4» Indrukken van den dag. UIT DEN OMTREK MET GEHEIM VAN C0ZY DELL. DAMIAATJES VRIJDAG 28 OCTOBER *921 44ste JAARGANG No. 13976 BE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL t 3.25 PER WEEK f 0.25 FRANCO PER POST PER KWART. BIJ VOORUITBETALING f 3.571/* NASSAULAAN 49, HAARLEM. TELEFOON 1426, 2741 EN 1748. POSTREKENING No. 5970. ADVERTENT1ÉN 35 CENTS PER REGEL. DIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING Dit nummer bestaat uit 3 bladen. INZINKING. OORLOGSMORAAL. HAARLEM. „Kunst zij ons Doel." Jubileumtentoonstelling. F EUILLETON VAN ONS KANTONGERECHT. VAN ONZE RECHTBANK. Een meikoorlog? J. J. WEBER ZOON, Opticiens Fabrikanten. Koningstraat 10 Haarlem. BUREAUX: 232. Tii den bloeitijd, welke wij, Nederland- scle Katholieken, in steeds stijgende lijn doormaken, zijn er, naar algemeene opvat ting, eenige feiten komen vast te staan, waaraan niet meer te tornen valt. Zoo b.v. dat ieder Katholiek zijn kinderen naar een bijzondere school zendt. Het tegenoverge stelde geval moet tot de uitzonderingen worden gerekend. Tol die algemeene waarheden waren wij ook langzamerhand gaan rekenen dat een ieder naar zijn staat en stand lid was van de voor hem bestemde Katholieke vak- cn slaudsorgandsatie. Dit laatste blijkt echter eer leelijke vergissing te zijn; erger nog, in plaats, dat de laatste niet georganiseer- den geleidelijk toetreden, valt er hier en daar een vermindering van het ledental te coostatceren. Met verbazing lazen wij, dat onlangs op een propaganda-avond van de Haarlem- sche afdeeling van den R.-K. Volksbond weid meegedeeld, dal alleen in Haarlem nog vijftienhonderd niet-georganiseerde ka tholieke werknemers zijn. v'oor de dalende lijn is zeker wel een verklaring te vinden in de economische malaise, die zoo licht tot onverschilligheid aanleiding geeft. Maar meer dan een ver klaring is dat toch niet, een verontschuldi ging mag dat niet genoemd worden. Op zijn zachtst kunnen wij van groote kortzich tigheid spreken, 't Kan toch als totaal overbodig worden geacht om in dezen tijd nog over het nut en over de noodzakelijk heid van organisatie te spreken. Wanneer wij de woningtoestanden, den arbeidsduur, de arbeidsvoorwaarden in 't algemeen, de loonen enz. van den arbeidenden stand vergelijken met die van een kwart eeuw geleden; wanneer wij de werklieden door bemiddeling van hun voormannen als ge lijkgerechtigde partij naast de werkgevers aan de vergadertafel zien zitten; wanneer hun vertegenwoordigers in parlement, Sta ter., gemeenteraad, Hoogen Raad van Ar beid cn velerlei colleges een beslissende stem hebben, dan weten wij, dat dit alles door de organisatie is bereikt. Juist in een tijd als deze, nu blijkens llerlei gesties en uitingen van den liberalen nbrikanten'bond en den politieken Vrij heidsbond de reactie het hoofd opsteekt. iou men mogen verwachten, dat de arbei- lersklasse zich hechter aan ooit in haar vakorganisatie zou samensluiten, om de behaalde winst niet verloren te zien gaan. Mededeelingen als waarop wij boven doelden, wijzen er echter op,- dat dit in zicht over het nut en de noodzakelijkheid eener krachtige organlastie aan het ver troebelen is. De sterke propaganda, door !en R.