4»
Indrukken van den dag.
UIT DEN OMTREK
MET GEHEIM VAN C0ZY
DELL.
DAMIAATJES
VRIJDAG 28 OCTOBER *921
44ste JAARGANG No. 13976
BE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN:
PER KWARTAAL t 3.25
PER WEEK f 0.25
FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.571/*
NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748.
POSTREKENING No. 5970.
ADVERTENT1ÉN 35 CENTS PER REGEL.
DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
INZINKING.
OORLOGSMORAAL.
HAARLEM.
„Kunst zij ons Doel."
Jubileumtentoonstelling.
F EUILLETON
VAN ONS KANTONGERECHT.
VAN ONZE RECHTBANK.
Een meikoorlog?
J. J. WEBER ZOON,
Opticiens Fabrikanten.
Koningstraat 10 Haarlem.
BUREAUX:
232.
Tii den bloeitijd, welke wij, Nederland-
scle Katholieken, in steeds stijgende lijn
doormaken, zijn er, naar algemeene opvat
ting, eenige feiten komen vast te staan,
waaraan niet meer te tornen valt. Zoo b.v.
dat ieder Katholiek zijn kinderen naar een
bijzondere school zendt. Het tegenoverge
stelde geval moet tot de uitzonderingen
worden gerekend.
Tol die algemeene waarheden waren wij
ook langzamerhand gaan rekenen dat een
ieder naar zijn staat en stand lid was van
de voor hem bestemde Katholieke vak- cn
slaudsorgandsatie. Dit laatste blijkt echter
eer leelijke vergissing te zijn; erger nog,
in plaats, dat de laatste niet georganiseer-
den geleidelijk toetreden, valt er hier en
daar een vermindering van het ledental te
coostatceren.
Met verbazing lazen wij, dat onlangs op
een propaganda-avond van de Haarlem-
sche afdeeling van den R.-K. Volksbond
weid meegedeeld, dal alleen in Haarlem
nog vijftienhonderd niet-georganiseerde ka
tholieke werknemers zijn.
v'oor de dalende lijn is zeker wel een
verklaring te vinden in de economische
malaise, die zoo licht tot onverschilligheid
aanleiding geeft. Maar meer dan een ver
klaring is dat toch niet, een verontschuldi
ging mag dat niet genoemd worden. Op
zijn zachtst kunnen wij van groote kortzich
tigheid spreken, 't Kan toch als totaal
overbodig worden geacht om in dezen tijd
nog over het nut en over de noodzakelijk
heid van organisatie te spreken. Wanneer
wij de woningtoestanden, den arbeidsduur,
de arbeidsvoorwaarden in 't algemeen, de
loonen enz. van den arbeidenden stand
vergelijken met die van een kwart eeuw
geleden; wanneer wij de werklieden door
bemiddeling van hun voormannen als ge
lijkgerechtigde partij naast de werkgevers
aan de vergadertafel zien zitten; wanneer
hun vertegenwoordigers in parlement, Sta
ter., gemeenteraad, Hoogen Raad van Ar
beid cn velerlei colleges een beslissende
stem hebben, dan weten wij, dat dit alles
door de organisatie is bereikt.
Juist in een tijd als deze, nu blijkens
llerlei gesties en uitingen van den liberalen
nbrikanten'bond en den politieken Vrij
heidsbond de reactie het hoofd opsteekt.
iou men mogen verwachten, dat de arbei-
lersklasse zich hechter aan ooit in haar
vakorganisatie zou samensluiten, om de
behaalde winst niet verloren te zien gaan.
Mededeelingen als waarop wij boven
doelden, wijzen er echter op,- dat dit in
zicht over het nut en de noodzakelijkheid
eener krachtige organlastie aan het ver
troebelen is. De sterke propaganda, door
!en R.-K. Volksbond thans gevoerd tot ver
werking van de gelederen der organisatie
noge dan ook goede vruchten dragen! Wie
zich in deze iets te verwijten heeft, be
denke wel, dat het hier gaat om zijn eigen
mal:!
