niet uit de hoogte, zooals Joop dat wel eens had ondervonden. Bij de tweede sigaar, die gepaard ging met 'n glas witte port, vertelde Joop van z'n vriend Henri. Dat hij 't zoo jammer vond, dat zoo'n jong ta lent met zooveel tegenspoed had te kampen en dat hij toch werkelijk wel iets goeds presteerde. „Dat gaat altijd zoo met jonge ar- tisten" zei de baron, die ondervin ding bleek te hebben op dat gebied „Zulke lui moeten door een of ander gelukje, door 'n toeval naam maken., en dan zijn ze klaar voor heel hun le ven. Heeft uw vriend al ééns gëexpo- seerd op 'n tentoonstelling „Ja. zeker, barontw.emaal meen ik. Maar hoe gaat dat, hè? De" kunstcritici staan meestal wat g reser- veerd tegenover het werk van 'n jon geren kunstenaar.... tenminste bii Henri is dat steeds het geval geweest. Men schreef zoo vaag over z'n werk. Ze verwachtten wel iets goeds van hem, maar ze moesten eerst nog eens wat anders zienen zoo meer van d'e algemeene opmerkingen." »Zoo.... hm.... en heeft hij al eens iets van z'n tentoongestelde stuk hen verkocht?" ..„Nee, op de tentoonstellingen heeft hij nog niets kunnen verkoopen. De werken van bekende schilders gingen Mtijd 't eerst van de hand en dan bleef er voor zijn werk blijkbaar niet veel aandacht over." „Nu, ik wil wel eens met de stukken van dat jongmenscb kennis maken. Schikt het u, om mij morgen eens naar hem te vergezellen Ik moet '11 paar nieuwe schilders.ukken hebben., ik krijg nu 'n paar kamers meer. „Graag, baronheel graag zelfs." Aldus werd afgesproken. kocht aan Baron Schaarsma van Erie voort." En wij met z'n drieën spreken af, dat de betaalde prijs tweeduizend gulden is." Henri sperde oogen en mond wa genwijd open. Hoe bedoelde de baron dat Hij had er toch maar driehonderd voor gegeven De baron en Joop zagen z'n verba zingen begonnen hartelijk te lachen. In de afspraak kwam geen verande ring. 's Avonds in bed kreeg Joop 'n in val, die hem den geheelen verderen nacht van z'n slaap beroofde. En toen hij den anderen morgen den baron ging afhalen voor het bezoek aan Henri, had hij 'n belangrijk ge- prek met den adellijken heer, die onmiddellijk, gul-lachend op het voor stel inging. Henri zat in z'n kaal-fluweelen jasje 'n schets te teekenen toen z'n vriend en de baron het zoldertrapje kwamen op-kraken. Hij werd rocd-verlegen bij dit voorname bezoek, maar de aan gename, prettige spreekwijze van den bezoeker stelde hem gauw op z'n ge mak. De baron kocht drie van de best- geslaagde stukjes waaronder een, dat tot onderschrift droeg: „Bloeiende Erica." „En dat stukje" adviseerde hij „moet u eerst exposeeren bij „Arti" daar schrijft u '11 kaartje bii„Ver- Op de tentoonstelling van „Arti" bevonden zich weer 'n "zestal stukjes van Henri van Waasdijk. Bij het schilderstukje „Bloeiende Erica" prijkte '11 keurig cartonnetje inet de vermelding„Aangekocht door Baron J. F. G. B. Schaarsma van Erlevoort." Het werkje trok direct de aandacht. De baron stond bekend als 'n eerste kunstminnaar, die kapitalen daaraan besteedde. Joop en Henri bewogen zich bijna voortdurend nonchalant onder de be zoekers der tentoonstelling. Henri werd aangesproken, gegroet, nog eens aangesproken en nog meer gegroet. De vrienden vertelden zoo langs hun neus weg, dat de baron er tweeduizend pop voor had betaald en nog andere op drachten aan Henri had gedaan. De critici der dagbladen en kunst-perio- dieken staken fluisterend de hoofden bij-elkaar. 'n Enkele twijfelde aan de juistheid van het genoemde bedrag. Maar daar kwam ook baron Schaars ma van Erlevoort zelf de tentoonstel ling binnenwandelen. Een der brutaal ste recencenten ging naar hem toe informeerde vortnelijk-beleefd naar de waarheid van het vertelde. De baron bevestigde het direct. In de verslagen, die daarop in de verschillende bladen over de tentoonstelling „Arti," ver schenen, werd veel gewag gemaakt van de inzendingen van den nog jongen, doch talentvollen kunstenaar Henri van Waasdijk. Vooral het doek „Bloeiende Erica," aangekocht door den bekenden kunst-bevorderaar, Ba ron Schaarsma van Erlevoort, had de bijzondere aandacht getrokken. Het getuigde van een „vaardig penseel" van „warme, met veel distinctie geko zen kleurschakeering"„en de heer Henri van Waasdijk zou ongetwijfeld nog velen van zijn onmiskenbaar ta lent doen genieten." Nog geen half jaar na die tentoon stelling leidde Henri 'n schat van 'n vrouwtje naar het altaar, nadat hij Joop had gedwongen al het „geleende" geld terug te nemen.... en bij z'n huwelijk getuige te zijn. De „Bloeiende Erica" hangt op 'n eereplaats in het smaakvolle salonnetje van Henri en echtgenoote's lieve wo ning. De baron wilde het stukje, dat den jongen artist zij het op iewat onparlementaire manier zooveel ge luk had aangebracht, niet behouden en gaf het hem bij het huwelijk ten ge schenke. Als Henri en zijn vrouw in 'n ver loren schemeruurtje in 't salonnetje zit tenen (wat dikwijls gebeurt) tege lijk naar het schilderstukje kijken, be ginnen ze, tegelijk ook, hartelijk te lachen U. N

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 9