-K. Volksbond thans gevoerd tot ver werking van de gelederen der organisatie noge dan ook goede vruchten dragen! Wie zich in deze iets te verwijten heeft, be denke wel, dat het hier gaat om zijn eigen mal:! Bij den dag wordt de overtuiging ster ker. dat de oorlog op de publieke zeden een verruwende uitwerking heeft gehad. Werd vroeger de algemeene opinie geschokt en weken lang bezig gehouden door het be richt van een moord, thans is er geen ge legenheid meer voor verontwaardiging over een misdaad. Er gaat geen dag meer voorbij of niet enkel uit het buitenland ko men heele reeksen berichten over de laag- hartigste daden. Zelfs in ons eigen vader land worden iedere week gruwelijke roof moorden bedreven. En het schijnt, dat onder de uitbreiding der misdadigheid het gevoel voor het vree- scüjke van moord en doodslag hoe langer hoe meer afstompt. De aanleiding toch tot de misdaad is immers al tot een minimum gedaald. Onlangs werd uit Frankrijk ge meld, dat een 10-jarige jongen zijn kame raadje vermoordde, omdat deze hem op school voorbijstreefde en gisteren werd ge meld, dat te Saillons (Gironde-departe- ment) dezer dagen het lijk werd gevonden van een jongen van dertien jaar. De moordenaar werd gearresteerd; hij be kende den jongen te hebben doodgeschoten omdat deze met een steen een vogel had verjaagd, welke hij onder schot had ge nomen! Uit zulke staaltjes blijkt wel, dat door den oorlog de eerbied voor het leven, iede- ren mensch toch aangeboren, totaal ver dwenen is; een eerbied, dien wij weer met kracht zullen hebben aan te kweeken, wil onze maatschappij niet geheel en al naar her heidendom terug zinken. In de kleine concertzaal van de^ sociëteit „Vereeniging" heeft „K.Z.O D," een tentoonstelling ingericht van wer ken van leden en genood; gde Haarlem- sche kunstenaars. De zaal is zoo goed mogelijk voor het doel ingericht en met een wandbekleeding van beschaaf de grijze kleur is veel bereikt. Het is nu eenmaal ondoenlijk een zaal, dei niet voor schilderijententoonstellingen is ingericht, daarvoor in enkele dagen volkomen geschikt te maken en wan neer dan ook zoo hier en daar nog wel iets te wenschen overblijft, dan nemen we graag de omstandigheden in aan merking. De stad van Frans Hals kan helaas op geen permanente tentoon stel lingsg?legenheid bogen, zooals bijv. Amsterdam die heeft in het S tcdelijk Mdiseum en ook kleinere steden er een rijk zijn. De veelheid en vooral ook het uit eenloopend karakter der werken, maakt het moeielijk een goed geheel te verkrijgen, dat desniettemin de ten toonstelling een prettigen aanblik biedt is reeds een verdienste. Een 54-tal inzenders hebben geza menlijk ruim 90 werken bijeengebracht. Er zijn schilderijen en aquarellen, tee- keningen en grafische kunst, terwijl ook de beeldhouwkunst vertegenwoor- di d is.To' een gedetai ice'de i e c! ou- wing kunnen w,- 've niel over gaan, zoodat we ons tot een a'gjmcen overzicht met hier cn daar een enkele opmerking, moeten bepalen. Het is feest en we willen daarom het eerst de bloemen bezien. Niet ieder die zich Flora's kinderen tot onderwerp verkoos, wist de schoon heid er van naar waarde te benutten, verschillende producten zijn niet al te „fleurig". Verdienstelijk zijn de „Zon nebloemen" van W. J. Brandt, al is het kleurgeheel wat somber. Van Eg- mond gaf ze in een geheel andere opvatting, zijn streven naar goede vlak vulling en vereenvoudiging is niet zon der resultaat, terwijl liet krachtige dat de plant kenmerkt goed tot uitdrukking komt. Rijk en smakelijk van peinture is het bloemstuk van Louis Hartz, krach tig van kleur dat van Heuff. Een be schaafd werk is „late tulpen" door Koster, terwijl van Riet niet „Gera niums" een frisch en aantrekkelijk schilderij leverde, hetgeen ook gezegd kan worden van de „Sinnia's" van Wcsseling. Meerdere inzenders leverden een verdienstelijk stilleven, daar is in de eerste plaats Mej. Coba Ritsema met „Ariadne", een schilderij niet koste lijke schilderkundige kwaliteiten en voorname voordracht; Boot met liet schelpenstilleven, een aquarel die waardig aansluit bij de vele verdienste lijke werken, die de kunstenaar in deze techniek reeds leverde. Vermeldens waard is ook het decoratief stilleven van Grootens. Dat het samenstellen van een stilleven een