Bij den dag wordt de overtuiging ster
ker. dat de oorlog op de publieke zeden een
verruwende uitwerking heeft gehad. Werd
vroeger de algemeene opinie geschokt en
weken lang bezig gehouden door het be
richt van een moord, thans is er geen ge
legenheid meer voor verontwaardiging
over een misdaad. Er gaat geen dag meer
voorbij of niet enkel uit het buitenland ko
men heele reeksen berichten over de laag-
hartigste daden. Zelfs in ons eigen vader
land worden iedere week gruwelijke roof
moorden bedreven.
En het schijnt, dat onder de uitbreiding
der misdadigheid het gevoel voor het vree-
scüjke van moord en doodslag hoe langer
hoe meer afstompt. De aanleiding toch tot
de misdaad is immers al tot een minimum
gedaald. Onlangs werd uit Frankrijk ge
meld, dat een 10-jarige jongen zijn kame
raadje vermoordde, omdat deze hem op
school voorbijstreefde en gisteren werd ge
meld, dat te Saillons (Gironde-departe-
ment) dezer dagen het lijk werd gevonden
van een jongen van dertien jaar. De
moordenaar werd gearresteerd; hij be
kende den jongen te hebben doodgeschoten
omdat deze met een steen een vogel had
verjaagd, welke hij onder schot had ge
nomen!
Uit zulke staaltjes blijkt wel, dat door
den oorlog de eerbied voor het leven, iede-
ren mensch toch aangeboren, totaal ver
dwenen is; een eerbied, dien wij weer met
kracht zullen hebben aan te kweeken, wil
onze maatschappij niet geheel en al naar
her heidendom terug zinken.
In de kleine concertzaal van de^
sociëteit „Vereeniging" heeft „K.Z.O D,"
een tentoonstelling ingericht van wer
ken van leden en genood; gde Haarlem-
sche kunstenaars. De zaal is zoo goed
mogelijk voor het doel ingericht en
met een wandbekleeding van beschaaf
de grijze kleur is veel bereikt. Het
is nu eenmaal ondoenlijk een zaal, dei
niet voor schilderijententoonstellingen
is ingericht, daarvoor in enkele dagen
volkomen geschikt te maken en wan
neer dan ook zoo hier en daar nog wel
iets te wenschen overblijft, dan nemen
we graag de omstandigheden in aan
merking. De stad van Frans Hals kan
helaas op geen permanente tentoon
stel lingsg?legenheid bogen, zooals bijv.
Amsterdam die heeft in het S tcdelijk
Mdiseum en ook kleinere steden er
een rijk zijn.
De veelheid en vooral ook het uit
eenloopend karakter der werken,
maakt het moeielijk een goed geheel
te verkrijgen, dat desniettemin de ten
toonstelling een prettigen aanblik biedt
is reeds een verdienste.
Een 54-tal inzenders hebben geza
menlijk ruim 90 werken bijeengebracht.
Er zijn schilderijen en aquarellen, tee-
keningen en grafische kunst, terwijl
ook de beeldhouwkunst vertegenwoor-
di d is.To' een gedetai ice'de i e c! ou-
wing kunnen w,- 've niel over
gaan, zoodat we ons tot een a'gjmcen
overzicht met hier cn daar een enkele
opmerking, moeten bepalen.
Het is feest en we willen daarom
het eerst de bloemen bezien. Niet
ieder die zich Flora's kinderen tot
onderwerp verkoos, wist de schoon
heid er van naar waarde te benutten,
verschillende producten zijn niet al te
„fleurig". Verdienstelijk zijn de „Zon
nebloemen" van W. J. Brandt, al is
het kleurgeheel wat somber. Van Eg-
mond gaf ze in een geheel andere
opvatting, zijn streven naar goede vlak
vulling en vereenvoudiging is niet zon
der resultaat, terwijl liet krachtige dat
de plant kenmerkt goed tot uitdrukking
komt. Rijk en smakelijk van peinture is
het bloemstuk van Louis Hartz, krach
tig van kleur dat van Heuff. Een be
schaafd werk is „late tulpen" door
Koster, terwijl van Riet niet „Gera
niums" een frisch en aantrekkelijk
schilderij leverde, hetgeen ook gezegd
kan worden van de „Sinnia's" van
Wcsseling.
Meerdere inzenders leverden een
verdienstelijk stilleven, daar is in de
eerste plaats Mej. Coba Ritsema met
„Ariadne", een schilderij niet koste
lijke schilderkundige kwaliteiten en
voorname voordracht; Boot met liet
schelpenstilleven, een aquarel die
waardig aansluit bij de vele verdienste
lijke werken, die de kunstenaar in deze
techniek reeds leverde. Vermeldens
waard is ook het decoratief stilleven
van Grootens. Dat het samenstellen
van een stilleven een kunst is, die
lang niet iedere schilder verstaat, valt
meer dan eens te conslateeren, doch
zooiets leelijks als het prelentieuse stil
leven no. 32 bevat, zagen we maar
zelden bij elkaar. Laat de maker het
toch in het eenvoudige zoeken, laat
hij eens zien hoe bijv. Boot een ge
wonen aarden bloempot weet weer te
geven.
De tentoon',teli ng bevat een achttal
portretten. H. Buisman is op z'n best
in het welgelijkend portret van den
dichter-zanger Speenhoff, een meer
dan voortreffelijk staal van portret
kunst. Loots toont een goed geteekend
zelfportret, terwijl Wesseling met een
zijner gelukkigste scheppingen, hel ver
dienstelijk portret van oen lieer H.,
voor den dag komt. Mevr. Woutersen
van Doesburg zond miniaturen in de
bekende kwaliteiten.
De overige werken laten zich niet
oatagorisch rangschikken, er is veel en
velerlei, waaruit we een en ander aan
stippen. Kamp leverde een kloeke tee-
kening „Arbeider", de figuur is monu-
mentaal-decoratief opgeval en eigent
zich tot uitvoering als muurbeschil
dering in een ruime omgeving, liet
werk getuigt van frisschen geest en
doet den maker als een bekwaam tee
kenaar kennen. Van geheet anderen
aard is zijn gevoelige krijtteekenirag
„Jonge Vrouw". Gerbrands leverde met
zijn kalender een beschaafd stuk ge
bruikskunst èn met zijn wanddecoratie
een goed staal van sierkunst, dat ech
ter wel wat sterk op de Japanners
geïnspireerd schijnt. Van de inzending
van Miolée hebben we het meest be
wondering voor de sublieme roodkrijt-
teekening. Noemen we nog ,.de Een
zame" van Busé als een loffelijke po
ging naar „iets anders", het fijn-toni-
ge schilderij „Zierikzec" van Heuff
„Middellandschc Zee" v. Oscar Mend-
lik, het „Zuider Buiten Spaame"
door A. L. Koster, die dit onderwerp
met veel frischheid wist te geven, de
illustraties van Jan Wiegman en die
van F. II. Smit uit de 1001 nachtver
tellingen, welke karakteristiek en
geestig is. Dan is er nog een houtsne
de „Uilen" van Koeman welke ver
melding verdient en zeker niet te ver
geten de mooie teekeningen naar kin
deren en katjes van C. Spoor en wan
neer we besluiten met de ets van
G. H. van Steenwijk, om een enkel
woord te wijden aan het beeidhouw-
Met huivering ontmoet ik jc, als
ie over den donkeren corridor van
te bibliotheek komt teruggeslopen en
dan weet ik, dat je weer bij hem
bent geweest en het zaad der twee
dracht hebt uitgestrooid."
„Ida", riep Edith heftig bewogen.
Maar de stiefzuster ging onver
stoord verder.
Ik heb er mij al dikwijls het hoofd
over gebrdken, wat toch de eigen
lijke reden van je handeling kan zijn
en ik kom altijd weer tot dezelfde
meening: Jij tracht je in 't hart van
vader vast te huichelen om daar
door eenige erfgenaam van Cozy Dell
te worden."