kunst is, die lang niet iedere schilder verstaat, valt meer dan eens te conslateeren, doch zooiets leelijks als het prelentieuse stil leven no. 32 bevat, zagen we maar zelden bij elkaar. Laat de maker het toch in het eenvoudige zoeken, laat hij eens zien hoe bijv. Boot een ge wonen aarden bloempot weet weer te geven. De tentoon',teli ng bevat een achttal portretten. H. Buisman is op z'n best in het welgelijkend portret van den dichter-zanger Speenhoff, een meer dan voortreffelijk staal van portret kunst. Loots toont een goed geteekend zelfportret, terwijl Wesseling met een zijner gelukkigste scheppingen, hel ver dienstelijk portret van oen lieer H., voor den dag komt. Mevr. Woutersen van Doesburg zond miniaturen in de bekende kwaliteiten. De overige werken laten zich niet oatagorisch rangschikken, er is veel en velerlei, waaruit we een en ander aan stippen. Kamp leverde een kloeke tee- kening „Arbeider", de figuur is monu- mentaal-decoratief opgeval en eigent zich tot uitvoering als muurbeschil dering in een ruime omgeving, liet werk getuigt van frisschen geest en doet den maker als een bekwaam tee kenaar kennen. Van geheet anderen aard is zijn gevoelige krijtteekenirag „Jonge Vrouw". Gerbrands leverde met zijn kalender een beschaafd stuk ge bruikskunst èn met zijn wanddecoratie een goed staal van sierkunst, dat ech ter wel wat sterk op de Japanners geïnspireerd schijnt. Van de inzending van Miolée hebben we het meest be wondering voor de sublieme roodkrijt- teekening. Noemen we nog ,.de Een zame" van Busé als een loffelijke po ging naar „iets anders", het fijn-toni- ge schilderij „Zierikzec" van Heuff „Middellandschc Zee" v. Oscar Mend- lik, het „Zuider Buiten Spaame" door A. L. Koster, die dit onderwerp met veel frischheid wist te geven, de illustraties van Jan Wiegman en die van F. II. Smit uit de 1001 nachtver tellingen, welke karakteristiek en geestig is. Dan is er nog een houtsne de „Uilen" van Koeman welke ver melding verdient en zeker niet te ver geten de mooie teekeningen naar kin deren en katjes van C. Spoor en wan neer we besluiten met de ets van G. H. van Steenwijk, om een enkel woord te wijden aan het beeidhouw- Met huivering ontmoet ik jc, als ie over den donkeren corridor van te bibliotheek komt teruggeslopen en dan weet ik, dat je weer bij hem bent geweest en het zaad der twee dracht hebt uitgestrooid." „Ida", riep Edith heftig bewogen. Maar de stiefzuster ging onver stoord verder. Ik heb er mij al dikwijls het hoofd over gebrdken, wat toch de eigen lijke reden van je handeling kan zijn en ik kom altijd weer tot dezelfde meening: Jij tracht je in 't hart van vader vast te huichelen om daar door eenige erfgenaam van Cozy Dell te worden." „Ida! Ida," riep haar zuster nog maals op smartelijk ontroerden toon. „Ik mag cn wil je zoo niet hooren sprekenWie om alles lier wereld heeft je zulke slechte gedachten ingege ven ..Jouw eigen handelwijze!" „Nooit!" „Goed, hoe kim je die dan anders verklaren?" „lda, heb ik je dan niet altijd zus terlijke liefde bewezen? Hoe kan je toch zoo slecht over mij denken?" „O, ik ken je hevigheid!" Slechts met moeite weerhield EdiUi haar tranen, 't Kreukende onhdiiik* woord van een vriend doet veel meer pijn dan dat van een vijand. „Verklaar mij dan je houding, Edith, en zeg wat ik van je denken moet?" Diep gekrenkt ging Edith in hef tige gemoedsbeweging de kamer op en neer en bleef eindelijk voor haar vriendin staan. „Ida, je verdient het niet, dat ik je 'n verklaring geef," zeide zij: „want jij hebt mijn trouwe zusterliefde met zoo'n matelooze hardheid en kwaad willigheid beantwoord; dat ik je eigenlijk slechts met zwijgende ver achting straffen mag. Maar uit me delijden jnet jou, uit hoogachting