„Ida! Ida," riep haar zuster nog
maals op smartelijk ontroerden toon.
„Ik mag cn wil je zoo niet hooren
sprekenWie om alles lier wereld heeft
je zulke slechte gedachten ingege
ven
..Jouw eigen handelwijze!"
„Nooit!"
„Goed, hoe kim je die dan anders
verklaren?"
„lda, heb ik je dan niet altijd zus
terlijke liefde bewezen? Hoe kan je
toch zoo slecht over mij denken?"
„O, ik ken je hevigheid!"
Slechts met moeite weerhield EdiUi
haar tranen, 't Kreukende onhdiiik*
woord van een vriend doet veel meer
pijn dan dat van een vijand.
„Verklaar mij dan je houding,
Edith, en zeg wat ik van je denken
moet?"
Diep gekrenkt ging Edith in hef
tige gemoedsbeweging de kamer op
en neer en bleef eindelijk voor haar
vriendin staan.
„Ida, je verdient het niet, dat ik
je 'n verklaring geef," zeide zij: „want
jij hebt mijn trouwe zusterliefde met
zoo'n matelooze hardheid en kwaad
willigheid beantwoord; dat ik je
eigenlijk slechts met zwijgende ver
achting straffen mag. Maar uit me
delijden jnet jou, uit hoogachting je
gens onzen dierbaren vader en wijl
't edel is zich op zijn bel eed i ge r met
verdubbelde liefde te wreken, wil ik
nog 'n laatste woord tot je spreken
en trachten mij van de hatelijke ver
denking te zuiveren, die mij in jouw
oogen zoo vreeselijk schijnt te ver
lagen."
Ida keek met schuwen, bijna ang-
stigen blik naar de vertoornde, wel
ke voortging;
„Je houdt 't misschien zelf bijna
niet voor mogelijk, als ik je zeg, dat
ik in de laatste maand slechts een en
kele maal er toe kwam met vader
te praten. Je weet echter, dat hij
met niemand mag verkeeren, dan met
mijnheer Blunt en daarom heb ik
hoe zwaar het mij ook viel me
voorgenomen slechts dan naar hem
toe te gaan, als hij mij liet roepen.
Gij weet ook, hoe zelden dat ge
beurt; want jij hebt mij bijna altijd
veccezeH als ik hem bezochtIk
spreek piet meer met hem dan jij
ook; maar ik houd innig veel van hem
en kan 't niet verdragen hem zoo al
leen te zien. Ik heb toch op de gc-
heele wereld buiten hem niemand, die
in mij en mijn lot deelneemt."
Ilier hield Edith zich 'n wijle in.
Ida hief schuchter den blik op, sloeg
hem echter aanstonds neer; want zij
zag de oogen van haar zuster wee
moedig op zich gericht, terwijl zij
sprak: „Ja, ik verlang er naar bii
hem te zijn, ook als hij er zelf geen:
vermoeden van heeft, dat ik in zijn
nabijheid hen. Ik sluip dikwijls zacht
over den corridor naar de oude bi
bliotheek en sta onbemerkt aan va-
der's bed en beluister zijn ademha
ling. Ach, Ida, als ik zoo stil en ver
borgen bij hem ben, overkomt mij
dikwijls een innig verlangen naar we-
derzijdsche sympathie. Dan zou ik
mijn armen om zijn hals willen leg
gen en hem smeeken mij zijn ver
trouwen te schenken en mij te zeg
gen welk epn droevig noodlot ons
van hem vervreemdt, cn ons van zijn
lielde en dagelijkschen omgang be
rooft. Maar je moet 't gelooven, dat
ik die wenschen altijd bij me houd cn
\ycrkelijk nooit met vader praat als
liij 't niet uitdrukkelijk verlangt, en
dat gebeurt nu altijd zeldzamer. Des
te meer voel ik den drang om hem
heimelijk te zien. Toen jij me van
middag ontmoette kwam ik juist weer
terug van zoo'n bezoek aan de oude
bibliotheek. Ik wist niet, dat vader
om je gevraagd had, anders zou ik
niet zijn heengegaan."
„Dus je had toch wel reden 'om
werk, dan zijn we er van overtuigd
nog geenszins volledig te zijn.
Beeldhouwwerken zonden S. Klin
kenberg en Th. Vos. De eerste komt
goed voor den dag met een tweetal
dierfiguren, er is in zijn werk meer
stijl dan vroeger, de vormen zijn groot
gezien en schoon van lijn.
Zoekt Klinkenberg het in „de klein
kunst", Vos is meer de beeldhouwer die
naar het monumentale streeft. De hier
geëxposeerde vrouwenfiguur getu gt van
een kunnen, dat zeker niet gering is.
Zijn tweede werk, een kop in hardsteen,
is forsch gehakt en toont meesterschap
over het materiaal.
We hopen op den arbeid van dezen
kunstenaar nog wel eens uitvoeriger te
rug te komen.
M. v. d. W.
Baden zonder badkoets.
Voor het hekje verscheen o.m. een arts
uit Amsterdam, A. S. J. genaamd, die
den zomer gewoon' ij s. in Zandvoort
doorbrengt. Als badgast profiteert hij
natuurlijk van do zee door 't dagelijks
nemen van een had. Een jaar of zes
geleden had hij vanuit zijn pension op
den top der eerste duinenrij een trap
naar het strand laten maken met
nog eenige andere heeren en ver
liet bii dan ook steeds in badeostuum
met een overjas om zijn woning,
daalde de trap af, wandelde het strand
over, ontdeed zich vlak bij het water
van zijn overjas en ging dan baden.
Een jaar of zes ging het goed tot
hii ditmaal tusschen de palen 64 en
68 verbaliseeid werd wegens baden zon
der badkoets. Bekl. hield een uitvoerige
verdediging, memoreerde het boven
staande en bracht verder naar voren hoe
z.i. de badkoetsen te smerig zijn om
er gebruik van te maken. Wat da ze
delijkheid betreft, hiervoor zorgde hij
door het omdoen van zijn overjas.
Het O.M. noemde de verordening, die
het nemen van een badkoets gebiedt,
bindbaar en eischte f 1 of 1 dag
hechtenis.
Auto-ongeluk.
Dc rubriek „hardrijders" vormt een
permanente rubiek van de Kantonge
recht-zaken. Gisteren waren weer ver
scheidene zaken van hardrijders aan de
orde. Een er van was het onderhavige ge
val.
'Ia- Augustus reed op don Mr. Enschedê-
wegr in de richting Slolbergslaan een mo
torrijder. Vlakbij is het bekende kruis
punt van den Schulpweg met nabijliggcn-
de wegen. Een zeer gevaarlijk punt, dit
kruispunt, omdat op eiken weg het uit
zicht belemmerd wordt door struikgewas.
Voorzichtig, ja zeer langzaam rijden is
dus een gebiedende eisch. Die motorrijder
dan had een goed vaartje, een 20 K.M.
verklaarde hij, toen van tegenovergestelde
zijde een auto aan kwam rjjden. Een bot
sing volgde en een inzittende der aulo,
een heer uit Rotterdam, kwam onder den
kantelenden auto terecht met 't noodlot
tig gevolg, dat zijn baad afgekneld werd.
Voor den kantonrechter had nu de be
handeling plaats van deze ernstige bol-
sing.
Do beklaagde, de kantoorbedien le J
M. R,, gaf de schuld aan den bestuur
der van de auto, die, naar hckl. meen
de, recht door bleef rijden en niet uit
week, waardoor bekl. tenslotte naar links
uit moest zwenken. Toen volgde de aan
rijding, waarbij de motor aan de rech
terzijde geraakt word. De schuld van
de aanrijding lag volgens bekl. bij den
chauffeur.