je gens onzen dierbaren vader en wijl 't edel is zich op zijn bel eed i ge r met verdubbelde liefde te wreken, wil ik nog 'n laatste woord tot je spreken en trachten mij van de hatelijke ver denking te zuiveren, die mij in jouw oogen zoo vreeselijk schijnt te ver lagen." Ida keek met schuwen, bijna ang- stigen blik naar de vertoornde, wel ke voortging; „Je houdt 't misschien zelf bijna niet voor mogelijk, als ik je zeg, dat ik in de laatste maand slechts een en kele maal er toe kwam met vader te praten. Je weet echter, dat hij met niemand mag verkeeren, dan met mijnheer Blunt en daarom heb ik hoe zwaar het mij ook viel me voorgenomen slechts dan naar hem toe te gaan, als hij mij liet roepen. Gij weet ook, hoe zelden dat ge beurt; want jij hebt mij bijna altijd veccezeH als ik hem bezochtIk spreek piet meer met hem dan jij ook; maar ik houd innig veel van hem en kan 't niet verdragen hem zoo al leen te zien. Ik heb toch op de gc- heele wereld buiten hem niemand, die in mij en mijn lot deelneemt." Ilier hield Edith zich 'n wijle in. Ida hief schuchter den blik op, sloeg hem echter aanstonds neer; want zij zag de oogen van haar zuster wee moedig op zich gericht, terwijl zij sprak: „Ja, ik verlang er naar bii hem te zijn, ook als hij er zelf geen: vermoeden van heeft, dat ik in zijn nabijheid hen. Ik sluip dikwijls zacht over den corridor naar de oude bi bliotheek en sta onbemerkt aan va- der's bed en beluister zijn ademha ling. Ach, Ida, als ik zoo stil en ver borgen bij hem ben, overkomt mij dikwijls een innig verlangen naar we- derzijdsche sympathie. Dan zou ik mijn armen om zijn hals willen leg gen en hem smeeken mij zijn ver trouwen te schenken en mij te zeg gen welk epn droevig noodlot ons van hem vervreemdt, cn ons van zijn lielde en dagelijkschen omgang be rooft. Maar je moet 't gelooven, dat ik die wenschen altijd bij me houd cn \ycrkelijk nooit met vader praat als liij 't niet uitdrukkelijk verlangt, en dat gebeurt nu altijd zeldzamer. Des te meer voel ik den drang om hem heimelijk te zien. Toen jij me van middag ontmoette kwam ik juist weer terug van zoo'n bezoek aan de oude bibliotheek. Ik wist niet, dat vader om je gevraagd had, anders zou ik niet zijn heengegaan." „Dus je had toch wel reden 'om werk, dan zijn we er van overtuigd nog geenszins volledig te zijn. Beeldhouwwerken zonden S. Klin kenberg en Th. Vos. De eerste komt goed voor den dag met een tweetal dierfiguren, er is in zijn werk meer stijl dan vroeger, de vormen zijn groot gezien en schoon van lijn. Zoekt Klinkenberg het in „de klein kunst", Vos is meer de beeldhouwer die naar het monumentale streeft. De hier geëxposeerde vrouwenfiguur getu gt van een kunnen, dat zeker niet gering is. Zijn tweede werk, een kop in hardsteen, is forsch gehakt en toont meesterschap over het materiaal. We hopen op den arbeid van dezen kunstenaar nog wel eens uitvoeriger te rug te komen. M. v. d. W. Baden zonder badkoets. Voor het hekje verscheen o.m. een arts uit Amsterdam, A. S. J. genaamd, die den zomer gewoon' ij s. in Zandvoort doorbrengt. Als badgast profiteert hij natuurlijk van do zee door 't dagelijks nemen van een had. Een jaar of zes geleden had hij vanuit zijn pension op den top der eerste duinenrij een trap naar het strand laten maken met nog eenige andere heeren en ver liet bii dan ook steeds in badeostuum met een overjas om zijn woning, daalde de trap af, wandelde het strand over, ontdeed zich vlak bij het water van zijn overjas en ging dan baden. Een jaar of zes ging het goed tot hii ditmaal tusschen de palen 64 en 68 verbaliseeid werd wegens baden zon der badkoets. Bekl. hield een uitvoerige verdediging, memoreerde het boven staande en bracht verder naar voren hoe z.i. de badkoetsen te smerig zijn om er gebruik van te maken. Wat da ze delijkheid betreft, hiervoor zorgde hij door het omdoen van zijn overjas. Het O.M. noemde de verordening, die het nemen van een badkoets gebiedt, bindbaar en eischte f 1 of 1 dag hechtenis. Auto-ongeluk. Dc rubriek „hardrijders" vormt een permanente rubiek van de Kantonge recht-zaken. Gisteren waren weer ver scheidene zaken van hardrijders aan de orde. Een er van was het onderhavige ge val. 