Eenige getuigen verklaarden echtir dat
do motorrijder er fiink „over heen was
gegaan en dat de auto kalm had ge
reden
mijn ontmoeting te schuwen?"
„Niet in den zin, dien jij meent.
Ik kan 't nu eenmaal niet verdra
gen mijn liefde tot deze of gene op
eenigeriei wijze bespot te zien. zelfs
niet de liefde tot mijn vader. Ik zeg
zeg je dit alleen, omdat jij mijn zus
ter cn evengoed zijn doch Ier bent als
ik zelf. Ida, ken je 't gevoel, dat ons
alles verdragen, alles lijden doet voor
dengene, dien wij beminnen? Als je
dat verstaat, als je dat begrijpen kunt
weet dan dit." zoo'n liefde draag ik
mijn vader toe. En met zoo'n gevoel
in 't hart zou 't mij mogelijk zijn hen
te haten, die hem dierbaar zijn? Moet
ik dan al niet veel van je houden 0111
zijnentwil? Ja, ik houd van je, Ida,
ik heb je lief, trouw en oprecht. Er
is een lijd geweest, dat ook jij trotsch
was op de genegenheid van je Edith;
maar ach, hoe lang is dat al geleden."
Zij kon den z":n niet eindigen, want
tranen verstikten haar stem cn een
siddering voer door haar bevallige ge
stalte. Ida's toorn was verdwenen. Be
wonderend rustten haar blikken op de
zijwaarts staande zuster, die met af
gewend gelaat vroeg: „Wanneer heeft
vader den laatsten keer 0111 je gevraagd
Ida?"
„Gisteren."
„En wanneer dan dc vooilaa,lsle
maal
„Voor vier dagen."
„En ik, Ida, heb al in drie weken
geen woord meer met hein gesproken.
Dat, zou 'k denken, lijkt er niet op,
als zou ik je uit het hart van vader
willen verdringen!"
„Neen," antwoordde Ida verlegen.
Het O. M. wilde niet aannemen het
veroorzaken vap lichamelijk letsel door
schuld, maar bracht wel naar voren hoe
op genoemd traject hoogstens een snel
heid van 8 h 10 K.M. geoorloofd is.
Waar bekl. dus te snel gereden heeft
wat hem ten laste was gelogd
eischte het O. M. f 100 boete subs. 10
dagen hechtenis, henevens ontzegging
om te rijden voor den tijd van 6 maan
den.
(Zitting van gisteren.)
Berooving.
De bejaarde groentekoopman W. D. Z„
wonende te Amsterdam, is op 25 Septem
ber in dit iaar met H. M. H. naar Zaan
dam geweest. Zij hebben zich in deze
Zaansche gemeente bedronken, en toen
K. in slaap is gevallen, heeft H. hem be
roofd van zijn portefeuille met 200, die
H. uit het vest van Z. stal,, waarna hij
zijn slapenden kameraad achterliet.
H. bekende volledig, anders was het
niet zoo gemakkelijk geweest, om het be
wijs te krijgen. Want voor dat het O.M.
gelegenheid had, drie maanden gevange
nisstraf te eischen tegen H„ speelde zich
een lastig verhoor af met den bestolene,
Z., die getuigen moest, maar aan doofheid
leed en van de vragen van den president
niet veel begrep. Eerst kostte het veel
moeite den man aen het verstand te bren
gen, hoe hij den eed moest doen, en na
dat hij eindelijk met behulp van den deur
waarder de beide voorste vingers van de
rechterhand heeft opgestoken, informeert
de president, waar de getuige woont.
Getuige: Ik ben groenteschipper.
President: Ja. maar waar woon je?
Getuige: (Deurwaarder herhaalt
de vraag). Getuige dan: In een schuit!
President (gesticuleerend)In welke
plaèts-?
Getuige; Aan de Groentemarkt....
President (wanhopig gesticuleerend)
Maar waar dan?
Getuige: In een woonscheepje!
De president geeft het op.
De deurwaarder: Waar woon je man,
in Amsterdam of in Zaandam.
Getuige: Ik kom wel eens in Zaandam.
Deurw.: Maar woon je daar ook0
Dam blijkt eindelijk te moeten worden
aangenomen dat getuige in Amsterdam
woont.
Maar nu begin.! z'n verhaal. Een niet te
stuiten woordenvloed
Van z'n jas, die hij had uitgedaan, en
z'n das, drè hij afdeed, en iet kommetje
koffie, dat liij zat te drinken. Eindelijk
brengt de president hem me! gebaren
aan het verstand, dat hij maar op moet
houden; de rechtbank weet nu genoegt Na
het requisitoir pleitte Mr v. Sprang cle
mentie.
Voortgezette diefstal.
De 21-jarige metselaar uit Ede, M. y L.
heeft tusschen 27 Augustus en 1 Septem
ber geregeld goederen ontvreemd ten na-
deele van zijn hospita te IJ .puiden.
Het was een merkwaardige verzame
ling, zooals beenkappen, een portefeuille,
een broche "een dasspeld koppen en
scholels. heigeen den president aanleiding
gaf te vragen of bekl een huishouden
wiLde opzetten. Bekl. wist daar niet op te
antwoorden en hij maakt trouwens geen
erg snuggerren indruk. Toch is bekl. er
niet eng gelukkig aan loe Hij is uil een
huishouden van 14 kinderen, waarvan er
10 aan de tering stierven. Zelf is bekl.
ook niet bijster gezond en bekl. s moeder
is al weken ziek. De jongen heeft vroeger
echlcr ook al niel goed opgepast en >s
al een paar keeren in een tuchthuis ge
weest. De ambtenaar van het O M eisch
te 6 maanden gev. straf. Mr. Blankevoort
bracht verzachtende omstandigheden naar
voren cn vroeg een voorwaardelijke slraf.
Ontslag Aan een drietal ambte
naren ter gemeente-secretarie, die aldaar
tijdelijk werkzaam waren, is tegen Janu
ari ontslag aangezegd. Evenzoo wordt
Zij wist niet wat zij gelooven moest.
Haar moeder had haar verzekerd, dat
"Edith alle moeite deed om de groote
bezittingen, voor zich te w kin en en
Ida had geen ander bewijs tegen zulke
veronderstellingen dan haar opeu
woord. Een zware strijd bewoog haar
en 't arme,' onervaren kind verborg
't gezicht in beide handen en weende
bitter.
Nog eens trad Edith op haar toe en
zei; „Lieve Ida! De gedachte je te
laten onterven, is zóó ver van nnj, dat
ik op dit oogenblik verzeker, graag
geld en goed cn al mijn vermogen te
willen missen, als ik daardoor je liefde
kon terugkoopen, zooals ik ze vroeger
bezat."
„Werkelijk, zou je dat willen," riep
Ida verblijd uit, cn hief snel haar ver
wonderd gezicht op. „Ik kan 't niet
gelooven 't is te onwaarschijnlijk
zelfs mijnheer Mordaunt gelooft,
dat je er zeer veel aan gelegen is
eenige erfgename van Cozy Dell te
worden, 'hij zei me zoo, dat hij jou
ontzettend veranderd vindt."
„Mijnheer Mordaunt?"
j,'Waarom spreek je op zoo'n ver-
'achtelijken loon van hem?"
„Wijl hij insgelijks... 't kostte
haar moeite den hartstochtelijken toon
te onderdrukken en rustig te zeggen:
„Wijl 't hem tails onzen gast niet toe
komt verhoudingen en persoonlijkhe
den te beoordeelen, die hem in 't minst
niet aangaan."
Ida begreep wel, dat dit slot niet
uitdrukte, wat Edith oorspronkelijk
wilde zeggen. Haar zuster was blijk
baar op mijnheer ^lordauirijebeten,ei?
V s*
Nu overal in dei lande de melkprijzen
omlaag gaan doordat dc zuivelprijzen da
len, is het begrijpelijk dat ook de Haar-
lemsche huismoeders uitzien naar een
prijsverlaging van dit kostbare vocht.