'Ia- Augustus reed op don Mr. Enschedê- wegr in de richting Slolbergslaan een mo torrijder. Vlakbij is het bekende kruis punt van den Schulpweg met nabijliggcn- de wegen. Een zeer gevaarlijk punt, dit kruispunt, omdat op eiken weg het uit zicht belemmerd wordt door struikgewas. Voorzichtig, ja zeer langzaam rijden is dus een gebiedende eisch. Die motorrijder dan had een goed vaartje, een 20 K.M. verklaarde hij, toen van tegenovergestelde zijde een auto aan kwam rjjden. Een bot sing volgde en een inzittende der aulo, een heer uit Rotterdam, kwam onder den kantelenden auto terecht met 't noodlot tig gevolg, dat zijn baad afgekneld werd. Voor den kantonrechter had nu de be handeling plaats van deze ernstige bol- sing. Do beklaagde, de kantoorbedien le J M. R,, gaf de schuld aan den bestuur der van de auto, die, naar hckl. meen de, recht door bleef rijden en niet uit week, waardoor bekl. tenslotte naar links uit moest zwenken. Toen volgde de aan rijding, waarbij de motor aan de rech terzijde geraakt word. De schuld van de aanrijding lag volgens bekl. bij den chauffeur. Eenige getuigen verklaarden echtir dat do motorrijder er fiink „over heen was gegaan en dat de auto kalm had ge reden mijn ontmoeting te schuwen?" „Niet in den zin, dien jij meent. Ik kan 't nu eenmaal niet verdra gen mijn liefde tot deze of gene op eenigeriei wijze bespot te zien. zelfs niet de liefde tot mijn vader. Ik zeg zeg je dit alleen, omdat jij mijn zus ter cn evengoed zijn doch Ier bent als ik zelf. Ida, ken je 't gevoel, dat ons alles verdragen, alles lijden doet voor dengene, dien wij beminnen? Als je dat verstaat, als je dat begrijpen kunt weet dan dit." zoo'n liefde draag ik mijn vader toe. En met zoo'n gevoel in 't hart zou 't mij mogelijk zijn hen te haten, die hem dierbaar zijn? Moet ik dan al niet veel van je houden 0111 zijnentwil? Ja, ik houd van je, Ida, ik heb je lief, trouw en oprecht. Er is een lijd geweest, dat ook jij trotsch was op de genegenheid van je Edith; maar ach, hoe lang is dat al geleden." Zij kon den z":n niet eindigen, want tranen verstikten haar stem cn een siddering voer door haar bevallige ge stalte. Ida's toorn was verdwenen. Be wonderend rustten haar blikken op de zijwaarts staande zuster, die met af gewend gelaat vroeg: „Wanneer heeft vader den laatsten keer 0111 je gevraagd Ida?" „Gisteren." „En wanneer dan dc vooilaa,lsle maal „Voor vier dagen." „En ik, Ida, heb al in drie weken geen woord meer met hein gesproken. Dat, zou 'k denken, lijkt er niet op, als zou ik je uit het hart van vader willen verdringen!" „Neen," antwoordde Ida verlegen. Het O. M. wilde niet aannemen het veroorzaken vap lichamelijk letsel door schuld, maar bracht wel naar voren hoe op genoemd traject hoogstens een snel heid van 8 h 10 K.M. geoorloofd is. Waar bekl. dus te snel gereden heeft wat hem ten laste was gelogd eischte het O. M. f 100 boete subs. 10 dagen hechtenis, henevens ontzegging om te rijden voor den tijd van 6 maan den. (Zitting van gisteren.) Berooving. De bejaarde groentekoopman W. D. Z„ wonende te Amsterdam, is op 25 Septem ber in dit iaar met H. M. H. naar Zaan dam geweest. Zij hebben zich in deze Zaansche gemeente bedronken, en toen K. in slaap is gevallen, heeft H. hem be roofd van zijn portefeuille met 200, die H. uit het vest van Z. stal,, waarna hij zijn slapenden kameraad achterliet. H. bekende volledig, anders was het niet zoo gemakkelijk geweest, om het be wijs te krijgen. Want voor dat het O.M. gelegenheid had, drie maanden gevange nisstraf te eischen tegen H„ speelde zich een lastig verhoor af met den bestolene, Z., die getuigen moest, maar aan doofheid leed en van de vragen van den president niet veel begrep. Eerst kostte het veel moeite den man aen het verstand te bren gen, hoe hij den eed moest doen, en na dat hij eindelijk met behulp van den deur waarder de beide voorste vingers van de rechterhand heeft opgestoken, informeert de president, waar de getuige woont. Getuige: Ik ben groenteschipper. President: Ja. maar waar woon je? Getuige: (Deurwaarder herhaalt de vraag). Getuige dan: In een schuit! President (gesticuleerend)In welke plaèts-? Getuige; Aan de Groentemarkt.... President (wanhopig gesticuleerend) Maar waar dan? Getuige: In een woonscheepje! De president geeft het op. De deurwaarder: Waar woon je man, in Amsterdam of in Zaandam. Getuige: Ik kom wel eens in Zaandam. Deurw.: Maar woon je daar ook0 Dam blijkt eindelijk te moeten worden aangenomen dat getuige in Amsterdam woont. Maar nu begin.! z'n verhaal. Een niet te stuiten woordenvloed Van z'n jas, die hij had uitgedaan, en z'n das, drè hij afdeed, en iet kommetje koffie, dat liij zat te drinken. Eindelijk brengt de president hem me! gebaren aan het verstand, dat hij maar op moet houden; de rechtbank weet nu genoegt Na het requisitoir pleitte Mr v. Sprang cle mentie. Voortgezette diefstal. De 21-jarige metselaar uit Ede, M. y L. heeft tusschen 27 Augustus en 1 Septem ber geregeld goederen ontvreemd ten na- deele van zijn hospita te IJ .puiden. Het was een merkwaardige verzame ling, zooals beenkappen, een portefeuille, een broche "een dasspeld koppen en scholels. heigeen den president aanleiding gaf te vragen of bekl een huishouden wiLde opzetten. Bekl. wist daar niet op te antwoorden en hij maakt trouwens geen erg snuggerren indruk. Toch is bekl. er niet eng gelukkig aan loe Hij is uil een huishouden van 14 kinderen, waarvan er 10 aan de tering stierven. Zelf is bekl. ook niet bijster gezond en bekl. s moeder is al weken ziek. De jongen heeft vroeger echlcr ook al niel goed opgepast en >s al een paar keeren in een tuchthuis ge weest. De ambtenaar van het O M eisch te 6 maanden gev. straf. Mr. Blankevoort bracht verzachtende omstandigheden naar voren cn vroeg een voorwaardelijke slraf. Ontslag Aan een drietal ambte naren ter gemeente-secretarie, die aldaar tijdelijk werkzaam waren, is tegen Janu ari ontslag aangezegd. Evenzoo wordt Zij wist niet wat zij gelooven moest. Haar moeder had haar verzekerd, dat "Edith alle moeite deed om de groote bezittingen, voor zich te w kin en en Ida had geen ander bewijs tegen zulke veronderstellingen dan haar opeu woord. Een zware strijd bewoog haar en 't arme,' onervaren kind verborg 't gezicht in beide handen en weende bitter. Nog eens trad Edith op haar toe en zei; „Lieve Ida! De gedachte je te laten onterven, is zóó ver van nnj, dat ik op dit oogenblik verzeker, graag geld en goed cn al mijn vermogen te willen missen, als ik daardoor je liefde kon terugkoopen, zooals ik ze vroeger bezat." „Werkelijk, zou je dat willen," riep Ida verblijd uit, cn hief snel haar ver wonderd gezicht op. „Ik kan 't niet gelooven 't is te onwaarschijnlijk zelfs mijnheer Mordaunt gelooft, dat je er zeer veel aan gelegen is eenige erfgename van Cozy Dell te worden, 'hij zei me zoo, dat hij jou ontzettend veranderd vindt." „Mijnheer Mordaunt?" j,'Waarom spreek je op zoo'n ver- 'achtelijken loon van hem?" „Wijl hij insgelijks... 