De Haarlemsche melkhandel heeft on
derhandelingen aangeknoopt met de vee
houders uit den omtrek van Haarlem,
die ongeveer de helft van de voor Haar
lem benoodigde 80000 liter melk leveren,
om den prijs van iq cent, die nu aan de
boeren Wordt betaald, met twee cent te
verlagen, zoodat dan ook de melkprijs
in de stad van 25 cent op 23 cent kan
worden gesteld.
De veehouders voelen daar niets voor
en stellen voorop dat zij geen fok boeren
zijn, dat zijn boeren die ook kaas maken
van hun melk, doch zoogenaamde con
sumptiemelkers. Dit laatste is juist. In dc
nabijheid der proofe steden, ook van
Haarlem, zijn een groot getal boeren die
hun vee houden om consumptiemclk te
leveren aan de inwo-1 s der stad en daar
toe de beesten extra voederen, omdat de
koeien anders uitgeput raken. Hun bedrijf
is daar ook geheel op ingericht en ze kun
nen bijv. zoo maar niet een, twee, drie
aan het kaasmaken gaan. Dat dient ge
waardeerd te worden en wordt ook ge
waardeerd in zoover dat aan deze vee
houders reeds altijd een toeslag van rond
twee cent per liter werd betaald, boven
den prijs, die volgens den zuivelprijs gel
dend zou zijn.
Hoewel thans de zuivelprijs daalt, hand
haven de veehouders hun prijs van 19
cent en ze meenen dien. met het oog op
de onkosten van hun bedrijf, enz., te
moeten hebben.
Waar de melkhandel zijn standpunt
niet prijsgeeft, en blijft staan op een ver
laging van 2 cent per liter, is een „meik
oorlog" niet onmogelijk. Daarvan zal het
publiek dan wellicht profiteeren door tij
delijk lage melkprijzen te betalen.
Intusschen blijft het in alle opzichten
het meest gewenscht dat partijen het niet
hard tegen hard laten gaan omdat er dan
allicht splinters vallen aan welke zijde
blijve in 't midden die in de toe
komst moeilijk zouden bijgewerkt kunnen
worden, maar dat men a'snog tot over
eenstemming zal kunnen komen.
Het zijn dingen, die het liefst binnenka
mers, dat is, door de vereenigingen onder-
onderling, opgeknapt moeten worden.
Barometerstand: 773. Neiging: Achteruit.
aan verschillende bedrijven uitgezien of
daar tijdelijke krachten gemist kunnen
worden.
Ida's gelaatsuitdrukking liet nu duide
lijk erkennen, dat haar deze ontdek
king zeer aangenaam was.
En zij antwoordde:
„Als die opmerking gemaakt werd
door iemand die jij liefhadt, Edith,
dan zou je dat n;et zoo kwalijk ge
nomen hebben."
„Wie zegt dan, dat ik hem haat. zei
Edith ontwijkend.
„Ik wil niet eens zeggen „haten",
maar toch meen ik
„Wat meen je?"
„Je kwelt mij, Edith en vraagt naar
bekende dingen. Wees oprecht: heb
je Frank Mordaunt lief?"
„Zeg me eerst, waarom je d.e vraag
stelt?"
„Wij gelooven 't allemaal. Maar als
je "telkens mijn vraag met een tegen
vraag kruist, dan kom ik niet achter
de waarheid."
„Maar wat is er je dan aan gelegen
om mijn gevoelens voor Frank Mor
daunt te kennen?"
„Zeer veel meer dan je denkt!
Deze woorden werden met zoo n
nadruk gesproken, dat Ed:th zich on
willekeurig omkeerde en haar zuster in
't volle gezicht keek. Ida doorstond
rustig den vragenden blik en herhaalde
zacht maar beslist: „Veel meer dan
je denkt!"
„Wat moet dat beteckenea, Ma
(Wordt vervolgd.)