't kostte haar moeite den hartstochtelijken toon te onderdrukken en rustig te zeggen: „Wijl 't hem tails onzen gast niet toe komt verhoudingen en persoonlijkhe den te beoordeelen, die hem in 't minst niet aangaan." Ida begreep wel, dat dit slot niet uitdrukte, wat Edith oorspronkelijk wilde zeggen. Haar zuster was blijk baar op mijnheer ^lordauirijebeten,ei? V s* Nu overal in dei lande de melkprijzen omlaag gaan doordat dc zuivelprijzen da len, is het begrijpelijk dat ook de Haar- lemsche huismoeders uitzien naar een prijsverlaging van dit kostbare vocht. De Haarlemsche melkhandel heeft on derhandelingen aangeknoopt met de vee houders uit den omtrek van Haarlem, die ongeveer de helft van de voor Haar lem benoodigde 80000 liter melk leveren, om den prijs van iq cent, die nu aan de boeren Wordt betaald, met twee cent te verlagen, zoodat dan ook de melkprijs in de stad van 25 cent op 23 cent kan worden gesteld. De veehouders voelen daar niets voor en stellen voorop dat zij geen fok boeren zijn, dat zijn boeren die ook kaas maken van hun melk, doch zoogenaamde con sumptiemelkers. Dit laatste is juist. In dc nabijheid der proofe steden, ook van Haarlem, zijn een groot getal boeren die hun vee houden om consumptiemclk te leveren aan de inwo-1 s der stad en daar toe de beesten extra voederen, omdat de koeien anders uitgeput raken. Hun bedrijf is daar ook geheel op ingericht en ze kun nen bijv. zoo maar niet een, twee, drie aan het kaasmaken gaan. Dat dient ge waardeerd te worden en wordt ook ge waardeerd in zoover dat aan deze vee houders reeds altijd een toeslag van rond twee cent per liter werd betaald, boven den prijs, die volgens den zuivelprijs gel dend zou zijn. Hoewel thans de zuivelprijs daalt, hand haven de veehouders hun prijs van 19 cent en ze meenen dien. met het oog op de onkosten van hun bedrijf, enz., te moeten hebben. Waar de melkhandel zijn standpunt niet prijsgeeft, en blijft staan op een ver laging van 2 cent per liter, is een „meik oorlog" niet onmogelijk. Daarvan zal het publiek dan wellicht profiteeren door tij delijk lage melkprijzen te betalen. Intusschen blijft het in alle opzichten het meest gewenscht dat partijen het niet hard tegen hard laten gaan omdat er dan allicht splinters vallen aan welke zijde blijve in 't midden die in de toe komst moeilijk zouden bijgewerkt kunnen worden, maar dat men a'snog tot over eenstemming zal kunnen komen. Het zijn dingen, die het liefst binnenka mers, dat is, door de vereenigingen onder- onderling, opgeknapt moeten worden. Barometerstand: 773. Neiging: Achteruit. aan verschillende bedrijven uitgezien of daar tijdelijke krachten gemist kunnen worden. Ida's gelaatsuitdrukking liet nu duide lijk erkennen, dat haar deze ontdek king zeer aangenaam was. En zij antwoordde: „Als die opmerking gemaakt werd door iemand die jij liefhadt, Edith, dan zou je dat n;et zoo kwalijk ge nomen hebben." „Wie zegt dan, dat ik hem haat. zei Edith ontwijkend. „Ik wil niet eens zeggen „haten", maar toch meen ik „Wat meen je?" „Je kwelt mij, Edith en vraagt naar bekende dingen. Wees oprecht: heb je Frank Mordaunt lief?" „Zeg me eerst, waarom je d.e vraag stelt?" „Wij gelooven 't allemaal. Maar als je "telkens mijn vraag met een tegen vraag kruist, dan kom ik niet achter de waarheid." „Maar wat is er je dan aan gelegen om mijn gevoelens voor Frank Mor daunt te kennen?" „Zeer veel meer dan je denkt! Deze woorden werden met zoo n nadruk gesproken, dat Ed:th zich on willekeurig omkeerde en haar zuster in 't volle gezicht keek. Ida doorstond rustig den vragenden blik en herhaalde zacht maar beslist: „Veel meer dan je denkt!" „Wat moet dat beteckenea, Ma (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1921 | | pagina 1